BE1019164A3

BE1019164A3 - CONSTRUCTION STONE AND METHOD FOR CONSTRUCTING THIS CONSTRUCTION STONE.

Info

Publication number: BE1019164A3
Application number: BE2010/0044A
Authority: BE
Inventors: Hubertus Maria Jozef Neyens
Original assignee: Vandersanden Steenfabrieken N V
Priority date: 2010-01-26
Filing date: 2010-01-26
Publication date: 2012-04-03
Also published as: WO2011092634A1

Abstract

Bouwsteen, meer bepaald gevelsteen voor metselwerk met op elkaar bestapelde lagen bouwstenen die met elkaar verboden zijn door middel van een bindspecie waardoor de bouwstenen van elkaar gescheiden zijn, waarbij deze bouwsteen minstens een eerste volledige strek (1) vertoont met een lengte die overeenkomt met de lengte (L) van de bouwsteen en een hoogte die overeenkomt met de hoogte (H) van de bouwsteen, waarbij deze strek (1) zichtbaar is in het metselwerk, en waarbij deze bouwsteen minstens in een legvlak (5) een uitsparing (7) vertoont die uitgeeft op minstens één kop (3) van de bouwsteen, zodat deze uitsparing toelaat om bindspecie van het legvlak (5) via de uitsparing (7) naar de kop (3) te leiden bij het vermetselen van de bouwsteen in een metselwerk.Building block, more specifically facing brick for masonry with layers of building blocks stacked on top of each other that are prohibited from each other by means of a binding mortar, which separates the building blocks from each other, whereby this building block has at least a first complete stretch (1) with a length that corresponds length (L) of the building block and a height that corresponds to the height (H) of the building block, whereby this stretch (1) is visible in the masonry, and where this building block has a recess (7) at least in one laying surface (5) that gives out on at least one head (3) of the building block, so that this recess allows to lead binding mortar from the laying surface (5) via the recess (7) to the head (3) when laying the building block in masonry.

Description

Bouwsteen en werkwijze voor het vermetselen van deze bouwsteenBuilding block and method for bricking this building block

De uitvinding heeft betrekking op een bouwsteen, in het bijzonder een baksteen of een gevelsteen voor metselwerk met op elkaar gestapelde lagen bouwstenen die met elkaar verbonden zijn door middel van een bindspecie waardoor de bouwstenen van elkaar gescheiden zijn, waarbij deze bouwsteen minstens een volledige strek vertoont met een lengte die overeenkomt met de lengte van de bouwsteen en een hoogte die overeenkomt met de hoogte van de bouwsteen, waarbij deze strek zichtbaar is in het metselwerk.The invention relates to a building block, in particular a brick or a facing brick for masonry with layers of building blocks stacked on top of each other and connected to each other by means of a bonding mortar whereby the building blocks are separated from one another, said building block exhibiting at least a complete stretch with a length corresponding to the length of the building block and a height corresponding to the height of the building block, this stretch being visible in the brickwork.

Dergelijke balkvormige bouwstenen zijn op zich gekend. Ze hebben twee tegenover elkaar gelegen, nagenoeg parallelle legvlakken waarmee deze op elkaar worden gelegd in het metselwerk. Het legvlak is dus een vlak van de bouwsteen dat in het metselwerk normaal gezien horizontaal wordt aangebracht. Verder hebben deze bouwstenen twee strekken welke de lange en meestal ook smalle zijvlakken van de bouwsteen zijn. De strek is meestal zichtbaar in het metselwerk. Tenslotte hebben deze bouwstenen twee tegenover elkaar liggende koppen die de kleinste zijvlakken van de bouwsteen zijn, en welke ook zichtbaar kunnen zijn in het metselwerk.Such beam-shaped building blocks are known per se. They have two opposite, almost parallel laying surfaces with which they are laid on top of each other in the brickwork. The laying surface is therefore a surface of the building block that is normally applied horizontally in the brickwork. Furthermore, these building blocks have two strands which are the long and usually also narrow side faces of the building block. The stretch is usually visible in the brickwork. Finally, these building blocks have two opposite heads that are the smallest side faces of the building block, and which can also be visible in the brickwork.

Voorbeelden van dergelijk bouwstenen zijn handvorm bakstenen en vormbakstenen. Een handvorm baksteen is een baksteen die wordt bekomen door het inbrengen van een meestal voorbezande klomp weke klei in een mal, wat aanleiding geeft tot een typisch generfd aspect. Een vormbaksteen is een baksteen die bekomen wordt door de weke klei in mallen mechanisch na te persen, waardoor de baksteen een zeer strakke vorm krijgt.Examples of such building blocks are hand-molded bricks and molded bricks. A hand-shaped brick is a brick that is obtained by inserting a usually pre-sanded lump of soft clay into a mold, which gives rise to a typically grained aspect. A molded brick is a brick that is obtained by mechanically pressing the soft clay into molds, which gives the brick a very tight shape.

Volgens de huidige stand van de techniek worden, bij klassiek metselwerk, bouwstenen met behulp van een bindspecie op elkaar gemetseld. Hierbij wordt een hoeveelheid bindspecie aangebracht op een horizontaal legvlak van een eerder geplaatste bouwsteen van een eerste laag bouwstenen en eveneens tegen een kop van een andere eerder geplaatste bouwsteen van een tweede laag bouwstenen. De hoeveelheid bindspecie, die dient te worden aangebracht om de bouwstenen voldoende te verbinden, wordt geacht door de vakman te kunnen worden ingeschat. Een eventuele overmaat aan bindspecie kan worden weggestreken. Daarna wordt een nieuwe bouwsteen geplaatst in de tweede laag met een legvlak op de aangebrachte bindspecie. De nieuwe bouwsteen wordt aangedrukt zodat de bindspecie zich egaal verspreidt tussen de tegenover elkaar gelegen legvlakken en ook in de stootvoeg tussen de tegenover elkaar gelegen koppen. Overtollige bindspecie wordt hierbij naar buiten geduwd en moet aan de strekken worden verwijderd. Verder dient te worden vermeden dat de overtollige bindspecie in een spouw valt tussen de gevel en binnenmuur.According to the current state of the art, with traditional masonry, building blocks are masoned with the help of a mortar. A quantity of binding mortar is hereby applied to a horizontal laying surface of a previously placed building block of a first layer of building blocks and also against a head of another previously placed building block of a second layer of building blocks. The amount of binding mortar that must be applied to adequately connect the building blocks is considered to be capable of being estimated by those skilled in the art. Any excess of binding grout can be removed. A new building block is then placed in the second layer with a laying surface on the applied mortar. The new building block is pressed so that the bonding mortar spreads evenly between the opposing laying surfaces and also in the impact joint between the opposing heads. Excess binding mortar is pushed outwards and must be removed at the stretchers. Furthermore, it should be avoided that the surplus binding grout falls into a cavity between the facade and the inner wall.

Traditioneel worden bakstenen op deze manier vermei seid, waarbij een voeg van ongeveer 12 mm tussen de stenen in de muur wordt gevormd. Deze voeg kan na het vermetselen van de bakstenen worden ingevoegd met bindspecie.Traditionally, bricks are made in this way, forming a joint of approximately 12 mm between the bricks in the wall. After the brickwork of the bricks, this joint can be inserted with binding mortar.

Het traditioneel metselwerk bestaat dus hoofdzakelijk uit opeengestapelde bouwstenen met daartussen bindspecie, zoals mortel. Hierbij wordt gebruik gemaakt van niet-gekalibreerde bakstenen, snelbouwstenen of gevelstenen. Bouwstenen, zoals handvorm bakstenen, welke in een mal worden gevormd, kunnen lichte oneffenheden vertonen die worden opgevangen door de laag bindspecie welke zich tussen de stenen in de muur bevindt.The traditional brickwork therefore consists mainly of stacked building blocks with bonding grout in between, such as mortar. Use is made of non-calibrated bricks, fast building bricks or facing bricks. Building blocks, such as hand-shaped bricks, which are formed in a mold, can exhibit slight unevenness which is absorbed by the layer of bonding mortar which is located between the stones in the wall.

De legvlakken van niet-gekalibreerde bouwstenen zijn niet perfect effen zodat deze minder geschikt zijn om deels droog op elkaar te worden gestapeld. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bouwelementen die beschreven zijn in het Belgisch octrooi BE 1011516 A. Deze gekende bouwelementen zijn gekalibreerd zodat ze perfect op elkaar passen om zonder speciale vakkennis te kunnen worden geplaatst. Dergelijke bouwelementen zijn voorzien van uitsparingen en overeenkomstige opstaande randen die perfect in elkaar passen maar zijn daardoor echter vrij complex om te vervaardigen.The shelves of non-calibrated building blocks are not perfectly smooth, so that they are less suitable to be stacked partly dry on top of each other. This is in contrast to, for example, the building elements described in the Belgian patent BE 1011516 A. These known building elements are calibrated so that they fit perfectly on each other so that they can be placed without special professional knowledge. Such building elements are provided with recesses and corresponding upright edges that fit together perfectly, but are therefore rather complex to manufacture.

Bovendien zijn in dergelijke gekalibreerde bouwelementen ruimten voorzien voor een welbepaalde hoeveelheid bindspecie. Bij een teveel aan bindspecie zal deze de correcte plaatsing van het bouwelement hinderen. De koppen van deze bouwelementen passen in elkaar door middel van een tand- en groefverbinding zodat deze ook niet geschikt zijn om te worden voorzien van bindspecie.In addition, spaces are provided for such a calibrated building material in such calibrated building elements. In the event of an excess of binding mortar, this will hinder the correct placement of the component. The heads of these building elements fit into each other by means of a tongue and groove connection so that they are also not suitable for being provided with binding grout.

Verder bestaat een tendens naar massief uitziende muren waarbij voegen tot een minimum worden herleid, teneinde een maximum aan steenoppervlak te krijgen in het metselwerk.There is also a trend towards solid-looking walls where joints are reduced to a minimum in order to obtain a maximum of brick surface in the brickwork.

Dit effect kan verkregen worden door gebruik te maken van speciale gekalibreerde bouwelementen die deels droog op elkaar worden gezet. Klassieke bouwstenen kunnen hiervoor mogelijk ook worden verlijmd. De lijmlaag hoeft slechts enkele millimeters dik te zijn zodat deze nagenoeg onzichtbaar is, hetgeen onmogelijk is bij gebruik van mortel. Een nadeel van deze verlijmtechniek is dat de verwerker over speciale vaardigheden en apparatuur dient te beschikken. De apparatuur dient na gebruik bovendien steeds grondig gereinigd te worden. Ook worden stootvoegen en/of kopvoegen meestal niet verlijmd aangezien een extra handeling nodig is voor het bijkomend aanbrengen van lijm op de koppen van de bouwstenen. De kopvoegen blijven bijgevolg open.This effect can be achieved by using special calibrated building elements that are partly put dry on top of each other. Classic building blocks may also be glued for this purpose. The adhesive layer only needs to be a few millimeters thick so that it is virtually invisible, which is impossible when mortar is used. A disadvantage of this gluing technique is that the processor must have special skills and equipment. Moreover, the equipment must always be thoroughly cleaned after use. Also, butt joints and / or end joints are usually not glued since an additional action is required for the additional application of glue to the heads of the building blocks. The header joints therefore remain open.

Voor het verlijmen, in het bijzonder van gevelstenen, is bijgevolg vakmanschap nodig en vallen fouten sterker op dan bij het traditionele metselwerk. Ook dient gebruik gemaakt te worden van maatvaste of gekalibreerde bouwstenen, zoals betonstenen, strengpersstenen. Zogenaamde handvorm bakstenen kunnen mogelijk ook worden verlijmd, maar hierbij zal de voeg iets dikker zijn.Gluing, in particular facing bricks, therefore requires craftsmanship and errors are more noticeable than with traditional masonry. Use must also be made of dimensionally stable or calibrated building blocks, such as concrete bricks, extruded pressing bricks. So-called hand-shaped bricks can possibly also be glued, but the joint will be a little thicker.

Als alternatief voor het verlijmen wordt ook gebruik gemaakt van speciale mortelsoorten, zoals dunbedmortel, waarmee de voegen bij traditioneel metselen worden herleid tot een dikte van 4 tot 7 mm.As an alternative to gluing, special types of mortar are also used, such as thin-bed mortar, with which the joints with traditional bricklaying are reduced to a thickness of 4 to 7 mm.

De Europese octrooiaanvraag EP 1 983 122 beschrijft een baksteen waarbij het mortelbed in de baksteen is verzonken zodat de klassieke mortelvoeg tot een minimum wordt herleid, terwijl toch gebruik wordt gemaakt van klassieke mortel als bindspecie. Het uiteindelijk uitzicht van het metselwerk is nagenoeg hetzelfde als dit bij verlijmde bakstenen. Zo kan de dikte van het zichtbare deel van de mortellaag tot zelfs minder dan 3 mm bedragen. De hierin voorgestelde baksteen en werkwijze voor het metselen heeft echter het nadeel dat, zoals ook bij verlijmd metselwerk, de kopvoegen, waar de bakstenen in de muur met de korte zijde tegen elkaar staan, open zijn. Deze kopvoegen worden niet met mortel opgevuld aangezien hierdoor een te dikke voeg zou nodig zijn.The European patent application EP 1 983 122 describes a brick in which the mortar bed is sunk into the brick so that the classic mortar joint is reduced to a minimum, while still using classic mortar as a bonding mortar. The final appearance of the brickwork is almost the same as this with glued bricks. The thickness of the visible part of the mortar layer can thus even be less than 3 mm. The brick and bricklaying method proposed herein, however, has the disadvantage that, as with glued brickwork, the end joints where the bricks in the wall face one another are open. These head joints are not filled with mortar since this would require a thick joint.

Aangezien bij bestaand zogenaamd voegloos metselwerk de openingen tussen de koppen niet of onvoldoende worden opgevuld, ontstaan openingen in het metselwerk welke inkijk in de spouw toelaten en bovendien wind, regen en ongedierte toegang geven.Since with existing so-called joint-free brickwork the openings between the heads are not or insufficiently filled, openings are created in the brickwork that allow a view into the cavity and also give access to wind, rain and vermin.

De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen door een bouwsteen en een werkwijze voor het vermetselen van een dergelijke bouwsteen voor te stellen, die nagenoeg voegloos metselwerk toelaat door traditioneel metselen, bij voorkeur zonder speciale bindspecie zoals dunbedmortel of lijm, en waarbij bovendien eenvoudig kopvoegen worden opgevuld met bindspecie. Verder laat deze bouwsteen en werkwijze eveneens verlijmd metselwerk toe, waarbij de kopvoegen eenvoudig worden opgevuld.The invention seeks to remedy these disadvantages by proposing a building block and a method for masking such a building block, which allows virtually joint-free brickwork by traditional bricklaying, preferably without special binding mortar such as thin-bed mortar or glue, and in addition to which simple head joints are filled with binding grout. Furthermore, this building block and method also allows glued brickwork, whereby the head joints are simply filled.

Tot dit doel vertoont deze bouwsteen minstens in een legvlak een uitsparing die uitgeeft op minstens één kop van de bouwsteen, waarbij deze uitsparing toelaat om bindspecie vanop het legvlak via de uitsparing naar de kop te leiden bij het vermetselen van de bouwsteen in een metselwerk, zoals opgeëist in de hieraan toegevoegde conclusies. Bij voorkeur is de bouwsteen een in een mal gevormde bouwsteen, zoals een handvorm baksteen en een vormbaksteen.For this purpose, this building block has a recess at least in one laying surface that gives out to at least one head of the building block, this recess allowing to lead spoil from the laying surface via the recess to the head when bricking the building block in a brickwork, such as claimed in the appended claims. The building block is preferably a building block formed in a mold, such as a hand-molded brick and a molded brick.

Doelmatig neemt de diepte van de uitsparing, volgens een richting die loodrecht staat op het legvlak, af naarmate de afstand ten opzichte van de kop toeneemt.The depth of the recess, in a direction perpendicular to the laying surface, expediently decreases as the distance with respect to the head increases.

Op een voordelige wijze strekt de uitsparing zich uit over - minstens 50%, bij voorkeur minstens 70%, in het bijzonder minstens 90%, van de breedte van de bouwsteen; - minstens 10%, bij voorkeur minstens 20%, in het bijzonder minstens 50%, van de lengte van de bouwsteen; - minstens 50%, bij voorkeur minstens 90%, in het bijzonder 100%, van de hoogte van de bouwsteen.The recess advantageously extends over - at least 50%, preferably at least 70%, in particular at least 90%, of the width of the building block; - at least 10%, preferably at least 20%, in particular at least 50%, of the length of the building block; - at least 50%, preferably at least 90%, in particular 100%, of the height of the building block.

- minstens 20%, bij voorkeur minstens 50%, in het bijzonder minstens 80%, van het oppervlak van het eerste legvlak van de bouwsteen; - minstens 20%, bij voorkeur minstens 50%, in het bijzonder 90%, van het oppervlak van de eerste kop van de bouwsteen.- at least 20%, preferably at least 50%, in particular at least 80%, of the surface of the first laying surface of the building block; - at least 20%, preferably at least 50%, in particular 90%, of the surface of the first head of the building block.

Op een bijzonder voordelige wijze wordt de uitsparing begrensd door minstens een wand die een hoek vormt met het eerste legvlak die begrepen is tussen nagenoeg 20° en 80°, bij voorkeur tussen nagenoeg 30° en 70°, en in het bijzonder van de grootteorde is van 45°.The recess is bounded in a particularly advantageous manner by at least one wall forming an angle with the first laying surface which is understood to be between approximately 20 ° and 80 °, preferably between approximately 30 ° and 70 °, and in particular of the order of magnitude of 45 °.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm vertoont de uitsparing minstens een wand die een hoek maakt met een legvlak, welke hoek 20° tot 80°, bij voorkeur 30° tot 70°, in het bijzonder 45°, bedraagt, en dit op een afstand vanaf de eerste kop, welke afstand 5% tot 50%, bij voorkeur 10% tot 20%, de lengte van de bouwsteen bedraagt. Door deze schuine wand vloeit de overtollige bindspecie op een efficiënte wijze naar de kop van de bouwsteen.According to a special embodiment the recess has at least one wall which forms an angle with a laying surface, which angle is 20 ° to 80 °, preferably 30 ° to 70 °, in particular 45 °, and this at a distance from the first head, which distance is 5% to 50%, preferably 10% to 20%, the length of the building block. Due to this sloping wall, the surplus binding grout flows efficiently to the head of the building block.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vermetselen van bouwstenen met twee parallelle strekken, twee parallelle legvlakken en twee koppen, waarbij een uitsparing is voorzien in een eerste legvlak, welke uitsparing uitgeeft op een eerste kop, waarbij een eerste laag bouwstenen wordt geplaatst zodanig dat genoemde strekken zich in eikaars verlengde uitstrekken, waarbij over het bovenliggend legvlak van de eerste laag bouwstenen een bindspecie met een overmaat wordt verdeeld en vervolgens op deze bindspecie een volgende, tweede laag bouwstenen wordt geplaatst, waarbij de bouwstenen op de bindspecie worden gedrukt zodanig dat een voeg met een vooraf bepaalde dikte wordt verkregen tussen de bouwstenen van de tweede laag bouwstenen en de onderliggende eerste laag bouwstenen en waarbij de overmaat van bindspecie wordt gedwongen zich te verplaatsen via de uitsparing van het eerste legvlak tot voorbij de eerste kop van een bouwsteen.The invention also relates to a method for masonry building blocks with two parallel stretches, two parallel laying surfaces and two heads, wherein a recess is provided in a first laying surface, which recess issues on a first head, wherein a first layer of building blocks is placed such that said strands extend in line with each other, wherein a binding mortar with an excess is distributed over the upper laying surface of the first layer of building blocks and subsequently a second layer of building blocks is placed on this binding mortar, wherein the building blocks are pressed onto the binding mortar in such a way that a joint with a predetermined thickness is obtained between the building blocks of the second layer of building blocks and the underlying first layer of building blocks and wherein the excess of binding mortar is forced to move via the recess of the first laying surface beyond the first head of a building block .

Volgens een uitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt hierdoor de overtollige bindspecie vanop het bovenliggend legvlak voorbij de eerste kop van een bouwsteen van de tweede laag bouwstenen gebracht tot tegen een naastliggende kop van een naastliggende bouwsteen van dezelfde tweede laag bouwstenen teneinde de voeg tussen twee koppen van de opeenvolgende naastliggende bouwstenen minstens gedeeltelijk op te vullen.According to an embodiment of this method, the excess binding mortar is brought from the upper laying surface beyond the first head of a building block of the second layer of building blocks to an adjacent head of an adjacent building block of the same second layer of building blocks in order to form the joint between two heads of the building block. consecutive neighboring building blocks at least partially to be filled.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt hierdoor de overtollige bindspecie vanop het bovenliggend legvlak tot voorbij de eerste kop van een bouwsteen van een tweede laag bouwstenen gebracht en op deze eerste kop aangebracht, zodat bij het aanbrengen van een volgende bouwsteen in dezelfde tweede laag bouwstenen, deze overtollige bindspecie de voeg tussen de eerste kop en een naastliggende kop van de volgende bouwsteen minstens gedeeltelijk opvult.According to a preferred embodiment of this method, the excess binding mortar is hereby brought from the upper laying surface to beyond the first head of a building block of a second layer of building blocks and applied to this first head, so that when a subsequent building block is placed in the same second layer of building blocks, this excess binding grout at least partially fills the joint between the first head and an adjacent head of the next building block.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt hierdoor de overtollige bindspecie vanop het bovenliggend legvlak tot voorbij de eerste kop van een bouwsteen van de eerste laag gebracht, zodat een kopvoeg onder het bovenliggend legvlak, tussen de eerste kop en een daar tegenover gelegen kop van een daarnaast in dezelfde eerste laag gelegen bouwsteen, zich minstens gedeeltelijk opvult.According to a further preferred embodiment of this method, the superfluous binding mortar is brought from the upper laying surface to beyond the first head of a building block of the first layer, so that a head joint under the upper laying surface, between the first head and an opposite head of a additionally in the same first layer building block, at least partially fills itself up.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een uitvoeringsvorm van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.Other details and advantages of the invention will be apparent from the following description of an embodiment of the method and the device according to the invention; this description is only given as an example and does not limit the scope of the protection claimed; the reference numerals used hereinafter refer to the attached figures.

Figuren 1 tot 4 zijn schematische perspectief voorstellingen van een eerste, tweede, derde en vierde uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding waarbij een kop voorzien is van een uitsparing die zich uitstrekt tot in een legvlak.Figures 1 to 4 are schematic perspective representations of a first, second, third and fourth embodiment of a building block according to the invention, wherein a head is provided with a recess which extends into a laying surface.

Figuren 5 en 6 zijn schematische perspectief voorstellingen van een vijfde en zesde uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding waarbij de uitsparing een verzonken vlak vertoont als bindzone.Figures 5 and 6 are schematic perspective views of a fifth and sixth embodiment of a building block according to the invention, wherein the recess has a sunken surface as a binding zone.

Figuur 7 is een schematische perspectief voorstelling van een zevende uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding waarbij beide koppen voorzien zijn van een uitsparing en waarbij deze voorzien is van een verzonken vlak als bindzone.Figure 7 is a schematic perspective representation of a seventh embodiment of a building block according to the invention, in which both heads are provided with a recess and wherein it is provided with a recessed surface as a binding zone.

Figuur 8 is een schematische voorstelling van een bovenaanzicht en een dwarsdoorsnede van een achtste uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding.Figure 8 is a schematic representation of a top view and a cross-section of an eighth embodiment of a building block according to the invention.

Figuur 9 is een schematische perspectief voorstelling van een negende uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding waarbij een uitsparing gevormd wordt door een depressie die zich uitstrekt in een legvlak.Figure 9 is a schematic perspective representation of a ninth embodiment of a building block according to the invention, wherein a recess is formed by a depression that extends in a laying surface.

Figuur 10 is een schematische perspectief voorstelling van een uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding.Figure 10 is a schematic perspective representation of an embodiment of a building block according to the invention.

Figuur 11 is een schematische voorstelling van een doorsnede van een metselwerk die een eerste werkwijze volgens de uitvinding illustreert, waarbij bouwstenen met een legvlak dat voorzien is van een uitsparing naar boven worden gelegd.Figure 11 is a schematic representation of a section of a brickwork that illustrates a first method according to the invention, wherein building blocks with a laying surface provided with a recess are laid upwards.

Figuur 12 is een schematische voorstelling van een doorsnede van een metselwerk die een tweede werkwijze volgens de uitvinding illustreert, waarbij bouwstenen met een legvlak dat voorzien is van een uitsparing naar beneden worden gelegd, met een kop tot waarin deze uitsparing zich uitstrekt, weggericht van een vorige bouwsteen van eenzelfde laag bouwstenen.Figure 12 is a schematic representation of a section of a brickwork illustrating a second method according to the invention, wherein building blocks with a laying surface provided with a recess are laid down, with a head into which this recess extends, facing away from a previous building block of the same layer of building blocks.

Figuur 13 is een schematische voorstelling van een doorsnede van een metselwerk die een derde werkwijze volgens de uitvinding illustreert, waarbij bouwstenen met een legvlak dat voorzien is van een uitsparing naar beneden worden gelegd, met een kop tot waarin deze uitsparing zich uitstrekt, tegenover een vorige bouwsteen van eenzelfde laag bouwstenen.Figure 13 is a schematic representation of a section of a brickwork illustrating a third method according to the invention, wherein building blocks with a laying surface provided with a recess are laid down, with a head into which this recess extends, opposite a previous one building block of the same layer of building blocks.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.In the various figures, the same reference numerals refer to the same or analogous elements.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een bouwsteen, zoals een baksteen, een gevelsteen, een snelbouwsteen, een betonsteen of een silicaatsteen, en een werkwijze voor traditioneel metselwerk, waarbij niet-gekalibreerde stenen op elkaar worden gehecht door middel van bindspecie, zoals klassieke mortel, maar ook dunbedmortel of mortellijm, waarbij een voeg wordt gevormd tussen de bouwstenen, en waarbij zowel de leg-alsook de kopvoegen minstens gedeeltelijk met bindspecie worden opgevuld. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een bouwsteen en een werkwijze voor dergelijk metselwerk waarbij de voegen tussen de bouwstenen minimaal zijn en waarbij minstens één strek zichtbaar is in het mestelwerk.The invention relates generally to a building block, such as a brick, a facing brick, a rapid building brick, a concrete brick or a silicate brick, and a method for traditional masonry wherein non-calibrated bricks are bonded to each other by means of bonding mortar, such as classical brick mortar, but also thin bed mortar or mortar glue, whereby a joint is formed between the building blocks, and in which both the laying and the head joints are at least partially filled with mortar. In particular, the invention relates to a building block and a method for such masonry wherein the joints between the building blocks are minimal and at least one stretch is visible in the masonry.

Bij voorkeur wordt, volgens de uitvinding, gebruik gemaakt van bouwstenen waarbij de breedte van de bouwsteen groter is dan de hoogte van de bouwsteen. De afstand tussen de strekken van de bouwsteen is hierbij groter dan de afstand tussen de legvlakken.According to the invention, use is preferably made of building blocks in which the width of the building block is greater than the height of the building block. The distance between the strands of the building block is greater than the distance between the laying surfaces.

In deze bouwsteen wordt, volgens de uitvinding, een uitsparing voorzien, waarlangs bindspecie naar een open, geprofileerde kop van de bouwsteen vloeit. Mogelijk kan, volgens de uitvinding, de uitsparing ook zodanig worden voorzien dat eventuele overtollige bindspecie hierin wordt opgevangen.In this building block, according to the invention, a recess is provided, along which binding mortar flows to an open, profiled head of the building block. Possibly, according to the invention, the recess can also be provided in such a way that any excess binding mortar is collected herein.

De uitsparing kan, volgens de uitvinding, aan een kop of aan beide koppen van de bouwsteen worden voorzien. Minstens één strek van de bouwsteen, die zichtbaar wordt gemetseld in het metselwerk, dient ongeschonden te blijven, zoals bij een klassieke bouwsteen. Dit is een volle of gesloten strek. Mogelijk kan deze strek wel voorzien zijn van een decoratieve uitsparing zoals een schijnvoeg.According to the invention, the recess can be provided with a building block at one end or at both ends. At least one stretch of the building block, which is visibly bricked in the brickwork, must remain undamaged, as with a traditional building block. This is a full or closed stretch. Possibly this stretch can be provided with a decorative recess such as a sham.

In de uitsparing vormt het oppervlak van de bouwsteen een wand van de uitsparing. Deze wand kan bestaan uit meerdere wanden of vlakken die een hoek vertonen ten opzichte van elkaar. Zo kan een wand van de uitsparing meerdere op elkaar aansluitende vlakken vertonen die elk een hoek vormen met het legvlak waarin de uitsparing zich uitstrekt, waarbij deze hoek kleiner is voor een vlak dat dichter bij het legvlak is gelegen dan voor een vlak dat verder van dit legvlak is gelegen.In the recess, the surface of the building block forms a wall of the recess. This wall may consist of a plurality of walls or surfaces that have an angle with respect to each other. For example, a wall of the recess can have several contiguous surfaces that each form an angle with the laying surface in which the recess extends, this angle being smaller for a surface that is closer to the laying surface than for a surface farther from this laying surface is located.

De wanden van de uitsparing vertonen een helling ten opzichte van het horizontale legvlak om bindspecie efficiënt naar de open kop van de bouwsteen te geleiden. De wanden van de uitsparing lopen af van een bovengelegen legvlak naar de open kop. Zo kan de wand van de uitsparing eveneens gekromd zijn, waarbij deze een hellingshoek vertoont die varieert van 0° tot 90°.The walls of the recess have a slope with respect to the horizontal laying surface to efficiently guide binding mortar to the open head of the building block. The walls of the recess run from an upper shelf to the open head. For example, the wall of the recess can also be curved, showing an angle of inclination that varies from 0 ° to 90 °.

De diepte van de uitsparing volgens een richting die loodrecht staat op het legvlak kan variëren en kan tot de volledige hoogte H van de bouwsteen bedragen. In de bouwsteen neemt de diepte van de uitsparing af naarmate de afstand ten opzichte van de kop tot waarin de uitsparing zich uitstrekt toeneemt.The depth of the recess according to a direction perpendicular to the laying surface can vary and can amount to the full height H of the building block. In the building block, the depth of the recess decreases as the distance with respect to the head to which the recess extends increases.

De wanden van de uitsparing kunnen glad zijn of worden voorzien van een reliëf om bijvoorbeeld het contactoppervlak voor de bindspecie te verhogen.The walls of the recess can be smooth or provided with a relief to, for example, increase the contact surface for the bonding mortar.

De uitsparing volgens de uitvinding kan worden toegepast in klassieke bakstenen en gevelstenen, waardoor de metselaar de kopvoegen niet meer hoeft dicht te strijken en uit te krabben.The recess according to the invention can be used in classical bricks and facing bricks, as a result of which the bricklayer no longer has to close the head joints and scratch them out.

De uitsparing volgens de uitvinding kan ook worden toegepast in bakstenen en gevelstenen die voorzien zijn van een verzonken oppervlak voor mortel met rondom opstaande randen zoals bijvoorbeeld de baksteen beschreven in EP 1 983 122.The recess according to the invention can also be used in bricks and facing bricks which are provided with a sunken surface for mortar with upright edges such as, for example, the brick described in EP 1 983 122.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een van de legvlakken van de bouwsteen hol en vertonen de koppen een uitsparing die aansluit op dit holle legvlak. De bouwsteen vertoont bijgevolg geen opstaande randen, maar een grote depressie in de steen waarin mortel wegzinkt. De uitsparing of opening in de kop laat toe dat mortel naar de kopvoeg vloeit. Mogelijk kunnen ook in deze bouwsteen opstaande randen voorzien worden in het verlengde van de strekken en eventueel ook in het verlengde van een kop om zo de mortellaag af te schermen.According to a special embodiment of the invention, one of the laying surfaces of the building block is hollow and the heads have a recess which connects to this hollow laying surface. The building block therefore has no raised edges, but a major depression in the brick in which mortar sinks away. The recess or opening in the head allows the mortar to flow to the head joint. It is also possible that raised edges can be provided in this building block in line with the extensions and possibly also in line with a head in order to screen off the mortar layer.

Opdat de kopvoegen in een metselwerk tussen de bouwstenen zich eenvoudig automatisch opvullen is, bij voorkeur, de diameter van de uitsparing in de kop en in het legvlak waartussen deze zich uitstrekt groter dan de hoogte van de bouwsteen. Zo strekt de uitsparing zich, bij voorkeur, uit in een eerste legvlak vanaf een eerste kop tot op een afstand die minstens 50% de hoogte van de bouwsteen bedraagt. Verder strekt de uitsparing zich, bij voorkeur, uit in de eerste kop vanaf het eerste legvlak tot op een afstand die minstens 50% de hoogte van de bouwsteen bedraagt.In order for the head joints in a brickwork between the building blocks to simply fill up automatically, preferably the diameter of the recess in the head and in the laying surface between which it extends exceeds the height of the building block. Thus, the recess preferably extends in a first laying surface from a first head to a distance that is at least 50% the height of the building block. Furthermore, the recess extends, preferably, in the first head from the first laying surface to a distance that is at least 50% the height of the building block.

Voor een optimale automatische opvulling strekt de uitsparing zich in de bouwsteen minstens uit tot op een afstand vanaf de eerste kop en vanaf het eerste legvlak die minstens 50% van de hoogte van de bouwsteen bedraagt.For optimum automatic filling, the recess in the building block extends at least up to a distance from the first head and from the first laying surface that is at least 50% of the height of the building block.

Bij voorkeur loopt de uitsparing af van een eerste legvlak naar nagenoeg het midden van de rib die de grens vormt tussen een eerste kop en een tweede legvlak.The recess preferably extends from a first laying surface to substantially the center of the rib which forms the boundary between a first head and a second laying surface.

Een eerste uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 1. Het betreft een bouwsteen die de vorm heeft van nagenoeg een balk met daarin een uitsparing.A first embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 1. It is a building block that has the shape of a substantially beam with a recess therein.

Een eerste en een tweede strek 1 en 2 van de bouwsteen zijn rechthoeken en vertonen een hoogte en een lengte die gelijk is aan, respectievelijk, de hoogte H en de lengte L van de bouwsteen. Deze strekken vertonen, bij voorkeur, geen uitsparingen, tenzij deze decoratief zijn, aangezien deze vlakken zichtbaar kunnen zijn in het metselwerk. De strekken 1 en 2 worden hierna ook volle of gesloten strekken 1 en 2 genoemd.A first and a second stretch 1 and 2 of the building block are rectangles and have a height and a length equal to, respectively, the height H and the length L of the building block. These stretches, preferably, have no recesses, unless they are decorative, since these surfaces may be visible in the brickwork. The stretchers 1 and 2 are hereinafter also referred to as full or closed stretchers 1 and 2.

Een eerste kop 3 van de bouwsteen is geprofileerd doordat deze een uitsparing vertoont. Deze eerste kop 3 wordt hierna ook geprofileerde of open kop 3 genoemd.A first head 3 of the building block is profiled because it has a recess. This first head 3 is hereinafter also referred to as profiled or open head 3.

Een tweede kop 4 van de bouwsteen is een rechthoek en vertoont een hoogte en een lengte die nagenoeg gelijk is aan, respectievelijk, de hoogte H en de breedte B van de bouwsteen. Deze kop 4 kan zichtbaar zijn in het metselwerk zodat deze, bij voorkeur, geen uitsparingen vertoont, tenzij deze decoratief zijn. Deze tweede kop 4 wordt hierna ook volle of gesloten kop 4 genoemd.A second head 4 of the building block is a rectangle and has a height and a length that is substantially equal to, respectively, the height H and the width B of the building block. This head 4 can be visible in the brickwork so that it, preferably, has no recesses, unless they are decorative. This second head 4 is hereinafter also referred to as full or closed head 4.

Een eerste legvlak 5 van de bouwsteen is geprofileerd doordat deze bouwsteen een uitsparing 7 vertoont. Dit eerste legvlak 5 wordt hierna ook geprofileerd legvlak 5 genoemd.A first laying surface 5 of the building block is profiled because this building block has a recess 7. This first laying surface 5 is hereinafter also referred to as profiled laying surface 5.

Een tweede legvlak 6 is nagenoeg evenwijdig met het eerste legvlak 5. Het tweede legvlak 6 is een rechthoek en vertoont een lengte en een breedte die nagenoeg gelijk is aan, respectievelijk, de lengte L en de breedte B van de bouwsteen. Volgens deze uitvoeringvorm vertoont dit tweede legvlak 6 geen uitsparing en wordt hierna vol legvlak 6 genoemd.A second laying surface 6 is substantially parallel to the first laying surface 5. The second laying surface 6 is a rectangle and has a length and a width that is substantially equal to, respectively, the length L and the width B of the building block. According to this embodiment, this second laying surface 6 has no recess and is hereinafter referred to as full laying surface 6.

De bouwsteen vertoont een uitsparing 7 die zich uitstrekt van in de geprofileerde kop 3 en tot in het geprofileerd legvlak 5, over nagenoeg de volledige hoogte H van de bouwsteen en nagenoeg 20% tot 30 % van de lengte L van de bouwsteen. De uitsparing 7 versmalt naar het volle legvlak 6 toe.The building block has a recess 7 which extends from into the profiled head 3 and into the profiled laying surface 5, over substantially the full height H of the building block and substantially 20% to 30% of the length L of the building block. The recess 7 narrows towards the full laying surface 6.

De breedte van de uitsparing 7 ter hoogte van de grens tussen de geprofileerde kop 3 en het geprofileerde legvlak 5 bedraagt 50% tot 90% van de breedte B van de bouwsteen, bij voorkeur nagenoeg 80%. De uitsparing 7 in de bouwsteen sterkt zich niet uit tot in de volle strekken 1 en 2 zodat deze ongeschonden blijven.The width of the recess 7 at the level of the boundary between the profiled head 3 and the profiled laying surface 5 is 50% to 90% of the width B of the building block, preferably substantially 80%. The recess 7 in the building block does not extend into the full regions 1 and 2 so that they remain undamaged.

De uitsparing 7 in de bouwsteen heeft een conische wand die een helling vertoont die 10° tot 90°, bij voorkeur nagenoeg 45°, bedraagt ten opzichte van het legvlag 5 en 6. De diameter van de uitsparing 7 neemt toe vanaf het volle legvlak 6 tot aan het geprofileerde legvlak 5.The recess 7 in the building block has a conical wall which has a slope that is 10 ° to 90 °, preferably substantially 45 °, with respect to the laying flags 5 and 6. The diameter of the recess 7 increases from the full laying surface 6 up to the profiled shelf 5.

De uitsparing 7 in het geprofileerd legvlak 5 heeft de vorm van een halve cirkel. De breedte van de uitsparing 7 in het geprofileerd legvlak 5 neemt toe van de volle kop 4 naar de geprofileerde kop 3 toe. De uitsparing 7 in de geprofileerde kop 3 heeft de vorm van een driehoek. De breedte van de uitsparing 7 in de geprofileerde kop 3 neemt toe van het volle legvlak 6 naar het geprofileerd legvlak 5 toe.The recess 7 in the profiled laying surface 5 has the shape of a semicircle. The width of the recess 7 in the profiled laying surface 5 increases from the full head 4 to the profiled head 3. The recess 7 in the profiled head 3 has the shape of a triangle. The width of the recess 7 in the profiled head 3 increases from the full laying surface 6 to the profiled laying surface 5.

De uitsparing 7 loopt af van het geprofileerd legvlak 5 naar het midden van de rib 13 tussen de geprofileerde kop 3 en het volle legvlak 6.The recess 7 runs from the profiled laying surface 5 to the center of the rib 13 between the profiled head 3 and the full laying surface 6.

Een tweede uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 2 en verschilt slechts van de eerste uitvoeringvorm doordat de uitsparing 7 de vorm heeft van een piramide met een rechthoekig grondvlak dat zich uitstrekt in het geprofileerd legvlak 5. Aldus heeft de uitsparing 7 drie wanden die een helling vertonen die 10° tot 90°, bij voorkeur nagenoeg 45°, bedraagt ten opzichte van het legvlag 5 en 6.A second embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 2 and differs only from the first embodiment in that the recess 7 has the shape of a pyramid with a rectangular base surface that extends into the profiled laying surface 5. Thus, the recess 7 has three walls with a slope that is 10 ° to 90 °, preferably substantially 45 °, with respect to the laying flags 5 and 6.

Een derde uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 3 en verschilt van de eerste uitvoeringsvorm doordat de uitsparing zich uitstrekt tot in het tweede legvlak 6. De uitsparing 7 heeft in dit tweede legvlak 6 de vorm van een halve cirkel. De conische wand van de uitsparing 7 gaat over in een cilindrische wand die een hoek vertoont met het legvlag 5 en 6 die nagenoeg 90° bedraagt. De hoogte van de cilindrische wand bedraagt nagenoeg 30% van de hoogte H van de bouwsteen. Aldus stijgt de helling van de wand van nagenoeg 45° tot nagenoeg 90° van het eerste legvlak 5 naar het tweede legvlak 6 toe.A third embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 3 and differs from the first embodiment in that the recess extends into the second laying surface 6. The recess 7 in this second laying surface 6 has the shape of a semicircle. The conical wall of the recess 7 merges into a cylindrical wall which has an angle with the laying flags 5 and 6 which is approximately 90 °. The height of the cylindrical wall is almost 30% of the height H of the building block. The slope of the wall thus increases from almost 45 ° to almost 90 ° from the first laying surface 5 to the second laying surface 6.

Een vierde uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 4 en verschilt van de tweede uitvoeringsvorm doordat de uitsparing 7 zich uitstrekt tot in het tweede legvlak 6. De uitsparing 7 heeft in dit tweede legvlak 6 de vorm van een rechthoek. De schuine wanden van de uitsparing 7 gaan over in rechte wanden die nagenoeg loodrecht staan op het legvlag 5 en 6. De hoogte van de rechte wanden bedraagt nagenoeg 30% van de hoogte H van de bouwsteen. Aldus stijgt de helling van de wand van nagenoeg 45° tot nagenoeg 90° van het eerste legvlak 5 naar het tweede legvlak 6 toe.A fourth embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 4 and differs from the second embodiment in that the recess 7 extends into the second laying surface 6. The recess 7 has the shape of a rectangle in this second laying surface 6. The oblique walls of the recess 7 merge into straight walls that are substantially perpendicular to the laying flags 5 and 6. The height of the straight walls is approximately 30% of the height H of the building block. The slope of the wall thus increases from almost 45 ° to almost 90 ° from the first laying surface 5 to the second laying surface 6.

Een vijfde uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 5 en verschilt van de vierde uitvoeringsvorm doordat de uitsparing zich uitstrekt over nagenoeg het volledige eerste legvlak 5. Hierdoor vertoont de bouwsteen een verzonken vlak 8 met rondom een opstaande rand die zich uitstrekt langs de volle strekken 1 en 2 en de volle kop 4. Het verzonken vlak 8 is nagenoeg parallel met de legvlakken 5 en 6. Het verzonken vlak 8 vormt een wand van de uitsparing 7 die een helling van 0° vertoont ten opzichte van het legvlak 5 en 6. Het verzonken vlak 8 vormt eveneens een bindzone voor de bindspecie waaraan de bindspecie zich hecht om de bouwsteen aan een daartegenover gelegen bouwsteen te binden.A fifth embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 5 and differs from the fourth embodiment in that the recess extends over almost the entire first laying surface 5. As a result, the building block has a sunken surface 8 with an upright edge extending around it along the full stretches 1 and 2 and the full head 4. The recessed surface 8 is substantially parallel to the laying surfaces 5 and 6. The recessed surface 8 forms a wall of the recess 7 which has a slope of 0 ° with respect to the laying surface 5 and 6. The sunken surface 8 also forms a binding zone for the binding mortar to which the binding mortar adheres to bind the building block to an opposite building block.

Een zesde uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 6 en verschilt van de tweede uitvoeringsvorm doordat de uitsparing zich uitstrekt over nagenoeg het volledige eerste legvlak 5, analoog aan de vijfde uitvoeringsvorm. Hierdoor vertoont de bouwsteen een verzonken vlak 8 met rondom een opstaande rand die zich uitstrekt langs de volle strekken 1 en 2 en de volle kop 4. Het verzonken vlak 8 is in deze uitvoeringsvorm schuin ten opzichte van de legvlakken 5 en 6 en helt af naar de geprofileerde kop 3 toe. Het verzonken vlak 8 vormt een wand van de uitsparing 7 die een helling van nagenoeg 10° vertoont ten opzichte van het legvlak 5 en 6. De dwarsdoorsnede van de uitsparing 7, parallel aan de koppen 3 en 4, neemt toe naarmate de afstand tot de geprofileerde kop 2 afneemt.A sixth embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 6 and differs from the second embodiment in that the recess extends over substantially the entire first laying surface 5, analogous to the fifth embodiment. As a result, the building block has a recessed surface 8 with an upright edge all around which extends along the full stretches 1 and 2 and the full head 4. In this embodiment, the recessed surface 8 is inclined with respect to the laying surfaces 5 and 6 and slopes down to the profiled head 3. The recessed surface 8 forms a wall of the recess 7 which has a slope of substantially 10 ° with respect to the laying surfaces 5 and 6. The cross-section of the recess 7, parallel to the heads 3 and 4, increases as the distance to the profiled head 2.

Een zevende uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 7 en verschilt van de vijfde uitvoeringsvorm doordat de uitsparing 7 zich uitstrekt tot in de tweede kop 4.A seventh embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 7 and differs from the fifth embodiment in that the recess 7 extends into the second head 4.

Verder strekt de uitsparing zich niet uit tot in het tweede legvlak 6 en versmalt deze ook niet naar dit tweede legvlak 6 toe. In een variante van deze zevende uitvoeringsvorm zou de uitsparing 7 zich wel kunnen uitstrekken tot in het tweede legvlak 6, zoals in de derde, vierde en vijfde uitvoeringsvormen.Furthermore, the recess does not extend into the second laying surface 6 and also does not narrow towards this second laying surface 6. In a variant of this seventh embodiment, the recess 7 could well extend into the second laying surface 6, such as in the third, fourth and fifth embodiments.

Een achtste uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 8 en verschilt van de zevende uitvoeringsvorm doordat, aan de koppen 3 en 4, de uitsparing 7 zich uitstrekt tot over de volledige hoogte H van de bouwsteen. Verder is het oppervlak van de bouwsteen in de uitsparing 7 bol vanaf de eerste kop 3 en vanaf de tweede kop 4 tot op een afstand die nagenoeg 30% de lengte van de bouwsteen bedraagt. Het daartussen gelegen oppervlak van de bouwsteen in de uitsparing 7 is nagenoeg parallel met het eerste en het tweede legvlag 5 en 6 en is in de bouwsteen verzonken tot op een diepte vanaf het eerste legvlak 5 die nagenoeg 20% van de hoogte H van de bouwsteen bedraagt.An eighth embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 8 and differs from the seventh embodiment in that, at the heads 3 and 4, the recess 7 extends over the full height H of the building block. Furthermore, the surface of the building block in the recess 7 is convex from the first head 3 and from the second head 4 to a distance that is approximately 30% the length of the building block. The intermediate surface of the building block in the recess 7 is substantially parallel to the first and second laying flags 5 and 6 and is sunk into the building block to a depth from the first laying surface 5 which is approximately 20% of the height H of the building block amounts.

Een negende uitvoeringsvorm van een bouwsteen volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 9 en verschilt van de voorgaande uitvoeringsvormen doordat deze een depressie 8 vertoont aan het eerste legvlak 5. Volgens deze bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het eerste legvlak 5 van de bouwsteen hol en vertonen de koppen 3 en 4 een uitsparing 7 die aansluit op dit holle legvlak 5. De bouwsteen vertoont bijgevolg geen opstaande randen, maar een grote depressie in de steen waarin mortel wegzinkt. De uitsparing in de kop 3 en 4 laat toe dat mortel naar een kopvoeg vloeit. Mogelijk kunnen ook in deze bouwsteen opstaande randen voorzien worden in het verlengde van de strekken 1 en 2 en eventueel ook in het verlengde van een kop 4 om zo de mortellaag af te schermen.A ninth embodiment of a building block according to the invention is shown in Figure 9 and differs from the previous embodiments in that it exhibits depression 8 at the first laying surface 5. According to this special embodiment of the invention, the first laying surface 5 of the building block is hollow and the heads 3 and 4 have a recess 7 which connects to this hollow laying surface 5. The building block therefore has no raised edges, but a major depression in the brick in which mortar sinks away. The recess in the head 3 and 4 allows the mortar to flow to a head joint. It is also possible that raised edges can be provided in this building block in line with the extensions 1 and 2 and possibly also in line with a head 4 in order to screen off the mortar layer.

Verder kan, bij een uitvoeringsvorm van de bouwsteen volgens de uitvinding, de uitsparing 7 bovendien dermate ontworpen worden dat ze in staat is om bij het aantikken van de bovenliggende bouwsteen de overtollige bindspecie minstens gedeeltelijk op te vangen zodat deze niet naar buiten wordt gedreven.Furthermore, in an embodiment of the building block according to the invention, the recess 7 can moreover be designed in such a way that it is able to at least partially absorb the excess binding mortar when tapping the overlying building block so that it is not driven out.

Hiertoe vertoont de uitsparing 7 een bindzone, voor het hechten van de bindspecie 10 aan het legvlak 5, en een daarnaast gelegen overloopzone die verzonken is in de uitsparing 7 in de bouwsteen, voor het afvoeren van overtollige bindspecie in de bouwsteen.To this end, the recess 7 has a binding zone for attaching the binding mortar 10 to the laying surface 5, and an adjacent overflow zone that is sunk into the recess 7 in the building block, for discharging excess binding mortar into the building block.

De bindzone heeft, bij voorkeur, een horizontale oppervlakte die 50% tot 70% de oppervlakte van het legvlak (5) bedraagt, terwijl de overloopzone, bij voorkeur, een horizontale oppervlakte heeft die 30% tot 20% de oppervlakte van het legvlak 5 bedraagt.The binding zone has, preferably, a horizontal surface that is 50% to 70% the surface of the laying surface (5), while the overflow zone has, preferably, a horizontal surface that is 30% to 20% the surface of the laying surface 5 .

De bindzone is verzonken in de bouwsteen tot op een diepte die 0% tot 30% de hoogte H van de bouwsteen bedraagt, terwijl de overloopzone is verzonken in de bouwsteen tot op een diepte die 30 tot 70% de hoogte H van de bouwsteen bedraagt.The binding zone is sunk in the building block to a depth that is 0% to 30% the height H of the building block, while the overflow zone is sunk into the building block to a depth that is 30 to 70% the height H of the building block.

De verschillende stenen volgens de uitvinding kunnen op verschillende wijzen vermetst worden tot een metselwerk.The different stones according to the invention can be milled in different ways into a brickwork.

De uitvinding heeft verder betrekking op een aantal werkwijzen waarbij bovengenoemde bouwstenen zogenaamd voegloos, met minimale voegen of met klassieke voegen gemetst worden op een wijze waarbij de kopvoegen eenvoudig worden opgevuld met bindspecie.The invention further relates to a number of methods in which the above-mentioned building blocks are so-called joint-free, with minimal joints or with traditional joints, measured in a manner in which the head joints are simply filled with bonding mortar.

De verwerking van de bouwstenen vergt geen speciale vaardigheden. De bindspecie wordt door een vakman nagenoeg op dezelfde wijze aangebracht als bij de traditionele bouwstenen. Het voordeel van een werkwijze volgens de uitvinding is dat de kopvoegen in het metselwerk zich nagenoeg automatisch opvullen.The processing of the building blocks does not require any special skills. The binding mortar is applied by a person skilled in the art almost in the same way as with traditional building blocks. The advantage of a method according to the invention is that the head joints in the brickwork fill up almost automatically.

Zo kan, bijvoorbeeld, het bovenliggend legvlak van de bouwstenen van een eerste laag bouwstenen worden voorzien van bindspecie, waarna de bouwstenen van een volgende, tweede laag hierop worden aangebracht en waarbij bindspecie automatisch in de voegen wordt gebracht door het aandrukken van de bouwstenen van deze tweede laag.Thus, for example, the upper laying surface of the building blocks of a first layer of building blocks can be provided with binding mortar, whereafter the building blocks of a following, second layer are applied thereto and wherein binding mortar is automatically brought into the joints by pressing on the building blocks of these building blocks. second layer.

Volgens een eerste werkwijze van de uitvinding, zoals schematisch weergegeven in figuren 10 en 11, worden bouwstenen, in het bijzonder bakstenen en gevelstenen zoals bovengenoemde uitvoeringsvormen van de bouwstenen, gemetst voor het vervaardigen van bijvoorbeeld metselwerk met klassieke voegen, met een dikte V die nagenoeg 12 mm bedraagt, ofwel metselwerk met dunne voegen, met een dikte V die nagenoeg 3 tot 6 mm bedraagt, ofwel zogenaamd voegloos metselwerk met verlijmde voegen.According to a first method of the invention, as schematically shown in figures 10 and 11, building blocks, in particular bricks and facing bricks such as the above-mentioned embodiments of the building blocks, are bricked for the manufacture of, for example, masonry with classical joints, with a thickness V which is substantially Is 12 mm, either masonry with thin joints, with a thickness V that is almost 3 to 6 mm, or so-called jointless masonry with glued joints.

Bij deze werkwijze wordt een hoeveelheid bindspecie 10 aangebracht op de geprofileerde legvlakken 5 van een rij bouwstenen die een bovenzijde van een eerste laag bouwstenen 11 vormen. De bindspecie 10 kan bijvoorbeeld bestaan uit klassieke mortel, dunbedmortel of mortellijm, afhankelijk van, bijvoorbeeld, de gewenste dikte van de voegen.In this method an amount of binding mortar 10 is applied to the profiled laying surfaces 5 of a row of building blocks that form an upper side of a first layer of building blocks 11. The binding mortar 10 may, for example, consist of traditional mortar, thin-bed mortar or mortar adhesive, depending on, for example, the desired thickness of the joints.

De bindspecie 10 zakt hierbij uit, in de uitsparingen 7 in de bouwstenen, van de legvlakken 5 naar de geprofileerde koppen 3 toe, en vult de overeenkomstige kopvoegen 9 tussen de bouwstenen minstens gedeeltelijk op.The binding mortar 10 sinks here, in the recesses 7 in the building blocks, from the laying surfaces 5 to the profiled heads 3, and at least partially fills the corresponding head joints 9 between the building blocks.

Op deze bindspecie 10 wordt een tweede laag bouwstenen 12 geplaatst. Bij het plaatsen van een bouwsteen van deze tweede laag 12 wordt het tweede legvlak 2 van de bouwsteen op de bindspecie 10 gebracht en naar beneden gedrukt tot op de gewenste afstand V van de eerste laag 11. De overtollige bindspecie 10 wordt hierbij via de uitsparing 7 naar de kop 3 gedrukt. Overtollige bindspecie 10 verplaatst zich bijgevolg van het legvlak 5 tot in de overeenkomstige, onderliggende kopvoeg 9, zodat deze kopvoeg 9 verder minstens gedeeltelijk wordt opgevuld, bij voorkeur tot over de volledige hoogte H van de bouwsteen.A second layer of building blocks 12 is placed on this binding mortar 10. When a building block of this second layer 12 is placed, the second laying surface 2 of the building block is brought onto the binding mortar 10 and pressed down to the desired distance V of the first layer 11. The surplus binding mortar 10 is herein via the recess 7 to the header 3. Superfluous binding mortar 10 therefore moves from the laying surface 5 into the corresponding, underlying head joint 9, so that this head joint 9 is further filled at least partially, preferably to the full height H of the building block.

Op de hoeken van het metselwerk, zoals de hoek van een gebouw, wordt, bij voorkeur, steeds een bouwsteen gebruikt met minstens een gesloten volledige kop 4, die aan de buitenzijde van het metselwerk zichtbaar is geplaatst. De geprofileerde kop 3 en uitsparing 7 worden, bij voorkeur, aan de binnenzijde, in het metselwerk geplaatst.At the corners of the brickwork, such as the corner of a building, preferably a building block is always used with at least one closed full head 4, which is placed visibly on the outside of the brickwork. The profiled head 3 and recess 7 are, preferably, placed on the inside in the brickwork.

Een doel van de uitvinding bestaat er dus in om de bindspecie 10, welke de verschillende bouwstenen in het metselwerk verbindt, bij het aanbrengen ervan op de bovenzijde van de bouwsteen in de uitsparing 7 te laten zakken om op deze wijze de kopvoegen 9 tussen de bouwstenen op te vullen.It is therefore an object of the invention to lower the bonding mortar 10, which connects the various building blocks in the masonry, into the recess 7 when it is applied to the top of the building block in order to allow the head joints 9 between the building blocks in this way. to fill up.

De uitsparing 7 kan bovendien dermate ontworpen worden dat ze ook in staat is om bij het aantikken van de bovenliggende bouwsteen de overtollige bindspecie op te vangen zodat deze niet volledig naar de kopvoegen 9 wordt gedreven. In de uitsparing 7 kan hiervoor een verzonken oppervlak 8 voorzien worden dat ook een bindzone voor de bindspecie vormt. Hierdoor is het mogelijk om de bouwstenen te verwerken zoals bij traditioneel metselwerk maar met een dunnere voeg gezien het mortelbed in de bouwsteen verzonken ligt. Bij voorkeur heeft de bouwsteen hierbij twee volledige strekken waardoor deze, naast eventueel een volledige kop, twee bruikbare zichtzijden heeft.The recess 7 can moreover be designed in such a way that it is also able to catch the surplus binding grout when tapping the superimposed building block so that it is not completely driven towards the head joints 9. For this purpose, a recessed surface 8 can be provided in the recess 7, which also forms a binding zone for the binding mortar. This makes it possible to process the building blocks as with traditional masonry but with a thinner joint as the mortar bed is sunk into the building block. The building block here preferably has two complete stretchings, so that, in addition to possibly a full head, it has two usable visible sides.

Volgens een tweede werkwijze van de uitvinding, zoals schematisch weergegeven in figuren 10 en 12, worden bouwstenen, in het bijzonder bakstenen en gevelstenen zoals bovengenoemde eerste tot vierde uitvoeringsvormen van de bouwstenen, op elkaar gemetst voor het vervaardigen van klassiek metselwerk met klassieke voegen met een dikte V van bijvoorbeeld nagenoeg 12 mm.According to a second method of the invention, as schematically shown in figures 10 and 12, building blocks, in particular bricks and facing bricks such as the aforementioned first to fourth embodiments of the building blocks, are mutually mapped for the manufacture of classical brickwork with classical joints with a thickness V of, for example, substantially 12 mm.

Bij deze werkwijze wordt een hoeveelheid bindspecie 10 aangebracht op een eerste laag bouwstenen 11. De bindspecie 10 kan bijvoorbeeld bestaan uit klassieke mortel. Een eerste geprofileerd legvlak 5 van een eerste bouwsteen wordt hierop aangebracht. Bij het aantikken van deze eerste bouwsteen wordt deze naar de eerste laag bouwstenen 11 toe gedrukt tot een gewenste voegdikte V tussen deze eerste bouwsteen en de eerste laag bouwstenen is bereikt. Overtollige bindspecie 10 wordt hierbij via een uitsparing 7 van het geprofileerd legvlak 5 naar een geprofileerde kop 3 van de eerste bouwsteen gedrukt. Vervolgens wordt een tweede bouwsteen op analoge wijze naast de eerste bouwsteen geplaatst met een volle kop 4 van de tweede bouwsteen tegenover de geprofileerde kop 3 van de eerste bouwsteen. Hierdoor wordt een stootvoeg 9 tussen de eerste en tweede bouwsteen gevormd die door de overtollige bindspecie 10 wordt opgevuld. Volgens deze werkwijze is het, bijgevolg, niet nodig dat bindspecie 10 in een afzonderlijke handeling op de kop van de bouwstenen wordt aangebracht.In this method, a quantity of binding mortar 10 is applied to a first layer of building blocks 11. The binding mortar 10 may, for example, consist of traditional mortar. A first profiled laying surface 5 of a first building block is provided on it. Upon tapping this first building block, it is pressed towards the first layer of building blocks 11 until a desired joint thickness V between this first building block and the first layer of building blocks is reached. Superfluous binding mortar 10 is herein pressed via a recess 7 of the profiled laying surface 5 to a profiled head 3 of the first building block. Subsequently, a second building block is placed in an analogous manner next to the first building block with a full head 4 of the second building block opposite the profiled head 3 of the first building block. As a result, a butt joint 9 is formed between the first and second building block, which is filled by the surplus binding mortar 10. According to this method, consequently, it is not necessary for bonding mortar 10 to be applied to the head of the building blocks in a separate operation.

Volgens een variante van de tweede werkwijze van de uitvinding worden de bouwstenen verlijmd voor het vervaardigen van zogenaamd voegloos metselwerk. Bij deze werkwijze wordt mortellijm als bindspecie op de eerste laag bouwstenen aangebracht. De mortellijm wordt bij het aandrukken van de bouwstenen via de uitsparing 7 naar de geprofileerde kop 3 gedrukt zodat ook de koppen van de bouwstenen aan elkaar worden verlijmd, zonder dat hierop afzonderlijk mortellijm aangebracht dient te worden.According to a variant of the second method of the invention, the building blocks are glued to produce so-called joint-free brickwork. In this method, mortar glue is applied to the first layer of building blocks as binding mortar. When pressing the building blocks, the mortar glue is pressed via the recess 7 to the profiled head 3, so that also the heads of the building blocks are glued together, without having to apply separate mortar glue to it.

Volgens een andere variante van de tweede werkwijze van de uitvinding worden bouwstenen, in het bijzonder bakstenen en gevelstenen zoals bovengenoemde vijfde en zesde uitvoeringsvormen van de bouwstenen, gemetst voor het vervaardigen van zogenaamd voegloos metselwerk met minimale voegen met een dikte van bijvoorbeeld minder dan 6 mm of zelfs minder dan 3 mm.According to another variant of the second method of the invention, building blocks, in particular bricks and facing bricks such as the aforementioned fifth and sixth embodiments of the building blocks, are bricked to produce so-called joint-free brickwork with minimal joints with a thickness of, for example, less than 6 mm. or even less than 3 mm.

Bij deze werkwijze verzinkt de bindspecie 10 nagenoeg volledig in de bouwsteen tot op het verzonken vlak 8 zodat de voeg tussen de eerste en tweede laag bouwstenen minimaal wordt. De bindspecie 10 kan bijvoorbeeld bestaan uit klassieke mortel. De opstaande randen die zich uitstrekken langs de volle strekken 1 en 2 verhinderen ook dat overtollige bindspecie langs de volle strekken weggedrukt wordt.In this method, the binding mortar 10 sinks almost completely into the building block down to the sunken surface 8, so that the joint between the first and second layer of building blocks becomes minimal. The binding mortar 10 may, for example, consist of traditional mortar. The raised edges that extend along the full stretches 1 and 2 also prevent surplus binding grout from being squeezed away along the full stretches.

Doordat de uitsparing 7 in de bouwsteen over bijna de gehele lengte L van de bouwsteen doorloopt, is het mogelijk om zogenaamd voegloos metselwerk te verkrijgen met klassieke mortel. In dit geval wordt de bouwsteen bij voorkeur met de uitsparing 7 naar beneden gelegd op de aangebrachte mortel en met de gesloten kop 4 tegen de vorige bouwsteen van dezelfde laag bouwstenen. Bij het aantikken van de bouwsteen op de mortel kan de overmaat mortel dan via de open kop 3 wijken.Because the recess 7 in the building block extends over almost the entire length L of the building block, it is possible to obtain so-called joint-free brickwork with classical mortar. In this case the building block is preferably laid with the recess 7 facing downwards on the applied mortar and with the closed head 4 against the previous building block of the same layer of building blocks. When tapping the building block on the mortar, the excess mortar can then give way via the open head 3.

Volgens een variante van de bovenstaande werkwijzen, kan de uitsparing 7 bovendien dermate ontworpen worden dat ze in staat is bij het aantikken van de bovenliggende baksteen de overtollige bindspecie op te vangen zodat deze niet naar buiten wordt gedreven. Hiertoe wordt de overtollige bindspecie in een tweede uitsparing in de bouwsteen geduwd. Deze tweede uitsparing is verzonken in de bouwsteen en sluit aan op een bindzone zodat overtollige bindspecie van op de bindzone in deze tweede uitsparing kan vloeien.In addition, according to a variant of the above methods, the recess 7 can be designed such that when it is tapped on the overlying brick, it is able to collect the surplus binding mortar so that it is not driven out. To this end, the surplus binding mortar is pushed into a second recess in the building block. This second recess is recessed in the building block and connects to a binding zone so that surplus binding mortar can flow into the second recess from the binding zone.

Volgens een derde werkwijze van de uitvinding, zoals schematisch weergegeven in figuren 10 en 13, worden bouwstenen, in het bijzonder bakstenen en gevelstenen zoals bovengenoemde uitvoeringsvormen van de bouwstenen, op elkaar gemetseld voor het vervaardigen van klassiek metselwerk met klassieke voegen met een dikte V. Deze werkwijze verschilt van de tweede werkwijze doordat een bouwsteen met de uitsparing 7 tegen de vorige bouwsteen van eenzelfde laag bouwstenen wordt gelegd. Zo ontstaat een stootvoeg tussen de kop 3 van deze bouwsteen en de vorige bouwsteen. In figuur 13 wordt de kop 3 met uitsparing 7 tegen de volle kop 4 van de vorige bouwsteen gelegd. Bij het aantikken van de bouwsteen wijkt de overtollige bindspecie 10 uit via de uitsparing 7 naar de stootvoeg 9.According to a third method of the invention, as schematically shown in figures 10 and 13, building blocks, in particular bricks and facing bricks such as the above-mentioned embodiments of the building blocks, are masoned for the production of classical brickwork with classical joints with a thickness V. This method differs from the second method in that a building block with the recess 7 is laid against the previous building block of the same layer of building blocks. This creates a bump between the head 3 of this building block and the previous building block. In figure 13 the head 3 with recess 7 is laid against the full head 4 of the previous building block. When tapping the building block, the surplus binding mortar 10 deviates via the recess 7 to the butt joint 9.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven werkwijze en in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvormen van bouwstenen.The invention is of course not limited to the method described above and embodiments of building blocks represented in the accompanying figures.

Zo kunnen de verschillende elementen van de hierboven specifiek beschreven uitvoeringsvormen van bouwstenen en werkwijzen onderling met elkaar worden gecombineerd.Thus, the various elements of the above-described embodiments of building blocks and methods can be mutually combined.

Zo kunnen de volle strekken en ook de volle kop, die bedoeld zijn om zichtbaar te zijn in het mestelwerk, eventueel een decoratieve uitsparing vertonen, zoals een schijnvoeg.Thus, the full stretches and also the full head, which are intended to be visible in the mework, may possibly have a decorative recess, such as a mock joint.

Zo kan de bouwsteen een tweede, analoge uitsparing vertonen die zich uitstrekt van in het eerste en/of het tweede legvlak tot in de tweede kop om bindspecie van op het eerste en/of het tweede legvlak via de tweede uitsparing naar de tweede kop af te voeren. Zo kan deze tweede uitsparing die zich uitstrekt tot in een tweede kop, een wand vertonen die een hoek maakt met een legvlak welke hoek 20° tot 80°, bij voorkeur 30° tot 70°, in het bijzonder 45°, bedraagt, en dit op een afstand vanaf de tweede kop, welke afstand 5% tot 50%, bij voorkeur 10% tot 20%, de lengte L van de bouwsteen bedraagt. Zo kunnen deze uitsparingen met elkaar verbonden zijn via een uitsparing.For example, the building block can have a second, analogue recess extending from the first and / or the second laying surface to the second head in order to remove binding mortar from the first and / or the second laying surface via the second recess to the second head feed. This second recess, which extends into a second head, can for instance have a wall which forms an angle with a laying surface which angle is 20 ° to 80 °, preferably 30 ° to 70 °, in particular 45 °, and this at a distance from the second head, which distance is 5% to 50%, preferably 10% to 20%, the length L of the building block. These recesses can thus be connected to each other via a recess.

Claims

Building block, in particular masonry facing brick with layers of building blocks stacked on top of each other and connected by means of a bonding mortar whereby the building blocks are separated from one another, said building block having at least a first complete stretch (1) with a length that corresponds with the length (L) of the building block and a height corresponding to the height (H) of the building block, wherein this stretch (1) is visible in the brickwork, characterized in that this building block has at least a first laying surface (5) has a recess (7) which gives out on at least a first head (3) of the building block, this recess allowing to lead binding mortar from the first laying surface (5) via the recess (7) to the first head (3) during masonry of the building block in a brickwork.

Building block according to claim 1, wherein it is a building block formed in a mold, such as a hand-molded brick and a molded brick.

A building block according to claim 1 or 2, wherein the depth (D) of the recess (7) decreases in a direction perpendicular to the laying surface (5) as the distance with respect to the head (3) increases.

Building block according to one of claims 1 to 3, wherein the recess (7) runs from the first laying surface (5) to the first head (3), preferably to the rib (13) between the first head (3) and a second laying surface (6).

Building block according to one of claims 1 to 4, wherein said recess (7) extends over - at least 50%, preferably at least 70%, in particular at least 90%, of the width (B) of the building block; - at least 10%, preferably at least 20%, in particular at least 50%, of the length (L) of the building block; - at least 50%, preferably at least 90%, in particular 100%, of the height (H) of the building block.

Building block according to one of claims 1 to 5, wherein the recess (7) extends over - at least 20%, preferably at least 50%, in particular at least 80%, of the surface of the first laying surface (5) of the building block; - at least 20%, preferably at least 50%, in particular 90%, of the surface of the first head (3) of the building block.

Building block according to one of claims 1 to 6, wherein the recess (7) is bounded by at least one wall forming an angle with said laying surface (5) which is comprised between substantially 20 ° and 80 °, preferably between approximately 30 ° ° and 70 °, and in particular of the order of magnitude is of 45 °.

Building block according to one of claims 1 to 7, wherein the wall of the recess (7) has an angle with respect to the first laying surface (5) that increases from a center of the building block to the first head (3).

Building block according to one of claims 1 to 8, wherein the recess (7) has at least one wall that forms an angle with a laying surface (5, 6), which angle is 20 ° to 80 °, preferably 30 ° to 70 ° , in particular 45 °, and this at a distance from the first head (3), which distance is 5% to 50%, preferably 10% to 20%, the length (L) of the building block.

Building block according to one of the preceding claims, wherein it has, in parallel with the first stretch (1), a second full stretch (2) with a length corresponding to the length (L) of the building block and a height corresponding to the height (H) of the building block.

Building block according to one of the preceding claims, wherein the cross-section of the recess (7) decreases parallel to the first head (3) as the distance with respect to the first head (3) increases.

Building block according to one of the preceding claims, wherein, the recess (7) has a binding zone for bonding the mortar, and an adjacent overflow zone that is sunk in the recess in the brick, for discharging excess binding mortar in the building block.

Building block according to claim 12, wherein the binding zone has a horizontal surface that is 50% to 70% the surface of the laying surface (5), the overflow zone has a horizontal surface that is 30% to 20% the surface of the laying surface (5) , the binding zone is sunk into the building block to a depth that is 0% to 30% the height (H) of the building block, and the overflow zone is sunk into the building block to a depth that is 30 to 70% the height (H ) of the building block.

Masonry with building blocks according to one of the preceding claims, forming layers (11, 12) stacked on top of each other, wherein these building blocks are connected to each other by means of a binding mortar (10), such as glue or mortar, which binding mortar (10) is also separating the building blocks, the first head (3) of a building block being opposite a head or an extension of an adjacent building block from the same layer and forming a head joint (9) between them which is filled with bonding mortar (9).

Method for bricking building blocks with two parallel stretches (1, 2), two parallel shelves (5, 6) and two heads (3, 4), wherein a recess (7) is provided in a first shelves (5) , which recess (7) issues on a first head (3), wherein a first layer of building blocks (11) is placed such that said strands (1) extend in line with each other, wherein over an overlying surface of the first layer of building blocks (11) ) a binding mortar (10) with an excess is distributed and then a subsequent, second layer of building blocks (12) is placed on this binding mortar (10), the building blocks being pressed onto the binding mortar (10) such that a joint with a predetermined thickness (V) is obtained between the building block and the underlying first layer of building blocks (11), characterized in that the excess of bonding mortar (10) is forced to move through the recess (7) of the first laying surface (5) beyond the first head (3).

Method according to claim 15 for bricking a building block and manufacturing masonry, wherein a quantity of binding mortar (10) is applied to a first laying surface (5) of a first building block in line with a first laying surface (5) of a second building block in a first layer of building blocks (11), characterized in that the binding mortar (10) flows partially to a first head (3) of the first building block through at least one recess (7) in the first building block extending from in the first laying surface (5) into the first head (3), such that binding mortar (10) a head joint (9) between the first head (3) of the first building block and an opposite head (4) of the adjacent second at least partially fills the building block.

Method according to claim 16, wherein a laying surface (6) of a third building block is applied to the binding mortar (10) which is arranged on the first layer of building blocks (11), wherein the third building block at least partially overlaps with the first building block, whereafter the third building block is pressed until a desired joint thickness (V) of a horizontal joint between the third building block and the first layer of building blocks (11) is reached, the binding mortar (10) being partially moved to the first head (3) of the first building block pressed through the recess (7) in the first building block.

A method according to claim 15 for bricking a building block and manufacturing masonry, wherein a quantity of binding mortar (10) is applied to a first layer of building blocks (11) and a first laying surface (5) of a first building block is applied to it, after which the first building block is pressed until a desired joint thickness (V) of a horizontal joint is achieved between the first building block and the first layer of building blocks (11), characterized in that the binding mortar (10) partially to a first head (3) of the first building block is pressed through at least one recess (7) in the first building block that extends from in the first laying surface (5) to the first head (3), so that the first head (3) is provided with binding grout (10).

A method according to claim 18, wherein a further amount of binding mortar (10) is applied to the first layer of building blocks (11), next to the first head (3) of the first building block and a first laying surface (5) of a second building block is placed thereon. arranged in line with the first laying surface (5) of the first building block, after which the second building block is pressed until the desired joint thickness (V) of the horizontal joint has been achieved between the second building block and the first layer of building blocks, wherein the mortar is partially a first head (3) of the second building block is pressed through at least one recess (7) in the second building block that extends from in the first laying surface (5) to the first head (3), so that the first head (3) is provided with binding mortar (10), and wherein the second building block is further also pressed until a desired joint thickness of a butt joint (9) is reached between the first head (3) of the first building block and a second head (4) of the second the building block, so that the binding mortar (10) on the first head (3) of the first building block fills the butt joint (9) at least partially over the full height (H) of the first building block.