BE1019860A3 - Hoekverbinding voor een opbouwsysteem. - Google Patents

Hoekverbinding voor een opbouwsysteem. Download PDF

Info

Publication number
BE1019860A3
BE1019860A3 BE2011/0153A BE201100153A BE1019860A3 BE 1019860 A3 BE1019860 A3 BE 1019860A3 BE 2011/0153 A BE2011/0153 A BE 2011/0153A BE 201100153 A BE201100153 A BE 201100153A BE 1019860 A3 BE1019860 A3 BE 1019860A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
corner
wall
coupling part
parts
coupling
Prior art date
Application number
BE2011/0153A
Other languages
English (en)
Inventor
Luc Valcke
Original Assignee
Valcke En Zoon Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Valcke En Zoon Nv filed Critical Valcke En Zoon Nv
Priority to BE2011/0153A priority Critical patent/BE1019860A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019860A3 publication Critical patent/BE1019860A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/61Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other
    • E04B1/6108Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the frontal surfaces of the slabs connected together
    • E04B1/6116Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the frontal surfaces of the slabs connected together by locking means on lateral surfaces
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/343Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport
    • E04B1/34315Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport characterised by separable parts
    • E04B1/34326Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport characterised by separable parts mainly constituted by longitudinal elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/56Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members
    • E04B2/70Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood
    • E04B2/701Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function
    • E04B2/705Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function with longitudinal horizontal elements placed between columns
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/58Connections for building structures in general of bar-shaped building elements
    • E04B2001/5881Connections for building structures in general of bar-shaped building elements using an undercut groove, e.g. dovetail groove
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/61Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other
    • E04B2001/6195Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the slabs being connected at an angle, e.g. forming a corner

Abstract

De uitvinding betreft een boekverbinding en een werkwijze voor het verbinden van twee wanden (5',5'') door een eerste koppeldeel (1) aan de buitenkant van de boek en een tweede koppeldeel (3) aan de binnenkant van de hoek voorzien van minstens één uitstekend deel (4', 4'') per boekvormend been om opgenomen te worden in minstens één uitsparing (10', 10'') van elke wand, waarbij het eerste en tweede koppeldeel (1 en 3) aan elkaar gekoppeld zijn zodanig dat de wanden (5',5'') vrij beweegbaar zijn in de hoogte.

Description

HOEKVERBINDING VOOR EEN OPBOUWSYSTEEM
De uitvinding betreft een hoekverbinding voor een opbouwsysteem, bijvoorbeeld voor een tuinhuis of garage. Het opbouwsysteem bestaat in wezen uit afzonderlijke wanddelen, of planken, die door middel van bijvoorbeeld tand en groef in elkaar passen en aldus een wand vormen.
Tot op heden zijn er verschillende manieren gekend om dergelijke wanddelen in een hoek te verbinden. De meest gekende manier is deze waarbij de wanddelen van de ene wand een uitsparing hebben in de bovenste helft van het wanddeel om de wanddelen van de andere hoekvormende wand te ontvangen, die dan een uitsparing hebben in de onderste helft van het wanddeel en waarbij beide uitsparingen in elkaar passen om de wanddelen in een hoekverbinding vast te | houden. Een nadeel bij een dergelijke hoekverbinding is dat de wanddelen (wanden) nog een deel uitsteken buiten de hoek en de planken over de wanden heen verlopen. Dit wordt esthetisch als minder mooi en strak aanzien.
Een doel van de uitvinding is bijgevolg te voorzien in een opbouwsysteem voorzien van strakke hoeken, zonder uitstekende delen. Een moeilijkheid hierbij is uiteraard de stevigheid van de hoekverbinding. De hoekverbinding moet bovendien waterdicht zijn.
Andere gekende systemen omvatten koppeldelen zoals staanders voorzien van een sleuf waarin de wanddelen achter elkaar van bovenaf moeten ingebracht worden en langs het koppeldeel naar beneden worden geleid. Het nadeel van een dergelijke constructie is de omslachtigheid van oprillen en eventueel klemmen bij het in de sleuf naar beneden duwen.
Een andere moeilijkheid betreft spelingen tengevolge van het uitzetten en inkrimpen van de houten wanddelen. Hierdoor kunnen de (hoek)verbindingen
Figure BE1019860A3D00021
scheef getrokken worden en kunnen er gleuven ontstaan tussen de wanddêlen en in de hoekverbinding. Deze laten vocht en water door. Het is dus een verder doel van de uitvinding om dergelijke spelingen op te vangen en grotendeels of volledig uit te sluiten. Tevens steunt het dak van het opbouwsysteem op de wanddelen en dit dak moet mee kunnen zakken met de wanddelen als deze na verloop van tijd worden aangedrukt op elkaar. Daardoor moeten de wanddelen vrij beweegbaar zijn in de hoogte.
BE 1007949 beschrijft een verbindingssamenstelling voor twee te verbinden wanddelen door middel van een koppeldeel voorzien van een uitsparing voor het opnemen van de einden van de te verbinden wanddelen en twee verhogingen waarbij de uiteinden van de te verbinden delen van uitnemingen voorzien zijn voor het nauwsluitend opnemen van deze verhogingen, en waarbij de uiteinden j van de te verbinden delen van samenwerkende verbindingsmiddelen zijn voorzien. Dit houdt in dat de kopse uiteinden van de wanddelen een zodanige vorm hebben dat ze, eens verticaal ingeschoven in het koppeldeel, niet meer uit het koppeldeel verplaatst kunnen worden, tenzij via de omgekeerde verticale weg.
Een nadeel van een dergelijke samenstelling is dat de wanddelen vertikaal moeten ingeschoven worden in het koppeldeel (of in een beweging in hoofdzaak loodrecht op het bodemvlak van de uitsparing) voordat opname in de uitneming plaatsvindt. Een ander nadeel is dat de samenwerkende verbindindsmiddelen een extra bewerking meebrengen en dus resulteren in een hogere kostprijs. Bovendien zijn dergelijke verbindingsmiddelen zwakke punten in de constructie, omdat die bijvoorbeeld kunnen afbreken gezien'de dikte van een wanddeel beperkt is.
Het is dus ook een doel van de uitvinding te voorzien in een gemakkelijke en eenvoudige montage en eventuele demontage. Het is verder een doel zware kracht inspanningen te vermijden door het vermijden van het verticaal “rijgen” van de wanddelen bovenop elkaar doorheen een sleuf of uitsparing.
Het is in het bijzonder een doel van de uitvinding om de kopse uiteinden van de wanddelen alsdusdanig onbewerkt te laten, waardoor er geen extra bewerkingen nodig zijn en de kostprijs wordt gedrukt. De kopse uiteinden hebben geen verbindingsfunctie.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een hoekverbinding voor het verbinden van twee wanden (of wanddelen) van een opbouwsysteem, de wanden omvattende wanddelen, de7 hoekverbinding omvattende een eerste , köppeldeel aan de buitenkant van de hoek voorzien van minstens één uitstekend deel per hoekvormend been om opgenomen te worden in minstens één uitsparing van de buitenwand van de twee wanden, waarbij de hoekverbinding een tweede koppeldeel omvat aan de binnenkant van de hoek voorzien van minstens één uitstekend deel per hoekvormend been om opgenomen te worden in minstens één uitsparing van de binnenwand van de twee wanden, en waarbij het eerste en tweede koppeldeel aan elkaar gekoppeld zijn voor het vormen van de hoekverbinding zodanig dat de wanden vrij beweegbaar zijn in de hoogte.
Met “opgenomen worden” wordt enkel bedoeld dat het uitstekend deel zodanig past in de uitsparing dat een gemakkelijke montage mogelijk is, waarbij het uitsteeksel via een beweging quasi loodrecht op de wand in de uitsparing kan ingebracht worden. De opgenomen delen hoeven geen bijzondere vorm te hebben zoals bijvoorbeeld vereist is om verticaal in elkaar te “rijgen” of schuiven (bijv. zwaluw verbinding). Dit zou echter ook mogelijk zijn in de huidige uitvinding.
De “uitsparing” in de wanden zijn bij voorkeur rechthoekige groeven die in de wanddelen worden aangebracht en die, wanneer gemonteerd, als een verticale lijn van boven tot beneden lopen, doorheen alle wanddelen van de wand.
De term “binnenkant” betekent de kant van de kleinste hoek of ook de binnenhoek van het opbouwsysteem of tuinhuis bijvoorbeeld. De buitenkant betreft dan de buitenzijde van het opbouwsysteem. De binnenkant van bijvoorbeeld een rechte hoek is de hoek van 90°, de buitenkant betreft de complementaire hoek van 270°.
De hoekverbinding van de uitvinding kan zodanig uitgevoerd worden dat ze geschikt is voor alle hoeken, zijnde rechte hoeken (90°), scherpe hoeken (kleiner dan 90°), stompe hoeken (groeter dan 90°) en hoeken van 180°. De hoekverbinding van de uitvinding kan eveneens aangepast zijn aan ronde verbindingen.
In principe is het niet vereist dat beide koppeldelen uistekende delen omvatten en dat de corresponderende wanden uitsparingen hebben. Het is voldoende dat één koppeldeel uitstekende delen omvat om opgenomen te worden in uitsparingen van de wand. Daarmee is de wand gefixeerd in horizontale richting. In een bepaalde uitvoeringsvorm kan de binnenwand vrij zijn van uitsparingen, waarbij het door het bevestigen van de koppeldelen de binnenwand toch vastzit in de hoekverbinding.
Een voordeel van beide koppeldelen te voorzien van uitstekende delen, en aldus ook de wanddelen te voorzien van uitsparingen aan de beide zijden, op dezelfde afstand van het uiteinde (of recht tegenover elkaar), is echter dat de wanddelen dan bruikbaar zijn in gelijk welke positie wat betreft de binnenzijde of buitenzijde. De wanddelen zijn dus “draaibaar”. Dit vergemakkelijkt het monteren. De verbinding is eveneens steviger.
De hoekverbinding van de huidige uitvinding bevat de volgende voordelen.
• Doordat het eerste en tweede koppeldeel aan elkaar verbonden worden, ontstaat er een stevige verbinding tussen de beide wanden. Doordat de koppeldelen rechtstreeks aan elkaar verbonden worden, zonder doorheen de wanden te gaan, kunnen de wanden vrij bewegen in de hoogte.
• De uiteinden van de wanden (of wanddelen) hebben geen speciale bewerking nodig omdat ze niet in verbinding of interrelatie staan met elkaar. Daardoor kunnen de uiteinden ofwel kops, ofwel schuin zijn, wat ook de goedkoopste en gemakkelijkste oplossing of verwerking biedt. De enige bewerking die optioneel vereist is, is de gleuf voor het geleidingsprofiel.
• De koppeldelen zijn eenvoudig te vervaardigen • De montage gebeurt op een eenvoudige manier, waarbij de uitsparingen van de wanddelen via een beweging quasi loodrecht op de wanden kunnen “ingeplugd” worden in de uitstekende delen van het eerste koppeldeel. Het tweede koppeldeel kan met eenzelfde quasi loodrechte “plugbeweging” worden gemonteerd tegen de binnenwand.
Om een stevige hoekverbinding te vormen, worden het eerste en tweede koppeldeel aan elkaar bevestigd door middel van bevestigingsmiddelen. Opdat de wanden vrij beweegbaar zouden zijn in de hoogte, mogen deze niet (vast of permanent) verbonden worden aan één of beide koppeldelen. De wanden moeten kunnen “schuiven” ten opzichte van de uitsteeksels van de koppeldelen via de “losse” verbinding met de uitsparingen.
In de meest voorkomende uitvoeringsvorm (zie ook figuren) hebben de koppeldelen een raakvlak (over de volledige hoogte van het opbouwsysteem) om met elkaar verbonden te worden. In een andere uitvoeringsvorm raken de koppeldelen elkaar niet, maar staan de wanden ook niet in de weg van een verbinding tussen beide koppeldelen. De koppeldelen zijn zo voorzien dat de wanden op een afstand van elkaar worden gehouden. Hoe dan ook betekent dit dat de uiteinden van de hoekvormende wanden elkaar niet raken. Alsdusdanig is er ook geen complementariteit nodig tussen deze uiteinden, zoals bijvoorbeeld het geval is in de stand van techniek.
Om de wanden op een afstand van elkaar te houden, kunnen de koppeldelen daarvoor speciaal voorzien zijn van extra elementen waar de uiteinden van de wanden tegen aanleunen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm hebben de koppeldelen enkel een raakvlak over één of meerdere zones verspreid in de hoogte, zolang een stevige verbinding tussen de koppeldelen kan worden gemaakt. In dit geval kunnen er één of meerdere openingen zijn tussen de uiteinden van de twee wanden van de hoekverbinding, zodanig dat het eerste en tweede koppeldeel aan elkaar gekoppeld kunnen worden, hetzij via een raakvlak of op een andere manier zonder raakvlak.
Het raakvlak kan deel uitmaken van het eerste en/of tweede koppeldeel, maar dit raakvlak kan eveneens een afzonderlijk deel zijn dat, best voor montage van het bouwsysteem, aan één van beide beide koppeldelen wordt bevestigd. Het voordeel van een dergelijke uitvoering is het gemak van „vervaardigen van de koppeldelen. Een dergelijke toepassing kan bijvoorbeeld voordelig zijn bij een niet rechte hoek, of een complexere uitvoering van het koppeldeel.
Naargelang de complexiteit van de hoekverbinding, zoals o.a. de hoek, kunnen één of meerdere koppeldelen en/of andere elementen vervaardigd zijn uit meerdere delen die na de fabricatie worden bevestigd tot een geheel, zoals ' bijvoorbeeld een apart middendeel, of aparte benen van een koppeldeel.
In een bijzondere alternatieve uitvoeringsvorm kunnen het eerste en tweede koppeldeel permanent verbonden zijn aan elkaar, bij voorkeur via een middendeel, en worden de wanden quasi loodrecht op de hoogteas ingeklikt tussen de beide koppeldelen. Het middendeel heeft bij voorkeur eenzelfde dikte als de dikte van de wanden. De benen van de koppeldelen sluiten bij voorkeur aan tegen de wanden. In elk geval moeten de uitstekende delen nauwsluitend opgenomen kunnen worden in de uitsparingen van de wanden.
Het eerste en/of tweede koppeldeel omvat middelen voor het opnemen van de uiteinden van de wanden. De uiteinden van de wanden raken de koppeldelen bij u voorkeur net niet. Het deel tussen beide koppeldelen waar de uiteinden tegen aanleunen is bij voorkeur recht uitgevoerd, zodanig dat de kopse uiteinden van de wanden perfect aanleunen. In een andere uitvoeringsvorm kan ook een specifieke vorm, bijvoorbeeld een afschuining worden voorzien die complementair is aan afgeschuinde uiteinden van de wanden.
Waarbij het eerste en tweede koppeldeel aan elkaar worden geschroefd, genageld of in elkaar worden geschoven via een verticale beweging en bijvoorbeeld een zwaluwstaartverbinding. In een dergelijke laatste uitvoering zijn geen extra bevestigingsmiddelen vereist en wordt toch een stevige verbinding tussen de koppeldelen gerealiseerd.
In een andere uitvoeringsvorm worden drie of meerdere wanden verbonden in een meervoudige hoekverbinding van de uitvinding. Hierbij wordt per extra te verbinden wand een extra koppeldeel gebruikt. Voor het verbinden van drie wanden in een hoekopstelling zijn dus drie koppeldelen vereist. Voor het verbinden van vier wanden in een hoekopstelling zijn vier koppeldelen vereist. De koppeldelen worden volgens het principe van de uitvinding aan elkaar verbonden zodanig dat de wanden vrij beweegbaar zijn in de hoogte. De wanden zijn enkel via de uitsteeksels van de koppeldelen opgenomen in een nauwsluitende verbinding van de uitsparingen. Die laatste verbinding bevat daartoe geen extra bevestigingsmiddelen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn het eerste en tweede koppeldeel voorzien over quasi de volledige hoogte van het opbouwsysteem. Hierdoor is een optimale ondersteuning van de wanden in een hoekverbinding voorzien. In een andere uitvoeringsvorm kunnen één of meerdere koppeldelen voorzien worden over een deel van de hoogte van het opbouwsysteem, of zijn die verspreid over de hoogte.
Om het doel van de uitvinding verder te bereiken zijn de wanden voorzien van minstens één uitsparing aan de buitenkant en minstens één uitsparing aan de binnenkant om de uitstekende delen van respectievelijk het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel te ontvangen. De uitsparingen zijn bij voorkeur voorzien in een verticale lijn lopend van het onderste wanddeel tot het bovenste wanddeel, over de hoogte van de wand. Dergelijke uitsparingen in de wanddelen van de wand kunnen op een eenvoudige manier worden aangebracht tijdens het productieproces.
In een specifieke uitvoeringsvorm van een hoekverbinding volgens de uitvinding zijn de uitsparingen in de wand rechthoekig of trapeziumvormig en zijn ze complementair aan de vorm van de uitstekende delen. In een andere uitvoeringsvorm zijn de uitsparingen in de wand voorzien in het deel van het oppervlak tot aan het centrale deel van de tand/groef. De uitsparingen zijn bij voorkeur niet aangebracht in het centrale deel van tand/groef, en dit wegens sterkte.
In een bijzondere uitvoeringsvorm vän een hoekverbinding volgens de uitvinding is het uiteinde van elke wand en de aangrenzende kant van het koppeldeel voorzien van een gleuf voor een strip die de wanden, hetzij permanent hetzij tijdelijk, op hun plaats houdt. De strip wordt bij voorkeur in de gleuf gebracht van eerste koppeldeel en uiteinde wand nadat een onderdeel van de wand, zoals een wanddeel of plank, bovenop een ander wanddeel is geplaatst en het uitstekend deel heeft opgenomen. Op deze manier is het niet nodig om de wanddelen te “rijgen” over de strip. Uiteraard is het ook mogelijk om eerst de strip aan te brengen en dan een wanddeel (deels) te rijgen over dit reeds aanwezige strip in de gleuf.
In een bepaalde uitvoeringsvorm is de strip vervaardigd uit aluminium of kunststof.
In nog een bijzondere uitvoeringsvorm van een hoekverbinding volgens de uitvinding zijn de uitstekende delen rechthoekig of hebben een trapeziumvorm met één rechte zijde en één schuine zijde.
De uitstekende delen en uitsparingen in de wand kunnen zo zijn uitgevoerd dat er een zekere horizontale speling kan plaatsvinden, zodat de wanddelen beweegbaar zijn in horizontale zin, of in de breedte. Hierdoor kan krimpen en uitzetten in de breedte worden opgevangen.
In een specifieke uitvoeringsvorm van een hoekverbinding volgens de uitvinding is het tweede koppeldeel verbonden aan het eerste koppeldeel door een bevestigingsmiddel, zoals een schroef of nagel.
Het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel zijn bij voorkeur vervaardigd uit hout. Andere gunstige materialen zijn bijvoorbeeld aluminium, inox of kunststof.
De hoek tussen de wanden van de hoekverbinding is typisch tussen 10° en 180°, meestal vormt de hoekverbinding een hoek van 90° tussen twee wanden.
In een specifieke uitvoeringsvorm is de hoekverbinding van de uitvinding geschikt voor het verbinden van wanden die in eikaars verlengde liggen, of onder een hoek van 180°.
De hoekverbinding maakt deel uit van een opbouwsysteem. Het opbouwsysteem omvat typisch één of meerdere gestapelde wanddelen (6), bijvoorbeeld via tand en groef. Het opbouwsysteem is typisch een modulair systeem, zoals bijvoorbeeld een tuinhuis, garage of carport.
De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor het verbinden van twee wanden in een hoek met een hoekverbinding van voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a) Plaatsen van het eerste koppeldeel in verticale stand, b) Opbouwen van de lagen wanddelen met tand en groef zodanig dat -de uitstekende delen van het eerste koppeldeel in de buitenste uitsparingen van de wanddelen passen, c) Plaatsen van het tweede koppeldeel in de binnenhoek, zodanig dat de uitstekende delen van het tweede koppeldeel in de binnenste uitsparingen van de wanddelen passen, d) Vastmaken van het tweede koppeldeel aan het eerste koppeldeel.
In een andere uitvoeringsvorm worden in de werkwijze optioneel tijdens stap b) strips ingebracht in de gleuven van het eerste koppeldeel en de wanddelen (of wanddelen) voor het in positie houden ervan tijdens de opbouw.
De hoekverbinding van de uitvinding is niet gelimiteerd tot opbouwsystemen bestaande uit wanddelen met tand en groef. Ook andere wandsystemen kunnen verbonden worden, zoals bijvoorbeeld een paneel of een aanbouwwand.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende hoekverbinding volgens de uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een perspectief zicht van een hoekverbinding tussen twee wanden voorgesteld; figuur 2 een doorsnede van een hoekverbinding volgens de uitvinding wordt voorgesteld; figuur 3 a-b-c-d een stappenplan voor het opbouwen van een hoekverbinding volgens de uitvinding wordt voorgesteld; figuur 4 een hoekverbinding van de uitvinding wordt voorgesteld geschikt voor het verbinden van wanden onder een hoek van 180° (a-c) of onder een stompe hoek (d).
De hoekverbinding beoogt om de uiteinden van de wanden zodanig te verbinden dat de wanden in de hoogte beweegbaar blijven. Hiertoe mogen de wanden niet vastgenageld of vastgeschroefd worden aan de hoekverbinding.
\
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een hoekverbinding volgens de uitvinding, zoals is voorgesteld in figuur 1, bestaat uit een eerste koppeldeel (1) dat de uiteinden van twee wanden (5’, 5”) opneemt en uitstrekt langs de buitenkant van de wanden, en een tweede koppeldeel (3) dat de twee wanden (5’, 5”) vergrendelt in de hoekverbinding aan de binnenkant van de hoek.
De twee wanden (5’, 5”) zijn opgebouwd uit tand en groef wanddelen (6’, 6”). De hoekverbinding vormt een hoek van 90° voor een opbouwsysteem, bijvoorbeeld een tuinhuis.
Figuur 2 stelt een doorsnede van een voordelige uitvoeringsvorm van een hoekverbinding volgens de uitvinding voor, waarbij het eerste koppeldeel (1) bestaat uit twee delen (Γ, 1”) die alsdusdanig eenvoudiger te vervaardigen zijn. Beide delen worden aan elkaar bevestigd om een eerste koppeldeel (1) te vormen. De bevestiging kan gebeuren voor de opbouw (bij fabricatie) of erna (bij monteren van het bouwsysteem). De bevestiging kan losmaakbaar zijn of permanent.
In een andere uitvoeringsvorm bestaat het eerste koppeldeel (1) uit één deel, zoals is voorgesteld in Fig 1.
Aan het eerste koppeldeel (1) is aan de binnenkant een middendeel (7) voorzien. Het middendeel laat toe om de rechte uiteinden (1Γ, 11”) van de wanden (5’, 5”) te ontvangen en dient om een (rechtstreekse) verbinding te maken met het tweede koppeldeel (3) dat een aangepaste vorm heeft om ontvangen te worden door het middendeel.
De wanden (5’, 5”) zijn naar de uiteinden toe voorzien van uitsparingen, zowel aan de binnenkant (10’, 10”) als aan de buitenkant (9’, 9”). Deze uitsparingen ontvangen de uitstekende delen (2’, 2”) van het eerste koppeldeel (1) aan de buitenkant, en deze (4’, 4”) van het tweede koppeldeel (3) aan de binnenkant van de hoek. De uitsparingen (9’, 9”, 10’, 10”) zijn in deze uitvoeringsvorm rechthoekig van vorm. De uitstekende delen zijn licht afgeschuind (2’, 2”, 4’, 4”) en hebben een trapeziumvorm aangepast om in 5 en 5’te voegen.
Het tweede koppeldeel (3) heeft een driehoekige vorm, met twee uitstekende delen (4’, 4”) aan de uiteinden van twee zijden om opgenomen te worden in de uitsparingen (10’, 10”). Het uiteinde van de derde zijde heeft een vorm die complementair is aan de vorm van het middendeel (7) die raakt aan het tweede koppeldeel (3). Hierin wordt dan een bevestigingsmiddel aangebracht dat het tweede koppeldeel (3) verbindt aan het middendeel (7) en dus ook eerste koppeldeel (1). Daardoor ontstaat een hoekverbinding waarbij de wanden nog vrij beweegbaar zijn in de hoogte.
In deze uitvoeringsvorm zijn gleuven (8’, 8”) aangebracht in de uiteinden van de wanddelen (5’, 5”) en de corresponderende uiteinden van het middendeel (7). In die gleuven past een strip die tijdens de opbouw de wanden op hun plaats houdt.
Figuur 3 toont de werkwijze voor het monteren van een dergelijke hoekverbinding. Figuur 3a-b toont hoe de wanddelen (6’, 6”) met tand en groef op elkaar gezet worden in het eerste koppeldeel (1). De strip (8’, 8”) wordt in de gleuf geschoven voor het vasthouden 'van één wanddeel. In een andere uitvoeringsvorm zou dat ook kunnen voor meerdere wanddelen per profiel.
Het wanddeel wordt met de uitstekende delen in de uitsparing gezet (in een beweging quasi loodrecht op de wand), waarna het wanddeel wordt geplaatst op het onderliggend wanddeel.
Wanneer zoals in figuur 3c-d de volledige hoogte van de wand is opgebouwd op deze manier, wordt het tweede koppeldeel (3) in de binnenkant van de hoek geplaatst door een beweging quasi loodrecht op de wand en de hoek. Daarna wordt het tweede koppeldeel met schroeven bevestigd aan het middendeel van het eerste koppeldeel. Merk hierbij op dat de schroeven niet doorheen de wanddelen gaan en dat deze dus vrij beweegbaar zijn in de hoogte. Aldus ontstaat een stevige hoekverbinding waarbij de wanden enkel in de uitstekende delen van het hoek- en tweede koppeldeel geleid worden.
Figuur 4a, 4b en 4c illustreren een hoekverbinding voor twee wanden in rechte lijn, of onder een hoek van 180°.
In de uitvoeringsvormen van Figuur 4a en 4b is het eerste koppeldeel (1) uitgevoerd met een verlengde middenzone (7) dat naar de binnenhoek is gericht. Deze voorziet in een extra stevigheid van de rechte verbinding. Deze verlengde middenzone kan gezien worden als een extra wand in een hoekopstelling van 90 graden. In deze uitvoering worden dan twee “tweede” koppeldelen gebruikt om de verbinding vast te koppelen met het eerste koppeldeel. Hierbij mogen de twee “tweede” koppeldelen vast bevestigd worden aan de extra wand, daar die deel uitmaakt van het eerste koppeldeel. Merk op dat de aansluiting (aanraking) tussen’ de tweede koppeldelen (3) en het middendeel (7) op verschillende manieren kan zijn uitgevoerd.
Figuur 4c illustreert een uitvoering in rechte lijnsverbinding waarbij het tweede 'koppeldeel (3) dezelfde basisvorm heeft als het. eerste koppeldeel (1). In deze uitvoering bevat het eerste koppeldeel een middendeel (7) dat raakt aan het tweede koppeldeel. In een alternatieve uitvoering kunnen het eerste en tweede koppeldeel identiek zijn, zodanig dat elk koppeldeel de helft van het middendeel omvat. Dit maakt de fabricatie eenvoudiger.
Figuur 4d toont een hoekverbinding in een stompe hoek. Dit is een voorbeeld waar het middendeel (7) een apart gefabriceerd deel kan zijn dat nadien vastgemaakt wordt aan het eerste koppeldeel (1). Het tweede koppeldeel (3) is hier ook vervaardigd uit twee delen die aan elkaar zijn bevestigd. Het nadien aan elkaar bevestigen gebeurt bij voorkeur na fabricatie en voor montage, en dit om het monteren te vergemakkelijken.
Het is duidelijk dat tal van variaties mogelijk zijn en dat hier bij wijze van voorbeeld slechts enkele uitvoeringsvormen zijn beschreven. Voorbeelden van variaties zijn o.a. de vorm van de uitstekende delen en uitsparingen, de vorm van (de benen van) de koppeldelen, of de vorm of manier om de koppeldelen en het middendeel in contact te brengen met elkaar, zodanig dat geen bevestigingsmiddelen doorheen de wand gaan.

Claims (26)

1. Hoekverbinding voor het verbinden van twee wanden (5’, 5”) van een opbouwsysteem, de hoekverbinding omvattende een eerste koppeldeel (1) aan de buitenkant van de hoek voorzien van minstens één uitstekend deel (2’, 2”) per hoekvormend been om opgenomen te worden in minstens één uitsparing (9’, 9”) van elke wand, met het kenmerk dat de hoekverbinding een tweede koppeldeel (3) omvat aan de binnenkant van de hoek voorzien van minstens één uitstekend deel (4’, 4”) per hoekvormend been om opgenomen te worden in minstens één uitsparing (10’, 10”) van elke wand, waarbij het eerste en tweede koppeldeel (1 en 3) aan elkaar gekoppeld zijn zodanig dat de wanden (5’, 5”) vrij beweegbaar zijn in de hoogte.
2. Hoekverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de koppeldelen (1 en 3) een raakvlak hebben voor het rechtstreeks aan elkaar koppelen.
3. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uiteinden van de wanden (5’, 5”) aanleunen tegen vlakken (1Γ, 11”) die deel .uitmaken van de koppeldelen (1, 3).
4. Hoekverbinding volgens voorgaande conclusie, met het kenmerk dat gleuven (8’, 8”) zijn voorzien ter hoogte van deze vlakken (1Γ, 11”) in de uiteinden van de aanleunende wanden (5’, 5”) en in het koppeldeel (1) voor het aanbrengen van strips die de wanden tijdens het monteren op hun plaats houden.
5. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste koppeldeel (1) is uitgevoerd met twee benen (Γ, 1”) quasi parallel aan elke wand (5’, 5”) waarbij elk been een uitsteeksel (2’, 2”)
Figure BE1019860A3C00171
omvat om opgenomen te worden in een corresponderende uitsparing (9’, 9”) in de wand, waarbij een middendeel (7) is voorzien in de binnenhoek omvattende raakvlakken met de wanden en een raakvlak met het tweede koppeldeel (3).
6. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het tweede koppeldeel (3) quasi driehoekig is uitgevoerd met twee zijden parallel aan elke wand (5’, 5”) waarbij elke zijde een uitsteeksel (4’, 4”) omvat om opgenomen te worden in een corresponderende uitsparing (10’, 10”) in de wand.
7. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het raakvlak tussen beide koppeldelen bestaat uit een uitsparing in de vrije hoek van het tweede koppeldeel (3) die aansluit op de overeenkomstige rechte hoek van het eerste koppeldeel (1).
8. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het tweede koppeldeel (3) is uitgevoerd met twee benen quasi parallel aan elke wand (5’, 5”) waarbij elk been een uitsteeksel (4’, 4”) omvat om opgenomen te worden in een corresponderende uitsparing (10’, 10”) in de wand.
9. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het middendeel (7) is voorzien in de binnenhoek van het tweede koppeldeel (3) of deels in het eerste (1) en deels in het tweede (3) koppeldeel.
10. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het middendeel (7) zodanig is uitgevoerd dat het uitsteekt uit de wandlijn en een verbinding toelaat met de twee wanden via twee koppeldelen.
11. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat één of meerdere koppeldelen (1, 3) afzonderlijke elementen omvatten die aan elkaar zijn bevestigd, zoals een middendeel (7), een been (Γ, 1”) van een koppeldeel of een uitstekend deel (2’, 2”, 4’, 4”).
12. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitsparingen (9’, 10’ en 9”, 10”) aan beide zijden van de wand op dezelfde afstand van het uiteinde zijn voorzien.
13. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitsparingen in de wand (9’, 9”, 10’, 10”) rechthoekig zijn.
14. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitstekende delen (2’, 2”, 4’, 4”) rechthoekig zijn of een trapeziumvorm hebben met één rechte zijde en één schuine zijde.
15. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste en tweede koppeldeel (1 en 3) gekoppeld worden door een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een schroef of nagel.
16. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste en tweede koppeldeel (1 en 3) gekoppeld worden door een inrijgverbinding, zoals bijvoorbeeld een zwaluwstaartverbinding.
17. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de koppeldelen (1, 3) vervaardigd zijn uit hout, aluminium, inox of kunststof.
18. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de koppeldelen zo zijn voorzien dat de te verbinden hoek een rechte hoek (90°) is, een scherpe hoek (< 90°), een stompe hoek (> 90°) of een rechte lijn (180°).
19. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de koppeldelen gebogen zijn uitgevoerd om te voorzien in een gebogen verbinding, zoals een ronde.
20. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de koppeldelen (1, 3) voorzien worden over de volledige hoogte' van de te verbinden wanden.
21. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste en tweede koppeldeel (1, 3) permanent verbonden zijn aan elkaar, bij voorkeur via een middendeel (7), voor het inklikken van de wanden (5’, 5”) tussen de beide koppeldelen via de uitstekende delen (2’, 2”, 4’, 4”) en uitsparingen (9’, 9”, 10’, 10”).
22. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het opbouwsysteem bestaat uit één of meerdere horizontale wanddelen (6’, 6”) gestapeld via tand en groef.
23. Hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het opbouwsysteem een constructie systeem is, zoals bijvoorbeeld een tuinhuis, garage of carport.
24. Werkwijze voor het verbinden van twee wanden (5’, 5”) in een hoek met een hoekverbinding volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de werkwijze de volgende stappen omvat: a) verticaal plaatsen van het eerste koppeldeel (1), b) opbouwen van de wanddelen (6’, 6”) zodanig dat de buitenste uitsparingen (9’, 9”) van de wanddelen passen in de uitstekende delen (2’, 2”) van het eerste koppeldeel (1). c) plaatsen van het tweede koppeldeel (3) in de binnenhoek, zodanig dat de uitstekende delen (4’, 4”) van het tweede koppeldeel in de binnenste uitsparingen (10’, 10”) van de wanddelen passen, d) bevestigen van het tweede koppeldeel (3) aan het eerste koppeldeel (1)·
25. Werkwijze volgens voorgaande conclusie, waarbij optioneel tijdens stap b) één of meerdere strips worden ingebracht in de gleuven (8’, 8”) van het eerste koppeldeel (1) en de wand (5’, 5”) voor het op hun plaats houden van de wanddelen tijdens de opbouw.
26. Werkwijze volgens één van conclusies 24 of 25, waarbij de wanddelen (6’, 6”) via een beweging quasi loodrecht op de wand worden aangebracht.
BE2011/0153A 2011-03-07 2011-03-07 Hoekverbinding voor een opbouwsysteem. BE1019860A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0153A BE1019860A3 (nl) 2011-03-07 2011-03-07 Hoekverbinding voor een opbouwsysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0153A BE1019860A3 (nl) 2011-03-07 2011-03-07 Hoekverbinding voor een opbouwsysteem.
BE201100153 2011-03-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019860A3 true BE1019860A3 (nl) 2013-01-08

Family

ID=44514359

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0153A BE1019860A3 (nl) 2011-03-07 2011-03-07 Hoekverbinding voor een opbouwsysteem.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019860A3 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1022234B1 (nl) * 2014-02-04 2016-03-03 Nv Valcke En Zoon Verbindingssamenstel
EP3434847A1 (fr) * 2017-07-25 2019-01-30 Comintes Construction legere

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2625049A1 (de) * 1976-06-03 1977-12-15 Linde Ag Beschlag
FR2562178A1 (fr) * 1984-03-29 1985-10-04 Leman Thierry Procede de montage d'elements en vue de la realisation de constructions annexes
WO1999023322A1 (nl) * 1997-10-30 1999-05-14 Nicolaas Van Eck An assembly for constructing of a wall and/or building and a method making use thereof
EP1081393A1 (de) * 1999-09-06 2001-03-07 Inventio Ag Verbindungselement zur Verbindung von Platten
NL1018429C2 (nl) * 2001-07-02 2003-01-08 D A De Bruin Veenwouden Beheer Werkwijze voor het vervaardigen van planken bestemd voor een samenstel van enerzijds een profiel en anderzijds twee of meer houten planken.
EP1571270A1 (en) * 2004-03-05 2005-09-07 Groep Stevens International, Naamloze Vennootschap Connecting device

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2625049A1 (de) * 1976-06-03 1977-12-15 Linde Ag Beschlag
FR2562178A1 (fr) * 1984-03-29 1985-10-04 Leman Thierry Procede de montage d'elements en vue de la realisation de constructions annexes
WO1999023322A1 (nl) * 1997-10-30 1999-05-14 Nicolaas Van Eck An assembly for constructing of a wall and/or building and a method making use thereof
EP1081393A1 (de) * 1999-09-06 2001-03-07 Inventio Ag Verbindungselement zur Verbindung von Platten
NL1018429C2 (nl) * 2001-07-02 2003-01-08 D A De Bruin Veenwouden Beheer Werkwijze voor het vervaardigen van planken bestemd voor een samenstel van enerzijds een profiel en anderzijds twee of meer houten planken.
EP1571270A1 (en) * 2004-03-05 2005-09-07 Groep Stevens International, Naamloze Vennootschap Connecting device

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1022234B1 (nl) * 2014-02-04 2016-03-03 Nv Valcke En Zoon Verbindingssamenstel
EP3434847A1 (fr) * 2017-07-25 2019-01-30 Comintes Construction legere
FR3069562A1 (fr) * 2017-07-25 2019-02-01 Comintes Construction legere

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK1639215T3 (da) Plader med sammenføjnings-snapprofil
US9145673B1 (en) Deck clip and modular deck assembly
DE12754637T1 (de) Klammern für ein mauersystem mit dünnen backsteinen
KR101200388B1 (ko) 목재 조립구조 및 이를 포함하는 목재 제품
US20150250104A1 (en) Landscape Border Framing Unit and Method
BE1019860A3 (nl) Hoekverbinding voor een opbouwsysteem.
US20130320281A1 (en) Fence system
DK177837B1 (en) Building structure
US20120023855A1 (en) Aluminum profiles for office wall system (partitions) and method of assembly
NL1027062C1 (nl) Bouwsysteem voor het bouwen van vlakke structuren.
US20180002915A1 (en) Kit of modules of a framework
RU2018101979A (ru) Напольная панель с соединительными профилями с возможностью горизонтальной и вертикальной фиксации
US20190038020A1 (en) Modular furniture
NL1037135C2 (nl) Verbindingsprofiel en werkwijze voor het vervaardigen van een constructie van twee onderling verbonden wanden met een dergelijk verbindingsprofiel.
RU99507U1 (ru) Строительные фасадные изделия
EP2500487A1 (en) Roof window with a corner bracket
BE1020258A3 (nl)
BE1019151A3 (nl) Verbindingssamenstel voor het verbinden van een eerste balk met een tweede balk.
KR102429974B1 (ko) 망형벽체가 구비된 조립식 전시용 부스
RU136468U1 (ru) Универсальная пластиковая панель (варианты)
JP6877954B2 (ja) 間仕切りパネルにおける天井レール遊端の塞ぎ構造および塞ぎ方法
JP7419197B2 (ja) フレーム構造体の製造方法
RU2528182C1 (ru) Универсальная пластиковая панель (варианты)
BE1025744B1 (nl) Verbeterd constructiepaneel
NL1037134C2 (nl) Koppelprofiel voor het koppelen van een planken wand en een kozijn.