BE1019904A5 - Verlichtingselement, plafondverlichting gevormd door meerdere zulke verlichtingselementen en open vals plafond met zulke plafondverlichting. - Google Patents

Abstract

Verlichtingselement (1), daardoor gekenmerkt dat het minstens één lichtbron (3) bevat, die is ingewerkt in een profiel (2) van een vals plafond, waarbij tevens middelen (6) zijn voorzien voor het aanbrengen van een koelbuis (7) in de nabijheid van de lichtbron (3).

Description

Verlichtingselement, plafondverlichting gevormd door meerdere zulke verlichtingselementen en open vals plafond met zulke plafondverlichting.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een verlichtingselement.

Zonder de uitvinding hiertoe te beperken, heeft de uitvinding meer bepaald betrekking op een verlichtingselement voor toepassing in een vals plafond en meer specifiek op een verlichtingselement voor toepassing in een open vals plafond.

Er bestaan uiteraard reeds verlichtingselementen voor toepassing in een plafond, bijvoorbeeld in de vorm van verlichtingsarmaturen bestaande uit een behuizing die in het plafond dient te worden geïntegreerd en waarin een lichtbron in de vorm van één of meerdere lampen, zoals een neon-lamp, een halogeenlamp en dergelijke meer, dient te worden aangebracht.

Een nadeel van deze bekende verlichtingselementen is dat het veel werk en precisie vergt om de armaturen ervan in het vals plafond in te werken.

Nog een nadeel van de bekende verlichtingselementen is dat er voor het afvoeren van de warmte afkomstig van de lichtbron geen maatregelen zijn getroffen, waardoor warmte in zulk verlichtingselement accumuleert, wat gewoonweg gevaarlijk kan zijn of nadelig voor de levensduur van de lichtbron.

Er is ook steeds meer een tendens om in verlichting LEDs (Light Emitting Diodes) en meer bepaald PowerLEDs toe te passen.

De levensduur van zulke lichtbronnen in de vorm van LEDs evenals de efficiëntie ervan (uitgestraalde hoeveelheid Lumen per eenheid verbruikte energie in W) daalt sterk naarmate de werkingstemperatuur van de LED toeneemt, waardoor een goede koeling van de LEDs erg belangrijk of zelfs onontbeerlijk is.

De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel aan de hiervoor vernoemde en eventueel andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een verlichtingselement, dat minstens één lichtbron bevat, die is ingewerkt in een profiel van een vals plafond, waarbij tevens middelen zijn voorzien voor het aanbrengen van een koelhuis in de nabijheid van de lichtbron.

Een eerste voordeel van een verlichtingselement volgens de uitvinding bestaat erin dat ze is uitgevoerd als een profiel voor een vals plafond waarin de lichtbron is voorzien.

Op deze wijze kan de verlichting van een vals plafond zeer snel en reeds tijdens het installeren van het plafond zonder bijkomende moeite worden geïnstalleerd, waardoor de installatie snel en weinig kostelijk is.

Nog een belangrijk voordeel van zulk verlichtingselement volgens de uitvinding bestaat erin dat er middelen zijn voorzien voor het aanbrengen van een koelhuis in de nabijheid van de lichtbron of lichtbronnen.

Het verlichtingselement zal dan ook uitermate geschikt zijn voor het toepassen van lichtbronnen die voor hun goede werking een voldoende koeling vereisen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verlichtingselement overeenkomstig de uitvinding bestaat de lichtbron van het verlichtingselement uit één of meerdere LEDs en liefst nog uit één of meerdere PowerLEDs.

Een groot voordeel van het gebruik van LEDs is hun lange levensduur en het feit dat ze niet onderhevig zijn aan slijtage door gebruik.

Nog een voordeel van het toepassen van LEDs is hun eigenschap minder energie te verbruiken dan bijvoorbeeld gloeilampen of halogeenlampen en de laatste generatie LEDs verbruiken zelfs ook minder energie dan spaarlampen per uitgestraalde lumen.

Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verlichtingselement overeenkomstig de uitvinding wordt het verlichtingselement hoofdzakelijk gevormd door een langs profiel bestaande uit twee zijwanden die aan elkaar zijn verbonden door middel van een tussenliggend verbindingsstuk, waarbij de lichtbron is aangebracht op of in het verbindingsstuk.

Zulke uitvoeringsvorm van een verlichtingselement volgens de uitvinding heeft aldus als het ware min of meer een H-vormig dwarsprofiel.

Op deze wijze kunnen twee compartimenten worden gevormd aan beide zijden van het verbindingsstuk, enerzijds voor het aanbrengen van een koelhuis en anderzijds voor het aanbrengen van de lichtbron of lichtbronnen, al dan niet afgeschermd door middel van een doorschijnend materiaal.

De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een plafondverlichting gevormd door meerdere verlichtingselementen volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven, waarbij minstens een gedeelte van de meerdere verlichtingselementen worden gekoeld door eenzelfde doorlopende koelhuis waarin een fluïdum stroomt.

Zulke plafondverlichting volgens de uitvinding kan op eenvoudige manier worden geïnstalleerd, door verlichtingselementen volgens de uitvinding te combineren met andere plafondprofielen en waarbij een koeling van al de verlichtingselementen kan worden verwezenlijkt door middel van één enkel koelcircuit of eventueel indien geweest enkele grote koelcircuits die meerdere verlichtingselementen overspannen.

Een uitermate interessante toepassing van de verlichtingselementen volgens de uitvinding bestaat erin ze toe te passen in een plafondverlichting waarbij meerdere verlichtingselementen deel uitmaken van een open vals plafond.

Een open vals plafond is een plafond waarbij opeenvolgende profielen van het plafond niet nauw aan elkaar aansluiten, maar waarbij integendeel een zekere tussenafstand tussen de plafondprofielen wordt gelaten.

Zulk open vals plafond laat toe op efficiënte wijze de ruimte waarin het plafond is aangebracht te koelen en/of te verwarmen door middel van een klimaatregelend systeem zoals is beschreven in octrooiaanvraag BE 2010/0497 op naam van dezelfde aanvrager.

Het voordeel van zulk open vals plafond is dat de te koelen en/of te verwarmen ruimte in feite afgebakend wordt door de structuur van het gebouw en de lucht vrijelijk kan bewegen tussen de ruimte onder het open vals plafond en de ruimte boven het open vals plafond.

Op deze wijze komt de lucht van de te koelen en/of te verwarmen ruimte in contact met de structuur van het gebouw en kan aldus de warmtecapaciteit van de structuur van het gebouw zelf benut worden.

Hierdoor kan zogenaamde nachtventilatie worden toegepast, wat een grote energiebesparing kan opleveren.

Een verlichtingselement volgens de huidige uitvinding is perfect integreerbaar in zulk open plafond met klimaatregelend systeem.

De huidige uitvinding betreft daarom tevens een open vals plafond dat voorzien is van een plafondverlichting zoals hiervoor beschreven, waarbij tussen de verlichtingselementen van het open vals plafond plafondprofielen zijn aangebracht en waarbij in deze plafondprofielen één of meerdere aparte klimaatregelende circuits zijn voorzien.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, aan de hand van figuren enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verlichtingselement volgens de uitvinding, een plafondverlichting volgens de uitvinding die meerdere zulke verlichtingselementen bevat en een open vals plafond volgens de uitvinding met zulke plafondverlichting beschreven, waarin: figuren 1 tot 3 in doorsnede een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een verlichtingselement volgens de uitvinding weergeven in verschillende standen tijdens het bevestigen van het verlichtingselement op een bevestigingselement; figuur 4 in doorsnede het verlichtingselement uit de figuren 1 tot 3 weergeeft, bevestigd op een draagprofiel van een vals plafond; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens een vlak aangeduid met V-V in figuur 4; figuur 6 een doorsnede weergeeft doorheen een open vals plafond volgens de uitvinding gevormd uit plafondprofielen voorzien van een klimaatregelend systeem en verlichtingselementen volgens de uitvinding; en, figuren 7 tot 10 in doorsnede mogelijke alternatieve uitvoeringsvormen van een verlichtingselement volgens de uitvinding weergeven.

Het in de figuren 1 tot 3 weergegeven verlichtingselement 1, is opgebouwd als een langwerpig profiel 2 van een vals plafond waarin een lichtbron 3 is ingewerkt.

Het profiel 2 wordt hoofdzakelijk gevormd door twee zijwanden 4 die aan elkaar zijn verbonden door middel van een tussenliggend verbindingsstuk 5.

Het verlichtingselement 1 is voorts tevens voorzien van middelen 6 voor het aanbrengen van een koelhuis 7 in de nabijheid van de lichtbron 3.

Deze middelen 6 worden in het getoonde voorbeeld gevormd door klemmen 8 die voorzien zijn centraal op een eerste kant 9 van het verbindingsstuk 5. Hierbij kan de koelhuis 7 tussen de klemmen 8 worden vastgeklikt.

In het geval van de figuren 1 tot 3 is de lichtbron 3 voorts aangebracht op de andere kant 10 van het verbindingsstuk 5.

Volgens de uitvinding bestaat de lichtbron 3 bij voorkeur uit één of meerdere LEDs en liefst nog uit één of meerdere PowerLEDs.

Het profiel 2 heeft ruwweg genomen in dwarsdoorsnede een soort H-vormig profiel.

Hierbij hebben de zijwanden 4 van het profiel 2 over de lengte van het profiel 2 langse randen, meer bepaald langse randen 11 aan een eerste zijde 12 van het verbindingsstuk 5 en langse randen 13 aan de andere, tegenoverliggende zijde 14 van het verbindingsstuk 5.

De langse randen 11 zijn hierbij voorzien van bevestigingsmiddelen 15 voor het bevestigen van het betreffende langse profiel 2 aan een bevestigingselement 16 dat bedoeld is om aan een draagprofiel 18 van een vals plafond 18 te worden bevestigd, wat meer aanschouwelijk is weergegeven in de figuren 4 en 5.

Deze bevestigingsmiddelen 15 aan de eerste zijde 12 worden in de hier besproken uitvoeringsvorm gevormd door een paar naar binnen gerichte haken 15 die samenwerken met een paar naar buiten gerichte haken 17 op zulk een voornoemd bevestigingselement 16.

In dit geval hebben zowel de haken 15 als de haken 17 een spits toelopend uiteinde, en is het bevestigingselement 16 en/of het profiel 2 ietwat flexibel uitgevoerd, zodat door het naar elkaar toe bewegen van het bevestigingselement 16 en het profiel 2 deze spitse uiteinden over elkaar bewegen, met een tijdelijk inveren van de haken 17 op het bevestigingselement en/of uitveren van de haken 15 aan het profiel 2 totdat de haken 15 en 17 achter elkaar komen te haken, zoals is weergegeven in figuren 2 en 3.

In de doorsnede van figuur 5 is voorts duidelijk te zien hoe een verlichtingselement 1 volgens de uitvinding met behulp van een bevestigingselement 16 op een draagprofiel 18 van een vals plafond kan worden bevestigd.

Het draagprofiel 18 van het vals plafond is in dit geval een hol, balkvormig draagprofiel 18, waarbij aan weerszijden van het draagprofiel 18 op regelmatige afstanden van elkaar paren tegenoverstaande gaten 19 zijn aangebracht.

Het draagprofiel 18 is zelf bijvoorbeeld door middel van draadstangen 20 en moeren 21 aan een bovenliggend plafond of vloer van een gebouw opgehangen.

Het bevestigingselement 16 vormt in de hier besproken uitvoeringsvorm een apart geheel dat voorzien is van een paar oren 22 op een afstand B van elkaar overeenkomstig de breedte B' van een draagprofiel 18 van een vals plafond.

Voor het bevestigen van het bevestigingselement 16 aan een draagprofiel 18 kan het bevestigingselement 16 met zijn oren 22 over het draagprofiel 18 worden aangebracht tot een paar voornoemde gaten 19 van het draagprofiel 18 uitgelijnd zijn met de oren 22, waarna een staaf 23 kan worden aangebracht doorheen de oren 22, evenals doorheen het betreffende paar gaten 19 in het draagprofiel 18.

Een verlichtingselement 1 volgens de uitvinding is bij voorkeur aan de langse randen 13 van de zijwanden 4 voorzien van bevestigingsmiddelen 24 voor het aanbrengen van een vlak, doorschijnend element 25 van voor het afschermen van de lichtbron 3.

In het getoonde voorbeeld van de figuren 1 tot 3 worden de langse randen 13 van de zijwanden 4 aan de zijde 14 van het verbindingsstuk 5 gevormd door bevestigingsmiddelen 24 in de vorm van een paar naar binnen gerichte, tegenoverstaande langse gleuven 24, waarbij tussen de gleuven 24 een vlak, doorschijnend element 25, zoals bijvoorbeeld een stuk glas of plexiglas, is geschoven.

Het is duidelijk dat op deze wijze in een verlichtingselement 1 volgens de uitvinding twee aparte compartimenten 26 en 27 kunnen worden bekomen.

Meer bepaald is er enerzijds een compartiment 26 aan de kant 10 van het verbindingsstuk 5 waarop de lichtbron 3 is aangebracht, welk compartiment 26 begrensd wordt door een gedeelte van de zijwanden 4, het verbindingsstuk 5 met de lichtbron 3 en het doorschijnend element 25.

Volgens de uitvinding worden in het profiel 2 en aanliggend aan de lichtbron 3, dus in dit compartiment 26, bij voorkeur reflectoren of spiegels 28 voorzien teneinde een goede verspreiding van het licht afkomstig van de lichtbron 3 te bekomen.

Aan de andere zijde 9 van het verbindingsstuk wordt een compartiment 27 bekomen dat begrensd wordt door een gedeelte van de zijwanden 4, de betreffende zijde van het verbindingsstuk 5 en de koelhuis 7, en door het bevestigingselement 16.

Bij voorkeur wordt ervoor gezorgd dat er een goed contact is tussen de koelhuis 7 en de lichtbron 3, zodat warmte afkomstig van de lichtbron 3 op efficiënte wijze kan worden afgevoerd.

Het compartiment 27 kan voorts gebruikt worden voor het aanbrengen van voedingskabels 29 naar de lichtbron 3 of lichtbronnen 3.

Zo blijven zulke voedingskabels 29 verborgen voor het oog van een waarnemer.

In figuur 6 is in doorsnede een plafondverlichting 30 volgens de uitvinding weergegeven die is gevormd uit meerdere verlichtingselementen 1 zoals hiervoor besproken.

Bij voorkeur wordt hierbij minstens een gedeelte van deze verlichtingselementen 1 gekoeld door eenzelfde doorlopende koelhuis 7 waarin een koelmiddel wordt rondgepompt.

Volgens de uitvinding maken de verlichtingselementen 1 voorts liefst deel uit van een plafondverlichting 30 van een open vals plafond 31.

Nog een belangrijk aspect van de uitvinding bestaat erin zulk een open vals plafond 31 met een plafondverlichting 30 volgens de uitvinding zodanig uit te voeren dat tussen verlichtingselementen 1 van het open vals plafond 18 plafondprofielen 32 zijn aangebracht waarbij in deze plafondprofielen 32 één of meerdere aparte klimaatregelende circuits 33 zijn voorzien.

Zoals reeds in de inleiding werd uiteengezet, bieden open valse plafonds 31 met zulke klimaatregeling het voordeel dat aanzienlijk op de energiekosten kan worden bespaard.

De verlichtingselementen 1 volgens de uitvinding zijn uitermate geschikt voor gebruik in combinatie met zulke plafondprof ielen 32 voor het realiseren van een open vals plafond 31.

Bij voorkeur is het circuit 7 voor koeling van de verlichtingselementen 1 onafhankelijk van het circuit 33 of de circuits 33 voor een klimaatregeling.

Immers, de buizen 33 van de klimaatregeling kunnen zowel dienst doen voor koeling als voor verwarming, terwijl een koelhuis 7 van de verlichtingselementen 1 uiteraard enkel dient te worden doorstroomd met een koelmiddel en aldus niet op een verwarmingsinstallatie van de klimaatregeling kan worden aangesloten.

In figuur 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een verlichtingselement 1 volgens de uitvinding weergegeven.

In deze uitvoeringsvorm wordt een ander soort bevestigingselement 16 gebruikt voor het bevestigen van het verlichtingselement 1 aan een draagprofiel 18, dan in de vorige uitvoeringsvorm.

Meer bepaald zijn de bevestigingsmiddelen 15 aan de langse randen 11 van het profiel 2 ditmaal niet symmetrisch uitgevoerd.

De langse rand 11 van één zijwand 4 is immers uitgevoerd als een rechthoekige haak 34 die samenwerkt met een gleuf 35 in het bevestigingselement 16.

De langse rand 11 aan de andere zijwand 4 is nog steeds uitgevoerd als een spits toelopende haak 15 zoals in de vorige uitvoeringsvorm, doch deze haak 15 werkt samen met een langwerpige uitsparing 36 in een dwars opstaand uitsteeksel 37 aan het bevestigingselement 16.

Dit dwars opstaand uitsteeksel 37 is evenwel ook voorzien van een naar binnen gerichte afschuining 38 voor een goede samenwerking met de haakvormige rand 11.

In zulke uitvoeringsvorm kan een profiel 2 gemakkelijk aan het bevestigingselement 16 worden geklikt door eerst de rechthoekige haak 34 in de gleuf 35 te haken en daarna de haak 15 over de afschuining 38 in de uitsparing 36 te klikken.

Het bevestigingselement 16 is in deze uitvoeringsvorm van figuur 7 ook enigszins anders uitgevoerd, waarbij het niet voorzien is van oren 22, doch eerder van kapstokachtige haken 39.

Dit verandert niets essentieels aan de wijze waarop het bevestigingselement 16 kan worden bevestigd aan een draagprofiel 18, behalve dan dat zulke uitvoeringsvorm eventueel toelaat de haken 39 over een staaf 23 te klikken in plaats van een staaf 23 doorheen het bevestigingselement 16 te steken.

In figuur 8 is nog een andere uitvoeringsvorm van een verlichtingselement 1 en bevestigingselement 16 weergegeven, waarbij ditmaal de bevestigingsmiddelen 15 aan de randen 11 van het profiel 2 allebei als rechthoekige haken 15 zijn uitgevoerd en waarbij het profiel 2 met behulp van deze haken 15 aan het bevestigingselement 16 worden opgehangen.

Voorts is in de uitvoeringsvorm van figuur 8 het bevestigingselement 16 voorzien van een paar opstaande uitsteeksels 40 waarin doorsteekopeningen 41 zijn voorzien.

De uitvoeringsvorm van een verlichtingselement 1 volgens de uitvinding weergegeven in figuur 9 is dan weer bedoeld om te worden bevestigd op een bevestigingselement 16 dat integraal deel uitmaakt van een draagprofiel 18 van een vals plafond.

Zulk bevestigingselement 16 dat deel uitmaakt van een draagprofiel 18 kan bijvoorbeeld bestaan uit een paar uitsteeksels 42 aan het draagprofiel 18, zoals bijvoorbeeld weergegeven in figuren 4 en 6, waarbij deze uitsteeksels 42 naar buiten gerichte haken 43 hebben die kunnen samenwerken met naar binnen gerichte haakjes 44 aan de langs randen 11 van het profiel 2, weergegeven in figuur 9.

In figuur 10 is nog een ander uitvoeringsvorm van een verlichtingselement 1 volgens de uitvinding weergegeven dat tevens is bedoeld om rechtstreeks te worden bevestigd op een bevestigingselement 16 dat integraal deel uitmaakt van een draagprofiel 18 voor een vals plafond.

Het verschil met de vorige uitvoeringsvormen is dat de middelen 6 voor het aanbrengen van een koelhuis 7 niet gevormd worden door klemmen 8 op het verbindingsstuk 5 van het profiel 2, maar door een geprofileerde veer 45 die de koelhuis 7 omklemt en die haakt in een paar haken 4 6 voorzien aan weerszijden van de koelhuis 7 op de zijwanden 4 van het profiel 2.

De veer 45 drukt hierbij de koelbuis 7 stevig tegen het verbindingsstuk 5, zodat een goede warmteoverdracht vanuit de lichtbron 3 naar de koelbuis 7 wordt bekomen.

Het is duidelijk dat de kenmerken hiervoor beschreven aan de hand van de figuren kunnen gecombineerd worden.

Ook alternatieve oplossingen die niet als voorbeeld werden besproken, zijn niet uitgesloten.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een verlichtingselement 1, plafondverlichting 30 en/of vals open plafond 31 volgens de uitvinding, doch zulk verlichtingselement 1, plafondverlichting 30 en/of vals open plafond 31 volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (16)

1. Verlichtingselement (1), daardoor gekenmerkt dat het minstens één lichtbron (3) bevat, die is ingewerkt in een profiel (2) van een vals plafond, waarbij tevens middelen (6) zijn voorzien voor het aanbrengen van een koelhuis (7) in de nabijheid van de lichtbron (3).

2. Verlichtingselement (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de lichtbron (3) bestaat uit één of meerdere LEDs.

3. Verlichtingselement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het hoofdzakelijk wordt gevormd door een langs profiel (2) bestaande uit twee zijwanden (4) die aan elkaar zijn verbonden door middel van een tussenliggend verbindingsstuk (5), waarbij de lichtbron (3) is aangebracht op of in het verbindingsstuk (5).

4. Verlichtingselement (1) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (6) voor het aanbrengen van een koelhuis (7) zijn voorzien op een eerste kant (9) van het verbindingsstuk (5), terwijl de lichtbron (3) is aangebracht op de andere kant (10) van het verbindingsstuk (5).

5. Verlichtingselement (1) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de middelen (6) voor het aanbrengen van een koelhuis (7) worden gevormd door klemmen (8) op het verbindingsstuk (5) waarin een koelhuis (7) kan worden vastgeklikt.

6. Verlichtingselement (1) volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de zijwanden (4) langse randen (11,13) hebben waarbij de langse randen (11) aan een eerste zijde (12) van het verbindingsstuk (5) voorzien zijn van bevestigingsmiddelen (15) voor het bevestigen van het betreffende langs profiel (2) aan een bevestigingselement (16) voorzien aan een draagprofiel (18) voor een vals plafond.

7. Verlichtingselement (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bevestigingsmiddelen (15) aan de eerste zijde (12) gevormd worden door een paar naar binnen gerichte haken (15) die samenwerken met een paar naar buiten gerichte haken (17) op een voornoemd bevestigingselement (16) .

8. Verlichtingselement volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bevestigingsmiddelen (15) aan de eerste zijde (12) een vorm hebben waarmee het verlichtingselement (1) kan worden bevestigd op een bevestigingselement (16) dat integraal deel uitmaakt van een draagprofiel (18).

9. Verlichtingselement (1) volgens één van de conclusies 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat een draagprofiel (18) van het vals plafond een hol draagprofiel (18) is waarbij aan weerszijden op regelmatige afstanden van elkaar paren tegenoverstaande gaten (19) zijn aangebracht, dat een voornoemd bevestigingselement (16) een apart geheel vormt en voorzien is van een paar oren (22) , haken (39) of doorsteekopeningen (41) op een afstand (B) van elkaar overeenkomstig de breedte (B') van een draagprofiel (18) van het vals plafond, en dat het bevestigen van het bevestigingselement (16) aan een draagprofiel (18) kan gebeuren door het bevestigingselement (16) met zijn oren (22), haken (39) of doorsteekopeningen (41) over het draagprofiel aan te brengen tot een paar voornoemde gaten (19) van het draagprofiel (18) uitgelijnd zijn met de oren (22), haken (39) of doorsteekopeningen (41) en door een staaf (23) aan te brengen doorheen de oren (22), haken (39) of doorsteekopeningen (41), evenals doorheen het betreffende paar gaten (19) in het draagprofiel (18) .

10. Verlichtingselement (1) volgens één van de conclusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de middelen (6) voor het aanbrengen van een koelhuis (7) worden gevormd door een veer (45) die wordt aangebracht op een draagprofiel (18) van het plafond en die na het bevestigen van het verlichtingselement (1) op dit draagprofiel (18) de koelhuis (7) inklemt tussen het draagprofiel (18) en de lichtbron (3).

11. Verlichtingselement (1) volgens één van de conclusies 3 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de zijwanden (4) langse randen (11, 13) hebben waarbij de langse randen (13) aan een tweede zijde (14) van het verbindingsstuk (5) voorzien zijn van bevestigingsmiddelen (24) voor het aanbrengen van een vlak, doorschijnend element (25) voor het afschermen van de lichtbron (23).

12. Verlichtingselement (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de langse randen (13) van de zijwanden (4) aan de tweede zijde (14) van het verbindingsstuk (5) gevormd worden door een paar naar binnen gerichte tegenoverstaande langse gleuven (24), waarbij tussen de gleuven (24) een vlak, doorschijnend element (25) is geschoven.

13. Verlichtingselement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aanliggend aan de lichtbron (3) of lichtbronnen (3) reflectoren of spiegels (28) zijn voorzien in het profiel (2).

14. Plafondverlichting (30) gevormd door meerdere verlichtingselementen (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens een gedeelte van de meerdere verlichtingselementen (1) wordt gekoeld door eenzelfde doorlopende koelbuis (7) waarin een fluïdum stroomt.

15. Plafondverlichting (30) volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de verlichtingselementen (1) deel uitmaken van een open vals plafond (31).

16. Open vals plafond (31) , daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van een plafondverlichting (30) volgens conclusie 15 en dat tussen verlichtingselementen (1) van het open vals plafond (31) plafondprofielen (32) zijn aangebracht, waarbij in deze plafondprofielen (32) één of meerdere aparte klimaatregelende circuits (33) zijn voorzien.