BE1018885A3 - Ventilatiekast. - Google Patents

Abstract

Ventilatiekast die hoofdzakelijk bestaat uit een elkaar gekoppelde wandplaten die een koker vormen met twee open uiteinden, waarbij in de koker een ventilator is voorzien die tijdens het ventileren lucht doorheen de koker doet stromen van het enen open uiteinde naar het andere open uiteinde.

Description

Ventilatiekast.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een ventilatiekast.

Zonder de uitvinding hiertoe te beperken, is een ventilatiekast overeenkomstig de uitvinding bedoeld om een droogproces te versnellen, zoals bijvoorbeeld om de inkten op pas bedrukte rollen vinyl of anderzijds behandelde of bedrukte media sneller te doen drogen.

Het is bekend dat de meeste soorten verven en inkten in vloeibare toestand gedeeltelijk bestaan uit solventen die na het verven of bedrukken dienen te verdampen, opdat de verf of inkt droog en vast zou worden.

Een belangrijk nadeel hierbij is dat de tijd die nodig is om de verf of inkt te doen opdrogen soms erg kan oplopen.

Zoals tevens bekend is, wordt voor het aanbrengen van logo's of figuren op wagens, bussen of dergelijke meer, gebruik gemaakt van een laminaat, bijvoorbeeld een doorschijnend vinyl, waarop eerst een bedrukkking wordt aangebracht en waarbij, na het drogen . van de inkten of verven van de bedrukking, het laminaat op de wagen wordt gekleefd.

Door de voornoemde lange droogtijd van de inkten en verven kunnen klanten die zulke bedrukking op hun wagen wensen niet op hun wenken worden bediend, wat een belangrijk nadeel is.

Voorts is bij serieproductie van bedrukkingen op vinyl-laminaten veel stockeerruimte nodig tijdens het drogen, aangezien de rollen vinyl niet strak kunnen worden opgerold zolang de verf of inkt niet is opgedroogd.

Hoe langer de droogtijd is, hoe meer stockeerruimte in dat geval dan ook nodig is, wat tevens een belangrijk nadeel vormt en wat de productiekosten opdrijft.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een ventilatiekast die hoofdzakelijk bestaat uit aan elkaar gekoppelde wandplaten die een koker vormen met twee open uiteinden, waarbij in de koker een ventilator is voorzien die tijdens het ventileren lucht doorheen de koker doet stromen van het ene open uiteinde naar het andere open uiteinde.

Een eerste belangrijk voordeel van zulke ventilatiekast volgens de uitvinding is dat ze kan gebruikt worden om pas bedrukte of geverfde materialen sneller te doen drogen.

Door de pas bedrukte materialen in de ventilatiekast te plaatsen worden immers de solventen in de inkten of verven sneller verdampt dan in het geval geen ventilatie wordt toegepast, aangezien een versnelde diffusie van de solventen optreedt naar de constante stroom verse lucht die niet met solventen is verzadigd en die door de ventilator wordt aangeleverd.

Immers, wanneer de omgevingslucht zou blijven stilstaan, dan raakt die stilaan verzadigd met solventen, waardoor een verdere opname van solventen in deze met solventen verzadigde lucht minstens wordt vertraagd.

Nog een belangrijk voordeel van zulke ventilatiekast overeenkomstig de uitvinding is dat de kokervorm zeer eenvoudig is en snel kan gemonteerd en gedemonteerd worden door het koppelen en ontkoppelen van de wandplaten.

De kokervorm is tevens zeer geschikt om er los opgerolde rollen van bedrukt materiaal rechtop in te kunnen zetten.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een ventilatiekast zijn de wandplaten hoofdzakelijk gelij kvormig.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de wandplaten van de ventilatiekast, wanneer de ventilatiekast is gedemonteerd, gemakkelijk op ' elkaar kunnen worden gestapeld en aldus weinig plaats innemen of op eenvoudige wijze kunnen worden vervoerd.

Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een ventilatiekast overeenkomstig de uitvinding hebben de wandplaten een vlak centraal gedeelte en aan twee tegenoverstaande zijranden van dit centraal gedeelte telkens een langwerpige strook ter vorming van schuin opstaande randgedeelten aan het centraal gedeelte.

De schuin opstaande randgedeelten zijn bedoeld om de wandplaten gemakkelijk aan elkaar te kunnen koppelen.

Hierbij strekken de aan elkaar gekoppelde schuine randgedeelten, na het samenbrengen van de wandplaten, zich vanuit de hoeken van de koker zijwaarts uit, weg van het zwaartepunt van de koker, en aldus verhogen zij de stabiliteit van de ventilatiekast.

Nog een ander voorkeurdragend kenmerk van een ventilatiekast volgens de uitvinding bestaat erin dat ter ondersteuning van de ventilatiekast de koker aan één open uiteinde is voorzien van voeten die uit de wandplaten uitsteken en zich uitstrekken volgens de lengte van de koker.

De voeten zorgen ervoor dat, wanneer de ventilatiekast op een ondergrond wordt geplaatst, de eigenlijke koker van de ventilatiekast zich op een zekere hoogte boven deze ondergond bevindt en aldus omgevingslucht tussen de voeten van de ventilatiekast naar het voornoemde open uiteinde kan worden aangezogen om deze doorheen de koker te doen stromen naar het andere open uiteinde van de koker.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een ventilatiekast overeenkomstig de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in perspectief een ventilatiekast overeenkomstig de uitvinding weergeeft; figuren 2 en 3 in perspectief wandplaten van de ventilatiekast uit figuur 1 weergeven respectievelijk aangeduid met F2 en F3 in figuur 1; figuur 4 een doorsnede doorheen een wandplaat weergeeft volgens de snede IV-IV weergegeven in fiuur 2; figuur 5 een bovenaanzicht op de ventilatiekast uit figuur 1 weergeeft aangeduid met pijl F5 in figuur 1; fguur 6 een doorsnede doorheen de ventilatiekast uit figuur 1 weergeeft volgens de snede VI-VI aangeduid in figuur 5, waarbij een rol bedrukt materiaal in de ventilatiekast is geplaatst; en, figuur 7 in perspectief de ventilatiekast uit figuur 1 in uiteengehaalde toestand weergeeft.

De in figuur 1 en 7 weergegeven ventilatiekast 1 is opgebouwd uit vier wandplaten 2 die zijdelings aaneengekoppeld zijn tot een koker 3 met een eerste open uiteinde 4 en een tweede open uiteinde 5.

Meer bepaald is de ventilatiekast 1 voorzien van vier wandplaten 2 ter vorming van een voorwand 6, een achterwand 7 en twee zijwanden 8 en 9.

Zoals is weergegeven in figuur 2 zijn de wandplaten 2 voor de achterwand 7 en de zijwanden 8 en 9 identiek uitgevoerd.

De voorwand 6 is weergegeven in figuur 3 en is volledig gelijkvormig aan de andere wanden 7, 8 en 9, afgezien van het feit dat de wandplaat 2 voor de voorwand 6 is voorzien van een afsluitbare toegangsopening 10.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de toegangsopening 10 afsluitbaar door middel van een plaat 11 die verschuifbaar is aangebracht in gleuven 12 die zijn voorzien aan de randen van de toegangsopening 10.

Uiteraard zijn andere mogelijkheden voor het verwezenlijken van zulke afsluitbare toegangsopening 10 aan de ventilatiekast 1 volgens de uitvinding niet uitgesloten.

De wandplaten 2 hebben een specifieke vorm waardoor, enerzijds, de montage van de ventilatiekast 1 erg eenvoudig is, en waardoor, anderzijds, de wandplaten 2 van een gedemonteerde ventilatiekast 1 gemakkelijk stapelbaar en gemakkelijk vervoerbaar zijn.

Zoals duidelijk is weergegeven in de figuren 2 tot 3, hebben de wandplaten 2 een vlak centraal gedeelte 13 en aan twee tegenoverstaande zijranden 14 en 15 van dit centraal gedeelte 13 telkens een langwerpige strook 16 ter vorming van schuin opstaande randgedeelten 16 aan het centraal gedeelte 13.

Zulke uitvoeringsvorm is erg praktisch aangezien de koker 3 van de ventilatiekast 1 gemakkelijk kan wordt gevormd door aaneenkoppeling van de schuin opstaande randgedeelten 16 van de wandplaten 2.

Hiertoe kunnen bijvoorbeeld schroeven 17, bouten en moeren of dergelijke meer gebruikt worden.

Uiteraard zijn andere koppelingsmiddelen 17 voor het aaneenkoppelen van de wandplaten 2 niet uitgesloten.

In de meest praktische uitvoeringsvorm van een ventilatiekast 1 volgens de uitvinding zijn er vier wanden.

Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 4 staan in dat geval de schuin opstaande randgedeelten 16 liefst onder een hoek A van 135° ten opzichte van het vlakke, centrale gedeelte 13 van de wandplaat 2, zodat bij het aaneenkoppelen van de wandplaten 2 een vierkanten koker 3 wordt verkregen.

Volgens de uitvinding is het echter niet uitgesloten meer of minder wandplaten 2 te gebruiken voor het bekomen van een koker 3, in welk geval de hoek A van de schuin opstaande randgedeelten 16 liefst dienovereenkomstig wordt aangepast.

Een belangrijk kenmerk van een ventilatiekast 1 overeenkomstig de uitvinding is uiteraard dat in de koker 3 een ventilator 18 is voorzien die tijdens het ventileren lucht doorheen de koker 3 doet stromen van het ene open uiteinde 4 naar het andere open uiteinde 5.

De vorm van de behuizing 19 van de ventilator 18 stemt hierbij overeen met de doorsnede van de koker 3.

Bij de meest praktische uitvoeringsvorm van een ventilatiekast 1 overeenkomstig de uitvinding, weergegeven in de figuren, is deze doorsnede vierkant en de behuizing 19 van de ventilator 18 heeft in dit geval dan ook de vorm van een platte vierkanten doos 19.

Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 6, kan zulke ventilator 18 met vierkanten behuizing 19 op een zeer eenvoudige en praktische manier in de koker 3 worden geïnstalleerd door op twee tegenoverstaande wandplaten 8 en 9 van de ventilatiekast 1 telkens een paar parallel aan elkaar geplaatste latjes 20 te voorzien waartussen de ventilator 18 kan worden geschoven.

Tijdens de montage kunnen hiertoe eerst drie wandplaten 2 aan elkaar worden gekoppeld, waarna de ventilator 2 tussen de latjes 20 kan worden geschoven, alvorens de volledige koker 3 kan worden afgewerkt door de vierde wandplaat 6 aan de overige wandplaten 2 te koppelen.

Bij voorkeur wordt tijdens de montage tevens een rooster 21 aan de blaaszijde 22 van de ventilator 18 in de koker 3 aangebracht.

Ter ondersteuning van de ventilatiekast 1 op een ondergrond is de koker 3 aan één open uiteinde 4 voorzien van voeten 23 die uit de wandplaten 2 uitsteken en zich uitstrekken volgens de lengte L van de koker 3.

In de hier besproken uitvoeringsvorm worden de voeten 23 gevormd door een gedeelte van de schuin opstaande randgedeelten 16 aan het centraal gedeelte 13 van een wandplaat 2.

Bij voorkeur is voorts de breedte B van de schuin opstaande randgedeelten 16 groter aan het uiteinde 24 dat de voet 23 vormt, dan de breedte B' van de schuin opstaande randgedeelten 16 aan het ander uiteinde 25.

In het getoonde voorbeeld neemt de breedte B van de schuin opstaande randgedeelten 16 op een lineaire manier af van het uiteinde 24 dat de voet 23 vormt naar het andere uiteinde toe 25.

De aanzuigzijde 26 van de ventilator 18 is in dit geval gericht naar het open uiteinde 4 van de koker 3 dat voorzien is van voeten 23.

Wanneer de ventilator 18 in werking wordt gesteld, wordt hierbij dus lucht aangezogen vanuit de omgeving tussen de voeten 23 door, waarna deze lucht doorheen de koker 3 wordt geblazen van het ene uiteinde 4 naar het andere uiteinde 5.

Echter het is niet uitgesloten volgens de uitvinding omgekeerd te werk te gaan, waarbij lucht aan het open uiteinde 5 wordt aangezogen, en tussen de voeten 23 wordt uitgeblazen.

Het gebruik en de werking van een ventilatiekast 1 volgens de uitvinding is eenvoudig en als volgt.

Na het monteren van de ventilatiekast 1, zoals hiervoor beschreven, kan via de toegangsopening 10 een te drogen element 27 in de ventilatiekast 1 worden geplaatst.

Zulke te drogen element 27 kan, zoals in het geval van figuur 6, bijvoorbeeld een rol 27 pas bedrukt vynil of laminaat zijn die bij voorkeur losjes opgerold in de ventilatiekast 1 wordt geplaatst.

Door het aanschakelen van de ventilator 18 stroomt er lucht tussen de voeten 23 in de kast 1. Deze lucht wordt door de ventilator 18 tussen de verschillende lagen 28 van de los opgerolde rol 27 geblazen.

Door de luchtstroming wordt de verdamping van de solventen in de inkt of verf van de bedrukking versneld, zodat het droogproces sterk kan worden ingekort, wat de in de inleiding vermelde voordelen oplevert.

De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen.

Bijvoorbeeld is het mogelijk één van de wandplaten 2 scharnierbaar te bevestigen aan één van de andere wandplaten 2 en te voorzien van afsluitmiddelen ter vorming van een ruime afsluitbare toegangsopening 10.

Op deze wijze is het mogelijk grote stukken in de ventilatiekast 1 te plaatsen door het openscharnieren van deze scharnierbaar aangebrachte wandplaat 2.

Volgens de uitvinding is het evengoed mogelijk de wandplaten 2 op andere wijze samen te bouwen. Inderdaad, de wandplaten maken een modulaire opbouw van een ventilatiekast 1 volgens de uitvinding mogelijk.

Naargelang de behoefte kan de ventilatiekast 1 worden samengesteld uit meerdere wandplaten 2, bijvoorbeeld zes wandplaten waarvan twee maal twee in lijn worden gekoppeld ter vorming van twee zijwanden 8 en 9 met dubbel lengte.

Daartoe kan telkens één van de in lijn te monteren wandplaten 2 zodanig verdraaid worden zodat de in de figuren weergegeven buitenzijde van een wandplaat 2 naar de binnenzijde van de ventilatiekast 1 gedraaid wordt, een en ander zodanig dat de randgedeelten 16 dan gepast aansluiten.

De voorwand 6 en de achterwand 7 wordt dan bijvoorbeeld gevormd door telkens één wandplaat 2 in overeenstemming met de in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm.

Alternatief kunnen sommige wandplaten 2 breder zijn uitgevoerd of kunnen de hoeken tussen de randgedeelten 16 en het centraal gedeelte 13 aan de overstaande zijden onderling verschillen of instelbaar zijn.

Volgens een andere uitvoeringsvariante kunnen koppelstukken worden voorzien welke kunnen worden aangewend tussen twee wandplaten 2 met het oog op een onderlinge koppeling ervan volgens gewenste onderlinge hoekoriëntatie, bijvoorbeeld in lijn met elkaar.

In het geval van de wandplaten 2 met randgedeelten 16 welke onder een hoek van 135° zijn voorzien ten opzichte van het centraal gedeelte 13, kunnen zulke koppelstukken bestaan uit hoekprofielen van 90°.

Inderdaad, twee wandplaten 2 zoals weergegeven in de figuren, doch in lijn met elkaar en tegen elkaar geplaatst, vertonen twee aanleunende randgedeelten 16 welke haaks op elkaar zijn gericht.

Het voornoemde hoekprofiel kan in de ruimte afgebakend door de twee aanleunende randgedeelten 16 aangebracht worden en aldaar het gepaste koppelstuk vormen voor de verbinding van de wandplaten 2 in lijn met elkaar. Daartoe is het koppelstuk desgevallend voorzien van gaten in overeenstemming met eventuele gaten voor bouten in de randgedeelten 16.

Het is duidelijk dat de ventilatiekast volgens de uitvinding tevens geschikt is en kan worden aangewend voor het versneld drogen van allerlei bedrukte of anderzijds behandelde media.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een ventilatiekast 1 overeenkomstig de uitvinding, doch zulke ventilatiekast kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Ventilatiekast (1), daardoor gekenmerkt dat ze hoofdzakelijk bestaat uit aan elkaar gekoppelde wandplaten (2) die een koker (3) vormen met twee open uiteinden (4,5), waarbij in de koker (3) een ventilator (18) is voorzien die tijdens het ventileren lucht doorheen de koker (3) doet stromen van het ene open uiteinde (4) naar het andere open uiteinde (5).

2. Ventilatiekast (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de wandplaten (2) hoofdzakelijk gelijkvormig zijn.

3. Ventilatiekast (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de wandplaten (2) een vlak centraal gedeelte (13) vertonen en aan twee tegenoverstaande zijranden (14,15) van dit centraal gedeelte (13) telkens een langwerpige strook (16) ter vorming van schuin of haaks opstaande randgedeelten (16) aan het centraal gedeelte (13).

4. Ventilatiekast (1) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de koker (3) wordt gevormd door aaneenkoppeling van de schuin opstaande randgedeelten (16) van de wandplaten (2).

5. Ventilatiekast (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat vier wandplaten (2) zijn voorzien ter vorming van - een voorwand (6); - een achterwand (7); en, - twee zijwanden (8,9).

6. Ventilatiekast (1) volgens conclusies 5 en 6, daardoor gekenmerkt dat de schuin opstaande randgedeelten (16) onder een hoek (A) van 135° staan ten opzichte van het vlakke, centrale gedeelte (13).

7. Ventilatiekast (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ter ondersteuning van de ventilatiekast (1) de koker (3) aan één open uiteinde (4) is voorzien van voeten (23) die uit de wandplaten (2) uitsteken en zich uitstrekken volgens de lengte (L) van de koker (3).

8. Ventilatiekast (1) volgens conclusies 3 en 7, daardoor gekenmerkt dat de voeten (23) worden gevormd door een gedeelte van de schuin opstaande randgedeelten (16) aan het centraal gedeelte (13) van een wandplaat (2).

9. Ventilatiekast (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de breedte (B) van de schuin opstaande randgedeelten (16) afneemt van het uiteinde (24) dat de voet (23) vormt naar het andere uiteinde (25) toe.

10. Ventilatiekast (1) volgens één van de conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de aanzuigzijde (26) van de ventilator (18) naar het open uiteinde (4) van de koker (3) met de voeten (23) is gericht.

11. Ventilatiekast (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat één van de wandplaten (2) is voorzien van een afsluitbare toegangsopening (10).

12. Ventilatiekast (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de toegangsopening (10) afsluitbaar is door middel van een plaat (11) die verschuifbaar is aangebracht in gleuven (12) die zijn voorzien aan randen van de toegangsopening (10).

13. Ventilatiekast (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat één van de wandplaten (2) scharnierbaar is aangebracht aan een andere wandplaat (2) en voorzien is van afsluitmiddelen ter vorming van een afsluitbare toegangsopening (10).

14. Ventilatiekast (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat op twee tegenoverstaande wandplaten (8,9) van de ventilatiekast (1) telkens een paar parallel aan elkaar geplaatste latjes (20) zijn voorzien waartussen de ventilator (18) kan worden aangebracht.

15. Ventilatiekast (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de blaaszijde van de ventilator (26) in de koker (3) een rooster (21) is aangebracht.