BE1019066A3 - Hol vullichaam voor constructies in beton. - Google Patents

Abstract

Een hol vullichaam (2) voor constructies in beton bestaande uit twee identieke helften (1) met een omtreksrand (4) waarlangs de helften (1) voor het samenstellen van het vullichaam (2) met hun holle kanten (3) naar elkaar toe gericht met elkaar worden verbonden door middel van zelfsluitende vergrendeling.

Description

Hol vullichaam voor constructies in beton.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een hol vullichaam voor constructies in beton.

Het is bekend dat betonnen platen tot 40% lichter gemaakt kunnen worden door in betonplaten holle vullichamen aan te brengen, waarbij de sterkte van de betonplaten behouden blijft, maar het gewicht aanzienlijk verminderd kan worden.

Het is bekend dat als vullichamen bolvormige lichamen in kunststof worden gebruikt, die omwille van hun vorm niet samendrukbaar zijn en vormvast blijven onder de belasting van het beton.

Om dergelijke bolvormige vullichamen op hun plaats te houden tijdens het gieten van het beton, wordt in EP.0.552.201 beschreven hoe deze vullichamen geklemd kunnen worden tussen twee bewapeningsnetten, waarvan één de bovenzijde van een reeks holle vullichamen vasthoudt, en het andere de onderzijde, zodanig dat de relatieve positie van de vullichamen ten opzichte van de buitenwanden van de betonplaat vastgehouden wordt.

Dergelijke bolvormige vullichamen kunnen uit één stuk worden vervaardigd door spuitgieten.

Een nadeel van dergelijke vullichamen uit één stuk is dat ze niet stapelbaar zijn, en daardoor veel ruimte innemen hetgeen ook leidt tot hogere transportkosten (tot vier maal meer dan stapelbare vullichamen).

Pogingen om dergelijke bolvormige vullichamen uit twee delen te vervaardigen bijvoorbeeld door twee halve bollen te produceren, die op de werf aan mekaar worden gelast, of door twee halve bollen met vertande rand te produceren, die in elkaar passen, leidden steeds tot onvoldoende bestendigheid van de verbinding tegen de uitwendige druk tijdens het betongietproces, en ook tot een stapeling die onvoldoend stabiel is tijdens het transport.

Dergelijke holle vullichamen werden ook ontwikkeld die bestaan uit drie delen, namelijk twee komvormige uiteinden en een cilindrisch verbindingsstuk in het midden.

Een nadeel van deze holle vullichamen is dat ze bestaan uit drie delen, wat ze minder resistent maakt tegen de uitwendige druk van het vloeibaar beton, dan een perfecte monolithische bol.

Ook het transport en de assemblage van de vullichamen wordt bemoeilijkt door het feit dat er meerdere onderdelen zijn van verschillende afmetingen die bovendien bij het opslaan relatief veel ruimte in beslag nemen.

Met het doel om aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, voorziet de uitvinding in een hol vullichaam voor constructies in beton dat bestaat uit twee identieke helften met een omtreksrand waarlangs de helften voor het samenstellen van het vullichaam met hun holle kanten naar elkaar toe gericht met elkaar worden verbonden door middel van zelfsluitende vergrendelingen bestaande uit twee met elkaar samenwerkende vergrendelingsdelen, respectievelijk een eerste vergrendelingsdeel gevormd door een nok die zich van de voornoemde omtreksrand uitstrekt hoofdzakelijk in het verlengde van de wand van het vullichaam en voorzien is van een vergrendelingslip, en een tweede vergrendelingsdeel gevormd door een dubbele wand die zich vanaf de omtreksrand in de omgekeerde richting ter plaatse van de omtreksrand bevindt en die een ruimte definieert waarin de nok bij het samenstellen van het vullichaam past en dat voorzien is van een uitsparing in de buitenste wand van de dubbele wand waarachter.de voornoemde vergrendelingslip zich kan vasthaken.

De voornoemde vergrendelingsdelen bestrijken bij voorkeur de volledige of nagenoeg volledige omtreksrand van een helft, waarbij de voornoemde eerste en tweede vergrendelingsdelen bij voorkeur elk een twaalfde of nagenoeg een twaalfde deel van de omtreksrand bestrijken.

Een voordeel van dit hol vullichaam is dat de sluiting na vergrendeling van de nokken, zorgt voor een waterdichte afsluiting die bovendien bestand is tegen de druk van vloeibaar beton tot een belasting van 80 kg zodat het hol vullichaam niet meer kan openspringen.

Bij voorkeur zijn de voornoemde vergrendelingsdelen per drie gegroepeerd waarbij elke reeks van drie aangrenzende vergrendelingsdelen een kwart van de omtreksrand beslaan, waarbij respectievelijk elk kwart met eerste vergrendelingsdelen afgewisseld wordt met een tweede kwart met tweede vergrendelingsdelen, waarbij bij voorkeur de dubbele wand van de tweede vergrendelingsdelen aan het van de omtreksrand weggekeerde uiteinde is afgesloten door een gesloten afdekwand en de dubbele wand van de eerste vergrendelingsdelen zich uitstrekt tot een zekere hoogte voorbij de omtreksrand.

Deze uitvoering van de helften van het vullichaam laat toe ze op een plaatsbesparende manier in elkaar te stapelen met hun bolle kant in een holle kant, waarbij de eerste vergrendelingsdelen op de twee identieke helften, na het verdraaien van één helft ten opzichte van de andere helft op zulke wijze gepositioneerd worden dat de eerste vergrendelingsdelen van beide helften op elkaar zijn uitgelijnd, waarbij de eerste vergrendelingsdelen langs de omtreksrand gezien gevat zitten met hun nok tussen de dubbele wand van de eerste vergrendelingsdelen van de aangrenzende tweede helft van het vullichaam.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat bij het stapelen met een bolle kant in een holle kant, een tijdelijke klemming van de helften wordt bekomen, zonder de vergrendelingslip van de nokken te vergrendelen.

Dit laat toe de helften gemakkelijk los te maken, wanneer ze op de werf uit elkaar dienen gehaald te worden, om ze ter plaatse met de holle zijde naar elkaar toe samen te voegen tot een hol vullichaam, dat nu wel door de vergrendelingslippen onlosmakelijk gesloten blijft.

Een voordeel van deze constructie van de twee identieke helften van het vullichaam is, dat de helften klemmend in elkaar kunnen worden gestapeld voor opslag en transport en daardoor een minimale ruimte innemen.

Nog een voordeel van deze constructie is dat de helften gestapeld kunnen worden met hun holle zijde naar beneden, waarbij ze met de voornoemde nokken op een plat vlak stapelbaar zijn.

Nog een voordeel van deze constructie van het vullichaam is dat slechts één enkel type onderdeel dient voorzien te worden, waaruit het volledig hol vullichaam gevormd kan worden, wat transport en bevoorrading vereenvoudigt.

Nog een voordeel van deze constructie van het vullichaam is dat slechts twee helften nodig zijn om het vullichaam samen te stellen, wat de sterkte van het vullichaam bevordert.

Bij voorkeur worden de identieke helften van het vullichaam door spuitgieten gefabriceerd.

Een voordeel van deze productiewijze is dat het gewicht van de helften en de productiekost beperkt kunnen worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van het hol vullichaam volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief twee identieke helften van een hol vullichaam weergeeft; figuur 2 figuur 1 weergeeft nadat de twee helften in omgekeerde zin in elkaar gestapeld zijn; figuur 3 figuur 1 weergeeft nadat de twee helften in elkaar zijn geschoven met vorming van een hol vullichaam; figuur 4 de doorsnede van een betonplaat weergeeft met de positie van de holle vullichamen.

In figuur 1 zijn twee identieke helften 1 van het vullichaam 2 weergegeven volgens de uitvinding waarbij de holle zijden 3 van de helften 1 naar elkaar toe zijn gekeerd. De omtreksrand 4 van elke helft is voorzien van eerste vergrendelingsdelen 5, voorzien van een nok 6 met een vergrendel ings lip 7 en een dubbele wand 9a, en van tweede vergrendelingsdelen 8, bestaande uit een dubbele wand 9b, begrensd door een gesloten afdekwand 10 en een uitsparing 11 waarachter de vergrendelingslip 7 van een nok 6 zich kan vasthaken.

Het gebruik van de holle vullichamen 2 is zeer eenvoudig en als volgt.

Zoals in figuur 2 weergegeven, worden de identieke helften 1 van de vullichamen 2 gestapeld met de bolle zijde 12 in de holle zijde 3, waarbij de stapel op de nokken 6 van de holle zijde 3 van de onderste helft 1' geplaatst kan worden op een plat vlak en waarbij de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1", opgelijnd worden met de eerste vergrendelingsdelen 5 van de onderste helft 1', door de twee helften l',l" desnoods ten opzichte van elkaar te roteren. De nokken 7 van de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1" passen hierbij in de dubbele wand 9a van de eerste vergrendelingsdelen 5 van de onderste helft 1' op een klemmende manier, maar zonder dat de vergrendelingslip 7 vergrendeld wordt bij gebrek aan uitsparing in de dubbele wand 9a.

Zoals in figuur 3 wordt weergegeven, worden bij het toepassen op de werf twee helften l',l" in elkaar geschoven met de holle zijde 3 naar elkaar toe, waarbij de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1", opgelijnd worden met de tweede vergrendelingdelen 8 van de onderste helft 1', door de twee helften l',l" desnoods ten opzichte van elkaar te roteren. De nokken 6 van de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1" passen hierbij in de dubbele wand 9b van de tweede vergrendelingsdelen 8 van de onderste helft 1' waarbij de vergrendelingslip 7 in de uitsparing 11 van de dubbele wand 9b springt en een vergrendelde naad langs de omtreksrand 4 tussen de twee helften l',l" ontstaat.

Het vullichaam 2 is nu klaar om aangebracht te worden tussen bewapeningsnetten om het vullichaam 2 op zijn plaats te houden bij het vullen van de betonplaat 13 met beton.

Na uitharden van het beton blijven de opvullichamen 2 in de betonplaat 13 zitten en zorgen voor een betonplaat 13 met voldoende sterkte maar minder gewicht, zoals in figuur 4 wordt weergegeven.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een hol vullichaam volgens de uitvinding kan in meerdere vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

1. Een hol vullichaam (2) voor constructies in beton daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit twee identieke helften (1) met een omtreksrand (4) waarlangs de helften(1) voor het samenstellen van het vullichaam (2) met hun holle kanten (3) naar elkaar toe gericht met elkaar worden verbonden door middel van zelfsluitende vergrendelingen bestaande uit twee met elkaar samenwerkende vergrendelingsdelen, respectievelijk een eerste vergrendelingsdeel (5) gevormd door een nok (6) die zich van voornoemde omtreksrand (4) uitstrekt hoofdzakelijk in het verlengde van de wand van het vullichaam (2) en voorzien is van een vergrendelingslip (7) en een tweede vergrendelingsdeel (8) gevormd door een dubbele wand (9b) die zich vanaf de omtreksrand (4)in de omgekeerde richting ter plaatse van de omtreksrand (4) bevindt en die een ruimte definieert waarin de nok (6) bij het samenstellen van het vullichaam (2) past en dat voorzien is van een uitsparing(11)in de buitenste wand waarachter de voornoemde vergrendelingslip (7) zich kan vasthaken.

2. Een hol vullichaam (2) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde eerste en tweede vergrendelingsdelen (5,8) de volledige of nagenoeg volledige omtreksrand (4) van een helft (1) bestrijken.

3. Een. hol vullichaam (2) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde eerste en tweede vergrendelingsdelen (5,8) elk een twaalfde of nagenoeg een twaalfde deel van de omtreksrand (4) bestrijken.

4. Een hol vullichaam (2) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde vergrendelingsdelen (5,8) per drie gegroepeerd zijn waarbij elke reeks van drie aangrenzende vergrendelingsdelen (5,8) een kwart van de omtreksrand (4) beslaan, respectievelijk elk kwart met eerste vergrendelingsdelèn (5) afgewisseld wordt door een tweede kwart met tweede vergrendelingsdelen (8).

5. Een hol vullichaam (2) volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de dubbele wand (9b) van de tweede vergrendelingsdelen (8) aan het van de omtreksrand (4) weggekeerde uiteinde is afgesloten door een gesloten afdekwand (10).

6. Een hol vullichaam (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor' gekenmerkt dat het eerste vergrendelingsdeel (5) voorzien is van een dubbele wand (9a) ter hoogte van de omtreksrand (4), waarin de nok (6) met de vergrendelingslip (7) van een onderliggend eerste vergrendelingsdeel (5) bij het stapelen past.

7. Een hol vullichaam (2) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de dubbele wand (9a) van de eerste vergrendelingsdelen (5) zich uitstrekt tot een zekere hoogte voorbij de omtreksrand (4).

8. Een hol vullichaam (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de identieke helften 1 van de vullichamen 2 gestapeld worden met de bolle zijde 12 in de holle zijde 3, waarbij de stapel op de nokken 6 van de holle zijde 3 van de onderste helft 1' geplaatst kan worden op een plat vlak, en waarbij de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1", opgelijnd worden met de eerste vergrendelingsdelen 5 van de onderste helft 1' en waarbij de nokken 7 van de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1" hierbij op een klemmende manier passen in de dubbele wand 9a van de eerste vergrendelingsdelen 5 van de onderste helft 1'.

9. Een hol vullichaam (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat twee helften l',l" in elkaar worden geschoven met de holle zijde 3 naar elkaar toe, waarbij de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1", opgelijnd worden met de tweede vergrendelingdelen 8 van de onderste helft 1' en waarbij de nokken 7 van de eerste vergrendelingsdelen 5 van de bovenste helft 1" passen in de dubbele wand 9b van de tweede vergrendelingsdelen 8 van de onderste helft 1' en waarbij de vergrendelingslip 7 in de uitsparing 11 van de dubbele wand 9b springt en een vergrendelde naad langs de omtreksrand 4 tussen de twee helften l',l" ontstaat.

10. Een hol vullichaam (2) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de vergrendelde naad langs de omtreksrand 4 tussen de twee helften l',l" bestand is tegen een druk tot 80 kg op het hol vullichaam (2) uitgeoefend, zonder dat de naad lekken vertoont of openspringt.

11. Een hol vullichaam (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de identieke helften (1) van het vullichaam (2) door spuitgieten gefabriceerd worden.

12. Een hol vullichaam (2) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de diameter van het hol vullichaam aangepast is aan de toepassing waarvoor het bedoeld is.