BE1019629A3 - Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek. - Google Patents

Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek. Download PDF

Info

Publication number
BE1019629A3
BE1019629A3 BE2009/0781A BE200900781A BE1019629A3 BE 1019629 A3 BE1019629 A3 BE 1019629A3 BE 2009/0781 A BE2009/0781 A BE 2009/0781A BE 200900781 A BE200900781 A BE 200900781A BE 1019629 A3 BE1019629 A3 BE 1019629A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
detection element
electrical
liquid
solenoid
supply
Prior art date
Application number
BE2009/0781A
Other languages
English (en)
Inventor
Kris Vinck
Eric Dooms
Original Assignee
Vinck Kris Bvba
Eric Dooms
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vinck Kris Bvba, Eric Dooms filed Critical Vinck Kris Bvba
Priority to BE2009/0781A priority Critical patent/BE1019629A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019629A3 publication Critical patent/BE1019629A3/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M3/00Investigating fluid-tightness of structures
    • G01M3/02Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum
    • G01M3/04Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point
    • G01M3/042Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point by using materials which expand, contract, disintegrate, or decompose in contact with a fluid
    • G01M3/045Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point by using materials which expand, contract, disintegrate, or decompose in contact with a fluid with electrical detection means
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F33/00Control of operations performed in washing machines or washer-dryers 
    • D06F33/30Control of washing machines characterised by the purpose or target of the control 
    • D06F33/47Responding to irregular working conditions, e.g. malfunctioning of pumps 
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F39/00Details of washing machines not specific to a single type of machines covered by groups D06F9/00 - D06F27/00 
    • D06F39/08Liquid supply or discharge arrangements
    • D06F39/081Safety arrangements for preventing water damage
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M3/00Investigating fluid-tightness of structures
    • G01M3/02Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum
    • G01M3/04Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point
    • G01M3/16Investigating fluid-tightness of structures by using fluid or vacuum by detecting the presence of fluid at the leakage point using electric detection means

Abstract

Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek, dat minstens een detectie-element bevat waarmee de aanwezigheid van een vloeistof kan worden gedetecteerd, welk detectie-element voorzien is van elektrische of elektronische schakelmiddelen, waarbij een elektrisch circuit wordt geschakeld tussen een open en een gesloten schakelstand naargelang al dan niet een lek wordt gedetecteerd.

Description

Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek.
Het is bekend dat vele toestellen, zoals bijvoorbeeld huishoudelijke toestellen onder de vorm van boilers, afwasmachines, wasmachines, rioolwaterpompen, en zo meer, voor hun normale werking gebruik maken van water of eventueel van een andere vloeistof.
Doorgaans zijn zulke toestellen permanent op een leiding aangesloten die de aanvoer van het water of de vloeistof naar het toestel verzekert.
Een typisch voorbeeld van zulk toestel is een elektrische boiler, waarbij vanuit het elektriciteitsnet een verwarmingselement wordt gevoed voor het opwarmen van water in een watervat, waarbij op het vat een koudwaterleiding is aangesloten voor de aanvoer van koud water en er tevens een afvoerleiding is voorzien voor het afvoeren van opgewarmd water.
Een groot nadeel aan zulke boiler is dat bij lekkage, bijvoorbeeld bij een lek in het voornoemde watervat, de aanvoerleiding zonder meer water blijft aanvoeren naar het lekkende toestel.
Vele van de voornoemde gelijkaardige toestellen waarop permanent een waterleiding is aangesloten, vertonen hetzelfde nadeel.
Indien zulke toestand waarbij een lek optreedt niet tijdig wordt gedetecteerd, kan dit tot aanzienlijke waterschade leiden, aangezien het lekkende toestel permanent gevoed blijft worden door een aanvoerleiding van water of in andere toepassingen door een leiding die een andere vloeistof aanvoert.
De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel aan één of meer van de voornoemde en eventuele andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek, die minstens een detectie-element bevat waarmee de aanwezigheid van een vloeistof kan worden gedetecteerd, welk detectie-element voorzien is van elektrische of elektronische schakelmiddelen, waarbij een elektrisch circuit wordt geschakeld tussen een open en een gesloten schakelstand naargelang al dan niet een lek wordt gedetecteerd.
Uiteraard is het de bedoeling van zulke inrichting volgens de uitvinding dat het detectie-element wordt aangebracht op een plaats waar, bij een lek, de aanwezigheid van vloeistof waarschijnlijk is, zoals bijvoorbeeld naast of onder een waterdragend toestel bijvoorbeeld ter hoogte van een vloer onder een wasmachine, of aan de onderzijde van een boiler of in de buurt van een voornoemde aanvoerleiding of dergelijke.
Een voordeel van zulke inrichting volgens de uitvinding is dat ze gemakkelijk kan worden gebruikt om er allerhande elektrische regeltoestellen mee te sturen die bij voorkeur zodanig ingrijpen dat de gevolgen van de lek minstens binnen de perken kan worden gehouden.
Immers, met een inrichting volgens de uitvinding kan er een vloeistoflek gedetecteerd worden, waarbij in functie van het resultaat van de lekdetectie een elektrisch circuit tussen een open en een gesloten schakelstand wordt geschakeld.
Het is dan ook de bedoeling een elektrisch regeltoestel te activeren of te desactiveren in functie van de schakelstand van het voornoemde elektrisch circuit van de inrichting.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding is het werkingsprincipe van het detectie-element gebaseerd op het principe dat bepaalde stoffen beter elektrische stroom geleiden, wanneer ze opgelost zijn in de te detecteren vloeistof, dan wanneer ze niet in deze vloeistof zijn opgelost.
Het detectie-element kan bijvoorbeeld voorzien worden van twee elektrisch geleidende elektroden die van elkaar gescheiden zijn door middel van een stof, zoals bijvoorbeeld een elektrolyt of dergelijke, waarbij het geleidingsvermogen doorheen de voornoemde stof varieert in functie van het al dan niet aanwezig zijn van de te detecteren vloeistof.
Tussen de elektroden wordt aldus als het ware een veranderlijke elektrische weerstand waargenomen.
Met de technieken bekend uit de elektronika of de elektrotechniek is het relatief eenvoudig een schakeling te bouwen met een paar ingangscontactpunten en een paar uitgangscontactpunten, waarbij tussen het paar ingangscontactpunten de voornoemde variërende ingangsweerstand wordt geplaatst en waarbij er in de schakeling een omzetting gebeurt en wel zodanig dat naargelang een bepaalde waarde van de ingangsweerstand wordt overschreden of juist omgekeerd deze ingangsweerstand onder een bepaalde waarde daalt het contact tussen de uitgangscontactpunten wordt geopend of gesloten.
Men begrijpt dat een detectie-element waarbij gebruik gemaakt wordt van het voornoemde principe dat het elektrisch geleidingsvermogen van bepaalde stoffen veranderlijk is in functie van de aanwezigheid van een vloeistof, zeer compact en met eenvoudige middelen kan vervaardigd worden.
Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding zijn de voornoemde schakelmiddelen van het detectie-element voorzien van middelen om de schakelstand van het elektrisch circuit over een afstand door te geven.
Op deze wijze kan een elektrisch regeltoestel worden gestuurd dat zich niet vlakbij het detectie-element bevindt.
In sommige gevallen is dit zelfs aan te raden aangezien elektrische toestellen doorgaans niet compatibel zijn met lekkende vloeistoffen.
Zulke middelen voor het doorgeven van de schakelstand kunnen bijvoorbeeld eenvoudigweg gevormd worden door een elektrische bedrading die op het voornoemde geschakelde elektrische circuit van het detectie-element is aangesloten.
Zulke uitvoeringsvorm is goedkoop en de meest voor de hand liggende oplossing.
Anderzijds is het niet uitgesloten volgens de uitvinding dat de voornoemde middelen voor het doorgeven van de schakelstand bijvoorbeeld worden gevormd door een draadloze verbinding.
Zulke uitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding is bijvoorbeeld uiterst interessant in het geval de schakelstand van het elektrisch circuit wordt gebruikt om personen, zoals bijvoorbeeld technisch onderhoudspersoneel, op de hoogte te brengen, aangezien met zulke draadloze verbinding de voornoemde personen niet aan een bepaalde lokatie gebonden zijn en ze dus mobiel blijven.
Nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding bestaat erin het detectie-element als een vlak element uit te voeren.
Zulke vlakke vorm is erg geschikt om het onder allerhande toestellen aan te brengen.
Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is het detectie-element aan één vlakke zijde voorzien van kleefmiddelen waarmee het tegen een oppervlak kan gekleefd worden en liefst nog is het detectie-element uitgevoerd als een sticker.
Zulke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is typisch bedoeld om bijvoorbeeld te worden gekleefd op de onderzijde van een watervat dat bijvoorbeeld aan een muur is opgehangen, zoals bijvoorbeeld een watervat van een boiler en zo meer, of van gelijk welk vloeistofhoudend, opgehangen reservoir.
Het is duidelijk dat zulke uitvoeringsvorm erg praktisch is, aangezien ze weinig plaats inneemt en bovendien zeer eenvoudig is aan te brengen zonder dat er moeilijke montagewerken aan te pas komen.
In een andere interessante uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is het detectie-element uitgevoerd als een mat of een sokkel.
Zulke uitvoeringsvorm is typisch zeer geschikt om ze onder toestellen aan te brengen die op een ondergrond zijn geplaatst.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek overeenkomstig de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft, toegepast bij een boiler die aan een muur is opgehangen; figuren 2 tot 4 analoog aan figuur 1 een andere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft, toegepast respectievelijk bij een elektrische waterverwarmer, een wasmachine en een pompinstallatie; en, figuren 5 en 6 alternatieven weergeven voor het geval van figuur 2.
De in figuur 1 weergegeven inrichting 1 voor het detecteren van een vloeistoflek is toegepast op een watervat 2 van een boiler 3 die aan een muur 4 is opgehangen.
De boiler 3 is verder voorzien van een aanvoerleiding 5 voor het aanvoeren van koud water naar het watervat 2, welke aanvoerleiding 5 is aangesloten op de waterleiding.
Voorts is de boiler 3 tevens voorzien van een afvoerleiding 6 voor het afvoeren van verwarmd water vanuit het watervat 2 naar verbruikers, bijvoorbeeld om een douche te nemen, de afwas te doen en zo meer.
Om het koude water aangevoerd via de aanvoerleiding 5 in het watervat 2 op te warmen, is er tevens een verwarmingselement 7 voorzien in het watervat 2, welk verwarmingselement 7 elektrisch wordt gevoed vanuit een elektriciteitsnet 8.
In normale omstandigheden wordt bij afname van warm water uit het watervat 2 via de afvoerleiding 6 automatisch koud water naar het watervat 2 gevoerd via de aanvoerleiding 5 om het terug te vullen.
De inrichting 1 bevat een detectie-element 9 waarmee de aanwezigheid van een vloeistof, in dit geval water, kan worden gedetecteerd.
In het getoonde voorbeeld van figuur 1 is het detectie-element 9 uitgevoerd als een sticker, die onderaan op het watervat 2 is gekleefd. Deze sticker 9 is voorzien van middelen voor het detecteren van lekkende vloeistof.
1 . ;
Het werkingsprincipe van het detectie-element 9 is in dit geval gebaseerd op het principe dat bepaalde stoffen beter elektrische stroom geleiden, wanneer ze opgelost zijn in de te detecteren vloeistof, dan wanneer ze niet in deze vloeistof zijn opgelost.
Zoals schematisch is weergegeven in figuur 1 heeft de sticker 9 hiertoe twee elektrisch geleidende gedeelten 10 en 11, waartussen een voornoemde stof is aangebracht.
Het detectie-middel 9 is voorts voorzien van elektrische of elektronische schakelmiddelen 12, die liefst zoals in het getoonde voorbeeld zijn uitgevoerd als een elektronische chip 12 of dergelijke, teneinde de dimensies ervan zo klein mogelijk te houden.
Bij voorkeur worden zulke schakelmiddelen 12 trouwens in de sticker 9 zelf geïntegreerd, bijvoorbeeld in de vorm van een chip 12.
De chip 12 heeft in dit geval een paar elektrische aansluitpunten of contactpunten 13 aan zijn ingang voor het aansluiten van de elektrisch geleidende gedeelten 10 en 11 van de sticker, evenals een paar elektrische aansluitpunten of contactpunten 14 aan zijn uitgang.
De chip 12 bestaat voorts uit een elektronische schakeling of circuit waarbij in functie van de variërende, elektrische weerstand 15 die tussen de contactpunten 13 aan de ingang wordt waargenomen, de contactpunten 14 aan de uitgang van de chip 12 worden geschakeld tussen een open en een gesloten oftewel kortgesloten schakelstand.
In dit geval is het de bedoeling dat de contactpunten 14 kortgesloten worden zodra het geleidingsvermogen tussen de ingangscontactpunten 13 boven een bepaalde waarde stijgt, bijvoorbeeld doordat de stof tussen de elektrisch geleidende gedeelten 10 en 11 van de sticker 9 in contact is gekomen met de te detecteren vloeistof.
Kortom in het getoonde voorbeeld worden de contactpunten 14 kortgesloten wanneer een vloeistoflek wordt gedetecteerd, terwijl de contactpunten 14 open worden gehouden zolang de weerstand tussen de contactpunten voldoende hoog is, doordat de stof tussen de elektrisch geleidende gedeelten 10 en 11 niet in contact is met de te detecteren vloeistof en er dus geen lek is.
De bedoeling van het detectie-element 9 met schakelmiddelen 12 die het contact tussen de aansluitpunten 14 open of gesloten houdt, bestaat erin de aanvoer van water naar het watervat 2 via de aanvoerleiding 5 aan te sturen.
In de aanvoerleiding 5 naar het watervat 2 is hiertoe een magneetventiel 16 opgenomen waarmee de aanvoerleiding 5 kan worden afgesloten, dan wel geopend.
Het magneetventiel 16 beschikt namelijk over een solenoïde 17 die een magnetisch bekrachtigde afsluittap 18 op- en neer kan doen bewegen in de aanvoerleiding 5 naargelang de solenoïde 17 al dan niet bekrachtigd wordt via zijn elektrische voeding 19.
Meer bepaald is de afsluittap 18 zodanig in het kanaal van de aanvoerleiding 5 geplaatst dat, wanneer de solenoïde 17 niet wordt bekrachtigd door het uitschakelen van de elektrische voeding 19 ervan, de afsluittap 18 automatisch de aanvoerleiding 5 afsluit.
Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door de afsluittap 18 zodanig uit te voeren dat de aanvoerende vloeistofdruk de afsluittap 18 beweegt in een richting waardoor de aanvoerleiding 5 wordt afgesloten.
Een andere, minder gebruikelijke methode, zou erin kunnen bestaan de afsluittap 18 zodanig uit te voeren dat de afsluittap 18 door de zwaartekracht in de aanvoerleiding 5 zakt, of bijvoorbeeld doordat de afsluittap 18 met behulp van een mechanische veer (die niet in figuur 1 is weergegeven) in de aanvoerleiding 5 wordt getrokken.
Wanneer de solenoïde 17 wordt bekrachtigd door het aanschakelen van de voeding 19 ervan, wordt een magnetisch veld opgewekt dat zodanig is dat de afsluittap 18 uit het kanaal van de aanvoerleiding 5 wordt getrokken, aangezien het opgewekte magnetische veld krachtig genoeg is om de voornoemde kracht die de afsluittap 18 in de afgesloten stand houdt, zoals bijvoorbeeld de kracht van de vloeistofdruk, de zwaartekracht, de voornoemde veerkracht of welke kracht dan ook te overwinnen.
In zulke bekrachtigde toestand van de solenoide 17 is met andere woorden de aanvoerleiding 5 geopend, terwijl in de niet bekrachtigde toestand van de solenoïde 17 de aanvoerleiding 5 is afgesloten.
Volgens een meer algemene uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding kan de solenoïde 17 deel uitmaken van een gelijkaardig regeltoestel dat een klep, ventiel of kraan aanstuurt, waarbij deze de voornoemde aanvoerleiding 5 al dan niet afsluit naargelang de solenoïde 17 al dan niet wordt bekrachtigd door de elektrische voeding 19.
Om de aanvoer van koud water naar het watervat 2 te kunnen sturen is het detectie-element 9 van de inrichting 1 voor het detecteren van een vloeistoflek zodanig uitgevoerd dat de schakelmiddelen 12 ervan een elektrische voeding aansturen, meer bepaald de elektrische voeding 19 van de solenoïde 17 van het magneetventiel 16.
In het getoonde voorbeeld van figuur 1 gebeurt deze aansturing via het contact met een elektrische voeding 20 voorzien in een contactdoos 21 die op het elektriciteitsnet 22 is aangesloten.
Meer bepaald openen of sluiten de schakelmiddelen 12 een elektrisch contact 23 in een stekker 24, welke stekker 24 met zijn aansluitpinnen 25 in de voornoemde contactdoos 21 kan worden ingebracht en is voorzien van aansluitopeningen 26 voor het aanbrengen van de aansluitpinnen 27 van een additionele stekker 28, die in dit geval de voeding 19 vormt van de solenoïde 17.
Hierbij wordt door het schakelen van het contact 23 in de stekker 24 met behulp van de schakelmiddelen 12 het contact tussen de elektrische voeding 22 in de contactdoos 21 en de additionele stekker 27 aan- of uitgeschakeld, aangezien het contact 23 de verbinding tussen de aansluitpinnen 25 en de aansluitopeningen 26 in de stekker 24 verbreekt, dan wel sluit.
Uiteraard is het zo dat de werking van het magneetventiel 16 en de werking van het detectie-element 9 correct op elkaar dienen te worden afgestemd.
Immers, bij het detecteren van een lek worden door de schakelmiddelen 12 van het detectie-element 9 de contactpunten 14 aan de uitgang van de schakelmiddelen 12 kortgesloten.
Bij een lek wordt echter liefst de aanvoer van koud water vanuit de aanvoerleiding 5 stopgezet, wat overeenstemt met een toestand waarbij de solenoïde 17 van het magneetventiel 16 niet wordt bekrachtigd door de voeding 19 via de stekker 24 die zelf gevoed wordt vanuit het elektriciteitsnet 22.
Dit wil zeggen dat bij gesloten contacten 14 het contact 23 in de stekker 24 dient geopend te zijn teneinde de voeding 20 af te sluiten van de stekker 26 die de solenoïde 17 voedt.
Kortom, er dient een soort omkering te gebeuren, waarbij de schakelstand van de contactpunten 14 wordt omgekeerd in een omgekeerde schakelstand aan het contact 23.
Een eerste maatregel die hiertoe is getroffen, is dat de voornoemde schakelmiddelen 12 van het detectie-element 9 zijn voorzien van middelen om de schakelstand van het elektrisch circuit aan de contactpunten 14 over een afstand door te geven.
In het getoonde voorbeeld worden deze middelen voor het doorgeven van de schakelstand gevormd door elektrische bedrading 29 en 30 die op het voornoemde elektrische circuit is aangesloten.
Meer bepaald is een eerste aansluitpin 25 van de stekker 24 door middel van een elektrische draad 29 met een eerste contactpunt van de contactpunten 14 verbonden.
Anderzijds is de andere aansluitpin 25 van de stekker 24 door middel van een elektrische draad 30 met het andere contactpunt van de contactpunten 14 verbonden, doch niet rechtstreeks, maar over een solenoïde 31 van een relais 32.
Het relais 32 is aangebracht over het contact 23 via hetwelk de voornoemde eerste aansluitpin 25 van de stekker 24 al dan niet is verbonden met een eerste aansluitopening 26 van de stekker 24.
Het relais 32 is in dit geval een zogenaamd normaal gesloten relais 32, waarbij zonder activering van de solenoïde 31 het contact 23 gesloten is.
Dit is het geval wanneer de contactpunten 14 in de open schakelstand staan, wat zo is zo lang er geen lek wordt gedetecteerd door het detectie-element 9, zoals reeds werd uitgelegd.
Bij een gesloten contact 23 wordt de solenoïde 17 van het magneetventiel 16 gevoed vanuit het elektriciteitsnet 22 aangezien in dit geval de contactdoos 21 over de stekker 24 met de additionele stekker 26 is verbonden.
In zulke toestand is de aanvoerleiding 5 met andere woorden geopend, wat de gewenste stand is wanneer er geen lek wordt gedetecteerd.
Anderzijds, wanneer bij een lek de weerstand 15 tussen de gedeelten 10 en 11 sterk afneemt zullen de schakelmiddelen 12 de contactpunten 14 kortsluiten, zodat de solenoïde 31 van het relais 32 wordt bekrachtigd, waardoor het contact 23 wordt verbroken.
Hierdoor wordt tevens de voeding 19 van de solenoide 17 van het magneetventiel 16 van het elektriciteitsnet 22 afgesloten, zodat de solenoïde niet meer wordt bekrachtigd en de afsluittap 18 zal bewegen tot in een stand waarbij de aanvoerleiding 5 is afgesloten.
Opnieuw wordt aldus de gewenste situatie bekomen, aangezien er bij een lek uiteraard liefst geen aanvoer van koud water meer is naar het watervat 2.
In het getoonde voorbeeld is de bedrading 29, 30 verbonden met het elektriciteitsnet 22 via de contactdoos 21. Deze voeding kan eventueel gebruikt worden om naast het bekrachtigen van de solenoïde 31 eveneens de schakelmiddelen 12 te voeden.
Anderzijds kunnen de schakelmiddelen 12 bijvoorbeeld even goed voorzien zijn van een aparte elektrische voeding, zoals bijvoorbeeld een gelijkspanningsvoeding afkomstig van een batterij of dergelijke.
Bij voorkeur is een inrichting 1 volgens de uitvinding zodanig dat de electrische gedeelten ervan spatwaterdicht zijn uitgevoerd.
Om na te gaan of de schaleking correct werkt is een inerichting 1 volgens de uitvinding bij voorkeur tevens voorzien van een testknop T.
Het is hierbij de bedoeling dat door het indrukken van deze testknop T een toestand wordt gesimuleerd, vergelijkbaar met de toestand bij een lek.
In de uitvoeringsvorm van figuur 1 een toestand worden daarom de contacten 14 door het indrukken van de testkop T gesloten.
Voorts valt nog op te merken dat de aanvoerleiding 5 tevens voorzien is van een keerklep of terugslagklep 33 die een stroming van warm water uit het watervat 2 terug naar de waterleiding verhindert.
Verder is de aanvoerleiding 5 tevens van een overdrukbeveiliging 34 voorzien die bestaat uit een afsluitklep 35 die in de normale werkingstoestand een opening 36 in de afvoerleiding 5 afsluit, omdat de afsluitklep 35 door middel van een veer 37 tegen de opening 36 wordt gedrukt.
Wanneer echter de druk in de afvoerleiding 5 een bepaalde waarde overstijgt, zal de veerkracht van de veer 37 niet voldoende meer zijn om de afsluitklep 35 tegen de opening 36 te drukken, zodat water via de opening 36 kan wegvloeien totdat de druk in het watervat 2 of de aanvoerleiding 5 terug voldoende is gezakt.
In figuur 2 is nog een andere uitvoeringsvorm van een inrichting 1 voor detecteren van een vloeistoflek overeenkomstig de uitvinding weergegeven, waarbij deze inrichting 1 in het getoonde voorbeeld is voorzien van een detectie-element 9 dat is uitgevoerd als een mat.
Deze mat is aangebracht onder een boiler 3 die in dit geval op een ondergrond 38 is geplaatst.
Zulke aangepaste uitvoeringsvorm van het detectie-element 9 in de vorm van een mat is uiterst interessant voor zulke toepassingen, waarbij de mat 9 onder een toestel wordt geplaatst.
Uiteraard dienen er de gepaste maatregelen te worden getroffen om het gewicht van het toestel te kunnen dragen.
In de figuur 2 zijn de schakelmiddelen 12 ook enigzins anders uitgevoerd. Meer bepaald is er in dit geval geen relais 32 toegepast.
Hierbij is de print 12 zodanig dat in de gewone schakelstand, waarbij er geen lek wordt gedetecteerd, de contactpunten 14 zijn kortgesloten, welke contactpunten 14 via de elektrische bekabeling 29, 30 direct het contact 23 vormen.
Op deze wijze is de solenoïde 17 van het magneetventiel 16 dat de aanvoer vanuit de aanvoerleiding 5 controleert, bekrachtigd bij afwezigheid van een lek, terwijl het magnetisch veld wordt doorbroken bij aanwezigheid van een lek.
Dit betekent dat bij een lek de aanvoerleiding 5 wordt afgesloten met behulp van de afsluittap 18, terwijl bij een normale toestand zonder lek de aanvoerleiding 5 open is en koud water zonder hindernis naar het watervat 2 kan stromen, wat uiteraard de bedoeling is van een inrichting volgens de uitvinding.
De testknop T is in dit geval zo dat door het indrukken ervan de contacten 14 worden geopend, zodat opnieuw een toestand wordt gesimuleerd, vergelijkbaar met de toestand bij een lek.
In figuur 3 is ter illustratie een andere toepassing weergegeven, waarbij de inrichting 1 eveneens voorzien is van een detectie-element 9 in de vorm van een mat, die in dit geval onder een wasmachine 39 is aangebracht.
Een wasmachine 39 is in principe tevens een watervat 2 waarin de was zich bevindt, waarbij het water al dan niet wordt verwarmd.
Uiteraard kunnen er bij zulke wasmachines 39 eveneens lekken optreden en is het gewenst de aanvoer van water af te sluiten wanneer er zulke lek optreedt.
De werking van de inrichting 1 volgens de uitvinding zoals weergegeven in figuur 3 is voorts verder compleet analoog aan het geval van figuur 2 en behoeft geen verdere commentaar.
In figuur 4 is nog een andere toepassing van een inrichting 1 voor het detecteren van een vloeistoflek weergegeven, waarbij deze in dit geval is toegepast op een pompinrichting 40, bijvoorbeeld een pompinrichting 40 om afvalwater weg te pompen naar een riool of om water aan te pompen vanuit een put of dergelijke meer.
Hierbij is de pompinrichting 40 voorzien van een pomp 41 die in het getoonde voorbeeld elektrisch wordt aangedreven door middel van een elektische aandrijfmotor 42.
In deze toepassing is het eerder de bedoeling om bij een lek de werking van de pomp 41 te stoppen teneinde de aanvoer vanuit de pomp 41 te stoppen.
Hiertoe is opnieuw een detectie-element 9 in de vorm van een mat aangebracht op een plaats waar een lek kan worden verwacht, terwijl het contact 23 in de stekker 24 in dit geval de voeding 19 naar de elektrische aandrijfmotor 42 stuurt.
In principe komt de werking van de inrichting 1 volgens deze uitvoeringsvorm volledig op hetzelfde neer als in de vorige uitvoeringsvormen, waarbij in dit geval echter de voeding naar een solenoïde wordt gestuurd die deel uitmaakt van een elektrische aandrijfmotor 42 in plaats van de voeding van een solenoide die een magneetvent iel stuurt.
In figuur 5 is nog een andere uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven, die analoog is aan de uitvoeringsvorm van figuur 2.
Een eerste verschil zit hem in het feit dat het detectie-element 9 is geïntegreerd in een sokkel 43 die de boiler 3 ondersteunt.
Dit kan interessant zijn voor toepassingen, waarbij grote gewichten dienen ondersteund te worden.
Een ander verschil bestaat erin dat er geen tussenliggende stekker 24 is toegepast, maar dat de solenoïde 17 van het magneetventiel 16, die de aanvoer van koud water via de aanvoerleiding 5 stuurt, rechtstreeks wordt gestuurd door een contact 23 in de stekker 28 zelf, die de solenoïde 17 voedt.
In figuur 6 is nog een andere uitvoeringsvorm weergegeven van een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het detecteren van een vloeistoflek, waarbij in het getoonde voorbeeld de middelen voor het doorgeven van de schakelstand niet gevormd worden door een elektrische bedrading, maar door een draadloze verbinding 44.
Zulke uitvoeringsvorm kan interessant zijn indien de sturing liefst zo weinig mogelijk in contact komt met de fysische omgeving waarin de lekdetectie gebeurt.
Uiteraard zijn vele andere uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding niet uitgesloten.
Bijvoorbeeld is het mogelijk dat het werkingsprincipe van het detectie-element 9 is gebaseerd op andere fysische of chemische principes.
Bijvoorbeeld is het mogelijk een detectie-element 9 te baseren op het principe dat een elektrisch circuit mechanisch wordt onderbroken.
Bijvoorbeeld kan een bepaald watervat volledig worden omsloten door een detectie-element 9, waarbij de enige mogelijkheid tot lekken erin bestaat het detectie-element 9 zelf te doorbreken.
Zulke toestand van het detectie-element 9 kan dan weer op zijn beurt aanleiding geven tot een sturing van de aanvoer van vloeistof.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen van een inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek volgens de uitvinding, doch zulke inrichting 1 kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (19)

1. Inrichting (1) voor het detecteren van een vloeistoflek, daardoor gekenmerkt dat ze minstens een detectie-element (9) bevat waarmee de aanwezigheid van een vloeistof kan worden gedetecteerd, welk detectie-element (9) voorzien is van elektrische of elektronische schakelmiddelen (12), waarbij een elektrisch circuit wordt geschakeld tussen een open en een gesloten schakelstand naargelang al dan niet een lek wordt gedetecteerd. I .
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het werkingsprincipe van het detectie-element (9) is gebaseerd op het principe dat bepaalde stoffen beter elektrische stroom geleiden, wanneer ze ,opgelost zijn in j de te -detecteren vloeistof,: dan wanneer ze niet in deze vloeistof zijn opgelost. ;
3. Inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het werkingsprincipe van het detectie-element is gebaseerd op het principe dat een elektrisch circuit mechanisch wordt onderbroken.
4. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde schakelmiddelen (12) van het detectie-element (9) zijn voorzien van middelen om de schakelstand van het elektrisch circuit over een afstand door te geven.
5. Inrichting (1) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen voor het doorgeven van de schakelstand worden gevormd .door .een elektrische bedrading (29,30) die op het voornoemde elektrische circuit is aangesloten.
6. Inrichting (1) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat voornoemde middelen voor het doorgeven van de schakelstand worden gevormd door een draadloze verbinding (44).
7. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het detectie-element (9) een vlak element is.
8. Inrichting (1) volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het detectie-element (9) aan één vlakke zijde is voorzien van kleefmiddelen waarmee het tegen een oppervlak kan gekleefd worden.
9. Inrichting (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het detectie-element (9) is uitgevoerd als een sticker.
10. Inrichting (1) volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat het detectie-element (9) is gekleefd op een watervat (2).
11. Inrichting (1) volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het detectie-element (9) uitgevoerd is als een mat.
12. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schakelmiddelen (12) een aanvoer van vloeistof in een leiding (5) aansturen.
13. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schakelmiddelen (12) een elektrische voeding (19,20) aansturen.
14. Inrichting (1) volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de elektrische voeding (20) voorzien is in een contactdoos (21) die op het elektriciteitsnet (22) is aangesloten.
15. Inrichting (1) volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de schakelmiddelen (12) een elektrisch contact (23) in een stekker (24) opent of sluit, welke stekker (24) in de voornoemde contactdoos (21) kan worden ingebracht en is voorzien van aansluitopeningen (26) voor het aanbrengen van een additionele stekker (28) en waarbij de schakelmiddelen (12) het contact tussen de elektrische voeding (20) in de contactdoos (21) en de additionele stekker (28) aan- of uitschakelen.
16. Inrichting (1) volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de elektrische voeding (19,20) aangesloten is op een solenoïde (17).
17. Inrichting (1) volgens conclusies 12 en 15, daardoor gekenmerkt dat de solenoïde (17) deel uitmaakt van een regeltoestel dat een klep, ventiel (16) of kraan aanstuurt, waarbij deze de voornoemde leiding (5) al dan niet afsluiten naargelang de solenoide (17) al dan niet wordt bekrachtigd door de elektrische voeding (19).
18. Inrichting (1) volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de solenoide (17) deel uitmaakt van een elektrische motor (42).
19. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de electrische gedeelten ervan spatwaterdicht zijn uitgevoerd.
BE2009/0781A 2009-12-11 2009-12-11 Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek. BE1019629A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0781A BE1019629A3 (nl) 2009-12-11 2009-12-11 Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0781A BE1019629A3 (nl) 2009-12-11 2009-12-11 Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek.
BE200900781 2009-12-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019629A3 true BE1019629A3 (nl) 2012-09-04

Family

ID=42269778

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0781A BE1019629A3 (nl) 2009-12-11 2009-12-11 Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019629A3 (nl)

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3770002A (en) * 1971-11-01 1973-11-06 L Brown Automatic water shut-off system
US4297686A (en) * 1979-10-01 1981-10-27 Tom M Dale Water detection device
US4677373A (en) * 1985-07-18 1987-06-30 Junkosha Co., Ltd. Sensor for detecting leaks of corrosive liquid
DE3639476A1 (de) * 1986-11-18 1988-05-19 Willi Fischer Sicherungseinrichtung an druckleitungen
EP0278503A2 (de) * 1987-02-13 1988-08-17 Westerwald Korrosionsschutz GmbH Vorrichtung zur Lecküberwachung und -ortung
GB2202358A (en) * 1987-03-17 1988-09-21 Robert William Dawe Water leak detector, alarm and controller
EP0341932A2 (en) * 1988-05-09 1989-11-15 Junkosha Co. Ltd. A leak detecting sensor
WO1999010720A1 (en) * 1997-08-25 1999-03-04 Tryba Stephen A Water leakage protector apparatus
US5967171A (en) * 1996-08-22 1999-10-19 Dwyer, Jr.; George W. Shut-off system for preventing water damage
US20020008627A1 (en) * 1999-03-18 2002-01-24 Walter Scott A. Water leak detection and correction device
GB2377995A (en) * 2001-05-11 2003-01-29 Nicholas Julian Orchard Water detection device with co-planar electrodes

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3770002A (en) * 1971-11-01 1973-11-06 L Brown Automatic water shut-off system
US4297686A (en) * 1979-10-01 1981-10-27 Tom M Dale Water detection device
US4677373A (en) * 1985-07-18 1987-06-30 Junkosha Co., Ltd. Sensor for detecting leaks of corrosive liquid
DE3639476A1 (de) * 1986-11-18 1988-05-19 Willi Fischer Sicherungseinrichtung an druckleitungen
EP0278503A2 (de) * 1987-02-13 1988-08-17 Westerwald Korrosionsschutz GmbH Vorrichtung zur Lecküberwachung und -ortung
GB2202358A (en) * 1987-03-17 1988-09-21 Robert William Dawe Water leak detector, alarm and controller
EP0341932A2 (en) * 1988-05-09 1989-11-15 Junkosha Co. Ltd. A leak detecting sensor
US5967171A (en) * 1996-08-22 1999-10-19 Dwyer, Jr.; George W. Shut-off system for preventing water damage
WO1999010720A1 (en) * 1997-08-25 1999-03-04 Tryba Stephen A Water leakage protector apparatus
US20020008627A1 (en) * 1999-03-18 2002-01-24 Walter Scott A. Water leak detection and correction device
GB2377995A (en) * 2001-05-11 2003-01-29 Nicholas Julian Orchard Water detection device with co-planar electrodes

Similar Documents

Publication Publication Date Title
TW477862B (en) Pump and controller system and method
US7477836B2 (en) Tankless water heater
EP1619291A1 (en) Steam generating device and iron using the steam generating device
US20090162211A1 (en) Strain Gauge Pump Control Switch
CA2708225A1 (en) Capacitive liquid level sensor
US3030890A (en) Means for controlling electric pumps
RU2008126192A (ru) Устройство для определения уровня жидкости в контейнере прибора, в особенности бытового прибора, датчик уровня жидкости и детекторная схема
US3665209A (en) Fluid level control system
BE1019629A3 (nl) Inrichting voor het detecteren van een vloeistoflek.
CN102187151B (zh) 配备有可填充式蒸汽锅炉的家用设备和用于家用设备的蒸汽锅炉
US6203281B1 (en) Submersible pump controller for differentiating fluids
US6591676B2 (en) Device for detecting the level of liquid, particularly for submersed pumps
KR20190101059A (ko) 직수형 인덕션 간편조리기기
CN109044111B (zh) 即热饮水机的电热器通电控制机构
US8440025B2 (en) Water-conducting domestic appliance
EA201070664A1 (ru) Схемное устройство для управления бытовым прибором
CA2963781C (en) Multiple switch float switch apparatus having a magnetic coupling
KR200389164Y1 (ko) 송수제어장치
CN105759162B (zh) 用电检测装置
CN201387128Y (zh) 一种电加热器
KR102394336B1 (ko) 개선된 물 감지회로와 단자구조를 가진 이동형 수중히터
CN110912106B (zh) 能够负载识别的家用电器及负载识别方法
CN217266472U (zh) 衣物护理机用的冷却组件和包含该冷却组件的衣物护理机
CN211427106U (zh) 一种洗碗机的控制电路、洗碗机
CN211749446U (zh) 一种洗碗机的控制电路、洗碗机

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191231

NE Restoration requested

Effective date: 20161222

NF Patent restored after lapse

Effective date: 20170622