BE1019377A3 - Inrichting voor het vorstvrij houden van planten of bomen. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het vorstvrij houden van planten of bomen, welke inrichting een koepelachtige behuizing (1) omvat welke is opgebouwd uit vlakke zijvlakken (2-6), daardoor gekenmerkt dat voor minstens de helft van de vlakke zijvlakken (2-6) geldt dat ze elk uit één integraal uitgevoerd plaatelement zijn vervaardigd.

Description

Inrichting voor het vorstvrij houden van planten of bomen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vorstvrij houden van planten of bomen.

Waar in het huidige document wordt verwezen naar planten, dient dit te worden geïnterpreteerd als planten en/of bomen.

Het is bekend dat niet alle plantensoorten, zoals vele exotische of mediterrane planten, bestand zijn tegen vorst.

Anderzijds worden deze planten geapprecieerd voor hun kwaliteiten, ook in streken waar vorst optreedt.

Om de overleving van zulke planten te garanderen worden heden vele mogelijke maatregelen getroffen.

Zo is het niet ongebruikelijk de planten in de winterperiode naar een verwarmde binnenruimte over te brengen.

Wanneer de planten in een pot worden geplant, wordt de pot in de winterperiode wel eens ingepakt in een zogenaamde noppenfolie of een ander isolerend materiaal.

Wanneer de planten in de volle grond geplant zijn, wordt wel eens een tent voorzien over de plant.

Deze maatregelen zijn niet steeds afdoende gebleken en zijn steeds omslachtig en/of vergen veel ruimte en/of bezwaren de esthetische uitstraling van de tuin.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en eventuele andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een inrichting voor het vorstvrij houden van planten of bomen, welke inrichting een koepelachtige behuizing omvat welke is opgebouwd uit vlakke zijvlakken, waarbij voor minstens de helft van de vlakke zijvlakken geldt dat ze elk uit één integraal uitgevoerd plaatelement zijn vervaardigd.

De term "koepelachtig" dient ruim te worden geïnterpreteerd, eerder zoals begrepen en aangewend in het dagelijks gebruik en niet zoals gedefinieerd in woordenboeken waarbij beperkingen worden opgelegd aan de vorm van het grondvlak en/of aan de vorm van de koepelwand.

Een belangrijk voordeel dat bekomen wordt door toepassing van een inrichting volgens de uitvinding is dat zulke koepelachtige behuizing op eenvoudige wijze kan worden opgebouwd en/of aangebracht rond en over één of meer planten en/of bomen.

Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvorm is minstens de helft van de vlakke zijvlakken vervaardigd uit een lichtdoorlatend materiaal, zoals bijvoorbeeld glas of plexiglas, al dan niet dubbel of meervoudig gelaagd uitgevoerd.

Een belangrijk voordeel dat zulke inrichting biedt is dat door het serre-effect een gepaste opwarming kan worden bekomen.

Het verschil met een gebruikelijke serre bestaat erin dat voor minstens de helft van de vlakke zijvlakken van de koepelachtige behuizing geldt dat ze uit één integraal uitgevoerd plaatelement zijn vervaardigd, elk bijvoorbeeld uit één glasdeel.

De zijvlakken van serres zijn opgebouwd uit een veelvoud van glasdelen waardoor opbouw en afbouw, respectievelijk voor en na een winterseizoen niet haalbaar is.

Daarbij komt dat zulke koepelachtige behuizing een strakke en hedendaagse uitstraling vertoont door de beperkte aanwezigheid van zichtbare profielen of van andere verbindingsmiddelen.

De beperkte aanwezigheid of zelfs de afwezigheid van profielen, van draagramen en/of van andere verbindingsmiddelen welke van de binnenruimte tot de buitenruimte reiken bevorderen overigens de thermisch isolerende eigenschappen van de inrichting volgens de uitvinding.

Des te meer vlakke zijvlakken uit één integraal plaatelement zijn vervaardigd, des te meer de voornoemde voordelen zich presenteren.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm zijn alle vlakke zijvlakken vervaardigd uit één intergaal doorzichtig plaatelement.

Wanneer de vorstperiode voorbij is, kan de inrichting eenvoudig worden verwijderd, eventueel door demontage of het eenvoudig wegnemen met behulp van een hefwerktuig.

In het geval de koepel gedemonteerd wordt kan ze bovendien op compacte wijze gestockeerd worden tot de volgende in gebruikstelling.

De koepelachtige behuizing kan talloze vormen vertonen.

Het is duidelijk dat de basis of het grondvlak van de koepelachtige behuizing integraal of deels open kan blijven.

Zulke basis kan in geplaatste toestand aansluiten met de ondergrond of met een aansluitbasis voorzien op de ondergrond of met de bovenrand van een plant- of boompot.

De geconditioneerde ruimte onder de koepelachtige behuizing is aldus minstens deels rechtstreeks of onrechtstreeks in contact met de aarde waarin de wortels van de betreffende plant of planten zich bevinden.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm bestaat de koepelachtige behuizing uit vijf vierkante doorzichtig uitgevoerde wanddelen, bijvoorbeeld vervaardigd uit dubbel glas, welke onderling zodanig zijn geschikt en op gepaste wijze worden samengebouwd dat een ogenschijnlijk kubusvormige behuizing wordt gevormd.

Volgens een alternatieve voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de koepelachtige behuizing uit vier driehoekige glazen wanddelen welke onderling zodanig zijn geschikt en op gepaste wijze worden samengebouwd dat een ogenschijnlijk piramidevormige behuizing wordt gevormd.

In algemene termen kan de koepelachtige behuizing aanzien worden als een partieel veelvlak. Partieel in die zin dat uitgaande van een veelvlak een gedeelte is weggelaten ter vorming van een open basis of open grondvlak.

Een veelvlak, vaak ook polyeder of polyhedron genoemd, is een ruimtelijk object dat alleen platte zijvlakken heeft.

Een balk, een kubus en een piramide zijn de meest bekende veelvlakken.

De ribben van een veelvlak zijn de lijnen waar de zijvlakken aan elkaar grenzen.

Waar de ribben elkaar tegenkomen bevinden zich de hoekpunten.

Een regelmatig veelvlak of platonisch lichaam is een driedimensionaal object dat is opgebouwd uit congruente regelmatige veelhoeken en dat een ruimte geheel omsluit.

Ook de hoeken tussen de vlakken kunnen gelijk zijn.

Een kenmerk van een regelmatig veelvlak is dat in elk hoekpunt even veel vlakken samenkomen. Hierbij zijn bijvoorbeeld drie, vier of vijf vlakken mogelijk.

De meest bekende regelmatige veelvlakken zijn de tetraëder of het viervlak dat vier zijvlakken omvat, de hexaëder of de kubus dat zes zijvlakken omvat en de octaëder welke acht zijvlakken omvat.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de koepelachtige behuizing een regelmatig veelvlak waarvan één vlak zijvlak is opengehouden zodat aldaar een open basis of grondvlak wordt gevormd.

Wanneer de vlakke zijvlakken van de koepelachtige behuizing allen eenzelfde vorm en overeenstemmende afmetingen vertonen vereenvoudigt dit de opbouw en ook de bewaring in gedemonteerde toestand.

Merk op dat in zulk geval ook de verbindingsmiddelen voor de onderlinge verbinding van de vlakke zijvlakken zullen overeenstemmen.

Onafhankelijk van de beoogde vorm van de koepelachtige behuizing kunnen de verbindingsmiddelen bijvoorbeeld bestaan uit raamwerkonderdelen welke randbevestiging toelaten of uit klauwen welke puntbevestiging toelaten, ook welbekend als zogenaamde "spiders".

Puntbevestiging gaat uit van bijvoorbeeld glazen bladen of plexiglazen bladen, waarbij de hoeken voorzien zijn van verzonken gaten die bij voorkeur verhard zijn om weerstand te bieden tegen thermische en mechanische schokken.

De klauwen voor de puntbevestiging vertonen een voor de beoogde vorm van de koepelachtige behuizing gepaste invulling.

De voegen tussen de glasbladen welke op die wijze worden samengebouwd kunnen met een silicone of dergelijke wordt gedicht zodat bevuiling door hemelwaterinsijpeling voorkomen wordt.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding voor het vorstvrij houden van planten of bomen, naast de koepelachtige behuizing tevens ventilatiemiddelen.

Deze kunnen bestaan uit al dan niet afsluitbare openingen, eventueel voorzien van een ventilator of dergelijke.

De openingen kunnen zowel onderaan als bovenaan de koepelachtige behuizing worden voorzien.

In het geval de openingen afsluitbaar zijn, kan de afsluiting op bekrachtigde wijze worden voltrokken.

Eventueel is de koepelachtige behuizing gedragen door verstelbare poten, al dan niet voorzien van een aandrijving zodat het verstellen bekrachtigd kan verlopen.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding voor het vorstvrij houden van planten of bomen, meet- en regelinstrumenten voor het beheren van de luchtvochtigheid en/of de temperatuur onder de koepelachtige behuizing en/of van de vochtigheidsgraad en/of temperatuur van de aarde in de nabijheid van de wortels.

Deze stuur- en regelmiddelen kunnen de bekrachtigingsmiddelen voor het openen en afsluiten van de ventilatieopeningen aansturen.

Optioneel is de inrichting ook voorzien van verwarmingsmiddelen en/of van bewateringsmiddelen, welke allen kunnen gestuurd worden door de voornoemde stuur- en regelmiddelen.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een inrichting voor het vorstvrij houden van planten of bomen overeenkomstig de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in perspectief een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting voor het vorstvrij houden van planten weergeeft.

figuur 2 een vooraanzicht van de inrichting in figuur 1 weergeeft; figuur 3 in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting voor het vorstvrij houden van planten weergeeft.

figuur 4 een vooraanzicht van de inrichting in figuur 3 weergeeft.

De in figuur 1 weergeven inrichting volgens de uitvinding omvat een koepelachtige behuizing 1 welke hier is opgebouwd uit vijf vlakke zijvlakken 2 tot 6 welke elk bestaan uit een integraal uitgevoerde plaat vervaardigd uit plexiglas.

De vlakke zijvlakken 2 tot 6 zijn hier vierkant uitgevoerd en allen met overeenstemmende afmetingen.

De samenbouw van deze vijf vlakke zijvlakken 2 tot 6 is zodanig dat de koepelachtige behuizing 1 een kubusvorm vertoont, doch waarvan één zijvlak is opengehouden zodat wordt voorzien in een open basis 7.

In gemonteerde of geplaatste positie bevindt de open basis 7 zich onderaan, en het bovenaan gelegen vlakke zijvlak 6 is scharnierbaar aangebracht op de opstaande zijvlakken 2 tot 5.

Deze opstaande zijvlakken 2 tot 5 zijn onderling verbonden doordat zij in niet weergegeven inox profielen zijn aangebracht welke bijvoorbeeld door middel van bouten en moeren onderling verbonden zijn.

Het bovenaan gelegen vlakke zijvlak 6 is hier in het bijzonder zodanig scharnierbaar aangebracht dat de scharnieras samenvalt met de bovenrand 8 van één opstaand zijvlak 2.

Het open en dicht scharnieren wordt voltrokken door middel van bekrachtigingsmiddelen 9, hier in het bijzonder uitgevoerd als twee tandradsystemen 10.

De inrichting weergegeven in figuur 1 omvat niet weergegeven meet- en regelinstrumenten voor het beheren van de luchtvochtigheid en de temperatuur onder de koepelachtige behuizing en van de vochtigheidsgraad en temperatuur van de aarde in de nabijheid van de wortels.

Deze inrichting omvat tevens een niet weergegeven eerste en tweede verwarmingselement voorzien in de grond nabij de wortels van de plant of boom, en een watertoevoersysteem of irrigatiesysteem welke tot aan de wortels van de plant voert.

De meet- en regelinstrumenten staan in verbinding met de bekrachtigingsmiddelen 9 voor het openen en sluiten van het bovenaan gelegen vlakke zijvlak 6, en tevens met het eerste en tweede verwarmingselement alsook met het watertoevoersysteem of irrigatiesysteem.

Onder de zoden is de wortelkluit en de omgevende aarde op gepaste wijze omsloten met behulp van isolatieplaten 11 en ter plaatse van de aansluiting met de koepelachtige behuizing 1 is een aansluitbasis, hier in de vorm van een steunrand 12 voorzien welke hier is vervaardigd uit beton.

De isolatieplaten 11 hebben bij voorkeur een dikte van minstens 20 cm, zijn bij voorkeur waterbestendig en waterdicht.

De opbouw en de werking van de inrichting is eenvoudig en als volgt.

Bij voorkeur voor de aanplanting van de plant of de boom worden de isolatieplaten 11 en de steunrand 12 voorzien.

Dit laat toe om op eenvoudige wijze ook onder de wortelkluit isolatieplaten 11 te voorzien, uiteraard mits voorziening van afwateringsopeningen.

Het is echter ook duidelijk dat het niet voorzien van isolatieplaten 11 onder de wortelkluit slechts een beperkt nadeel inhoud gezien de aardelaag een positie temperatuursgradiënt vertoont naarmate dieper onder de zoden meet, althans in de koude winterperiode.

Het aanbrengen van isolatieplaten 11 rondom de wortelkluit en het voorzien van een steunrand 12 kan bijgevolg ook worden voltrokken bij reeds aangeplante planten of bomen.

Bij voorkeur worden de isolatieplaten 11 tot op een diepte aangebracht die overeenstemt met de diepte van de bevroren onderlaag in de betreffende regio.

Los van het voorgaande kunnen zowel bij een nog aan te planten of een reeds aangeplante plant of boom het eerste en tweede verwarmingselement in de grond voorzien worden evenals het watertoevoersysteem of irrigatiesysteem welke tot aan de wortels van de plant voert.

De meetinstrumenten, meer bepaald de thermometers en de vochtigheidsmeters of tensiometers kunnen in deze fase worden voorzien, in de gegeven uitvoeringsvorm één thermometer en één vochtigheidsmeter in de ondergrond en één thermometer en één vochtigheidsmeter in de ruimte onder de nog aan te brengen koepelachtige behuizing 1.

De regelinstrumenten kunnen zowel in de nabijheid of op een afstand van de plant of boom worden voorzien.

Het aanbrengen of monteren van de koepelachtige behuizing 1 is eenvoudig dankzij de aldus de uitvinding integraal uitgevoerde plaatelementen, in dit geval uitgevoerd als integraal uitgevoerde plexiglas platen voor in dit geval elk van de vlakke zijvlakken 2 tot 6.

De inoxprofielen kunnen ter plaatse worden samengebouwd en de plexiglas platen kunnen op bekende wijze in de profielen verankerd worden.

De werking en de sturing verloopt zodanig dat zowel de temperatuur als de vochtigheid permanent of op geregelde tijdstippen gemeten worden, zowel in de ondergrond als in de ruimte omgeven door de koepelachtige behuizing.

Bij te hoge luchtvochtigheid of te hoge temperatuur zal het scharnierbare vlakke zijvlak 6 dusdanig gescharnierd worden dat voorzien wordt in een opening. Daartoe worden de bekrachtigingsmiddelen 9, in dit geval de twee tandradsystemen 10 aangestuurd.

Bij te lage temperatuur wordt het scharnierbare vlakke zijvlak 6 gesloten en indien het serre-effect niet voldoet worden het eerste en eventueel ook het tweede verwarmingselement geactiveerd.

Bij te lage vochtigheid in de ondergrond wordt het watertoevoersysteem of irrigatiesysteem geactiveerd. In functie van onder andere de plant- of boomsoort, de regio, het seizoen en de specifieke zuigspanningsvereisten van de soort, wordt een specifiek tensio-schema opgesteld.

De in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvariant verschilt van de hierboven besproken en figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm doordat de vlakke zijvlakken 2 tot 6 vervaardigd zijn uit glas. Nabij de hoeken zijn de glasdelen voorzien van verzonken gaten 13 die verhard zijn om weerstand te bieden tegen thermische en mechanische schokken.

De glasdelen zijn samengebouwd door middel van niet weergegeven klauwen welke puntbevestiging toelaten, ook welbekend als zogenaamde "spiders".

Verder is het bovenaan gelegen vlakke zijvlak 6 niet scharnierbaar aangebracht, doch voorzien van een afsluitbare opening 14, in het bijzonder een elektrisch sluitbaar diafragma.

Bijkomend is de koepelachtige behuizing 1 gedragen door hydraulisch in hoogte verstelbare poten 15 welke in dit geval in betonnen steunblokken 16 zijn voorzien welke tot aan de zoden reiken.

De plaatsing van zulke inrichting verschilt in beperkte mate van de eerder besproken plaatsingwijze van de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 1.

In plaats van de steunrand 12 dienen in dit geval steunblokken 16 te worden aangebracht waarin de verstelbare poten 15 zijn ingewerkt. Deze steunblokken 16 met verstelbare poten 15 kunnen geprefabriceerd zijn wat de plaatsing vereenvoudigt.

Het aanbrengen of monteren van de koepelachtige behuizing 1 is eenvoudig dankzij de aldus de uitvinding integraal uitgevoerde plaatelementen, in dit geval uitgevoerd als integraal uitgevoerde glazen platen voor in dit geval elk van de vlakke zijvlakken 2 tot 6.

De klauwen voor de puntbevestiging vertonen een voor de beoogde vorm van de koepelachtige behuizing 1 gepaste invulling.

De voegen tussen de glasbladen welke op die wijze worden samengebouwd kunnen met een silicone of dergelijke wordt gedicht.

De werking van zulke inrichting zoals weergegeven in figuur 2 verschilt in beperkte mate van de eerder besproken werking van de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 1.

Meer bepaald wordt een eventueel gewenste ventilatie bekomen door de verstelbare poten 15 aan te sturen zodat de koepelachtige behuizing 1 wordt getild, een en ander zodanig dat in een opening wordt voorzien tussen de zoden en de koepelachtige behuizing 1.

Optioneel wordt bijkomend de afsluitbare opening 14, hier in het bijzonder het elektrisch sluitbaar diafragma, tot op gepaste positie geopend.

Het is duidelijk dat vele vormen voor de koepelachtige behuizing 1 kunnen worden bedacht, doch naast de besproken kubusvorm met open basis zijn vooral de piramidevorm en de balkvorm voorkeurdragende gezien de eenvoudig van zulke constructies.

Het is duidelijk dat de in de besproken voorbeelden vermelde technische kenmerken niet allen of in die combinatie vereist zijn om te voldoen aan de uitvinding.

Zo kunnen onder andere de meet- en regelsystemen, de aandrijfmiddelen 9, de isolatieplaten 11, de profielen of klauwen, de openingen en/of openingsmechanismen worden weggelaten of vervangen worden door alternatieve systemen.

Het doel van de uitvinding is het bekomen van een eenvoudig opbouwbare en demonteerbare inrichting ter bescherming van vorstgevoelige planten en/of bomen.

Dit doel wordt in eerste instantie verwezenlijkt door te voorzien in een koepelachtige behuizing 1 welke is opgebouwd uit vlakke zijvlakken, waarbij voor minstens de helft van de vlakke zijvlakken geldt dat ze elk uit één integraal uitgevoerd plaatelement zijn vervaardigd.

In de gegeven voorbeelden zijn alle vlakke zijvlakken uit één integraal uitgevoerd plaatelement vervaardigd, doch dat is niet noodzakelijk.

Bijkomend wordt voorzien in een gepaste conditionering van de ruimte onder de koepelachtige behuizing 1 en in de nabijheid van de wortels.

Het is duidelijk dat de inrichting eventueel kan worden voorzien van verlichtingselementen, te voorzien nabij de zoden en opwaarts gericht in de richting van de plant of boom, of in lijn met de zijvlakken met het oog op accentuering van de ribben en de zijvlakken.

Het watertoevoersysteem of irrigatiesysteem kan alternatief of bijkomend ook de lucht onder de koepelachtige behuizing 1 benevelen.

Het irrigatiesysteem kan zogenaamde zweetdarmen omvatten.

Indien de koepelachtige behuizing 1 wordt voorzien van een toegangsopening, bijvoorbeeld door het scharnierbaar aanbrengen van één van de zijvlakken, biedt dit het voordeel dat de ruimte onder de koepelachtige behuizing 1 eenvoudig bereikbaar is en zelfs kan worden aangewend als ervaringsruimte voor de mens.

Op te merken valt dat de steunbasis voor de koepelachtige behuizing 1, desgevallend in de gedaante van een steunrand 12 of in de gedaante van steunblokken 16 optioneel met poten, kan voorzien zijn van elastische en/of dempende zones, bijvoorbeeld vervaardigd uit rubber of dergelijke, ter plaatse van de aansluiting met de koepelachtige behuizing 1.

Verder kan de steunbasis voorzien zijn van isolatielagen ter voorkoming van een koudebrug aldaar.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen van een inrichting voor het vorstvrij houden van planten, doch zulk inrichting voor het vorstvrij houden van planten kan op allerlei manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Inrichting voor het vorstvrij houden van planten of bomen, welke inrichting een koepelachtige behuizing (1) omvat welke is opgebouwd uit vlakke zijvlakken (2-6), daardoor gekenmerkt dat voor minstens de helft van de vlakke zijvlakken (2-6) geldt dat ze elk uit één integraal uitgevoerd plaatelement zijn vervaardigd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat voor minstens de helft van de vlakke zijvlakken (2-6) geldt dat ze uit een lichtdoorlatend materiaal zijn vervaardigd.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de inrichting een aansluitbasis omvat waarmee de in geplaatste toestand onderaan gelegen rand van de koepelachtige behuizing (1) kan aansluiten.

4. Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de aansluitbasis een steunrand (12) betreft welke nabij de zoden van de ondergrond is voorzien.

5. Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de aansluitbasis steunblokken (16) omvat.

6. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de aansluitbasis is voorzien van één of meer poten.

7. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 3 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de aansluitbasis een elastische en/of dempende zone omvat.

8. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 3 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de aansluitbasis is voorzien op een plantenpot of een boompot of dergelijke.

9. Inrichting volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de koepelachtige behuizing (1) een regelmatig veelvlak is waarvan één vlak zijvlak is opengehouden zodat aldaar een open basis of grondvlak (7) wordt gevormd.

10. Inrichting volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zijvlakken van de koepelachtige behuizing (1) onderling verbonden zijn doordat ze zijn aangebracht op een raamwerk.

11. Inrichting volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zijvlakken van de koepelachtige behuizing (1) onderling verbonden zijn met behulp van middelen welke puntbevestiging toelaten.

12. Inrichting volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting ventilatiemiddelen omvat, al dan niet in de vorm van één of meer afsluitbare openingen, eventueel voorzien van een ventilator of dergelijke.

13. Inrichting volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de één of meer afsluitbare openingen voorzien zijn van bekrachtigingsmiddelen voor het openen en. sluiten ervan.

14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat een afsluitbare opening voorzien wordt door de koepelachtige behuizing (1) te voorzien op verstelbare poten.

15. Inrichting volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting meet- en regelinstrumenten omvat voor het beheren van de luchtvochtigheid en/of de temperatuur onder de koepelachtige behuizing en/of van de vochtigheidsgraad en/of temperatuur van de aarde in de nabijheid van de wortels.