BE1019409A5 - Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen. - Google Patents

Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen. Download PDF

Info

Publication number
BE1019409A5
BE1019409A5 BE2010/0411A BE201000411A BE1019409A5 BE 1019409 A5 BE1019409 A5 BE 1019409A5 BE 2010/0411 A BE2010/0411 A BE 2010/0411A BE 201000411 A BE201000411 A BE 201000411A BE 1019409 A5 BE1019409 A5 BE 1019409A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
inclusion
solid
gem
gemstone
polished
Prior art date
Application number
BE2010/0411A
Other languages
English (en)
Inventor
Sergey Sivovolenko
Original Assignee
Octonus Finland Oy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Octonus Finland Oy filed Critical Octonus Finland Oy
Priority to BE2010/0411A priority Critical patent/BE1019409A5/nl
Priority to EP11733638.8A priority patent/EP2591341B1/en
Priority to EP19198176.0A priority patent/EP3605071A1/en
Priority to PCT/EP2011/061529 priority patent/WO2012004351A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019409A5 publication Critical patent/BE1019409A5/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N21/00Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
    • G01N21/84Systems specially adapted for particular applications
    • G01N21/87Investigating jewels
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N21/00Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
    • G01N21/01Arrangements or apparatus for facilitating the optical investigation
    • G01N21/03Cuvette constructions
    • G01N2021/0342Solid sample being immersed, e.g. equiindex fluid

Abstract

Werkwijze voor het analyseren van een edelsteen, typisch voor het lokaliseren van een insluitsel in een edelsteen, omvattende: het selecteren van een vast materiaal dat transparant is in ten minste een segment van het zichbaar spectrum; het smelten of plastisch maken van het vast materiaal en het verzinken van de edelsteen in dit gesmolten of plastisch gemaakt materiaal zodanig dat de edelsteen ten minste gedeeltelijk bekleed is met dit materiaal; het hard laten worden van het gesmolten of plastisch gemaakt materiaal zodanig dat een vast transparant blok verkregen wordt dat de edelsteen bevat; het analyseren van de edelsteen doorheen een oppervlak van het vast transparant blok gebruikmakend van lichtstralen in het zichtbaar spectrum.

Description

Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen
Vakgebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het analyseren van een edelsteen, en in het bijzonder op een werkwijze voor het lokaliseren van een insluitsel in een edelsteen. Meer bepaald is de werkwijze nuttig om nauwkeurig de locatie en/of de vorm van een insluitsel in een 3D model van de edelsteen af te leiden.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding worden hier beschreven met bijzondere verwijzing naar het modelleren van diamanten, maar de vakman zal begrijpen dat de uitvinding eveneens toepasbaar is op andere types edelstenen en halfedelstenen. Bovendien is de uitvinding zowel toepasbaar op ruwe edelstenen, gepolijste edelstenen als half gepolijste edelstenen.
Achtergrond
De waarde van een geslepen diamant wordt in grote mate bepaald door de vier C's: eut (slijpvorm), clarity (zuiverheid), carat (gewicht) en colour (kleur). Naast het bepalen van het gewicht, de kleur, de afmeting en de slijpvorm, moeten om de diamant te evalueren de insluitsels gelokaliseerd worden en moet hun invloed op de kostprijs van de uiteindelijke briljant geminimaliseerd worden. Merk op dat de termen "barst", "insluitsel" en "defect" als synoniemen gebruikt worden die verwijzen naar een visueel te onderscheiden onregelmatigheid in de edelsteen. Er bestaan verschillende oorzaken voor de insluitsels, bijvoorbeeld kristallen van een vreemd materiaal, een ander kristal van de edelsteen zelf, of onvolkomenheden zoals scheuren die er witachtig of als wolken uitzien. De zuiverheid van een edelsteen zoals een diamant zal afhankelijk zijn van het aantal, de afmetingen, de kleur, de locatie, de oriëntatie en de zichtbaarheid van de insluitsels. Door het lokaliseren en identificeren van insluitsels in een ruwe (ongepolijste) edelsteen, is het in principe mogelijk om het slijpen van de edelsteen zodanig te plannen dat de invloed van de insluitsels op de zuiverheid van de uiteindelijke geslepen en gepolijste steen geminimaliseerd wordt.
Het evalueren van een diamant dient te gebeuren in bijna alle stadia van het proces, gaande van het ontginnen tot de verkoop van diamant. Welke evaluatiewerkwijze voor een bepaald geval gebruikt wordt, zal afhankelijk zijn van een groot aantal factoren. Bekeken vanuit een technisch oogpunt kunnen historisch de volgende werkwijzen onderscheiden worden: 1. Zonder gepolijste vensters, zonder het construeren van een 3D model, zonder onderdompeling
Een diamantslijper kijkt doorheen een vergrootglas naar de diamant, waarbij hij probeert om de insluitsels en hun vele reflecties te zien en te begrijpen. Hij telt, identificeert en lokaliseert de insluitsels bij benadering, weegt de steen, bepaalt de vorm ervan, de kristalstructuur, de kleur en de zuiverheid. Vervolgens zaagt hij mentaal de defectzones weg en bekijkt wat hij kan verkrijgen uit de overblijvende diamant, gebruikmakend van zijn ervaring. Dit is een manier om de prijs van ruwe diamant te bepalen. Een dergelijke werkwijze wordt typisch gebruikt bij het kopen van ruwe diamant, wanneer een steen geobserveerd wordt om een eerste concept van de geslepen slijpvorm te construeren, als een basismethode voor het evalueren van ruwe diamanten met kleine afmetingen, of als een methode om de waarde van voltooide briljanten te bepalen.
2. Met polijstvensters, zonder het construeren van een 3D model, zonder onderdompeling
De slijper observeert eerst de steen, en opent (polijst) vervolgens een aantal (typisch twee, maar soms zal één venster voldoende zijn) "vensters" aan tegenovergestelde zijden van de steen, zodanig dat de slijper door één van deze vensters kan kijken om het insluitsel waar te nemen tegen een achtergrond die gevormd wordt door het ander venster. Volgens een eerste mogelijkheid tekent hij een lijn die bedoeld is als een tracé van het zaagvlak. Tenslotte kijkt hij door één van de vensters en vergelijkt de voor- en achterlijnen en vergewist zich ervan dat het insluitsel zich in een bepaald voorspeld gebied van de diamant bevindt. Volgens een andere mogelijkheid worden twee punten gemarkeerd op tegenovergestelde oppervlakken van de diamant. Elk stel punten markeert het begin en het einde van de lijn die doorheen het insluitsel gaat. Het snijpunt van de lijnen geeft de positie van het insluitsel weer. Een dergelijke werkwijze wordt typisch gebruikt in een controlestadium voorafgaand aan het zagen, om de locatie van het insluitsel te bepalen door vanuit verschillende richtingen naar het insluitsel te kijken, om de defecten te verifiëren in het midden van het proces.
3. Zonder polijstvensters, met een 3D model van de diamant, zonder onderdompeling
Typisch worden eerst een aantal vensters gepolijst voor de insluitsels. Merk op dat in het geval van vlakke en effen facetten van de ruwe steen, deze facetten kunnen fungeren als dergelijke bruikbare vensters. In een typisch geval moeten de vensters toelaten dat het insluitsel of de insluitsels vanuit ten minste twee gezichtspunten (ideaal orthogonale richtingen) geobserveerd kunnen worden. Merk echter op dat voor bepaalde gevallen één venster voldoende kan zijn, zie verder. Vervolgens wordt de steen op een houder gelijmd, in een scanner gemonteerd, en wordt een 3D model van de diamant geconstrueerd. Al naargelang de gebruikte optische middelen kan het proces op verschillende manieren verder gaan: a) gebruikmakend van optische instrumenten met een grote scherptediepte (wide depth of field)
Gebruikmakend van dezelfde houder waarop de diamant gelijmd is, wordt een beeld gemaakt van het insluitsel vanuit twee (of meer) zijden, zoals geïllustreerd in figuur IA, zie de kijkrichtingen LI en L2. De contouren van het insluitsel in de respectievelijke beelden bepalen de grondvlakken van zogenaamde "optische cilinders". Elke cilinder strekt zich uit tussen tegenoverliggende locaties op het buitenoppervlak van de steen in respectievelijke richtingen LI', L2'. De richtingen van de cilinders LI', L2' worden berekend door de wet van Snell, gebruikmakend van het 3D model van de diamant. Het doorsnedelichaam van de cilinders verschaft bij benadering, en doorgaans vrij nauwkeurig de vorm van het insluitsel en de locatie daarvan. Een dergelijke werkwijze wordt geopenbaard in EP 1 211 503. Een voorbeeld van een geschikte inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze is de "Helium Rough" inrichting die geproduceerd wordt door Aanvraagster.
b) gebruikmakend van optische toestellen met een kleine scherptediepte (narrow depth of field)
Zoals voor de werkwijze beschreven in punt a), wordt het insluitsel in een steen 1 in beeld gebracht door een observator 3 door middel van een microscoop 2 vanuit één, twee of meer zijden, maar de hoeken al en a2 (zie figuur 1B) moeten typisch kleiner zijn dan 15° voor een nauwkeurig resultaat. In tegenstelling tot de werkwijze beschreven in punt a), begint elke cilinder in het focuspunt, zoals geïllustreerd in figuren 1B en IC. Dit laat toe om puntinsluitsels te lokaliseren vanuit slechts één richting, en om nauwkeurig de insluitsels met een complexe vorm (zelfs met een convexe vorm) te bepalen gebruikmakend van slechts een aantal richtingen. Immers, door een microscoop met een hoge versterking (kleine scherptediepte) te gebruiken, is de afstand tot het focuspunt redelijk nauwkeurig gekend, en zal het gebruik van slechts één kijkrichting dus volstaan voor kleine insluitsels. Om het aantal kijkrichtingen te verhogen, is het voordelig om bijkomende vrijheidsgraden te voorzien voor het bewegen van de steen. Een dergelijke werkwijze wordt typisch gebruikt voor complexe diamanten met een aantal verschillende types insluitsels. Een voorbeeld van een geschikte inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze is de "M-box" inrichting die geproduceerd wordt door Aanvraagster.
Figuur 1B illustreert de werkwijze die gebruikt wordt voor een puntinsluitsel, waar een cilinder 4 begint in het focuspunt en zich uitstrekt over een afstand die gelijk is aan de scherptediepte (DOF) in de kijkrichting. De echte vorm van het insluitsel is aangegeven met de stippellijn, en het zal duidelijk zijn dat de werkwijze van figuur 1B geen nauwkeurig resultaat kan geven voor een insluitsel met een dergelijke vorm. Figuur IC illustreert de werkwijze die gebruikt wordt voor grotere insluitsels waar een cilinder 4 begint in het focuspunt en zich uitstrekt in de kijkrichting tot aan het buitenoppervlak van de diamant. Deze werkwijze zal goede resultaten geven voor het geïllustreerd insluitsel. Figuren 1B en IC tonen slechts één cilinder, maar typisch worden ten minste twee cilinders gebruikt, zodanig dat de vorm en locatie van de insluitsels bepaald kan worden door de doorsnede te bepalen van de ten minste twee cilinders. Bijvoorbeeld in het geval van een "wolk" van defecten, dit wil zeggen een aantal kleine insluitsels die dicht bij elkaar liggen, zal slechts één kijkrichting voldoende zijn om de wolk te lokaliseren door stapsgewijs op elk puntinsluitsel van de wolk te focussen.
4. Zonder vensters, met of zonder 3D model van de diamant, gebruikmakend van een vloeistof waarin de diamant wordt ondergedompeld
Een diamant wordt gelijmd op de houder en ondergedompeld in een immersievloeistof met dezelfde brekingsindex als diamant. Bijgevolg "verdwijnt" de diamant in de vloeistof maar blijven de insluitsels zichtbaar. De steen in de immersievloeistof wordt geroteerd en er worden 2D beelden gemaakt vanuit meerdere verschillende kijkrichtingen om een volledig 3D model van het insluitsel of de insluitsels te bepalen. Een voorbeeld van een dergelijke werkwijze wordt geopenbaard in US 4,049,350 en in WO 2008/102361. WO 2008/102361 vermeldt verder het onderdompelen van de steen in een vast materiaal gebruikmakend van infrarood licht en een rotatiescantechniek voor het bepalen van de locatie van een insluitsel.
In de praktijk kunnen vaak in dezelfde technische werkstap verschillende, zowel traditionele als moderne werkwijzen gebruikt worden. Voor belangrijke stenen zal een steen typisch zowel met het blote oog (werkwijze 2) geverifieerd worden, waarbij lijnen gemarkeerd worden, waarbij de steen vooraf reeds automatisch geanalyseerd werd door één van de moderne werkwijzen (3 of 4). Om een dergelijke controle met het blote oog te doen, is het gewoonlijk nodig om vensters te openen (te polijsten) aan tegenovergestelde zijden van de steen, en om door beide vensters te kijken om zich ervan te vergewissen dat de markeer (zaag) lijn door het insluitsel gaat.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterde werkwijze te verschaffen voor het analyseren van ruwe, half gepolijste of gepolijste edelstenen, in het bijzonder voor het bepalen van de positie van een insluitsel in een edelsteen, met bijvoorbeeld als doel het evalueren, het plannen, het slijpen en/of het virtueel bekijken van de steen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het analyseren van een edelsteen, typisch voor het lokaliseren van insluitsels in een edelsteen, omvattende: - het selecteren van een vast materiaal dat transparant is in ten minste een segment van het zichtbaar spectrum; - het smelten of plastisch maken van het vast materiaal en het onderdompelen van de edelsteen in dit gesmolten of plastisch gemaakt materiaal zodanig dat de edelsteen ten minste gedeeltelijk bekleed wordt met dit materiaal; - het laten vast worden van dit gesmolten of plastisch gemaakt materiaal zodanig dat een vast transparant blok wordt verkregen waarin de edelsteen is opgenomen; en - het analyseren van de edelsteen doorheen een oppervlak van het transparant blok gebruikmakend van lichtstralen in het zichtbaar spectrum.
Door de edelsteen te verzinken in een vast blok is het niet nodig om vensters te slijpen in de edelsteen zelf, waardoor het risico dat het volume van de potentiële gepolijste steen verlaagd wordt, wordt vermeden. Verder zal de werkwijze toestaan om alle traditionele analysewerkwijzen (zie de werkwijzen 1 tot 4 die werden beschreven in de sectie achtergrond) op een verbeterde manier te gebruiken. Merk op dat aan het vast blok elke geschikte vorm kan gegeven worden (van bij het begin of door het bijkomend polijsten) om een goede zichtbaarheid van alle zones van de diamant te verschaffen en dit vanaf één, twee of meer richtingen.
Verder zal het gebruik van een vast transparant materiaal rond de edelsteen het slijp- en zaagproces vergemakkelijken: de edelsteen kan verzaagd (geslepen) worden terwijl deze verzonken blijft in het vast immersiemateriaal, samen met het vast immersiemateriaal. Ook kunnen markeringen voor de planning aangebracht worden op het oppervlak van het vast immersiemateriaal, zodat markeerlijnen op het oppervlak van de edelsteen zelf vermeden kunnen worden. Verder kunnen lichtstralen uit het zichtbaar spectrum gebruikt worden voor het verlichten van het vast blok met de daarin opgenomen edelsteen. Hierdoor kunnen dezelfde optische toestellen voor het zichtbaar spectrum gebruikt worden als deze die vandaag de dag gebruikt worden in de diamantindustrie voor het bepalen van insluitsels.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een werkwij ze verschaft voor het lokaliseren van een insluitsel in een diamant, waarbij het insluitsel gevisualiseerd wordt gebruikmakend van lichtstralen in het zichtbaar spectrum doorheen een oppervlak van het transparant blok en waarbij de positie van het insluitsel bepaald wordt gebruikmakend van computermiddelen. Typisch zal een 3D model van de edelsteen verkregen worden alvorens de steen onder te dompelen, en dit 3D model zal dan gebruikt worden in de berekeningen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de edelsteen bevestigd op een houder, en wordt het immersiemateriaal aangebracht terwijl de edelsteen bevestigd blijft op de houder. Dit zal toelaten om eerst de edelsteen op de houder te scannen voor het verkrijgen van een 3D model van het buitenoppervlak in een voorafbepaald coördinatensysteem, en om vervolgens een 3D model van het buitenoppervlak van het vast blok te verkrijgen in hetzelfde coördinatensysteem. Ook kan de houder met het vast blok dan eenvoudig overgebracht worden naar de verschillende inrichtingen die gebruikt worden in het analyseer- en/of slijpproces.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het vast blok gevormd of gepolijst met ten minste twee vlakke oppervlakken. Het vast blok kan bijvoorbeeld gevormd of gepolijst worden met een prismavorm, in het bijzonder een balkvorm. Ook kan het vast blok gepolijst worden voor het verkrijgen van één of meer verbeterde facetten voor het analyseren van de edelsteen. Verder kan het vast blok zodanig gepolijst worden dat een gepolijst venster zich tegenover een mat buitenoppervlak bevindt. Dit heeft het voordeel dat een homogene achtergrond gecreëerd wordt voor het zicht dat men heeft doorheen het gepolijst venster. Volgens een andere voordelige uitvoering wordt het vast blok gepolijst of gevormd met een vorm die gelijkaardig is aan de vorm van de edelsteen maar met een aantal vlakke oppervlakken. In een dergelijke uitvoering kan de vorm van het vast blok zodanig zijn dat de afstand tussen het buitenoppervlak van de edelsteen en het buitenoppervlak van het vast blok binnen een voorafbepaald bereik ligt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het vast transparant materiaal een brekingsindex Ris die gelijkaardig is aan de brekingsindex RIg van de edelsteen, waarbij bij voorkeur RIg - 0,3 < Ris < RIg + 0,3, meer bij voorkeur RIg - 0,1 < Ris < RIg + 0,1, en meest bij voorkeur RIg - 0,01 < Ris < RIg + 0,01.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het vast materiaal een transparantie voor een voorafbepaald segment van het zichtbaar licht welke gelegen is tussen 5 en 70%, bij voorkeur tussen 30 en 70%, en meer bij voorkeur tussen 40 en 70%.
Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding wordt een 3D model van het buitenoppervlak van de edelsteen verkregen ten opzichte van een coördinatensysteem, en dit voorafgaand aan het bekleden van de edelsteen met het transparant materiaal. Na het bekleden van de edelsteen met het transparant materiaal, kan het vast blok optioneel gepolijst worden. Vervolgens wordt een 3D model van het buitenoppervlak van het (optioneel gepolijst) vast blok uit transparant materiaal verkregen ten opzichte van dit zelfde coördinatensysteem. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het analyseren het observeren van het insluitsel doorheen ten minste één facet van het vast blok en het verkrijgen van ten minste één 2D beeld van het insluitsel zoals dit gezien wordt doorheen dit ten minste één facet; en het bepalen van de locatie van het insluitsel gebruikmakend van het ten minste één beeld van het insluitsel, het 3D model van de edelsteen en het 3D model van het vast blok.
Het analyseren omvat bij voorkeur het observeren van het insluitsel doorheen twee of meer facetten.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het vast blok gevormd of gepolijst met ten minste een eerste en een tweede oppervlak waardoor een insluitsel zichtbaar is, waarbij het analyseren omvat : - het observeren van het insluitsel doorheen het eerste oppervlak van het vast blok en het verkrijgen van een eerste 2D beeld van het insluitsel zoals dit gezien wordt doorheen dit eerste oppervlak; - het observeren van het insluitsel doorheen het tweede oppervlak van het vast blok en het verkrijgen van een tweede 2D beeld van het insluitsel zoals dit gezien wordt doorheen dit tweede oppervlak; - het bepalen van een eerste optische cilinder gebruikmakend van een eerste contour van dit eerste beeld van het insluitsel en tweede optische cilinder gebruikmakend van een tweede contour van het tweede beeld van het insluitsel; - het gebruiken van de doorsnede van de eerste en tweede optische cilinder om de locatie en/of de vorm van het insluitsel te bepalen.
Typisch zal, voordat de edelsteen bekleed wordt het transparant materiaal, een 3D model van het buitenoppervlak van de edelsteen verkregen worden in een bepaald coördinatensysteem, en wordt de locatie van het eerste en het tweede oppervlak van het vast blok bepaald ten opzichte van dit zelfde coördinatensysteem. Meer in het bijzonder zal het voordelig zijn om eveneens een 3D model van het vast blok te construeren ten opzichte van hetzelfde coördinatensysteem. Het 3D model van het buitenoppervlak van de edelsteen, de locatie van het eerste en het tweede oppervlak (of het 3D model) van het vast blok, evenals de invalshoek van de lichtstralen en de brekingsindex van het vast immersiemateriaal kunnen dan ook gebruikt worden voor het bepalen van de axiale richting de eerste en tweede optische cilinder door het toepassen van de welbekende optische wetten.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm wordt een focusseerfunctie voor het verkrijgen van de eerste en tweede beelden van het insluitsel, waarbij het eerste 2D beeld verkregen wordt terwijl het insluitsel geobserveerd wordt in een eerste richting en terwijl in een eerste focuspunt gefocusseerd wordt, en waarbij het tweede 2D beeld verkregen wordt terwijl het insluitsel geobserveerd wordt in een tweede richting en terwijl gefocusseerd wordt in een tweede focuspunt; waarbij de eerste optische cilinder begint vanaf een eindvlak dat het eerste focusseerpunt bevat en zich uitstrekt in de eerste axiale richting, welke typisch berekend wordt gebruikmakend van de locatie van het eerste oppervlak; en waarbij de optische cilinder begint vanaf een eindvlak dat het tweede focusseerpunt bevat, en zich uitstrekt in een tweede axiale richting, typisch berekend gebruikmakend van de locatie van het tweede oppervlak.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de edelsteen één van de volgende: een ruwe diamant, een gepolijste diamant, een half gepolijste diamant.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het analyseren het markeren van het oppervlak van het vast blok om aanwijzingen te verschaffen voor het zaag- en slijpproces; en het zagen/slijpen van het vast blok gebruikmakend van de markeringen op het oppervlak.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een 2D beeld van het vast blok verkregen, waarbij de één of meer insluitsels opgezocht worden in het 2D beeld van het vast blok gebruikmakend van een geautomatiseerd algoritme op basis van licht/donker verschillen en/of op basis van de scherpte van de randen van de insluitsels. Deze scherpte is typisch afhankelijk van de positie van het focusseervlak: een insluitsel zal enkel een scherpe rand hebben wanneer het insluitsel zich binnen de scherptediepte bevindt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het immersiemateriaal een arsenicumsulfidesamenstelling, optioneel gelegeerd met selenium of jood, zoals de arsenicum sulfiden (As(X)S(Y)), de arsenicum sulfide jodiden (As(X)S(Y)I(Z)), of arsenicumsulfiden bevattende jodide (As (X) S (Y) + (Z) %I) , en bijvoorbeeld As2S9, As2S9+3%I, As2Si0, As2S5+8%I, As3oS46I24/ of een combinatie daarvan.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de edelsteen diamant, en is het immersiemateriaal een materiaal dat behoort tot de klasse van glas met een brekingsindex RI = 2,42 +/- 0,3, meer bij voorkeur 2,42 +/- 0,1, en meest bij voorkeur RI = 2,42 +/- 0,01.
Volgens een voörkeursuitvoeringsvorm wordt de edelsteen, terwijl deze geanalyseerd wordt, opgewarmd tot een temperatuur die lager is dan de smelttemperatuur om de interne spanningen in het vast immersiemateriaal te verlagen. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm daarvan, wordt de edelsteen geanalyseerd met een optische inrichting die een infrarood verwarmer bevat voor het verwarmen van het vast blok.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal verder toegelicht worden aan de hand van een aantal niet beperkende voorbeeld uitvoeringsvormen van de uitvinding, met verwijzing naar de tekeningen in bijlage.
Figuren 1A-1C illustreren schematisch drie werkwijzen van de stand van de techniek;
Figuren 2A-2F illustreren schematisch een voorbeeld uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding;
Figuur 3 illustreert schematisch een gedetailleerde uitvoeringsvorm voor het berekenen van optische cilinders in de werkwijze van de uitvinding;
Figuren 4A en 4B illustreren het effect van de brekingsindex van het immersiemateriaal op het zicht van de edelsteen; Figuren 5A en 5B zijn foto's van een diamant respectievelijk vóór en na dat deze diamant werd opgenomen in een vast transparant blok;
Figuur 6 illustreert een mogelijke uitvoeringsvorm van een in een vast immersiemateriaal ingebouwde edelsteen.
Volgens een voorbeeld uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding die geïllustreerd is in figuren 2A-2F, omvat de werkwijze de volgende stappen.
In een eerste stap wordt een edelsteen 100 op een houder 102 gelijmd, zie figuur 2A. In een tweede stap wordt de edelsteen 100 gemeten (gescand) om een driedimensionaal (3D) model te construeren van het buitenoppervlak van de edelsteen 100. Verwijzend naar figuur 2B is een edelsteen beeldvormingsinrichting 120 getoond omvattende de houder 102 waarop de edelsteen bevestigd is; een lichtbron 110; en een beeldvormingsinrichting 112 zoals een digitale camera. De houder 102 kan typisch geroteerd en/of getransleerd worden om de edelsteen 100 te herpositioneren ten opzichte van de lichtbron 110 en de beeldvormingsinrichting 114. Het beeldvormingsapparaat 120 communiceert met een computer 104. Meer bepaald kan de computer 104 de beweging van de houder 102 en de beeldverwerkingsinrichting 114 controleren teneinde beelden te verkrijgen van de edelsteen 100 in verschillende posities daarvan. Hoewel niet getoond in figuur 2B, kan het beeldvormings- of scanapparaat 120 bijkomende componenten omvatten voor het uitvoeren van bijkomende metingen van de edelsteen 100. Vele scanapparaten die in het algemeen geschikt zijn voor gebruik met de onderhavige uitvinding zijn bekend in de stand van de techniek.
In een derde stap die geïllustreerd is in figuur 2C, wordt de steen op de houder 102 ondergedompeld in een vloeibaar materiaal dat geschikt is voor het vormen van een transparante vaste omhulling rond de steen. Het vloeibaar glasachtig materiaal wordt vervolgens afgekoeld voor het vormen van een transparant vast blok rond de steen. De informatie over de locatie van de diamant in het vast materiaal kan bijvoorbeeld bij gehouden worden door de houder of door het op voorhand aanbrengen van speciale markeringen op de zijkanten van het vast immersiemateriaal. Merk op dat het 3D model van het buitenoppervlak van de steen werd bepaald ten opzichte van de houder en dat de vorm van de omhulling ten opzichte van de houder typisch bekend is of bepaald kan worden, zodanig dat een 3D model van het buitenoppervlak van de vaste omhulling geconstrueerd kan worden in hetzelfde coördinatensysteem als het coördinatensysteem dat gebruikt werd voor het 3D model van de edelsteen zelf. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm die geïllustreerd is in figuur 2D wordt een scan van het buitenoppervlak van het vast blok 130 uitgevoerd om een 3D
model van het vast blok te construeren in hetzelfde coördinatensysteem als het coördinatensysteem dat gebruikt werd voor het 3D model van de edelsteen. Gebruikmakend van deze twee 3D modellen en van de brekingsindexen van het edelsteenmateriaal en van het materiaal van de vaste omhulling, kunnen de lichtpaden binnen het vast blok berekend worden.
Het vast blok 130 dat door verzinking aangebracht is rond de diamant, heeft bij voorkeur een aantal platte oppervlakken waardoor de diamant geobserveerd kan worden, en kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een prisma, zoals een balk. Volgens een andere mogelijkheid kan het vast blok een vorm hebben die gelijkaardig is aan de vorm van de edelsteen, maar dan met een aantal platte vlakken, zie bijvoorbeeld figuur 3. Meer in het bijzonder zou de vorm van het vast blok zodanig kunnen zijn dat de afstand tussen het buitenoppervlak van de edelsteen en het buitenoppervlak van het vast blok binnen een bepaald bereik ligt. Na het hard worden van het voorgevormde gesmolten medium en optioneel na verder polijsten, kan het medium de vorm hebben van een balk, een octahedron, of een andere vorm gelijkaardig aan deze van de oorspronkelijke diamant (of op ongeveer gelijke afstand daarvan) en met goed gepolijste zijden. Een voorbeeld van een octahedron vorm gelijkaardig aan deze van de oorspronkelijke diamant is geïllustreerd in figuur 6. Het vaste immersiemateriaal SI is gevormd met een buitenoppervlak OS in de vorm van een octahedron. Een kleine afstand dmin tussen het gepolijst zijvlak van de vaste immersie en het oppervlak van de diamant verschaft een beter contrast en een betere helderheid van het insluitsel door het feit dat de lichtverstrooiing in de dunne laag immersiemateriaal minimaal is.
Merk op dat het mogelijk is om de vorm van het vast blok te wijzigen, bijvoorbeeld door polijsten, en dat het bijvoorbeeld mogelijk is om bijkomende facetten toe te voegen aan het vast blok voor een beter zicht van de insluitsels, en dit zonder dat kostbaar edelsteenmateriaal verwijderd wordt. Dit is geïllustreerd in figuur 2C. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm werden twee vensters 132 gepolijst op het vast blok 130. In een dergelijke uitvoering zullen de stappen die geïllustreerd zijn in figuren 2D en 2E uiteraard uitgevoerd worden op het vast blok 130 na het aanbrengen van de gepolijste vensters 132. Verder kan het voordelig zijn om een mat oppervlak 131 te combineren met één of meer zichten doorheen gepolijste oppervlakken 132. De gepolijste vensters kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om insluitsels op te zoeken en daarvan een 3D model te construeren, waarbij een mat oppervlak het voordeel heeft dat een homogene achtergrond gecreëerd wordt voor het zicht doorheen de gepolijste vensters 132. Met andere woorden is het in bepaalde gevallen voordelig om ervoor te zorgen dat een mat oppervlak 131 gelegen is tegenover een gepolijst venster 132.
De omhulling 130 is bij voorkeur transparant in een gedeelte van het zichtbaar spectrum, met een transparantie gelegen tussen 5 and 70%, bij voorkeur tussen 40 en 70%. Op die manier kunnen de huidig beschikbare camera's gebruikt worden. Een dergelijk geschikt materiaal zal typisch een glasachtig materiaal zijn met een brekingsindex die gelijkaardig is aan de brekingsindex van de edelsteen in de vaste toestand daarvan. Voor diamant is de brekingsindex van het glasachtig materiaal bij voorkeur 2,42 +/- 0,3, en meer bij voorkeur 2,42 +/- 0,1, en meest bij voorkeur 2,42 +/-0,01.
Voorbeelden van geschikte materialen zijn arsenicumsulfide samenstellingen, bij voorkeur gelegeerd met selenium of jodide, bijvoorbeeld arsenicumsulfiden (As(X)S(Y)) of arsenicumsulfidejodide (As(X)S(Y)I(Z)) of arsenicumsulfiden die jodide bevatten (As(X)S(Y)+(Z)%I). Meer in het bijzonder zijn voorbeelden: As2S9, As2S9+3%I, As2Si0, As2S5+8%I,
As3oS46I24, of een combinatie daarvan. De vakman zal begrijpen dat de waarden van X, Y en Z in de hierboven gegeven formules geoptimaliseerd kunnen worden voor het verkrijgen van een geschikte brekingsindex in de vaste toestand en voor het verkrijgen van geschikte thermische expansie- en plasticiteitseigenschappen. Het materiaal heeft bij voorkeur een laag smeltpunt (bijvoorbeeld ongeveer 200 tot 300°C). Verder heeft het materiaal bij voorkeur een thermische expansiecoëfficiënt (CTE) in de buurt van deze van de edelsteen en/of een plasticiteit die voldoende hoog is om scheuren te vermijden na het verharden bij kamertemperatuur.
Voor diamant is het immersiemateriaal bij voorkeur een materiaal behorend tot de glasklasse met een brekingsindex RI = 2,42 +\- 0,3, meer bij voorkeur 2,42 +/- 0,1, en meest bij voorkeur 2,42 +/- 0,01. In het bijzonder de arsenicumsulfiden gelegeerd met selenium of jodide kunnen gebruikt worden, welke optioneel verwarmd worden tot een temperatuur in de buurt van de temperatuur waarbij het materiaal begint week te worden, maar toch nog vast is. Het enigszins verwarmen van het glasachtig materiaal terwijl het vast immersielichaam behouden blijft, zal de interne spanningen in het vast immersiemateriaal aanzienlijk verlagen. Hierdoor kunnen haakjes en scheuren vermeden worden welke anders zouden kunnen verschijnen als gevolg van het verschil in thermische expansiecoëfficiënt tussen diamant en het vast immersiemateriaal. De vaste immersiematerialen die hierboven werden vermeld zijn niet toxisch bij dergelijke temperaturen (typisch ongeveer 60°C), en deze temperatuur laat nog steeds het gebruik van de huidig beschikbare optische inrichtingen toe welke enigszins gewijzigd kunnen worden door het toevoegen van een kleine standaard infrarood verwarmer voor het verkrijgen van deze verhoogde temperaturen.
In een verdere stap die geïllustreerd is in figuur 2D wordt het glasblok 130 waarin de edelsteen 100 opgenomen is in een beeldverwerkingsapparaat 120 geplaatst voor het bepalen van de locatie van het insluitsel in de edelsteen. Meer bij voorkeur kan een scanapparaat van het algemene type dat beschreven wordt in EP 1 211 503 gebruikt worden in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Dit document wordt hier opgenomen door verwijzing. Mogelijke werkwijzen gebruiken optische cilinders en zijn gelijkaardig aan de werkwijzen van de stand van de techniek die geïllustreerd zijn in figuren IA-IC. Indien de brekingsindex van het materiaal van het vast blok identiek is aan de brekingsindex van de edelsteen, is het mogelijk om eenvoudigweg de in figuren 1A-1C geïllustreerde werkwijzen te gebruiken met dit verschil dat het 3D model dat gebruikt moet worden in de berekeningen, het 3D model van het vast blok is en niet het 3D model van de diamant.
Indien de brekingsindex van het materiaal van het vast blok verschilt van de brekingsindex van de edelsteen, dan is de werkwijze enigszins complexer, zoals geïllustreerd in figuur 3. Meer in het bijzonder moeten zowel het buitenoppervlak A van het vast blok SB als het buitenoppervlak B van de edelsteen D in rekening gebracht worden om het tracé van de lichtbundel tussen een insluitsel I en een observator 0 te berekenen. De coördinaten van het oppervlak zijn bekend uit de 3D modellen die bepaald werden zoals hierboven uiteengezet. Verder toont figuur 3 in detail hoe de vorm van een insluitsel geconstrueerd kan worden door de doorsnede te bepalen van optische cilinders Cl, C2. In het geval van een inrichting met een kleine scherptediepte (vgl. figuren 1B en IC), dan strekken de cilinders zich uit in de richting van het lichttracé tussen het focusvlak en het buitenoppervlak van de edelsteen, en hebben de cilinders een vorm die nauw aansluit op de omtrek van het insluitsel, zie de zones die donker gearceerd zijn. Indien "richting" gedefinieerd wordt als de loodrechte op de zijde waardoor het insluitsel geobserveerd wordt, dan zal elke richting, wanneer een apparaat met. een kleine scherptediepte wordt gebruikt, typisch toelaten om doorheen een dergelijke zijde te meten binnen een kegel met een tophoek van 10 tot 15 graden.
Indien deze hoek groter wordt gekozen, zal de meetnauwkeurigheid afnemen als gevolg van het astigmatisme verschijnen. Wanneer een apparaat met een grote scherptediepte gebruikt wordt (vgl. figuur IA), dan worden cilinders Cl, C2 gecreëerd die zich in uitstrekken in de richting van het lichttracé vanaf een locatie op het buitenoppervlak tot een tegenoverliggende locatie op het buitenoppervlak met een vorm die nauw aansluit op de omtrek van het geobserveerde insluitsel, zie de lichte en donkere gearceerde zones in figuur 3. Verder kan men volgens een voorkeursuitvoeringsvorm het astigmatisme verschijnsel (de vervorming van de breedte van de stralenbundel na breking) in rekening brengen, zoals geïllustreerd is in figuur 3.
In figuren 4A en 4B is getoond hoe de brekingsindex van het vast glasachtig materiaal het beeld van de steen beïnvloedt. In dit voorbeeld is de edelsteen diamant (RI =2,42) en is de brekingsindex van het vast glasachtig materiaal 2, 20 (figuur 4A) en 2,37 (figuur 4B). Het is onmiddellijk duidelijk dat een waarde die dichter ligt bij de brekingsindex van de edelsteen het lokaliseren van het insluitsel zal vergemakkelijken.
Figuur 5B toont hoe het glasachtig materiaal een hulp is bij het detecteren van een insluitsel (omcirkeld), welk insluitsel nauwelijks waarneembaar is zonder het immersiemateriaal (figuur 5A). Meer in het bijzonder is het insluitsel duidelijker zichtbaar in de foto van figuur 5B dan in de foto van figuur 5A. Dit toont dat de werkwijze van de uitvinding eveneens geschikt is om te gebruiken in het geval dat de brekingsindex niet exact gelijk is aan deze de brekingsindex van de edelsteen.
Uitvoeringsvormen van de werkwijze van de uitvinding hebben onder andere één of meer van de volgende voordelen in vergelijking met de stand van de techniek: - het is niet nodig om vensters te polijsten in de edelsteen zelf; merk op dat deze vensters de afmetingen van de potentiële gepolijste steen kunnen verkleinen; - alle traditionele analysemethodes kunnen gebruikt worden (zie de methodes 1-4 beschreven in de achtergrondsectie), zelfs het controleren met het blote oog; - aan het vast blok kan elke geschikte vorm worden gegeven. Het vast blok verschaft een goede zichtbaarheid van alle zones van de diamant vanuit één, twee of meer richtingen, waarbij de vorm van een balk bijvoorbeeld drie loodrecht op elkaar gerichte kijkrichtingen verschaft. Dit is bijna onmogelijk in de stand van de techniek. Er is geen beperking op het aantal richtingen aangezien bijkomende facetten gepolijst kunnen worden op het vast blok; - het beeldvormingsproces van de insluitsels en de andere bewerkingen vereist geen moeilijke werkomstandigheden zoals een hoge temperatuur en gebruikt geen toxische stoffen. De technologie van de uitvinding kan gemakkelijk gebruikt worden in het huidige slijp- en zaagproces; - de edelsteen kan geslepen worden terwijl deze opgenomen blijft in het vast immersiemateriaal, samen met het vast immersiemateriaal. Ook de markeringen voor de planning kunnen aangebracht worden op het oppervlak van het vast immersiemateriaal, zoals bijvoorbeeld een zaagvlak, een rondistvorm en de locatie daarvan, het collet, enz. Meer in het bijzonder kan op het vast immersiemateriaal de precieze uitvoering van het slijpplan aangebracht worden en kunnen markeerlijnen op het oppervlak van de diamant vermeden worden. Verder is het mogelijk om dit plan vele keren te veranderen, door het aanbrengen van andere markeerlijnen, en dit zonder dat materiaal van de diamant verwijderd wordt; - in vergelijking met de stand van de techniek kan een stijvere en meer betrouwbare verbinding van de edelsteen en met de houder verkregen worden. Op die manier kan de houder met edelsteen gemakkelijker overgebracht worden naar volgende slijp-/zaagstations voor één of meer van de volgende bewerkingen: zagen, kloven, blokken, enz.; - lichtstralen uit het zichtbaar spectrum kunnen gebruikt worden voor het verlichten van het vast blok met de daarin opgenomen edelsteen; meer in het bijzonder kan dezelfde golflengte gebruikt worden als in de bekende huidige scanners voor het 3D modelleren. Dit laat het gebruik toe van dezelfde optische inrichtingen in het zichtbaar spectrum als deze die vandaag de dag gebruikt worden in de diamantindustrie voor het bepalen van insluitsels; - het volledig binnenvolume van de diamant kan geobserveerd worden vanuit verschillende richtingen, daar waar in de stand van de techniek het zicht beperkt is tot wat zichtbaar is doorheen de gepolijste vensters van de steen; - de homogeniteit van de achtergrond in de beelden van insluitsels wordt verhoogd, waardoor een volautomatisch algoritme voor het opzoeken van de insluitsels in de beelden gebruikt kan worden; - het is mogelijk om de op de mark beschikbare scanners en microscopen te gebruiken.
De vakman zal begrijpen dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding en dat vele wijzigingen en verder ontwikkelde kenmerken binnen de beschermingsomvang van de uitvinding vallen, welke omvang bepaald is door de conclusies in bij lage.

Claims (26)

1. Werkwijze voor het analyseren van een edelsteen, typisch voor het lokaliseren van een insluitsel in een edelsteen, omvattende : - het selecteren van een vast materiaal dat transparant is in ten minste een segment van het zichtbaar spectrum; - het smelten of plastisch maken van het vast materiaal en het verzinken van de edelsteen in dit gesmolten of plastisch gemaakt materiaal zodanig dat de edelsteen ten minste gedeeltelijk bekleed is met dit materiaal; - het hard laten worden van het gesmolten of plastisch gemaakt materiaal zodanig dat een vast transparant blok verkregen wordt dat de edelsteen bevat; - het analyseren van de edelsteen doorheen een oppervlak van het vast transparant blok gebruikmakend van lichtstralen in het zichtbaar spectrum.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 voor het lokaliseren van een insluitsel in een diamant, waarbij het analyseren omvat: het visualiseren van het insluitsel gebruikmakend van lichtstralen in het zichtbaar spectrum doorheen een oppervlak van het transparant blok en het bepalen van de positie van het insluitsel gebruikmakend van computermiddelen.
3. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast blok gevormd is of gepolijst is met ten minste één, bij voorkeur ten minste twee facetten.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het vast blok gevormd is of gepolijst is met één van de volgende vormen: een prismavorm, een balkvorm, een octahedron.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast blok gepolijst is om één of meer verbeterde facetten te verkrijgen voor het analyseren van de edelsteen.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast blok gevormd is of gepolijst is met een vorm die gelijkaardig is aan de vorm van de edelsteen, maar met een aantal platte vlakken.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen het buitenoppervlak- van de edelsteen en het buitenoppervlak van het vast blok binnen een voorafbepaald bereikt ligt.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast materiaal een brekingsindex RIS heeft die gelijkaardig is aan de brekingsindex RIG van de edelsteen, en waarbij bij voorkeur RIg - 0,3 < Ris < RIg + 0,3, meer bij voorkeur RIg - 0,1 < Ris < RIg + 0,1, en meesst bij voorkeur RIg - 0,01 < Ris < RIg + 0,01.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast materiaal een transparantie heeft voor een voorafbepaald segment van het zichtbaar licht die gelegen is tussen 5% en 70%, bij voorkeur tussen 30% en 70%, en meer bij voorkeur tussen 40% en 70%.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast blok gevormd is of gepolijst is met ten minste een eerste en een tweede oppervlak waardoor een insluitsel zichtbaar is, waarbij het analyseren omvat: - het observeren van het insluitsel doorheen het eerste oppervlak van het vast blok en het verkrijgen van een eerste 2D beeld van het insluitsel zoals dit zichtbaar is doorheen dit eerste oppervlak; - het observeren van het insluitsel doorheen het tweede oppervlak van het vast blok en het verkrijgen van een tweede 2D beeld van het insluitsel zoals dit zichtbaar is doorheen dit tweede oppervlak; - het bepalen van een eerste optische cilinder gebruikmakend van een eerste omtrek van het eerste beeld van het insluitsel en een tweede optische cilinder gebruikmakend van een tweede omtrek van het tweede beeld van het insluitsel; - het gebruiken van de doorsnede van de eerste en tweede optische cilinder om de locatie en/of de vorm van het insluitsel te bepalen.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een 3D model van het buitenoppervlak van de edelsteen verkregen wordt ten opzichte van een coördinatensysteem, voorafgaand aan het bekleden van de edelsteen met het transparant materiaal.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 en 11, waarbij de locatie van het eerste en het tweede oppervlak van het vast blok bepaald wordt ten opzichte van hetzelfde coördinatensysteem.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het 3D model van het buitenoppervlak van de edelsteen, de locatie van het eerste en het tweede oppervlak van het vast blok, evenals de invalshoek van de lichtstralen gebruikt worden voor het bepalen van de eerste en tweede optische cilinder.
14. Werkwijze volgens conclusie 10, 12 of 13, waarbij een focusseerfunctie gebruikt wordt voor het verkrijgen van de eerste en tweede 2D beelden van het insluitsel, waarbij het eerste 2D beeld verkregen wordt terwijl gefocusseerd wordt in een eerste focuspunt en het tweede 2D beeld verkregen wordt door focussering in een tweede focuspunt; waarbij de eerste optische cilinder begint vanaf een eindvlak dat het eerste focuspunt bevat en zich uitstrekt in een eerste axiale richting, welke richting typisch berekend wordt gebruikmakend van de locatie van het eerste oppervlak; en waarbij de tweede optische cilinder begint vanaf een eindvlak dat het tweede focuspunt bevat en zich uitstrekt in een tweede axiale richting, welke richting typisch berekend wordt gebruikmakend van de locatie van het tweede oppervlak.
15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een 3D model van het buitenoppervlak van de edelsteen verkregen wordt ten opzichte van een coördinatensysteem alvorens de edelsteen te bekleden met het transparant materiaal; waarbij na het bekleden van de edelsteen met het transparant materiaal, het vast blok optioneel gepolijst wordt; en waarbij een 3D model van het buitenoppervlak van het (optioneel gepolijst) vast blok verkregen wordt ten opzichte van het coördinatensysteem; waarbij het analyseren omvat: - het observeren van het insluitsel doorheen ten minste één oppervlak van het vast blok en het verkrijgen van ten minste één 2D beeld van het insluitsel zoals dit gezien wordt doorheen dit ten minste één oppervlak; - het bepalen van de locatie van het insluitsel gebruikmakend van het ten minste één beeld van het insluitsel, het 3D model van de edelsteen en het 3D model van het vast blok.
16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de edelsteen één van de volgende is: een ruwe diamant, een gepolijste diamant, een half gepolijste diamant.
17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het analyseren omvat: het markeren van het oppervlak van het vast blok voor het verschaffen van indicaties voor de ruwe bewerkingsstappen (blokken, kloven, zagen, enz.) of voor het fijn slijpwerk.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij het analyseren omvat: het uitvoeren van de ruwe bewerkingsstappen of van het fijn slijpwerk gebruikmakend van de markeringen op het oppervlak.
19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een 2D beeld van het vast blok verkregen wordt, en waarbij de één of meer insluitsels opgezocht worden in het 2D beeld van het vast blok gebruikmakend van een automatisch algoritme op basis van licht/donker verschillen en/of op basis van de scherpte van de randen van de waargenomen één of meer insluitsels.
20. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het immersiemateriaal een arsenicumsulfidesamenstelling, optioneel gelegeerd met selenium of jodide, zoals arsenicumsulfiden (As(X)S(Y)), arsenicumsulfidejodides (As(X)S(Y))I(Z)), of arsenicumsulfiden gelegeerd met jodide (As (X) S (Y) + (Z) %I) , en bijvoorbeeld As2S9, As2S9+3%I, As2Si0, As2S5+8%I, As3oS46I24, of een combinatie daarvan.
21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de edelsteen diamant is, en waarbij het immersiemateriaal een materiaal is behorend tot de klasse van glasachtige materialen met een brekingsindex in de vaste toestand RI = 2,42 +/- 0,3, meer bij voorkeur 2,42 + /- 0,1, en meest bij voorkeur 2,42 +/- 0,01.
22. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de edelsteen, terwijl deze geanalyseerd wordt, opgewarmd wordt tot een temperatuur onder de smelttemperatuur om de interne spanningen in het vast immersiemateriaal te verlagen.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij de edelsteen geanalyseerd wordt met een optische inrichting die een infrarood verwarmer bevat voor het verwarmen van het vast blok.
24. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de edelsteen bevestigd is op de houder, en waarbij het immersiemateriaal aangebracht wordt terwijl de edelsteen bevestigd blijft op de houder.
25. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast blok gepolijst wordt om één of meer verbeterde facetten te verkrijgen voor het analyseren van de edelsteen, waarbij deze één of meer facetten zodanig gekozen zijn dat tegenover elk gepolijst facet een mat buitenoppervlak ligt.
26. Edelsteen bekleed met een vast transparant materiaal, voor gebruik in een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vast transparant materiaal optioneel één of meer van de volgende eigenschappen heeft: het materiaal is gevormd of gepolijst met ten minste één, bij voorkeur ten minste twee facetten; het materiaal is gevormd of gepolijst met een vorm die gelijkaardig is aan de vorm van de edelsteen; het materiaal heeft een brekingsindex RIS die gelijkaardig is aan de brekingsindex RIG van de edelsteen, en bij voorkeur RIg - 0,3 < Ris < RIg + 0,3, meer bij voorkeur RIg - 0,1 < Ris < RIg + 0,1, en meest bij voorkeur RIg - 0,01 < Ris < RIg + 0,01; het materiaal heeft een transparantie voor een voorafbepaald segment van het zichtbaar licht die gelegen is tussen 5% en 70%, bij voorkeur tussen 30% en 70%, en meer bij voorkeur tussen 40% en 70%; het materiaal is een arsenicumsulfidesamenstelling, optioneel gelegeerd met selenium of jodide, zoals arsenicumsulfiden (As(X)S(Y)), arsenicumsulfidejodides (As(X)S(Y))I(Z)), of arsenicumsulfiden gelegeerd met jodide (As (X) S (Y) + (Z) %I) , en bijvoorbeeld As2S9, As2S9+3%I, As2Si0, As2S5+8%I, As3oS46I24/ of een combinatie daarvan.
BE2010/0411A 2010-07-07 2010-07-07 Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen. BE1019409A5 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0411A BE1019409A5 (nl) 2010-07-07 2010-07-07 Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen.
EP11733638.8A EP2591341B1 (en) 2010-07-07 2011-07-07 Improved method for analyzing a gemstone
EP19198176.0A EP3605071A1 (en) 2010-07-07 2011-07-07 Method for analyzing a gemstone
PCT/EP2011/061529 WO2012004351A1 (en) 2010-07-07 2011-07-07 Improved method for analyzing a gemstone

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0411A BE1019409A5 (nl) 2010-07-07 2010-07-07 Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen.
BE201000411 2010-07-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019409A5 true BE1019409A5 (nl) 2012-07-03

Family

ID=43111360

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0411A BE1019409A5 (nl) 2010-07-07 2010-07-07 Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen.

Country Status (3)

Country Link
EP (2) EP2591341B1 (nl)
BE (1) BE1019409A5 (nl)
WO (1) WO2012004351A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE338946T1 (de) 2000-12-04 2006-09-15 Diamcad Verfahren und vorrichtung zur ortung von einschlüssen in einem diamantstein
EP3128045B1 (en) * 2014-03-31 2018-07-11 Think Laboratory Co., Ltd. Cylinder plating apparatus and method
BE1025152B1 (nl) 2017-04-19 2018-11-19 Octonus Finland Oy Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2054656C1 (ru) * 1993-01-12 1996-02-20 Алтайское производственное объединение "Кристалл" Способ определения положения дефекта в прозрачном камне
EP1211503A1 (en) * 2000-12-04 2002-06-05 Diamcad A method and apparatus for locating inclusions in a diamond stone
WO2007023444A2 (en) * 2005-08-22 2007-03-01 Galatea Ltd. A method for evaluation of a gemstone
WO2008102361A2 (en) * 2007-02-21 2008-08-28 Galatea Ltd. A method for evaluation of a gemstone

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL251725A (nl) 1959-06-03 1900-01-01
DE2444644A1 (de) 1974-09-18 1976-04-08 Dihaco Diamanten Handels Co Verfahren und vorrichtung zur ermittlung und groessenbestimmung von einschluessen in edelsteinen
EP1679987B1 (en) * 2003-11-05 2008-02-27 Diamscan N.V. Device and kit for visualising a cutting regime of a diamond, and a method for determining a cutting regime
US7311794B2 (en) * 2004-05-28 2007-12-25 Wafergen, Inc. Methods of sealing micro wells

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2054656C1 (ru) * 1993-01-12 1996-02-20 Алтайское производственное объединение "Кристалл" Способ определения положения дефекта в прозрачном камне
EP1211503A1 (en) * 2000-12-04 2002-06-05 Diamcad A method and apparatus for locating inclusions in a diamond stone
WO2007023444A2 (en) * 2005-08-22 2007-03-01 Galatea Ltd. A method for evaluation of a gemstone
WO2008102361A2 (en) * 2007-02-21 2008-08-28 Galatea Ltd. A method for evaluation of a gemstone

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DEETLEFS M ET AL: "Neoteric optical media for refractive index determination of gems and minerals", NEW JOURNAL OF CHEMISTRY, ROYAL SOCIETY OF CHEMISTRY, GB, vol. 30, 1 January 2006 (2006-01-01), pages 317 - 326, XP002484247, ISSN: 1144-0546, [retrieved on 20060131], DOI: DOI:10.1039/B513451J *
LARSEN JR E S ET AL: "Ch. 3.3. Measurement of refractive index", 1 January 2004, INTERNATIONAL TABLES FOR CRYSTALLOGRAPHY. VOL. C. MATHEMATICAL, PHYSICAL AND CHEMICAL TABLES, KLUWER ACAD. PUBL, PAGE(S) 144, ISBN: 978-1-4020-1900-5, XP009101445 *

Also Published As

Publication number Publication date
WO2012004351A1 (en) 2012-01-12
EP2591341B1 (en) 2019-10-02
EP3605071A1 (en) 2020-02-05
EP2591341A1 (en) 2013-05-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8098368B2 (en) Method for evaluation of a gemstone
EP2225731B1 (en) Method and system for improved optical modeling of gemstones
JP5744040B2 (ja) 原石の3dモデルを取得する方法および原石の3dモデルを形成する機器
US7800741B2 (en) Method for evaluation of a gemstone
BE1025522B1 (nl) Verbeterde werkwijze voor het controleren van het slijpen van edelstenen
BE1019409A5 (nl) Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen.
BE1025152B1 (nl) Verbeterde werkwijze voor het analyseren van een edelsteen
US20220152772A1 (en) Automated diamond polishing methods and systems
RU2705381C1 (ru) Система и способ автоматического создания схем ценной огранки необработанного драгоценного камня
CA2679558C (en) A method for evaluation of a gemstone
KR101761646B1 (ko) 윈도우 형성을 통한 원석의 품질 확인 방법
Chen et al. Characterization of grain geometrical features for monolayer brazed grinding wheels based on grain cross-sections
RU2035039C1 (ru) Способ определения положения дефекта в прозрачном камне
Atkinson et al. Cleaving the Halqeh-ye-nur diamonds: a dynamic fracture analysis
CN111801302B (zh) 表征具有问题折射率分布的玻璃基离子交换制品中的应力的棱镜耦合方法
CN115656052A (zh) 一种透光物体缺陷检测方法
O’Donoghue Gem testing