BE1018972A3 - AUXILIARY DEVICE FOR MACHINING LONG-TERM WORKS. - Google Patents

AUXILIARY DEVICE FOR MACHINING LONG-TERM WORKS. Download PDF

Info

Publication number
BE1018972A3
BE1018972A3 BE2009/0647A BE200900647A BE1018972A3 BE 1018972 A3 BE1018972 A3 BE 1018972A3 BE 2009/0647 A BE2009/0647 A BE 2009/0647A BE 200900647 A BE200900647 A BE 200900647A BE 1018972 A3 BE1018972 A3 BE 1018972A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
positioning
auxiliary device
guide
workpiece
guide means
Prior art date
Application number
BE2009/0647A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Orac Holding Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Orac Holding Nv filed Critical Orac Holding Nv
Priority to BE2009/0647A priority Critical patent/BE1018972A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018972A3 publication Critical patent/BE1018972A3/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27GACCESSORY MACHINES OR APPARATUS FOR WORKING WOOD OR SIMILAR MATERIALS; TOOLS FOR WORKING WOOD OR SIMILAR MATERIALS; SAFETY DEVICES FOR WOOD WORKING MACHINES OR TOOLS
    • B27G5/00Machines or devices for working mitre joints with even abutting ends
    • B27G5/02Machines or devices for working mitre joints with even abutting ends for sawing mitre joints; Mitre boxes
    • B27G5/026Mitre boxes

Abstract

Hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken (2), die minstens bestaat uit een basis (4) en een opbouw (5), waarbij de hulpinrichting (1) tevens, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk (2) en, anderzijds, geleidingsmiddelen (20) voor een zaag (3) bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen toelaten om een werkstuk (2) volgens minstens twee richtingen te verzagen, respectievelijk schuin onder hoek ten opzichte van zijn langsrichting en haaks op zijn langsrichtng, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen (20) voor het schuin onder hoek zagen als voor het haaks zagen van de profielen een gemeenschappelijk zaagvlak (29) definiëren, terwijl de positioneermiddelen minstens twee vast gedefinieerde aan de opbouw (5) aanwezige positioneervlakken (9-10-11-12;17) omvatten respectievelijk schuin ten opzichte van het zaagvlak voor het positioneren van een werkstuk (2) om het schuin onder hoek te zagen en haaks op het zaagstuk voor het positioneren van een werkstuk (2) om het haaks af te zagen.Auxiliary device for machining elongated workpieces, in particular for sawing elongate workpieces (2), which consists at least of a base (4) and a superstructure (5), the auxiliary device (1) also, on the one hand, positioning means for a workpiece (2) and, on the other hand, comprises guide means (20) for a saw (3), the positioning means and the guide means allowing to saw a workpiece (2) in at least two directions, respectively at an angle to its longitudinal direction and at right angles. in its longitudinal direction, characterized in that the guide means (20) for cutting at an angle at an angle and for cutting the profiles at right angles define a common sawing surface (29), while the positioning means at least two fixedly defined positioning surfaces (5) present on the structure (5). 9-10-11-12; 17) respectively comprise obliquely with respect to the saw plane for positioning a workpiece (2) to make it oblique angle and square to the saw piece for positioning a workpiece (2) to cut it square.

Description

Hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken.Auxiliary device for machining elongated workpieces.

Deze uitvinding heeft betrekking op een hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verz°agen van langwerpige werkstukken.This invention relates to an auxiliary device for machining elongated workpieces, more particularly for securing elongated workpieces.

In het bijzonder betreft zij een inrichting voor het op lengte zagen van profielen, bijvoorbeeld profielen, meer speciaal sierlijsten, voor de afwerking van vloeren, plafonds en wanden, zoals plinten, kroonlijsten, randafwerkingsprofielen en dergelijke. Toepassingen in andere technische gebieden zijn niet uitgesloten.In particular, it relates to a device for sawing profiles to length, for example profiles, more particularly decorative moldings, for finishing floors, ceilings and walls, such as skirting boards, crown moldings, edge finishing profiles and the like. Applications in other technical areas are not excluded.

Meer speciaal betreft het een inrichting die minstens toelaat om langwerpige werkstukken, zoals profielen en dergelijke, minstens onder verstek te zagen.More specifically, it is a device that at least allows mitering of elongated workpieces, such as profiles and the like.

Uit de stand van. de techniek zijn reeds een groot aantal uitvoeringen van hulpinrichtingen bekend om langwerpige werkstukken, zoals profielen en dergelijke, onder verstek af te zagen. Voorbeelden van dergelijke hulpinrichtingen zijn bijvoorbeeld beschreven in GB 2.366.621 en DE 203 05 242 U1. Klassiek omvatten zij positioneermiddelen, meer speciaal één of meer positioneervlakken om het te zagen werkstuk ertegen te plaatsen en geleidingsmiddelen om een zaag te geleiden tijdens het zagen.From the state of. A large number of embodiments of auxiliary devices are already known in the art for mitering elongated workpieces, such as profiles and the like. Examples of such auxiliary devices are described, for example, in GB 2,366,621 and DE 203 05 242 U1. Classically, they comprise positioning means, more particularly one or more positioning surfaces for placing the workpiece to be cut against it and guide means for guiding a saw during sawing.

Uit het GB 2.366.621 is het bekend om zulke hulpinrichting te voorzien van onder hoek instelbare positioneervlakken. Alhoewel zulke instelbare positioneervlakken toelaten om de werkstukken onder een willekeurige hoek af te zagen, vertoont zulke inrichting het nadeel dat zij relatief ingewikkeld is, dit ingevolge het feit dat zij beweegbare delen bezit, en bijgevolg ook vrij duur is.It is known from GB 2,366,621 to provide such an auxiliary device with angle-adjustable positioning surfaces. Although such adjustable positioning surfaces allow to cut the workpieces at any angle, such a device has the disadvantage that it is relatively complicated, this due to the fact that it has movable parts and is therefore also quite expensive.

Uit het DE 203 05 242 U1 is het bekend om twee vast onder een hoek van 90° opgesteldé steungedeelten aan te wenden die uitsluitend aan de buitenhoek positioneervlakken bezitten, waarbij ter plaatse van de bissectrice een aparte steun voor het geleiden van een zaag is voorzien. Een nadeel van deze hulpinrichting is dat zij weinig handig is in haar gebruik, onder andere omdat zij alleen positioneervlakken bezit aan de buitenhoek die gevormd wordt door de steungedeelten, en het bijgevolg voor de gebruiker soms moeilijk is om een werkstuk snel juist te positioneren in functie van de gewenste snede. Ook laat deze bekende inrichting niet toe om de werkstukken haaks op hun lengterichting af te zagen.It is known from DE 203 05 242 U1 to use two support sections which are fixedly arranged at an angle of 90 ° and which have positioning surfaces exclusively at the outer corner, wherein a separate support for guiding a saw is provided at the location of the bisector. A disadvantage of this auxiliary device is that it is of little use in its use, inter alia because it only has positioning surfaces on the outer corner formed by the support sections, and it is therefore sometimes difficult for the user to position a workpiece correctly in function quickly. of the desired cut. This known device also does not allow the workpieces to be cut at right angles to their longitudinal direction.

De huidige uitvinding beoogt een hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken, die eenvoudig is in opbouw en/of gemakkelijk is in gebruik, waarbij bij voorkeur bovendien één of meer van de voornoemde nadelen uitgesloten zijn.The present invention contemplates an auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces, which is simple in construction and / or easy to use, wherein, moreover, one or more of the aforementioned disadvantages are preferably also excluded.

Volgens een eerste aspect betreft zij hiertoe een hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken, die minstens bestaat uit een basis en een opbouw, waarbij de hulpinrichting tevens, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk en, anderzijds, geleidingsmiddelen voor een zaag bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen toelaten om een werkstuk volgens minstens twee richtingen te verzagen, respectievelijk schuin onder hoek ten. opzichte van zijn langsrichting en haaks op zijn langsrichting, met als kenmerk dat de geleidingsmiddelen voor het schuin onder hoek zagen als voor het haaks zagen van de profielen een gemeenschappelijk zaagvlak definiëren, terwijl de positioneermiddelen minstens twee vast gedefinieerde aan de opbouw aanwezige positioneervlakken omvatten respectievelijk schuin ten opzichte van het zaagvlak voor het positioneren van een werkstuk om het schuin onder hoek te zagen en haaks op het zaagvlak voor het positioneren van een werkstuk om het haaks af te zagen.According to a first aspect, for this purpose it relates to an auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces, which consists at least of a base and a construction, the auxiliary device also, on the one hand, positioning means for a workpiece and, on the other hand, comprises guide means for a saw, wherein the positioning means and the guide means allow to saw a workpiece in at least two directions, respectively obliquely at an angle. with respect to its longitudinal direction and perpendicular to its longitudinal direction, characterized in that the guide means for sloping at an angle as for the square sawing of the profiles define a common sawing surface, while the positioning means comprise at least two fixedly defined positioning surfaces present on the superstructure with respect to the saw surface for positioning a workpiece to cut it at an angle and at right angles to the saw surface for positioning a workpiece to cut it at right angles.

Door geleidingsmiddelen aan te wenden die een gemeenschappelijk zaagvlak definiëren voor het schuin afzagen als haaks afzagen is het voor de gebruiker uitgesloten om een verkeerde geleiding aan te wenden en dient hij er uitsluitend op te letten dat het werkstuk in een juiste positie tegen een juist positioneervlak wordt aangebracht.By using guide means defining a common sawing plane for oblique sawing as square sawing, it is impossible for the user to use an incorrect guide and he must only ensure that the workpiece is placed in a correct position against a correct positioning surface. applied.

Vastgesteld werd ook dat zulke hulpinrichting bijzonder gemakkelijk is in gebruik, zowel voor personen die rechtshändig, als voor personen die linkshandig zijn.It has also been established that such an auxiliary device is particularly easy to use, both for persons who are lawful and for those who are left-handed.

Bij voorkeur bevatten de positioneermiddelen meerdere positioneervlakken voor het positioneren van een werkstuk om het schuin onder hoek te zagen, waaronder enerzijds minstens één positioneervlak voor het afzagen van werkstukken onder verstek bedoeld voor minstens het vormen van een binnenhoek alsook minstens één positioneervlak ' voor het afzagen van werkstukken onder verstek bedoeld voor minstens het vormen van een buitenhoek. Dit biedt het voordeel dat de gebruiker in functie van het feit of hij een binnenhoek of buitenhoek in verstek wenst te realiseren, steeds een optimaal daartoe geëigend positioneervlak kan aanwenden.The positioning means preferably comprise a plurality of positioning surfaces for positioning a workpiece for obliquely sawing, including on the one hand at least one positioning surface for sawing workpieces mitred for at least forming an inner corner and at least one positioning surface for sawing off workpieces in absentia intended for at least forming an outside corner. This offers the advantage that, depending on whether he wishes to realize an inner corner or outer corner in absentia, the user can always use an optimally suitable positioning surface for this purpose.

Bij voorkeur bevat de opbouw twee onder hoek opgestelde steungedeelten, die gevormd zijn door twee rechtopstaande lichamen, die onderling een hoek maken en waaraan zowel aan de zijden ervan die de binnenhoek vormen, als de zijden ervan die . de buitenhoek vormen positioneervlakken aanwezig zijn om werkstukken te positioneren ten einde ze onder verstek af te zagen.The structure preferably comprises two angled support sections, which are formed by two upright bodies, which make an angle with each other and on which both on their sides forming the inner corner and on their sides. positioning surfaces are present on the outer corner to position workpieces in order to saw them off without a cut.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de steungedeelten uit op hun zijkant geplaatste vast opgestelde latvormige lichamen. Hierdoor kan een constructief eenvoudige opbouw worden gerealiseerd.In a preferred embodiment, the support sections consist of fixedly arranged slat-shaped bodies placed on their side. A constructively simple construction can hereby be realized.

Deze latvormige lichamen kunnen ieder als een werkelijke lat zijn uitgevoerd, doch kunnen ook bestaan uit een structuur die globaal vergelijkbaar is met een lat. Zulke structuur kan bijvoorbeeld uit een aantal ribben bestaan, die de randen van een lichaam definiëren, waarbij zulke structuur bijvoorbeeld als een spuitgietstuk in kunststof is gerealiseerd.These slat-shaped bodies can each be designed as an actual slat, but can also consist of a structure that is globally comparable to a slat. Such a structure may, for example, consist of a number of ribs which define the edges of a body, such structure being realized, for example, as an injection-molded piece in plastic.

Verder geniet het de voorkeur dat het positioneervlak voor het haaks afzagen van de werkstukken gevormd wordt door steunpunten of steunvlakken die zich aan de van elkaar weg gerichte uiteinden van de steungedeelten bevinden. Hierdoor dienen geen afzonderlijke elementen te worden aangewend om een positioneervlak voor het haaks afzagen te vormen.Furthermore, it is preferable that the positioning surface for the square cutting of the workpieces is formed by supporting points or supporting surfaces which are situated at the ends of the supporting parts directed away from each other. As a result, no separate elements have to be used to form a positioning surface for square cutting.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, bevatten de geleidingsmiddelen een geleiding voor een zaag, welke geleiding zich in de lengte over een afstand van minstens 4 cm en in de hoogte over een afstand of hoogte van minstens 5 cm uitstrekt.In a preferred embodiment, the guide means comprise a guide for a saw, which guide extends in length over a distance of at least 4 cm and in height over a distance or height of at least 5 cm.

Meer speciaal zal deze geleiding aan slechts één zijde van de plaats aanwezig zijn waar een werkstuk wordt gepositioneerd. Het voordeel hierbij bestaat erin dat het werkstuk gemakkelijk aan te brengen is omdat het niet tussen twee geleidingen moet worden aangebracht, doch dat door gebruik te maken van een geleiding met de · voornoemde afmetingen nog wel een degelijk geleidingseffect wordt verkregen.More specifically, this guide will be present on only one side of the place where a workpiece is positioned. The advantage here is that the workpiece is easy to fit because it does not have to be fitted between two guides, but that a solid guiding effect is still obtained by using a guide with the aforementioned dimensions.

Bij voorkeur bevatten de geleidingsmiddelen minstens een geleiding die zich op de plaats bevindt waar de steüngedeelten onder hoek bij elkaar komen, hetgeen aanzienlijk bijdraagt tot de eenvoud van de constructie. In een bijzondere uitvoeringsvorm vertoont deze geleiding en/of vertonen de positioneervlakken aan de voornoemde steungedeelten een hoogte van minstens 10 cm, en bij voorkeur minstens 13 cm en beter nog minstens 15 cm, met als voordeel dat relatief grote profielen, bijvoorbeeld hoge plintprofielen, met behulp van deze hulpinrichting vlot op maat kunnen worden gezaagd.The guide means preferably comprise at least one guide which is situated at the place where the support parts meet at an angle, which considerably contributes to the simplicity of the construction. In a special embodiment, this guide and / or the positioning surfaces on the aforementioned support sections have a height of at least 10 cm, and preferably at least 13 cm and more preferably at least 15 cm, with the advantage that relatively large profiles, for example high skirting profiles, with can easily be cut to size using this auxiliary device.

Bij voorkeur wordt de geleiding die zich op de plaats bevindt waar de steungedeelten onder hoek bij elkaar komen, gevormd door de naar elkaar gerichte uiteinden van de steungedeelten zelf, met als voordeel dat geen afzonderlijke elementen hiertoe moeten worden voorzien.Preferably, the guide located at the place where the support sections meet at an angle is formed by the ends of the support sections themselves facing each other, with the advantage that no separate elements have to be provided for this purpose.

Om praktische redenen geniet hét de voorkeur dat de twee steungedeelten onderling zodanig opgesteld zijn dat de positioneervlakken onderling een hoek van 90° maken, terwijl de geleidingsmiddelen één of meer geleidingen omvatten die een zaagvlak definiëren dat met de bissectrice van voornoemde hoek samenvalt. In dat geval wordt dan immers een hulpinrichting bekomen die toelaat om profielen in verstek onder 45°- te zagen.For practical reasons, it is preferable that the two support sections are mutually arranged such that the positioning surfaces mutually make an angle of 90 °, while the guide means comprise one or more guides that define a saw surface that coincides with the bisector of said angle. In that case, an auxiliary device is then obtained which makes it possible to saw profiles in a mitered position at 45 °.

Volgens een bijzonder voorkeurdragend kenmerk bevatten de geleidingsmiddelen een supplementaire geleiding die in de voornoemde basis is aangebracht, bij voorkeur in de vorm van een doorgaande gleuf. Door middel van zulke supplementaire geleiding kunnen bijkomende gebruiksmogelijkheden worden gecreëerd en/of kan in een betere geleiding van een zaag worden voorzien.According to a particularly preferred feature, the guide means comprise a supplementary guide which is arranged in the aforementioned base, preferably in the form of a continuous slot. By means of such supplementary guidance, additional uses can be created and / or a better guidance of a saw can be provided.

In het algemeen geniet het de voorkeur dat de geleidingsmiddelen die zich in de opbouw bevinden, slechts éénzijdig ten opzichte van een te zagen werkstuk zijn uitgevoerd.In general, it is preferable that the guide means which are located in the structure are only designed on one side with respect to a workpiece to be cut.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding betreft zij een hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken , die minstens bestaat uit een basis en een opbouw, waarbij de hulpinrichting tevens, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk en, anderzijds, geleidingsmiddelen voor een zaag bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen toelaten om een werkstuk onder verstek te zagen, met als kenmerk dat de voornoemde opbouw minstens twee onder hoek opgestelde steungedeelten bevat; dat de positioneermiddelen minstens twee zich onder hoek bevindende, bij voorkeur vast bepaalde, positioneervlakken omvatten die ieder aan één van de voornoemde steungedeelten aanwezig zijn; en dat de voornoemde geleidingsmiddelen een gleufvormige geleiding omvaten waarvan de wanden, welke als geleidingsvlakken fungeren, gevormd worden door de naar elkaar gerichte uiteinden van de voornoemde twee stepngedeelten. Een hulpinrichting volgens dit tweede aspect heeft als voordeel dat zij bijzonder eenvoudig is in opbouw daar de zich onder hoek bevindende steungedeelten op zich worden aangewend om de geleiding te vormen.According to a second aspect of the invention, it relates to an auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces, which consists at least of a base and a construction, the auxiliary device also, on the one hand, positioning means for a workpiece and, on the other hand, comprises guide means for a saw, wherein the positioning means and the guide means allow to miter-cut a workpiece, characterized in that the aforementioned structure comprises at least two angled support sections; that the positioning means comprise at least two angled, preferably fixedly defined, positioning surfaces, each of which is present on one of the aforementioned support sections; and that the aforementioned guide means comprise a slot-shaped guide whose walls, which act as guide surfaces, are formed by the mutually facing ends of the aforementioned two step portions. An auxiliary device according to this second aspect has the advantage that it is particularly simple in construction since the angled support sections are used on themselves to form the guide.

Onder “onder hoek opgestelde steungedeelten” worden in het algemeen gedeelten verstaan die ieder met een uiteinde naar elkaar zijn gericht en die ieder minstens één positioneervlak vertonen, welke twee positioneervlakken dan beide onderling een hoek maken. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de steungedeelten, minstens in bovenaanzicht, als langwerpige lichamen uitgevoerd en bevinden zij zich globaal met hun lengterichting onder hoek ten opzichte van elkaar."Angled support sections" are generally understood to mean sections which are each directed towards one another and which each have at least one positioning surface, which two positioning surfaces then both make an angle with respect to each other. In a preferred embodiment, the support portions are designed, at least in plan view, as elongated bodies and are generally angled with their longitudinal direction relative to each other.

;;

Opgemerkt dat de kenmerken volgens het eerste aspect van de uitvinding en deze volgens het tweede aspect in eenzelfde uitvoeringsvorm kunnen worden gecombineerd. Alle ondergeschikte kenmerken die hiervoor met betrekking tot het eerste aspect werden beschreven kunnen op zich ook in combinatie met het tweede aspect worden toegepast, waarbij het dus niet steeds noodzakelijk is dat de basisgedachte van het eerste aspect in zulke combinatie moet vervat zijn.It is noted that the features according to the first aspect of the invention and those according to the second aspect can be combined in the same embodiment. All the minor features described above with respect to the first aspect can also be applied per se in combination with the second aspect, so that it is not always necessary for the basic idea of the first aspect to be contained in such a combination.

Volgens een derde aspect van de uitvinding heeft zij betrekking op een hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken , die minstens bestaat uit een basis en een opbouw, waarbij de hulpinrichting tevens, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk en, anderzijds, geleidingsmiddelen voor een zaag bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen toelaten om een werkstuk onder verstek te zagen, met als kenmerk dat de voornoemde opbouw minstens twee onder hoek opgestelde steungedeelten bevat; dat de positioneermiddelen minstens twee zich onder hoek bevindende positioneervlakken omvatten die ieder aan één van de voornoemde steungedeelten aanwezig zijn; dat de voornoemde geleidingsmiddelen minstens twee geleidingen bezitten, respectievelijk een eerste geleiding die tussen de voornoemde twee steungedeelten gesitueerd is en een tweede geleiding, welke in de voornoemde basis is aangebracht. Zoals uit de verdere beschrijving zal blijken ontstaat hierdoor het voordeel dat nuttige gebruiksmogelijkheden worden gecreëerd en dat in bepaalde toepassingen een betere geleiding voor een zaag kan worden bekomen.According to a third aspect of the invention, it relates to an auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces, which consists at least of a base and a construction, the auxiliary device also, on the one hand, positioning means for a workpiece and, on the other hand, comprises guide means for a saw, wherein the positioning means and the guide means allow to miter-cut a workpiece, characterized in that the aforementioned structure comprises at least two angled support sections; that the positioning means comprise at least two angular positioning surfaces, each of which is present on one of the aforementioned support sections; that the aforementioned guide means have at least two guides, respectively a first guide which is situated between the aforementioned two support sections and a second guide, which is arranged in the aforementioned base. As will become apparent from the further description, this has the advantage that useful uses are created and that better guidance for a saw can be obtained in certain applications.

De tweede geleiding bestaat bij voorkeur uit een doorgaande gleuf, met andere woorden een gleuf die zich in de hoogte dwars doorheen de basis uitstrekt. Deze gleuf vangt bij voorkeur aan een rand van de basis aan zodat een zaag gemakkelijk vanaf de rand in de geleiding kan worden ingevoerd tot tegen het te zagen werkstuk.The second guide preferably consists of a continuous slot, in other words a slot that extends transversely through the base. This slot preferably starts at an edge of the base so that a saw can easily be introduced from the edge into the guide to the workpiece to be cut.

Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op uitvoeringen waarin de kenmerken van het derde aspect gecombineerd worden met deze van het eerste en/of tweede aspect. Alle ondergeschikte kenmerken die hiervoor met betrekking tot het eerste aspect werden beschreven kunnen op zich ook in combinatie met het derde aspect worden toegepast, zulks al dan niet verder in combinatie met de basisgedachte van het eerste en/of tweede aspect.It is clear that the invention also relates to embodiments in which the characteristics of the third aspect are combined with those of the first and / or second aspect. All minor characteristics described above with regard to the first aspect can also be applied per se in combination with the third aspect, whether or not further in combination with the basic idea of the first and / or second aspect.

Volgens een vierde aspect van de uitvinding heeft zij betrekking op een hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken, die minstens bestaat uit een basis en een opbouw, waarbij de hulpinrichting, en meer speciaal de opbouw, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk en, anderzijds, geleidingsmiddelen voor een zaag bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen toelaten om een werkstuk onder verstek te zagen, met als kenmerk dat de geleidingsmiddelen een geleiding voor een zaag bevatten die zich in de lengte over een afstand van minstens 4 cm en in de hoogte over een afstand of hoogte, van minstens 5 cm uitstrekt. Door middel van een geleiding met deze afmetingen kan een goede geleiding van een zaag worden gewaarborgd, hetgeen vooral bij het zagen onder verstek nuttig is, daar het tot op heden dikwijls voorkomt dat afwijkingen bij het onder verstek zagen ontstaan. Meer speciaal nog is dit bijzonder nuttig wanneer slechts een geleiding aan één zijde van het werkstuk wordt toegepast, daar dan enerzijds het werkstuk gemakkelijk in de inrichting kan worden gepositioneerd, doch anderzijds toch nog een degelijk geleidingseffect wordt verkregen.According to a fourth aspect of the invention, it relates to an auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces, which consists at least of a base and a structure, wherein the auxiliary device, and more particularly the structure, on the one hand comprises positioning means for a workpiece and, on the other hand, guide means for a saw, wherein the positioning means and the guide means allow to miter-cut a workpiece, characterized in that the guide means comprise a guide for a saw extending longitudinally over a distance of at least 4 cm and in height over a distance or height, of at least 5 cm. By means of a guide with these dimensions, a good guide of a saw can be guaranteed, which is especially useful when miter cutting, since up to now it often happens that deviations occur when miter cutting. More particularly, this is particularly useful if only one guide is used on one side of the workpiece, since on the one hand the workpiece can then be easily positioned in the device, but on the other hand a solid guiding effect is still obtained.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het vierde aspect bevinden de . geleidingsmiddelen zich dan ook éénzijdig ten opzichte van het positioneervlak. Ook geniet het de voorkeur dat de voornoemde hoogte nog aanzienlijk groter is dan 5 cm, en bij voorkeur minstens 10 cm en beter nog minstens 13 cm bedraagt, of zelfs beter nog minstens 15 cm bedraagt.According to a preferred embodiment of the fourth aspect, the. guide means are therefore one-sided with respect to the positioning surface. It is also preferred that the aforementioned height is still considerably greater than 5 cm, and is preferably at least 10 cm and more preferably at least 13 cm, or even more preferably at least 15 cm.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het vierde aspect is, strekt de opbouw zich met zijn langsrichting in de hoogte uit. Hierdoor wordt een relatief compacte uitvoering verkregen die niettemin toelaat om profielen met een grote dwarsafmeting, zoals hoge plinten, met een perfect rechte snede, haaks of onder verstek, door te zagen.According to a preferred embodiment of the fourth aspect, the structure extends in height with its longitudinal direction. A relatively compact design is hereby obtained which nevertheless allows for sawing through profiles with a large transverse dimension, such as high skirting boards, with a perfectly straight cut, perpendicular or in absentia.

Volgens een vijfde aspect heeft de uitvinding betrekking op een hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken, die minstens bestaat uit een basis en een opbouw, waarbij deze opbouw hoofdzakelijk bestaat uit één of meer gedeelten, zoals steungedeelten of delen die samen een lichaam vormen, waarbij deze gedeelten één of meer positioneervlakken voor een werkstuk definiëren, met als kenmerk dat de voornoemde één of meer gedeelten als afzonderlijke delen zijn uitgevoerd die op of aan de basis kunnen worden gemonteerd. Het voordeel hiervan is dat zulke hulpinrichting in gedemonteerde toestand kleiner kan verpakt of opgeborgen worden.According to a fifth aspect, the invention relates to an auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces, which consists at least of a base and a construction, said construction mainly consisting of one or more parts, such as supporting parts or parts that together form a body, said parts defining one or more positioning surfaces for a workpiece, characterized in that the aforementioned one or more parts are designed as separate parts that can be mounted on or on the base. The advantage of this is that such an auxiliary device can be packaged or stored smaller in the disassembled state.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het vijfde aspect is de hulpinrichting daardoor gekenmerkt dat de voornoemde één of meer gedeelten bestaan uit van de basis losmaakbare en hermonteerbare delen. Deze eigenschap maakt het mogelijk om de hulpinrichting na gebruik telkens weer te demonteren, waardoor zij telkens terug gemakkelijk kan worden opgeborgen.According to a preferred embodiment of the fifth aspect, the auxiliary device is characterized in that the aforementioned one or more parts consist of parts detachable and remountable from the base. This feature makes it possible to dismantle the auxiliary device again and again after use, so that it can easily be stored away again and again.

De kenmerken van het vierde en vijfde aspect kunnen zowel onderling als met alle andere voornoemde kenmerken worden gecombineerd.The features of the fourth and fifth aspect can be combined with each other as well as with all the other aforementioned features.

De voornoemde basis is in ieder van de uitvoeringsvormen van de uitvinding bij voorkeur als een plaat of sokkel uitgevoerd.In each of the embodiments of the invention, the aforementioned base is preferably designed as a plate or base.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een hulpinrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn ll-ll in figuur 1; figuren 3, 4 en 5 doorsneden weergeven, respectievelijk volgens lijnen lll-lll, IV-IV en V-V in figuur 2; figuren 6 tot 11 het gebruik van de hulpinrichting illustreren; figuur 12 in perspectief nog een hulpinrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 13 een doorsnede weergeeft volgens,lijn XIII-XIII in figuur 12, samen met een door middel van een spanklem ingeklèmd werkstuk; figuur 14 een zicht weergeeft volgens pijl F14 in figuur 13, doch waarin schematisch een ander spansysteem is weergegeven; figuur 15 in perspectief nog een hulpinrichting volgens de uitvinding weergeeft.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 represents an auxiliary device according to the invention in perspective; figure 2 represents a cross-section according to line II-II in figure 1; Figures 3, 4 and 5 show cross-sectional views, respectively, on lines III-III, IV-IV and V-V in Figure 2; Figures 6 to 11 illustrate the use of the auxiliary device; figure 12 represents another auxiliary device according to the invention in perspective; figure 13 represents a cross-section according to line XIII-XIII in figure 12, together with a work piece clamped in by means of a clamping clamp; figure 14 represents a view according to arrow F14 in figure 13, but in which another clamping system is shown schematically; figure 15 represents another auxiliary device according to the invention in perspective.

In de figuren 1 tot 5 is een hulpinrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven die zowel in overeenstemming met het eerste, als tweede en derde aspect van de · uitvinding is uitgevoerd, waarbij deze hulpinrichting 1 zoals ondermeer is weergegeven in de figuren 6 tot 11 bedoeld is om te worden aangewend bij het bewerken van langwerpige werkstukken 2, meer speciaal voor het verzagen van dergelijke werkstukken door middel van een zaag 3, meer speciaal een handzaag.Figures 1 to 5 show an auxiliary device 1 according to the invention which is designed in accordance with both the first, and second and third aspects of the invention, wherein this auxiliary device 1, as shown inter alia in Figures 6 to 11, is intended to be used in machining elongated workpieces 2, more specifically for sawing such workpieces by means of a saw 3, more particularly a handsaw.

De hulpinrichting 1 bestaat uit een basis 4 en een opbouw 5, en bevat positioneermiddelen voor het in een bepaalde positie houden van een werkstuk, alsmede geleidingsmiddelen voor een zaag, welke positioneermiddelen en geleidingsmiddelen hierna meer in detail worden beschreven.The auxiliary device 1 consists of a base 4 and a structure 5, and comprises positioning means for holding a workpiece in a certain position, as well as guide means for a saw, which positioning means and guide means are described in more detail below.

De basis 4 is in het weergegeven voorbeeld gevormd door een plaat 6.In the example shown, the base 4 is formed by a plate 6.

De opbouw 5 bevat twee vast en onder hoek opgestelde steungedeelten 7 en 8, die gevormd zijn door twee rechtopstaande lichamen, die onderling een hoek A maken. De voornoemde positioneermiddelen worden door positioneervlakken 9-10 en 11-12 gevormd, die respectievelijk aan de zijden 13-14 die de binnenhoek tussen de steungedeelten 7 en 8 vormen, als de zijden 15-16 die de buitenhoek vormen, aanwezig zijn. Zoals weergegeven bestaan de steungedeelten 7-8 uit op hun zijkant geplaatste vast opgestelde latvormige lichamen. Deze lichamen kunnen op eender welke wijze uitgevoerd zijn en al dan niet eendelig met de basis gerealiseerd zijn. In een praktische uitvoeringsvorm zijn de basis 4 en de steungedeelten 7-8 uit kunststof vervaardigd. Volgens een variante zijn de basis en/of steungedeelten vervaardigd uit MDF of HDF. Andere materialen zijn echter niet uitgesloten.The superstructure 5 comprises two fixed and angled support parts 7 and 8, which are formed by two upright bodies which make an angle A with each other. The aforementioned positioning means are formed by positioning surfaces 9-10 and 11-12, which are present on the sides 13-14, respectively, which form the inner corner between the support sections 7 and 8, as the sides 15-16 forming the outer corner. As shown, the support portions 7-8 consist of fixedly arranged slat-shaped bodies placed on their side. These bodies may be designed in any way and may or may not be realized in one piece with the base. In a practical embodiment, the base 4 and the support portions 7-8 are made of plastic. According to a variant, the base and / or support portions are made from MDF or HDF. However, other materials are not excluded.

Verder vertoont de hulpinrichting teen positioneervlak17 voor het haaks afzagen van de werkstukken 2, dat gevormd is door steunpunten of steunvlakken 18-19 die zich aan de van elkaar weg gerichte uiteinden van de steungedeelten 7-8 bevinden. Het positioneervlak 17 bestaat dus uit het fictieve vlak dat gemeenschappelijk door de twee steunvlakken 18-19 wordt bepaald.Furthermore, the auxiliary device has a positioning surface 17 for square cutting of the workpieces 2, which is formed by supporting points or supporting surfaces 18-19 which are situated at the mutually directed ends of the supporting sections 7-8. The positioning surface 17 thus consists of the fictional surface which is jointly determined by the two supporting surfaces 18-19.

De voornoemde geleidingsmiddelen zijn in het algemeen met referentie 20 aangeduid. Deze geleidingsmiddelen 20 bevatten in het weergegeven voorbeeld onder meer een geleiding 21 op de plaats waar de steungedeelten 7-8 onder hoek bij elkaar komen. Deze geleiding 21, die gleufvormig is, wordt in het voorbeeld door de naar elkaar gerichte uiteinden van de steungedeelten 7-8 zelf gevormd, waartoe aan deze uiteinden de nodige geleidingsvlakken 22-23 gevormd zijn, welke de wanden van de gleufvormige geleiding 21 vormen.The aforementioned guide means are generally designated by reference 20. In the example shown, these guide means 20 include, among other things, a guide 21 at the place where the support sections 7-8 come together at an angle. In the example, this guide 21, which is slot-shaped, is formed by the mutually facing ends of the support sections 7-8, for which purpose the necessary guide surfaces 22-23 are formed at these ends, which walls form the slot-shaped guide 21.

De geleidingsmiddelen die zich in de opbouw bevinden, met andere woorden de voornoemde geleiding 21, is éénzijdig ten opzichte van een te zagen werkstuk 2 uitgevoerd, of dus éénzijdig van iedere zitting 24-25-26-27. Hiermeé wordt bedoeld dat wanneer een werkstuk tegen eender welk van de voornoemde positioneervlakken 9 tot 12 wordt aangebracht, de in de opbouw 5 aanwezige geleidingsmiddelen zich slechts aan één zijde van dit werkstuk 2 bevinden en dus aan de tegenoverliggende zijde geen geleidingsmiddelen aanwezig zijn. Hetzelfde geldt voor het. positioneervlak 17.The guide means which are located in the structure, in other words the above-mentioned guide 21, are designed on one side with respect to a workpiece 2 to be cut, or thus on one side of each seat 24-25-26-27. What is meant here is that when a workpiece is arranged against any of the aforementioned positioning surfaces 9 to 12, the guide means present in the superstructure 5 are only on one side of this workpiece 2 and thus there are no guide means on the opposite side. The same goes for it. positioning surface 17.

In het voorbeeld omvatten de geleidingsmiddelen 20 ook een supplementaire geleiding 28 in de vorm van een doorgaande gleuf in de basis 4.In the example, the guide means 20 also comprise an additional guide 28 in the form of a continuous slot in the base 4.

De voornoemde twee steungedeelten 7-8 zijn onderling zodanig opgesteld dat de positioneervlakken, 9 ten opzichte van 10 en 11 ten opzichte van 12, onderling een hoek A van 90° maken, terwijl de geleidingsmiddelen 20, en meer speciaal de geleidingen 21 en 28 een zaagvlak 29 definiëren dat met de bissectrice van voornoemde hoek A samenvalt.The aforementioned two supporting parts 7-8 are arranged mutually such that the positioning surfaces, 9 with respect to 10 and 11 with respect to 12, mutually make an angle A of 90 °, while the guide means 20, and more particularly the guides 21 and 28 define saw plane 29 which coincides with the bisector of the aforementioned angle A.

Het is duidelijk dat de voornoemde als plaat uitgevoerde basis 4, doordat zij zich onder de steungedeelten 7-8 en positioneervlakken 9 tot 12 en 17 uitstrekt, automatisch naar onderen toe ook als een steun voor een te zagen werkstuk fungeert, en als dusdanig samen met de positioneervlakken 9 tot 12 de voomoemde zittingen 24-25-26-27 vormt.It is clear that, because it extends below the supporting sections 7-8 and positioning surfaces 9 to 12 and 17, the aforementioned plate 4 base automatically acts downwards also as a support for a workpiece to be cut, and as such together with the positioning surfaces 9 to 12 form the aforementioned seats 24-25-26-27.

Het is duidelijk dat in het weergegeven voorbeeld de geleidingsmiddelen voor het schuin onder hoek zagen, dus geleiding 21, als de geleidingsmiddelen voor het haaks zagen, dus geleiding 28, een gemeenschappelijk zaagvlak 29 definiëren, terwijl de positioneermiddelen minstens twee vast gedefinieerde positioneervlakken omvatten respectievelijk minstens één schuin ten opzichte van het zaagvlak 29 voor het positioneren van een werkstuk om het schuin onder hoek te zagen en minstens één haaks op het zaagvlak 29 voor het positioneren van een werkstuk om het haaks af te zagen.It is clear that in the example shown the guide means for slanting at an angle, i.e. guide 21, as the guide means for angular sawing, i.e. guide 28, define a common sawing surface 29, while the positioning means comprise at least two fixedly defined positioning surfaces and at least one at an angle to the saw surface 29 for positioning a workpiece to cut it at an angle and at least one at right angles to the saw surface 29 for positioning a workpiece to cut it at right angles.

De in figuur 1 weergegeven afmeting H geeft de hoogte van de voornoemde geleiding 21 en van de positioneervlakken 9-12 weer. In het weergegeven voorbeeld is deze hoogte H relatief gering, doch volgens een niet weergegeven voorkeurdragende variante zal deze afmeting H minstens 10 cm bedragen, en bij voorkeur minstens 13 cm en beter nog minstens 15 cm zijn.The dimension H shown in figure 1 represents the height of the above-mentioned guide 21 and of the positioning surfaces 9-12. In the example shown, this height H is relatively small, but according to a preferred variant, not shown, this dimension H will be at least 10 cm, and preferably at least 13 cm and more preferably at least 15 cm.

De in figuur 2 weergegeven lengte L van de geleiding 21 bedraagt bij voorkeur minstens 4 cm, waardoor vooral bij een eenzijdig ten opzichte van een werkstuk aanwezige geleiding 21 een degelijke geleiding voor een zaag wordt verkregen. Nog beter wordt een geleiding aangewend die een lengte L van minstens 4 cm combineert met een hoogte H van minstens 5 cm.The length L of the guide 21 shown in Figure 2 is preferably at least 4 cm, so that a solid guide for a saw is obtained, in particular with a guide 21 present on one side relative to a workpiece. Even better, a guide is used that combines a length L of at least 4 cm with a height H of at least 5 cm.

Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 kan de hulpinrichting worden voorzien van merktekens 30 en opschriften 31A-31B die het gebruik vergemakkelijken. Het opschrift 31A kan bijvoorbeeld “INNER CORNER” zijn, terwijl het opschrift 31B “OUTER CORNER” is.As shown in figures 1 and 2, the auxiliary device can be provided with marks 30 and inscriptions 31A-31B which facilitate the use. For example, the inscription 31A may be "INNER CORNER", while the inscription 31B may be "OUTER CORNER".

Ook kan ter plaatse van het zaagvlak 29 een gleufvormige uitsparing 32 van een geringe diepte zijn aangebracht, om te bekomen dat de tanden van een zaag bij het einde van het zagen naar beneden toe volledig doof een werkstuk kunnen dringen. Deze uitsparing 32 is in de hierna beschreven figuren 6 tot 11 niet weergegeven.It is also possible for a slot-shaped recess 32 of a small depth to be provided at the location of the sawing surface 29. In order to prevent the teeth of a saw from penetrating downwards completely and extruded from a workpiece. This recess 32 is not shown in Figures 6 to 11 described below.

Het gebruik van de hulpinrichting 1 kan eenvoudig uit de figuren 6 tot 11 worden afgeleid.The use of the auxiliary device 1 can easily be deduced from figures 6 to 11.

Figuren 6 en 7 tonen hoe een werkstuk 2 in de vorm van een relatief vlak profiel onder verstek kan worden afgézaagd, respectievelijk op een wijze voor het vormen van een binnenhoek en voor het vormen van een buitenhoek. Bij het zagen onder verstek voor het vormen van een binnenhoek, zoals in figuur 6, wordt het profiel tegen de binnenhoek van de steungedeelten geplaatst, dit tegen het. betreffende positioneervlak 9, en wordt een zaagsnede uitgevoerd waarbij de zaag 3 doorhéén de geleiding 21 gevoerd wordt. Bij het zagen onder verstek voor het vormen van een buitenhoek, zoals in figuur 7, wordt het profiel tegen de buitenhoek van de steungedeelten geplaatst, dit tegen het betreffende positioneervlak 12, en wordt tevens de geleiding 21 aangewend om de zaagsnede te realiseren.Figures 6 and 7 show how a workpiece 2 in the form of a relatively flat profile can be cut off in a mitred manner, respectively in a manner for forming an inner corner and for forming an outer corner. When mitered to form an inner corner, as in Figure 6, the profile is placed against the inner corner of the support sections, this against the. relevant positioning surface 9, and a saw cut is performed in which the saw 3 is passed through the guide 21. In the case of miter sawing to form an outer corner, as in Figure 7, the profile is placed against the outer corner of the support sections, this against the relevant positioning surface 12, and the guide 21 is also used to realize the cut.

vv

Uit het voorgaande volgt dat een voordeel van de uitvinding erin bestaat dat de gebruiker onmiddellijk waarneemt tegen welke zijde een werkstuk 2 moet worden geplaatst om een verstek volgens een binnenhoek of een verstek volgens een buitenhoek te realiseren, namelijk op een overeenstemmende wijze tegen de binnenhoek of buitenhoek die door de steungedeelten 7-8 wordt gevormd.It follows from the foregoing that an advantage of the invention is that the user immediately senses on which side a workpiece 2 has to be placed in order to realize a miter according to an inner corner or an miter according to an outer corner, namely in a corresponding manner against the inner corner or outer corner formed by the support portions 7-8.

Opgemerkt wordt dat onder “positioneervlakken voor een buitenhoek” normalerwijze de vlakken worden verstaan waartegen een profiel of dergelijke met zijn rugzijde moet worden geplaatst om een zaagsnede te verkrijgen voor het vormen van een buitenhoek aan dat deel dat tegen het betreffend positioneervlak aanligt. Dit sluit echter niet uit dat bij het gebruik van een dergelijk positioneervlak ook een binnenhoek kan worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door het profiel met zijn sierzijde tegen zulk positioneervlak te plaatsen, of door het afgezaagde gedeelte aan te wenden dat vrij uitsteekt, met andere woorden dus niet het gedeelte dat zich van de zaagsnede naar het positioneervlak uitstrekt, doch het gedeelte dat zich vanaf het zaagvlak in de andere richting uitstrekt. Een analoge opmerking is van toepassing voor het gebruik van de “positioneervlakken voor een binnenhoek”, die dan voor een buitenhoek kunnen worden aangewend.It is noted that "positioning surfaces for an outer corner" is normally understood to mean the surfaces against which a profile or the like must be placed with its backside in order to obtain a cut for forming an outer corner on that part which abuts against the relevant positioning surface. However, this does not preclude the use of such a positioning surface that an inner corner can also be realized, for example by placing the profile with its decorative side against such positioning surface, or by using the sawn-off part that protrudes freely, in other words not the part that extends from the saw cut to the positioning surface, but the part that extends from the saw surface in the other direction. An analogous remark applies to the use of the "positioning surfaces for an inner corner", which can then be used for an outer corner.

Figuur 8 illustreert hoe het voornoemde werkstuk 2 haaks kan worden doorgezaagd. Het werkstuk wordt hierbij gepositioneerd tegen de steunvlakken 18-19, terwijl dan bij het zagen de geleiding 28 wordt aangewend om de zaag 3 te geleiden. Ook is het niet uitgesloten om in bepaalde toepassingen de zaag 3 hierbij zodanig te positioneren dat zij gelijktijdig door beide geleidingen 21 en 28 wordt geleid.Figure 8 illustrates how the aforementioned workpiece 2 can be cut at right angles. The workpiece is hereby positioned against the supporting surfaces 18-19, while during sawing the guide 28 is used to guide the saw 3. It is also not excluded in certain applications to position the saw 3 in such a way that it is guided simultaneously through both guides 21 and 28.

Het is duidelijk dat de geleiding 28 zich haaks op het voornoemde positioneervlak 17 uitstrekt.It is clear that the guide 28 extends perpendicular to the aforementioned positioning surface 17.

Figuren 9, 10 en 11 geven zichten weer gelijkaardig aan deze van de figuren 6 tot 8, doch voor het zagen van een eerder gebogen profiel, zoals een kroonlijst.Figures 9, 10 and 11 again show views similar to those of Figures 6 to 8, but for sawing a previously bent profile, such as a cornice.

Opgemerkt wordt dat de steungedeelten 7 en 8 zoals weergegeven bij voorkeur uit lichamen bestaan die met uitzondering van de basis 4 op geen andere wijze met elkaar verbonden zijn. Dit sluit echter niet uit dat, volgens een niet weergegeven variante, bijvoorbeeld beide steungedeelten 7-8 boven de basis met elkaar verbonden kunnen zijn, of beide deel kunnen uitmaken van éénzelfde onderdeel van de opbouw.It is noted that the support sections 7 and 8 as shown preferably consist of bodies which are not interconnected in any other way with the exception of the base 4. However, this does not exclude the possibility that, according to a variant (not shown), both support parts 7-8 may be connected to each other above the base, or both may form part of one and the same component of the structure.

Figuren 12 tot 14 geven een hulpinrichting 1 voor het bewerken van langwerpige werkstukken 2, meer speciaal voor het verzagen ervan, weer, die aan het vierde aspect van de uitvinding beantwoordt.Figures 12 to 14 show an auxiliary device 1 for processing elongated workpieces 2, more particularly for sawing them, which corresponds to the fourth aspect of the invention.

De hulpinrichting van figuren 12 tot 14 bevat een basis 4 en een opbouw 5. De basis 4 bestaat uit een plaat, terwijl de opbouw 5, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk en, anderzijds, geleidingsmiddelen voor een zaag bevat, waarbij de positioneèrmiddelen en de geleidingsmiddelen minstens toelaten om een werksjtuk onder verstek te zagen.The auxiliary device of figures 12 to 14 comprises a base 4 and a structure 5. The base 4 consists of a plate, while the structure 5 comprises, on the one hand, positioning means for a workpiece and, on the other hand, guide means for a saw, the positioning means and the at least allow guiding means to miter a work piece.

De positioneermiddelen worden gevormd door een positioneervlak 33.The positioning means are formed by a positioning surface 33.

De geleidingsmiddelen voor een zaag, welke hier algemeen ook met referentie 20 zijn aangeduid, bevatten drie aan de opbouw gevormde geleidingen, respectievelijk een eerste geleiding 34 loodrecht op het positioneervlak 33 en een tweede en derde geleiding, respectievelijk 35 en 36, die een hoek van 45° met het positioneervlak maken.The guide means for a saw, which are here also generally referred to by reference 20, comprise three guides formed on the structure, a first guide 34 perpendicular to the positioning surface 33 and a second and third guide, respectively 35 and 36, which have an angle of Make 45 ° with the positioning surface.

De opbouw 5 is in het weergegeven voorbeeld hiertoe samengesteld uit een rechtopstaand prismatisch lichaam 37, waarvan één zijde 38 het voornoemde positioneervlak 33 vormt. De voornoemde eerste geleiding 34 wordt gevormd door een gleuf die loodrecht op het positioneervlak 33 staat en het lichaam 37 in twee aparte delen 39-40 verdeelt. De tweede en derde geleidingen worden gevormd door de zijwanden 41-42 van het lichaam, alsmede door stangen 43-44-45 die zich op een geringe afstand van deze zijwanden 41-42 bevinden. Hierbij is minstens de stang 44 uitneembaar in de basis 4 bevestigd.To this end, the superstructure 5 is composed of an upright prismatic body 37, one side 38 of which forms the aforementioned positioning surface 33. The aforementioned first guide 34 is formed by a slot which is perpendicular to the positioning surface 33 and divides the body 37 into two separate parts 39-40. The second and third guides are formed by the side walls 41-42 of the body, as well as by rods 43-44-45 which are situated at a small distance from these side walls 41-42. In this case, at least the rod 44 is removably mounted in the base 4.

Het bijzondere hierbij bestaat erin dat de geleidingsmiddelen 20 minstens één geleiding voor een zaag bevatten, die toelaat onder verstek te zagen, die zich gemeten aan één zijde van het positioneervlak 33 in de lengte over een afstand L1 van minstens 4 cm en in de hoogte over een afstand, of dus hoogte, H1 van minstens 5 cm uitstrekt, hetgeen de in de inleiding genoemde voordelen oplevert. In het weergegeven voorbeeld beantwoorden beide geleidingen 35 en 36 aan dit criteria.The special feature here is that the guide means 20 comprise at least one guide for a saw, which makes it possible to cut with a miter, which is measured on one side of the positioning surface 33 in the length over a distance L1 of at least 4 cm and in height over a distance, or thus a height, of H1 of at least 5 cm, which provides the advantages mentioned in the introduction. In the example shown, both guides 35 and 36 meet this criteria.

Beter nog bedraagt L1 minstens 5 cm.Even better, L1 is at least 5 cm.

Bij voorkeur zal H1 zelfs aanzienlijk groter zijn dan 5cm en minstens 10 cm, en beter nog minstens 13 cm bedragen, en nog beter minstens 15 cm bedragen.Preferably, H1 will even be considerably larger than 5 cm and at least 10 cm, and more preferably at least 13 cm, and even better at least 15 cm.

Zoals weergegeven kunnen in de zijwanden 41-42 uitsparingen 46-47 worden voorzien, die zoals schematisch afgebeeld in figuur 13 vergemakkelijken om een spanelement 48, zoals een lijmtahg, op het lichaam te plaatsen om een werkstuk 2 tegen het positioneervlak aan te spannen. In figuur 14 is schematisch een alternatief afgebeeld met een verschuifbaar en inklembaar aandrukelement 49 waarmee een werkstuk 2 tegen het positioneervlak 33 kan worden vastgehouden.As shown, recesses 46-47 can be provided in the side walls 41-42, which, as shown diagrammatically in Figure 13, facilitate placing a tensioning element 48, such as a glue tongue, on the body to tension a workpiece 2 against the positioning surface. Figure 14 schematically shows an alternative with a slidable and clampable pressing element 49 with which a workpiece 2 can be held against the positioning surface 33.

Het gebruik van de hulpinrichting kan eenvoudig uit figuur 13 worden afgeleid. Bij het haaks zagen wordt de pen 44 verwijderd en een zaagsnede verwezenlijkt met behulp van de geleiding 34. Bij het verzagen onder verstek wordt één van de geleidingen 35 of 36 aangewend, waarbij de pen 44 dan wel aanwezig is.The use of the auxiliary device can easily be deduced from Figure 13. When cutting at right angles, the pin 44 is removed and a saw cut is realized with the aid of the guide 34. When mitered, one of the guides 35 or 36 is used, with the pin 44 being present.

In de bovenzijde van de basis kunnen ook weer gleuven 50 van geringe dikte aanwezig . zijn, om het volledig doorzagen van een werkstuk te vergemakkelijken.Slots 50 of small thickness can also be present in the top of the base. to facilitate the complete cutting of a workpiece.

Figuur 15 geeft een variante weer waarbij de voornoemde stangen door lichamen 51-52 vervangen zijn.Figure 15 shows a variant in which the aforementioned rods have been replaced by bodies 51-52.

Opgemerkt wordt dat in alle uitvoeringsvormen bij voorkeur met vast opgestelde positioneervlakken wordt gewerkt. Hiermede wordt bedoeld dat zij welbepaalde posities innemen en dus niet regelbaar zijn. Dit sluit echter niet uit dat bepaalde delen waaraan één of meer positioneervlakken aanwezig zijn losmaakbaar zijn, bijvoorbeeld ten opzichte van de basis, bijvoorbeeld om de hulpinrichting in een verpakking aan te brengen en/of weg te bergen en/of te transporteren.It is noted that in all embodiments, preferably, fixed positioning surfaces are used. This means that they occupy certain positions and are therefore not adjustable. However, this does not preclude certain parts on which one or more positioning surfaces are present being releasable, for example relative to the base, for instance for arranging the auxiliary device in a package and / or storing and / or transporting it.

Dit laatste is uitsluitend bij wijze van voorbeeld schematisch in figuur 15 afgebeeld, waarbij de delen 39-40 en de lichamen 51-52 in zittingen 53-54-55-56 in de basis geplaatst zijn, waarin zij bijvoorbeeld vastgeklikt of ingeklemd zijn, en eventueel terug uitneembaar zijn. Het is duidelijk dat de hulpinrichting 1 als dusdanig dan ook het voornoemd vijfde aspect van de uitvinding toepast.The latter is shown schematically in FIG. 15 by way of example only, wherein the parts 39-40 and the bodies 51-52 are placed in seats 53-54-55-56 in the base in which they are, for example, clicked or clamped in, and may be removable. It is clear that the auxiliary device 1 as such also applies the aforementioned fifth aspect of the invention.

Het is duidelijk dat wanneer het vijfde aspect op de uitvoering van figuren 1 tot 11 zou worden toegepast, het geheel dan bij voorkeur zodanig is opgevat dat de steungedeelten 7 en 8 als afzonderlijke lichamen uitgevoerd zijn die dan op de basis kunnen worden aangebracht en bij voorkeur ook terug ervan verwijderd kunnen worden. De bevestiging op de basis kan op eender welke wijze geschieden, bijvoorbeeld door inklemming, door middel van in elkaar snappende delen of met behulp van bevestigingsmiddelen, zoals schroeven of dergelijke.It is clear that if the fifth aspect were to be applied to the embodiment of figures 1 to 11, the whole is then preferably designed such that the supporting parts 7 and 8 are designed as separate bodies which can then be arranged on the base and preferably can also be removed from it. The attachment to the base can be done in any way, for example by clamping, by means of snapping into parts or by means of fixing means, such as screws or the like.

Het is duidelijk dat een hulpelement volgens de uitvinding uit eender welk geëigend materiaal kan worden vervaardigd, ongeacht volgens welk van de voornoemde aspecten het is uitgevoerd. Bijzonder geëigend zijn kunststof en MDF (Medium Density Fibre board) of HDF (High Density Fibre board). De gebruikte kunststof kan bijvoorbeeld vezelversterkt zijn. Combinaties van verschillende materialen zijn niet uitgesloten. In het geval van kunststof kan het geheel, of kunnen bepaalde samenstellende delen ervan bijvoorbeeld als spuitgietstukken worden gerealiseerd.It is clear that an auxiliary element according to the invention can be manufactured from any suitable material, irrespective of which of the aforementioned aspects it is designed. Plastic and MDF (Medium Density Fiber board) or HDF (High Density Fiber board) are particularly suitable. The plastic used can, for example, be fiber-reinforced. Combinations of different materials are not excluded. In the case of plastic, the whole or certain component parts thereof can be realized, for example, as injection-molded parts.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke hulpinrichting kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the embodiments described by way of example and shown in the figures, but such auxiliary device can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.

Claims (15)

1. Hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken (2), die minstens bestaat uit een basis (4) en een opbouw (5), waarbij de hulpinrichting (1) tevens, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk (2) en, anderzijds, geleidingsmiddelen (20) voor een zaag (3) bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen toelaten om een werkstuk (2) volgens minstens twee richtingen te verzagen, respectievelijk schuin onder hoek ten opzichte van zijn langsrichting en haaks op zijn langsrichting, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen (20) voor het schuin onder hoek zagen als voor het haaks zagen van de profielen een gemeenschappelijk zaagvlak (29) definiëren, terwijl de positioneermiddelen minstens twee vast gedefinieerde aan de opbouw (5) aanwezige positioneervlakken (9-10-11-12; 17) omvatten respectievelijk schuin ten opzichte van het zaagvlak voor het positioneren van een werkstuk (2) om het schuin onder hoek te zagen en haaks op het zaagvlak voor het positioneren van een werkstuk (2) om het haaks af tè zagen.Auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces (2), comprising at least a base (4) and a structure (5), wherein the auxiliary device (1) also, on the one hand, provides positioning means for comprises a workpiece (2) and, on the other hand, guide means (20) for a saw (3), wherein the positioning means and the guide means allow to saw a workpiece (2) in at least two directions, respectively at an angle to its longitudinal direction and perpendicular to its longitudinal direction, characterized in that the guide means (20) for oblique sawing define as for the angular sawing of the profiles a common sawing surface (29), while the positioning means are provided with at least two fixedly defined structures on the structure (5) positioning surfaces (9-10-11-12; 17) comprise respectively obliquely with respect to the sawing surface for positioning a workpiece (2) about the obliquely to be cut at an angle and perpendicular to the saw surface for positioning a workpiece (2) to cut it off at right angles. 2. Hulpinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen meerdere positioneervlakken voor het positioneren van een werkstuk (2) om het schuin onder hoek te zagen, bevat, waaronder enerzijds minstens één positioneervlak (9-10) dat bedoeld is voor het afzagen van werkstukken onder verstek voor het vormen van een binnenhoek als minstens één positioneervlak (11-12) dat bedoeld is voor het afzagen van werkstukken onder verstek voor het vormen van een buitenhoekAuxiliary device according to claim 1, characterized in that the positioning means comprise a plurality of positioning surfaces for positioning a workpiece (2) for oblique cutting, including on the one hand at least one positioning surface (9-10) intended for sawing off mitred workpieces for forming an inner corner as at least one positioning surface (11-12) intended for sawing off workpieces by default for forming an outer corner 3. Hulpinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de opbouw (5) twee onder hoek opgestelde steungedeelten (7-8) bevat, die gevormd zijn door twee rechtopstaande lichamen, die onderling een hoek maken en waaraan zowel aan de · zijden (13-14) ervan die de binnenhoek vormen, als de zijden (15-16) ervan die de buitenhoek vormen positioneervlakken (9-10-11-12) aanwezig zijn om werkstukken (2) te positioneren ten einde ze onder verstek af te zagen. 4, - Hulpinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de steungedeelten (7-8) bestaan uit op hun zijkant geplaatste vast opgestelde latvormige lichamen. 5, - Hulpinrichting volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat het positioneerviak voor het haaks afzagen van de werkstukken (2) gevormd is door steunpunten of steunvlakken (18-19) die zich aan de van elkaar weg gerichte uiteinden van de steungedeeiten (7-8) bevinden. 6, - Hulpinrichting volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat geleidingsmiddelen (20) minstens een geleiding (21) omvatten welke zich op de plaats bevindt waar de steungedeelten (7-8) onder hoek bij elkaar komen. 7, - Hulpinrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde geleiding (21) en/of positioneervlakken (9-10-11-12) aan de voornoemde steungedeelten een hoogte vertonen van minstens 10 cm, en bij voorkeur minstens 13 cm en beter nog minstens 15 cm. 8, - Hulpinrichting volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de geleiding (21) gevormd wordt door de naar elkaar gerichte uiteinden van de steungedeelten (7-8) zelf. 9, - Hulpinrichting volgens één van de conclusies 3 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de twee steungedeelten (7r8) onderling zodanig opgesteld zijn dat de positioneervlakken onderling een hoek (A) van 90° maken, terwijl de geleidingsmiddelen één of meer geleidingen (21, 28) omvatten die een zaagvlak definiëren dat met de bissectrice van voornoemde hoek (A) samenvalt. 10, - Hulpinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen (20) een supplementaire geleiding (28) bevatten, die in de voornoemde basis (4) is aangebracht. • / 11, - Hülpinrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de supplementaire geleiding (28) bestaat uit een doorgaande gleuf, 12, - Hulpinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de basis (4) zich uitstrekt tot onder de betreffende positioneervlakken (9-10-11-12-17) om zodoende een steun naar onderen aan werkstuk (2) te bieden, waarbij deze basis (4) bij voorkeur bestaat uit een plaat. 13, - Hulpinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen (20) een geleiding voor een zaag bevatten die zich in de lengte over een afstand van minstens 4 cm en in de hoogte over een hoogte van minstens 5 cm uitstrekt. 14, - Hulpinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen die zich in de opbouw bevinden, éénzijdig ten opzichte van een te zagen werkstuk (2) zijn uitgevoerd. 15, - Hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken (2), die minstens bestaat uit een basis (4) en een opbouw (5), waarbij de hulpinrichting (1) tevens, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk (2) en, anderzijds, geleidingsmiddelen (20) voor een zaag bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen (20) toelaten om een werkstuk (2) onder verstek te zagen, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde opbouw (5) minstens twee onder hoek opgestelde steungedeelten (7-8) bevat; dat de positioneermiddelen minstens twee zich onder hoek bevindende positioneervlakken (9-10-11-12) omvatten die ieder aan één van de voornoemde steungedeelten (7-8) aanwezig zijn; en dat de voornoemde geleidingsmiddelen (20) een gleufvormige geleiding (21) omvaten waarvan de wanden, welke als geleidingsvlakken (22-23) fungeren, gevormd worden door de naar elkaar gerichte uiteinden van de voornoemde twee steungedeelten (7-8). 16, - Hulpinrichting volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de opbouw (5) twee ónder hoek opgestelde steungedeelten (7-8) bevat, die gevormd zijn door twee rechtopstaande lichamen, die onderling een hoek maken en waaraan zowel aan de zijden (13-14) ervan die de binnenhoek vormen, als de zijden (15-16) ervan die de buitenhoek vormen positioneervlakken (9-10-11-12) aanwezig zijn om werkstukken (2) te positioneren ten einde ze onder verstek af te zagen.Auxiliary device according to claim 1 or 2, characterized in that the superstructure (5) comprises two angled support sections (7-8), which are formed by two upright bodies, which make an angle with each other and on which both on the sides ( 13-14) thereof forming the inner corner, if the sides (15-16) thereof forming the outer corner are present positioning surfaces (9-10-11-12) to position workpieces (2) in order to miterly cut them off . Auxiliary device according to claim 3, characterized in that the support sections (7-8) consist of fixedly arranged lath-shaped bodies placed on their side. Auxiliary device according to claim 3 or 4, characterized in that the positioning surface for the square cutting of the workpieces (2) is formed by supporting points or supporting surfaces (18-19) which are situated at the mutually opposite ends of the supporting sections (7). -8). Auxiliary device according to one of claims 3 to 5, characterized in that guide means (20) comprise at least one guide (21) which is located at the place where the support sections (7-8) meet at an angle. Auxiliary device according to claim 6, characterized in that the above-mentioned guide (21) and / or positioning surfaces (9-10-11-12) on the above-mentioned support sections have a height of at least 10 cm, and preferably at least 13 cm and better at least 15 cm. Auxiliary device according to claim 6 or 7, characterized in that the guide (21) is formed by the mutually facing ends of the support sections (7-8) themselves. Auxiliary device according to one of claims 3 to 8, characterized in that the two support sections (7r8) are arranged mutually such that the positioning surfaces mutually make an angle (A) of 90 °, while the guide means comprises one or more guides (21, 28) comprising defining a saw plane that coincides with the bisector of said angle (A). Auxiliary device according to one of the preceding claims, characterized in that the guide means (20) comprise an additional guide (28) arranged in the aforementioned base (4). Help device according to claim 10, characterized in that the supplementary guide (28) consists of a continuous slot, 12 help device according to one of the preceding claims, characterized in that the base (4) extends below the respective positioning surfaces (9-10-11-12-17) so as to provide a downward support for workpiece (2), this base (4) preferably consisting of a plate. Auxiliary device according to one of the preceding claims, characterized in that the guide means (20) comprise a guide for a saw which extends longitudinally over a distance of at least 4 cm and vertically over a height of at least 5 cm. Auxiliary device according to one of the preceding claims, characterized in that the guide means which are located in the structure are designed on one side with respect to a workpiece (2) to be cut. Auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces (2), which consists at least of a base (4) and a structure (5), the auxiliary device (1) also, on the one hand, positioning means for a workpiece (2) and, on the other hand, comprises guide means (20) for a saw, wherein the positioning means and the guide means (20) allow to miter-cut a workpiece (2), characterized in that the aforementioned structure (5) is at least includes two angled support portions (7-8); in that the positioning means comprise at least two angled positioning surfaces (9-10-11-12), each of which is present on one of the aforementioned support sections (7-8); and that said guide means (20) comprise a slot-shaped guide (21) whose walls, which act as guide surfaces (22-23), are formed by the mutually facing ends of the aforementioned two support sections (7-8). Auxiliary device according to claim 15, characterized in that the superstructure (5) comprises two support sections (7-8) arranged at an angle, which are formed by two upright bodies which form an angle with one another and to which both on the sides (13-) 14) thereof which form the inner corner, if the sides (15-16) thereof which form the outer corner are positioning surfaces (9-10-11-12) for positioning workpieces (2) in order to miterly cut them off. 17. Hulpinrichting volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen een positioneervlak (17) bevatten voor het haaks afzagen van een werkstuk (2), waarbij dit positioneervlak (17) gevormd is door steunpunten of steunvlakken (18-19) die zich aan de van elkaar weg gerichte uiteinden van de steungedeelten (7-8) bevinden.Auxiliary device according to claim 15 or 16, characterized in that the positioning means comprise a positioning surface (17) for perpendicular cutting of a workpiece (2), said positioning surface (17) being formed by supporting points or supporting surfaces (18-19) at the ends of the supporting sections (7-8) facing away from each other. 18. Hulpinrichting volgens één van de conclusies 15 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen (20) een supplementaire geleiding (28) bevatten, die in de voornoemde basis (4) is aangebracht en die bestaat uit een doorgaande gleuf.Auxiliary device according to one of claims 15 to 17, characterized in that the guide means (20) comprise an additional guide (28) which is arranged in the aforementioned base (4) and which consists of a continuous slot. 19. Hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken (2), die minstens bestaat uit een basis (4) en een opbouw (5), waarbij de hulpinrichting (1) tevens, enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk (2) en, anderzijds, geleidingsmiddelen (20) voor een zaag (3) bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen (20) toelaten om een werkstuk (2) onder verstek te zagen, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde opbouw (5) minstens twee onder hoek opgestelde steungedeelten (7-8) bevat; dat de positioneermiddelen minstens twee zich onder hoek bevindende positioneervlakken (9-10-11-12) omvatten die ieder aan één van de voornoemde steungedeelten (7-8) aanwezig zijn; dat de voornoemde geleidingsmiddelen (20) minstens twee geleidingen bezitten, respectievelijk een eerste geleiding (21) die tussen de voornoemde twee steungedeelten (7-8) gesitueerd is en een tweede geleiding (28), welke in de voornoemde basis (4) is aangebracht.19. Auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces (2), which consists at least of a base (4) and a structure (5), wherein the auxiliary device (1) also, on the one hand, provides positioning means for comprises a workpiece (2) and, on the other hand, guide means (20) for a saw (3), wherein the positioning means and the guide means (20) allow to miter-cut a workpiece (2), characterized in that the aforementioned structure (5) ) comprises at least two support sections (7-8) arranged at an angle; in that the positioning means comprise at least two angled positioning surfaces (9-10-11-12), each of which is present on one of the aforementioned support sections (7-8); that the above-mentioned guide means (20) have at least two guides, respectively a first guide (21) which is situated between the aforementioned two support sections (7-8) and a second guide (28) which is arranged in the above-mentioned base (4) . 20. Hulpinrichting volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen een positioneervlak (17) bevatten voor het haaks afzagen van een werkstuk (2), waarbij dit positioneervlak (17) gevormd is door steunpunten of steunvlakken (18-19) die zich aan de van elkaar weg gerichte uiteinden van de steungedeelten (7-8) bevinden; en dat de voornoemde tweede geleiding (28) bestaat uit een doorgaande gleuf in de basis (4) die zich loodrecht op het positioneervlak (17) uitstrekt.Auxiliary device according to claim 19, characterized in that the positioning means comprise a positioning surface (17) for sawing a workpiece (2) at right angles, said positioning surface (17) being formed by supporting points or supporting surfaces (18-19) which adhere to the opposite ends of the support sections (7-8) facing away from each other; and that said second guide (28) consists of a through slot in the base (4) extending perpendicular to the positioning surface (17). 21. Hulpinrichting volgens conclusie 19 of 20, daardoor gekenmerkt dat daardoor gekenmerkt, dat de voornoemde steungedeelten (7-8) gevormd zijn door twee rechtopstaande lichamen, die onderling een hoek maken en waaraan zowel aan de zijden (13-14) ervan die de binnenhoek vormen, als de zijden (15-16) ervan die de buitenhoek vormen positioneervlakken (9-10-11-12) aanwezig zijn om werkstukken (2) te positioneren ten einde ze onder verstek af te zagen.Auxiliary device according to claim 19 or 20, characterized in that the aforementioned support sections (7-8) are formed by two upright bodies which form an angle with each other and on which both on the sides (13-14) thereof which forming an inner corner, if the sides (15-16) thereof forming the outer corner are positioning surfaces (9-10-11-12) for positioning workpieces (2) in order to miterly cut them off. 22. Hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken (2), die minstens bestaat uit een basis (4) en een opbouw (5), waarbij de hulpinrichting (1) en meer speciaal de opbouw (5), enerzijds, positioneermiddelen voor een werkstuk (2) en, anderzijds, geleidingsmiddelen voor een zaag bevat, waarbij de positioneermiddelen en de geleidingsmiddelen toelaten om een werkstuk (2) onder verstek te zagen, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen (20) een geleiding (21) voor een zaag (3) bevatten die zich in de lengte over een afstand van minstens 4 cm en in de hoogte over een hoogte van minstens 5 cm uitstrekt.Auxiliary device for machining elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces (2), consisting at least of a base (4) and a superstructure (5), the auxiliary device (1) and more particularly the superstructure ( 5) comprises, on the one hand, positioning means for a workpiece (2) and, on the other hand, guide means for a saw, wherein the positioning means and the guide means allow to miter-cut a workpiece (2), characterized in that the guide means (20) guide (21) for a saw (3) extending longitudinally over a distance of at least 4 cm and vertically over a height of at least 5 cm. 23. Hulpinrichting volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde hoogte minstens 10 cm, en beter minstens 13 cm en nog beter minstens 15 cm bedraagtAuxiliary device according to claim 22, characterized in that the aforementioned height is at least 10 cm, and more preferably at least 13 cm and even better at least 15 cm 24. Hulpinrichting volgens conclusie 22 of 23, daardoor gekenmerkt dat zij drie geleidingen (34-35-36) voor een zaag (3) bezit die op éénzelfde positioneervlak (33) uitgeven, waarbij alle geleidingsmiddelen, meer speciaal geleidingen (34-35-36) zich eenzijdig ten opzichte van het positioneervlak bevinden.Auxiliary device according to claim 22 or 23, characterized in that it has three guides (34-35-36) for a saw (3) which issue on the same positioning surface (33), wherein all the guide means, more specifically guides (34-35-) 36) are one-sided with respect to the positioning surface. 25. Hulpinrichting volgens één van de conclusies 22 tot 24, daardoor gekenmerkt dat zij verder is uitgevoerd zoals beschreven in één van de conclusies 1 tot 21.Auxiliary device according to one of claims 22 to 24, characterized in that it is further designed as described in one of claims 1 to 21. 26. Hulpinrichting voor het bewerken van langwerpige werkstukken, meer speciaal voor het verzagen van langwerpige werkstukken (2), die minstens bestaat uit een basis (4) en een opbouw (5), waarbij deze opbouw hoofdzakelijk bestaat uit één of meer gedeelten, zoals steungedeelten (7-8) of delen (39-40) die samen een lichaam (37) vormen, waarbij deze gedeelten één of meer positioneervlakken voor een werkstuk (2) definiëren, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde één of meer gedeelten als afzonderlijke delen, zijn uitgevoerd die op of aan de basis (4) kunnen worden gemonteerd.Auxiliary device for processing elongated workpieces, more particularly for sawing elongated workpieces (2), which consists at least of a base (4) and a structure (5), said structure mainly consisting of one or more parts, such as supporting parts (7-8) or parts (39-40) which together form a body (37), said parts defining one or more positioning surfaces for a workpiece (2), characterized in that the aforementioned one or more parts as separate parts, are designed that can be mounted on or on the base (4). 27. Hulpinrichting volgens conclusie 27, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde één of meer gedeelten bestaan uit van de basis losmaakbare en hermonteerbare delen.Auxiliary device according to claim 27, characterized in that the aforementioned one or more parts consist of parts detachable and remountable from the base. 28. Hulpinrichting volgens één van de conclusies 26 of 27, daardoor gekenmerkt dat zij verder is uitgevoerd zoals beschreven in één van de conclusies 1 tot 25.Auxiliary device according to one of claims 26 or 27, characterized in that it is further designed as described in one of claims 1 to 25.
BE2009/0647A 2009-10-21 2009-10-21 AUXILIARY DEVICE FOR MACHINING LONG-TERM WORKS. BE1018972A3 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0647A BE1018972A3 (en) 2009-10-21 2009-10-21 AUXILIARY DEVICE FOR MACHINING LONG-TERM WORKS.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900647 2009-10-21
BE2009/0647A BE1018972A3 (en) 2009-10-21 2009-10-21 AUXILIARY DEVICE FOR MACHINING LONG-TERM WORKS.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018972A3 true BE1018972A3 (en) 2011-12-06

Family

ID=42174478

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0647A BE1018972A3 (en) 2009-10-21 2009-10-21 AUXILIARY DEVICE FOR MACHINING LONG-TERM WORKS.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018972A3 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2511517A (en) * 2013-03-05 2014-09-10 Louie Martin A Coving Mitre

Citations (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US345590A (en) * 1886-07-13 Miter-box
US2220794A (en) * 1939-03-13 1940-11-05 Clarence H Pearce Miter and framing tool
US2881812A (en) * 1957-05-27 1959-04-14 John W Alumbaugh Sliding material guide for table saws
US2908300A (en) * 1958-04-25 1959-10-13 Roy C Hahn Combined miter box and corner clamp
GB1358251A (en) * 1971-04-19 1974-07-03 Wynn G W Location apparatus
US4095500A (en) * 1977-01-28 1978-06-20 Rouse William W Angle cutting guide
US4218947A (en) * 1979-03-23 1980-08-26 Joseph Laviola Mitre box
US4317562A (en) * 1980-04-30 1982-03-02 Thibodaux Robert J Miter board accessory for table saws and the like
GB2107634A (en) * 1981-10-21 1983-05-05 Stanley Works Molded frame maker mitre box with clamps
GB2185436A (en) * 1986-01-22 1987-07-22 Alan Cunnick Mitre cutting cramp
US6237459B1 (en) * 1999-09-22 2001-05-29 Duramax, Inc. Corner making tool
US20050217444A1 (en) * 2004-03-30 2005-10-06 Tien-Min Li Guide and clamp device for positioning workpieces

Patent Citations (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US345590A (en) * 1886-07-13 Miter-box
US2220794A (en) * 1939-03-13 1940-11-05 Clarence H Pearce Miter and framing tool
US2881812A (en) * 1957-05-27 1959-04-14 John W Alumbaugh Sliding material guide for table saws
US2908300A (en) * 1958-04-25 1959-10-13 Roy C Hahn Combined miter box and corner clamp
GB1358251A (en) * 1971-04-19 1974-07-03 Wynn G W Location apparatus
US4095500A (en) * 1977-01-28 1978-06-20 Rouse William W Angle cutting guide
US4218947A (en) * 1979-03-23 1980-08-26 Joseph Laviola Mitre box
US4317562A (en) * 1980-04-30 1982-03-02 Thibodaux Robert J Miter board accessory for table saws and the like
GB2107634A (en) * 1981-10-21 1983-05-05 Stanley Works Molded frame maker mitre box with clamps
GB2185436A (en) * 1986-01-22 1987-07-22 Alan Cunnick Mitre cutting cramp
US6237459B1 (en) * 1999-09-22 2001-05-29 Duramax, Inc. Corner making tool
US20050217444A1 (en) * 2004-03-30 2005-10-06 Tien-Min Li Guide and clamp device for positioning workpieces

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2511517A (en) * 2013-03-05 2014-09-10 Louie Martin A Coving Mitre
WO2014135836A1 (en) * 2013-03-05 2014-09-12 Martin Louie Christopher Yanton Morgan A coving mitre
GB2526504A (en) * 2013-03-05 2015-11-25 Ronald Owthwait Martin A coving mitre
GB2526504B (en) * 2013-03-05 2020-01-22 Owthwait Martin Ronald A coving mitre

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9120205B2 (en) Adjustable track clamp
US5067537A (en) Fixture for hinge mortise
US9802332B2 (en) Router jig for cutting decorative profiles
US20120079931A1 (en) Track Saw System
US8230611B1 (en) Straight edge clamping device having connection lock
US4905745A (en) Woodcutting guide
BE1018972A3 (en) AUXILIARY DEVICE FOR MACHINING LONG-TERM WORKS.
US10875109B1 (en) Adaptive cutting system
US4128118A (en) Tooling jig
US20090206536A1 (en) Tile retaining article
US6898864B2 (en) Locking tapered sliding dovetail joint and tool and method for making the joint
GB2210580A (en) Mitre joint cutting guide
US4041824A (en) Location apparatus
WO2008050326A1 (en) Crown miter box
GB2195950A (en) Saw block
US20180036849A1 (en) Cutting guide
US6898863B2 (en) Locking tapered sliding dovetail joint and tool and method for making the joint
US20060123962A1 (en) Portable saw guide
US10632784B2 (en) Support surface for constructing stained glass
US20110226104A1 (en) Tool guide
US7197833B1 (en) Framing square jig
GB2272666A (en) Clamping device for cutting skirting boards and doors
WO2010050312A1 (en) Ruler for tool
US20040123716A1 (en) Dual function cutting guide plate member for hand held power tools
GB2035862A (en) Wood- or metal-working vice