BE1018962A5 - Inrichting voor het maaien van bermen of het ruimen van grachten met een container op containercarrier. - Google Patents

Abstract

Een inrichting voor het maaien van bermen of het ruimen van grachten omvat een combinatie van een containercarrier (110,150), een container (110) op deze containercarrier, en een maai-afzuiginrichting (130) voor het maaien van bermen of een inrichting (400) voor het ruimen van grachten.

Description

INRICHTING VOOR HET MAAIEN VAN BERMEN OF HET RUIMEN VAN GRACHTEN MET EEN CONTAINER OP EEN CONTAINERCARRIER

Technisch gebied van de uitvinding

Onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor maaien van bermen of het ruimen van grachten waarbij gebruik wordt gemaakt van een container op een containercarrier. De containercarrier kan getrokken worden of een zelfrijdende containercarrier zijn

Stand van de techniek

Bermen, langs wegen, van autosnelwegen tot lokale wegen, en eveneens langs fietspaden, zijn meestal begroeid met planten, zoals grassen en allerhande onkruid. Een milieuvriendelijke manier om deze bermen te onderhouden bestaat erin deze planten te maaien en het maaisel ineens af te voeren. Hiervoor zijn inrichtingen bekend, die in deze tekst maai-afzuiginrichtingen voor het maaien van bermen worden genoemd, en die een maaibak die bevestigd is aan een maaiarm en een afzuiginrichting omvatten. Met de maaiarm wordt de maaibak gepositioneerd op de te maaien berm. De maaibak wordt over de berm bewogen en maait de berm. De afzuiginrichting omvat een ventilator, of turbine, die via een zuigslang is verbonden met de maaibak en die zo het maaisel onmiddellijk, tijdens het maaien, afzuigt en in een bak stort.

Er bestaan systemen met trekker en zelfrijdende systemen. In het eerste geval bevinden de maai-afzuiginrichting en de bak zich op een aanhangwagen die voortgetrokken wordt door b.v. een tractor, die langs de te maaien berm rijdt. Een zelfrijdend systeem heeft geen aparte trekker: de aandrijfeenheid, de cabine voor de operator, de maai-afzuiginrichting en de bak vormen hier één geheel, dat dus enigszins lijkt op een vrachtwagen zonder aanhangwagen. Verder bestaan er ook zelfrijdende systemen met aanhangwagen, waarbij de maai-afzuiginrichting zich op de trekker bevindt, die de bak op de aanhangwagen voorttrekt.

Vele bedrijven die in de zomer bermen maaien, zorgen in de winterperiode voor het ruimen van grachten. Grachten, bijvoorbeeld voor de afwatering van akkergronden of langsheen wegels, dreven, paden of wegen, geraken na verloop van tijd vervuild en eventueel verstopt. Dat gebeurt bijvoorbeeld door takken, bladeren, grassen, planten die in de grachten terechtkomen, en ook door grond of zand dat in de vorm van modder of slib wordt meegevoerd door het water dat door de gracht vloeit, en dat zich langzaam afeet op de grachtbodem.

In BE1017636A3 wordt een inrichting beschreven voor het ruimen van grachten. Het materiaal dat door deze inrichting wordt geruimd, wordt verzameld in een aanhangwagen met bak die wordt voortgetrokken door de inrichting voor het ruimen van grachten.

Als, in het geval van de maai-afzuiginrichting voor het maaien van bermen, de maaibak vol is, rijdt de operator van de maai-afeuiginrichting naar een locatie waar de bak geledigd wordt. De inrichting kan intussen echter niet productief werken.

Ook bij de inrichting voor het ruimen van grachten moet de bak geregeld geledigd worden, en dit betekent eveneens verlies aan productieve tijd.

Samenvatting van de uitvinding

Het is een doel van de uitvinding dit verlies van productieve tijd te vermijden, of het in alle geval sterk te verminderen.

Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een container op een containercarrier, in plaats van, zoals nu gebruikelijk is, een vaste bak die op een aanhangwagen is gemonteerd of die deel uitmaakt van een zelfrijdend systeem. Als de container vol is, zet de operator van de bermmaaiinrichting of van de inrichting voor het ruimen van grachten de volle container af, laadt hij een nieuwe, lege container op de containercarrier, en werkt hij meteen door. De volle container kan dan later opgehaald worden, of ook meteen, door eender welk voertuig met een containercarrier, b.v. een trekker met een containercarrier als aanhangwagen, of een vrachtwagen met containercarrier. De lege container kan klaarstaan op een tevoren afgesproken plaats, kan geleverd worden op afroep, enz. Op deze wijze kan de bermmaaiinrichting of de inrichting voor het ruimen van grachten voortdurend productief doorwerken. Een extra voordeel is dat het maaisel, of het geruimd materiaal, in de volle container meteen afgevoerd kan worden naar een locatie waar dit maaisel of geruimd materiaal overeenkomstig de wettelijke voorschriften gestockeerd of gestort mag worden.

Onder containercarrier wordt in deze tekst een inrichting verstaan die geschikt is voor het vervoer van een container over de weg, en die voorzien is van middelen om een container snel te kunnen opladen of afladen: een haakarm, kabels, kettingen, of andere middelen zoals bekend in de stand van de techniek. De containercarrier kan een getrokken containercarrier of zelfrijdend zijn. In het eerste geval omvat de containercarrier middelen, zoals b.v. een dissel, om getrokken te worden. De containercarrier kan dan als aanhangwagen door b.v. een tractor getrokken worden. In het tweede geval omvat de containercarrier zélf een aandrijving om over de weg voortbewogen te worden.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding omvat de uitvinding een combinatie van een containercarrier, een container op deze containercarrier, en een maai-afzuiginrichting voor het maaien van bermen.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding omvat de uitvinding een combinatie van een containercarrier, een container op deze containercarrier, en een inrichting voor het ruimen van grachten.

In beide gevallen wordt het doel van de uitvinding, met name tijdswinst voor het bedrijf dat bermen en grachten onderhoudt, bereikt door het gebruik van de container op de containercarrier.

De uitvinding omvat eveneens, volgens het eerste aspect ervan, een werkwijze voor het maaien van bermen, omvattende het maaien van een berm met een maaibak, het afzuigen van maaisel uit de maaibak door een afzuiginrichting, en het storten van het maaisel in een container op een containercarrier door de afzuiginrichting.

De uitvinding omvat verder, volgens het tweede aspect ervan, een werkwijze voor het ruimen van grachten, omvattende het ruimen van een gracht door een inrichting voor het ruimen van grachten, en het storten van geruimd materiaal, afkomstig van de inrichting voor het ruimen van grachten, in een container op een containercarrier door de inrichting voor het ruimen van grachten.

De uitvinding omvat verder het gebruik van een containercarrier en een container op deze containercarrier voor het opvangen van maaisel afkomstig van een bermmaaiinrichting, waarbij dit maaisel door de bermmaaiinrichting in de container wordt gestort.

Verder omvat de uitvinding het gebruik van een containercarrier en een container op deze containercarrier voor het opvangen van geruimd materiaal afkomstig van een inrichting voor het ruimen van grachten, waarbij dit geruimd materiaal door de inrichting voor het ruimen van grachten in de container wordt gestort.

Zoals vermeld kan de containercarrier in al deze gevallen ofwel een getrokken containercarrier ofwel een zelfrijdende containercarrier zijn. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de bermmaaiinrichting een maaiarm en een afzuigsysteem, die beide op de containercarrier zijn gemonteerd, vóór de container.

Indien de containercarrier over een haakarm beschikt, dan zijn de maaiarm en de afzuiginrichting bij voorkeur vóór de haakarm gemonteerd (d.w.z. aan de kant van de trekker in het geval van een getrokken containercarrier). Bovendien is de haakarm dan bij voorkeur in horizontale richting verplaatsbaar; een dergelijke haakarm is reeds bekend en wordt ook een schuifarm genoemd. In de winterperiode kan de haakarm dan verder naar de voorkant van de containercarrier verplaatst worden, zodat een langere container kan worden geladen, waarin dan het afval gestort kan worden afkomstig van een inrichting voor het ruimen van grachten.

Volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding bevat de containercarrier twee of meer assen. In de uitvoeringsvorm met drie assen zijn de wielen van de middelste as bij voorkeur bestuurbaar, voor het manoeuvreren met de containercarrier; hierbij worden de eerste en de derde as dan opgetild. In een andere uitvoeringsvorm met drie assen zijn de drie assen bestuurbaar.

Korte beschrijving van de figuren

Fig. 1 is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een combinatie van een getrokken containercarrier, een container op deze containercarrier, en een maai-afzuiginrichting voor het maaien van bermen waarbij de maai-afzuiginrichting op de containercarrier is gemonteerd.

Fig. 2 is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een combinatie van een zelfrijdende containercarrier, een container op deze containercarrier, en een maai-afzuiginrichting voor het maaien van bermen.

Fig. 3 is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een combinatie van een van een getrokken containercarrier, een container op deze containercarrier, en een maai-afzuiginrichting voor het maaien van bermen waarbij de maai-afzuiginrichting op de trekker is gemonteerd.

Fig. 4 is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een combinatie van een getrokken containercarrier, een container op deze containercarrier, en een inrichting voor het ruimen van grachten.

In de figuren verwijzen gelijke referentienummers naar gelijke of analoge elementen.

Uitvoeringsvormen

De huidige uitvinding zal beschreven worden aan de hand van bepaalde uitvoeringsvormen en met referentie naar bepaalde figuren. De uitvinding is echter hiertoe niet beperkt, maar ze is enkel beperkt door de beschermingsomvang van de conclusies. De figuren zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige elementen uitvergroot en niet op schaal getekend zijn voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met de actuele afmetingen van fysische uitvoeringsvormen.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en gelijkaardige termen enkel gebruikt om onderscheid te maken tussen verschillende gelijke elementen en beschrijven deze termen niet noodzakelijk een bepaalde sequentie, noch in tijd, noch in ruimte, rangorde, volgorde of op eender welke andere wijze. Het is duidelijk dat de termen onderling verwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven in een andere sequentie dan hierin beschreven of geïllustreerd kunnen functioneren.

Het dient opgemerkt dat de termen “bevatten” en “omvatten” niet opgevat moeten worden als zijnde beperkt tot de stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige die daarna vernoemd worden. Deze term sluit geen verdere stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige uit. Het duidt de aanwezigheid van stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige aan, maar sluit de aanwezigheid van één of meerdere stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige, of groepen van stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige niet uit. Dus de omvang van de uitdrukking “een inrichting bevattende A en B” is niet beperkt tot een inrichting die enkel uit A en B bestaat. Het betekent dat in het licht van de huidige uitvinding, de voor de uitvinding relevante componenten of elementen van de inrichting A en B zijn.

Een referentie naar “één” of “een” uitvoeringsvorm betekent dat specifieke kenmerken, eigenschappen of structuren beschreven in relatie tot die uitvoeringsvorm minstens geïntegreerd zijn in minstens één uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. Daarom verwijzen referenties naar “in een uitvoeringsvorm" of “in één uitvoeringsvorm” in verschillende delen van de beschrijving niet noodzakelijkerwijze naar dezelfde uitvoeringsvorm, al kunnen zij wel naar dezelfde uitvoeringsvorm verwijzen. Verder kunnen de specifieke kenmerken, eigenschappen of structuren gecombineerd worden in één of meer uitvoeringsvormen, zoals duidelijk is voor de vakman.

Op gelijkaardige wijze moet begrepen worden dat in de beschrijving van de als voorbeeld gestelde uitvoeringsvormen, verschillende kenmerken van de uitvinding soms gegroepeerd staan in één uitvoeringsvorm, figuur of deel van de beschrijving met als doel het voorzien van een duidelijke beschrijving teneinde de verschillende kenmerken van de uitvinding duidelijk te maken. Deze voorstellingswijze betekent echter niet dat de uitvinding meer kenmerken zou bevatten dan die welke zijn geformuleerd in de conclusies. In plaats daarvan, zoals blijkt uit de hierna volgende conclusies, ligt de vindingrijkheid van de uitvinding in minder dan alle kenmerken van één enkele voorgaande uitvoeringsvorm zoals beschreven. Dus zijn de conclusies volgend op de beschrijving bij deze expliciet geïntegreerd in de gedetailleerde beschrijving van de uitvinding, waarbij elk van de conclusies op zich een afzonderlijke uitvoeringsvorm van de uitvinding vormt.

Verder, hoewel sommige uitvoeringsvormen hierin beschreven bepaalde kenmerken bevatten en andere niet, worden combinaties van kenmerken van de verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als zijnde binnen de omvang van de uitvinding, zoals kan worden verstaan door de vakman.

In bijgaande beschrijving worden talrijke details beschreven en weergegeven. Het is echter duidelijk dat de uitvinding kan uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen worden reeds bekende methodes, structuren, elementen en dergelijke niet getoond om de beschrijving niet nodeloos onduidelijk te maken in het licht van de uitvinding.

De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van een gedetailleerde beschrijving van verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het is duidelijk dat andere uitvoeringsvormen geconfigureerd kunnen worden volgens de kennis van de vakman zonder af te wijken van de technische bijdrage van de uitvinding. De uitvinding wordt enkel beperkt door de bewoording van de aangehechte conclusies.

Fig. 1 toont, schematisch, een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Trekker 200 trekt, via een dissel 300, een container 110 op een getrokken containercarrier 100. Een maai-afzuiginrichting 130 bevindt zich vóór haakarm 120 die gebruikt kan worden om container 110 af- of op te laden. De maai-afzuiginrichting omvat een maaiarm, een maaibak en een afzuiginrichting (niet afzondelijk getoond).

De trekker 200 kan een tractor zijn. De maaiarm kan zowel op de containercarrier 100 als op de trekker 200 gemonteerd worden. Ook het afzuiggedeelte kan zowel op de containercarrier 100 als op de trekker 200 gemonteerd worden.

Fig. 2 illustreert een zelfrijdende containercarrier 150, die een aandrijving en besturingscabine 160 omvat.

De uitvoeringsvorm getoond in Fig. 3 is gelijkaardig aan die van Fig. 1, maar hier zijn zowel de maaiarm als het afzuiggedeelte gemonteerd op de trekker.

De maai-afzuiginrichting 130 kan één geheel vormen, b.v. als modulair opbouwsysteem. Een dergelijk modulair opbouwsysteem kan b.v. 2,55 m breed zijn (de max. wettelijk toegelaten breedte in België) en 0,8 m lang.

De afzuiginrichting kan zijn aangepast aan het storten in een container.

Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm van het tweede aspect van de uitvinding. In Fig. 4 is de (verplaatsbare) haakarm 120 naar voren verplaatst en een langere container 180 op de getrokken containercarrier 100 gemonteerd. Container 180 dient voor het opvangen van geruimd materiaal, afkomstig van de inrichting voor het ruimen van grachten 400. De inrichting voor het ruimen van grachten 400 is hier op de trekker 200 gemonteerd. In een andere uitvoeringsvorm wordt deze inrichting voor het ruimen van grachten 400 gemonteerd op de getrokken containercarrier 100.

Zoals reeds vermeld kan ook bij een inrichting voor het ruimen van grachten de containercarrier zelfrijdend zijn.

Een voordeel van de uitvinding is dat het type container snel gewisseld kan worden, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden die verricht dienen te worden (maaien van bermen of ruimen van grachten). Verder kan er een snelwisselsysteem worden gebruikt om de inrichting voor het maaien van bermen op de containercarrier of op de trekker te vervangen door een inrichting voor het ruimen van grachten, of omgekeerd. Aldus wordt de containercarrier op jaarbasis maximaal benut.

Om de container 110 te kunnen opladen en afladen kan de containercarrier over een hydraulisch systeem beschikken. Bij een getrokken containercarrier kan de containercarrier kan ook worden aangestuurd door een hydraulisch systeem van de trekker 200. In plaats van haakarm 120 voor het op- en afladen kunnen ook kettingen worden gebruikt of kabels of een ander bekend systeem.

Om te kunnen manoeuvreren met een getrokken containercarrier kunnen in een uitvoeringsvorm de wielen of een volledige as van de containercarrier vanuit de tractor vrij gestuurd worden. Bij voorkeur heeft de containercarrier dan drie assen, waarvan de middelste gestuurd wordt, b.v. tot een hoek van 35° of 45° (bij het manoeuvreren worden in dat geval de eerste en de laatste as opgetild). In een andere uitvoeringsvorm heeft de containercarrier drie bestuurbare assen.

In een uitvoeringsvorm kan de dissel 300 in- of uitschuiven om zo de optimale afstand te bepalen tussen trekker 200 en containercarrier 100. Indien de maaiarm op de containercarrier wordt gemonteerd, kan op die manier het zicht van de operator tijdens het uitvoeren van de werken geoptimaliseerd worden.

Mogelijke afmetingen van het systeem zijn de volgende. Een getrokken containercarrier kan een lengte hebben van 2,5 m tot 8 m (niet limitatief) zonder dissel; de lengte is afhankelijk van de toepassing (b.v. werken langs fietspaden of langs autosnelwegen). De dissel 300 kan een lengte hebben tussen b.v. 0,5 m en 2,5 m. De afmetingen van de containers zijn afhankelijk van deze van de containercarrier en van de omstandigheden waarin gewerkt moet worden (voor het maaien van bermen b.v. de grootte van de wegen, de manoeuvreerruimte, de hoeveelheid gras die aanwezig is, enz.).

Hoewel de uitvinding beschreven is met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat verschillende wijzigingen en aanpassingen in vorm en detail mogelijk zijn zonder af te wijken van de beschermingsomvang van de conclusies voor de huidige uitvinding.

Claims (28)

1. Combinatie van een containercarrier (100, 150), een container (110) op deze containercarrier (100), en een maai-afzuiginrichting (130) voor het maaien van bermen, waarbij de container een laadkist is en de containercarrier is voorzien van middelen (120) om de container snel te kunnen opladen of afladen.

2. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij de containercarrier een getrokken containercarrier (100) is.

3. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij de containercarrier een zelfrijdende containercarrier (150) is.

4. Combinatie volgens conclusie 2, waarbij de maai-afzuiginrichting (130) een maaiarm omvat die op de containercarrier (100) is gemonteerd.

5. Combinatie volgens conclusie 4, waarbij de maai-afzuiginrichting (130) een afzuiginrichting omvat die op de containercarrier (100) is gemonteerd.

6. Combinatie volgens conclusie 5, waarbij de middelen (120) om de container snel te kunnen opladen of afladen een haakarm (120) omvatten, en waarbij de maai-afzuiginrichting (130) vóór de haakarm (120) is gemonteerd.

7. Combinatie volgens conclusie 2, verder een trekker (200) omvattende om de containercarrier (100) te trekken, en waarbij de maai-afzuiginrichting (130) een maaiarm omvat die op de trekker (200) is gemonteerd.

8. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij de maai-afzuiginrichting (130) een afzuiginrichting omvat die op de trekker (200) is gemonteerd.

9. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij de maai-afzuiginrichting (130) een afzuiginrichting omvat die op de containercarrier (100) is gemonteerd.

10. Combinatie volgens één van de conclusies 2, 4, 5, 6, 7, 8 of 9 waarbij de containercarrier (100) drie assen heeft.

11. Combinatie volgens conclusie 10 waarbij de middelste van de drie assen stuurbaar is.

12. Combinatie volgens conclusie 11 waarbij de middelste as stuurbaar is tot een hoek van 45°.

13. Combinatie volgens conclusie 11 waarbij de middelste as stuurbaar is tot een hoek van 35°.

14. Combinatie van een containercarrier (100, 150), een container (110) op deze containercarrier (100), en een inrichting (400) voor het ruimen van grachten.

15. Combinatie volgens conclusie 14, waarbij de containercarrier een getrokken containercarrier (100) is.

16. Combinatie volgens conclusie 14, waarbij de containercarrier een zelfrijdende containercarrier (150) is.

17. Combinatie volgens conclusie 15, verder een trekker (200) omvattende om de containercarrier (100) te trekken, en waarbij de inrichting (400) voor het ruimen van grachten op de trekker (200) is gemonteerd.

18. Combinatie volgens conclusie 15, verder een trekker (200) omvattende om de containercarrier (100) te trekken, en waarbij de inrichting (400) voor het ruimen van grachten op de containercarrier (100) is gemonteerd.

19. Combinatie volgens conclusie 15, 17 of 18 waarbij de containercarrier (100) drie assen heeft.

20. Combinatie volgens conclusie 19 waarbij de middelste van de drie assen stuurbaar is.

21. Combinatie volgens conclusie 20 waarbij de middelste as stuurbaar is tot een hoek van 45°.

22. Combinatie volgens conclusie 20 waarbij de middelste as stuurbaar is tot een hoek van 35°.

23. Werkwijze voor het maaien van bermen, omvattende: - maaien van een berm met een maaibak; - afzuigen van maaisel uit de maaibak door een afzuiginrichting; -storten van het maaisel in een container (110) op een containercarrier (100, 150) door de afzuiginrichting, waarbij de container een laadkist is en de containercarrier is voorzien van middelen om de container snel te kunnen opladen of afladen.

24. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, verder omvattende: - afzetten door de containercarrier van de container met het maaisêl; - laden door de containercarrier van een lege container op de containercarrier.

25. Werkwijze voor het ruimen van grachten, omvattende: - ruimen van een gracht door een inrichting (400) voor het ruimen van grachten; - storten van geruimd materiaal, afkomstig van de inrichting (400) voor het ruimen van grachten, in een container (110) op een containercarrier (100) door de inrichting (400) voor het ruimen van grachten, waarbij de container een laadkist is en de containercarrier is voorzien van middelen om de container snel te kunnen opladen of afladen.

26. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, verder omvattende: - afzetten door de containercarrier van de container met het geruimd materiaal; - laden door de containercarrier van een lege container op de containercarrier.

27. Gebruik van een containercarrier (100, 150) en een container (110) op deze containercarrier (100, 150) voor het opvangen van maaisel afkomstig van een maai-afzuiginrichting (130) voor het maaien van bermen, waarbij dit maaisel door de maai-afzuiginrichting (130) in de container (110) wordt gestort, waarbij de container een laadkist is en de containercarrier is voorzien van middelen om de container snel te kunnen opladen of afladen.

28. Gebruik van een containercarrier (100, 150) en een container (110) op deze containercarrier (100, 150) voor het opvangen van geruimd materiaal afkomstig van een inrichting (400) voor het ruimen van grachten, waarbij dit geruimd materiaal door de inrichting (400) voor het ruimen van grachten in de container (110) wordt gestort, waarbij de container een laadkist is en de containercarrier is voorzien van middelen om de container snel te kunnen opladen of afladen.