BE1019804A3 - AIR SUPPLY SYSTEM AND METHOD FOR SUPPLYING AIR TO AN AIRFLOW MACHINE. - Google Patents

AIR SUPPLY SYSTEM AND METHOD FOR SUPPLYING AIR TO AN AIRFLOW MACHINE. Download PDF

Info

Publication number
BE1019804A3
BE1019804A3 BE2011/0354A BE201100354A BE1019804A3 BE 1019804 A3 BE1019804 A3 BE 1019804A3 BE 2011/0354 A BE2011/0354 A BE 2011/0354A BE 201100354 A BE201100354 A BE 201100354A BE 1019804 A3 BE1019804 A3 BE 1019804A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pressure
pilot
pressure regulator
controlled
regulator
Prior art date
Application number
BE2011/0354A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE2011/0354A priority Critical patent/BE1019804A3/en
Application filed by Picanol filed Critical Picanol
Priority to PCT/EP2012/060727 priority patent/WO2012171842A2/en
Priority to CN201280029081.7A priority patent/CN103764888B/en
Priority to CN201280029092.5A priority patent/CN103827371B/en
Priority to PCT/EP2012/060725 priority patent/WO2012171840A2/en
Priority to PCT/EP2012/060726 priority patent/WO2012171841A2/en
Priority to TR2019/01162T priority patent/TR201901162T4/en
Priority to EP12726116.2A priority patent/EP2721206B1/en
Priority to EP12727820.8A priority patent/EP2721207B1/en
Priority to EP12725819.2A priority patent/EP2721205B1/en
Priority to CN201280029091.0A priority patent/CN103764889B/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019804A3 publication Critical patent/BE1019804A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3053Arrangements or lay out of air supply systems
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3033Controlling the air supply
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/306Construction or details of parts, e.g. valves, ducts
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05DSYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
    • G05D16/00Control of fluid pressure
    • G05D16/20Control of fluid pressure characterised by the use of electric means
    • G05D16/2093Control of fluid pressure characterised by the use of electric means with combination of electric and non-electric auxiliary power
    • G05D16/2095Control of fluid pressure characterised by the use of electric means with combination of electric and non-electric auxiliary power using membranes within the main valve
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05DSYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
    • G05D16/00Control of fluid pressure
    • G05D16/20Control of fluid pressure characterised by the use of electric means
    • G05D16/2093Control of fluid pressure characterised by the use of electric means with combination of electric and non-electric auxiliary power
    • G05D16/2097Control of fluid pressure characterised by the use of electric means with combination of electric and non-electric auxiliary power using pistons within the main valve

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Looms (AREA)

Description

Luchttoevoersysteem en werkwijze voor het toevoeren van lucht aan een luchtweefmachine.Air supply system and method for supplying air to an air weaving machine.

Technisch gebiedTechnical area

De uitvinding betreft een luchttoevoersysteem voor een luchtweefmachine dat een drukregelaar bevat. De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het toevoeren van perslucht aan een blaasinrichting van een luchtweefmachine met een luchttoevoersysteem dat een drukregelaar bevat.The invention relates to an air supply system for an air weaving machine that contains a pressure regulator. The invention further relates to a method for supplying compressed air to a blower of an air weaving machine with an air supply system comprising a pressure regulator.

Stand van de techniekState of the art

Bij luchtweefmachines is het gekend om de persluchtstroom te regelen die komt van een persluchtbron, zoals een compressor of een luchttank, en die wordt toegevoerd aan een blaasinrichting voor het inbrengen van een inslagdraad gebruik makend van een drukregelaar om de actuele persluchtstroom te laten overeenkomen met de vraag naar perslucht. De actuele persluchtstroom wordt geregeld door de drukregelaar op een dergelijke wijze dat een uitvoerdruk van de drukregelaar wezenlijk constant wordt gehouden om een betrouwbare inslagdraadinsertie te bereiken binnen het tijdsinterval waarin een weefvak, gevormd door kettingdraden, open is. In het algemeen wordt de uitvoerdruk zo geregeld dat de ingebrachte inslagdraad aankomt aan de tegenoverliggende zijde van het weefvak vooraleer het weefvak sluit. In het bijzonder wordt de uitvoerdruk zo geregeld dat de inslagdraad met een voldoende snelheid beweegt om aan te komen aan de tegenoverliggende zijde van het weefvak en om aan te komen op het verwachte aankomstogenblik. De uitvoerdruk kan op voorhand worden ingesteld, bijvoorbeeld afhankelijk van het soort inslagdraad dat moet worden ingebracht, of kan worden aangepast tijdens het weven, bijvoorbeeld afhankelijk van het ogenblik waarop de inslag- draden aankomen aan de tegenoverliggende zijde van het weefvak.In air weaving machines, it is known to control the compressed air flow coming from a compressed air source, such as a compressor or an air tank, and which is supplied to a blower for inserting an weft thread using a pressure regulator to match the current compressed air flow with the demand for compressed air. The current compressed air flow is controlled by the pressure regulator in such a way that an output pressure of the pressure regulator is kept substantially constant in order to achieve a reliable weft thread insertion within the time interval in which a weaving section formed by warp threads is open. In general, the output pressure is regulated such that the inserted weft thread arrives at the opposite side of the weaving section before the weaving section closes. In particular, the output pressure is controlled so that the weft thread moves at a sufficient speed to arrive at the opposite side of the weaving pocket and to arrive at the expected arrival time. The output pressure can be adjusted in advance, for example depending on the type of weft thread to be inserted, or can be adjusted during weaving, for example depending on the moment at which the weft threads arrive on the opposite side of the weaving section.

Een luchttoevoersysteem voor het toevoeren van perslucht aan een blaasinrichting van een luchtweefmachine is bijvoorbeeld gekend uit US 5,970,996. Volgens US 5,970,996 zijn twee hoofdblaasinrichtingen elk verbonden door een eerste tak met een persluchtbron die perslucht op hoge druk voedt bedoeld voor een inslagdraadinsertie, waarbij perslucht die van de persluchtbron komt via een drukregelaar aan een bufferluchttank wordt gevoed.An air supply system for supplying compressed air to a blower of an air weaving machine is known, for example, from US 5,970,996. According to US 5,970,996, two main blowing devices are each connected by a first branch to a compressed air source which supplies compressed air at high pressure intended for a weft thread insertion, wherein compressed air coming from the compressed air source is fed via a pressure regulator to a buffer air tank.

JP 2931080 B2 beschrijft een drukregelinrichting voor weefmachines aangebracht tussen een hoofdtank en een stroomafwaarts van de hoofdtank aangebrachte bufferluchttank, waarbij de drukregelinrichting een motorgestuurde drukregelaar bevat met een membraanactuator met een membraan dat wordt belast door een drukregelveer. Een kracht van de drukregelveer wordt ingesteld gebruik makend van een motor. Voor het aanpassen van een uitvoerdruk wordt de instelling van de drukregelveer aangepast. Om de invloeden vanwege de persluchtstroom doorheen de drukregelaar op de uitvoerdruk van de drukregelaar bij een instelling van de drukregelveer te compenseren wordt een feedbacksturing gebruik makend van druksensoren voorzien, waarbij de druksensoren de druk aan de stroomafwaarts van de uitgang van de drukregelaar aangebrachte bufferluchttank meten en waarbij de instelling van de drukregelveer overeenkomstig wordt aangepast om de gewenste uitvoerdruk te bekomen.JP 2931080 B2 describes a pressure control device for weaving machines arranged between a main tank and a buffer air tank arranged downstream of the main tank, the pressure control device comprising a motor-controlled pressure controller with a membrane actuator with a membrane loaded by a pressure control spring. A force of the pressure control spring is adjusted using a motor. The setting of the pressure regulating spring is adjusted to adjust an output pressure. In order to compensate for the influences due to the compressed air flow through the pressure regulator on the pressure regulator's output pressure at a pressure regulator spring setting, feedback control is provided using pressure sensors, the pressure sensors measuring the pressure on the buffer air tank arranged downstream of the outlet of the pressure regulator and wherein the setting of the pressure control spring is adjusted accordingly to achieve the desired output pressure.

JP 7-100898 B2 bespreekt het gebruik van een pilootdrukregelaar in een luchttoevoersysteem voor een weefmachine. De pilootdrukregelaar bevat een bypass aan een inlaat en een membraanactuator is belast door een voedingsdruk, welke voedingsdruk gebalanceerd wordt door een uitvoerdruk. In weefmachines kan de voedingsdruk echter wijzigen binnen grenzen. Dergelijke variaties in de voedingsdruk kunnen leiden tot een storing van de pilootdrukregelaar.JP 7-100898 B2 discusses the use of a pilot pressure regulator in an air supply system for a weaving machine. The pilot pressure regulator contains a bypass at an inlet and a membrane actuator is loaded by a supply pressure, which supply pressure is balanced by an output pressure. In weaving machines, however, the feed pressure can change within limits. Such variations in the supply pressure can lead to a failure of the pilot pressure regulator.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Het is het doel van de uitvinding te voorzien in een luchttoevoersysteem voor een luchtweefmachine bevattend een drukregelaar en een werkwijze voor het toevoeren van perslucht aan een luchtweefmachine met een luchttoevoersysteem, waarbij een feedbacksturing van de drukregelaar kan worden vermeden.It is the object of the invention to provide an air supply system for an air weaving machine comprising a pressure regulator and a method for supplying compressed air to an air weaving machine with an air supply system, wherein feedback control of the pressure regulator can be avoided.

Deze opgave wordt opgelost door het luchttoevoersysteem voor een luchtweefmachine en de werkwijze voor het toevoeren van perslucht aan een luchtweefmachine met de kenmerken van conclusies 1 en 10. Voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden beschreven in de afhankelijke conclusies.This object is solved by the air supply system for an airjet machine and the method for supplying compressed air to an airjet machine with the features of claims 1 and 10. Preferred embodiments are described in the dependent claims.

Het is een basisidee van de uitvinding om te voorzien in een luchttoevoersysteem voor een luchtweefmachine bevattend een eerste drukregelaar, in het bijzonder een pilootgestuurde eerste drukregelaar voor het toevoeren van perslucht aan een blaasinrichting van een weefmachine en ten minste een druksensor aangebracht stroomopwaarts van deze drukregelaar voor het meten van een voedingsdruk aan deze drukregelaar, waarbij een open-loop stuureenheid is voorzien die aangebracht is om een stuurvariabele van deze drukregelaar te regelen in functie van kalibratiedata en bij voorkeur de gemeten voedingsdruk.It is a basic idea of the invention to provide an air supply system for an air weaving machine comprising a first pressure regulator, in particular a pilot-controlled first pressure regulator for supplying compressed air to a blower of a weaving machine and at least one pressure sensor arranged upstream of this pressure regulator for measuring a supply pressure at this pressure regulator, wherein an open-loop control unit is provided which is arranged to control a control variable of this pressure regulator in function of calibration data and preferably the measured supply pressure.

Het is een basisidee van de uitvinding om te voorzien in een pilootdruk voor de eerste drukregelaar, welke piiootdruk bepaald wordt door een stuurvariabele, bijvoorbeeld de positie van de motor van een tweede drukregelaar, voor het instellen of aanpassen van de uitvoerdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een stuureenheid die gebruik maakt van kalibratiedata, welke kalibratiedata het verband vastleggen tussen de stuurvariabele en de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar, om via deze stuurvariabele toe te laten de uitvoerdruk te sturen, dit betekent in te stellen, te regelen of aan te passen. Volgens de uitvinding is de stuureenheid bij voorkeur een open-loop stuureenheid waarbij de uitvoerdruk aan de pilootgestuurde drukregelaar niet gemeten wordt en zodoende in open-loop gestuurd wordt.It is a basic idea of the invention to provide a pilot pressure for the first pressure regulator, which pilot pressure is determined by a control variable, for example the position of the motor of a second pressure regulator, for adjusting or adjusting the output pressure of the pilot-controlled first pressure regulator . Hereby use is made of a control unit which makes use of calibration data, which calibration data establishes the relationship between the control variable and the output pressure of the first pressure regulator, in order to allow via this control variable to control the output pressure, this means to set, control or to adjust. According to the invention, the control unit is preferably an open-loop control unit in which the output pressure on the pilot-controlled pressure regulator is not measured and is thus controlled in open-loop.

Indien in de beschrijving de term "drukregelaar" beschreven wordt, wordt de eerste drukregelaar voor het toevoeren van perslucht aan een blaasinrichting bedoeld, tenzij anders aangegeven of tenzij het uit de context anders blijkt.If the term "pressure regulator" is described in the description, the first pressure regulator is meant for supplying compressed air to a blower, unless otherwise indicated or unless the context requires otherwise.

In de context van de uitvinding wordt de term "voedingsdruk" gedefinieerd als de druk die heerst in een voedingsleiding naar de drukregelaar en de term "uitvoerdruk" wordt gedefinieerd als de druk die heerst aan een uitlaat van de drukregelaar.In the context of the invention, the term "feed pressure" is defined as the pressure prevailing in a feed line to the pressure controller and the term "output pressure" is defined as the pressure prevailing at an outlet of the pressure controller.

In weverijen kunnen bijvoorbeeld, wanneer de voedingsdruk wordt gekozen op 5,5 bar, veranderingen in voedingsdruk tussen 5,8 bar en 5,3 bar voorkomen, bijvoorbeeld te wijten aan drukveranderingen binnen grenzen ter hoogte van een compressor gebruikt als persluchtbron veroorzaakt door een aan/uit sturing van de compressor, te wijten aan veranderingen van het aantal actieve compressoren, indien verschillende compressoren in parallel worden gebruikt als persluchtbron, te wijten aan drukverliezen in toevoerleidingen zoals verdeelleidingen die afhankelijk zijn van een luchtstroom daar doorheen, te wijten aan veranderingen in een aantal actieve weefmachines, bijvoorbeeld veroorzaakt door weefmachines die gestopt zijn omwille van een fout of om een andere reden zoals onderhoud, te wijten aan elektrische spanningswisselingen in een elektrische voedingsleiding naar de compressor, te wijten aan luchtfilters die vuil worden met als resultaat een lagere luchtstroom daar doorheen, of te wijten aan andere redenen.In weaving mills, for example, when the feed pressure is selected at 5.5 bar, changes in feed pressure between 5.8 bar and 5.3 bar may occur, for example due to pressure changes within limits at a compressor used as a compressed air source caused by a / from compressor control, due to changes in the number of active compressors, if different compressors are used in parallel as compressed air source, due to pressure losses in supply lines such as manifolds that depend on an air flow through them, due to changes in a number of active weaving machines, for example caused by weaving machines that have stopped due to an error or for other reasons such as maintenance, due to electrical voltage changes in an electrical supply line to the compressor, due to air filters that get dirty resulting in a lower air flow there through, or due to other reasons.

Omwille van de veranderingen in de voedingsdruk, kan de voedingsdruk dalen onder een gewenste uitvoerdruk aan de drukregelaar. Dit kan als resultaat hebben dat de ingebrachte inslagdraad later aankomt aan een tegenoverliggende zijde van het weefvak. Daar de late aankomst te wijten is aan een daling in de voedingsdruk, kan in de meeste gevallen de late aankomst niet worden gecompenseerd door een stijging van de gewenste uitvoerdruk aan de drukregelaar.Because of the changes in the supply pressure, the supply pressure may drop below a desired output pressure on the pressure regulator. This can result in the inserted weft thread arriving later on an opposite side of the weaving pocket. Since the late arrival is due to a decrease in the supply pressure, in most cases the late arrival cannot be compensated by an increase in the desired output pressure at the pressure regulator.

Door het aanbrengen van een druksensor voor het meten van de druk in de voedingsleiding stroomopwaarts van de drukregelaar, kan de drukregelaar worden aangepast wanneer de voedingsdruk verandert of wanneer de voedingsdruk daalt onder een grenswaarde voor druk die bijvoorbeeld gerelateerd is aan een gewenste uitvoerdruk van de drukregelaar.By providing a pressure sensor for measuring the pressure in the feed line upstream of the pressure regulator, the pressure regulator can be adjusted when the feed pressure changes or when the feed pressure falls below a pressure limit value related, for example, to a desired pressure regulator output pressure .

In het bijzonder, volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, wordt er vermeden dat de late aankomst te wijten aan een daling in de voedingsdruk leidt tot een sturing die resulteert in een niet realiseerbare stijging van de gewenste uitvoerdruk of ten minste wordt een dergelijke stijging klein gehouden. Daarom, wanneer de voedingsdruk vervolgens opnieuw stijgt, komt de gewenste uitvoerdruk aan de drukregelaar nog steeds nagenoeg overeen met de weefomstandigheden.In particular, according to a preferred embodiment, the late arrival due to a decrease in the supply pressure is prevented from leading to a control that results in an unrealizable increase in the desired output pressure or at least such an increase is kept small. Therefore, when the feed pressure subsequently rises again, the desired output pressure at the pressure regulator still substantially corresponds to the weaving conditions.

De voordelen zijn een eenvoudige stuurinrichting en werkwijze, in het bijzonder wanneer de voedingsdruk van de persluchtbron daalt naar een waarde lager dan een gewenste waarde voor de uitvoerdruk, bijvoorbeeld een gewenste druk in een bufferluchttank.The advantages are a simple control device and method, in particular when the supply pressure of the compressed air source drops to a value lower than a desired value for the output pressure, for example a desired pressure in a buffer air tank.

Daarnaast, wanneer verschillende bufferluchttanks met bijhorende blaasinrichtingen worden voorzien van perslucht van een gemeenschappelijke persluchtbron via drukregelaars, kan één druksensor voor het meten van de voedingsdruk stroomopwaarts van de drukregelaars voldoende zijn, in plaats van verschillende druksensoren elk toegevoegd aan elke bufferluchttank. Overeenkomstig, in voorkeurdragende uitvoeringsvormen, worden geen druksensoren voorzien aan de bufferluchttanks. Daardoor wordt de complexiteit van het luchttoevoersysteem verminderd. Het moet duidelijk zijn dat zonder het gebruik van druksensoren de exacte druk in elke bufferluchttank niet gekend is. Als gevolg van de open-loop sturing is de druk echter bij benadering gekend, wat voldoende is voor de meeste toepassingen.In addition, when different buffer air tanks with associated blowers are provided with compressed air from a common compressed air source via pressure regulators, one pressure sensor may be sufficient to measure the feed pressure upstream of the pressure regulators, instead of different pressure sensors each added to each buffer air tank. According to preferred embodiments, no pressure sensors are provided on the buffer air tanks. This reduces the complexity of the air supply system. It should be clear that without the use of pressure sensors, the exact pressure in each buffer air tank is not known. However, as a result of the open-loop control, the pressure is approximately known, which is sufficient for most applications.

In een uitvoeringsvorm wordt een drukregelaar ingesteld op een maximum om een maximale doorstroming toe te laten wanneer de voedingsdruk in de voedingsleiding lager is dan een vooringestelde minimumwaarde. In andere uitvoeringsvormen worden willekeurige variaties in de voedingsdruk gecompenseerd.In one embodiment, a pressure regulator is set to a maximum to allow maximum flow when the feed pressure in the feed line is lower than a preset minimum value. In other embodiments, random variations in the feed pressure are compensated.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat het luchttoevoersysteem verder een toestel voor het bepalen van een luchtstroom doorheen de drukregelaar, waarbij de open-loop stuureenheid is aangebracht voor het regelen van een stuurvariabele van de drukregelaar in functie van de gemeten voedingsdruk en de bepaalde luchtstroom. Door het in overweging nemen van de luchtstroom doorheen de drukregelaar, kan een ongewenste afname van een uitvoerdruk door een toegenomen luchtstroom worden vermeden.According to an embodiment, the air supply system further comprises a device for determining an air flow through the pressure regulator, wherein the open-loop control unit is arranged for controlling a control variable of the pressure regulator in function of the measured supply pressure and the determined air flow. By considering the air flow through the pressure regulator, an undesired decrease of an output pressure due to an increased air flow can be avoided.

In sommige uitvoeringsvormen is het toestel voor het bepalen van een luchtstroom doorheen de drukregelaar een luchtstroom-meetinrichting. De luchtstroommeetinrichting kan stroomafwaarts van de drukregelaar worden voorzien. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de luchtstroommeetinrichting aangebracht in de voedingsleiding van het luchttoevoersysteem, dit wil zeggen opgesteld stroomopwaarts van de drukregelaar. Een uitvoeringsvorm van een luchtstroommeetinrichting is bijvoorbeeld beschreven in W02010/046092, waarvan de inhoud hierbij geïncorporeerd is door referentie.In some embodiments, the device for determining an air flow through the pressure regulator is an air flow measuring device. The air flow measuring device can be provided downstream of the pressure regulator. In preferred embodiments, the air flow measuring device is arranged in the supply line of the air supply system, i.e. arranged upstream of the pressure regulator. An embodiment of an air flow measuring device is described, for example, in WO2010 / 046092, the contents of which are hereby incorporated by reference.

Volgens andere uitvoeringsvormen bevat het toestel voor het bepalen van een luchtstroom doorheen de drukregelaar een berekeningseenheid voor het berekenen van de luchtstroom in functie van gemeten parameters, in het bijzonder in functie van de openingstijden van de ventielen naar de blaasinrichtingen, van de druk gevoed aan de blaasinrichtingen, van het soort mondstukken van de blaasinrichtingen en van het aantal blaasinrichtingen dat wordt gebruikt. Voor elke blaasinrichting aangesloten op een drukregelaar kan een waarde voor een luchtstroom op voorhand bij benadering worden bepaald, bijvoorbeeld gebaseerd op voorafgaande metingen of gebaseerd op formules van de dynamica van luchtstromingen. De luchtstroom doorheen een drukregelaar kan worden berekend op basis van de som van de waarden voor elke blaasinrichting aangesloten op de drukregelaar. De totale luchtstroom doorheen alle drukregelaars kan tijdens het weven gemeten worden met een luchtstroommeetinrichting zoals beschreven in W02010/046092, welke meting kan aangewend worden om de berekende luchtstroom doorheen elke individuele drukregelaar te corrigeren, zodat de berekende totale luchtstroom doorheen alle drukregelaars nagenoeg gelijk wordt aan de gemeten totale luchtstroom.According to other embodiments, the device for determining an air flow through the pressure regulator comprises a calculation unit for calculating the air flow as a function of measured parameters, in particular as a function of the opening times of the valves to the blowers, of the pressure fed to the blowers, the type of nozzles of the blowers and the number of blowers used. For each blower connected to a pressure regulator, an approximate value for an air flow can be determined in advance, for example based on preliminary measurements or based on formulas of the dynamics of air flows. The air flow through a pressure controller can be calculated based on the sum of the values for each blower connected to the pressure controller. The total air flow through all pressure regulators can be measured during weaving with an air flow measuring device as described in WO2010 / 046092, which measurement can be used to correct the calculated air flow through each individual pressure regulator, so that the calculated total air flow through all pressure regulators becomes practically equal to the measured total air flow.

Bij metingen voorafgaand aan een werking van een weefmachine, kan data worden verzameld voor een uitvoerdruk in functie van een aantal stuurvaria beien, ook stuurpa ra meters of inputparameters genoemd, van de drukregelaar, een aantal luchtstromen doorheen de drukregelaar en/of een aantal voedingsdrukken. Deze metingen worden aangeduid als kalibratie en de verzamelde data wordt eveneens aangeduid als kalibratiedata. Door het gebruiken van de kalibratiedata is het als resultaat mogelijk om een stuurvariabele te bepalen voor een gemeten voedingsdruk, een bepaalde luchtstroom en een gewenste uitvoerdruk.In measurements prior to operation of a weaving machine, data can be collected for an output pressure as a function of a number of control variants, also referred to as control parameters or input parameters, of the pressure controller, a number of air flows through the pressure controller and / or a number of feed pressures. These measurements are referred to as calibration and the collected data is also referred to as calibration data. By using the calibration data, it is possible as a result to determine a control variable for a measured supply pressure, a specific air flow and a desired output pressure.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de open-loop stuureenheid een opslagelement waarin de kalibratiedata worden opgeslagen en is de open-loop stuureenheid aangebracht voor het regelen van een stuurvariabele van de drukregelaar in functie van de gemeten voedingsdruk en/of een bepaalde luchtstroom en de kalibratiedata, zodat een gewenste uitvoerdruk wordt bereikt. De kalibratiedata laten een efficiënte open-loop sturing toe voor het sturen van een uitvoerdruk wanneer geen onverwachte storingen, zoals defecten in een toevoerleiding stroomafwaarts van de drukregelaar, voorkomen. Het opslagelement kan een integraal deel van de open-loop stuureenheid zijn. In de context van deze uitvinding duidt de uitdrukking "integraal" aan dat twee inrichtingen ten minste een gemeenschappelijke component hebben. In andere uitvoeringsvormen is een extern opslagelement voorzien dat voor datacommunicatie is verbonden met de open-loop stuureenheid via draad of draadloos.According to a preferred embodiment, the open-loop control unit comprises a storage element in which the calibration data is stored and the open-loop control unit is arranged for controlling a control variable of the pressure controller in function of the measured supply pressure and / or a specific air flow and the calibration data, so that a desired output pressure is achieved. The calibration data allows efficient open-loop control for controlling an output pressure when no unexpected failures, such as defects in a supply line downstream of the pressure controller, occur. The storage element can be an integral part of the open-loop control unit. In the context of this invention, the term "integral" indicates that two devices have at least one common component. In other embodiments, an external storage element is provided which is connected for data communication to the open-loop control unit via wire or wireless.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is een instelinrichting voorzien voor het instellen van een gewenste uitvoerdruk afhankelijk van de weefomstandigheden. In de context van de aanvraag moet de term "weefomstandigheden" worden begrepen als bevattend alle invloeden op een inslagdraadinsertie zoals een weefsnelheid, inslagdraadeigenschappen, een weefpatroon, een andere parameter voor een inslagdraadinsertie, evenals metingen op een inslagdraadinsertie, zoals een aankomstogenblik van een ingebrachte inslagdraad aan een tegenoverliggende zijde van een weefvak, een gemiddeld aankomstogenblik van een aantal ingebrachte inslagdraden aan een tegenoverliggende zijde van een weefvak, een ogenblik dat een winding een voorafwikkelaar verlaat, het aantal vastgestelde weeffouten, het voorspelde aantal weeffouten en dergelijke. Voor het vermijden van weeffouten zou een aankomstogenblik van een inslagdraad tussen bepaalde vooraf bepaalde grenzen moeten liggen. Het aankomstogenblik hangt sterk af van de uitvoerdruk van de drukregelaar. Zolang zonder weeffouten geweven wordt en/of een aankomstogenblik van een inslagdraad tussen de vooraf bepaalde grenzen ligt, is een exacte kennis van de uitvoerdruk van de drukregelaar of van de voedingsdruk van de persluchtbron irrelevant voor het sturen van een drukregelaar voor perslucht naar een blaasinrichting. De instelinrichting kan een integraal deel van de open-loop stuureenheid zijn. In andere uitvoeringsvormen is een externe instelinrichting voorzien die voor datacommunicatie verbonden is met de open-loop stuureenheid via draad of draadloos.According to a further embodiment, an adjusting device is provided for adjusting a desired output pressure depending on the weaving conditions. In the context of the application, the term "weaving conditions" is to be understood as including all influences on a weft thread insertion such as a weaving speed, weft thread properties, a weave pattern, another parameter for a weft thread insertion, as well as measurements on a weft thread insertion, such as an arrival moment of an inserted weft thread on an opposite side of a weaving section, an average arrival time of a number of inserted weft threads on an opposite side of a weaving section, a moment when a winding leaves a pre-winder, the number of determined weaving errors, the predicted number of weaving errors and the like. To avoid weaving errors, a weft thread arrival time should be between certain predetermined limits. The arrival time strongly depends on the pressure of the pressure regulator. As long as weaving is carried out without weaving errors and / or an arrival time of a weft thread lies between the predetermined limits, an exact knowledge of the output pressure of the pressure regulator or of the supply pressure of the compressed air source is irrelevant for controlling a pressure regulator for compressed air to a blower. The adjustment device can be an integral part of the open-loop control unit. In other embodiments, an external setting device is provided which is connected for data communication to the open-loop control unit via wire or wireless.

Het sturen van de uitvoerdruk van een drukregelaar voor een hoofdblazer van een weefmachine beïnvloedt sterk het aankomstogenblik van een inslagdraad. Het sturen van de uitvoerdruk van een drukregelaar voor een groep bijblazers van een weefmachine beïnvloedt het aankomstogenblik van een inslagdraad minder, maar beïnvloedt voornamelijk de stabiliteit van de inslagdraad tijdens het inbrengen van de inslagdraad. Indien de uitvoerdruk van de drukregelaar voor de bijblazers te laag is, kan dit tot weeffouten leiden, terwijl indien de uitvoerdruk van de drukregelaar voor de bijblazers te hoog is, dit voornamelijk tot een hoger luchtverbruik aanleiding kan geven.Controlling the output pressure of a pressure regulator for a main blower of a weaving machine greatly influences the arrival time of a weft thread. Controlling the output pressure of a pressure regulator for a group of blowers of a weaving machine affects less the arrival time of a weft thread, but mainly affects the stability of the weft thread during insertion of the weft thread. If the outlet pressure of the pressure regulator for the blowers is too low, this can lead to weakening errors, while if the outlet pressure of the pressure regulator for the blowers is too high, this can mainly lead to a higher air consumption.

Volgens een andere uitvoeringsvorm bevat de instelinrichting een relationele operatoreenheid voor het vergelijken van een gemeten voedingsdruk met de ingestelde gewenste uitvoerdruk en voor het detecteren van een daling van de voedingsdruk onder de ingestelde gewenste uitvoerdruk en is de instelinrichting aangebracht om een stuurwerkwijze voor de gewenste uitvoerdruk van de drukregelaar aan te passen indien een daling van de voedingsdruk onder de gewenste uitvoerdruk wordt gedetecteerd, zodat de niet realiseerbare gewenste uitvoerdruk van de drukregelaar niet verder aangepast wordt of slechts aangepast wordt binnen grenzen. Dit verhoogt een stabiliteit van het luchttoevoersysteem.According to another embodiment, the setting device comprises a relational operator unit for comparing a measured supply pressure with the set desired output pressure and for detecting a drop in the supply pressure below the set desired output pressure and the setting device is arranged to control a method for the desired output pressure of adjust the pressure controller if a drop in the supply pressure below the desired output pressure is detected, so that the non-realizable desired output pressure of the pressure controller is not further adjusted or only adjusted within limits. This increases the stability of the air supply system.

Volgens een uitvoeringsvorm is de drukregelaar een pilootgestuurde drukregelaar met een instelbare pilootdruk. Bij een pilootgestuurde drukregelaar wordt een ventielelement opgesteld voor heen en weer gaande beweging door een actuator, welke actuator wordt belast door een belasting door de stuurdruk, ook aangeduid als pilootdruk, tegen de belasting door de uitvoerdruk. De term "belasting" betekent in de context van deze uitvinding een kracht die uitgeoefend wordt als gevolg van een druk. De belasting hangt in het algemeen af van de effectieve oppervlakte waarop de druk werkt. De uitvoerdruk van de pilootgestuurde drukregelaar blijft wezenlijk constant voor een gekozen of ingestelde pilootdruk, onafhankelijk van een luchtstroom door de pilootgestuurde drukregelaar. Verder kan een krachtelement, bijvoorbeeld een veer worden voorzien om het ventielelement gesloten te houden wanneer geen luchtstroom doorheen de drukregelaar stroomt of geen pilootdruk wordt uitgeoefend. De kracht van het krachtelement kan klein worden gekozen en ophangingen kunnen tot een minimum worden beperkt om niet-lineariteiten te vermijden, zodat krachten die door de veer worden uitgeoefend wezenlijk constant zijn. In geval van een toegenomen luchtstroom, met andere woorden een toegenomen vraag naar lucht, vermindert de uitvoerdruk aan de uitlaat van de drukregelaar, waarop als reactie het ventielelement wordt bewogen tot de uitvoerdruk aan de uitlaat van de drukregelaar opnieuw een gewenste waarde bereikt. In tegenstelling tot drukregelaars die worden ingesteld met een drukregel veer, waarbij een beweging van het ventielelement overeenkomt met een verandering in lengte van de drukregelveer en resulteert in een gewijzigde belasting door de drukregelveer, beïnvloedt het bewegen van het ventielelement van een pilootgestuurde drukregelaar de belasting door de stuurdruk of pilootdruk niet. Daarom is een uitvoerdruk aan de uitlaat van de drukregelaar wezenlijk onafhankelijk van de hoeveelheid lucht die doorheen de drukregelaar stroomt. Dit is zeer voordelig bij weefmachines, in het bijzonder bij het veranderen van de luchtstroom doorheen de drukregelaar als gevolg van wijzigingen in de aanstuurtijden van ventielen of van overgangen tussen periodes waarbij ventielen al dan niet aangestuurd worden, bijvoorbeeld overgangen tussen periodes waarbij inslagdraad wordt ingebracht en periodes waarbij geen inslagdraad wordt ingebracht.According to an embodiment, the pressure regulator is a pilot-controlled pressure regulator with an adjustable pilot pressure. In a pilot-controlled pressure regulator, a valve element is arranged for reciprocating movement by an actuator, which actuator is loaded by a load by the control pressure, also referred to as pilot pressure, against the load by the output pressure. The term "load" in the context of this invention means a force exerted as a result of pressure. The load generally depends on the effective area on which the pressure acts. The output pressure of the pilot-controlled pressure regulator remains essentially constant for a selected or set pilot pressure, independent of an air flow through the pilot-controlled pressure regulator. Furthermore, a force element, for example a spring, can be provided to keep the valve element closed when no air flow flows through the pressure regulator or no pilot pressure is exerted. The force of the force element can be chosen to be small and suspensions can be limited to a minimum to avoid non-linearities, so that forces exerted by the spring are substantially constant. In the case of an increased air flow, in other words an increased demand for air, the outlet pressure at the outlet of the pressure regulator decreases, to which the valve element is moved in response until the outlet pressure at the outlet of the pressure regulator again reaches a desired value. Unlike pressure regulators that are set with a pressure regulating spring, where a movement of the valve element corresponds to a change in length of the pressure regulating spring and results in a modified load by the pressure regulating spring, the movement of the valve element of a pilot-controlled pressure regulator influences the load by the control pressure or pilot pressure is not. Therefore, an output pressure at the outlet of the pressure regulator is substantially independent of the amount of air flowing through the pressure regulator. This is very advantageous with weaving machines, in particular when changing the air flow through the pressure regulator as a result of changes in the operating times of valves or transitions between periods in which valves are controlled or not, for example transitions between periods in which weft thread is introduced and periods during which no weft thread is inserted.

Verder is een regeling van de luchtstroom doorheen de drukregelaar onafhankelijk van een regeling van een ingestelde pilootdruk. Dit laat toe om op elke snelheid te weven en met elk inslaginsertiepatroon voor inslagdraden.Furthermore, a control of the air flow through the pressure regulator is independent of a control of a set pilot pressure. This makes it possible to weave at any speed and with every weft insertion pattern for weft threads.

Volgens een uitvoeringsvorm is nabij de pilootgestuurde eerste drukregelaar een tweede drukregelaar voorzien voor het regelen van de instelbare pilootdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar, waarbij bij voorkeur de pilootdruk lager is ingesteld dan een voedingsdruk naar de pilootgestuurde eerste drukregelaar. Zoals hoger uitgelegd, kan in weverijen de voedingsdruk van de persluchtbron gevoed aan de weefmachines veranderen in de tijd. Om te vermijden dat drukvariaties in de voedingsdruk resulteren in een variatie van de pilootdruk en daarom in een instelling van de actuator, wordt de pilootdruk geregeld door de tweede drukregelaar naar een druk die lager is dan de minimale verwachte voedingsdruk, bijvoorbeeld naar een druk tussen 2,5 bar en 3,5 bar.According to an embodiment, a second pressure regulator is provided near the pilot-controlled first pressure regulator for controlling the adjustable pilot pressure of the pilot-controlled first pressure regulator, the pilot pressure preferably being set lower than a feed pressure to the pilot-controlled first pressure regulator. As explained above, in weaving mills the feed pressure from the compressed air source fed to the weaving machines can change over time. To avoid pressure variations in the feed pressure resulting in a variation of the pilot pressure and therefore in an actuator setting, the pilot pressure is controlled by the second pressure regulator to a pressure lower than the minimum expected feed pressure, for example to a pressure between 2 , 5 bar and 3.5 bar.

In een uitvoeringsvorm is de tweede drukregelaar voor het regelen van de pilootdruk een motorgestuurde drukregelaar. De tweede drukregelaar is bij voorkeur klein van afmetingen en een luchtstroom door de tweede drukregelaar is in vergelijking laag, zodat een snel regelen mogelijk is en invloeden van bijvoorbeeld belastingsveranderingen door veerkrachtveranderingen vanwege een veranderende luchtstroom in de tweede drukregelaar verwaarloosbaar zijn. De motorgestuurde tweede drukregelaar bevat in een uitvoeringsvorm een smoorventiel, waarbij een smooropening van het smoorventiel wordt ingesteld door een motor, in het bijzonder een stappenmotor. Volgens een uitvoeringsvorm is de positie van de motor van de motorgestuurde tweede drukregelaar een stuurvariabele voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar.In one embodiment, the second pressure regulator for controlling the pilot pressure is a motor-controlled pressure regulator. The second pressure regulator is preferably small in size and an air flow through the second pressure regulator is comparatively low, so that rapid control is possible and influences of, for example, load changes due to spring force changes due to a changing air flow in the second pressure regulator are negligible. In one embodiment the motor-controlled second pressure regulator comprises a throttle valve, wherein a throttle opening of the throttle valve is set by a motor, in particular a stepper motor. According to an embodiment, the position of the motor of the motor-controlled second pressure controller is a control variable for the pilot-controlled first pressure controller.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt als tweede drukregelaar een motorgestuurde drukregelaar gebruikt zoals beschreven in US 4,627,459, waarbij de inhoud van US 4,627,459 hierbij geïncorporeerd wordt door referentie. Hierbij kan de motor een stappenmotor zijn. Daarnaast of als een alternatief bevat de motorgestuurde tweede drukregelaar een overbrengingsmechanisme met een hefboom voor een overbrenging van een beweging van een motorpin naar een instelelement van de tweede drukregelaar. Dit laat toe om de motor klein te houden van afmetingen.According to another embodiment, a motor-controlled pressure controller as described in US 4,627,459 is used as the second pressure controller, the contents of US 4,627,459 being incorporated herein by reference. The motor can be a stepper motor. In addition or as an alternative, the motor-controlled second pressure regulator includes a transfer mechanism with a lever for transferring a movement of a motor pin to an adjusting element of the second pressure regulator. This makes it possible to keep the engine small in size.

Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een belastingamplificatieinrichting voorzien, voor het amplificeren van de belasting uitgeoefend door de pilootdruk op de actuator. Met andere woorden de belasting door de pilootdruk die werkt op de actuator van de eerste pilootgestuurde drukregelaar wordt vergroot. De resulterende belasting wordt gebalanceerd door de uitvoerdruk en indien van toepassing een veer. Daarom is een uitvoerdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar hoger dan de pilootdruk naar de pilootgestuurde eerste drukregelaar die bepaald wordt door de tweede drukregelaar. In het bijzonder wanneer een lage stuurdruk of pilootdruk wordt gebruikt, is een dergelijke belastingamplificatieinrichting voordelig. De belastingamplificatie-inrichting laat een relatief hoge uitvoerdruk toe met een pilootdruk die relatief laag is en lager is dan de voedingsdruk, onafhankelijk van variaties in de voedingsdruk die komen van een persluchtbron, welke voedingsdruk bijvoorbeeld varieert tussen 5,3 bar en 5,8 bar.According to another preferred embodiment, a load amplification device is provided for amplifying the load exerted by the pilot pressure on the actuator. In other words, the load due to the pilot pressure acting on the actuator of the first pilot-controlled pressure regulator is increased. The resulting load is balanced by the output pressure and, if applicable, a spring. Therefore, an output pressure from the pilot controlled first pressure regulator is higher than the pilot pressure to the pilot controlled first pressure regulator determined by the second pressure regulator. In particular when a low control pressure or pilot pressure is used, such a load amplification device is advantageous. The load amplification device allows a relatively high output pressure with a pilot pressure that is relatively low and lower than the supply pressure, independent of variations in the supply pressure coming from a compressed air source, which supply pressure varies for example between 5.3 bar and 5.8 bar .

In een uitvoeringsvorm is de belastingamplificatieinrichting tenminste gedeeltelijk een integraal component van een membraanactuator van de pilootgestuurde eerste drukregelaar. Met andere woorden de belastingamplificatieinrichting en de actuator hebben minstens een gemeenschappelijke component. Dit laat een drukregelaar toe die klein is van afmetingen. Dit laat toe verschillende drukregelaars naast elkaar in een kleine ruimte aan te brengen. Hierbij kan de uitvoerdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar gelijk zijn aan de voedingsdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar.In one embodiment, the load amplification device is at least in part an integral component of a membrane actuator of the pilot controlled first pressure regulator. In other words, the load amplification device and the actuator have at least one common component. This allows a pressure regulator that is small in size. This allows different pressure regulators to be installed side by side in a small space. The output pressure of the pilot-controlled first pressure regulator can be equal to the supply pressure of the pilot-controlled first pressure regulator.

Een membraan van de membraanactuator kan bijvoorbeeld zowel gevormd worden door een membraan in de vorm van een vlies, bijvoorbeeld een balgvormig vlies waarvan de randen ingeklemd worden, als door een membraan in de vorm van een schijf. In geval van een schijf kan ter hoogte van de randen van de schijf een afdichting voorzien worden en kan de schijf bijvoorbeeld samen met de afdichting bewegen in een behuizing, bijvoorbeeld verschuiven in een behuizing.A membrane of the membrane actuator can, for example, be formed both by a membrane in the form of a membrane, for example a bellows-shaped membrane whose edges are clamped, and by a membrane in the form of a disc. In the case of a disc, a seal can be provided at the edges of the disc and the disc can, for example, move together with the seal in a housing, for example sliding in a housing.

De opgave wordt verder opgelost door een werkwijze voor het toevoeren van perslucht aan een luchtweefmachine met een luchttoevoersysteem bevattend een drukregelaar en ten minste een druksensor aangebracht stroomopwaarts van de drukregelaar, waarbij een voedingsdruk naar de drukregelaar wordt gemeten en een stuurvariabele van de drukregelaar wordt aangepast ten minste in functie van de gemeten voedingsdruk.The object is further solved by a method for supplying compressed air to an air-weaving machine with an air supply system comprising a pressure regulator and at least one pressure sensor arranged upstream of the pressure regulator, wherein a supply pressure to the pressure regulator is measured and a control variable of the pressure regulator is adjusted for least as a function of the measured feed pressure.

Bij voorkeur wordt verder een luchtstroom doorheen de drukregelaar bepaald en wordt de stuurvariabele naar de drukregelaar aangepast in functie van de gemeten voedingsdruk en de bepaalde luchtstroom.Preferably, furthermore, an air flow through the pressure regulator is determined and the control variable to the pressure regulator is adjusted as a function of the measured supply pressure and the determined air flow.

In een andere uitvoeringsvorm, wordt het luchttoevoersysteem gekalibreerd voor het bepalen van waarden van een uitvoerdruk in functie van een aantal voedingsdrukken, een aantal luchtstromen en/of een aantal stuurvariabelen naar de drukregelaar, waarbij kalibratiedata worden opgeslagen en de kalibratiedata worden gebruikt voor het bepalen van de stuurvariabele naar de drukregelaar in functie van de gemeten voedingsdruk en/of een bepaalde luchtstroom en de kalibratiedata, zodat een gewenste uitvoerdruk wordt bereikt.In another embodiment, the air supply system is calibrated to determine values of an output pressure as a function of a number of feed pressures, a number of air flows and / or a number of control variables to the pressure controller, wherein calibration data is stored and the calibration data is used to determine the control variable to the pressure regulator in function of the measured supply pressure and / or a certain air flow and the calibration data, so that a desired output pressure is achieved.

Volgens een andere uitvoeringsvorm, worden weefomstandigheden bepaald en wordt een gewenste uitvoerdruk afgestemd op de weefomstandigheden. Bij voorkeur wordt een gemeten voedingsdruk vergeleken met de gewenste uitvoerdruk en wordt, indien vastgesteld wordt dat de gemeten voedingsdruk onder de ingestelde gewenste uitvoerdruk is gedaald, de waarde van gewenste uitvoerdruk niet meer aangepast of slechts binnen grenzen aangepast in functie van de weefomstandigheden. Dit betekent dat wanneer een daling van de voedingsdruk onder de ingestelde gewenste uitvoerdruk wordt gedetecteerd, de pilootdruk voor de eerste pilootgestuurde drukregelaar niet meer of slechts binnen grenzen gewijzigd wordt in functie van de weefomstandigheden. Hierdoor blijft de actuele uitvoerdruk nagenoeg gelijk aan de voedingsdruk, zodat bij een opnieuw stijgen van de voedingsdruk, de uitvoerdruk niet ongewenst hoog wordt.According to another embodiment, weaving conditions are determined and a desired output pressure is adjusted to the weaving conditions. Preferably, a measured feed pressure is compared with the desired output pressure and, if it is determined that the measured feed pressure has fallen below the set desired output pressure, the value of desired output pressure is no longer adjusted or only adjusted within limits as a function of the weaving conditions. This means that when a drop in the feed pressure below the set desired output pressure is detected, the pilot pressure for the first pilot-controlled pressure regulator is no longer changed or only within limits as a function of the weaving conditions. As a result, the current output pressure remains virtually the same as the supply pressure, so that when the supply pressure rises again, the output pressure does not become undesirably high.

In een verdere uitvoeringsvorm worden de verschillende drukken in het luchttoevoersysteem, bijvoorbeeld de druk in elke bufferluchttank, weergegeven op een weergave-eenheid van de weefmachine. Het aanwenden van een druksensor voor het meten van de voedingsdruk, kalibratiedata en een open-loop stuureenheid laten in dit geval bijvoorbeeld toe dat een operator van weefmachines op eenvoudige wijze en met redelijke nauwkeurigheid de weefdrukken, zoals de drukken waarmee een inslagdraad wordt ingebracht, van verschillende weefmachines kan vergelijken zonder het gebruik van druksensoren in de diverse bufferluchttanks.In a further embodiment, the different pressures in the air supply system, for example the pressure in each buffer air tank, are displayed on a display unit of the weaving machine. The use of a pressure sensor for measuring the feed pressure, calibration data and an open-loop control unit in this case, for example, allows an operator of weaving machines to easily and with reasonable accuracy adjust the weaving pressures, such as the pressures with which a weft thread is inserted, from can compare different weaving machines without the use of pressure sensors in the various buffer air tanks.

In nog een andere uitvoeringsvorm is de drukregelaar, in dit geval de eerste drukregelaar, een pilootgestuurde drukregelaar of pilootgestuurde eerste drukregelaar, waarbij een pilootdruk wordt aangepast ten minste in functie van de gemeten voedingsdruk. Bij voorkeur wordt een motorgestuurde tweede drukregelaar voorzien voor het aanpassen van de pilootdruk voor de eerste drukregelaar en wordt een stuurvariabele voor de motorgestuurde tweede drukregelaar aangepast ten minste in functie van de gemeten voedingsdruk.In yet another embodiment, the pressure controller, in this case the first pressure controller, is a pilot controlled pressure controller or pilot controlled first pressure controller, wherein a pilot pressure is adjusted at least as a function of the measured feed pressure. Preferably a motor-controlled second pressure regulator is provided for adjusting the pilot pressure for the first pressure regulator and a control variable for the motor-controlled second pressure regulator is adjusted at least as a function of the measured feed pressure.

De uitvinding biedt als voordeel dat een redelijk betrouwbaar verband bekomen wordt tussen enerzijds de pilootdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar, die bijvoorbeeld bepaald wordt door de positie van een stappenmotor van de tweede drukregelaar, en anderzijds de uitvoerdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar. De druksensor voor de voedingsdruk laat toe kleine afwijkingen betreffende dit verband te compenseren. In geval de voedingsdruk daalt tot onder een bepaalde waarde kan de invloed daarvan gecompenseerd of gesignaleerd worden. Het bepalen van de luchtstroom, meer in het bijzonder het debiet van de luchtstroom, laat ook toe kleine afwijkingen betreffende dit verband te compenseren, meer in het bijzonder afwijkingen door drukvallen in de voedingsleiding die te wijten zijn aan het debiet. Voor de uitvinding is het belangrijk een verband te bekomen dat betrouwbaar, stabiel en redelijk lineair is tussen de uitvoerdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar en de positie van de stappenmotor van de tweede drukregelaar die de pilootdruk naar de pilootgestuurde eerste drukregelaar bepaalt. De signalen van de druksensor en de bepaling van de luchtstroom kunnen dit verband beïnvloeden. De positie van de stappenmotor van de tweede drukregelaar is echter de stuurvariabele voor de uitvoerdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar.The invention offers the advantage that a reasonably reliable relationship is achieved between, on the one hand, the pilot pressure of the pilot-controlled first pressure regulator, which is determined, for example, by the position of a stepper motor of the second pressure regulator, and, on the other hand, the output pressure of the pilot-controlled first pressure regulator. The pressure sensor for the supply pressure makes it possible to compensate for small deviations with regard to this relationship. If the feed pressure falls below a certain value, the influence thereof can be compensated or signaled. Determining the air flow, more in particular the flow of the air flow, also makes it possible to compensate for small deviations with regard to this relationship, more in particular deviations due to pressure drops in the supply line due to the flow. For the invention, it is important to obtain a relationship that is reliable, stable and reasonably linear between the output pressure of the pilot-controlled first pressure controller and the position of the stepper motor of the second pressure controller that determines the pilot pressure to the pilot-controlled first pressure controller. The signals from the pressure sensor and the determination of the air flow can influence this relationship. The position of the stepper motor of the second pressure regulator, however, is the control variable for the output pressure of the pilot-controlled first pressure regulator.

Indien meerdere weefmachines gekoppeld zijn aan een gecentraliseerde controle-eenheid, kunnen door middel van de verschillende drukmetingen drukverschillen in de toevoerleidingen naar de verschillende weefmachines worden belicht. Dit iaat toe onregelmatigheden ter hoogte van bepaalde toevoerleidingen en/of vervuiling van de luchtfilter te detecteren.If several weaving machines are coupled to a centralized control unit, pressure differences in the supply lines to the different weaving machines can be exposed by means of the different pressure measurements. This allows the detection of irregularities at the level of certain supply lines and / or contamination of the air filter.

Korte beschrijving van de figuren.Brief description of the figures.

In wat volgt worden uitvoeringsvormen van de uitvinding in detail beschreven op basis van verschillende schematische figuren. Doorheen de figuren worden dezelfde of gelijkaardige elementen aangeduid door dezelfde referentienummers.In the following, embodiments of the invention are described in detail on the basis of various schematic figures. Throughout the figures, the same or similar elements are indicated by the same reference numbers.

Figuur 1 is een schematisch zicht van een luchttoevoersysteem voor een luchtweefmachine, dat een pilootgestuurde eerste drukregelaar, een motorgestuurde tweede drukregelaar en een manueel aanpasbare derde drukregelaar bevat;Figure 1 is a schematic view of an air supply system for an airjet weaving machine, which includes a pilot-controlled first pressure controller, a motor-controlled second pressure controller, and a manually adjustable third pressure controller;

Figuur 2 is een schematisch zicht van een doorsnede van een uitvoeringsvorm van een pilootgestuurde eerste drukregelaar;Figure 2 is a schematic sectional view of an embodiment of a pilot controlled first pressure regulator;

Figuur 3 is een schematisch zicht van een doorsnede van een variante van de pilootgestuurde eerste drukregelaar uit figuur 2;Figure 3 is a schematic cross-sectional view of a variant of the pilot-controlled first pressure regulator of Figure 2;

Figuur 4 is een schematisch zicht van een doorsnede van nog een andere variante van de pilootgestuurde eerste drukregelaar uit figuur 2;Figure 4 is a schematic sectional view of yet another variant of the pilot-controlled first pressure regulator of Figure 2;

Figuur 5 is een schematisch zicht van een doorsnede van een motorgestuurde tweede drukregelaar;Figure 5 is a schematic cross-sectional view of a motor-controlled second pressure regulator;

Figuur 6 is een schematisch zicht van een doorsnede van een variante van de motorgestuurde tweede drukregelaar uit figuur 5;Figure 6 is a schematic cross-sectional view of a variant of the motor-controlled second pressure regulator of Figure 5;

Figuur 7 is een schematisch zicht van een doorsnede van een uitvoeringsvorm van een pilootgestuurde eerste drukregelaar waarin een motorgestuurde tweede drukregelaar is geïntegreerd;Figure 7 is a schematic cross-sectional view of an embodiment of a pilot-controlled first pressure controller in which a motor-controlled second pressure controller is integrated;

Figuur 8 is een schematisch zicht van een doorsnede van nog een andere variante van de pilootgestuurde eerste drukregelaar van figuur 2;Figure 8 is a schematic sectional view of yet another variant of the pilot controlled first pressure regulator of Figure 2;

Figuur 9 is een schematisch zicht van een doorsnede van een variante van de pilootgestuurde eerste drukregelaar uit figuur 8;Figure 9 is a schematic sectional view of a variant of the pilot-controlled first pressure regulator of Figure 8;

Figuur 10 is een schematisch zicht van een open-loop sturing van een luchttoevoersysteem, en;Figure 10 is a schematic view of an open loop control of an air supply system, and;

Figuur 11 is een schematisch zicht van een luchttoevoersysteem volgens de uitvinding voor een luchtweefmachine.Figure 11 is a schematic view of an air supply system according to the invention for an air weaving machine.

Gedetailleerde beschrijving van voorkeurdragende uitvoeringsvormen.Detailed description of preferred embodiments.

Figuur 1 toont een schematisch zicht van een luchttoevoersysteem 1 voor een luchtweefmachine dat een eerste drukregelaar 2, een tweede drukregelaar 3 en een derde drukregelaar 4 bevat, in het bijzonder een pilootgestuurde eerste drukregelaar 2, een motorgestuurde tweede drukregelaar 3 en een manueel aanpasbare derde drukregelaar 4. Het luchttoevoersysteem 1 dient voor het toevoeren van perslucht vanaf een persluchtbron 5 via een luchtfilter 6, een voedingsleiding 7, de eerste drukregelaar 2, een bufferluchttank 8 en een ventielsysteem 9 naar een blaasinrichting 10. De pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 is voorzien stroomopwaarts van de bufferluchttank 8 en dient voor het regelen van een luchtstroom doorheen de eerste drukregelaar 2 zodat lucht met een gewenste uitvoerdruk via een leiding 12 vanaf de uitlaat 11 van de drukregelaar 2 aan de bufferluchttank 8 wordt toegevoerd. De eerste drukregelaar 2 is aangebracht tussen de persluchtbron 5 en de bufferluchttank 8, en dient voor het regelen van de druk in de bufferluchttank 8. De bufferluchttank 8 is aangebracht tussen de eerste drukregelaar 2 en de blaasinrichting 10.Figure 1 shows a schematic view of an air supply system 1 for an air weaving machine comprising a first pressure regulator 2, a second pressure regulator 3 and a third pressure regulator 4, in particular a pilot-controlled first pressure regulator 2, a motor-controlled second pressure regulator 3 and a manually adjustable third pressure regulator 4. The air supply system 1 serves for supplying compressed air from a compressed air source 5 via an air filter 6, a supply line 7, the first pressure regulator 2, a buffer air tank 8 and a valve system 9 to a blower 10. The pilot-controlled first pressure regulator 2 is provided upstream with the buffer air tank 8 and serves to control an air flow through the first pressure regulator 2 so that air with a desired output pressure is supplied via a line 12 from the outlet 11 of the pressure regulator 2 to the buffer air tank 8. The first pressure regulator 2 is arranged between the compressed air source 5 and the buffer air tank 8, and serves to control the pressure in the buffer air tank 8. The buffer air tank 8 is arranged between the first pressure regulator 2 and the blowing device 10.

De eerste drukregelaar 2, in het bijzonder de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2, wordt geregeld door een pilootdruk die aan de eerste drukregelaar 2 wordt toegevoerd. De pilootdruk voor de eerste drukregelaar 2 wordt geregeld door gebruik van de tweede drukregelaar 3, in het bijzonder de motorgestuurde tweede drukregelaar 3, om perslucht op een pilootdruk via een leiding 13 toe te voeren aan de eerste drukregelaar 2. Aan de tweede drukregelaar 3 wordt perslucht gevoed via de derde drukregelaar 4, in het bijzonder de manueel aanpasbare derde drukregelaar 4 en een leiding 14. Het luchttoevoersysteem 1 bevat een druksensor 15 aangebracht stroomopwaarts van de eerste drukregelaar 2 voor het meten van een voedingsdruk in de voedingsleiding 7 tussen de persluchtbron 5 en de eerste drukregelaar 2. De druksensor 15 is eveneens stroomopwaarts van de tweede drukregelaar 3 en van de derde drukregelaar 4 aangebracht. Verder bevat het luchttoevoersysteem 1 een toestel 30 voor het bepalen van een luchtstroom doorheen de eerste drukregelaar 2, meer in het bijzonder een luchtstroommeetinrichting 16, welke luchtstroommeetinrichting 16 stroomopwaarts van de eerste drukregelaar 2 in de voedingsleiding 7 is aangebracht. De door de luchtstroommeetinrichting 16 gemeten luchtstroom wordt in hoofdzaak bepaald door de luchtstroom doorheen de eerste drukregelaar 2, daar de luchtstroom doorheen de tweede drukregelaar 3 en de derde drukregelaar 4 verwaarloosbaar klein is. Een luchtstroommeetinrichting is bijvoorbeeld beschreven in WO 2010/046092 waarvan de inhoud hierbij geïncorporeerd wordt door referentie. Volgens de uitvinding bevat een drukregelinrichting 17 minstens de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bevat de drukregelinrichting 17 de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2, de motorgestuurde tweede drukregelaar 3 en de manueel aanpasbare derde drukregelaar 4. De drukregelinrichting 17 is stroomafwaarts van de persluchtbron 5 aangebracht.The first pressure regulator 2, in particular the pilot-controlled first pressure regulator 2, is controlled by a pilot pressure which is supplied to the first pressure regulator 2. The pilot pressure for the first pressure regulator 2 is controlled by using the second pressure regulator 3, in particular the motor-controlled second pressure regulator 3, to supply compressed air at a pilot pressure via a line 13 to the first pressure regulator 2. The second pressure regulator 3 is compressed air supplied via the third pressure regulator 4, in particular the manually adjustable third pressure regulator 4 and a line 14. The air supply system 1 comprises a pressure sensor 15 arranged upstream of the first pressure regulator 2 for measuring a supply pressure in the supply line 7 between the compressed air source 5 and the first pressure regulator 2. The pressure sensor 15 is also arranged upstream of the second pressure regulator 3 and of the third pressure regulator 4. Furthermore, the air supply system 1 comprises an apparatus 30 for determining an air flow through the first pressure regulator 2, more particularly an air flow measuring device 16, which air flow measuring device 16 is arranged upstream of the first pressure regulator 2 in the supply line 7. The air flow measured by the air flow measuring device 16 is mainly determined by the air flow through the first pressure regulator 2, since the air flow through the second pressure regulator 3 and the third pressure regulator 4 is negligibly small. An air flow measuring device is described, for example, in WO 2010/046092, the contents of which are hereby incorporated by reference. According to the invention, a pressure control device 17 comprises at least the pilot-controlled first pressure controller 2. In the illustrated embodiment, the pressure control device 17 comprises the pilot-controlled first pressure controller 2, the motor-controlled second pressure controller 3 and the manually adjustable third pressure controller 4. The pressure control device 17 is downstream of the compressed air source 5 applied.

De eerste drukregelaar 2 wordt gestuurd met een instelbare pilootdruk als stuurvariabele. Bij een pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 wordt een ventielelement 18 opgesteld voor heen en weer gaande beweging door een actuator 19, welke actuator 19 belast wordt door een belasting vanwege de pilootdruk vanaf de tweede drukregelaar 3 tegen de belasting vanwege de uitvoerdruk aan de uitlaat 11. Verder kan een krachtelement 20 zoals een veer worden voorzien om de drukregelaar 2 in gesloten toestand te dwingen, welk krachtelement 20 een kleine en nagenoeg constante kracht kan uitoefenen. Het krachtelement 20 werkt tegengesteld aan de pilootdruk op het ventielelement 18. Het krachtelement 20 dient om de eerste drukregelaar 2 gesloten te houden, dit betekent het ventielelement 18 in gesloten positie houden, wanneer geen pilootdruk wordt uitgeoefend of wanneer geen debiet wordt gevraagd.The first pressure regulator 2 is controlled with an adjustable pilot pressure as control variable. In a pilot-controlled first pressure regulator 2, a valve element 18 is arranged for reciprocating movement by an actuator 19, which actuator 19 is loaded by a load due to the pilot pressure from the second pressure regulator 3 against the load due to the output pressure at the outlet 11. Further a force element 20 such as a spring can be provided to force the pressure regulator 2 in the closed position, which force element 20 can exert a small and substantially constant force. The force element 20 acts in opposition to the pilot pressure on the valve element 18. The force element 20 serves to keep the first pressure regulator 2 closed, which means to keep the valve element 18 in the closed position when no pilot pressure is applied or when no flow is requested.

Bij deze pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 wordt het ventielelement 18 naar een open positie gedwongen door de kracht uitgeoefend door de pilootdruk op de actuator 19 en naar een gesloten positie door de kracht uitgeoefend door de uitvoerdruk op de actuator 19. Door de pilootdruk voldoende hoog te kiezen kan het ventielelement 18 hierbij in een volledig open positie gehouden worden. Het krachtelement 20 dwingt hierbij het ventielelement 18 naar een gesloten positie, waarbij de kracht uitgeoefend door het krachtelement 20 in normaal gebruik wezenlijk kleiner is dan de kracht uitgeoefend door de pilootdruk of de kracht uitgeoefend door de uitvoerdruk.With this pilot-controlled first pressure regulator 2, the valve element 18 is forced to an open position by the force exerted by the pilot pressure on the actuator 19 and to a closed position by the force exerted by the output pressure on the actuator 19. By selecting the pilot pressure sufficiently high the valve element 18 can hereby be held in a completely open position. The force element 20 herein forces the valve element 18 to a closed position, wherein the force exerted by the force element 20 in normal use is substantially smaller than the force exerted by the pilot pressure or the force exerted by the output pressure.

De tweede drukregelaar 3 is motorgestuurd en is voorzien voor het regelen van de instelbare pilootdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2. Zoals verder nog uitgelegd wordt, wordt de pilootdruk bij voorkeur lager gekozen dan een voedingsdruk van de persluchtbron 5 naar de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2. Het is gekend dat in weverijen de voedingsdruk meestal gekozen wordt tussen 5 bar en 7 bar, bijvoorbeeld 5,5 bar, en dat de voedingsdruk willekeurig kan variëren in de tijd. In weverijen kunnen bijvoorbeeld, wanneer een voedingsdruk van 5,5 bar gekozen wordt, willekeurige variaties in voedingsdruk tussen 5,3 bar en 5,8 bar voorkomen. Om te vermijden dat drukvariaties in de voedingsdruk resulteren in een variatie van de pilootdruk, wordt de pilootdruk geregeld door de tweede drukregelaar 3 naar een druk die lager is dan de minimale verwachte voedingsdruk van de persluchtbron 5, in een uitvoeringsvorm naar een druk tussen 2,5 bar en 3,5 bar.The second pressure regulator 3 is motor-controlled and is provided for controlling the adjustable pilot pressure of the pilot-controlled first pressure regulator 2. As will be further explained, the pilot pressure is preferably chosen to be lower than a supply pressure from the compressed air source 5 to the pilot-controlled first pressure regulator 2. It is known that in weaving mills the feed pressure is usually chosen between 5 bar and 7 bar, for example 5.5 bar, and that the feed pressure can vary arbitrarily over time. In weaving mills, for example, when a feed pressure of 5.5 bar is selected, random variations in feed pressure between 5.3 bar and 5.8 bar can occur. To prevent pressure variations in the supply pressure resulting in a variation of the pilot pressure, the pilot pressure is controlled by the second pressure regulator 3 to a pressure lower than the minimum expected supply pressure of the compressed air source 5, in one embodiment to a pressure between 2, 5 bar and 3.5 bar.

In figuur 1 is tevens een derde drukregelaar 4 voorzien voor het regelen van een voedingsdruk voor de tweede drukregelaar 3. Volgens een uitvoeringsvorm is de derde drukregelaar 4 een manueel aanpasbare drukregelaar. De voedingsdruk voor de tweede drukregelaar 3 wordt hierbij lager ingesteld dan de voedingsdruk van de persluchtbron 5 en hoger ingesteld dan de gewenste pilootdruk naar de eerste drukregelaar 2, bijvoorbeeld ingesteld op ongeveer 4 bar. In het geval dat een motorgestuurde drukregelaar wordt gebruikt als een tweede drukregelaar 3, is een dergelijke verlaging ook voordelig daar de krachten op de tweede drukregelaar 3 hierdoor relatief laag zijn en een kleinere motor kan worden gebruikt. In andere uitvoeringsvormen wordt de derde drukregelaar 4 weggelaten, waardoor de voedingsdruk van de tweede drukregelaar 3 overeen komt met de voedingsdruk van de persluchtbron 5.In figure 1 a third pressure regulator 4 is also provided for controlling a supply pressure for the second pressure regulator 3. According to an embodiment, the third pressure regulator 4 is a manually adjustable pressure regulator. The supply pressure for the second pressure regulator 3 is hereby set lower than the supply pressure from the compressed air source 5 and set higher than the desired pilot pressure to the first pressure regulator 2, for example set at approximately 4 bar. In the case that a motor-controlled pressure regulator is used as a second pressure regulator 3, such a reduction is also advantageous since the forces on the second pressure regulator 3 are hereby relatively low and a smaller motor can be used. In other embodiments, the third pressure regulator 4 is omitted, whereby the feed pressure of the second pressure regulator 3 corresponds to the feed pressure of the compressed air source 5.

In figuur 1 is een stuureenheid 21, meer in het bijzonder een open-loop stuureenheid 21 weergegeven die aangebracht is om door het sturen van de tweede drukregelaar 3 een stuurvariabele van de eerste drukregelaar 2, bij deze uitvoeringsvorm de pilootdruk voor de eerste drukregelaar 2, te sturen of te regelen in functie van bijvoorbeeld de gemeten voedingsdruk van de persluchtbron 5, een bepaalde luchtstroom doorheen de voedingsleiding 7, de gewenste uitvoerdruk p_w en/of een insertieparameter zoals een aankomstogenblik van een inslagdraad aan een draaddetector 22 die bijvoorbeeld is aangebracht langs een insertiepad van de inslagdraad. In de context van de uitvinding wordt met "open-loop stuureenheid" bedoeld een stuureenheid voor het sturen van de uitvoerdruk van een drukregelaar waarbij de uitvoerdruk van de drukregelaar niet gemeten wordt en niet gebruikt wordt als terugkoppeling voor het sturen van de uitvoerdruk, maar waarbij de uitvoerdruk wel kan gestuurd worden afhankelijk van andere parameters dan de uitvoerdruk, parameters zoals bijvoorbeeld de voornoemde voedingsdruk, de gewenste uitvoerdruk, de voornoemde luchtstroom, het voornoemde aankomstogenblik en/of andere dergelijke parameters. Met "open-loop" wordt zodoende bedoeld dat er geen terugkoppeling is van de actuele uitvoerdruk, maar dat de gewenste waarde voor de uitvoerdruk wel op basis van andere parameters kan geregeld worden. Indien de blaasinrichting 10 een hoofdblazer bevat, wordt de uitvoerdruk aangepast aan gemeten parameters voor de ingebrachte inslagdraad, terwijl indien de blaasinrichting 10 een bijblazer bevat de uitvoerdruk meestal constant gehouden of sporadisch gewijzigd wordt. De stuureenheid 21 kan samenwerken met het toestel 30, in het bijzonder met de luchtstroommeetinrichting 16 van het toestel 30. Bij voorkeur wordt een feedbacksturing van de drukregelinrichting 17 op basis van de uitvoerdruk aan de uitgang 11 of de druk in de bufferluchttank 8 vermeden, zodat er geen druksensor moet worden voorzien stroomafwaarts van de uitgang 11 van de eerste drukregelaar 2, bijvoorbeeld ter hoogte van de bufferluchttank 8. Verder bevat het toestel 30 in plaats van of in aanvulling op de luchtstroommeetinrichting 16 bijvoorbeeld een berekeningseenheid 23 voor het berekenen van een luchtstroom doorheen de eerste drukregelaar 2. Volgens een andere mogelijkheid maakt de berekeningseenheid 23 deel uit van de stuureenheid 21. De berekeningseenheid 23 kan de luchtstroom berekenen, bijvoorbeeld als een som van waarden bepaald in functie van parameters zoals openingstijden van de ventielsystemen 9 naar de blaasinrichtingen 10, de druk gevoed aan de blaasinrichtingen 10, het soort mondstukken van de blaasinrichtingen 10, het aantal blaasinrichtingen 10 dat wordt gebruikt en andere parameters. Deze berekening kan gebaseerd zijn op voorafgaande metingen of op formules van de dynamica van luchtstromingen.Figure 1 shows a control unit 21, more in particular an open-loop control unit 21, which is arranged to control a second variable controller 3 by controlling the second pressure controller 3, in this embodiment the pilot pressure for the first pressure controller 2, to control or control as a function of, for example, the measured supply pressure of the compressed air source 5, a specific air flow through the supply line 7, the desired output pressure p_w and / or an insertion parameter such as an arrival time of a weft thread on a wire detector 22 which is arranged along a insertion path of the weft thread. In the context of the invention, "open-loop control unit" is understood to mean a control unit for controlling the output pressure of a pressure controller wherein the output pressure of the pressure controller is not measured and is not used as feedback for controlling the output pressure, but where the output pressure can be controlled depending on parameters other than the output pressure, parameters such as, for example, the aforementioned supply pressure, the desired output pressure, the aforementioned air flow, the aforementioned arrival moment and / or other such parameters. By "open loop" is thus meant that there is no feedback from the current output pressure, but that the desired value for the output pressure can be controlled on the basis of other parameters. If the blower 10 contains a main blower, the output pressure is adjusted to measured parameters for the inserted weft thread, while if the blower 10 contains an additional blower, the output pressure is usually kept constant or sporadically changed. The control unit 21 can cooperate with the device 30, in particular with the air flow measuring device 16 of the device 30. Preferably, feedback control of the pressure control device 17 on the basis of the output pressure at the outlet 11 or the pressure in the buffer air tank 8 is avoided, so that no pressure sensor has to be provided downstream of the outlet 11 of the first pressure regulator 2, for example at the level of the buffer air tank 8. Furthermore, the device 30 comprises, instead of or in addition to the air flow measuring device 16, for example, a calculation unit 23 for calculating an air flow through the first pressure regulator 2. According to another possibility, the calculation unit 23 forms part of the control unit 21. The calculation unit 23 can calculate the air flow, for example as a sum of values determined as a function of parameters such as opening times of the valve systems 9 to the blowers 10 , the pressure fed to the blowers 10, the type of nozzles of blowers 10, the number of blowers 10 used and other parameters. This calculation can be based on prior measurements or on air flow dynamics formulas.

Zoals weergegeven in figuur 2 wordt de actuator 19 van de eerste drukregelaar 2 gevormd door een membraanactuator 24 met een eerste membraan 25 dat aan één kant belast wordt door een pilootdruk afkomstig van de tweede drukregelaar 3 en aan de andere kant belast wordt door de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2. De eerste drukregelaar 2 bevat verder een ventielelement 18 dat opgesteld is voor een heen en weer gaande beweging door de actuator 19.As shown in Figure 2, the actuator 19 of the first pressure regulator 2 is formed by a diaphragm actuator 24 with a first diaphragm 25 which is loaded on one side by a pilot pressure from the second pressure regulator 3 and on the other hand is loaded by the output pressure of the first pressure regulator 2. The first pressure regulator 2 further comprises a valve element 18 arranged for reciprocating movement through the actuator 19.

Bij de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 2 is tevens een tweede membraan 26 voorzien dat wordt belast door de pilootdruk afkomstig van de tweede drukregelaar 3. Het tweede membraan 26 is gekoppeld voor krachtoverdracht met het eerste membraan 25 door een stang 27, zodat het tweede membraan 26 op het eerste membraan 25 kan drukken. De belasting op het tweede membraan 26 wordt uitgeoefend op het eerste membraan 25, en de resulterende belasting op het eerste membraan 25 wordt gebalanceerd door de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2. De uitvoerdruk is alleen in contact met het eerste membraan 25. De effectieve oppervlakte van het eerste membraan 25 waarop de pilootdruk inwerkt wordt iets verkleind door de stang 27. Echter is deze verkleining in het algemeen verwaarloosbaar en is de effectieve oppervlakte belast door de pilootdruk wezenlijk gelijk aan de gezamenlijke oppervlakte van het eerste en het tweede membraan 25, 26. Derhalve is de effectieve oppervlakte die belast wordt door de pilootdruk aanzienlijk groter dan de effectieve oppervlakte die belast wordt door de uitvoerdruk. De uitvoerdruk is hierbij ongeveer het dubbel van de pilootdruk, bijvoorbeeld 1,9 keer de pilootdruk. Door deze opstelling wordt een compacte pilootgestuurde drukregelaar 2 bekomen.In the embodiment shown in Fig. 2, a second membrane 26 is also provided which is loaded by the pilot pressure from the second pressure regulator 3. The second membrane 26 is coupled for power transfer to the first membrane 25 through a rod 27, so that the second membrane 26 can press on the first membrane 25. The load on the second membrane 26 is applied to the first membrane 25, and the resulting load on the first membrane 25 is balanced by the output pressure of the first pressure controller 2. The output pressure is only in contact with the first membrane 25. The effective area of the first membrane 25 on which the pilot pressure acts is slightly reduced by the rod 27. However, this reduction is generally negligible and the effective area loaded by the pilot pressure is substantially equal to the combined area of the first and second membrane 25, 26 Therefore, the effective area loaded by the pilot pressure is considerably larger than the effective area loaded by the output pressure. The output pressure is approximately twice the pilot pressure, for example 1.9 times the pilot pressure. A compact pilot-controlled pressure regulator 2 is obtained by this arrangement.

Hierbij is een eerste drukkamer 31 voor pilootdruk begrensd door het eerste membraan 25 en is een tweede drükkamer 32 voor pilootdruk begrensd door het tweede membraan 26. De drukkamers 31 en 32 zijn gestapeld en onderling verbonden door een tussenliggende kamer 33. De eerste drukkamer 31 wordt verder begrensd door een deksel 34. De tussenliggende kamer 33 communiceert met de omgeving via een opening 35, zodat de omgevingsdruk heerst in de tussenliggende kamer 33. De tussenliggende kamer 33 wordt begrensd door het tweede membraan 26 en het deksel 34. De uitlaat 11 communiceert met de drukkamer 71 via een opening 72.Here, a first pilot pressure chamber 31 is bounded by the first membrane 25 and a second pilot pressure chamber 32 is bounded by the second membrane 26. The pressure chambers 31 and 32 are stacked and interconnected by an intermediate chamber 33. The first pressure chamber 31 is further bounded by a lid 34. The intermediate chamber 33 communicates with the environment through an opening 35, so that the ambient pressure prevails in the intermediate chamber 33. The intermediate chamber 33 is bounded by the second membrane 26 and the lid 34. The outlet 11 communicates with the pressure chamber 71 through an opening 72.

Het deksel 34 dat de eerste drukkamer 31 begrenst, is voorzien van een doorgaande opening 36 waardoor de stang 27 beweegt. Tussen de stang 27 en de opening 36 kan een afdichting, bijvoorbeeld een dichtingsring voorzien worden. Het deksel 34 bevat een kleine opening 79 die toelaat dat een kleine lekluchtstroom van de eerste drukkamer 31 via de openingen 35 en 79 naar de omgeving kan stromen. Deze lekluchtstroom stroomt tevens door de tweede drukregelaar 3, hetgeen het voordeel biedt dat de tweede drukregelaar 3 door deze lekluchtstroom minder gevoelig is voor zogenaamde hystérésis. In de context van deze uitvinding betekent "hystérésis" dat de pilootdruk naar de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 bij een bepaalde verandering van positie van de stappenmotor van de tweede drukregelaar 3 nagenoeg gelijk blijft, zowel indien deze stappenmotor zich naar bepaalde positie beweegt met een beweging in de ene richting als met een beweging in de tegengestelde richting. Hystérésis kan ontstaan door wrijving en vervormingen bij afwezigheid van een luchtstroom doorheen de tweede drukregelaar 3. Door de lekluchtstroom kan de pilootdruk indien gewenst dalen. De stang 27 bevat tevens een axiale luchtleiding 37 die toelaat dat perslucht tussen de eerste drukkamer 31 en de tweede drukkamer 32 stroomt. De luchtleiding 37 eindigt met openingen 28. De lekluchtstroom stroomt eveneens door de leiding 13, de drukkamer 32, de axiale luchtleiding 37 met opening 28 en de drukkamer 31. De luchtleiding 37 biedt als voordeel dat de pilootdruk kan toegevoerd worden aan zowel de eerste drukkamer 31 als aan de tweede drukkamer 32 via slechts een leiding 13. Indien geen afdichting tussen de stang 27 en de opening 36 is voorzien kan de functie van de opening 79 vervangen worden door het voorzien van een vooraf bepaalde beperkte speling tussen de stang 27 en de opening 36.The lid 34 which defines the first pressure chamber 31 is provided with a through-opening 36 through which the rod 27 moves. A seal, for example a sealing ring, can be provided between the rod 27 and the opening 36. The cover 34 has a small opening 79 which allows a small leakage air flow from the first pressure chamber 31 to flow into the environment via the openings 35 and 79. This leakage air flow also flows through the second pressure regulator 3, which offers the advantage that the second pressure regulator 3 is less sensitive to so-called hysteresis due to this leakage air flow. In the context of this invention, "hysteresis" means that the pilot pressure to the pilot controlled first pressure regulator 2 remains substantially the same with a certain change in position of the stepper motor of the second pressure regulator 3, both if this stepper motor moves to a certain position with a movement in one direction as well as a movement in the opposite direction. Hystérésis can occur due to friction and deformations in the absence of an air flow through the second pressure regulator 3. The leakage air flow can cause the pilot pressure to drop if desired. The rod 27 also includes an axial air line 37 that allows compressed air to flow between the first pressure chamber 31 and the second pressure chamber 32. The air line 37 ends with openings 28. The leakage air flow also flows through the line 13, the pressure chamber 32, the axial air line 37 with opening 28 and the pressure chamber 31. The air line 37 offers the advantage that the pilot pressure can be supplied to both the first pressure chamber 31 as to the second pressure chamber 32 via only a line 13. If no seal is provided between the rod 27 and the opening 36, the function of the opening 79 can be replaced by providing a predetermined limited clearance between the rod 27 and the opening 36.

Figuur 3 toont een eerste drukregelaar 2 met een membraanactuator 24 gelijkaardig aan figuur 2. De membraanactuator 24 van de in figuur 3 weergegeven eerste drukregelaar 2 bevat naast een eerste membraan 25 en een tweede membraan 26 zoals weergegeven in figuur 2, tevens een derde membraan 38 belast door de pilootdruk dat voorzien is in een gestapelde samenstelling. Het derde membraan 38 is in een bijhorende derde drukkamer 39 aangebracht en de belasting uitgeoefend op het derde membraan 38 wordt overgedragen naar het tweede membraan 26 voorzien via een stang 40 op een gelijkaardige wijze als de stang 27 weergegeven in figuur 2 in een krachtoverdracht tussen het tweede membraan 26 en het eerste membraan 25 kan voorzien in figuur 2. Tevens is een tussenliggende kamer 41 tussen de drukkamers 32 en 39 voorzien. De tussenliggende kamer 41 is gelijkaardig aan de tussenliggende kamer 33 en kan ook voorzien worden van een opening 73 naar de omgeving gelijkaardig aan de opening 35. Het fluïdum onder pilootdruk wordt gevoed naar de derde drukkamer 39 via de leiding 13. De stang 40 bevat een axiale luchtleiding 37 met een eerste opening 28 die eindigt in de eerste drukkamer 31 en met een tweede opening 29 die eindigt in de tweede drukkamer 32. Volgens nog een andere variante, kunnen meer dan drie membranen met een bijhorende drukkamer voor pilootdruk in een gestapelde samenstelling voorzien worden, met bijvoorbeeld bijhorende tussenliggende kamers tussen naburige drukkamers voor pilootdruk en bijhorende stangen.Figure 3 shows a first pressure controller 2 with a membrane actuator 24 similar to Figure 2. The membrane actuator 24 of the first pressure controller 2 shown in Figure 3 comprises, in addition to a first membrane 25 and a second membrane 26 as shown in Figure 2, also a third membrane 38 loaded by the pilot pressure that is provided in a stacked composition. The third diaphragm 38 is mounted in an associated third pressure chamber 39 and the load exerted on the third diaphragm 38 is transferred to the second diaphragm 26 provided via a rod 40 in a similar manner to the rod 27 shown in Figure 2 in a force transfer between the second membrane 26 and the first membrane 25 can be provided in figure 2. An intermediate chamber 41 is also provided between the pressure chambers 32 and 39. The intermediate chamber 41 is similar to the intermediate chamber 33 and can also be provided with an opening 73 to the environment similar to the opening 35. The fluid under pilot pressure is fed to the third pressure chamber 39 via the line 13. The rod 40 comprises a axial air line 37 with a first opening 28 that ends in the first pressure chamber 31 and with a second opening 29 that ends in the second pressure chamber 32. According to yet another variant, more than three membranes with a corresponding pressure chamber for pilot pressure can be arranged in a stacked composition provided, for example, with associated intermediate chambers between adjacent pressure chambers for pilot pressure and associated rods.

In figuur 4 wordt een andere variante uitvoeringsvorm van een eerste drukregelaar 2 weergegeven met een membraanactuator 24 die een eerste membraan 42 bevat dat wordt belast door de uitvoerdruk via de opening 72 en een tweede membraan 43 dat wordt belast door de pilootdruk via de leiding 13, waarbij de effectieve oppervlakte van het eerste membraan 42 wezenlijk kleiner is dan de effectieve oppervlakte van het tweede membraan 43. De pilootdruk is aanwezig in de drukkamer 74, terwijl de uitvoerdruk aanwezig is in de drukkamer 75. Het eerste membraan 42 en het tweede membraan 43 worden bij deze uitvoeringsvorm gekoppeld door een stang 44, bijvoorbeeld een ringvormige stang 44, en bewegen samen, waarbij de belasting van de uitvoerdruk die werkt op het eerste membraan 42 gebalanceerd wordt door de belasting van de pilootdruk die werkt op het tweede membraan 43. Daardoor is de uitvoerdruk voor het balanceren van de pilootdruk wezenlijk hoger dan de pilootdruk. Een opening 35 voor een lekluchtstroom is voorzien in de drukkamer 74 onder pilootdruk. Door het voorzien van een opening 80 kan de tussenliggende kamer 76 tussen het eerste en tweede membraan 42, 43 onder omgevingsdruk gehouden worden.Figure 4 shows another variant embodiment of a first pressure regulator 2 with a membrane actuator 24 containing a first membrane 42 that is loaded by the output pressure via the opening 72 and a second membrane 43 that is loaded by the pilot pressure via the line 13, wherein the effective area of the first membrane 42 is substantially smaller than the effective area of the second membrane 43. The pilot pressure is present in the pressure chamber 74, while the output pressure is present in the pressure chamber 75. The first membrane 42 and the second membrane 43 in this embodiment are coupled by a rod 44, for example an annular rod 44, and move together, the load of the output pressure acting on the first membrane 42 being balanced by the load of the pilot pressure acting on the second membrane 43. As a result the output pressure for balancing the pilot pressure is substantially higher than the pilot pressure. An opening 35 for a leakage air flow is provided in the pressure chamber 74 under pilot pressure. By providing an opening 80, the intermediate chamber 76 between the first and second membrane 42, 43 can be kept under ambient pressure.

Een membraanactuator 24 zoals weergegeven in de figuren 2 tot 4 vormt in elk geval een belastingamplificatieinrichting 45, zodat een belasting uitgeoefend door de pilootdruk op de membraanactuator 24 wordt vergroot of geamplificeerd. De belastingamplificatieinrichting 45 vormt hierbij een integraal component van de compacte membraanactuator 24. Door het voorzien van een belastingamplificatieinrichting 45 wordt een belasting uitgeoefend door de pilootdruk op de membraanactuator 24 vergroot, zodat een gewenste uitvoerdruk kan worden ingesteld bij een pilootdruk die lager is gekozen dan de uitvoerdruk of die lager is gekozen dan de minimaal verwachte waarde van de voedingsdruk van de persluchtbron 5 (getoond in figuur 1).A diaphragm actuator 24 as shown in Figs. 2 to 4 in any case forms a load amplification device 45, so that a load exerted by the pilot pressure on the diaphragm actuator 24 is increased or amplified. The load amplification device 45 herein forms an integral component of the compact membrane actuator 24. By providing a load amplification device 45, a load exerted by the pilot pressure on the membrane actuator 24 is increased, so that a desired output pressure can be set at a pilot pressure selected lower than the pilot pressure. output pressure or selected to be lower than the minimum expected value of the supply pressure of the compressed air source 5 (shown in Figure 1).

De belasting door de pilootdruk wordt hierbij gebalanceerd door de belasting door de uitvoerdruk en het krachtelement 20. De belastingamplificatieinrichting 45 laat een relatief hoge uitvoerdruk toe met een pilootdruk die relatief laag is en onafhankelijk is van de voedingsdruk vanaf de persluchtbron 5. Een belasting-amplificatieinrichting 45 laat toe een uitvoerdruk in te stellen die even hoog is als de voedingsdruk, zodat de voedingsdruk ten volle kan worden gebruikt voor het inbrengen van inslagdraden.The load due to the pilot pressure is herein balanced by the load due to the output pressure and the force element 20. The load amplification device 45 allows a relatively high output pressure with a pilot pressure that is relatively low and independent of the supply pressure from the compressed air source 5. A load amplification device 45 allows an output pressure to be set that is as high as the feed pressure, so that the feed pressure can be fully utilized for inserting weft threads.

In de uitvoeringvorm van figuren 1 tot 3 worden de membranen 25, 26, 38 gevormd door een scheidingselement dat een beweegbare scheidingswand voor perslucht tussen twee kamers vormt. De membranen 25, 26, 38 bevatten bij deze uitvoeringsvorm een balgvormig element waarvan de randen ingeklemd zijn. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 4 zijn de membranen 42, 43 gevormd door een plaatvormig element, bij voorkeur een relatief elastisch plaatvormig element, zoals een vlies. De membranen 42, 43 vormen een beweegbare scheidingswand tussen twee kamers en hun randen zijn ingeklemd.In the embodiment of Figures 1 to 3, the membranes 25, 26, 38 are formed by a separating element that forms a movable wall for compressed air between two chambers. In this embodiment the membranes 25, 26, 38 comprise a bellows-shaped element whose edges are clamped. In the embodiment of Figure 4, the membranes 42, 43 are formed by a plate-shaped element, preferably a relatively elastic plate-shaped element, such as a membrane. The membranes 42, 43 form a movable partition between two chambers and their edges are clamped.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van een tweede drukregelaar 3. De in figuur 5 weergegeven tweede drukregelaar 3 voor het regelen van de pilootdruk is een motorgestuurde drukregelaar. De tweede drukregelaar 3 bevat een motor 46, bijvoorbeeld een stappenmotor, en een overbrengingsmechanisme 47 met een hefboom 48 voor een overbrenging van een beweging van een motoras 49 van de motor 46 naar een instelelement 50 van de tweede drukregelaar 3. In een uitvoeringsvorm maakt de motoras 49 bij het aansturen van de motor 46 geen ronddraaiende maar een lineaire axiale beweging. De kracht die door de hefboom 48 wordt uitgeoefend op het instelelement 50 bepaalt de voorspanning van de veer 51 die inwerkt op de membraanactuator 52. Het membraan 53 van de tweede drukregelaar 3 wordt enerzijds belast door de veer 51 en anderzijds door de pilootdruk toegevoerd aan de eerste drukregelaar 2 via de leiding 13 en een krachtelement 54 om het ventielelement 55 van de tweede drukregelaar 3 te bewegen. Een dergelijke drukregelaar 3 is gekend uit US 4,627,459.Figure 5 shows an embodiment of a second pressure controller 3. The second pressure controller 3 for controlling the pilot pressure shown in Figure 5 is a motor-controlled pressure controller. The second pressure regulator 3 comprises a motor 46, for example a stepper motor, and a transmission mechanism 47 with a lever 48 for transmitting a movement of a motor shaft 49 of the motor 46 to an adjusting element 50 of the second pressure regulator 3. In one embodiment the motor shaft 49 when driving the motor 46 not a rotating but a linear axial movement. The force exerted by the lever 48 on the adjusting element 50 determines the bias of the spring 51 acting on the diaphragm actuator 52. The diaphragm 53 of the second pressure regulator 3 is loaded on the one hand by the spring 51 and, on the other hand, supplied to the first pressure regulator 2 via the line 13 and a force element 54 for moving the valve element 55 of the second pressure regulator 3. Such a pressure regulator 3 is known from US 4,627,459.

Aan de tweede drukregelaar 3 kan perslucht worden toegevoerd op een lagere druk dan de voedingsdruk, bijvoorbeeld vanaf de derde drukregelaar 4. Indien deze lagere druk voldoende laag onder de voedingsdruk wordt gekozen, bijvoorbeeld op 4 bar bij een voedingsdruk van 5,5 bar, wordt de tweede drukregelaar 3 niet blootgesteld aan ongewenste variaties in de voedingsdruk, zodat een precieze regeling van de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 eenvoudig mogelijk wordt.Compressed air can be supplied to the second pressure regulator 3 at a lower pressure than the supply pressure, for example from the third pressure regulator 4. If this lower pressure is chosen sufficiently low below the supply pressure, for example at 4 bar at a supply pressure of 5.5 bar, the second pressure regulator 3 is not exposed to undesired variations in the supply pressure, so that precise control of the pilot-controlled first pressure regulator 2 is easily possible.

Volgens een uitvoeringsvorm worden bij een kalibratie van het luchttoevoersysteem 1, bijvoorbeeld tijdens een assemblage van het luchttoevoersysteem 1, factoren weggewerkt die de pilootdruk ongewenst beïnvloeden, zoals maattoleranties van onder meer de hefboom 48, de veer 51, het instelelement 50 of het krachtelement 54 van de tweede drukregelaar 3. Dit vereenvoudigt het voorzien van een open-loop stuureenheid 21 voor de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2 zonder feedbacksturing voor de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2.According to an embodiment, during a calibration of the air supply system 1, for example during an assembly of the air supply system 1, factors are eliminated that undesirably influence the pilot pressure, such as dimensional tolerances of, inter alia, the lever 48, the spring 51, the adjusting element 50 or the force element 54 of the second pressure regulator 3. This simplifies the provision of an open-loop control unit 21 for the output pressure of the first pressure regulator 2 without feedback control for the output pressure of the first pressure regulator 2.

In figuur 6 is een uitvoeringvorm van de tweede drukregelaar 3 weergegeven met een behuizing 56 met een inlaat 57 die toelaat perslucht te smoren, een uitlaat 58 naar de leiding 13 naar de eerste drukregelaar 2 getoond in figuren 1 tot 4 en een luchtvolume 59 daar tussenin, waarin een belast overdrukventiel 60 is voorzien op de behuizing 56, welk overdrukventiel 60 belast wordt met een instelbare kracht. Volgens deze uitvoeringsvorm wordt lucht gevoed aan het luchtvolume 59 van de behuizing 56 via de inlaat 57. Daar de inlaat 57 klein is, is er een daling van de druk te wijten aan een smooreffect. Wanneer de druk in het luchtvolume 59 een vooringestelde waarde bereikt, dan opent het overdrukventiel 60, bijvoorbeeld een kogelventiel met een veerelement 61 en een kogel 62, en kan lucht ontsnappen tot de druk is gedaald tot de ingestelde waarde en het overdrukventiel 60 terug sluit. Bij voorkeur wordt het veerelement 61 van het overdrukventiel 60 belast gebruik makend van een plunjer 63, die manueel en/of door een motor 64 stuurbaar is. De motor 64 kan stuurbaar zijn door de stuureenheid 21 weergegeven in figuur 1. De motor 64 van de tweede drukregelaar 3 is bedienbaar om accuraat in een ingestelde druk te voorzien die vervolgens moet worden gebruikt als pilootdruk. De inlaat 57 is aangesloten op de leiding 14, zoals getoond in figuur 1. Door het smoren aan de kleine inlaat 57 is in deze uitvoeringsvorm niet noodzakelijk een derde drukregelaar 4 nodig, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 1 en kan de inlaat 57 rechtstreeks met de voedingsleiding 7 zoals getoond in figuur 1 verbonden worden. Volgens een niet weergegeven variante bevat het overdrukventiel een sluitelement dat wordt aangedreven door een motor in de vorm van een actuator, bijvoorbeeld een lineaire actuator, zoals een magnetische of solenoïde actuator.Figure 6 shows an embodiment of the second pressure controller 3 with a housing 56 with an inlet 57 that allows to throttle compressed air, an outlet 58 to the line 13 to the first pressure controller 2 shown in Figures 1 to 4 and an air volume 59 in between in which a loaded pressure relief valve 60 is provided on the housing 56, which pressure relief valve 60 is loaded with an adjustable force. According to this embodiment, air is supplied to the air volume 59 of the housing 56 via the inlet 57. Since the inlet 57 is small, there is a drop in pressure due to a throttling effect. When the pressure in the air volume 59 reaches a preset value, the pressure relief valve 60 opens, for example a ball valve with a spring element 61 and a ball 62, and air can escape until the pressure has dropped to the set value and the pressure relief valve 60 closes again. The spring element 61 of the pressure relief valve 60 is preferably loaded using a plunger 63, which can be controlled manually and / or by a motor 64. The motor 64 may be controllable by the control unit 21 shown in Figure 1. The motor 64 of the second pressure regulator 3 is operable to accurately provide a set pressure which is then to be used as pilot pressure. The inlet 57 is connected to the line 14, as shown in Figure 1. By throttling to the small inlet 57, a third pressure regulator 4 is not necessarily required in this embodiment, as shown for example in Figure 1, and the inlet 57 can be connected directly to the supply line 7 as shown in figure 1. According to a variant not shown, the pressure relief valve comprises a closing element which is driven by a motor in the form of an actuator, for example a linear actuator, such as a magnetic or solenoid actuator.

Volgens een variante, weergegeven in figuur 7, is de tweede drukregelaar 3 integraal voorzien met een tweede drukkamer 32 van de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2. Hierbij is de tweede drukregelaar 3 geïntegreerd in een bovenkant van de tweede drukkamer 32 van de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2, met andere woorden aangebracht direct boven het tweede membraan 26 van de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2. Bij deze uitvoeringsvorm is een smoorventiel 65 voorzien aan de inlaat 57 van dè tweede drukregelaar 3, die rechtstreeks verbonden is met de voedingsleiding 7. Volgens een niet weergegeven variante kan de inlaat 57 eveneens verbonden worden met de leiding 14 zoals getoond in figuur 1. Het smoorventiel 65 laat toe de smoring ter hoogte van de inlaat 57 passend in te stellen. De smooropening van het smoorventiel 65 wordt ingesteld door een motor 66, in het bijzonder een stappenmotor of enig andere actuator zoals een elektromagnetische actuator, zodat een voldoende luchtstroom doorheen het smoorventiel 65 stroomt om toe te laten de pilootdruk te laten stijgen of dalen. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de pilootdruk in de drukkamer 32 aan de uitgang 58 ingesteld door het sturen van de motor 64 van het overdrukventiel 60 op een wijze zoals beschreven voor figuur 6. De tweede drukkamer 32 vervult dezelfde functie als het luchtvolume 59 zoals beschreven in figuur 6.According to a variant shown in Figure 7, the second pressure regulator 3 is integrally provided with a second pressure chamber 32 of the pilot-controlled first pressure regulator 2. The second pressure regulator 3 is herein integrated in a top of the second pressure chamber 32 of the pilot-controlled first pressure regulator 2, in other words arranged directly above the second membrane 26 of the pilot-controlled first pressure regulator 2. In this embodiment, a throttle valve 65 is provided at the inlet 57 of the second pressure regulator 3, which is directly connected to the supply line 7. According to a variant not shown the inlet 57 can also be connected to the line 14 as shown in figure 1. The throttle valve 65 allows the throttle at the level of the inlet 57 to be adjusted appropriately. The throttle opening of the throttle valve 65 is set by a motor 66, in particular a stepper motor or any other actuator such as an electromagnetic actuator, so that a sufficient air flow flows through the throttle valve 65 to allow the pilot pressure to rise or fall. In this embodiment the pilot pressure in the pressure chamber 32 at the outlet 58 is adjusted by controlling the motor 64 of the pressure relief valve 60 in a manner as described for figure 6. The second pressure chamber 32 fulfills the same function as the air volume 59 as described in figure 6.

In figuur 8 wordt een andere variante uitvoeringsvorm van een eerste drukregelaar 2 weergegeven met een membraanactuator 24 die een membraan 81 bevat dat wordt belast door de uitvoerdruk via de opening 72 en door de pilootdruk via de leiding 13. Het membraan 81 is een scheidingselement met een beweegbare scheidingswand voor perslucht tussen twee drukkamers 32 en 71. Het membraan 81 is hierbij een schijf of plaatvormig element dat ter hoogte van zijn randen van een afdichting 82 is voorzien en dat op en neer kan bewegen in de behuizing 83. Het membraan 81 is verbonden met het ventielelement 18 via een stang 84, waarbij het ventielelement 18 in een holte 85 beweegbaar is die via een opening 102 verbonden is met de omgeving. De drukkamer 32 wordt via een leiding 13 gevoed met een pilootdruk vanaf een tweede drukregelaar 3, zodat de pilootdruk heerst in de drukkamer 32. De drukkamer 32 bevat een opening 35 om een lekluchtstroom doorheen de drukkamer 32 mogelijk te maken. De drukkamer 32 is tevens voorzien van een manueel instelbaar overdrukventiel 87. Dit overdrukventiel 87 bevat een plunjer 86, een afsluitelement 88, een veerelement 89 en een instelknop 90. Het overdrukventiel 87 wordt bijvoorbeeld ingesteld op een maximale druk die wordt toegelaten in de drukkamer 32, bijvoorbeeld op een druk van 3,8 bar als in normale omstandigheden de pilootdruk mag variëren tussen 2,5 bar en 3,5 bar. Dit biedt als voordeel dat wanneer de pilootdruk het ventielelement 18 in volledig open toestand zou dwingen, de druk aanwezig in de drukkamer 32 nooit hoger kan worden dan de ingestelde maximale waarde, zelfs indien de pilootdruk vanaf de tweede drukregelaar 3 hoger zou zijn.Figure 8 shows another variant embodiment of a first pressure regulator 2 with a membrane actuator 24 which contains a membrane 81 which is loaded by the output pressure via the opening 72 and by the pilot pressure via the line 13. The membrane 81 is a separating element with a movable partition for compressed air between two pressure chambers 32 and 71. The membrane 81 is in this case a disc or plate-shaped element which is provided with a seal 82 at the level of its edges and which can move up and down in the housing 83. The membrane 81 is connected with the valve element 18 via a rod 84, wherein the valve element 18 is movable in a cavity 85 which is connected to the environment via an opening 102. The pressure chamber 32 is fed via a conduit 13 with a pilot pressure from a second pressure regulator 3, so that the pilot pressure prevails in the pressure chamber 32. The pressure chamber 32 comprises an opening 35 to enable leakage air flow through the pressure chamber 32. The pressure chamber 32 is also provided with a manually adjustable pressure relief valve 87. This pressure relief valve 87 comprises a plunger 86, a closing element 88, a spring element 89 and an adjusting knob 90. The pressure relief valve 87 is set, for example, to a maximum pressure that is allowed in the pressure chamber 32 , for example at a pressure of 3.8 bar if under normal circumstances the pilot pressure may vary between 2.5 bar and 3.5 bar. This offers the advantage that if the pilot pressure forced the valve element 18 into a fully open state, the pressure present in the pressure chamber 32 could never exceed the set maximum value, even if the pilot pressure from the second pressure regulator 3 were higher.

In figuur 9 is een variante weergegeven van de pilootgestuurde drukregelaar 2 zoals afgebeeld in figuur 8 waarbij de belastingamplificatieinrichting 45 een paar hefbomen 93 en 94, een scharnierelement 95 en een verbindingsdeel 96 bevat. Het membraan 91 vormt een scheidingselement voor perslucht tussen de drukkamers 32 en 99 en kan hierbij, vergelijkbaar met het membraan 81 uit figuur 8, op en neer bewegen in de behuizing 100. Het membraan 91 is ter hoogte van zijn randen voorzien van een afdichting 101 en is belast door de pilootdruk via de leiding 13 en door de omgevingsdruk via de opening 98. De hefbomen 93 en 94 zijn scharnierend verbonden met elkaar door het scharnierelement 95 en zijn glijdend scharnierend verbonden met het membraan 91 en de behuizing 100. Het verbindingsdeel 96 is verbonden met het scharnierelement 95 en met het membraan 92 zodat door een op en neer bewegen van het membraan 91 het verbindingsdeel 96 op en neer wordt bewogen en zorgt voor een overdracht van de belasting door de pilootdruk op het membraan 91 naar het membraan 92. Het membraan 92 is ter hoogte van zijn randen voorzien van een afdichting 97 en wordt via de opening 72 belast door de uitvoerdruk en via de opening 98 door de omgevingsdruk. De belasting door de uitvoerdruk op het membraan 92 wordt gebalanceerd door de belasting door de pilootdruk op het membraan 91 geamplificeerd door de belastingamplificatieinrichting 45. De stang 84 is verbonden met het membraan 92 voor het bewegen van het ventielelement 18. Op deze wijze ontstaat een belastingamplificatieinrichting 45 waarbij het membraan 91 steeds een grotere beweging maakt dan het membraan 92, zodat met een pilootdruk lager dan de uitvoerdruk het ventielelement 18 in volledig open positie kan worden gebracht.Figure 9 shows a variant of the pilot-controlled pressure regulator 2 as shown in Figure 8, in which the load amplification device 45 comprises a pair of levers 93 and 94, a hinge element 95 and a connecting part 96. The diaphragm 91 forms a separating element for compressed air between the pressure chambers 32 and 99 and can hereby move up and down in the housing 100, similar to the diaphragm 81 of Figure 8. The diaphragm 91 is provided with a seal 101 at the edges and is loaded by the pilot pressure through the line 13 and by the ambient pressure through the opening 98. The levers 93 and 94 are hingedly connected to each other through the hinge element 95 and are slidably hingedly connected to the diaphragm 91 and the housing 100. The connecting part 96 is connected to the hinge element 95 and to the diaphragm 92 so that by moving the diaphragm 91 up and down the connecting part 96 is moved up and down and provides for transfer of the load by the pilot pressure on the diaphragm 91 to the diaphragm 92. The membrane 92 is provided with a seal 97 at its edges and is loaded via the opening 72 by the outlet pressure and via the opening 98 by the ambient jerk. The load due to the output pressure on the diaphragm 92 is balanced by the load due to the pilot pressure on the diaphragm 91 amplified by the load amplification device 45. The rod 84 is connected to the diaphragm 92 for moving the valve element 18. In this way a load amplification device is created 45 wherein the diaphragm 91 always makes a greater movement than the diaphragm 92, so that with a pilot pressure lower than the output pressure the valve element 18 can be brought into a fully open position.

Uitvoeringsvormen van werkwijzen voor het toevoeren van perslucht aan een blaasinrichting 10 van een luchtweefmachine met een luchttoevoersysteem 1 dat een pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 zoals getoond in figuur 1 bevat, worden hierna in detail uitgelegd.Embodiments of methods for supplying compressed air to a blower 10 of an air-weaving machine with an air supply system 1 that includes a pilot-controlled first pressure regulator 2 as shown in Figure 1 are explained in detail below.

In geval de luchtstroom door de eerste drukregelaar 2 en/of de uitvoerdruk aan de uitlaat 11 van de eerste drukregelaar 2 wijzigt, wordt het ventielelement 18 van de eerste drukregelaar 2 bewogen tot de uitvoerdruk aan de uitlaat 11 van de eerste drukregelaar 2 opnieuw een gewenste waarde bereikt.In case the air flow through the first pressure regulator 2 and / or the output pressure at the outlet 11 of the first pressure regulator 2 changes, the valve element 18 of the first pressure regulator 2 is moved until the output pressure at the outlet 11 of the first pressure regulator 2 again becomes a desired value reached.

Hierbij wordt de pilootdruk tevens aangepast in functie van de weefomstandigheden. Hierbij wordt een aanpassing aan de weefomstandigheden uitgevoerd met behulp van de tweede drukregelaar 3 die de pilootdruk bepaalt.The pilot pressure is also adjusted in function of the weaving conditions. Hereby an adjustment to the weaving conditions is carried out with the aid of the second pressure regulator 3 which determines the pilot pressure.

Figuur 10 toont een schematisch zicht van een sturing voor het luchttoevoersysteem 1 van figuur 1 gebruik makend van een open-loop stuureenheid 21 volgens de uitvinding. De stuureenheid 21 bevat een instelinrichting 67 voor het instellen van een gewenste uitvoerdruk afhankelijk van de weefomstandigheden, zoals inslagdraadeigenschappen, de weefsnelheid, het weefpatroon, meetwaarden voor een inslagdraadinsertie, zoals een gemiddelde waarde voor een aankomstogenblik van een inslagdraad aan een draaddetector 22, en andere parameters. Om te bereiken dat een aankomstogenblik van een inslagdraad tussen vooraf bepaalde grenzen ligt, is het voordelig de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2 te regelen. Zolang een aankomstogenblik tussen de vooraf bepaalde grenzen ligt, is een exacte kennis van de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2 of van de voedingsdruk van de persluchtbron 5 niet relevant voor het regelen van de open-loop gestuurde uitvoerdruk. De instelinrichting 67 kan volgens een variante een externe instelinrichting zijn die voor datacommunicatie via draad of draadloos verbonden is met de stuureenheid 21, meer in het bijzonder de open-loop stuureenheid 21. Hierbij worden weefomstandigheden bepaald en wordt een gewenste uitvoerdruk afgestemd op de weefomstandigheden.Figure 10 shows a schematic view of a control for the air supply system 1 of Figure 1 using an open-loop control unit 21 according to the invention. The control unit 21 comprises a setting device 67 for setting a desired output pressure depending on the weaving conditions, such as weft thread properties, the weaving speed, the weaving pattern, measurement values for a weft thread insertion, such as an average value for an arrival moment of a weft thread on a thread detector 22, and other parameters. In order to ensure that an arrival time of a weft thread lies between predetermined limits, it is advantageous to control the output pressure of the first pressure regulator 2. As long as an arrival moment lies between the predetermined limits, an exact knowledge of the output pressure of the first pressure regulator 2 or of the supply pressure of the compressed air source 5 is not relevant for controlling the open-loop controlled output pressure. According to a variant, the setting device 67 can be an external setting device which is connected for data communication via wire or wireless to the control unit 21, more particularly the open-loop control unit 21. Hereby weaving conditions are determined and a desired output pressure is adjusted to the weaving conditions.

Indien inslagdraden te laat aankomen aan een draaddetector 22, stuurt de stuureenheid 21 een stuurparameter voor de pilootdruk voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 zodat deze pilootdruk hoger wordt en zodoende de uitvoerdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 hoger wordt, terwijl indien inslagdraden te vroeg aankomen aan een draaddetector 22, de stuureenheid 21 een stuurparameter voor de pilootdruk voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 stuurt zodat deze pilootdruk lager wordt en zodoende de uitvoerdruk lager wordt. Volgens een andere mogelijkheid kan, in geval dat bijvoorbeeld een bobijnwissel wordt gedetecteerd, de pilootdruk voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 tijdelijk verhoogd worden om de invloed van een verwachte trage inslagdraad afkomstig van de aanvang van een bobijn te voorkomen.If weft threads arrive late at a wire detector 22, the control unit 21 controls a pilot parameter for the pilot pressure for the pilot controlled first pressure controller 2 so that this pilot pressure becomes higher and thus the output pressure of the pilot controlled first pressure controller 2 becomes higher, while if weft threads arrive too early to a wire detector 22, the control unit 21 controls a pilot parameter for the pilot pressure for the pilot controlled first pressure regulator 2 so that this pilot pressure becomes lower and thus the output pressure becomes lower. According to another possibility, in the case, for example, that a bobbin change is detected, the pilot pressure for the pilot-controlled first pressure regulator 2 can be temporarily increased to prevent the influence of an expected slow weft thread from the start of a bobbin.

Om een open-loop sturing te kunnen toepassen, wordt vooraf aan het starten van de weefmachine, dus vooraf aan het weven, een kalibratie van de luchttoevoerinrichting 1 doorgevoerd. Bij het kalibreren worden een aantal waarden van een uitvoerdruk in functie van een aantal voedingsdrukken, een aantal luchtstromen en/of een aantal stuurvariabelen naar de eerste drukregelaar 2 bepaald. Deze waarden worden als kalibratiedata opgeslagen. De kalibratiedata wordt gebruikt voor het bepalen van een stuurvariabele naar de eerste drukregelaar 2 in functie van de gemeten voedingsdruk en/of een bepaalde luchtstroom, zodat een gewenste uitvoerdruk wordt bereikt.In order to be able to use an open-loop control, a calibration of the air supply device 1 is carried out prior to starting the weaving machine, i.e. before weaving. During calibration, a number of values of an output pressure are determined as a function of a number of supply pressures, a number of air flows and / or a number of control variables to the first pressure regulator 2. These values are stored as calibration data. The calibration data is used to determine a control variable to the first pressure regulator 2 in function of the measured supply pressure and / or a specific air flow, so that a desired output pressure is achieved.

Dit betekent dat bij het kalibreren data wordt verzameld voor een uitvoerdruk in functie van een aantal stuurvariabelen, ook stuurparameters of inputparameters genoemd, naar de eerste drukregelaar 2, voor een aantal luchtstromen doorheen de eerste drukregelaar 2 en/of voor een aantal voedingsdrukken naar de eerste drukregelaar 2. Deze metingen worden aangeduid als kalibratie en de verzamelde data wordt aangeduid als kalibratiedata. Door het gebruiken van de kalibratiedata is het als resultaat mogelijk om een stuurvariabele te bepalen voor een gemeten voedingsdruk, een bepaalde luchtstroom en een gewenste uitvoerdruk.This means that during calibration, data is collected for an output pressure as a function of a number of control variables, also called control parameters or input parameters, after the first pressure controller 2, for a number of air flows through the first pressure controller 2 and / or for a number of feed pressures to the first pressure regulator 2. These measurements are referred to as calibration and the collected data is referred to as calibration data. By using the calibration data, it is possible as a result to determine a control variable for a measured supply pressure, a specific air flow and a desired output pressure.

Voor het verzamelen van dergelijke kalibratiedata worden voor een bepaald type eerste drukregelaar 2 samen met een bepaald type tweede drukregelaar 3 in een labo bijvoorbeeld volgende metingen doorgevoerd. Voor verschillende posities van bijvoorbeeld de stappenmotor van de tweede drukregelaar 3, verschillende debieten van luchtstromen door de eerste drukregelaar 2 en verschillende voedingsdrukken van de persluchtbron 5 wordt de uitgangsdruk aan de eerste drukregelaar 2 bepaald. Dit kan telkens gebeuren voor een aantal eerste drukregelaars 2 van een bepaalde constructie en een aantal tweede drukregelaars 3 van een bepaalde constructie.For collecting such calibration data, for example, following measurements are carried out in a lab for a certain type of first pressure controller 2 together with a certain type of second pressure controller 3. For different positions of, for example, the stepper motor of the second pressure regulator 3, different flows of air flows through the first pressure regulator 2 and different supply pressures of the compressed air source 5, the output pressure at the first pressure regulator 2 is determined. This can be done in each case for a number of first pressure regulators 2 of a specific construction and a number of second pressure regulators 3 of a specific construction.

De open-loop stuureenheid 21 bevat een opslagelement 68 waarin de verzamelde kalibratiedata wordt opgeslagen. Tevens kan een wiskundig model voor die kalibratiedata opgeslagen worden en aangewend worden door een operatoreenheid 69, die bijvoorbeeld gemiddelde waarden bepaalt voor elk type drukregelaar. Bij gebruik van een individuele eerste drukregelaar 2 en een individuele tweede drukregelaar 3, kunnen bij een bepaalde weefmachine een aantal voornoemde metingen herhaald worden om de invloed van individuele toleranties, zoals bijvoorbeeld maattoleranties, in rekening te brengen. Bijvoorbeeld kunnen bijkomende metingen bij minstens twee uitvoerdrukken, één debiet en één voedingsdruk uitgevoerd worden om op basis van het wiskundig model via de operatoreenheid 69 individuele correcties op bijvoorbeeld de gemiddelde waarden van het wiskundig model voor de actueel gebruikte eerste drukregelaar 2 en de actueel gebruikt tweede drukregelaar 3 door te voeren. Die bijkomende metingen kunnen gebeuren bij de constructeur, bij de assemblage van de weefmachine, of bij een weefmachine in een weverij.The open-loop control unit 21 comprises a storage element 68 in which the collected calibration data is stored. Also, a mathematical model for that calibration data can be stored and applied by an operator unit 69, which determines, for example, average values for each type of pressure regulator. When using an individual first pressure regulator 2 and an individual second pressure regulator 3, a number of the aforementioned measurements can be repeated in a particular weaving machine to take into account the influence of individual tolerances, such as, for example, dimensional tolerances. For example, additional measurements at at least two output pressures, one flow rate and one feed pressure can be performed to make individual corrections to, for example, the average values of the mathematical model for the currently used first pressure controller 2 and the currently used second based on the mathematical model. pressure regulator 3. These additional measurements can be made at the manufacturer, during the assembly of the weaving machine, or at a weaving machine in a weaving mill.

De open-loop stuureenheid 21 is aangebracht voor het regelen van een stuurvariabele x voor de eerste drukregelaar 2, bijvoorbeeld in functie van een gemeten voedingsdruk p_in, een bepaalde luchtstroom Q, een gewenste uitvoerdruk p_w en/of signalen van een draadwachter 22 en van de kalibratiedata opgeslagen in het opslagelement 68. De kalibratiedata laten een efficiënte open-loop sturing toe voor het sturen van een uitvoerdruk p_out wanneer geen onverwachte storingen voorkomen, zoals defecten in een voedingsleiding 7 stroomopwaarts van de eerste drukregelaar 2 of in de leiding 12 stroomafwaarts van de eerste drukregelaar 2. Het opslagelement 68 kan een integraal deel van de open-loop stuureenheid 21 zijn. In andere uitvoeringsvormen is een extern opslagelement voorzien dat voor datacommunicatie is verbonden met de open-loop stuureenheid 21 via draad of draadloos. De actuele uitvoerdruk p_out wordt hierbij niet toegevoerd aan de stuureenheid 21.The open-loop control unit 21 is arranged to control a control variable x for the first pressure regulator 2, for example as a function of a measured supply pressure p_in, a specific air flow Q, a desired output pressure p_w and / or signals from a wire keeper 22 and from the calibration data stored in the storage element 68. The calibration data allows efficient open-loop control for controlling an output pressure p_out when no unexpected failures occur, such as defects in a feed line 7 upstream of the first pressure controller 2 or in the line 12 downstream of the first pressure regulator 2. The storage element 68 can be an integral part of the open-loop control unit 21. In other embodiments, an external storage element is provided which is connected for data communication to the open-loop control unit 21 via wire or wireless. The current output pressure p_out is hereby not supplied to the control unit 21.

De stuureenheid 21 werkt bij voorkeur samen met een druksensor 15 voor het meten van de voedingsdruk pjn in de voedingsleiding 7 stroomopwaarts van de eerste drukregelaar 2. De stuureenheid 21 werkt bijvoorbeeld tevens samen met een toestel 30 voor het bepalen en/of berekenen van een luchtstroom Q doorheen de eerste drukregelaar 2. De stuureenheid 21 kan de uitvoerdruk p_out van de eerste drukregelaar 2 aanpassen wanneer de voedingsdruk p_in verandert of wanneer de voedingsdruk pjn daalt onder een grenswaarde voor deze voedingsdruk pjn die bijvoorbeeld gerelateerd is aan een gewenste uitvoerdruk p_w van de eerste drukregelaar 2. De uitvoerdruk p_out stemt nagenoeg overeen met de druk in de bufferluchttank 8. Op deze wijze kan de eerste drukregelaar 2 ook willekeurige variaties in de voedingsdruk van de persluchtbron 5 compenseren.The control unit 21 preferably cooperates with a pressure sensor 15 for measuring the supply pressure pjn in the supply line 7 upstream of the first pressure regulator 2. The control unit 21 also cooperates, for example, with a device 30 for determining and / or calculating an air flow Q through the first pressure controller 2. The control unit 21 can adjust the output pressure p_out of the first pressure controller 2 when the feed pressure p_in changes or when the feed pressure pjn falls below a limit value for this feed pressure pjn which is related, for example, to a desired output pressure p_w of the first pressure regulator 2. The output pressure p_out substantially corresponds to the pressure in the buffer air tank 8. In this way, the first pressure regulator 2 can also compensate for arbitrary variations in the supply pressure of the compressed air source 5.

De stuureenheid 21 gebruikt kalibratiedata om een stuurvariabele x te bepalen voor het aanpassen van de eerste drukregelaar 2 afhankelijk van de gemeten voedingsdruk pjn in de toevoerleiding 7, de bepaalde luchtstroom Q doorheen de toevoerleiding 7, de gewenste uitvoerdruk p_w en de kalibratiedata, zodat aan een uitlaat 11 van de eerste drukregelaar 2 een actuele uitvoerdruk p_out wordt bereikt gelijk aan de gewenste uitvoerdruk p_w. Een stuurvariabele voor de motorgestuurde tweede drukregelaar 3 wordt aangepast in functie van onder meer voornoemde parameters. Door het in overweging nemen van de luchtstroom Q doorheen de eerste drukregelaar 2 met een toestel 30 voor het bepalen van de luchtstroom, kan elke ongewenste afname van een actuele uitvoerdruk p_out door een toegenomen luchtstroom Q eenvoudig worden vermeden.The control unit 21 uses calibration data to determine a control variable x for adjusting the first pressure regulator 2 depending on the measured supply pressure pjn in the supply line 7, the determined air flow Q through the supply line 7, the desired output pressure p_w and the calibration data, so that a outlet 11 of the first pressure regulator 2 a current output pressure p.p. is reached equal to the desired output pressure p_w. A control variable for the motor-controlled second pressure regulator 3 is adjusted in function of, inter alia, the aforementioned parameters. By considering the air flow Q through the first pressure regulator 2 with a device for determining the air flow, any undesired decrease of a current output pressure p_out by an increased air flow Q can easily be avoided.

De open-loop stuureenheid 21 is aangebracht voor het bepalen van een stuurvariabele x voor het aanpassen van de eerste drukregelaar 2 afhankelijk van de gemeten voedingsdruk pjn, de luchtstroom Q doorheen de drukregelaar 2 en de gewenste uitvoerdruk p_w. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de stuurvariabele x een stuurcommando aan een motor 46, 64, 66 van de tweede drukregelaar 3. De sturing van de motor 46, 64, 66 laat toe de positie van de motor 46, 64, 66 in te stellen en ook de pilootdruk naar de eerste drukregelaar 2 in te stellen. Bij de weergegeven uitvoeringsvormen wordt de pilootdruk hoofdzakelijk beïnvloed door de motor 46 of 64 passend aan te sturen, meer in het bijzonder door de motor naar een bepaalde positie te sturen.The open-loop control unit 21 is provided for determining a control variable x for adjusting the first pressure regulator 2 depending on the measured feed pressure pjn, the air flow Q through the pressure regulator 2 and the desired output pressure p_w. In the embodiment shown, the control variable x is a control command on a motor 46, 64, 66 of the second pressure regulator 3. The control of the motor 46, 64, 66 makes it possible to adjust the position of the motor 46, 64, 66 and also adjust the pilot pressure to the first pressure regulator 2. In the embodiments shown, the pilot pressure is mainly influenced by appropriately driving the motor 46 or 64, more particularly by steering the motor to a specific position.

De instelinrichting 67 bevat bijvoorbeeld eveneens een relationele operatoreenheid 69 voor het vergelijken van een gemeten voedingsdruk pjn met de ingestelde gewenste uitvoerdruk p_w en voor het detecteren van een daling van de voedingsdruk p_in onder een minimale waarde voor de ingestelde gewenste uitvoerdruk p_w. De instelinrichting 67 is aangebracht om een werkwijze voor het sturen van de gewenste uitvoerdruk p_w van het luchttoevoersysteem 1 aan te passen indien een daling van de voedingsdruk p_in onder een minimale waarde voor de gewenste uitvoerdruk p_w wordt gedetecteerd, zodat de pilootdruk voor de gewenste uitvoerdruk p_w aan de eerste drukregelaar 2 niet verder aangepast wordt of slechts aangepast wordt binnen grenzen. Dit verhoogt een stabiliteit van het luchttoevoersysteem 1. De minimale waarde voor de gewenste uitvoerdruk p_w kan bepaald worden als de minimale waarde van de gemeten voedingsdruk p_in tijdens het weven onder nomale omstandigheden en kan opgeslagen worden.The setting device 67 also comprises, for example, a relational operator unit 69 for comparing a measured supply pressure pjn with the set desired output pressure p_w and for detecting a fall in the supply pressure p_in below a minimum value for the set desired output pressure p_w. The adjustment device 67 is arranged to adjust a method for controlling the desired output pressure p_w of the air supply system 1 if a drop in the supply pressure p_in below a minimum value for the desired output pressure p_w is detected, so that the pilot pressure for the desired output pressure p_w is not further adjusted to the first pressure regulator 2 or is only adjusted within limits. This increases the stability of the air supply system 1. The minimum value for the desired output pressure p_w can be determined as the minimum value of the measured supply pressure p_in during weaving under nominal conditions and can be stored.

Het luchttoevoersysteem 1 volgens de uitvinding met een druksensor 15 is bijzonder geschikt om toegepast te worden in geval de voedingsdruk van de persluchtbron 5 daalt onder een bepaalde waarde die functie is van de gewenste uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2. Hierbij kan een stuurvariabele naar de drukregelaar 2 worden aangepast in functie van de gemeten voedingsdruk van de persluchtbron 5. Indien de voedingsdruk daalt onder een bepaalde waarde, kan dit door een weergave-eenheid van de weefmachine weergegeven of gesignaleerd worden.The air supply system 1 according to the invention with a pressure sensor 15 is particularly suitable for use in the event that the supply pressure of the compressed air source 5 falls below a determined value which is a function of the desired output pressure of the first pressure controller 2. A control variable can be sent to the pressure controller 2 can be adjusted in function of the measured feed pressure of the compressed air source 5. If the feed pressure falls below a certain value, this can be displayed or signaled by a display unit of the weaving machine.

Een daling van de voedingsdruk kan voor gevolg hebben dat een ingebrachte inslagdraad later aankomt aan een draaddetector 22. Indien de late aankomst te wijten is aan een te lage voedingsdruk is een stijging van de gewenste uitvoerdruk aan de drukregelaar 2 ter compensatie van de late aankomst meestal niet mogelijk. In deze omstandigheden zou een late aankomst van de inslagdraad kunnen gecompenseerd worden door een stijging van de pilootdruk aan de eerste drukregelaar 2. Daar de lage uitvoerdruk te wijten is aan een te lage voedingsdruk resulteert een dergelijke aanpassing van de pilootdruk niet in een stijging van de uitvoerdruk, daar de pilootgestuurde drukregelaar 2 in dit geval reeds volledig open staat. Hierbij wordt de in de voedingsleiding aanwezige voedingsdruk ten volle benut daar het ventielelement 18 in volledig open positie staat. Indien een dergelijke stijging van de pilootdruk zou doorgevoerd worden, zou indien de voedingsdruk opnieuw stijgt, de uitvoerdruk aan de drukregelaar 2 ongewenst hoog worden, wat eveneens tot weeffouten kan leiden. Daarom wordt in geval van een te lage voedingsdruk, meer in het bijzonder indien de gemeten voedingsdruk onder een ingestelde voedingsdruk is gedaald, de pilootdruk voor een gewenste uitvoerdruk niet meer aangepast of slechts aangepast binnen grenzen. Dit betekent dat de pilootdruk voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 niet meer wordt aangepast of slechts wordt aangepast binnen grenzen. De motorgestuurde tweede drukregelaar 3 is voorzien voor het aanpassen van de pilootdruk voor de eerste drukregelaar 2. Een stuurvariabele voor de motorgestuurde tweede drukregelaar 3 wordt hierbij aangepast ten minste in functie van de gemeten voedingsdruk. Hierbij wordt bekomen dat in geval de voedingsdruk vervolgens opnieuw stijgt, de uitvoerdruk aan de eerste drukregelaar 2 nog steeds ongeveer overeenkomt met de weefomstandigheden.A decrease in the supply pressure can result in an inserted weft thread arriving later at a thread detector 22. If the late arrival is due to a too low supply pressure, an increase in the desired output pressure at the pressure regulator 2 to compensate for the late arrival is usually not possible. In these circumstances, a late arrival of the weft thread could be compensated by an increase in the pilot pressure at the first pressure regulator 2. Since the low output pressure is due to a too low feed pressure, such an adjustment of the pilot pressure does not result in an increase in the pilot pressure. output pressure, since the pilot-controlled pressure regulator 2 is already fully open in this case. The feed pressure present in the supply line is hereby fully utilized since the valve element 18 is in a fully open position. If such a rise in pilot pressure were to be carried out, if the feed pressure rose again, the output pressure on the pressure regulator 2 would become undesirably high, which could also lead to weakening errors. Therefore, in the event of a too low feed pressure, more particularly if the measured feed pressure has fallen below a set feed pressure, the pilot pressure for a desired output pressure is no longer adjusted or only adjusted within limits. This means that the pilot pressure for the pilot-controlled first pressure regulator 2 is no longer adjusted or is only adjusted within limits. The motor-controlled second pressure regulator 3 is provided for adjusting the pilot pressure for the first pressure regulator 2. A control variable for the motor-controlled second pressure regulator 3 is hereby adjusted at least as a function of the measured supply pressure. Hereby is achieved that in case the feed pressure subsequently rises again, the output pressure on the first pressure regulator 2 still approximately corresponds to the weaving conditions.

Volgens een werkwijze wordt de eerste drukregelaar 2 ingesteld op een maximale opening voor het toelaten van een maximale doorstroming om een maximale luchtstroom toe te laten. Dit laat toe zo snel als mogelijk te weven. Dit wordt tevens toegepast wanneer de voedingsdruk in de voedingsleiding 7 lager is dan een vooringestelde minimumwaarde. Hierbij wordt de pilootdruk voldoende hoog ingesteld om te bekomen dat het ventielelement 18 volledig geopend wordt onafhankelijk van de uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2 en onafhankelijk van de kracht van het krachtelement 20. Dit is mogelijk omdat een belastingamplificatieinrichting 45 voor de pilootdruk voorhanden is, met andere woorden omdat deze piiootdruk steeds voldoende kan stijgen om toe te laten bij eender welke uitvoerdruk van de eerste drukregelaar 2 het ventielelement 18 volledig te openen.According to a method, the first pressure regulator 2 is set to a maximum opening for allowing a maximum flow to allow a maximum air flow. This makes it possible to weave as quickly as possible. This is also applied when the feed pressure in the feed line 7 is lower than a preset minimum value. The pilot pressure is hereby set sufficiently high to ensure that the valve element 18 is fully opened independently of the output pressure of the first pressure regulator 2 and independent of the force of the force element 20. This is possible because a load amplification device 45 for the pilot pressure is available, with in other words, because this pressure can always rise sufficiently to allow the valve element 18 to be fully opened at any output pressure from the first pressure regulator 2.

Zoals weergegeven in figuur 11 is een groep van drukregelinrichtingen 17 voorzien, die elk minstens een pilootgestuurde eerste drukregelaar 2 bevatten naar dewelke perslucht onder voedingsdruk wordt gevoed via een gemeenschappelijke voedingsleiding 7. De eerste drukregelaars 2 zijn nabij of naast elkaar aangebracht en kunnen ten minste gedeeltelijk als integrale componenten zijn gevormd. Een schikking van de pilootgestuurde drukregelaars 2 van de drukregelinrichtingen 17 naast elkaar laat een schikking toe die klein is van afmetingen. Verder kunnen de lengte van voedingsleidingen 7 en verliezen in de voedingsleidingen 7 worden verminderd wegens de kleine pilootgestuurde eerste drukregelaars 2. Een luchtfilter 6 kan nabij de drukregelinrichtingen 17 worden aangebracht.As shown in Fig. 11, a group of pressure control devices 17 is provided, each comprising at least one pilot-controlled first pressure controller 2, to which compressed air is supplied under feed pressure via a common feed line 7. The first pressure controllers 2 are arranged near or next to each other and can be at least partially as integral components. An arrangement of the pilot-controlled pressure regulators 2 of the pressure control devices 17 next to each other allows an arrangement that is small in size. Furthermore, the length of supply lines 7 and losses in the supply lines 7 can be reduced due to the small pilot-controlled first pressure regulators 2. An air filter 6 can be arranged near the pressure control devices 17.

In deze uitvoeringsvorm worden verschillende bufferluchttanks 8 met bijhorende blaasinrichtingen 10 voorzien van perslucht van een gemeenschappelijke persluchtbron 5 via bijhorende eerste drukregelaars 2. In dit geval is één gemeenschappelijke druksensor 15 voor het meten van de voedingsdruk stroomopwaarts van alle eerste drukregelaars 2 voldoende, in plaats van verschillende druksensoren elk toegevoegd aan elke bufferluchttank 8. Als gevolg worden in voordelige uitvoeringsvormen geen druksensoren voorzien ter hoogte van de bufferluchttanks 8.In this embodiment, different buffer air tanks 8 with associated blowers 10 are provided with compressed air from a common compressed air source 5 via associated first pressure regulators 2. In this case, one common pressure sensor 15 is sufficient for measuring the supply pressure upstream of all first pressure regulators 2, instead of different pressure sensors each added to each buffer air tank 8. As a result, in advantageous embodiments, no pressure sensors are provided at the level of the buffer air tanks 8.

De open-loop stuureenheid 21 zoals hierboven beschreven laat bijvoorbeeld toe dat een operator van weefmachines op eenvoudige wijze de weefdrukken, dit betekent de drukken waarmee een inslagdraad wordt ingebracht, van verschillende blaasinrichtingen 10 en van verschillende weefmachines kan vergelijken zonder het gebruik van druksensoren in de diverse bufferluchttanks 8. De verschillende drukken in de drukregelinrichtingen 17 en/of de drukken in elke bufferluchttank 8, kunnen door de stuureenheid 21 (getoond in figuur 1) bepaald worden aan de hand van kalibratiedata en kunnen weergegeven worden op een weergave-eenheid van de weefmachine. Hierbij zijn de weergegeven uitvoerdrukken gelijk aan de door de open-loop stuureenheid 21 gestuurde of gewenste uitvoerdrukken en bij benadering gelijk aan de actuele uitvoerdrukken aan de drukregelaar 2.The open-loop control unit 21 as described above, for example, allows an operator of weaving machines to easily compare the weaving pressures, that is, the pressures with which a weft thread is inserted, from different blowers 10 and from different weaving machines without the use of pressure sensors in the various buffer air tanks 8. The different pressures in the pressure control devices 17 and / or the pressures in each buffer air tank 8 can be determined by the control unit 21 (shown in Figure 1) on the basis of calibration data and can be displayed on a display unit of the weaving machine. The output pressures shown here are equal to the output pressures controlled or desired by the open-loop control unit 21 and approximately equal to the actual output pressures on the pressure regulator 2.

Indien meerdere weefmachines gekoppeld zijn aan een gecentraliseerde stuureenheid die kan samenwerken met de stuureenheid 21 van elke weefmachine, kunnen door middel van verschillende drukmetingen met een druksensor 15 ter hoogte van een voedingsleiding 7 van elke weefmachine drukverschillen in verschillende toevoerleidingen 70 naar een respectievelijke weefmachine, die gevoed worden met perslucht vanaf een persluchtbron 5 via een distributiesysteem 77 naar een respectievelijke voedingsleiding 7 van een weefmachine worden bepaald. De toevoerleiding 70 wordt hierbij aangesloten op de ingang van de luchtfiler 6 die stroomopwaarts van de voedingsleiding 7 is opgesteld. Dit laat toe te bepalen wanneer de toevoerdruk in een toevoerleiding 70 naar een bepaalde voedingsleiding 7 van een weefmachine verschillend, in het bijzonder wezenlijk lager is dan aan een andere weefmachine, zodat storingen in één van de toevoerleidingen 70 of in één van de leidingen 78 van het distributiesysteem 77 voor perslucht vanaf een persluchtbron 5 naar één van de verschillende weefmachines kunnen bepaald worden. Daar een daling van de toevoerdruk eveneens kan onstaan door een luchtfilter 6 die vervuild is, is deze werkwijze eveneens geschikt om te bepalen wanneer een luchtfilter 6 vervuild is.If a plurality of weaving machines are coupled to a centralized control unit that can cooperate with the control unit 21 of each weaving machine, by means of different pressure measurements with a pressure sensor 15 at the level of a feed line 7 of each weaving machine, pressure differences in different supply lines 70 to a respective weaving machine, which are supplied with compressed air from a compressed air source 5 via a distribution system 77 to a respective feed line 7 of a weaving machine. The supply line 70 is hereby connected to the input of the air filler 6 which is arranged upstream of the supply line 7. This makes it possible to determine when the supply pressure in a supply line 70 to a certain supply line 7 of a weaving machine is different, in particular substantially lower, than to another weaving machine, so that malfunctions in one of the supply lines 70 or in one of the lines 78 of the distribution system 77 for compressed air from a compressed air source 5 to one of the different weaving machines can be determined. Since a drop in the supply pressure can also be caused by an air filter 6 that is contaminated, this method is also suitable for determining when an air filter 6 is contaminated.

Volgens een niet weergegeven variante wordt de tweede drukregelaar 3 net als de eerste drukregelaar 2 ontworpen als een pilootgestuurde drukregelaar, waarbij de pilootgestuurde tweede drukregelaar 3 kleiner van afmetingen kan zijn dan de pilootdrukgestuurde eerste drukregelaar 2.According to a variant (not shown), the second pressure controller 3, just like the first pressure controller 2, is designed as a pilot-controlled pressure controller, wherein the pilot-controlled second pressure controller 3 can be smaller in size than the pilot pressure-controlled first pressure controller 2.

Het toestel 30 voor het bepalen van een luchtstroom doorheen de drukregelaar 2 is niet beperkt tot de weergegeven luchtstroommeetinrichting 16 en/of berekeningseenheid 23, maar kan eveneens gevormd worden door elke andere inrichting die in staat is de hoeveelheid lucht doorheen de drukregelaar 2 te bepalen.The device 30 for determining an air flow through the pressure regulator 2 is not limited to the illustrated air flow measuring device 16 and / or calculation unit 23, but can also be formed by any other device capable of determining the amount of air through the pressure regulator 2.

Een pilootgestuurde drukregelaar 2 met membraanactuator 24 kan zeer snel ageren omdat de bewegende delen licht van gewicht kunnen worden vormgegeven. Daar de uitvoerdruk in tegengestelde richting aan de pilootdruk op een membraanactuator 24 werkt, wordt het ventielelement 18 bewogen in reactie op een belastingverschil tussen de belasting door de pilootdruk en de belasting door de uitvoerdruk. Door beweging van het ventielelement 18 wordt de ventielopening vergroot of verkleind. Hierdoor wordt de regeling beïnvloed door het belastingsverschil en wordt de regeling nagenoeg niet beïnvloed door de absolute waarde van de ingestelde pilootdruk. Dit is voordelig voor het weven met een gewenste snelheid en inslaginsertiepatroon. Een membraanactuator 24 met een belastingamplificatieinrichting 45 laat toe een drukregelaar 2 met kleine afmetingen te voorzien, zodat verschillende drukregelaars 2 in een kleine ruimte naast elkaar kunnen aangebracht worden.A pilot-controlled pressure regulator 2 with membrane actuator 24 can act very quickly because the moving parts can be shaped lightly. Since the output pressure acts in the opposite direction to the pilot pressure on a membrane actuator 24, the valve element 18 is moved in response to a load difference between the load by the pilot pressure and the load by the output pressure. The valve opening is enlarged or reduced by movement of the valve element 18. As a result, the control is influenced by the load difference and the control is practically not influenced by the absolute value of the set pilot pressure. This is advantageous for weaving with a desired speed and weft insertion pattern. A membrane actuator 24 with a load amplification device 45 makes it possible to provide a pressure regulator 2 with small dimensions, so that different pressure regulators 2 can be arranged next to each other in a small space.

In de context van de uitvinding wordt met de term "motorgestuurde drukregelaar" bedoeld een drukregelaar die gestuurd wordt door een motor, bijvoorbeeld door een rotatieve stappenmotor, een lineaire stappenmotor, een stuurbare DC motor, een Servomotor, een elektromagneet met een magneetkern en/of permanente magneet, een actuator zoals een lineaire actuator, een rotatieve actuator, een voice coil actuator of een bewegende spoel actuator, of enig andere motor die elektrisch gestuurd kan worden.In the context of the invention, the term "motor-controlled pressure regulator" means a pressure regulator controlled by a motor, for example, a rotary stepper motor, a linear stepper motor, a controllable DC motor, a servo motor, an electromagnet with a magnetic core and / or permanent magnet, an actuator such as a linear actuator, a rotary actuator, a voice coil actuator or a moving coil actuator, or any other motor that can be electrically controlled.

De drukregelaars, de drukregelinrichtingen, de luchttoevoersystemen en de werkwijzen volgens de uitvinding zijn niet beperkt tot de als voorbeeld weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar kunnen eveneens varianten en combinaties van die uitvoeringsvoorbeelden bevatten die onder de conclusies vallen.The pressure regulators, the pressure control devices, the air supply systems and the methods according to the invention are not limited to the exemplary embodiments shown and described, but may also contain variants and combinations of those exemplary embodiments which fall under the claims.

Claims (17)

1. Een luchttoevoersysteem voor een luchtweefmachine, welk luchttoevoersysteem (1) een pilootgestuurde eerste drukregelaar (2) bevat, daardoor gekenmerkt dat het luchttoevoersysteem (1) een stuureenheid (21) bevat die is aangebracht voor het sturen van een stuurvariabele voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar (2) in functie van kalibratiedata.An air supply system for an air weaving machine, which air supply system (1) comprises a pilot-controlled first pressure regulator (2), characterized in that the air supply system (1) comprises a control unit (21) arranged for controlling a control variable for the pilot-controlled first pressure regulator (2) as a function of calibration data. 2. Het luchttoevoersysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het luchttoevoersysteem (1) verder ten minste een druksensor (15) bevat voor het meten van een voedingsdruk naar de pilootgestuurde eerste drukregelaar (2), waarbij de open-loop stuureenheid (21) is aangebracht voor het aanpassen van de stuurvariabele voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar (2) in functie van de gemeten voedingsdruk.The air supply system according to claim 1, characterized in that the air supply system (1) further comprises at least one pressure sensor (15) for measuring a supply pressure to the pilot-controlled first pressure regulator (2), the open-loop control unit (21) being arranged for adjusting the control variable for the pilot-controlled first pressure regulator (2) as a function of the measured supply pressure. 3. Het luchttoevoersysteem volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het luchttoevoersysteem (1) verder een toestel (30) bevat voor het bepalen van een luchtstroom doorheen de pilootgestuurde eerste drukregelaar (2), waarbij de open-loop stuureenheid (21) is aangebracht voor het aanpassen van de stuurvariabele voor de pilootgestuurde drukregelaar (2) in functie van de bepaalde luchtstroom.The air supply system according to claim 1 or 2, characterized in that the air supply system (1) further comprises a device (30) for determining an air flow through the pilot-controlled first pressure controller (2), wherein the open-loop control unit (21) is arranged for adjusting the control variable for the pilot-controlled pressure regulator (2) as a function of the determined air flow. 4. Het luchttoevoersysteem volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de open-loop stuureenheid (21) een opslagelement (68) bevat waarin kalibratiedata wordt opgeslagen en aangebracht is voor het aanpassen van de stuurvariabele voor de drukregelaar (2) in functie van de gemeten voedingsdruk en/of een bepaalde luchtstroom en/of de kalibratiedata, zodat een gewenste uitvoerdruk wordt bereikt.The air supply system according to any of claims 1 to 3, characterized in that the open-loop control unit (21) comprises a storage element (68) in which calibration data is stored and arranged for adjusting the control variable for the pressure controller (2) in function of the measured feed pressure and / or a certain air flow and / or the calibration data, so that a desired output pressure is achieved. 5. Het luchttoevoersysteem volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat een instelinrichting (67) is voorzien voor het instellen van een gewenste uitvoerdruk in functie van de weefomstandigheden, in het bijzonder in functie van een actueel aankomstogenblik van een ingebrachte inslagdraad.The air supply system according to any one of claims 1 to 4, characterized in that an adjustment device (67) is provided for adjusting a desired output pressure as a function of the weaving conditions, in particular as a function of a current arrival time of an inserted weft thread. 6. Het luchttoevoersysteem volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de instelinrichting (67) een relationele operatoreenheid (69) bevat voor het vergelijken van een gemeten voedingsdruk met de ingesteld gewenste uitvoerdruk en voor het detecteren van een daling van de voedingsdruk onder de ingestelde gewenste uitvoerdruk, waarbij de instelinrichting (67) is aangebracht om indien een daling van de voedingsdruk onder de ingestelde gewenste uitvoerdruk is vastgesteld, de ingestelde gewenste uitvoerdruk niet meer te wijzigen of slechts te wijzigen binnen grenzen.The air supply system according to claim 5, characterized in that the setting device (67) comprises a relational operator unit (69) for comparing a measured supply pressure with the set desired output pressure and for detecting a fall in the supply pressure below the set desired output pressure , wherein the setting device (67) is arranged to stop changing the supply pressure below the set desired output pressure or to change the set desired output pressure within limits. 7. Het luchttoevoersysteem volgens één van de conclusies 1 tot 6 daardoor gekenmerkt dat de eerste drukregelaar (2) een pilootgestuurde drukregelaar is met een door een stuurvariabele instelbare pilootdruk.The air supply system according to any of claims 1 to 6, characterized in that the first pressure regulator (2) is a pilot-controlled pressure regulator with a pilot pressure adjustable by a control variable. 8. Het luchttoevoersysteem volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat een motorgestuurde tweede drukregelaar (3) is voorzien voor het regelen van de instelbare pilootdruk van de pilootgestuurde eerste drukregelaar (2).The air supply system according to claim 7, characterized in that a motor-controlled second pressure regulator (3) is provided for controlling the adjustable pilot pressure of the pilot-controlled first pressure regulator (2). 9. Het luchttoevoersysteem volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de pilootgestuurde eerste drukregelaar (2) een belastingamplificatieinrichting (45) bevat voor het amplificeren van een belasting uitgeoefend door de pilootdruk.The air supply system according to claim 7 or 8, characterized in that the pilot-controlled first pressure regulator (2) includes a load amplification device (45) for amplifying a load exerted by the pilot pressure. 10. Een werkwijze voor het toevoeren van lucht aan een luchtweefmachine met een luchttoevoersysteem (1), het luchttoevoersysteem (1) bevat een pilootgestuurde eerste drukregelaar (2), daardoor gekenmerkt dat een stuurvariabele voor de pilootgestuurde eerste drukregelaar (2) door een open-loop stuureenheid (21) wordt gestuurd in functie van kalibratiedata.A method for supplying air to an air weaving machine with an air supply system (1), the air supply system (1) comprises a pilot-controlled first pressure regulator (2), characterized in that a control variable for the pilot-controlled first pressure regulator (2) is provided by an opening loop control unit (21) is controlled in function of calibration data. 11. De werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat verder een voedingsdruk naar de eerste drukregelaar (2) wordt gemeten en de stuurvariabele voor de eerste drukregelaar (2) wordt aangepast in functie van de gemeten voedingsdruk.The method according to claim 10, characterized in that a supply pressure to the first pressure regulator (2) is further measured and the control variable for the first pressure regulator (2) is adjusted as a function of the measured supply pressure. 12. De werkwijze volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat verder een luchtstroom doorheen de eerste drukregelaar (2) wordt bepaald en de stuurvariabele voor de eerste drukregelaar (2) wordt aangepast in functie van de bepaalde luchtstroom.The method according to claim 10 or 11, characterized in that furthermore an air flow through the first pressure regulator (2) is determined and the control variable for the first pressure regulator (2) is adjusted as a function of the determined air flow. 13. De werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot 12, daardoor gekenmerkt dat het luchttoevoersysteem (1) wordt gekalibreerd voor het bepalen van waarden voor een uitvoerdruk in functie van gevarieerde voedingsdrukken, gevarieerde luchtstromen en/of gevarieerde stuurvariabelen voor de drukregelaar (2), waarbij kalibratiedata worden opgeslagen en de kalibratiedata worden gebruikt voor het bepalen van de stuurvariabele voor de drukregelaar (2) in functie van de gemeten voedingsdruk en/of een bepaalde luchtstroom en/of de kalibratiedata, zodat een gewenste uitvoerdruk wordt bereikt.The method according to any of claims 10 to 12, characterized in that the air supply system (1) is calibrated to determine values for an output pressure as a function of varied feed pressures, varied air flows and / or varied control variables for the pressure regulator (2) wherein calibration data is stored and the calibration data is used to determine the control variable for the pressure regulator (2) as a function of the measured feed pressure and / or a certain air flow and / or the calibration data, so that a desired output pressure is achieved. 14. De werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot 13, daardoor gekenmerkt dat weefomstandigheden worden bepaald en de gewenste uitvoerdruk wordt afgestemd op de weefomstandigheden.The method according to any of claims 10 to 13, characterized in that weaving conditions are determined and the desired output pressure is adjusted to the weaving conditions. 15. De werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat een gemeten voedingsdruk wordt vergeleken met de gewenste uitvoerdruk voor het bepalen van een daling van de voedingsdruk onder de ingestelde gewenste uitvoerdruk, waarbij de ingestelde gewenste voedingsdruk niet gewijzigd wordt of slechts gewijzigd wordt binnen grenzen als een daling van de voedingsdruk onder de ingestelde gewenste uitvoerdruk wordt gedetecteerd.The method according to claim 14, characterized in that a measured feed pressure is compared with the desired output pressure to determine a drop in the feed pressure below the set desired output pressure, wherein the set desired feed pressure is not changed or is only changed within limits as a fall in the supply pressure below the set desired output pressure is detected. 16. De werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot 15, daardoor gekenmerkt dat de drukregelaar (2) een pilootgestuurde drukregelaar is met een actuator (19) die wordt belast door een pilootdruk, waarbij de pilootdruk wordt aangepast ten minste in functie van de gemeten voedingsdruk.The method according to any of claims 10 to 15, characterized in that the pressure regulator (2) is a pilot-controlled pressure regulator with an actuator (19) that is loaded by a pilot pressure, wherein the pilot pressure is adjusted at least as a function of the measured feed pressure. 17. De werkwijze volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat een motorgestuurde tweede drukregelaar (3) is voorzien voor het aanpassen van de pilootdruk voor de eerste drukregelaar (2) en dat de motorgestuurde drukregelaar (3) wordt gestuurd ten minste in functie van de gemeten voedingsdruk.The method according to claim 16, characterized in that a motor-controlled second pressure regulator (3) is provided for adjusting the pilot pressure for the first pressure regulator (2) and that the motor-controlled pressure regulator (3) is controlled at least as a function of the measured feed pressure.
BE2011/0354A 2011-06-15 2011-06-15 AIR SUPPLY SYSTEM AND METHOD FOR SUPPLYING AIR TO AN AIRFLOW MACHINE. BE1019804A3 (en)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0354A BE1019804A3 (en) 2011-06-15 2011-06-15 AIR SUPPLY SYSTEM AND METHOD FOR SUPPLYING AIR TO AN AIRFLOW MACHINE.
CN201280029081.7A CN103764888B (en) 2011-06-15 2012-06-06 Pressure regulator apparatus
CN201280029092.5A CN103827371B (en) 2011-06-15 2012-06-06 Air supply system for air-jet loom
PCT/EP2012/060725 WO2012171840A2 (en) 2011-06-15 2012-06-06 Air supply system for an airjet weaving machine
PCT/EP2012/060727 WO2012171842A2 (en) 2011-06-15 2012-06-06 A pressure regulator device
PCT/EP2012/060726 WO2012171841A2 (en) 2011-06-15 2012-06-06 Air supply system for an airjet weaving machine
TR2019/01162T TR201901162T4 (en) 2011-06-15 2012-06-06 Pressure regulator device.
EP12726116.2A EP2721206B1 (en) 2011-06-15 2012-06-06 Air supply system for an airjet weaving machine
EP12727820.8A EP2721207B1 (en) 2011-06-15 2012-06-06 A pressure regulator device
EP12725819.2A EP2721205B1 (en) 2011-06-15 2012-06-06 Air supply system for an airjet weaving machine
CN201280029091.0A CN103764889B (en) 2011-06-15 2012-06-06 For the air supply system of air-jet loom

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0354A BE1019804A3 (en) 2011-06-15 2011-06-15 AIR SUPPLY SYSTEM AND METHOD FOR SUPPLYING AIR TO AN AIRFLOW MACHINE.
BE201100354 2011-06-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019804A3 true BE1019804A3 (en) 2012-12-04

Family

ID=44512459

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0354A BE1019804A3 (en) 2011-06-15 2011-06-15 AIR SUPPLY SYSTEM AND METHOD FOR SUPPLYING AIR TO AN AIRFLOW MACHINE.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019804A3 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0112145A2 (en) * 1982-12-14 1984-06-27 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Weft transfer control system in an air jet loom
JPH0382848A (en) * 1989-08-25 1991-04-08 Toyota Autom Loom Works Ltd Air pressure control device for weft inserting in jet loom
JPH07100898B2 (en) * 1986-10-20 1995-11-01 株式会社豊田自動織機製作所 Fluid pressure regulator for jet loom

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0112145A2 (en) * 1982-12-14 1984-06-27 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Weft transfer control system in an air jet loom
JPH07100898B2 (en) * 1986-10-20 1995-11-01 株式会社豊田自動織機製作所 Fluid pressure regulator for jet loom
JPH0382848A (en) * 1989-08-25 1991-04-08 Toyota Autom Loom Works Ltd Air pressure control device for weft inserting in jet loom

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2721206B1 (en) Air supply system for an airjet weaving machine
JP3801570B2 (en) Flow control device
US9477232B2 (en) Apparatus for dividing and supplying gas and method for dividing and supplying gas
EP2288973B1 (en) Apparatus to regulate fluid flow
KR102384035B1 (en) Flow rate control apparatus, storage medium storing program for flow rate control apparatus and flow rate control method
TWI345142B (en) System and method for flow monitoring and control
EP1907736B1 (en) Electromechanical regulator with primary and backup modes of operation for regulating passenger oxygen
US6889705B2 (en) Electromagnetic valve for regulation of a fuel flow
WO2008070213A1 (en) Controller gain scheduling for mass flow controllers
BE1019804A3 (en) AIR SUPPLY SYSTEM AND METHOD FOR SUPPLYING AIR TO AN AIRFLOW MACHINE.
BE1019806A3 (en) AIR SUPPLY SYSTEM FOR A AIR MACHINE.
BE1019805A3 (en) CONTROL DEVICE FOR A AIR SUPPLY SYSTEM.
US11377335B2 (en) Method for filling containers with a filling product
JP2022029854A (en) Flow controller, flow control method and flow control program
CZ20031074A3 (en) Method of and system for controlling the ratio of a variable lead parameter and an adjustable lag parameter for a lag-lead process
CN111749936A (en) System and method for adjusting the position of an adjusting element
RU2773680C2 (en) Pressure regulator
US11561560B2 (en) Flow controller, valve arrangement and method
CN111749955A (en) System and method
Tlisov et al. Adaptive control system for pipeline valve pneumatic actuator
JPH0618010B2 (en) Automatic pressure regulator
JPS6127659B2 (en)
JP2006313456A (en) Pressure regulator