BE1018980A3 - Slinger. - Google Patents

Slinger. Download PDF

Info

Publication number
BE1018980A3
BE1018980A3 BE2009/0665A BE200900665A BE1018980A3 BE 1018980 A3 BE1018980 A3 BE 1018980A3 BE 2009/0665 A BE2009/0665 A BE 2009/0665A BE 200900665 A BE200900665 A BE 200900665A BE 1018980 A3 BE1018980 A3 BE 1018980A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pendulum
frequency
movement
aforementioned
excitation source
Prior art date
Application number
BE2009/0665A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Jan L Truyens
Werner Antoine C Truyens
Original Assignee
Werpax Bv Met Beperkte Aansprakelijkheid
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Werpax Bv Met Beperkte Aansprakelijkheid filed Critical Werpax Bv Met Beperkte Aansprakelijkheid
Priority to BE2009/0665A priority Critical patent/BE1018980A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018980A3 publication Critical patent/BE1018980A3/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G04HOROLOGY
    • G04CELECTROMECHANICAL CLOCKS OR WATCHES
    • G04C3/00Electromechanical clocks or watches independent of other time-pieces and in which the movement is maintained by electric means
    • G04C3/02Electromechanical clocks or watches independent of other time-pieces and in which the movement is maintained by electric means wherein movement is regulated by a pendulum
    • G04C3/027Electromechanical clocks or watches independent of other time-pieces and in which the movement is maintained by electric means wherein movement is regulated by a pendulum using electromagnetic coupling between electric power source and pendulum
    • GPHYSICS
    • G04HOROLOGY
    • G04CELECTROMECHANICAL CLOCKS OR WATCHES
    • G04C11/00Synchronisation of independently-driven clocks
    • G04C11/08Synchronisation of independently-driven clocks using an electro-magnet or-motor for oscillation correction
    • G04C11/081Synchronisation of independently-driven clocks using an electro-magnet or-motor for oscillation correction using an electro-magnet
    • G04C11/082Synchronisation of independently-driven clocks using an electro-magnet or-motor for oscillation correction using an electro-magnet acting on the pendulum
    • GPHYSICS
    • G04HOROLOGY
    • G04CELECTROMECHANICAL CLOCKS OR WATCHES
    • G04C3/00Electromechanical clocks or watches independent of other time-pieces and in which the movement is maintained by electric means
    • G04C3/02Electromechanical clocks or watches independent of other time-pieces and in which the movement is maintained by electric means wherein movement is regulated by a pendulum
    • G04C3/033Electromechanical clocks or watches independent of other time-pieces and in which the movement is maintained by electric means wherein movement is regulated by a pendulum using torsion pendulums; using conical pendulums

Abstract

Slinger roteerbaar opgehengen in een ophangpunt (4), die in beweging periodisch heen en weer beweegt tussen twee uiterste slingerposities (A,B) aan weerszijden van een rustpositie, waarbij de slinger (1) middelen bevat om de slingerbeweging te onderhouden (5), en middelen om de frequentie van de slingerbeweging te corrigeren ten opzichte van ee referentiefrequentie en door middelen (8) die de afwijking van de frequentie van de slinger ten opzichte van de referentiefrequentie meet of bepaalt en middelen om, in functie van de voornoemde afwijking, een bijkomende krachtimpuls op de slinger (1) uit te oefenen die minstens een component bezit gericht volgens de bewegingsrichting van de slinger (1).

Description

Slinger.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een slinger.
Meer speciaal, heeft de uitvinding betrekking op een slinger die roteerbaar is opgehangen in een ophangpunt, waarbij de slinger wordt gekenmerkt door een rustpositie die de slinger in rust zou innemen, waarbij de slinger in beweging periodisch heen en weer beweegt tussen twee uiterste slingerposities aan weerszijden gesitueerd van de voornoemde rustpositie en de slinger voorzien is van middelen om de slingerbeweging te onderhouden.
Tijdens de slingerbeweging wordt potentiële energie omgezet naar kinetische energie en vice versa. Zonder verliezen zou de slingerbeweging eeuwig in stand worden gehouden door voornoemde energieconversie.
Een eerste type van slinger is de pendelslinger. De meest eenvoudige uitvoering van een pendelslinger bestaat uit een massa die aan een koord of staaf wordt opgehangen en die vrij roteerbaar een slingerbeweging maakt rond de verticale rustpositie van de slinger.
In rust bevindt de slinger zich in een stabiele evenwichtstoestand waarbij de massa zich in het centrale, laagst gelegen punt van het slingertraject bevindt, waarbij het zwaartepunt van de voornoemde massa zich verticaal onder het ophangpunt bevindt.
Bij een verstoring van de massa uit de rustpositie, bijvoorbeeld door de massa zijdelings omhoog te trekken en vervolgens los te laten, voert de slinger een harmonische beweging uit rond voornoemde rustpositie. Het zijdelings omhoog trekken van de massa tegen het zwaartekrachtveld van de aarde in, voorziet de massa van potentiële energie.
Het is bekend dat de frequentie van de harmonische beweging van.een pendelslinger bepaald wordt door de lengte van de slinger en de valversnelling.
De frequentie van de slingerbeweging wordt uitgedrukt door onderstaande formule:
Figure BE1018980A3D00031
waarin g de valversnelling en 1 de lengte van de slinger voorstelt.
Een ander type slinger is de torsieslinger waarbij een massa met behulp van een torsieveer in een ophangpunt wordt bevestigd. Zulke slinger is roteerbaar rond de as van de torsieveer opgehangen in het öphangpunt.
De slingerbeweging van zulke slinger kan tot stand worden gebracht door de massa te verdraaien en vervolgens de massa los te laten. Het verdraaien van de massa tegen de veerkracht in zorgt in dit geval voor de introductie van potentiële energie in de slinger.
Een torsieslinger voert eveneens een harmonische beweging uit rond zijn rustpositie waarbij de frequentie wordt uitgedrukt door onderstaande formule:
Figure BE1018980A3D00041
waarin D de torsieconstante en I het traagheidsmoment van de slinger voorstelt. De torsieconstante D is omgekeerd evenredig met de lengte 1 van de slinger die bepaald wordt door de lengte van de veer..
De formule voor de pendelslinger toont aan dat, in de veronderstelling dat de valversnelling een constante waarde aanneemt, de frequentie van de harmonische beweging enkel bepaald wordt door de lengte van de slinger.
De formule voor de torsieslinger toont aan dat, vermits voor een bepaalde veer en massa de veerstij fheid en het traagheidsmoment constant zijn, de frequentie van de harmonische beweging enkel bepaald wordt door de lengte van de veer.
Het feit dat de frequentie van zulke slingers enkel afhangt van de lengte van de slinger maakt van de slinger een interessant instrument. Zo kan de slinger worden aangewend om de tijd bij te houden. Dit wordt bijvoorbeeld geïllustreerd in een klok waar zulke slinger instaat voor de regeling ervan.
Wrijving in het ophangpunt van de slinger en de luchtweerstand die de slinger ondervindt bij -het heen en weer slingeren, maakt dat de slingerbeweging uitdempt en de slinger na verloop van tijd in zijn rustpositie terugkeert.
Om het uitdempen van de slingerbeweging te compenseren, is * het noodzakelijk om de slinger af en toe een zetje te geven opdat de slinger in beweging zou blijven. Traditioneel wordt de slinger dan ook uitgerust met middelen om de slingerbeweging te onderhouden.
Voornoemde ingreep moet erg zorgvuldig worden uitgevoerd door de hiertoe voorziene middelen, zoniet wijzigt de slingerfrequentie van de slinger. De praktijk toont aan dat het in stand houden van de slingerbeweging gepaard gaat met een perturbatie van de slingerfrequentie.
De gekende slingers vertonen dus het probleem dat de frequentie van de slinger in bepaalde omstandigheden varieert wat uiteraard ongewenst is in die toepassingen die een constante slingerfrequentie veronderstellen, zoals het geval is bijvoorbeeld bij klokken die uiteraard een juiste tijdsaanduiding moeten geven.
Een ander geval waarin de slingerfrequentie varieert, is het geval wanneer de slinger onderhevig is aan temperatuursschommelingen. De slingerfrequentie varieert immers in functie van de temperatuur vermits de lengte van de slinger wijzigt door het uitzetten of inkrimpen van de slinger.
Zo vertoont een klok op basis van een slinger het nadeel dat de klok niet steeds de exacte tijd weergeeft doordat de slingerfrequentie kan variëren. Afhankelijk van het type klok kan de aangegeven tijd met enkele minuten per week. afwijken van de exacte tijd.
Voorgaande maakt dat de klok op regelmatige basis gekalibreerd moet worden ten opzichte van een moederklok, die de exacte tijd weergeeft. In het geval van een pendelslinger wordt de kalibratie meestal uitgevoerd door het omhoog of omlaag bewegen van de massa van de slinger waardoor de lengte en bijgevolg de frequentie van de slinger varieert.
Een klok vergt met andere woorden onderhoud. Bovendien moet de slinger stilstaan om het onderhoud te kunnen uitvoeren.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een slinger roteerbaar opgehangen in een ophangpunt, waarbij de slinger gekenmerkt wordt door een rustpositie die de slinger in rust zou innemen, waarbij de slinger in beweging periodisch heen en weer beweegt tussen twee uiterste slingerposities aan weerszijden gesitueerd van de voornoemde rustpositie en de slinger voorzien is van middelen om de slingerbeweging te onderhouden, waarbij de slinger voorzien is van middelen om de frequentie van de slingerbeweging te corrigeren ten opzichte van een referentiefrequentie, waarbij deze middelen worden gevormd door een moederklok die de voornoemde referentiefrequentie bepaalt; door middelen die de afwijking van de frequentie van de slinger ten opzichte van de referentiefrequentie meet of bepaalt en middelen om, in functie van de voornoemde afwijking, een bijkomende krachtimpuls op de slinger uit te oefenen die minstens een component bezit gericht volgens de bewegingsrichting van de slinger.
Een voordeel van een slinger volgens de uitvinding is dat zulke slinger geen kalibratie behoeft en de beweging van de slinger perfect synchroniseert met de referentiefrequentie.
Correcties van de slingerfrequentie kunnen in situ, met andere woorden tijdens de slingerbeweging, worden doorgevoerd. Hierdoor hoeft de slinger niet worden stopgezet en opnieuw worden opgestart waardoor tijd kan worden bespaard.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de voornoemde krachtimpuls op de slinger uitgevoerd tijdens elke terugkerende beweging van de slinger vanuit minstens één uiterste slingerpositie naar de rustpositie van de slinger.
Een voordeel van zulke voorkeurdragende uitvoeringsvorm is dat de frequentie van de slinger op een gecontroleerde manier gevarieerd kan worden. Het is duidelijk dat op deze manier de slinger kan werken bij frequenties die verschillend zijn van de frequentie van de vrij slingerende slinger.
Onder vrij slingerende slinger wordt de slinger verstaan waarop geen bijkomende krachtimpuls of correctie wordt uitgevoerd. Voorafgaandelijk aangehaalde formules geven de frequentie van de vrij slingerende slinger weer.
Een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt doordat de voornoemde middelen voor het uitoefenen van een krachtimpuls op de slinger worden gevormd door minstens één veer die in het bewegingstraject van de slinger is opgesteld in combinatie met een excitatiebron die de slinger tot aan de voornoemde veer lanceert.
Zulke uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid om de slinger, enerzijds, te laten slingeren op de vrije slingerfrequentie en, anderzijds, om de slingerfrequentie te wijzigen ten opzichte van de voornoemde vrije slingerfrequentie.
Inderdaad, in het geval de slinger de veer niet raakt, beweegt de slinger heen en weer op de vrije slingerfrequentie. De toegevoerde energie van de excitatiebron maakt dat de slinger de veer zal raken waardoor de frequentie van de slinger wijzigt ten opzichte van de vrije slingerfrequentie.
Nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt doordat de excitatiebron aanstuurbaar is.
Een voordeel hierbij is dat de slinger kan werken bij meerdere slingerfrequenties overeenstemmend met meerdere referentiefrequenties van de moederklok.
Hoe meer energie de excitatiebron in de slinger introduceert,, hoe meer de slinger de veer indrukt. Voor een lineaire veer neemt de krachtimpuls op de slinger rechtevenredig toe met de indrukking van de veer. Hoe verder de veer wordt ingedrukt, hoe hoger de slingertrequentie wordt.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de slinger aangewend voor het aandrijven van een klok.
Een voordeel van een klok uitgerust met een slinger volgens de uitvinding is dat zulke klok op elk ogenblik het exacte uur weergeeft.
Een ander voordeel is dat zulke klok vrij van mechanische kalibratie is en geen onderhoud behoeft.
Nog een voordeel is dat een uurwijziging automatisch kan worden doorgevoerd zonder dat hiervoor een extra handeling moet worden uitgevoerd.
Nog een ander voordeel is dat de precisie van zulke klok de precisie van een elektronische klok evenaart.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een slinger volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een slinger volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een variant volgens figuur 1 weergeeft; figuur 3 schematisch een slinger volgens de uitvinding toont in de vorm van een torsieslinger.
Figuur 1 toont een slinger 1 uitgevoerd als pendelslinger waarbij een massa 2 door middel van een staaf 3 in een ophangpunt 4 wordt bevestigd.
De slinger 1 is getoond in zijn rustpositie waarbij de massa 2 verticaal naar beneden hangt en zich in een centraal punt bevindt.
De slinger 1 slingert periodisch doorheen het centraal punt waarbij de frequentie van de slingerbeweging wordt gegeven volgens onderstaande formule:
Figure BE1018980A3D00101
waarin 1 de lengte van de staaf 3 voorstelt.
De slinger 1 slingert op voornoemde frequentie tussen twee uiterste slingerposities A, B waarbij de slinger 1 een maximale hoekverdraaiing Θ maakt. Voornoemde twee uiterste slingerposities A, B zijn, in figuur 1, aangeduid in stippellijn.
Onderaan de slinger 1, ter hoogte van het centraal punt, zijn middelen 5 voorzien om de slingerbeweging te onderhouden.
De slinger 1 is onderaan eveneens voorzien van een excitatiebron 6.
De slinger 1 is voorzien van een moederklok 7 en middelen 8 die de frequentie van de slingerbeweging opmeten en de opgemeten slingerf re.quentie vergelijkt met een referentiefrequentie dewelke door de moederklok 7 wordt bepaald.
Verder is de slinger 1 voorzien van een veer 9 die zich op een zekere afstand van het ophangpunt 4 bevindt en die zich in het bewegingstraject van de slinger 1 bevindt. In dit geval betreft het een lineaire veer waarbij de kracht rechtevenredig is met de indrukking van de veer.
De werking van de slinger 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
De slingerbeweging wordt op gang gebracht door de massa 2 uit het centrale punt te bewegen en de massa 2 vervolgens los te laten. De slinger 1 beweegt vervolgens periodisch heen en weer tussen twee uiterste slingerposities A, B. De slingerfrequentie is hierbij gelijk aan de vrije slingerfrequentie.
Allerhande Verliesmechanismen maken dat de slingerbeweging zal uitdempen. Om het uitdempen van de slingerbeweging tegen te gaan, zijn, in dit geval, onderaan de slinger middelen 5. voorzien die de slingerbeweging onderhouden. Voornoemde middelen onderhouden de slingerbeweging doordat zij de slinger 1 af en toe een zetje geven.
De frequentie waarmee de slinger 1 tussen de twee uiterste slingerposities A, B beweegt, zal na verloop van tijd onvermijdelijk wijzigen, dit bijvoorbeeld ten gevolge van temperatuurschommelingen, de niet perfecte actie van de middelen 5 aangewend voor het onderhouden van de slingerbeweging, luchtdruk, tocht en dergelijke.
Het is uiteraard vervelend dat de slingertrequentie na verloop van tijd varieert, des te meer gezien de mate waarmee de frequentie varieert, niet gekend is.
Een slinger 1 volgens de uitvinding lost voornoemd probleem op doordat middelen voorzien zijn die de frequentie van de slingerbeweging corrigeren.
De moederklok 7 bepaalt de referentiefrequentie waarbij de slinger 1 behoort te slingeren. Deze referentiefrequentie is bij voorkeur hoger dan de frequentie van de vrije slingerfrequentie.
Doordat de slinger 1 is uitgerust met middelen 8 voor het opmeten van de ogenblikkelijke slingerfrequentie, is men in staat om de afwijking van de slingerfrequentie te bepalen ten opzichte van de referentiefrequentie.
In het geval een afwijking wordt vastgesteld, voegt de excitatiebron 6 een hoeveelheid energie toe aan de slingerbeweging. Als gevolg hiervan wijzigen de uiterste slingerposities A, B en wel zodat de slinger 1 contact maakt met de veer 9.
Doordat de slinger 1 contact maakt met de veer 9, zal deze laatste een krachtimpuls op de slinger 1 uitvoeren. Hierdoor wijzigt de frequentie van de slingerbeweging.
Vervolgens wordt de slingerfrequentie opnieuw opgemeten en vergeleken met de gewenste referentiefrequentie. Indien hierbij een afwijking wordt vastgesteld, voegt de excitatiebron 6 bij een volgende doorgang van de slinger 1 doorheen het onderste punt opnieuw een hoeveelheid energie aan de slinger 1 toe waardoor de veer 9 opnieuw een krachtimpuls uitvoert op de slinger 1.
Het opmeten van de slingertrequentie en het in functie van de vastgestelde afwijking toevoegen van energie wordt uitgevoerd totdat de slingerfrequentie gelijk wordt aan of nagenoeg gelijk wordt aan de referentiefrequentie.
Een slinger 1 volgens de uitvinding kan werken op een frequentie die aanzienlijk verschilt van de vrije slingerfrequentie. Het volstaat hiertoe om de referentiefrequentie hoger in te stellen dan de vrije slingerfrequentie.
Inderdaad, de slingerfrequentie kan worden verhoogd door de excitatiebron 6 voldoende energie aan de slinger 1 te laten toevoegen. Als gevolg hiervan drukt de slinger 1 de veer 9 verder in, waardoor de krachtimpuls van de veer 9 in grootte toeneemt. Hierdoor accelereert de slinger 1 sneller van de veer 9 naar het centrale punt toe waardoor de slingerfrequentie overeenstemmend toeneemt.
De maximale frequentie waarmee een slinger 1 volgens de uitvinding kan werken, wordt in hoofdzaak bepaald door de veerstijfheid, de slag van de veer 9 en door de hoeveelheid energie die de excitatiebron 6 aan de slinger 1 kan toevoegen.
Het is duidelijk dat, in het geval de slinger 1 werkt bij een frequentie die aanzienlijk hoger ligt dan de vrije slingerfrequentie, de slinger 1 tijdens elke periode van de slingerbeweging contact maakt met de veer 9.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de excitatiebron 6 aanstuurbaar, waardoor de hoeveelheid energie die de bron 6 aan de slinger 1 toevoegt regelbaar is.
Een voordeel hierbij is dat de slinger 1, afhankelijk van de hoeveelheid toegevoerde energie, de veer 9 meer of minder zal indrukken tijdens de slingerbeweging waardoor de slinger 1 kan werken in een bepaalde intervalfrequentie. De laagste intervalfrequentie is gelijk aan de vrije slingerfrequentie en de hoogst mogelijke frequentie wordt bepaald door de stijfheid en de maximaal mogelijke indrukking van de veer 9.
Figuur 2 toont een variante uitvoeringsvorm van een slinger 10 volgens de uitvinding waarbij de middelen voor het uitoefenen van een krachtimpuls de vorm aannemen van twee magneten 11 die aan weerszijden van de slinger 10 zijn gepositioneerd.
Een voordeel van magneten 11 ten opzichte van veren is dat magneten geen contact maken met de slinger waardoor de slinger geruislozer kan werken en dit bovendien zonder wrijvingsverliezen.
In het geval elektromagneten worden aangewend voor het uitoefenen van een bijkomende krachtimpuls op de slinger kan de stijfheidskarakteristiek van de magneten 11 worden aangepast.
De middelen voor het onderhouden van de slingerbeweging en de excitatiebron voegen beide energie aan de slingerbeweging toe. Desondanks hebben beide een verschillende functie. Inderdaad, de eerste compenseert de verliezen, terwijl de excitatiebron energie toevoegt met als doel de slinger contact te laten maken met de veer of om de slinger in het invloedsgebied van de elektromagneten te brengen.
Logischerwijze kan de excitatiebron eveneens worden aangewend om de slingerbeweging te onderhouden en dus om de verliezen te compenseren. Dit is bijvoorbeeld het geval in de uitvoeringsvorm, zoals getoond in figuur 2, waar geen separate middelen voor het onderhouden van de slingerbeweging zijn voorzien, maar waar de excitatiebron 12 instaat om de verliezen te compenseren.
In dit geval wordt een elektromagneet aangewend als excitatiebron 12 waarbij de elektromagneet wordt aangestuurd middels een PWM-sturing 13 (pulse width modulation).
Figuur 3 toont een torsieslinger 14 waarbij een massa 15 met behulp van een torsieveer 16 in een ophangpunt 17 is bevestigd. De slinger 14 wordt getoond in zijn rustpositie waarrond de slinger 14 periodisch beweegt.
Bij zulke slinger roteert de massa 15 rond de verticale as van de torsieveer 16 tussen twee uiterste posities C, D dewelke zijn aangeduid middels een stippellijn. De slinger 14 ondervindt hierbij een totale hoekverdraaiing Θ.
De slinger 14 maakt een periodische beweging met frequentie gelijk aan:
Figure BE1018980A3D00161
De werking van zulke torsieslinger is analoog aan de werking van de pendelslinger.
De slingerf requentie kan ook hier op een gecontroleerde manier gewijzigd worden doordat een excitatiebron 18 energie toevoegt aan de slingerbeweging, waardoor de slinger 14 op een gecontroleerde manier tegen de veer 19 roteert.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de moederklok, de middelen voor het meten of bepalen van de afwijking en de excitatiebron in één enkele unit geïntegreerd.
De voordelen gekoppeld aan een slinger volgens de uitvinding maken zulke slinger uitermate geschikt voor het aandrijven van of het regelen van een klok. Zulke klok behoeft immers geen mechanische kalibratie en/of onderhoud.
Door de krachtimpuls op de slinger van zin te wijzigen, wordt het mogelijk om de slinger te laten werken bij een frequentie die lager is dan de vrije slingerfrequentie. Dit kan bijvoorbeeld verwezenlijkt worden door de polen van de magneten 11, zoals getoond in figuur 2, om te draaien.
In het geval één of meerdere drukveren 9 worden aangewend voor het uitoefenen van een krachtimpuls op de slinger, zoals getoond in figuur 1, kan de slingerfrequentie uitsluitend toenemen. Vandaar dat de vrije slingerfrequentie voldoende laag wordt gekozen ten opzichte van de gewenste referentiefrequentie.
Indien de slinger wordt aangewend voor het aansturen of regelen van een klok, kan bij voorkeur de referentiefrequentie veranderlijk ingesteld worden. De referentiefrequentie wordt hierbij berekent in functie van de afwijking tussen de tijd aangegeven door de klok en de tijd aangegeven door de moederklok.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een slinger volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

1. Slinger roteerbaar opgehangen in een ophangpunt (4), waarbij de slinger (1) gekenmerkt wordt door een rustpositie die de slinger (1) in rust zou innemen, waarbij de slinger (1) in beweging periodisch heen en weer beweegt tussen twee uiterste slingerposities (A,B) aan weerszijden gesitueerd van de voornoemde rustpositie en de slinger (1) voorzien is van middelen om de slingerbeweging te onderhouden (5), daardoor gekenmerkt dat de slinger (1) voorzien is van middelen om de frequentie van de slingerbeweging te corrigeren ten opzichte van een referentiefrequentie, waarbij deze middelen worden gevormd door een moederklok (7) die de voornoemde referentiefrequentie bepaalt; door middelen (8) die de afwijking van de frequentie van de slinger ten opzichte van de referentiefrequentie meet of bepaalt en middelen om, in functie van de voornoemde afwijking, een bijkomende krachtimpuls op de slinger (1) uit te oefenen die minstens een component bezit gericht volgens de bewegingsrichting van de slinger (1).
2. Slinger volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bijkomende krachtimpuls op de slinger (1) wordt uitgevoerd tijdens elke terugkerende beweging van de slinger (1) vanuit minstens één uiterste slingerpositie (A,B) naar de rustpositie van de slinger (1).
3. Slinger volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen voor het uitoefenen van een krachtimpuls op de slinger worden gevormd door minstens één veer (9) die in het bewegingstraject van de slinger (1) is opgesteld in combinatie met een excitatiebron (6) die de slinger (1) tot aan de voornoemde veer (9) lanceert.
4. Slinger volgens conclusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen voor het uitoefenen van een krachtimpuls op de slinger worden gevormd door minstens één magneet (11) die in het bewegingstra ject van de slinger (10) is opgesteld in combinatie met een excitatiebron (12) die de slinger (10) tot aan de voornoemde magneet (11) lanceert.
5. Slinger volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde excitatiebron (6) eveneens wordt aangewend om de slingerbeweging te onderhouden.
6. Slinger volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de excitatiebron (6) aanstuurbaar is.
7. Slinger volgens één van de conclusies 3 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de excitatiebron (12) van het elektromagnetisch type is.
8. Slinger volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de excitatiebron (12) wordt aangestuurd middels een PWM-sturing (13).
9. Slinger volgens één van de conclusies 3 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de moederklok (7), de middelen (8) voor het meten of bepalen van de afwijking en de excitatiebron (6) in één enkele unit zijn geïntegreerd.
10. Slinger volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de slinger wordt aangewend voor het aandrijven van een klok.
11. Slinger volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de slinger zodanig is uitgevoerd dat de frequentie waarmee de vrije slinger heen en weer beweegt lager is dan de referentiefrequentie van de moederklok.
12. Slinger volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de referentiefrequentie instelbaar is en berekent wordt in functie van de afwijking tussen de tijd aangegeven door de klok en de tijd aangegeven door de moederklok.
BE2009/0665A 2009-10-30 2009-10-30 Slinger. BE1018980A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0665A BE1018980A3 (nl) 2009-10-30 2009-10-30 Slinger.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900665 2009-10-30
BE2009/0665A BE1018980A3 (nl) 2009-10-30 2009-10-30 Slinger.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018980A3 true BE1018980A3 (nl) 2011-12-06

Family

ID=42288688

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0665A BE1018980A3 (nl) 2009-10-30 2009-10-30 Slinger.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018980A3 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4106280A (en) * 1975-03-27 1978-08-15 Hansrichard Schulz Method and apparatus for synchronizing a mechanical oscillating system to the accuracy of a quartz standard
US4196579A (en) * 1977-11-02 1980-04-08 Urgos Uhrenfabrik Schwenningen, Haller, Jauch und Pabst GmbH & Co. Mechanically operating pendulum clock with an electronic correcting device
DE3126237A1 (de) * 1981-07-03 1983-01-20 Eurosil GmbH, 8000 München Verfahren zur regelung der schwingfrequenz eines mechanischen schwingsystems eines elektromechanischen uhrwerks und schaltungsanordnung zum ausueben des verfahrens

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4106280A (en) * 1975-03-27 1978-08-15 Hansrichard Schulz Method and apparatus for synchronizing a mechanical oscillating system to the accuracy of a quartz standard
US4196579A (en) * 1977-11-02 1980-04-08 Urgos Uhrenfabrik Schwenningen, Haller, Jauch und Pabst GmbH & Co. Mechanically operating pendulum clock with an electronic correcting device
DE3126237A1 (de) * 1981-07-03 1983-01-20 Eurosil GmbH, 8000 München Verfahren zur regelung der schwingfrequenz eines mechanischen schwingsystems eines elektromechanischen uhrwerks und schaltungsanordnung zum ausueben des verfahrens

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2678659B1 (en) Device for determining of shearing stress or viscosity
KR20170019322A (ko) 기계적 타임피스 무브먼트용 피드백 시스템을 구비하는 기계적 타임피스 무브먼트
CN101571464A (zh) 示波冲击试验机的摆锤挂摆机构
TW201211712A (en) System and method for accelerating a device
Kozlov et al. Lift force acting on the cylinder in viscous liquid under vibration
EP1722197A3 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Darstellung der Lage und des Bewegungszustands einer pendelfähigen Last
BE1018980A3 (nl) Slinger.
CN106018116A (zh) 金属丝拉伸法杨氏模量测量方法
US20210016973A1 (en) Vibratory conveyor
CN107850433A (zh) 在驱动模式具有最小化的干扰运动的转速传感器
SE535578C2 (sv) Anordning för växling av långsträckta objekt
JPH04104039A (ja) 引張り式動的粘弾性測定装置
CN213274693U (zh) 一种净重式力标准机的自平衡杠杆机构
US1293984A (en) Vibration-meter.
BE1018855A3 (nl) Trillingsweergavetoestel van een slinger.
JP4715342B2 (ja) 電磁駆動力を利用したアクチュエータの制御
WO2021000854A1 (zh) 用于衣物护理设备的衣物抖动装置
US326292A (en) Pendulum-escapement for clocks
RU170853U1 (ru) Устройство для демонстрации и исследования свободных колебаний физического маятника
US20190063550A1 (en) Adjustable flywheel
JP4311712B2 (ja) 自主追随型共振装置
US1048072A (en) Balance for clocks and the like.
US62330A (en) Oeokge heningek
CN207359117U (zh) 一种悬臂的结构改进装置
RU19429U1 (ru) Модель для иллюстрации теоремы о параллельном переносе силы

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20111031