BE1019035A3 - Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans. - Google Patents

Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans. Download PDF

Info

Publication number
BE1019035A3
BE1019035A3 BE2009/0007A BE200900007A BE1019035A3 BE 1019035 A3 BE1019035 A3 BE 1019035A3 BE 2009/0007 A BE2009/0007 A BE 2009/0007A BE 200900007 A BE200900007 A BE 200900007A BE 1019035 A3 BE1019035 A3 BE 1019035A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
energy
food product
nutrient
product
label
Prior art date
Application number
BE2009/0007A
Other languages
English (en)
Inventor
Nathalie Bekx
Original Assignee
Bexpertise Be 4
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bexpertise Be 4 filed Critical Bexpertise Be 4
Priority to BE2009/0007A priority Critical patent/BE1019035A3/nl
Priority to US12/557,075 priority patent/US20100174738A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019035A3 publication Critical patent/BE1019035A3/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q99/00Subject matter not provided for in other groups of this subclass

Landscapes

  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Business, Economics & Management (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Medical Treatment And Welfare Office Work (AREA)

Abstract

Inrichting voor het controleren van de energiebalans van een individu waarbij de hoeveelheid opgenomen energie door voeding tenminste gedeeltelijk wordt gecompenseerd door de hoeveelheid verbrijkte energie via bewegingsectiviteiten.

Description

Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans
Deze uitvinding heeft betrekking op een methode en een inrichting voor het controleren van een energiebalans van een individu enerzijds, en een methode en inrichting voor het selecteren van één of meer voedingsproducten op basis van een gezondheidsprofiel van een individu anderzijds.
Enerzijds blijkt uit een marktonderzoek van Bexpertise (Fedis Handelsbarometer 2007) dat consumenten nauwelijks wijs geraken uit de informatie op verpakkingen van voedingsproducten, al dan niet ‘functionele’ voedingsproducten, zij het wegens onbegrijpelijke of ondoorgrondelijke terminologie. Deze onduidelijkheid brengt met zich mee dat de consument tijd verliest bij het uitkiezen van de voedingsproducten, te dure producten koopt omdat hij onvoldoende kan vergelijken, voedingsproducten koopt die niet altijd op zijn specifieke behoeften en gezondheidspatroon zijn afgestemd,...
Anderzijds zijn verschillende methoden bekend voor het sturen van energie-opname uit voedingsproducten met als doel het controleren van het lichaamsgewicht. Een methode is bijvoorbeeld bekend waarbij aan voedingsproducten een puntentotaal toegekend wordt, gebaseerd op onder andere het aantal kcal, de vetinhoud en de vezelinhoud van het voedingsproduct, en waarbij de aard en de hoeveelheid van de opgenomen voedingsproducten door de consument tot een maximaal puntentotaal beperkt moet worden.
Deze en andere bestaande methoden hebben echter als nadeel dat ze enkel de aard en de hoeveelheid van de opgenomen voedingsproducten beperken, wat voor de consument op lange termijn moeilijk vol te houden is. Bovendien streven deze methoden dikwijls naar het opnemen van zo weinig mogelijk kcal, i.e. voedingsproducten met een lage energie-inhoud, en leiden ze dikwijls tot een eenzijdig voedingspatroon.
Er is daarom een nood aan een methode voor het sturen van de energie-opname uit voeding op basis van duidelijke, snel herkenbare en betrouwbare voedingsinformatie, die bovendien bijdraagt tot een evenwichtige en gezonde levensstijl.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een methode en een inrichting voor het controleren van de energiebalans van een individu enerzijds, en door het selecteren van voedingsproducten op basis van een gezondheidsprofiel van een individu anderzijds.
Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een methode voor het controleren van de energiebalans van een individu. Dit wordt mogelijk gemaakt door een verband te leggen tussen de opgenomen energie via een voedingsproduct enerzijds, en de energie die via beweging verbruikt kan worden anderzijds.
Met energiebalans wordt bedoeld de balans tussen de hoeveelheid via voedingsproducten opgenomen energie enerzijds, en de hoeveelheid via bewegingsactiviteiten afgestane energie anderzijds. Met voedingsproducten worden zowel dranken, i.e. vloeibare voedingsproducten, als vaste voedingsproducten, i.e. niet-vloeibare voedingsproducten, bedoeld.
In een eerste stap van de methode volgens de uitvinding wordt aan de energie-inhoud van een bepaald voedingsproduct, i.e. de hoeveelheid kcal of kJ, een code toegekend, een zogenoemd energielabel. Dit energielabel kan om het even welk symbool zijn geschikt geacht door de vakman, bijvoorbeeld een gehele getalwaarde en/of een mathematisch teken.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm representeert het energielabel van een bepaald voedingsproduct de energie-inhoud van 100 g van het specifieke voedingsproduct en wordt geen rekening gehouden met concrete verpakkingen of porties waarin het voedingsproduct verkocht en/of geconsumeerd wordt. De totale energie-inhoud van het opgenomen voedingsproduct kan dan worden berekend door de energie-inhoud per 100 g te vermenigvuldigen met de effectieve opgenomen massa van het voedingsproduct.
Als voorbeeld hieronder, maar niet beperkt hiertoe, worden voedingproducten bijvoorbeeld onderverdeeld in vijf categorieën, namelijk voedingsproducten met energielabel ‘0’, ‘1’, ‘2’, ‘3’ en
Figure BE1019035A3D00041
Energielabel ‘1’ wordt bijvoorbeeld toegekend aan onder andere groenten en fruit, gekookte ham, magere platte kaas, vlees en gevogelte zonder de huid en yoghurt; energielabel ‘2’ aan onder andere bruin en volkoren brood, magere smeerkaas, rauwe ham, eieren, varkenskotelet en aardappelkroketten; energielabel ‘3’ aan onder andere wit brood, rozijnenbrood, koffiekoeken, cornflakes, gesuikerde ontbijtgranen, jonge kaas, salami en frieten; energielabel ‘+’ aan onder andere noten, spek, chorizo, ganzenlever, gedroogde worstjes en krokante muesli. Onder energielabel ‘0’ kunnen geen vaste voedingsproducten worden geclassificeerd, enkel vloeibare voedingsproducten zoals bijvoorbeeld thee.
Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt het bereik van kcal-waarden toegekend aan een bepaald energielabeL verschillend gekozen voor vloeibare en niet-vloeibare voedingsproducten. Vloeibare voedingsproducten bevatten immers doorgaans een veel lagere energetische waarde dan vaste voedingsproducten en dit simpelweg omwille van een hoger vochtpercentage en een lager percentage voedzame stoffen. Dit heeft tot gevolg dat, indien hetzelfde bereik zou worden gehanteerd voor vloeibare en niet-vloeibare voedingsproducten, de meeste vloeibare voedingsproducten eenzelfde energielabel zouden krijgen. Dit is niet gewenst omdat de gebruiker zo onvoldoende het onderscheid zou kunnen maken tussen energie-arme dranken, i.e. dranken met een lage energie-inhoud, en energie-rijke dranken, i.e. dranken met een hoge énergie-inhoud. Terwijl vaste voedingsproducten een energielabel ‘0’, T, ‘2’, ‘3’ en ‘+’ krijgen zoals hierboven uiteengezet, kunnen vloeibare voedingproducten bijvoorbeeld worden onderverdeeld in categorieën met energielabel ‘0’, ‘1’, ‘2’, ‘3’ en ‘+’ op basis van de energie-inhoud per 100 ml zoals hieronder uiteengezet:
Figure BE1019035A3D00051
De totale energie-inhoud van het opgenomen voedingsproduct kan dan worden berekend door de energie-inhoud per 100 ml te vermenigvuldigen met het effectief opgenomen volume van het voedingsproduct.
Volgens een andere uitvoeringsvorm, representeert het energielabel van een bepaald voedingsproduct niet de energie-inhoud van 100 g of 100 ml van het voedingsproduct, maar wel de energie-inhoud van de specifieke portie van het product waarin het verkocht en/of geconsumeerd wordt. Een dergelijke voorstelling is in het bijzonder bruikbaar voor energieniveaus van dranken en tussendoortjes, die doorgaans geconsumeerd worden in porties van respectievelijk meer dan 100 g en minder dan 100 g. Energielabel ‘1’ wordt dan bijvoorbeeld toegekend aan een kopje koffie met melk en suiker of een stuk fruit; energielabel ‘2’ aan een glas fruitsap of één pannenkoek met bruine suiker; energielabel ‘3’ een glas druivensap of een ijsje met twee bollen; energielabel ‘+’ aan een glas volle chocomelk of een portie kaas- en salamiblokjes.
Volgens een andere uitvoeringsvorm, worden energieniveaus toegekend aan volledige maaltijden en recepten. Aangezien maaltijden en recepten kunnen worden uitgewerkt door experten, wordt het perfect mogelijk om, naast het controleren van de energie-inhoud van de opgenomen voedingsproducten, ervoor te zorgen dat een evenwichtig en gezond eetpatroon wordt ontwikkeld. De individuele voedingsproducten kunnen worden gecombineerd tot gezonde, en waar mogelijk, op maat geproportioneerde eetmomenten.
Een combinatie van één of meerdere van voorgaande uitvoeringsvormen is mogelijk.
Andere energielabels dan ‘0’, ‘1’, ‘2’, ’3’, ‘+’ kunnen gekozen worden zoals geschikt geacht door de vakman. Het bereik van kcal-waarden toegekend aan een bepaald energielabel kan anders gekozen worden en kan bijvoorbeeld anders zijn voor vloeibare en niet vloeibare voedingsproducten, voor maaltijden en individuele voedingsproducten.
Samengevat heeft de eerste stap tot doel een rangschikking te maken van voedingsproducten waarbij voedingsproducten een label krijgen representatief voor hun energie-inhoud, i.e. de hoeveelheid kcal of kJ van het voedingsproduct. Met de energie-inhoud van het product kan bijvoorbeeld bedoeld worden de energie-inhoud van 100 g van het product of de energie-inhoud van een standaard portie van het product.
Deze energielabels kunnen bijvoorbeeld opgenomen worden in een eerste databank, die beschikbaar wordt gesteld aan de consument via om het even welke toepassing geschikt geacht door de vakman. Voorbeelden zijn een online-toepassing waarbij de gebruiker via een gebruikersinterface toegang verschaft wordt tot de databank, of een mobiele toepassing waarbij de gebruiker via zijn draagbare telefoon of PDA toegang wordt verschaft tot de databank, of een scantoepassing waarbij de gebruiker via het inscannen van een bepaalde code van het voedingsproduct, bijvoorbeeld via een handscan of laserpen, toegang wordt verschaft tot de databank. Deze labels kunnen bijvoorbeeld op de verpakking van het voedingsproduct worden aangebracht, zodat de gebruiker op een zeer herkenbare en betrouwbare manier informatie verkrijgt over de energie-inhoud van het specifieke voedingsproduct.
In een tweede stap worden dezelfde labels als gedefinieerd in de eerste stap gebruikt om een rangschikking te maken van bewegingsactiviteiten die nodig zijn om een bepaalde hoeveelheid energie te verbranden, met andere woorden de energie nodig om een bepaalde energie opname te compenseren. De energie die met deze bewegingsmomenten wordt verbruikt wordt bijvoorbeeld berekend op basis van de parameters ‘intensiteit van de activiteit’ enerzijds en ‘de tijdsduur van de activiteit’ anderzijds.
Alhoewel dit zo kan zijn, is het niet noodzakelijk alle energie die via voeding wordt opgenomen, geheel te compenseren met beweging. Het lichaam heeft immers 75% van de energie nodig om te kunnen functioneren (stofwisseling, hersenen,...). Daarenboven heeft de ene persoon een hogere energie opname nodig dan de andere, bijvoorbeeld afhankelijk van zijn beroep of gestalte. Om het de consument gemakkelijk te maken, wordt de verbruikte energie via beweging gekoppeld aan label ‘x’ bij voorkeur berekend op een kwart van de opgenomen energie via voeding gekoppeld aan het hetzelfde label ‘x’.
Samengevat heeft de tweede stap tot doel een tweede databank op te stellen van bewegingsactiviteiten waarbij deze activiteiten een energielabel krijgen volgens de verbruikte energie bij het uitoefenen van deze activiteit. Deze ‘bewegingslabels’ komen bij voorkeur overeen met de ‘energielabels’ gedefinieerd in stap 1 van de methode. Analoog aan de eerste databank, kan ook de tweede databank via om het even welke toepassing beschikbaar worden gesteld aan de gebruiker.
In een derde stap uiteindelijk dient de opgenomen energie door eet- en drinkmomenten ten minste gedeeltelijk gecompenseerd te worden via bewegingsactiviteiten.
Het grote voordeel van deze methode is dat er geen rekenmachines of weegschalen meer hoeven gebruikt te worden om de hoeveelheid calorieën opgenomen via voeding, i.e. de energie-opname, te berekenen en te percipiëren. Bij de bestaande methoden kan de opgenomen energie-inhoud enkel worden berekend na een gedetailleerde studie van de verpakking, waar dikwijls veel te veel informatie op wordt gegeven, en het met een rekenmachine uitrekenen van de hoeveelheid opgenomen energie, in kcalorieën en/of kJ. Omdat de gebruiker meestal niet vertrouwd is met deze eenheden, is het voor de gebruiker zeer moeilijk deze eindsom nuttig te gebruiken en te interpreteren. Het controleren van de energiebalans wordt bemoeilijkt omdat de gebruiker de verpakkingen en het berekende eindresultaat onvoldoende kan interpreteren en omdat de gebruiker niet weet welke inspanning nodig is om de opgenomen energie terug te compenseren.
In de methode volgens de uitvinding kan een eenvoudig rekensommetje van de energielabels en bewegingslabels aan het einde van de dag of de week volstaan om een idee te krijgen van de energiebalans van de dag of de week. Ook in de loop van de dag kan men zichzelf gemakkelijk een ruw idee vormen van de via voeding opgenomen energie die via beweging nog zou moeten gecompenseerd worden, door simpelweg een vergelijking te maken van de energielabels van de al opgenomen voedingsproducten enerzijds met de energielabels van de uitgevoerde bewegingsactiviteiten anderzijds.
Bij voorkeur wordt ieder voedingsmoment met energielabel ‘x’ ook gecompenseerd met een activiteit van hetzelfde energielabel ‘x’. De energiebalans kan echter ook per dag worden geëvalueerd of per week. Onder een evenwichtige dag wordt verstaan een dag waarin een evenwicht bestaat tussen de opgenomen energie via voeding enerzijds en tussen de verbruikte energie via beweging anderzijds, i.e. een dag waarin de som van de energielabels van de voeding gelijk is aan de som van de energielabels van de bewegingsactiviteiten. Indien er onvoldoende bewegingsactiviteiten worden uitgevoerd op een dag waarin men voedingsproducten heeft opgenomen met een hoge energie-inhoud, dient dit te worden gecompenseerd in de dagen ervoor of erna met additionele bewegingsactiviteiten.
Het energieniveau per dag wordt bij voorkeur bepaald door de optelsom te maken van de energielabels van de opgenomen voedingsproducten en te delen door het aantal voedingsmomenten, met andere woorden door een gemiddelde te maken van de aan de voedingsproducten verbonden energielabels. Een evenwichtige dag van niveau ‘1’ wil zeggen dat enerzijds energie-arme voeding werd opgenomen en anderzijds dat weinig of niet intensief werd bewogen. Een evenwichtige dag van niveau ‘3’ wil zeggen dat enerzijds energie-rijke voeding werd opgenomen en anderzijds dat deze werd gecompenseerd door intensieve bewegingsactiviteiten waarin veel energie werd verbrand.
In tegenstelling tot bestaande methoden waarbij de consument het energieniveau per dag zo laag mogelijk moet houden, kan de consument die deze methode toepast de energieniveaus per dag variëren, bijvoorbeeld twee Ί’-dagen, twee ‘2’-dagen, twee ‘3’-dagen en één ‘+’-dag.
Deze methode is in het bijzonder bruikbaar bij het ontwerpen van een inrichting die de consument helpt bij het controleren van de energiebalans van zijn lichaam.
Een dergelijke inrichting omvat bij voorkeur tenminste een leeseenheid voor het lezen van een productidentificatie van het voedingsproduct die het voedingsproduct eenduidig identificeert, een eerste controle-eenheid in verbinding met de leeseenheid, waarbij de eerste controle-eenheid voorzien is voor het opzoeken van de productidentificatie van het voedingproduct in een eerste databank van een eerste geheugen enerzijds en het genereren van een energielabel van het voedingsproduct dat representatief is voor de energie-inhoud van het voedingsproduct anderzijds, een tweede controle-eenheid in verbinding met de eerste controle-eenheid, waarbij de tweede controle-eenheid voorzien is voor het opzoeken van het betreffende energielabel van het voedingsproduct in een tweede databank van een tweede geheugen enerzijds en het genereren van tenminste één bewegingsactiviteit anderzijds, waarbij de bewegingsactiviteit een activiteit vormt die nodig is om de opgenomen energie-inhoud bij het consumeren van het voedingsproduct tenminste gedeeltelijk te compenseren.
Als voorbeeld, maar niet beperkt hiertoe, neemt de inrichting de vorm van een scaninrichting aan, bijvoorbeeld een manuele scanner die in vele supermarkten gebruikt wordt of een laserpen.
De productidentificatie kan iedere code zijn waaruit het betreffende product eenduidig kan worden geïdentificeerd, bijvoorbeeld een streepjescode of lettercode. In het voorbeeld van de scaninrichting kan, door het scannen van de streepjescode vermeld op de verpakking van een bepaald voedingsproduct, eenduidig worden afgeleid over welk voedingsproduct het precies gaat, i.e. type, gewicht,...
Deze informatie kan vervolgens worden doorgegeven naar een eerste controle-eenheid van de inrichting. Deze controle-eenheid is verbonden met een eerste geheugen die een eerste databank omvat met een lijst van productidentificaties van voedingsproducten met voor elk van deze voedingsproducten het overeenkomstige energielabel.
Het energielabel representeert de energie-inhoud van het betreffende voedingsproduct, i.e. de energie die wordt opgenomen door het lichaam bij het opnemen van het betreffende voedingsproduct. Het energielabel kan representatief zijn voor de energie-inhoud van 100 g van het product of de energie-inhoud van een standaard portie van het betreffende product of van de portie waarin het product verkocht en/of geconsumeerd wordt.
Het eerste geheugen kan geïncorporeerd zijn in de inrichting zelf of kan een extern geheugen zijn dat in verbinding staat met de inrichting.
Het energielabel kan optioneel aan de consument getoond worden op een display, dat verbonden is met de eerste controle-eenheid. Het display kan bijvoorbeeld het scherm van een computer zijn, of het scherm van de scaninrichting of van je mobiele telefoon. Het energielabel kan bijvoorbeeld een beperkte reeks van gehele getallen zijn, zoals bijvoorbeeld ‘0’, ‘1’, ‘2’ en ‘3’, al dan niet gecombineerd met een wiskundig symbool ‘+’, waarbij ‘0’ staat voor een zeer lage energie-inhoud en ‘+’ voor een zeer hoge energie-inhoud. Iedere andere mogelijkheid geschikt geacht door de vakman is mogelijk, op voorwaarde dat de energie-inhoud van het betreffende product zeer snel en gemakkelijk kan worden herkend.
Dit energielabel kan vervolgens worden doorgegeven aan een tweede controle-eenheid van de inrichting. Deze tweede controle-eenheid is verbonden met een tweede geheugen die een tweede databank omvat met een lijst van bewegingsactiviteiten met voor elk van deze bewegingsactiviteiten een overeenkomstig energielabel.
Het tweede geheugen kan, analoog aan het eerste geheugen, geïncorporeerd zijn in de inrichting zelf of kan een extern geheugen zijn dat in verbinding staat met de inrichting. Het eerste en tweede geheugen kunnen een gemeenschappelijk geheugen vormen of twee afzonderlijke geheugens.
Ook de tweede controle-eenheid en de eerste controle-eenheid kunnen afzonderlijke eenheden zijn of één gemeenschappelijke controle-eenheid vormen.
Samengevat wordt met ieder voedingsproduct een energielabel verbonden en tenminste één activiteit die nodig is voor de opgenomen energie bij het consumeren van het betreffende voedingsproduct terug te compenseren. Eenzelfde energielabel representeert daarom zowel de energie-inhoud van een bepaald voedingsproduct, als de activiteit die nodig is om de betreffende energie te compenseren.
De tenminste één activiteit kan vervolgens aan de consument getoond worden op een display, dat verbonden is met de tweede controle-eenheid.
Optioneel kan een lijst van activiteiten gegenereerd worden, waaruit de consument kan kiezen, of een op maat gegenereerde lijst, die rekening houdt met een voorkeursprofiel van die specifieke consument.
Deze methode kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden in een online toepassing, waarbij een gebruiker de productidentificatie manueel moet ingeven, waarna dezelfde stappen als bij de scaninrichting worden herhaald.
Een analoge toepassing kan geïntegreerd worden in een mobiele telefoon, waarbij de mobiele telefoon aangepast is voor het scannen van voedingsproducten of waarbij via een gebruikersinterface productidentificatie manueel moet ingegeven worden in de mobiele telefoon.
Dezelfde energielabels of analoge labels kunnen optioneel ook informatie geven over de hoeveelheid van een bepaalde voedingsstof aanwezig in het voedingsproduct, bijvoorbeeld of ze veel of weinig zout, suiker, vezels, (verzadigde en/of onverzadigde) vetzuren, vitamines of mineralen bevat. Energielabels ‘0’, ‘1’, ‘2’, ‘3’, en '+’ zoals hierboven beschreven kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om aan te geven of een bepaald voedingsproduct (bijna) geen (‘0’), weinig (‘1’), gemiddeld (‘2’), veel (‘3’) of zeer veel (‘+’) van een bepaalde voedingsstof bevat. Het energielabel dat een bepaalde voedingsstof krijgt, i.e. het voedingsstof label, kan bepaald worden door professionals op basis van bijvoorbeeld de massa van de bepaalde voedingsstof of het percentage van de dagelijkse aangewezen hoeveelheid van die bepaalde voedingsstof of dergelijke.
Deze voedingsstoflabels kunnen toegevoegd worden aan een databank, die vervolgens via één van de hierboven beschreven applicaties kan worden opgeroepen, bijvoorbeeld via de scaninrichting of via een online toepassing. Deze informatie kan optioneel worden getoond aan de gebruiker op het display van de scaninrichting of op de gebruikersinterface.
Eén of meer van de groep van voedingsstoflabels, energielabels en bewegingslabels kan gebruikt worden in een methode en inrichting voor het selecteren van voedingsproducten op basis van een gezondheidsprofiel van de gebruiker.
De voedingsstoflabels kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om persoonlijke voedingsinformatie voor de gebruiker te genereren en te tonen op basis van een gezondheidsprofiel opgeslagen in een geheugen. Enkele voorbeelden, maar niet beperkt hiertoe, zijn diabetici die informatie kunnen bekomen over de aanwezige suikers en vetten, mensen met hoge bloeddruk die informatie kunnen krijgen of een product veel of weinig zout bevat, mensen met te hoge cholesterol die informatie kunnen krijgen over verzadigde vetten.
Gepersonaliseerde informatie omtrent de gezondheidstoestand van de gebruiker kan bijvoorbeeld opgeslagen zijn op een kaart, die in de scaninrichting of mobiele telefoon kan ingeplugd worden voor het starten van de betreffende applicatie. Vervolgens kan, na het inscannen van het voedingsproduct of het online consulteren van het voedingsproduct, een waarschuwing gegenereerd worden en getoond worden op het scherm. Indien de gebruiker een diabetes patiënt is kan bijvoorbeeld een waarschuwing gegeneerd worden indien een voedingsproduct wordt gescand die een voedingsstoflabel omvat dat groter is dan ‘1’. Hierdoor kan het voedingsstoflabel bijvoorbeeld gebruikt worden in het selecteren van voedingsproducten die voldoen aan een bepaald gezondheidsprofiel van de gebruiker.
Als voorbeeld, maar niet beperkt hiertoe, wordt hierna een methode en inrichting beschreven die gebruik maakt van de energielabels en voedingsstoflabels van voedingsproducten volgens deze uitvinding in een online toepassing.
In een eerste stap tikt de gebruiker een voedingsproduct of een productidentificatie van het voedingsproduct in een zoekmachine in. Na het intikken van deze informatie verschijnt vervolgens één of meer van volgende informatie op het scherm: een beeld van het product, een energielabel, een voedingsstoflabel van één of meerdere voedingsmiddelen. De gebruiker heeft vervolgens de mogelijkheid om verder door te klikken naar de volgende stap.
In een optionele tweede stap kan de gebruiker opteren voor het opvragen van meer gedetailleerde informatie over de voedingswaarde van het betreffende voedingsproduct, waarin bijvoorbeeld de exacte energie-inhoud van het betreffende product wordt gegeven, en de exacte hoeveelheid van één of meerdere voedingsmiddelen aanwezig in het voedingsproduct, land van herkomst,...
In een optionele derde stap kan de gebruiker vervolgens een suggestie krijgen voor gebruik van bet voedingsproduct, meestal onder de vorm van een recept en/of kan de gebruiker een suggestie krijgen voor één of meerdere bewegingsactiviteiten van het betreffende energielabel. Deze activiteiten kunnen optioneel gepersonaliseerd zijn.
Een analoge methode kan gebruikt worden in een scaninrichting of mobiele toepassing via een mobiele telefoon.

Claims (2)

1. Een inrichting voor het controleren van een energiebalans van een individu bij het consumeren van een voedingsproduct, die volgende kenmerken omvat - Een leeseenheid voor het lezen van een productidentificatie van het voedingsproduct die het voedingsproduct eenduidig identificeert, - Een eerste controle-eenheid in verbinding met de leeseenheid, waarbij de eerste controle-eenheid voorzien is voor het opzoeken van de productidentificatie van het voedingproduct in een eerste databank van een eerste geheugen enerzijds en het genereren van aan het voedingsproduct gerelateerde productinformatie op basis van informatie in de eerste databank anderzijds, gekenmerkt doordat - De productinformatie een energielabel van het voedingsproduct vormt die representatief is voor de energie-inhoud van het voedingsproduct, - Waarbij de inrichting verder een tweede controle-eenheid omvat in verbinding met de eerste controle-eenheid, waarbij de tweede controle-eenheid voorzien is voor het opzoeken van het energielabel van het voedingsproduct in een tweede databank van een tweede geheugen enerzijds en het genereren van tenminste één bewegingsactiviteit anderzijds, waarbij de bewegingsactiviteit in staat is om tenminste een deel van de opgenomen energie-inhoud bij het consumeren van het voedingsproduct te compenseren.
2. Een inrichting voor het selecteren van één of meer voedingsproducten op basis van een gezondheidsprofiel van een individu, waarbij het voedingsproduct tenminste één voedingsstof omvat en waarbij het gezondheidsprofiel voor de tenminste één de voedingsstof een referentie voedingsstoflabel omvat dat een maximaal toegelaten waarde voorstelt van de betreffende voedingsstof voor het individu, waarbij de inrichting volgende kenmerken omvat - een leeseenheid voor het lezen van een productidentificatie van het voedingsproduct die het voedingsproduct eenduidig identificeert, - een eerste controle-eenheid in verbinding met de leeseenheid, waarbij de eerste controle-eenheid voorzien is voor het opzoeken van de productidentificatie van het voedingsproduct in een eerste databank van een eerste geheugen enerzijds, en het genereren van aan het voedingsproduct gerelateerde productinformatie op basis van een opzoeking in de eerste databank anderzijds, gekenmerkt doordat - de productinformatie tenminste een voedingsstofidentificatie en een daaraan gerelateerd voedingsstoflabel omvat, waarbij de voedingsstofidentificatie de tenminste één voedingsstof eenduidig identificeert en het voedingsstoflabel representatief is voor de hoeveelheid van de tenminste één voedingsstof die het voedingsproduct omvat, - waarbij de inrichting een tweede controle-eenheid omvat in verbinding met de eerste controle-eenheid, waarbij de tweede controle-eenheid voorzien is voor het vergelijken van het voedingsstoflabel met het referentie voedingstoflabel voor de betreffende voedingsstof opgeslagen in een tweede databank van een tweede geheugen en voor het genereren van een output-signaal gebaseerd op deze vergelijking naar het individu.
BE2009/0007A 2009-01-06 2009-01-06 Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans. BE1019035A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0007A BE1019035A3 (nl) 2009-01-06 2009-01-06 Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans.
US12/557,075 US20100174738A1 (en) 2009-01-06 2009-09-10 Method and system for energy balance control

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900007 2009-01-06
BE2009/0007A BE1019035A3 (nl) 2009-01-06 2009-01-06 Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019035A3 true BE1019035A3 (nl) 2012-02-07

Family

ID=40937379

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0007A BE1019035A3 (nl) 2009-01-06 2009-01-06 Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans.

Country Status (2)

Country Link
US (1) US20100174738A1 (nl)
BE (1) BE1019035A3 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20010005830A1 (en) * 1999-12-27 2001-06-28 Tadashi Kuroyanagi Information medium with respect to food and drink, health control terminal and health control support system
FR2815825B1 (fr) * 2000-10-26 2003-03-28 Nutriset Aliment complet ou supplement nutritionnel a haute valeur energetique, son procede de preparation et ses utilisations
US7090638B2 (en) * 2002-06-03 2006-08-15 Edward Vidgen System and method for optimized dietary menu planning
JP2008293338A (ja) * 2007-05-25 2008-12-04 Denso Corp 管理システム

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
"STATEMENT IN ACCORDANCE WITH THE NOTICE FROM THE EUROPEAN PATENT OFFICE DATED 1 OCTOBER 2007 CONCERNING BUSINESS METHODS - EPC / ERKLAERUNG GEMAESS DER MITTEILUNG DES EUROPAEISCHEN PATENTAMTS VOM 1.OKTOBER 2007 UEBER GESCHAEFTSMETHODEN - EPU / DECLARATION CONFORMEMENT AU COMMUNIQUE DE L'OFFICE EUROP", JOURNAL OFFICIEL DE L'OFFICE EUROPEEN DES BREVETS.OFFICIAL JOURNAL OF THE EUROPEAN PATENT OFFICE.AMTSBLATTT DES EUROPAEISCHEN PATENTAMTS, OEB, MUNCHEN, DE, 1 November 2007 (2007-11-01), pages 592 - 593, XP007905525, ISSN: 0170-9291 *

Also Published As

Publication number Publication date
US20100174738A1 (en) 2010-07-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Bucher et al. What is healthy food? Objective nutrient profile scores and subjective lay evaluations in comparison
US20200043365A1 (en) Methods and systems for weight control by utilizing visual tracking of living factor(s)
Simpson et al. Geometric analysis of macronutrient intake in humans: the power of protein?
Maillot et al. A conflict between nutritionally adequate diets and meeting the 2010 dietary guidelines for sodium
Drewnowski The Nutrient Rich Foods Index helps to identify healthy, affordable foods
Arsenault et al. A novel approach to selecting and weighting nutrients for nutrient profiling of foods and diets
World Health Organization Food and nutrition policy for schools: a tool for the development of school nutrition programmes in the European Region
KR20110021966A (ko) 식사 선택의 확인 방법 및 장치
Bucher et al. Fruit for dessert. How people compose healthier meals
US20050226970A1 (en) Personal nutrition control method and measuring devices
US20160292391A1 (en) System and method for improved nutrient intake
Drewnowski et al. Comparing the nutrient rich foods index with “go,”“slow,” and “whoa” foods
Taylor et al. Impact of core and secondary foods on nutritional composition of diets in Native-American women
KR20220097335A (ko) 영양 관리 서비스 제공 장치 및 방법
Tarabella et al. Aware food choices: bridging the gap between consumer knowledge about nutritional requirements and nutritional information
BE1019035A3 (nl) Methode en inrichting voor het controleren van de energiebalans.
KR20170038066A (ko) 식료품
WO2000058851A1 (en) A dietary system
Aizawa Do cash transfers increase nutritional intakes? Experimental evidence from an unconditional cash transfer in Kenya
Zuraikat et al. The influence of portion size on eating and drinking
Mackintosh et al. Potential prevention of diabetes and obesity by achieving macronutrient balance: a guide for diet and fast food
Clark Encouraging patients to eat well: The new Eatwell Guide
Ewoldt Food Dessert No More, They’re Getting a Grocery Store: Plains Grocery Store Initiative
Boykin-Smith Health Promotion Benefits of Nutritional Labelling and Nursing Care to Prevent and Reduce Obesity.
Caruana An analysis of the health risks associated with Maltese dietary patterns