BE1020550A3 - Verbeterd interactief gatewaytoestel - Google Patents

Description

Verbeterd interactief gatewaytoestel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gatewaytoestel ingericht om enerzijds verbonden te worden met een back-end server via een netwerk en om anderzijds verbonden te worden met een aantal elektronische toestellen bij een gebruiker.

Dergelijke gatewaytoestellen zijn algemeen bekend. '·:

Voorbeelden van dergelijke gatewaytoestellen zijn onder· andere beschreven in de octrooispecificaties met publicatienummer EP 2 099 199 Al/ EP 2 048 852 Al op naam van Aanvraagster en in.de octrooiaanvraag met aanvraagnummer.

EP 12 1555 156.8 op naam van Aanvraagster.

De onderhavige uitvinding heeft als doel om een gatewaytoestel voor te stellen dat gebruiksvriendelijker is, en dat meer interactie met een eindgebruiker toefaat.

Dàartoe omvat het gatewaytoestel een behuizing waarin éen ""j''/.' microcontroller, met de microcontroller geassocieerde r’ hardware en/of software, en opslagmiddelen zijn opgenomen.

De hardware en/of software zijn ingericht om een interface .,1.

aan te bieden aan verbonden elektronische toestellen. De behuizing omvat een luidspreker, en een op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel. In de opslagmiddelen.zijn audiosignalen opgeslagen. Dé microcontroller is ingericht om de luidspreker aan te sturen voor het uitvoeren van één of , meer van de in de opslagmiddelen opgeslagen audiosignalen öp basis van instructies ontvangen van één of meer toestellen van het aantal elektronische toestellen en/pf van de backend server. Het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel omvat ten minste één sensor en is ingericht om een l- invoersignaal te ontvangen als gevolg van een handeling van een gebruiker en om dit invoersignaal door te geven aan de microcontroller.

Op die manier kan op basis van instructies ontvangen door de microcontroller, de gateway berichten communicerën naar een eindgebruiker waarop de eindgebruiker kan reageren via het interactiemiddel. Ook kan de eindgebruiker via het interactiemiddel een bericht communiceren naar de eindgebruiker. Daarop kan dan op passende wijze door· de microcontroller .worden, gereageerd. ..... .y,

De audiosignalen zijn bij voorkeur spraaksignalen, maar kunnen bijvoorbeeld ook verschillende soorten alarmsignalen y zijn.

De behuizing· van het toestel is bij voorkeur compact met lengte- en breedteafmetingen die kleiner zijn dan 20 cm, en , een hoogte die kleiner is dan 10 cm. De behuizing kan een willekeurige vorm hebben, en kan bijvoorbeeld in hoofdzaak · yy balkvormig zijn, of in hoofdzaak cilindrisch zijn. .y·'.,."·, y

Bij voorkeur omvat het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel ten minste één bewegingssensor die ingericht is voor het detecteren van een beweging van de gebruiker. Een dergelijke beweging wordt gedetecteerd en vervolgens gecommuniceerd naar de microcontroller.

Bij voorkeur zijn indicatiemiddelen voorzien in de behuizing. De indicatiemiddelen zijn ingericht voor het aan de gebruiker zichtbaar maken van een zone van de behuizing die geassocieerd is met de ten minste één sensor. De microcontroller is dan bij voorkeur ingericht om de indicatiemiddelen te activeren na het via de luidspreker uitvoeren van één of meer audiosignalen waarop een reactie van de gebruiker via het op sensorwerking gebaseerd interactiëmiddel wenselijk is. De indicatiemiddelen kunnen bijvoorbeeld ingericht zijn.om.de zone te laten oplichtén.

Verder kan een dergelijke zone een vorm hebben waarin een symbool is verwerkt. Dit kan bijvoorbeeld een symbool zijn dat een bepaalde betekenis impliceert zoals "ja", "nee", "OK", etc.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat het op .

sensorwerking gebaseerd interactiemiddel ten minste een ·.. ” eerste en een tweede sensor die respectievelijk ingericht zijn voor het detecteren van een eerste en een tweede .

handeling van de gebruiker. In dit geval kunnen eerste en tweede indicatiemiddelen zijn voorzien die ingericht zijn . i .· voor het aan de gebruiker zichtbaar maken van respectievelijk een eerste en een tweede zone van de behuizing gekoppeld met de eerste en de tweede sensor. De microcontroller is dan bij voorkeur ingericht om de eerste en de tweede indicatiemiddelen te activeren na het via de luidspreker uitvoeren van audiosignalen waarop respectievelijk een eerste of een tweede reactie van de gebruiker wenselijk is. De gebruiker kan dan de eerste of de 1 C·- tweede handeling uitvoeren al naargelang hij de eerste of de tweede reactie wenst te geven. In het geval van . ' · bewegingssensoren zal de gebruiker dus een beweging maken in de buurt van de eerste zone of in de buurt van de tweede zone al naargelang het bericht dat hij wenst over te brengen aan het gatewaytoestel. Merk op dat ook meer dan twee zones en bijbehorende sensoren voorzien kunnen zijn.

Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is in de behuizing een verlichtingsmiddel, typisch een meerkleuren LED, ingebouwd dat ingericht is voor het uitzenden van' licht met ten minste een eerste en een tweede kleur, waarbij del microcontroller ingericht is om het verlichtingsmiddel te controleren om licht met een eerste kleur of licht met een tweede kleur uit te zenden.in functie van instructies ontvangen van één of meer van de met de gateway verbonden elektronische toestellen en/of van de back-end server.'

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is in de behuizing een. printplaat of PCB voorzien waarop een aantal connectormodules zijn aangebracht die ingericht zijn om verbonden te worden met het aantal elektronische toestellen, en is aan de bovenzijde van het PCB ten minste één bewegingssensor voorzien. Volgens een mogelijke uitvoering is aan de bovenzijde van het PCB ten minste een eerste bewegingssensor voorzien welke zich uitstrekt onder een eerste zone van de behuizing, en een tweede bewegingssensor. welke zich uitstrekt onder een tweede zone van de behuizing.

De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een. aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van het gatewaytoëstel vólgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage. De tekening toont in figuur 1 een schema van een uitvoeringsvorm van een gatewaytoestel volgens de uitvinding in een typische netwerkarchitectuur; figuur 2 in meer detail een blokschema van een uitvoeringsvorm van een gatewaytoestel volgens de uitvinding; figuren 3A en 3B een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een gatewaytoestel volgens dé uitvinding, respectievelijk gezien vanaf de bovenkant en vanaf de onderkant; en figuur 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm van figuren 3A en 3B waarin enkele in de behuizing aangebrachte onderdelen zichtbaar zijn gemaakt.

In de in figuur 1 geïllustreerde architectuur is een . .

gatewaytoestel 2 voorzien bij een eindgebruiker 1. Het gatewaytoestel 2 is verbonden met een aantal elektronische ·.

toestellen 3, zoals sensoren Si, S2, een actuator A,. en andere elektronische toestellen Dl, D2, zoals computers, i mobiele telefoons, smartphones, tablets, etc. Het .

gatewaytoestel 2 is via een modem of router 4 verbonden met ·' het internet 5. Een eindgebruiker zal typisch diensten. ''ViV; consumeren van een service provider 6 die via back-end servers 7 diensten aanbiedt aan de eindgebruiker. . .

Voorbeelden van sensoren SI, S2 en actuatoren A die gekoppeld kunnen worden met het gatewaytoestel 2 zijn 3G, wifi- en bluetoothtoestellen, camera's, scanners, bloeddrukmeetinrichtingen, meettoestellen van het energieverbruik, etc. Ook kunnen in het gatewaytoestel 2 een aantal.communicatiemodules voorzien zijn zoals een Bluetooth dongle module, etc.

Het gatewaytoestel 2.is een niet-service-specifiek toestel dat ingericht is om een universele connectiviteit te verschaffen. In de geïllustreerde uitvoering is de modem of router voor verbinding mét het netwerk niet geïntegreerd in. . . ' het gatewaytoestel. Het is echter ook mogelijk om modem,.

router of set-top box functionaliteiten te voorzien in het r gatewaytoestel.

Een meer specifieke uitvoeringsvorm van een gatewaytoestel. 2 is geïllustreerd in figuur 2. Het gatewaytoestel 2 is enerzijds ingericht om verbonden te worden met het internet via de modem of router 4, en anderzijds ingericht om verbonden te worden met een aantal elektronische toestellen 3. Het gatewaytoestel 2 omvat een behuizing waarin een - microcontroller 25, opslagmiddelen 24, een luidspreker 21, een verlichtingsmiddel 22 en een interactiemiddel 23 zijn

Opgenomen. Verder is niet geïllustreerde hardware en software voorzien die ingericht is om een interface aan te bieden aan de elektronische toestellen 3.

De microcontroller 25 is ingericht om de luidspreker 21, het verlichtingsmiddel 22 en het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel 23 aan te sturen op basis van instructies . . ; ontvangen vain één van de toestellen 3 of op basis van instructies ontvangen via het internet van één van de back- - end sérvers 7. In de opslagmiddelen 24 zijn audiosignalen, in het bijzonder spraakberichten, opgeslagen. De microcontroller 25 is ingericht om de luidspreker 21 aan te sturen voor het uitvoeren van één of meer van de in dé opslagmiddelen opgeslagen- audiosignalen. Indien bijvoorbeeld v één van de toestellen 3 een meettoestel is van het energieverbruik, dan kan in de opslagmiddelen 24 een spraaksignaal zijn opgeslagen dat luidt "uw energieverbruik is te hoog". Indien het meettoestel een te hoog energieverbruik meet, kan de microcontroller 25 de! luidspreker 21 aansturen om dit spraakbericht te laten afspelen door de luidspreker 21. Een gebruiker kan dan via het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel 23 reageren op dit spraakbericht, bijvoorbeeld door aan te geven dat hij het bericht heeft ontvangen. De vakman begrijpt dat vele andere toepassingen denkbaar zijn, waarbij een spraakbericht aan de gebruiker wordt gecommuniceerd, en de gebruiker via het interactiemiddel kan reageren op dit bericht. Het spraakbericht kan bijvoorbeeld ook bedoeld zijn om de gebruiker eraan te herinneren dat hij bepaalde medicatie moet innemen. De gebruiker kan dan aangeven via het interactiemiddel 23 dat hij de medicatie heeft genomen. De j- feedback van de gebruiker die ontvangen wordt via hét ' interactiemiddel 23 wordt doorgegeven aan de microcontroller 25 die óp zijn beurt deze informatie kan doorgeven aan een elektronisch toestel 3 en/of kan verzenden.via het internet.

Volgens een voordelige uitvoering omvat het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel 23 ten minste één bewegingssensor . .....

die ingericht is voor het detecteren van een beweging van de · gebruiker. Verder zijn bij voorkeur indicatiemiddelen 26 voorzien die .ingericht zijn voor het aan een gebruiker zichtbaar maken van een zone Z van de behuizing. De zone Z is geassocieerd met het interactiemiddel 23. De microcontroller 25 is bij voorkeur ingericht om de indicatiemiddelen 26 te activeren en deze zone Z zichtbaar te maken, nadat door de luidspreker 21 één of meer audiosignalen zijn uitgevoerd waarop een reactie van de gebruiker via het interactiemiddel 23 wenselijk is. De indicatiemiddelen zijn bij voorkeur ingericht om de zone Z zichtbaar te maken, bijvoorbeeld door deze te laten oplichten. Deze zone kan zodanig ingericht zijn dat daarin een symbool is verwerkt. Dit kan bijvoorbeeld een symbool Zijn dat "JA" of "NEE" voorstelt, of een symbool dat "OK" of "annuleer" voorstelt. Verder is het mogelijk om meerdere zones tegelijk zichtbaar te maken aan de gebruiker in het geval dat verschillende reacties van een gebruiker mogelijk zijn.

Nu zal een verder uitgewerkte uitvoeringsvorm van een gatewaytoestel volgens de uitvinding toegelicht worden aan-de hand van figuren 3A, 3B en 4. Het gatewaytoestel 102 omvat een behuizing 125 waarin de verschillende onderdelen van het gatewaytoestel zijn opgenomen. De behuizing is voorzien van een sleufvormige uitsparing 121 waarachter de ' luidspreker wordt voorzien. De bovenkant van de behuizing is verdeeld in twee zones Za en Zb. Het is echter ook mogelijk. om te werken met één zone, of met meer dan twee zones. De eerste zone Za is geassocieerd met een symbool 123a en de tweede zone Zb is geassocieerd met een symbool 123b. In dé behuizing zijn niet geïllustreerde indicatiemiddelen voorzien om de zones Za en Zb, en in het bijzonder de symbolen 123a, 123b beter zichtbaar te maken wanneer een ^ ,.ï reactie van de gebruiker wenselijk is. Zo kunnen bijvoorbeeld verlichtingsmiddelen voorzien zijn in de ’ V.' behuizing in de buurt van de symbolen 123a, 123b om deze te laten oplichten. Daarnaast kan een bijkomend verlichtingsmiddel voorzien zijn in de behuizing voor het verlichten- van zone 122 met licht in een welbepaalde kleur. . . , ; .. Hierbij kunnen verschillende kleuren gekoppeld zijn aan verschillende berichten, en deze verlichtingsmiddelen vormen \ dus naast de luidspreker een tweede manier om berichten uit te voeren naar de gebruiker.

Figuur 4 illustreert een mogelijke opbouw van het gatewaytoestel. In de behuizing is een printplaat of PCB 127 aangebracht. Aan de onderzijde van de PCB 127 zijn een reeks connectormodules 134 voorzien voor het al dan niet draadloos . ' aansluiten van de elektronische toestellen 3. Voor de connectormodules 134 met draad worden niet geïllustreerde ; kabels voorzien die vanaf de connectormodule 134 via ruimte 128 en een uitsparing 126 in de behuizing naar buiten .

gebracht te worden. Merk op dat de connectormodules 134 ook . . -- kunnen ingericht zijn voor een draadloze communicatie, bijvoorbeeld via bluetooth. De connectormodules zijn ; voorzien van veercontacten 133 die elektrisch gekoppeld zijn met contactpaden op de PCB 127 om vandaar verder verbonden " te worden. De connectormodules 134 zijn bij voorkeur modulair aanbrengbaar en kunnen naar wens van de r· eindgebruiker toegévoegd worden. ,1. .·

Aan de bovenzijde van dè PCB 127 is een microcontroller 132' voorzien. Verder kunnen aan deze zijde ook opslagmiddelen (niet geïllustreerd) en beveiligingsschakelingen zoals ESD :; beveiligingsschakelingen (niet geïllustreerd) zijn voorzien.

Het monteren van de connectormodules 134 op de PCB 127 wordt in meer detail beschreven in de Belgische octrooiaanvrage op ; J· naam van Aanvraagster die op dezelfde dag ingediend is als de onderhavige octrooiaanvrage, en waarvan de tekst hier door verwijzing is opgenomen. Een eerste bewegingssensor · 130a strekt zich U-vormig uit langs de omtrek van de bovenzijde van PCB 127, onder de zone Zb van de behuizing.

Een tweede bewegingssensor 130b strekt zich eveneens U- vormig uit langs de omtrek van de bovenzijde van PCB 127, aan de tegenovergestelde kant daarvan, onder de zone Za van de behuizing. De vakman begrijpt dat deze zones ook op een andere manier gedefinieerd kunnen zijn en dat de bewegingssensors ook op een andere locatie op de bovenzijde van de PCB 127 kunnen voorzien zijn. Ook begrijpt de vakman dat de verschillende schakelingen, de microcontroller en. de - connectormodules op andere locaties op de. onder- of bovenzijde van de PCB kunnen aangebracht zijn.

Verder zijn op de PCB 127 typisch een aantal vasté sockets of connectormodules voorzien, zoals een ethernet socket 135, een socket 136 voor een voedingskabel, en een USB-socket 138. Daarnaast kan ook een USB-stick 137 zijn voorzien.

De bodem van de behuizing is bij voorkeur losmaakbaar, zodanig dat een installateur eenvoudig toegang heeft tot de .

connectormodules 134, 135, 136 en de kabels (niét geïllustreerd) . .

De vakman zal begrijpen dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden en dat vele varianten en aanvullingen denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding dat enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.

Claims (14)

1. Gatewaytoestel ingericht om enerzijds verbonden te worden .· met een back-end server via een netwerk en om anderzijds verbonden te worden met een aantal elektronische toestellen bij een gebruiker, welk gatewaytoestel een behuizing omvat waarin een microcontroller, met de microcontroller geassocieerde hardware en/of software, en opslagmiddelen zijn opgenomen, welke hardware en/of software ingericht zijn om een interface aan- te bieden aan verbonden elektronische .,//.,1 toestellen, met het kenmerk, dat de behuizing een luidspreker, en een op sensorwerking gebaseerd . intëractiemiddel omvat; dat in de opslagmiddelen audiosignalen zijn opgeslagen; dat de microcontroller ingericht is om de luidspreker.aan te sturen voor het uitvoeren van één of meer van de in de opslagmiddelen opgeslagen audiosignalen op basis van ' . ’i' instructies ontvangen van één of meer toestellen van het aantal elektronische toestellen en/of van de back-end ‘r 7-j: server; en dat het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel ten minste één sensor omvat en ingericht is om een invoer signaal te ontvangen als gevolg van een handeling van een gebruiker en om dit invoersignaal door te geven aan de microcontroller.

2. Gatewaytoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de audiosignalen spraaksignalen zijn.

3. Gatewaytoestel vdlgèrts één der voorgaande conclusies, met ·/ ' het kenmerk, dat de behuizing lengte- en breedteafmetingen heeft die kleiner zijn dan 20 cm, en een hoogte heeft die /.--- kleiner is dan 10 cm. \

4. Gatewaytoestel volgens één der voorgaande conclusies, met' het kenmerk, dat het op sensorwerking gebaseerd V,.; interactiemiddel ten minste één bewegingssensor omvat die ingericht is voor het detecteren van een beweging van de vv gebruiker.

5. Gatewaytoestel volgens één der voorgaande· conclusies, met ...... het kenmerk, dat indicatiemiddelen zijn voorzien die ingericht zijn voor het aan de gebruiker zichtbaar maken van een zone van de behuizing geassocieerd met de ten minste één sensor, waarbij de microcontroller ingericht is om de indicatiemiddelen te activeren na het via de luidspreker uitvoeren van één of meer audiosignalen waarop een reactie van de gebruiker via het op sensorwerking gebaséerd interactiemiddel wenselijk is.

6. Gatewaytoestel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de indicatiemiddelen ingericht zijn om de zone te laten oplachten.

7. Gatewaytoestel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk,: dat de zone een vorm heeft waarin een symbool is verwerkt.,

8. Gatewaytoestel volgens één der voorgaande .conclusies> met . het kenmerk, dat het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel ten minste een eerste en een tweede sensor omvat die respectievelijk' irigericht zijn voor het. detecteren van een eerste en een tweede handeling van de gebruiker.

9. Gatewaytoestel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de eerste en tweede indicatiemiddeleh zijn voorzien die , j;'; ingericht zijn voor het aan de gebruiker zichtbaar maken van respectievelijk een eerste en een tweede zone van de behuizing gekoppeld met de eerste en de tweede sensor, waarbij de microcontroller ingericht is om de eerste en de tweede indicatiemiddelen te activeren na het via de luidspreker uitvoeren van audiosignalen waarop respectievelijk een eerste of een tweede reactie van de gebruiker wenselijk is, een en ander zodanig dat de gebruiker de eerste of de tweede handeling kan uitvoeren al y ’ naargelang hij de eerste of de tweede reactie wenst te geven. - — - ~,

10. Gatewaytoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het op sensorwerking gebaseerd interactiemiddel ten minste één drukknop omvat. ν·;:

11. Gatewaytoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de behuizing verder een h verlichtingsmiddel is ingebouwd dat ingericht is voor het uitzenden van licht met ten minste een eerste en een tweede ' ’ : kleur, waarbij de microcontroller ingericht is om het verlichtingsmiddel te controleren om licht met een eerste. kleur of licht met een tweede kleur uit te zenden in functie .-1¾ van instructies ontvangen van één of meer yan.de met de . ..... gateway verbonden elektronische toestellen en/of van dé back-end server.

12. Gatewaytoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de behuizing een PCB is voorzien waarop een aantal connectormodules zijn aangebracht die ingericht zijn om verbonden te worden met hét. aantal elektronische toestellen, en dat aan de bovenzijde van hét PCB ten minste één bewegingssensor is voorzien.

13. Gatewaytoestel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat aan de bovenzijde van het PCB ten minste een eerste bewegingssensor is voorzien welke zich uitstrekt onder een r eerste zone van de behuizing, en een tweede bewegingssensor welke zich uitstrekt onder een tweede zone van de behuizing.

14. Gatewaytoestel volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat op het PCB verder een ethernet socket, een socket voor een voedingskabel, en een USB-socket zijn voorzien. V'