BE1020173A3

BE1020173A3 - MOVABLE DIVIDING WALKING ELEMENT.

Info

Publication number: BE1020173A3
Application number: BE2010/0737A
Authority: BE
Inventors: Loosbroeck Patrick Franciscus Van
Original assignee: Unilux Nederland B V
Priority date: 2009-12-14
Filing date: 2010-12-13
Publication date: 2013-06-04
Also published as: NL2003953C2; DE102010054444A1

Abstract

Scheidingswandelement met draagraam. Het draagraam is voorzien van een paneel waarvan het de omtrek omsluit. Het draagraam is samengesteld uit een eerste en tweede staander en een onderste en bovenste tussenregel. Het draagraam is ondersteund door een eerste en tweede voetregel, welke zich dwars op een door het draagraam bepaald vlak uitstrekken. Elk van de onderste en bovenste tussenregels is hol tussenprofiel. De tussenprofielen zijn aan hun tegenoverliggende uiteinden voorzien van een bevestigingsmiddel, dat met een kopdeel verschuifbaar kan worden opgenomen in een langsgroef van de staander. De staander is op voorafbepaalde plaatsen voorzien van dwarsboringen, die corresponderen met bevestigingsplaatsen.Dividing wall element with support frame. The supporting frame is provided with a panel whose circumference encloses it. The supporting frame is composed of a first and second post and a bottom and top intermediate line. The supporting frame is supported by a first and second foot rail, which extend transversely to a plane defined by the supporting frame. Each of the lower and upper intermediate lines is hollow intermediate profile. The intermediate profiles are provided at their opposite ends with a fixing means which can be slidably received with a head part in a longitudinal groove of the upright. The upright is provided with transverse bores at predetermined locations, which correspond to attachment locations.

Description

VERPLAATSBAAR SCHEIDINGSWANDELEMENTMOVABLE DIVIDING WALKING ELEMENT

De uitvinding heeft betrekking op elementen voor een verplaatsbare scheidingswand. Dergelijke scheidingswanden maken het mogelijk om ruimtes in gebouwen op een variabele manier in te richten. De scheidingswanden kunnen zijn opgebouwd uit elementen met onderling verschillende breedtes en/of hoogtes, maar ook uit elementen in verschillende kleuren en/of met verschillende eigenschappen. Verder kunnen de elementen onderling koppelbaar zijn.The invention relates to elements for a movable partition wall. Such dividing walls make it possible to arrange spaces in buildings in a variable way. The dividing walls can be composed of elements with mutually different widths and / or heights, but also of elements in different colors and / or with different properties. Furthermore, the elements can be mutually connectable.

Er zijn reeds systemen bekend, waarbij met zoveel mogelijk universeel bruikbare onderdelen beoogd is om een grote verscheidenheid aan scheidingswandelementen samen te kunnen stellen. In een dergelijk systeem is een verplaatsbaar scheidingswandelement voorzien van een draagraam in de vorm van een omtrekskader. Het draagraam bepaalt een vlak en is verder voorzien van een paneel waarvan het de omtrek tenminste gedeeltelijk omsluit. Het draagraam is daarbij samengesteld uit tenminste een eerste en een tweede staander en onderste en bovenste tussenregels. Daarbij wordt het draagraam ondersteund door eerste en tweede voetregels, welke zich elk in een richting dwars op het door het draagraam bepaalde vlak uitstrekken.Systems are already known in which as many universally useful components as possible are intended to be able to assemble a large variety of partition wall elements. In such a system, a movable partition wall element is provided with a support frame in the form of a peripheral frame. The supporting frame defines a plane and is further provided with a panel, the periphery of which at least partially encloses. The supporting frame is then composed of at least a first and a second upright and lower and upper intermediate lines. The supporting frame is thereby supported by first and second foot rails, each of which extends in a direction transverse to the plane defined by the supporting frame.

Een nadeel van deze systemen is veelal, dat zij in gemonteerde toestand aan de eindgebruiker moeten worden afgeleverd, dat deze gemonteerde toestand veel volume inneemt en dat het geassembleerde product kwetsbaar is. Dit veroorzaakt hoge transportkosten en een niet onaanzienlijk transportrisico.A disadvantage of these systems is often that they must be delivered to the end user in the assembled state, that this assembled state takes up a lot of volume and that the assembled product is fragile. This causes high transport costs and a not insignificant transport risk.

Er bestaat behoefte aan een scheidingswandelement, dat met behoud van de grote keuzevariëteit ten minste in deels niet geassembleerde toestand kan worden vervoerd naar de eindgebruiker. Daarmee is er ook behoefte aan een scheidingswandelement dat op de plaats van bestemming, ook door niet vakkundig geschoolde personen, kan worden afgebouwd of worden samengesteld.There is a need for a partition wall element that can be transported to the end user at least in partly unassembled condition while maintaining the large selection variety. There is therefore also a need for a partition wall element that can be completed or assembled at the place of destination, even by persons who have not been trained properly.

Daarmee in overeenstemming is het een doel van de onderhavige uitvinding om minstens één van de nadelen van de stand van de techniek te elimineren of te verbeteren. Het is ook een doel van de onderhavige uitvinding om alternatieve oplossingen te verschaffen die eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd en die bovendien verhoudingsgewijs voordelig gemaakt kunnen worden. Alternatief is het een doel van de uitvinding om het publiek een op zijn minst nuttige keuzemogelijkheid te verschaffen.Accordingly, it is an object of the present invention to eliminate or improve at least one of the disadvantages of the prior art. It is also an object of the present invention to provide alternative solutions that are easier to implement and that can moreover be made relatively advantageous. Alternatively, it is an object of the invention to provide the public with at least a useful choice.

Daartoe voorziet de uitvinding in een verplaatsbaar scheidingswandelement, zoals gedefinieerd in een of meer van dé aangehechte conclusies. In het bijzonder is volgens de uitvinding elk van de onderste en bovenste tussenregels gevormd als een door extrusie verkregen, in hoofdzaak hol tussenprofiel. Tevens zijn daarbij de tussenprofielen elk aan hun tegenoverliggende uiteinden voorzien van een bevestigingsmiddel. Dit bevestigingsmiddel kan daarbij met een kopdeel ervan verschuifbaar worden opgenomen in een eerste langsgroef van de staander. De staander is daarbij op voorafbepaalde plaatsen langs zijn lengte voorzien van in de eerste langsgroef uitmondende dwarsboringen, die telkens corresponderen met voorafbepaalde bevestigingsplaatsen van de tussenprofielen ten opzichte van de staanders.To that end, the invention provides a movable partition wall element as defined in one or more of the appended claims. In particular, according to the invention, each of the lower and upper intermediate lines is formed as a substantially hollow intermediate profile obtained by extrusion. In addition, the intermediate profiles are each provided with a fastening means at their opposite ends. This fastening means can herein be slidably received with a head part thereof in a first longitudinal groove of the upright. The upright is herein provided at predetermined locations along its length with transverse bores opening into the first longitudinal groove, each corresponding to predetermined fixing locations of the intermediate profiles relative to the uprights.

De uitvinding en de daarmee verkregen voordelen zullen nader worden uiteengezet aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden. Deze uitvoeringsvoorbeelden zullen hiernavolgend worden beschreven onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:The invention and the advantages obtained thereby will be further explained with reference to exemplary embodiments. These exemplary embodiments will be described below with reference to the accompanying drawings, in which:

Figuur 1 (A) tot 1 (E) tonen varianten van de verplaatsbare scheidingswandelementen volgens de uitvinding met verschillende vakindelingen;Figures 1 (A) to 1 (E) show variants of the movable partition wall elements according to the invention with different compartments;

Figuur 2 toont in doorsnee een tussenprofiel;Figure 2 shows an intermediate profile in cross-section;

Figuur 3 toont in doorsnede een staanderprofiel;Figure 3 is a sectional view of an upright profile;

Figuur 4 toont in doorsnede een draagprofiel;Figure 4 shows a support profile in section;

Figuur 5 is een geëxplodeerde voorstelling van de samenstellende onderdelen in het bereik van een bovenhoek;Figure 5 is an exploded representation of the component parts in the range of an upper corner;

Figuur 6 toont in detail een geassembleerde verbinding van het tussenprofiel en het staanderprofiel aan een bovenhoek;Figure 6 shows in detail an assembled connection of the intermediate profile and the upright profile at an upper corner;

Figuur 7 toont een volledig geassembleerde bovenhoek;Figure 7 shows a fully assembled upper corner;

Figuur 8 toont in langsdoorsnede de bevestiging van een tussenprofiel op een willekeurige plaats langs de lengte van een staanderprofiel; enFigure 8 shows in longitudinal section the attachment of an intermediate profile at any location along the length of an upright profile; and

Figuur 9 toont in geassembleerde vorm een onderhoek met draagprofiel en zwenkwielen.Figure 9 shows, in assembled form, a bottom corner with support profile and castors.

In de figuren 1 (A) tot en met 1 (E) zijn een vijftal uitvoeringsvarianten getoond van een verplaatsbaar scheidingswandelement 1.1A-1E volgens de uitvinding. Alle varianten beschikken over een eerste staander 3, een tweede staander 5 en onderste en bovenste tussenregels in de vorm van tussenprofielen 7, 9. De eerste en tweede staanders 3, 5 en de onderste en bovenste tussenregels of profielen 7, 9 zijn gevormd tot een draagraam in de vorm van een omtrekskader, dat een vlak bepaald. Verder zijn ook alle varianten 1A-1E voorzien van eerste en tweede voetregels in de vorm van draagprofielen 11, 13 die zijn afgesteund op tenminste drie, maar bij voorkeur op vier zwenkwielen 15.Figures 1 (A) to 1 (E) show five embodiments of a movable partition wall element 1.1A-1E according to the invention. All variants have a first upright 3, a second upright and lower and upper intermediate lines in the form of intermediate profiles 7, 9. The first and second uprights 3, 5 and the lower and upper intermediate lines or profiles 7, 9 are formed into a frame in the form of a circumferential frame that defines a plane. Furthermore, all variants 1A-1E are also provided with first and second foot rails in the form of support profiles 11, 13 which are supported on at least three, but preferably on four swivel wheels 15.

De eerste uitvoeringsvorm 1A van het verplaatsbare scheidingswandelement beschikt over een vijftal, in dit voorbeeld gelijk grootte, paneelvakken in het door het omtrekskader bepaalde vlak, deze zijn van onder naar boven genummerd als 17, 19, 21, 23 en 25 respectievelijk. Deze paneelvakken zijn gevormd door toevoeging van extra tussenprofielen 27, 29, 31 en 33 op bijvoorbeeld regelmatige onderlinge afstanden tussen de onderste en bovenste tussenprofielen 7, 9. Van de verkregen paneelvakken kan, zoals in figuur 1(A) is getoond, éen onderste paneelvak 17 zijn voorzien van een paneel uit ondoorschijnend materiaal, terwijl de overige vakken 19, 21, 23 en 25 kunnen zijn voorzien van panelen uit doorschijnend of zelfs doorzichtig materiaal. Bij de variant volgens figuur 1 (B) zijn de onderste twee paneelvakken 17, 19 vervangen door een enkel paneelvak 35, waardoor één van de extra tussenprofielen 27 niet wordt gebruikt. Op soortgelijke wijze zijn bij de variant volgens figuur 1(C) de drie onderste paneelvakken 17, 21 en 23 vervangen door een enkel paneelvak 37. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 (C) zijn daardoor nog twee extra tussenprofielen 31 en 33 aangebracht en bijvoorbeeld twee panelen 23, 25 die doorschijnend, of in een afwijkende kleur, kunnen zijn uitgevoerd. Zo laat figuur 1 (D) nog een uitvoering zien met twee verschillen paneelvakken 39 en 25 en figuur 1(E) nog een verplaatsbaar scheidingswandelement 1E met een enkel paneelvak 41 en geen andere tussenprofielen dan de onderste en bovenste tussenprofielen 7, 9. Uiteraard kan bijvoorbeeld ook alleen het onderste paneel lichtdoorlatend of transparant zijn en een of meer van de bovenste panelen ondoorschijnend of niet-lichtdoorlatend zijn uitgevoerd.The first embodiment 1A of the movable partition wall element has five, in this example the same size, panel sections in the plane defined by the circumferential frame, these are numbered from bottom to top as 17, 19, 21, 23 and 25 respectively. These panel compartments are formed by adding additional intermediate profiles 27, 29, 31 and 33 at, for example, regular mutual distances between the lower and upper intermediate profiles 7, 9. From the obtained panel compartments, as shown in Figure 1 (A), a lower panel compartment can be used. 17 are provided with a panel of opaque material, while the other compartments 19, 21, 23 and 25 can be provided with panels of translucent or even transparent material. In the variant according to Figure 1 (B), the lower two panel compartments 17, 19 have been replaced by a single panel compartment 35, so that one of the additional intermediate profiles 27 is not used. Similarly, in the variant according to Figure 1 (C), the three lower panel sections 17, 21 and 23 have been replaced by a single panel section 37. In the embodiment according to Figure 1 (C), therefore, two additional intermediate profiles 31 and 33 are provided and, for example, two panels 23, 25 which can be translucent or of a different color. Figure 1 (D) shows another embodiment with two different panel sections 39 and 25 and Figure 1 (E) shows a movable partition wall element 1E with a single panel section 41 and no other intermediate profiles than the lower and upper intermediate profiles 7, 9. Of course, for example, only the lower panel is light-transmitting or transparent and one or more of the upper panels are made opaque or non-light-transmitting.

Figuur 2 toont de dwarsdoorsnede van een tussenprofiel 100 dat is uitgevoerd als een extrusie, bij voorkeur in aluminium, met een variabele lengte. Dergelijke extrusies worden quasi continue vervaardigd en kunnen naar behoefte op een gewenste lengte worden afgezaagd. Het tussenprofiel 100 is geschikt voor het vormen van elk van de tussenprofielen 7, 9, 27, 29, 31 en 33 zoals getoond in figuur 1. Het tussenprofiel is als een holle koker uitgevoerd en voorzien van een voorwand 101, een achterwand 103, een bovenwand 105 met een bovenste groef 107, en een onderwand 109 met een onderste groef 111. In het hart van het tussenprofiel 100 bevindt zich een formatie 113 die is ingericht voor het ontvangen van een schroefdraadsnijdend bevestigingsmiddel zoals een zelftappende schroef. Dergelijke formaties zijn op zichzelf bekend bij geëxtrudeerde profielen en behoeven hier geen nadere toelichting.Figure 2 shows the cross-section of an intermediate profile 100 that is designed as an extrusion, preferably in aluminum, with a variable length. Such extrusions are produced almost continuously and can be cut to a desired length as required. The intermediate profile 100 is suitable for forming each of the intermediate profiles 7, 9, 27, 29, 31 and 33 as shown in Figure 1. The intermediate profile is designed as a hollow tube and provided with a front wall 101, a rear wall 103, a upper wall 105 with an upper groove 107, and a lower wall 109 with a lower groove 111. In the center of the intermediate profile 100 there is a formation 113 which is adapted to receive a thread-cutting fastener such as a self-tapping screw. Such formations are known per se with extruded profiles and need no further explanation here.

Figuur 3 toont in doorsnede een staanderprofiel 200 dat wordt gebruikt voor de eerste en tweede staanders 3, 5 van de scheidingswandelementen 1A-1E. Het staanderprofiel 200 is ook in hoofdzaak als kokerprofiel uitgevoerd en voorzien van een eerste zichtvlak 201 en een tweede zichtvlak 203, die verbonden zijn door een tegenover elkaar liggende binnenwand 205 en een buitenwand 209. Het staanderprofiel 200, dat weer een variabele lengte kan hebben, is in langsrichting van de binnenwand 205 voorzien van een eerste langsgroef 207 en in langsrichting van de buitenwand 209 van een tweede langsgroef 211. De eerste en tweede zichtvlakken 201, 203 zijn elk aan de binnenzijde van het holle staanderprofiel 200, voorzien van V.Figure 3 shows in cross-section a post profile 200 that is used for the first and second posts 3, 5 of the partition wall elements 1A-1E. The upright profile 200 is also essentially a tubular profile and is provided with a first viewing surface 201 and a second viewing surface 203, which are connected by an opposite inner wall 205 and an outer wall 209. The upright profile 200, which in turn can have a variable length, is provided with a first longitudinal groove 207 in the longitudinal direction of the inner wall 205 and with a second longitudinal groove 211 in the longitudinal direction of the outer wall 209. The first and second viewing surfaces 201, 203 are each provided with V on the inside of the hollow upright profile 200.

een eerste, respectievelijk een tweede, formatie 213, 215 voor het opnemen van een bevestigingsmiddel, zoals een zelftappende schroef of klemnagel. De eerste langsgroef 207 heeft een speciaal gevormde dwarsdoorsnede met een verdiept groefdeel 217 en groefbegrenzingsflenzen 219, 221. De naar elkaar gerichte vrije einden van deze groefbegrenzings-flenzen definiëren een toegang tot de eerste langsgroef 207 die in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van het verdiepte groefdeel 217. Tussen de groefbegrenzingsflenzen 219, 221 en het verdiepte groefdeel 217 bevindt zich een verbreed groefdeel 223. De tweede langsgroef 211 aan de tegenovergelegen buitenwand 209 is aan haar monding voorzien van naar elkaar toe gerichte lippen 225, 227. Verder kan het staanderprofiel 201, zoals getoond in figuur 3, voorzien zijn van een verdiept wanddeel 229 aan de binnenwand 205, waarvan de breedte is aangepast aan de breedte van het tussenprofiel 100.a first and a second, formation 213, 215, respectively, for receiving a fastener, such as a self-tapping screw or rivet. The first longitudinal groove 207 has a specially shaped cross-section with a recessed groove part 217 and groove limiting flanges 219, 221. The free ends of these groove limiting flanges facing each other define an access to the first longitudinal groove 207 which substantially corresponds to the width of the recessed groove part 217. Between the groove limiting flanges 219, 221 and the recessed groove part 217 there is a widened groove part 223. The second longitudinal groove 211 on the opposite outer wall 209 is provided at its mouth with lips 225, 227 directed towards each other. as shown in Figure 3, are provided with a recessed wall part 229 on the inner wall 205, the width of which is adapted to the width of the intermediate profile 100.

In figuur 4 is in dwarsdoorsnede, een draagprofiel 300 getoond dat de basis vormt voor de eerste en tweede draagprofielen 11 en 13 zoals getoond in figuur 1. Het draagprofiel 300 heeft een bovenwand 301 en tegenoverliggende zijwanden 303, 305. Verder is het draagprofiel 300 voorzien van een naar onder gerichte centrale gleuf 307, die aan weerszijden is begrensd door een eerste koker 309 en een tweede koker 311. Deze eerste en tweede kokers 309, 311 zijn bepaald door telkens een van de tegenoverliggende gleufwanden 313, 315 en respectievelijke bodemwanden 317, 319. Elk van de bodemwanden 317, 319 kan zijn voorzien van een extra draagflens 321, 323.Figure 4 shows in cross-section, a support profile 300 which forms the basis for the first and second support profiles 11 and 13 as shown in Fig. 1. The support profile 300 has an upper wall 301 and opposite side walls 303, 305. Furthermore, the support profile 300 is provided of a downwardly directed central slot 307, which is bounded on either side by a first tube 309 and a second tube 311. These first and second tubes 309, 311 are each defined by one of the opposite slot walls 313, 315 and respective bottom walls 317, 319. Each of the bottom walls 317, 319 may be provided with an additional bearing flange 321, 323.

Ter verduidelijking van het samenstellen van de staanderprofielen 200 en de tussenprofielen 100 laat figuur 5 een bovenhoek zien van een scheidingswandelement 1. De onderdelen zijn ten opzichte van elkaar in een geëxplodeerde opstelling weergegeven. Tussenprofiel 100, 9 wordt, nadat dit op de juiste lengte is afgekort, voorzien van een draadsnijdende schroef 51, die door een onderlegring 53 in aangrijping wordt gebracht met de schroefdraad ontvangende formatie 113 van het tussenprofiel 100, 9. Een paneel 25 of 41 kan worden opgenomen in de onderste groef 111 van het tussenprofiel 100, 9 en in de eerste langsgroef 207 van de staander 200,3. Het paneel 25, 41 kan zijn een mat of transparant kunstglas paneel, een bedrukt of bekleed paneel, maar ook een magneetbord, een prikbord of een beschrijfbaar paneel. Deze paneelvakken zijn eventueel wisselbaar doordat de verbindingsconstructie, die hieronder nader beschreven zal worden, losneembaar is. Nadat de schroef 51 in het tussenprofiel 100, 9 is geschroefd, maar nog niet helemaal vastgedraaid, kan de onderlegring 53 in het verbrede groefdeel 223 van de eerste langsgroef 207 worden geschoven. Hierna kan de kop 52 van de schroef 51 worden uitgelijnd met de boringen 55 en 57 in het staanderprofiel 200, 3. Door de boringen 55 en 57 kan vervolgens een gereedschap, zoals een schroevendraaier of een inbussleutel, worden heen gestoken om de schroef 51 vast te draaien en het tussenprofiel 100, 9 te klemmen tegen het staanderprofiel 200, 3 zoals hieronder nog nader uiteengezet zal worden. Het geheel kan vervolgens worden afgewerkt met een afdekkap 59, die met klemnagels 61 op het boveneinde van het staanderprofiel 200, 3 kan worden bevestigd. De klemnagels 61 grijpen daarbij klemmend aan in de formaties 213, 215 van het staanderprofiel 200, 3. Vanzelfsprekend kunnen voor het bevestigen van de afdekkap 59 desgewenst ook draadsnijdende bevestigingselementen worden gebruikt.To clarify the assembly of the upright profiles 200 and the intermediate profiles 100, Figure 5 shows an upper corner of a partition wall element 1. The parts are shown relative to each other in an exploded arrangement. Intermediate profile 100, 9, after being shortened to the correct length, is provided with a thread-cutting screw 51, which is brought into engagement by a washer 53 with the thread-receiving formation 113 of the intermediate profile 100, 9. A panel 25 or 41 may be received in the lower groove 111 of the intermediate profile 100, 9 and in the first longitudinal groove 207 of the upright 200.3. The panel 25, 41 can be a matt or transparent artificial glass panel, a printed or coated panel, but also a magnetic board, a pin board or a writable panel. These panel compartments are optionally interchangeable because the connecting structure, which will be described in more detail below, is detachable. After the screw 51 has been screwed into the intermediate profile 100, 9, but not yet fully tightened, the washer 53 can be slid into the widened groove part 223 of the first longitudinal groove 207. After this, the head 52 of the screw 51 can be aligned with the bores 55 and 57 in the upright profile 200, 3. A tool, such as a screwdriver or an Allen key, can then be inserted through the bores 55 and 57 to secure the screw 51 and to clamp the intermediate profile 100, 9 against the upright profile 200, 3 as will be further explained below. The whole can then be finished with a cover cap 59, which can be fixed with clamping nails 61 on the upper end of the upright profile 200, 3. The clamping nails 61 thereby engage clampingly in the formations 213, 215 of the upright profile 200, 3. Of course, thread-fixing fastening elements can also be used for fixing the cover cap 59 if desired.

In figuur 6 is een geassembleerde bovenhoek van een scheidingswandelement te zien, zoals de bovenhoek uit figuur 5. Meer in het bijzonder laat figuur 6 zien hoe de onderlegring 53 opgenomen is in het verbrede groefdeel 223 en aangrijpt op de flenzen 219, 221. De onderlegring 53 wordt daarbij door de schroef 51 tegen de groefbegrenzingsflenzen 219, 221 geklemd. De nog niet geheel vastgedraaide schroefkop 52 in het verdiepte groefdeel 217 kan door de boring 55 heen worden aangedraaid met een schroevendraaier, waardoor deze klemming ontstaat. Hierdoor wordt het tussenprofiel 100, 9 tegen het verdiepte wanddeel 229 van het staanderprofiel 200, 3 bevestigd. Ook laat figuur 6 zien dat in de tweede langsgroef 211 desgewenst een elastische afwerkingsstrip 63 kan worden aangebracht. Deze afwerkingsstrip 63 wordt klemmend gehouden tussen de naar elkaar gerichte lippen 225, 227 en kan daaruit ook worden weggenomen. Een bijzonder doel van de tweede langsgroef 211 is dan ook dat hierin verbindingselementen kunnen worden gestoken om de scheidingswandelementen onderling aan elkaar te koppelen. Hierbij kan worden gedacht aan het in rechte lijn verbinden van de afscheidingswandelementen, maar ook in het verbinden onder een hoek of flexibel ten opzichte van elkaar. Nog weer een bijzondere onderlinge verbinding wordt gevormd door een losritsbare verbinding zodat gekoppelde scheidingswandelementen ook snel loskoppelbaar zijn zonder dat het verbindingselement eerst uit de tweede langsgroeven 211 moet worden verwijderd. Dergelijke verbindingen zijn op zichzelf bekend en behoeven daarom geen verdere beschrijving.Figure 6 shows an assembled top corner of a partition wall element, such as the top corner of Figure 5. More specifically, Figure 6 shows how the washer 53 is received in the widened groove portion 223 and engages the flanges 219, 221. The washer 53 is thereby clamped against the groove limiting flanges 219, 221 by the screw 51. The screw head 52, not yet fully tightened, in the recessed groove part 217 can be screwed through the bore 55 with a screwdriver, whereby this clamping is created. As a result, the intermediate profile 100, 9 is secured against the recessed wall part 229 of the upright profile 200, 3. Figure 6 also shows that, if desired, an elastic finishing strip 63 can be provided in the second longitudinal groove 211. This finishing strip 63 is held clamping between the lips 225, 227 facing each other and can also be removed therefrom. A special purpose of the second longitudinal groove 211 is therefore that connecting elements can be inserted therein to mutually connect the partition wall elements to each other. One can think here of connecting the partition wall elements in a straight line, but also of connecting at an angle or flexibly with respect to each other. Yet another special interconnection is formed by a detachable connection so that coupled partition wall elements can also be detachable quickly without the connecting element first having to be removed from the second longitudinal grooves 211. Such compounds are known per se and therefore need no further description.

Figuur 7 toont een geassembleerde bovenhoek met afdekkap 59 in dit geval een tegenoverliggende bovenhoek met het tweede staanderprofiel 5.Figure 7 shows an assembled upper corner with cover cap 59 in this case an opposite upper corner with the second upright profile 5.

Figuur 8 toont de bevestiging van een tussenprofiel 100, 31 op een willekeurige plaats langs de hoogte van het staanderprofiel 200, 5. Als zodanig correspondeert deze weergave met een langsdoorsnede van de plaats waar één van de extra tussenprofielen 27, 29, 31 of 33 samenkomen met een van de staanderprofielen, in dit geval het tweede staanderprofiel 5. Ook toont figuur 8 hoe een schroevendraaier 65 door de boringen 57 en 55 kan worden gestoken om op een vooraf bepaalde plaats het tussenprofiel 100, 31 aan het staanderprofiel 200, 5 te bevestigen. Door de. eerste en tweede staanderprofielen 200, 3, 5 op vooraf bepaalde afstanden van boringen 55, 57 te voorzien kunnen alle varianten volgens de figuren 1 (A) tot en met 1 (E) volledig zonder enige vorm van meten of aftekenen worden geassembleerd. Ook is het mogelijk om vooraf de boringen alleen daar aan te brengen, waar deze nodig zijn, zodat het onmogelijk wordt om de onderdelen per ongeluk op een verkeerde plaats te monteren. Het bijzondere voordeel hiervan is dat de scheidingswandelementen als losse onderdelen kunnen worden verpakt en op de eindbestemming door de eindgebruiker eenvoudig in elkaar kunnen worden gezet. Bij assemblage bij de eindgebruiker is het slechts nodig om de voorbereide tussenprofielen 100 vanaf de uiteinden van de draagprofielen 200 met de schroefkoppen 52 en onderlegringen 53 in de eerste langsgroeven 207 in te voeren en zover door te schuiven dat de schroefkoppen 52 door de boringen 55, 57 kunnen worden vastgedraaid met een schroevendraaier 65 of een ander geschikt gereedschap (bijvoorbeeld ook een inbussleutel of dergelijke). De exacte positie van de tussenprofielen 100 is daarbij eenvoudig bepaald door enerzijds de panelen (17, 19, 21, 23, 25, 35, 37, 39 of 41 in figuur 1 ) en anderzijds de exacte locatie van de reeds aangebrachte boringen 55, 57. Het is verder van voordeel, dat de boringen 55, 57 kleiner van diameter kunnen zijn dan de schroefkop 52, omdat alleen een schroevendraaier hoeft te passeren. Mede daardoor is ook de bevestigingsplaats met de boringen nauwkeurig te bepalen. Het aandraaigereedschap, zoals een schroevendraaier 65, zal slechts effectief kunnen worden gebruikt binnen zeer krappe toleranties. Dat draagt ertoe bij, dat de dwarsprofielen alleen in hun exacte eindpositie kunnen worden vastgeschroefd. Behalve deze zichzelf wijzende montage zijn de samenstellende onderdelen bovendien eenvoudig van constructie en eenvoudig te bewerken. Indien nodig kunnen de scheidingswandelementen in omgekeerde volgorde ook weer worden gedemonteerd, wat mogelijk maakt om één van de varianten te wijzigen naar een andere mogelijke variant. Bij hernieuwde montage kan weer van dezelfde hiervoor beschreven voordelen gebruik worden gemaakt.Figure 8 shows the attachment of an intermediate profile 100, 31 at any location along the height of the upright profile 200, 5. As such, this representation corresponds to a longitudinal section of the location where one of the additional intermediate profiles 27, 29, 31 or 33 meet with one of the upright profiles, in this case the second upright profile 5. Figure 8 also shows how a screwdriver 65 can be inserted through the bores 57 and 55 to attach the intermediate profile 100, 31 to the upright profile 200, 5 at a predetermined location . By the. to provide first and second upright profiles 200, 3, 5 with bores 55, 57 at predetermined distances, all variants according to figures 1 (A) to 1 (E) can be assembled completely without any form of measuring or marking. It is also possible to make the bores in advance only where they are needed, so that it is impossible to accidentally mount the parts in the wrong place. The special advantage of this is that the partition wall elements can be packaged as separate parts and can easily be assembled by the end user at the final destination. In the case of assembly at the end user, it is only necessary to insert the prepared intermediate profiles 100 from the ends of the support profiles 200 with the screw heads 52 and washers 53 into the first longitudinal grooves 207 and to slide them so far that the screw heads 52 through the bores 55, 57 can be tightened with a screwdriver 65 or other suitable tool (for example also an Allen key or the like). The exact position of the intermediate profiles 100 is thereby simply determined by, on the one hand, the panels (17, 19, 21, 23, 25, 35, 37, 39 or 41 in Figure 1) and, on the other hand, the exact location of the bores 55, 57 already provided. It is furthermore advantageous that the bores 55, 57 can be smaller in diameter than the screw head 52, because only a screwdriver has to pass. Partly as a result, the fixing location with the bores can also be accurately determined. The tightening tool, such as a screwdriver 65, can only be used effectively within very tight tolerances. This helps to ensure that the transverse profiles can only be screwed to their exact end position. In addition to this self-pointing assembly, the component parts are also simple in construction and easy to machine. If necessary, the partition wall elements can also be dismantled in reverse order, which makes it possible to change one of the variants to another possible variant. With reassembly, the same advantages described above can again be used.

Figuur 9 laat in detail zien hoe het eerste draagprofiel 300, 11 aan een ondereinde van het eerste staanderprofiel 200, 3 is bevestigd. Hiervoor kunnen bevestigingsschroeven 67, 69 van onderaf door (in figuur 9 niet zichtbare) boringen in de centrale gleuf 307 van het draagprofiel in schroefdraadvormende aangrijping worden gebracht met de eerste en tweede formaties 213, 215 van het staanderprofiel 200, 3. Ook de boringen in het draagprofiel 300, 11 worden bij voorkeur vooraf aangebracht, zodat de eindassemblage eenvoudig kan worden uitgevoerd. Ook is in figuur 9 te zien dat zwenkwielen 15 zijn aangebracht nabij de uiteinden van het draagprofiel 300, 11. Deze zwenkwielen kunnen bevestigd zijn aan de extra draagflenzen 321 en 323 zoals te zien is in figuur 4, of eventueel rechtstreeks aan bodemwanden 317, 319 wanneer er geen extra draagflenzen worden gebruikt. Dergelijke zwenkwielen zijn op zichzelf bekend en in de handel verkrijgbaar, zodat een verdere beschrijving achterwege kan blijven. Het draagprofiel 300, 11 kan aan zijn tegenoverliggende uiteinden nog zijn afgewerkt met een deksel 71.Figure 9 shows in detail how the first support profile 300, 11 is attached to a lower end of the first upright profile 200, 3. For this purpose, fastening screws 67, 69 can be brought in from below through (not visible in Figure) bores in the central slot 307 of the support profile in thread-forming engagement with the first and second formations 213, 215 of the upright profile 200, 3. Also the bores in the support profile 300, 11 are preferably arranged in advance, so that the final assembly can be easily carried out. It can also be seen in figure 9 that swivel wheels 15 are arranged near the ends of the bearing profile 300, 11. These swivel wheels can be mounted on the additional bearing flanges 321 and 323 as can be seen in figure 4, or possibly directly on bottom walls 317, 319 when no extra carrying flanges are used. Such castors are known per se and are commercially available, so that a further description can be omitted. The support profile 300, 11 can still be finished at its opposite ends with a cover 71.

De bevestiging van het onderste tussenprofiel 100, 7 aan de eerste staander 200, 3 zoals in figuur 9 te zien is, is geheel overeenkomstig de onder verwijzing naar de figuren 5, 6, en 8 beschreven bevestigingen.The attachment of the lower intermediate profile 100, 7 to the first upright 200, 3 as can be seen in Figure 9 is entirely in accordance with the fixings described with reference to Figures 5, 6 and 8.

Verondersteld wordt dat de uitvoering en de werking van de onderhavige uitvinding uit de voorafgaande beschrijving duidelijk blijken. De uitvinding is niet beperkt tot om het even welke hierin beschreven uitvoeringsvorm en, binnen het vermogen van de deskundige, zijn er wijzigingen mogelijk die binnen de omvang van de bescherming geacht moeten worden te liggen. Eveneens worden alle kinematische omkeringen geacht binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding te zijn begrepen. Uitdrukkingen, zoals “bestaand uit”, wanneer gebruikt in deze beschrijving of de bijgaande conclusies, moeten niet als een uitputtende opsomming, maar eerder in een inclusieve betekenis, worden opgevat. Uitdrukkingen zoals: "middel voor..." moeten worden gelezen als: "component gevormd voor..." of "element geconstrueerd om..." en dienen te worden opgevat alle equivalenten voor de beschreven constructies mede te omvatten. Het gebruik van uitdrukkingen als: "kritisch", "voordelig", "gewenst" enz., is niet bedoeld om de uitvinding te beperken. Bovendien kunnen ook eigenschappen die niet specifiek of uitdrukkelijk worden beschreven of vereist in de constructie volgens de onderhavige uitvinding worden omvat zonder dat wordt afgeweken van de beschermingsomvang.It is believed that the embodiment and operation of the present invention will be apparent from the foregoing description. The invention is not limited to any embodiment described herein and, within the ability of the person skilled in the art, changes are possible that should be considered to be within the scope of protection. Also, all kinematic reversals are understood to be included within the scope of the present invention. Expressions, such as "consisting of," when used in this description or the appended claims, should not be construed as an exhaustive list, but rather in an inclusive sense. Expressions such as: "means for ..." should be read as: "component formed for ..." or "element constructed to ..." and be understood to include all equivalents for the constructions described. The use of terms such as "critical", "advantageous", "desired", etc. is not intended to limit the invention. In addition, features that are not specifically or explicitly described or required in the construction of the present invention may also be included without departing from the scope of protection.

Claims

CLAIMS 1. A movable partition wall comprising a support frame in the form of a circumferential frame defining a plane and a panel the circumference of which is at least partially enclosed by the support frame, the support frame being composed of at least a first and a second upright and a bottom and top intermediate line and wherein the supporting frame is supported by a first foot line and a second foot line, each of which extends in a direction transverse to the plane defined by the supporting frame, characterized in that each of the lower and upper intermediate lines is formed as an extrusion obtained, substantially hollow intermediate profile and wherein the intermediate profiles are each provided at their opposite ends with a fastening means, that this fastening means with its head part can be slidably received in a first longitudinal groove of the upright, and that the upright at predetermined places along its length from the first longitudinal groove The transverse bores are provided which in each case correspond to predetermined fixing locations of the intermediate profiles relative to the uprights.

A displaceable partition wall element according to claim 1, wherein at least one additional intermediate profile is arranged between the lower and upper intermediate profiles and runs substantially parallel thereto.

The movable partition wall element according to claim 2, wherein the lower and upper intermediate profiles and the at least single intermediate profile are formed as identical extrusions.

A displaceable partition wall element according to claim 1, 2 or 3, wherein the first and second uprights are also formed as substantially hollow profiles obtained by extrusion.

A movable partition wall element as claimed in claim 4, wherein each of the first and second uprights is provided with longitudinally extending first and second formations facing the hollow space for cooperation with thread-forming fasteners or clamping nails.

A displaceable partition wall element according to claim 4 or 5, wherein the first longitudinal groove has a recessed groove part and a widened groove part.

A displaceable partition wall element according to a preceding claim, wherein the intermediate profile is provided with a constant cross-section with a formation which is adapted to receive a thread-forming fastener.

8. A movable partition wall element according to a preceding claim, wherein the first longitudinal groove is provided with a groove opening and flanges bounding this groove opening, behind which the head part can be held of one of the fixing means.

9. A movable partition wall element according to claim 8, wherein the head part of the fixing means comprises a freely rotatable washer.

10. A movable partition wall element according to any preceding claim, wherein at least one compartment bounded by the lower or upper intermediate profiles and the first and second uprights is provided with a panel.

11. A movable partition wall element as claimed in claim 10, wherein lower and upper grooves are provided for receiving the panel in the intermediate profile and wherein the panel is further received in the first longitudinal grooves of the first and second uprights.

12. A movable partition wall element according to a preceding claim, wherein the first and second uprights are each provided with a second longitudinal groove, in which optionally an elastic finishing strip or a connecting element for mutually connecting with other partition wall elements can be received.

13. A movable partition wall element as claimed in any preceding claim, wherein the first and second foot rails are formed as extrusion-obtained first and second support profiles.

14. A movable partition wall element as claimed in claim 13, wherein the first and second support profiles are each provided with a longitudinal, downwardly directed central slot for receiving a fastening means, for attachment to a lower end of the associated first or second upright.

15. A movable partition wall element as claimed in any preceding claim, wherein an upper end of each of the first and second uprights is provided with a cover cap.