BE1018863A3 - DRIVE FOR A BICYCLE WHEEL. - Google Patents

DRIVE FOR A BICYCLE WHEEL. Download PDF

Info

Publication number
BE1018863A3
BE1018863A3 BE2009/0510A BE200900510A BE1018863A3 BE 1018863 A3 BE1018863 A3 BE 1018863A3 BE 2009/0510 A BE2009/0510 A BE 2009/0510A BE 200900510 A BE200900510 A BE 200900510A BE 1018863 A3 BE1018863 A3 BE 1018863A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pedal
drive
pedals
crank section
crank
Prior art date
Application number
BE2009/0510A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Passen Joannes Julia G Van
Roelands Jozef Petrus L
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Passen Joannes Julia G Van, Roelands Jozef Petrus L filed Critical Passen Joannes Julia G Van
Priority to BE2009/0510A priority Critical patent/BE1018863A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018863A3 publication Critical patent/BE1018863A3/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62MRIDER PROPULSION OF WHEELED VEHICLES OR SLEDGES; POWERED PROPULSION OF SLEDGES OR SINGLE-TRACK CYCLES; TRANSMISSIONS SPECIALLY ADAPTED FOR SUCH VEHICLES
    • B62M3/00Construction of cranks operated by hand or foot
    • B62M3/02Construction of cranks operated by hand or foot of adjustable length
    • B62M3/04Construction of cranks operated by hand or foot of adjustable length automatically adjusting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62MRIDER PROPULSION OF WHEELED VEHICLES OR SLEDGES; POWERED PROPULSION OF SLEDGES OR SINGLE-TRACK CYCLES; TRANSMISSIONS SPECIALLY ADAPTED FOR SUCH VEHICLES
    • B62M3/00Construction of cranks operated by hand or foot
    • B62M3/06Construction of cranks operated by hand or foot with elliptical or other non-circular rotary movement

Abstract

Aandrijving voor een fietswiel of dergelijke, waarbij het wiel wordt aangedreven door het omwentelen van twee trappers bestaande uit pedalen die via een kruk zijn verbonden met een trapas, waarbij de aandrijving middelen bevat waarmee de afstand tussen de pedalen en de trapas kan worden gevarieerd tijdens het omwentelen van de trappers.Drive for a bicycle wheel or the like, wherein the wheel is driven by revolving two pedals consisting of pedals connected via a crank to a crankshaft, the drive comprising means for varying the distance between the pedals and the crankshaft during the operation. turning the pedals.

Description

Aandrijving voor een fietswiel.Drive for a bicycle wheel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een aandrijving van een fietswiel of dergelijke.The present invention relates to a drive of a bicycle wheel or the like.

Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een aandrijving van een fietswiel waarbij het wiel wordt aangedreven door het omwentelen van twee trappers bestaande uit pedalen die via een kruk zijn verbonden met een trapas.More specifically, the invention relates to a bicycle wheel drive wherein the wheel is driven by revolving two pedals consisting of pedals connected to a bottom bracket via a crank.

Typisch wordt hiertoe gebruik gemaakt van een kettingoverbrenging, waarbij tijdens het omwentelen van de trappers een eerste tandwiel of kettingwiel wordt aangedreven dat via een ketting is gekoppeld aan een tweede tandwiel of kettingwiel op het fietswiel en waarbij de ronddraaiende beweging van het eerste tandwiel resulteert in een ronddraaiende beweging van het fietswiel om een wielnaaf.Use is typically made for this purpose of a chain transmission, wherein during the rotation of the pedals a first sprocket or sprocket is driven which is coupled via a chain to a second sprocket or sprocket on the bicycle wheel and wherein the rotating movement of the first sprocket results in a rotating movement of the bicycle wheel around a wheel hub.

De meeste fietsen zijn uitgerust met zulke aandrijving.Most bicycles are equipped with such a drive.

Door de grootte van het voornoemde eerste en/of van het voornoemde tweede tandwiel te wijzigen, kan hierbij een andere overbrengingsverhouding of verzet worden bekomen.By changing the size of the aforementioned first and / or of the aforementioned second gear, a different gear ratio or gear can be obtained.

Zulk verzet wordt uitgedrukt als de verhouding tussen het aantal tanden van het voornoemde eerste tandwiel aan de trappers en het aantal tanden van het voornoemde tweede tandwiel op het fietswiel en geeft dus weer hoeveel maal het fietswiel ronddraait bij één omwenteling van de trappers.Such resistance is expressed as the ratio between the number of teeth of the aforementioned first gear on the pedals and the number of teeth of the aforementioned second gear on the bicycle wheel and thus indicates how many times the bicycle wheel revolves with one revolution of the pedals.

Voor het wijzigen van het verzet wordt doorgaans gebruik gemaakt van allerhande versnellingsapparaten, ook derailleurs genaamd.All kinds of accelerators, also known as derailleurs, are usually used to change the resistance.

Op deze wijze kan de inspanning die gevraagd wordt van een fietser om door middel van het ronddraaien van de trappers het fietswiel rond te draaien, worden gewijzigd in functie van de omstandigheden.In this way, the effort required of a cyclist to rotate the bicycle wheel by turning the pedals can be changed depending on the circumstances.

Een groot verzet kan bijvoorbeeld worden gebruikt op vlakke weggedeelten en bij wind in de rug en een klein verzet bij sterk naar boven hellende weggedeelten en wind op kop.A large resistance can be used, for example, on flat road sections and with wind in the back and a small resistance on highly upward-inclined road sections and wind on head.

Een nadeel van de bekende huidige technieken is dat ze in zekere zin beperkt zijn, aangezien de dimensies van de gebruikte tandwielen binnen zekere grenzen dienen te blijven.A drawback of the known current techniques is that they are limited in a certain sense, since the dimensions of the gears used must remain within certain limits.

Het tandwiel op het fietswiel moet bijvoorbeeld steeds groter dan een bepaalde minimale grootte zijn om nog maakbaar te zijn, terwijl het tandwiel aan de trappers steeds kleiner dan een maximale grootte moet zijn, aangezien de grootte ervan beperkt is door de kruklengte en dus door de grootte van de fietser om nog praktisch bruikbaar te zijn.The gear on the bicycle wheel, for example, must always be larger than a certain minimum size to still be manufacturable, while the gear on the pedals must always be smaller than a maximum size, since its size is limited by the crank length and therefore by the size from the cyclist to be practically usable.

Nog een nadeel van de bekende aandrijvingen voor fietswielen is dat het moment dat door de fietser kan worden uitgeoefend teneinde de aandrijving te bekrachtigen beperkt is door de kruklengte.A further drawback of the known drives for bicycle wheels is that the moment that can be exercised by the cyclist in order to actuate the drive is limited by the crank length.

De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.The present invention therefore has for its object to offer a solution to one or more of the aforementioned and other disadvantages.

Meer bepaald beoogt de huidige uitvinding een aandrijving van een fietswiel waarbij een fietser op meer efficiënte wijze kracht kan uitoefenen om de aandrijving te bekrachtigen.More specifically, the present invention contemplates a drive of a bicycle wheel in which a cyclist can exert force in a more efficient manner to power the drive.

Nog een doel van de uitvinding bestaat erin een aandrijving te bekomen voor een fietswiel waarmee een fietser sneller kan fietsen dan met de huidige fietsen bij een gelijke inspanning.Another object of the invention is to obtain a drive for a bicycle wheel with which a cyclist can cycle faster than with the current bicycles with the same effort.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een aandrijving voor een fietswiel of dergelijke, waarbij het wiel wordt aangedreven door het omwentelen van twee trappers bestaande uit pedalen die via een kruk zijn verbonden met een trapas, waarbij volgens de uitvinding de aandrijving meer bepaald middelen bevat waarmee de afstand tussen de pedalen en de trapas kan worden gevarieerd tijdens het omwentelen van de trappers.To this end, the present invention relates to a drive for a bicycle wheel or the like, wherein the wheel is driven by revolving two pedals consisting of pedals connected via a crank to a crankshaft, wherein according to the invention the drive comprises in particular means with which the distance the pedals and the bottom bracket can be varied during the rotation of the pedals.

Zulke aandrijving voor een fiets overeenkomstig de uitvinding is bijzonder voordelig, aangezien de kracht uitgeoefend door de fietser tijdens het omwentelen van de trappers zeer efficiënt . kan worden omgezet in een draaibeweging voor het overwinnen van de fietsweerstand door de afstand van de pedalen tot de trapas op een correcte manier te wijzigen tijdens het omwentelen van de trappers.Such a drive for a bicycle according to the invention is particularly advantageous, since the force exerted by the cyclist during the rotation of the pedals is very efficient. can be converted to a rotational movement to overcome the bicycle resistance by correctly changing the distance of the pedals from the bottom bracket while the pedals are being rotated.

Het is immers zo dat bij een aandrijving voor een fietswiel met trappers, er doorgaans slechts arbeid door de fietser aan de aandrijving wordt geleverd via de trapper die wordt bewogen vanuit een stand waarbij de betreffende pedaal in de hoogste positie is naar de stand waarbij deze pedaal in de laagste positie is, terwijl de andere trapper de trapbeweging gewoon volgt vanuit de overeenkomstige stand waarin de betreffende pedaal in de laagste positie is naar de stand waarbij deze pedaal in de hoogste positie is, zonder hierbij arbeid te leveren aan de aandrijving.After all, in the case of a drive for a bicycle wheel with pedals, usually only work is provided to the drive by the cyclist via the pedal which is moved from a position where the relevant pedal is in the highest position to the position at which this pedal is in the lowest position, while the other pedal simply follows the pedal movement from the corresponding position in which the relevant pedal is in the lowest position to the position in which this pedal is in the highest position, without thereby providing work to the drive.

De afstand van de pedalen tot de trapas bepaalt hierbij de hefboomsarm of momentarm waarmee de door de fietser uitgeoefende kracht wordt omgezet in een draaibeweging.The distance from the pedals to the bottom bracket determines the lever arm or moment arm with which the force exerted by the cyclist is converted into a turning movement.

Wanneer een fietser beschikt over een bepaalde maximale of nominale kracht die hij kan uitoefenen, dan kan met deze kracht bij een grotere hefboomsarm uiteraard gemakkelijker een zekere weerstand overwonnen worden dan bij een kleinere hefboomsarm.If a cyclist has a certain maximum or nominal force that he can exert, a certain resistance can of course be overcome more easily with a larger lever arm than with a smaller lever arm.

Met een aandrijving voor een fietswiel volgens de uitvinding kan deze. hefboomsarm tijdens het omwentelen van de trappers worden gewijzigd en dus efficiënter worden benut tijdens de omwenteling.This can be done with a drive for a bicycle wheel according to the invention. lever arm during the rotation of the pedals are changed and therefore used more efficiently during the rotation.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding zijn de voornoemde middelen dan ook liefst zodanig dat bij het aandrijven van het fietswiel door het omwentelen van de trappers de afstand tussen een pedaal van een trapper en de trapas groter is tijdens, op zijn minst een gedeelte van de omwenteling van deze trapper vanuit de stand met de betreffende pedaal in de hoogste positie naar de stand met de betreffende pedaal in de laagste positie, dan tijdens, op zijn minst een gedeelte van de omwenteling van deze trapper vanuit de stand met de pedaal in de laagste positie naar de stand met de pedaal in de hoogste positie.According to a preferred embodiment of a drive according to the invention, the aforementioned means are therefore preferably such that when driving the bicycle wheel by turning the pedals the distance between a pedal of a pedal and the crankshaft is greater during, at least one part of the rotation of this pedal from the position with the relevant pedal in the highest position to the position with the relevant pedal in the lowest position, then during, at least a part of the rotation of this pedal from the position with the pedal in the lowest position to the position with the pedal in the highest position.

Het is duidelijk dat met zulke voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een aandrijving volgens de uitvinding een fietswiel op een efficiëntere wijze kan worden aangedreven dan met de bekende aandrijvingen voor een fietswiel.It is clear that with such a preferred embodiment of a drive according to the invention a bicycle wheel can be driven in a more efficient manner than with the known drives for a bicycle wheel.

Immers, tijdens het gedeelte van de omwenteling waarbij de fietser arbeid aan de aandrijving levert via de betreffende trapper, beschikt de fietser immers over een grotere momentarm dan bij de bekende aandrijvingen om de beschikbare spierkracht om te zetten in een draaibeweging, zodat op meer efficiënte wijze een zekere weerstand kan worden overwonnen.After all, during the part of the revolution where the cyclist supplies work to the drive via the relevant pedal, the cyclist has a larger moment arm than with the known drives to convert the available muscle force into a rotational movement, so that in a more efficient manner a certain resistance can be overcome.

Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding bestaan de krukken van de. trappers uit een eerste krukgedeelte dat vast verbonden is met de trapas en een tweede krukgedeelte dat roteerbaar is aangebracht op het eerste krukgedeelte door middel van een rotatieas die gelagerd is in het eerste krukgedeelte en die parallel is gelegen op enige afstand van de trapas, waarbij de pedalen roteerbaar zijn bevestigd in een uiteinde van het tweede krukgedeelte.According to an even more preferred embodiment of a drive according to the invention, the cranks of the. pedals from a first crank section fixedly connected to the crankshaft and a second crank section rotatably mounted on the first crank section by means of a rotation shaft mounted in the first crank section and located in parallel at some distance from the crank axis, the pedals are rotatably mounted in one end of the second crank section.

Een groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding is dat ze toelaat het voornoemde effect te verwezenlijken, waarbij de momentarm voor het leveren van arbeid wordt gewijzigd tijdens de omwenteling van de trappers, terwijl de pedalen ten opzichte van de fiets toch een baan volgen volgens een gewone cirkel, zodat de fietsbeweging van de fietser identiek is aan die bij de bekende aandrijvingen, maar waarbij het uitoefenen van de kracht efficiënter is.A major advantage of such an embodiment of a drive according to the invention is that it allows realizing the aforementioned effect, whereby the moment arm for supplying work is changed during the revolution of the pedals, while the pedals still have a track relative to the bicycle. following a normal circle, so that the cyclist's bicycle movement is identical to that of the known drives, but whereby applying the force is more efficient.

De omwenteling van de trappers is hierbij zodanig dat de pedalen ten opzichte van de fiets over een cirkel bewegen waarvan het middelpunt niet op de trapas ligt, doch enigszins naar voren is verschoven ten opzichte van deze trapas, waarbij deze excentriciteit meer bepaald gelijk is aan de afstand tussen de pedalen en de rotatieas van het tweede krukgedeelte.The rotation of the pedals is such that the pedals move over a circle with respect to the bicycle, the center of which is not on the bottom bracket, but is slightly moved forward with respect to this bottom bracket, this eccentricity being more precisely equal to the distance between the pedals and the axis of rotation of the second crank section.

Uiteraard dient volgens de uitvinding ook gezorgd te worden voor een koppeling tussen het eerste krukgedeelte en het tweede krukgedeelte.Naturally, according to the invention, a coupling must also be provided between the first crank section and the second crank section.

Bij een aandrijving overeenkomstig de uitvinding is voor het koppelen van de beweging van het eerste krukgedeelte en het tweede krukgedeelte van elke trapper op elk eerste krukgedeelte centraal rond de trapas een eerste koppeltandwiel voorzien dat vast is verbonden met het fietsframe en op elk tweede krukgedeelte een tweede koppeltandwiel dat vast gemonteerd is op de voornoemde rotatieas van het tweede krukgedeelte voor een rotatie omheen het eerste krukgedeelte.In a drive according to the invention, for coupling the movement of the first crank section and the second crank section of each pedal to each first crank section, a first coupling gear is provided centrally around the bottom bracket and is fixedly connected to the bicycle frame and a second crank section to each second crank section coupling gear fixedly mounted on the aforementioned axis of rotation of the second crank portion for rotation about the first crank portion.

Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding zijn het eerste krukgedeelte en het tweede krukgedeelte van elke trapper met elkaar gekoppeld door middel van een kettingoverbrenging, waarbij een ketting omheen het voornoemde eerste koppeltandwiel en het tweede koppeltandwiel van elke trapper is aangebracht.According to a possible embodiment of a drive according to the invention, the first crank section and the second crank section of each trapper are coupled to each other by means of a chain transmission, wherein a chain is arranged around the aforementioned first coupling gear and the second coupling gear of each trapper.

Volgens een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding zijn het eerste krukgedeelte en het tweede krukgedeelte van elke trapper met elkaar gekoppeld door middel van een tandwieloverbrenging waarbij een tussenliggend tandwiel roteerbaar is aangebracht op het tweede krukgedeelte en samenwerkt met het eerste en tweede koppeltandwiel van de betreffende trapper.According to another possible embodiment of a drive according to the invention, the first crank section and the second crank section of each trapper are coupled to each other by means of a gear transmission with an intermediate gear wheel rotatably mounted on the second crank section and cooperating with the first and second coupling gear of the relevant trapper.

Met deze uitvoeringsvormen van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding wordt bekomen dat het tweede krukgedeelte tijdens de omwenteling van de trappers steeds in de juiste stand ten opzichte van het eerste krukgedeelte wordt gehouden.With these embodiments of a drive according to the invention, it is achieved that the second crank section is always held in the correct position with respect to the first crank section during the revolution of the pedals.

Hierbij is deze stand liefst zo dat, ten opzichte van de fiets, het tweede krukgedeelte steeds naar voren is gericht.This position is preferably such that, relative to the bicycle, the second crank section is always directed forward.

Dit betekent dat wanneer een pedaal van een trapper zich in de hoogste of de laagste positie bevindt, het eerste krukgedeelte verticaal is gericht, terwijl het tweede krukgedeelte dwars op het eerste krukgedeelte staat.This means that when a pedal of a pedal is in the highest or the lowest position, the first crank section is oriented vertically, while the second crank section is perpendicular to the first crank section.

In de horizontale stand van de trappers is het eerste krukgedeelte parallel aan het tweede krukgedeelte, waarbij voor de trapper die tijdens het aandrijven van het wiel vanuit de stand met de pedaal in de hoogste positie naar de stand met de pedaal in de laagste positie beweegt de afstand tussen de pedaal en de trapas met de grootte van de voornoemde excentriciteit wordt vergroot, terwijl bij de andere trapper deze afstand in deze stand met dezelfde grootte van de voornoemde excentriciteit is ingekort.In the horizontal position of the pedals, the first crank section is parallel to the second crank section, with the trapper moving from the position with the pedal in the highest position to the position with the pedal in the lowest position while driving the wheel. distance between the pedal and the crankshaft with the magnitude of the aforementioned eccentricity is increased, while with the other pedal this distance is shortened in this position with the same magnitude of the aforementioned eccentricity.

Het is duidelijk dat zulke aandrijvingen in principe eenvoudig zijn te vervaardigen en dat de spierkracht van een fietser veel beter kan worden benut dan bij de bekende aandrijvingen van fietsen.It is clear that such drives are, in principle, easy to manufacture and that the muscle power of a cyclist can be utilized much better than with the known drives of bicycles.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een aandrijving voor een fietswiel overeenkomstig de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in zijaanzicht schematisch een fiets weergeeft waarop een bekende aandrijving voor het achterwiel is toegepast; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft aangeduid met F2 in figuur 1 op de belangrijkste onderdelen van een eerste uitvoeringsvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding; figuren 3 tot 6 analoog aan figuur 2 de aandrijving weergeven bij opeenvolgende standen van de trappers; figuur 7 een bovenaanzicht op de aandrijving weergeeft in de stand weergegeven in figuur 4; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens de lijn VIII-VIII aangeduid in figuur 6; figuur 9 een zicht weergeeft op een trapper volgens een richting aangeduid met XI-XI in figuur 7; figuur 10 schematisch de verschillende standen van de trappers in één figuur weergeeft ter illustratie van het feit dat de pedalen een cirkel beschrijven ten opzichte van de fiets; figuur 11 analoog aan figuur 9 een zicht weergeeft op een trapper van een aandrijving overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuren 12 tot en met 14 in zijaanzicht nog een andere uitvoeringsvorm van een aandrijving volgens de uitvinding illustreren bij verschillende standen van de trappers.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments of a drive for a bicycle wheel according to the invention are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying figures, in which: figure 1 schematically shows a bicycle in side view represents to which a known rear wheel drive is applied; figure 2 shows on a larger scale the part indicated by F2 in figure 1 on the most important parts of a first embodiment of a drive according to the invention; figures 3 to 6, analogous to figure 2, show the drive at successive positions of the pedals; Figure 7 shows a top view of the drive in the position shown in Figure 4; figure 8 represents a section along the line VIII-VIII indicated in figure 6; figure 9 represents a view of a pedal in the direction indicated by XI-XI in figure 7; figure 10 schematically shows the different positions of the pedals in one figure to illustrate that the pedals describe a circle with respect to the bicycle; figure 11, analogous to figure 9, shows a view of a trapper of a drive according to another embodiment of the invention; figures 12 to 14 illustrate in side view yet another embodiment of a drive according to the invention at different positions of the pedals.

De in figuur 1 weergegeven fiets 1 is voorzien van een bekende aandrijving 2 voor het aandrijven van het achterwiel 3 van de fiets 1.The bicycle 1 shown in figure 1 is provided with a known drive 2 for driving the rear wheel 3 of the bicycle 1.

Deze bekende aandrijving 2 bestaat uit één of meerdere kettingwielen 4 die vast op een trapas 5 zijn gemonteerd.This known drive 2 consists of one or more sprockets 4 which are fixedly mounted on a bottom bracket 5.

De trapas 5 is gelagerd in het fietsframe 6 en wordt aangedreven met behulp van twee trappers 7.The bottom bracket 5 is mounted in the bicycle frame 6 and is driven by means of two pedals 7.

De trappers 7 bestaan elk uit een kruk 8 die met zijn ene uiteinde op een vrij uiteinde van de trapas 5 vast is gemonteerd en dit diametraal tegenover de kruk 8 van de andere trapper 7 en uit een pedaal, meer bepaald respectievelijk linkerpedaal 9 en rechterpedaal 10, die roteerbaar op het andere uiteinde van de kruk 7 is voorzien.The pedals 7 each consist of a crank 8 which is mounted with its one end on a free end of the bottom bracket 5 and this diametrically opposite the crank 8 of the other pedal 7 and of a pedal, in particular left pedal 9 and right pedal 10 respectively which is rotatably provided on the other end of the crank 7.

De aandrijving 2 is voorts voorzien van tandwielen of kettingwielen 11 die vast zijn gemonteerd op het achterwiel 3, terwijl het achterwiel 3 zelf roteerbaar is ten opzichte van het fietsframe 6 aangezien de wielnaaf gelagerd is om een wielas die vast in het fietsframe 6 is gemonteerd.The drive 2 is furthermore provided with gears or sprockets 11 which are fixedly mounted on the rear wheel 3, while the rear wheel 3 itself is rotatable relative to the bicycle frame 6 since the wheel hub is mounted about a wheel axle which is fixedly mounted in the bicycle frame 6.

De kettingwielen 11 aan het achterwiel 3 en het kettingwiel 4 of de kettingwielen 4 op de trapas 5 zijn aan elkaar gekoppeld door middel van een fietsketting 12.The chain wheels 11 on the rear wheel 3 and the chain wheel 4 or the chain wheels 4 on the bottom bracket 5 are coupled to each other by means of a bicycle chain 12.

Teneinde een ander verzet te kunnen instellen, is de fiets 1 tevens voorzien van een versnellingsapparaat 13 of derailleur 13, waarmee de ketting 12 op de verschillende kettingwielen 11 kan worden gelegd.In order to be able to adjust a different gear, the bicycle 1 is also provided with an accelerator device 13 or derailleur 13, with which the chain 12 can be placed on the different chain wheels 11.

Zoals in de inleiding uiteengezet, vertoont zulke bekende aandrijving 2 bijvoorbeeld het nadeel dat de spierkracht van de fietser op niet efficiënte wijze omgezet wordt in een draaibeweging, aangezien de momentarm A, die vastgelegd wordt door de lengte A van de krukken 8, beperkt wordt door de dimensies van een normale persoon.For example, as explained in the introduction, such known drive 2 has the disadvantage that the muscular force of the cyclist is converted in an inefficient manner into a turning movement, since the moment arm A, which is fixed by the length A of the cranks 8, is limited by the dimensions of a normal person.

Met een aandrijving 14 volgens de uitvinding, waarvan een eerste uitvoeringsvorm is geïllustreerd in de figuren 2 tot en met 9, wordt aan dit nadeel verholpen.With a drive 14 according to the invention, a first embodiment of which is illustrated in Figures 2 to 9, this disadvantage is overcome.

De aandrijving 14 volgens de uitvinding is grotendeels identiek opgebouwd als de bekende aandrijving 2 uit figuur 1, waarbij een achterwiel 3 wordt aangedreven via een kettingoverbrenging die de draaibeweging van een door trappers 7 aangedreven kettingwiel 4 overbrengt naar een kettingwiel 11 of kettingwielen 11 op het achterwiel 3 via de ketting 12.The drive 14 according to the invention is largely identical in construction to the known drive 2 of figure 1, wherein a rear wheel 3 is driven via a chain transmission which transfers the rotational movement of a chain wheel 4 driven by pedals 7 to a chain wheel 11 or chain wheels 11 on the rear wheel 3 via the chain 12.

Het verschil is dat de aandrijving 14 volgens de uitvinding voorzien is van middelen waarmee de afstand B gemeten tussen de linkerpedaal 9 en de trapas 5 en de afstand C gemeten tussen de rechterpedaal 10 en de trapas 5 kan worden gevarieerd tijdens het omwentelen van de trappers 7.The difference is that the drive 14 according to the invention is provided with means with which the distance B measured between the left pedal 9 and the crankshaft 5 and the distance C measured between the right pedal 10 and the crankshaft 5 can be varied during the rotation of the pedals 7 .

Hiertoe zijn de trappers 7 op een bijzondere manier uitgevoerd.To this end, the pedals 7 are designed in a special way.

Meer bepaald bestaan de krukken 8 van de trappers 7 uit een eerste krukgedeelte 15 dat vast verbonden is met de trapas 5 en een tweede krukgedeelte 16 dat roteerbaar is aangebracht op het eerste krukgedeelte 15 door middel van een rotatieas 17 die gelagerd is in het eerste krukgedeelte 16.More specifically, the cranks 8 of the pedals 7 consist of a first crank section 15 fixedly connected to the crankshaft 5 and a second crank section 16 rotatably mounted on the first crank section 15 by means of an axis of rotation 17 mounted in the first crank section 16.

De rotatieas 17 is parallel gelegen op enige afstand D van de trapas 5 en de pedalen 9 en 10 zijn roteerbaar bevestigd in een uiteinde van het tweede krukgedeelté 16.The axis of rotation 17 is parallel to some distance D from the crankshaft 5 and the pedals 9 and 10 are rotatably mounted in one end of the second crank section 16.

Het tweede krukgedeelte 16 kan niet vrij roteren rondom de rotatieas 17, aangezien de beweging van het tweede krukgedeelte 16 is gekoppeld aan de beweging van het eerste krukgedeelte 15.The second crank portion 16 cannot rotate freely about the axis of rotation 17, since the movement of the second crank portion 16 is coupled to the movement of the first crank portion 15.

Hiertoe is bij elke trapper 7 op elk eerste krukgedeelte 15 centraal rond de trapas 5 een eerste koppeltandwiel 18 voorzien dat vast is verbonden met het fietsframe 6 en op elk tweede krukgedeelte 16 een tweede koppeltandwiel 19 dat vast gemonteerd is op de voornoemde rotatieas 17.For this purpose, a first coupling gear 18 is provided at each pedal 7 on each first crank section 15 centrally connected around the crankshaft 5 and is fixedly connected to the bicycle frame 6 and on each second crank section 16 a second coupling gear 19 fixedly mounted on the aforementioned rotation axis 17.

Volgens de uitvinding zijn het eerste voornoemde koppeltandwiel 18 en het tweede voornoemde koppeltandwiel 19 van elke trapper 7 liefst even groot.According to the invention, the first aforementioned coupling gear 18 and the second aforementioned coupling gear 19 of each pedal 7 are preferably the same size.

Bij de hier besproken eerste uitvoeringsvorm van een aandrijving 14 overeenkomstig de uitvinding zijn het eerste krukgedeelte 15 en het tweede krukgedeelte 16 van elke trapper 7 met elkaar gekoppeld door middel van een kettingoverbrenging.In the first embodiment of a drive 14 according to the invention discussed here, the first crank section 15 and the second crank section 16 of each trapper 7 are coupled to each other by means of a chain transmission.

Hierbij is een ketting 20 omheen het voornoemde eerste koppeltandwiel 18 en het tweede koppeltandwiel 19 van elke trapper 7 aangebracht.A chain 20 is herein arranged around the aforementioned first coupling gear 18 and the second coupling gear 19 of each pedal 7.

Het is belangrijk te noteren dat de kettingen 20 niet willekeurig worden aangebracht, doch slechts wanneer het eerste krukgedeelte 15 en het tweede krukgedeelte 16 in de juiste stand ten opzichte van elkaar staan, aangezien de goede werking van de aandrijving 14 ervan afhangt.It is important to note that the chains 20 are not arranged randomly, but only when the first crank section 15 and the second crank section 16 are in the correct position relative to each other, since the proper operation of the drive 14 depends on it.

Zulke correcte stand is bijvoorbeeld weergegeven in figuur 2, waarbij de eerste krukgedeelten 15 verticaal zijn geplaatst en de tweede krukgedeelten 16 dwars op deze eerste krukgedeelten 15 staan en waarbij beide tweede krukgedeelten 16 naar de voorkant van de fiets 1 zijn gericht.Such correct position is shown, for example, in Figure 2, wherein the first crank sections 15 are placed vertically and the second crank sections 16 are transverse to these first crank sections 15 and both second crank sections 16 are directed towards the front of the bicycle 1.

De werking van de aandrijving 14 volgens de uitvinding is eenvoudig en wordt hierna toegelicht aan de hand van de figuren 2 tot en met 6, welke de aandrijving 14 weergeven bij opeenvolgende standen van de trappers 7.The operation of the drive 14 according to the invention is simple and is explained below with reference to Figures 2 to 6, which show the drive 14 at successive positions of the pedals 7.

Zoals bij de bekende fietsen 1, is het de bedoeling dat een fietser de pedalen 9 en 10 van de fiets 1 met de benen doet ronddraaien.As with the known bicycles 1, it is intended that a cyclist rotate the pedals 9 and 10 of the bicycle 1 with the legs.

In figuur 2 bevindt de rechterpedaal 10 zich in de hoogste positie, waarbij het eerste krukgedeelte 15 van de rechter trapper 7 verticaal naar boven is gericht, terwijl de linkerpedaal 9 zich in de laagste positie bevindt, waarbij het eerste krukgedeelte 15 van de linkertrapper 7 verticaal naar beneden is gericht.In Figure 2, the right pedal 10 is in the highest position, with the first crank portion 15 of the right pedal 7 facing vertically upward, while the left pedal 9 is in the lowest position, with the first crank portion 15 of the left pedal 7 vertically facing down.

In de opeenvolgende standen weergegeven in de figuren 2 tot en met 6, beweegt de rechterpedaal 10 van de hoogste positie naar de laagste positie, terwijl de linkerpedaal 9 beweegt van de laagste positie naar de hoogste positie.In the successive positions shown in Figures 2 to 6, the right pedal 10 moves from the highest position to the lowest position, while the left pedal 9 moves from the lowest position to the highest position.

Zoals bekend is, wordt bij een aandrijving 14 met trappers 7 doorgaans slechts arbeid geleverd door de pedaal 10 die van de hoogste positie naar de laagste positie beweegt.As is known, in the case of a drive 14 with pedals 7, usually only work is provided by the pedal 10 which moves from the highest position to the lowest position.

De andere trapper 7 volgt gewoon de beweging doordat de trappers 7 gekoppeld zijn via de trapas 5.The other trapper 7 simply follows the movement because the trappers 7 are coupled via the bottom bracket 5.

Kortom, in de standen weergegeven in de figuren 2 tot en met 6, levert de rechterpedaal 10 tijdens de normale werking arbeid aan de aandrijving 14, terwijl de linkerpedaal 9 nauwelijks of geen arbeid levert.In short, in the positions shown in Figs. 2 to 6, the right pedal 10 provides work to the drive 14 during normal operation, while the left pedal 9 provides little or no work.

Uiteraard zal bij een verdere beweging de rechterpedaal 10 vanuit de laagste positie naar de hoogste positie bewegen en tijdens deze beweging geen arbeid leveren en de linkertrapper 9 vanuit de.hoogste positie naar de laagste positie bewegen voor het aandrijven van de aandrijving 14, zodat tijdens deze fase de rollen gewoon omgekeerd zijn.Of course, with a further movement, the right pedal 10 will move from the lowest position to the highest position and will not provide any work during this movement, and the left pedal 9 will move from the highest position to the lowest position for driving the drive 14, so that during this movement phase the roles are just reversed.

Op dit gedeelte van de omwenteling van de trappers 7 wordt hier dan ook niet verder meer ingegaan.This part of the revolution of the pedals 7 is therefore no longer discussed here.

Een belangrijk voordeel van een aandrijving 14 volgens de uitvinding ligt hem in het feit dat bij het aandrijven van het fietswiel 3 de afstand B tussen de linkerpedaal 9 en de trapas 5, kortom de momentarm B van de linkerpedaal 9, evenals de afstand C tussen de rechterpedaal 10 en de trapas 5, kortom de momentarm C van de rechterpedaal 10, varieert tijdens het omwentelen van de trappers 7, dit in tegenstelling tot wat het geval is bij de bekende aandrijvingen 2.An important advantage of a drive 14 according to the invention lies in the fact that when driving the bicycle wheel 3 the distance B between the left pedal 9 and the crankshaft 5, in short the moment arm B of the left pedal 9, as well as the distance C between the right pedal 10 and the crankshaft 5, in short the moment arm C of the right pedal 10, varies during the rotation of the pedals 7, this in contrast to what is the case with the known drives 2.

Meer bepaald is de momentarm C van een arbeidleverende pedaal, welke in de figuren 2 tot 6 de rechterpedaal 10 is, groter tijdens dit arbeidsleverende gedeelte van de omwenteling van de betreffende (rechter)trapper 7, dan de momentarm B van een pedaal die geen arbeid levert aan de aandrijving 14, welke in de standen van de figuren 2 tot 6 de linkerpedaal 9 is, tijdens dit arbeidsloze gedeelte van de omwenteling van de betreffende (linker)trapper 7.More specifically, the moment arm C of a labor-producing pedal, which in Figs. 2 to 6 is the right pedal 10, is larger during this labor-generating part of the revolution of the relevant (right) pedal 7, than the moment arm B of a pedal that does not work. supplies to the drive 14, which is the left pedal 9 in the positions of figures 2 to 6, during this idle part of the rotation of the relevant (left) pedal 7.

Uiteraard keren de rollen om bij verdere beweging van de trappers 7, zoals hierboven uiteengezet.Of course, the rollers reverse with further movement of the pedals 7, as explained above.

Dit betekent dat elke trapper 7, enerzijds, gedurende een eerste gedeelte van de omwenteling overeenkomstig een beweging vanuit de hoogste stand naar de laagste stand een relatief grote momentarm C heeft teneinde gemakkelijk arbeid te kunnen leveren aan de aandrijving 14.This means that each trapper 7, on the one hand, has a relatively large moment arm C during a first part of the revolution in accordance with a movement from the highest position to the lowest position in order to be able to easily provide work to the drive 14.

Anderzijds, heeft dezelfde trapper 7 tijdens een ander gedeelte van de omwenteling overeenkomstig een beweging vanuit de laagste stand naar de hoogste stand een relatief kleinere momentarm B, vergeleken bij de vorige fase, wat echter geenszins de efficiëntie van de aandrijving 14 benadeelt, aangezien tijdens dit gedeelte van de omwenteling geen arbeid door de betreffende trapper 7 wordt geleverd aan de aandrijving 14.On the other hand, during another part of the revolution, the same trapper 7 has a relatively smaller moment arm B compared to the previous phase in accordance with a movement from the lowest position to the highest position, which, however, in no way impairs the efficiency of the drive 14, since during this part of the revolution no work is supplied to the drive 14 by the relevant pedal 7.

Figuur 4 geeft de stand weer waarbij de trappers 7 zich in een horizontale positie bevinden en waarbij de rechterpedaal over een momentarm C beschikt gelijk aan de afstand D tussen de trapas 5 en de rotatieas 17 vermeerderd met de afstand E tussen deze rotatieas 17 en de pedaal 10.Figure 4 shows the position in which the pedals 7 are in a horizontal position and in which the right pedal has a moment arm C equal to the distance D between the crankshaft 5 and the axis of rotation 17 plus the distance E between this axis of rotation 17 and the pedal 10.

In deze stand van de trappers 7 is de momentarm C van de rechtertrapper maximaal.In this position of the pedals 7, the moment arm C of the right pedal is maximum.

Anderzijds, is de momentarm B van de linkerpedaal 9 in deze stand gelijk aan de afstand D tussen de trapas 5 en de rotatieas 17 van deze trapper 7, verminderd met de afstand E tussen deze rotatieas en de pedaal 9.On the other hand, the moment arm B of the left pedal 9 in this position is equal to the distance D between the crankshaft 5 and the axis of rotation 17 of this trapper 7, minus the distance E between this axis of rotation and the pedal 9.

In deze stand van de trappers 7 is de momentarm B van de linkertrapper minimaal.In this position of the pedals 7, the moment arm B of the left pedal is minimal.

Het is duidelijk dat de pedalen 9 en 10 steeds bewegen tussen een stand met minimale momentarm B, welke de stand is waarbij het eerste krukgedeelte 15 naar achter is gericht en een stand met maximale momentarm C, welke de stand is waarbij het eerste krukgedeelte 15 naar voren is gericht.It is clear that the pedals 9 and 10 always move between a position with minimum moment arm B, which is the position where the first crank section 15 is directed rearwards and a position with maximum moment arm C, which is the position where the first crank section 15 is facing forward.

Beide voornoemde standen, respectievelijk met minimale momentarm B en maximale momentarm C, vallen samen met het midden van een welbepaalde halve omwenteling, meer bepaald respectievelijk het midden van de halve omwenteling tijdens dewelke geen arbeid wordt geleverd door de pedaal 9 aan de aandrijving 14 en het midden van de halve omwenteling tijdens dewelke juist wel arbeid door de pedaal 10 aan de aandrijving 14 wordt geleverd.Both of the aforementioned positions, respectively with minimum moment arm B and maximum moment arm C, coincide with the center of a specific half revolution, in particular respectively the center of the half revolution during which no work is supplied by the pedal 9 to the drive 14 and the middle of the half revolution during which work is actually supplied by the pedal 10 to the drive 14.

in het getoonde voorbeeld is het dus zelfs zo dat bij het aandrijven van het fietswiel 3 door het omwentelen van de trappers 7 de afstand B of C tussen een pedaal 9 of 10 van een trapper 7 en de trapas 5 groter is tijdens de ganse omwenteling van deze trapper 7 vanuit de stand met de betreffende pedaal 9 of 10 in de hoogste positie naar de stand met de betreffende pedaal 9 of 10 in de laagste positie, dan tijdens de ganse omwenteling van deze trapper 7 vanuit de stand met de pedaal 9 of 10 in de laagste positie naar de stand met de pedaal in de hoogste positie, met uitzondering van de waarden van de voornoemde afstand B of C bij de standen van de trappers 7 met de pedaal 9 of 10 in de hoogste en de laagste positie.in the example shown it is thus even true that when driving the bicycle wheel 3 by rotating the pedals 7, the distance B or C between a pedal 9 or 10 of a pedal 7 and the crankshaft 5 is greater during the entire rotation of this pedal 7 from the position with the relevant pedal 9 or 10 in the highest position to the position with the relevant pedal 9 or 10 in the lowest position, then during the entire revolution of this pedal 7 from the position with the pedal 9 or 10 in the lowest position to the position with the pedal in the highest position, with the exception of the values of the aforementioned distance B or C at the positions of the pedals 7 with the pedal 9 or 10 in the highest and the lowest position.

Het is duidelijk dat hierdoor de aandrijving 14 efficiënter kan worden aangedreven dan de bekende aandrijvingen 2.It is clear that this allows the drive 14 to be driven more efficiently than the known drives 2.

In figuur 10 zijn verschillende standen van een trapper 7 met pedaal 9 of 10 tijdens een omwenteling op één figuur weergegeven.In figure 10 different positions of a pedal 7 with pedal 9 or 10 are shown on one figure during one revolution.

Op deze wijze wordt een beeld verkregen van de baan die wordt afgelegd door een pedaal 9 of 10 ten opzichte van de .fiets 1 tijdens een omwenteling.In this way an image is obtained of the track covered by a pedal 9 or 10 with respect to the bicycle 1 during one revolution.

Door de juiste koppeling van het eerste krukgedeelte 15 en het tweede krukgedeelte 16 tijdens de beweging, zoals hierboven beschreven, wordt bekomen dat een pedaal 9 of 10 tevens een cirkel F ten opzichte van de fiets 1 beschrijft, zoals bij de bekende fietsen 1.By the correct coupling of the first crank section 15 and the second crank section 16 during the movement, as described above, it is achieved that a pedal 9 or 10 also describes a circle F with respect to the bicycle 1, as with the known bicycles 1.

Het middelpunt G van deze cirkel F ligt echter niet op de aslijn van de trapas 5, doch ligt op een afstand E voor deze aslijn van de trapas 5, namelijk op een afstand E gelijk aan de afstand tussen de rotatieas 17 voor een rotatie van het tweede krukgedeelte 16 rondom het eerste krukgedeelte 15 en de pedaal 9 of 10.The center G of this circle F, however, does not lie on the axis of the bottom bracket 5, but is at a distance E for this axis of the bottom bracket 5, namely at a distance E equal to the distance between the axis of rotation 17 for a rotation of the bottom bracket. second crank section 16 around the first crank section 15 and the pedal 9 or 10.

Het is duidelijk dat naarmate deze afstand E groter wordt genomen er een groter verschil in momentarm is tussen de helft van de omwenteling van een trapper 7 waarbij arbeid wordt geleverd aan de aandrijving 14 en de helft van de omwenteling van de trapper waarbij geen arbeid wordt geleverd.It is clear that as this distance E is taken larger, there is a greater difference in moment arm between half the revolution of a trapper 7 where work is supplied to the drive 14 and half of the revolution of the trapper where no work is delivered .

In figuur 11 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een aandrijving 14 overeenkomstig de uitvinding weergegeven, waarbij ditmaal het eerste krukgedeelte 15 en het tweede krukgedeelte 16 van elke trapper 7 met elkaar gekoppeld zijn door middel van een tandwieloverbrenging waarbij een tussenliggend tandwiel 21 roteerbaar is aangebracht op het tweede krukgedeelte 16 en samenwerkt met het eerste koppel tandwiel 15 en het tweede koppel tandwiel 19 van de betreffende trapper 7.Figure 11 shows an alternative embodiment of a drive 14 according to the invention, in which this time the first crank section 15 and the second crank section 16 of each trapper 7 are coupled to each other by means of a gear transmission with an intermediate gear wheel 21 rotatably mounted on the second crank portion 16 and cooperates with the first torque gear 15 and the second torque gear 19 of the respective pedal 7.

Het is hierbij opnieuw noodzakelijk tijdens de montage van het tussenliggend tandwiel 21 de stand van het eerste krukgedeelte 15 ten opzichte van het tweede krukgedeelte 16 juist in te stellen teneinde de goede werking van de aandrijving 14 niet in het gedrang te brengen.It is again necessary during the assembly of the intermediate gear wheel 21 to correctly adjust the position of the first crank section 15 relative to the second crank section 16 in order not to compromise the proper operation of the drive 14.

In de figuren 12 tot en met 14 is schematisch het principe achter nog een andere uitvoeringsvorm van een aandrijving 14 overeenkomstig de uitvinding weergegeven.Figures 12 to 14 schematically show the principle behind yet another embodiment of a drive 14 according to the invention.

De koppeling tussen het eerste krukgedeelte 15 en het tweede krukgedeelte 16 van een trapper 7 gebeurt in deze uitvoeringsvorm niet meer door middel van koppeltandwielen 18 en 19 en een ketting 20 of tussenliggend tandwiel 21.The coupling between the first crank section 15 and the second crank section 16 of a pedal 7 no longer occurs in this embodiment by means of coupling gears 18 and 19 and a chain 20 or intermediate gear 21.

Meer bepaald is het tweede krukgedeelte 16 veel langer uitgevoerd dan bij de vorige uitvoeringsvormen, waarbij het tweede krukgedeelte 16 niet eindigt met één uiteinde aan de rotatieas 17, zoals het geval was bij de vorige uitvoeringsvormen, doch zich verder uitstrekt vanuit een pedaal 9 of 10 over de rotatieas 17 tot aan een cilindervormige geleiding 22 die voorzien is op de fiets 1, bij voorkeur op een redelijke afstand van de trapas 5, bijvoorbeeld op het fietsframe 6 achter de wielnaaf van het achterwiel 3.More specifically, the second crank portion 16 is designed much longer than in the previous embodiments, wherein the second crank portion 16 does not end with one end on the axis of rotation 17, as was the case with the previous embodiments, but extends further from a pedal 9 or 10. over the axis of rotation 17 up to a cylindrical guide 22 which is provided on the bicycle 1, preferably at a reasonable distance from the bottom bracket 5, for example on the bicycle frame 6 behind the wheel hub of the rear wheel 3.

Hierbij vormt het uiteinde van het tweede krukgedeelte 16 tegenover een pedaal 9 of 10 een cilindervormige stang 23 die verschuifbaar. is aangebracht in de voornoemde cilindervormige geleiding 22, waarbij de cilindervormige geleiding 22 roteerbaar is opgesteld volgens een as parallel aan de trapas 5.Here, the end of the second crank section 16 opposite a pedal 9 or 10 forms a cylindrical rod 23 which is slidable. is arranged in the aforementioned cylindrical guide 22, the cylindrical guide 22 being rotatably arranged along an axis parallel to the crankshaft 5.

De figuren 12 tot en met 14 geven verschillende standen van de trappers 7 weer tijdens een omwenteling.Figures 12 to 14 show different positions of the pedals 7 during one revolution.

Hierbij zorgt het voornoemde systeem met stangen 23 en een cilindervormige geleiding 22 ervoor dat het gedeelte met pedaal 9 of 10 van het tweede krukgedeelte 16 steeds naar de voorkant van de fiets 1 blijft gericht tijdens de omwenteling van de trappers 7.The aforementioned system with rods 23 and a cylindrical guide 22 ensures that the pedal portion 9 or 10 of the second crank portion 16 always remains directed towards the front of the bicycle 1 during the rotation of the pedals 7.

Op deze wijze wordt hetzelfde effect bekomen dat bij het aandrijven van het fietswiel 3 door het omwentelen van de trappers 7 de afstand B of C tussen een pedaal 9 of 10 van een trapper 7 en de trapas 5 groter is tijdens op zijn minst een gedeelte van de omwenteling van deze trapper vanuit de stand met de betreffende pedaal 9 of 10 in de hoogste positie naar de stand met de betreffende pedaal 9 of 10 in de laagste positie, dan tijdens op zijn minst een gedeelte van de omwenteling van deze trapper 7 vanuit de stand met de pedaal 9 of 10 in de laagste positie naar de stand met de pedaal 9 of 10 in de hoogste positie.In this way the same effect is obtained that when driving the bicycle wheel 3 by turning the pedals 7 the distance B or C between a pedal 9 or 10 of a pedal 7 and the crankshaft 5 is greater during at least a part of the rotation of this pedal from the position with the relevant pedal 9 or 10 in the highest position to the position with the relevant pedal 9 or 10 in the lowest position, then during at least a part of the rotation of this pedal 7 from the position with the pedal 9 or 10 in the lowest position to the position with the pedal 9 or 10 in the highest position.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen van een aandrijving 14 voor een fietswiel 3 overeenkomstig de uitvinding, doch dergelijke aandrijving 14 kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The invention is by no means limited to the exemplary embodiments and shown in the figures of a drive 14 for a bicycle wheel 3 according to the invention, but such drive 14 can be realized in all kinds of other ways without departing from the scope of the invention.

Claims (10)

1. Aandrijving (14) voor een fietswiel (3) of dergelijke, waarbij het wiel (3) wordt aangedreven door het omwentelen van twee trappers (7) bestaande uit pedalen (9,10) die via een kruk (8) zijn verbonden met een trapas (5), daardoor gekenmerkt dat de aandrijving (14) middelen bevat om de afstand (B,C) tussen de pedalen (9,10) en de trapas (5) te doen variëren tijdens het omwentelen van de trappers (7),A drive (14) for a bicycle wheel (3) or the like, wherein the wheel (3) is driven by revolving two pedals (7) consisting of pedals (9, 10) connected via a crank (8) a bottom bracket (5), characterized in that the drive (14) comprises means for varying the distance (B, C) between the pedals (9, 10) and the bottom bracket (5) during the rotation of the pedals (7) , 2. Aandrijving (14) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen zodanig zijn dat bij het aandrijven van het fietswiel (3) door het omwentelen van de trappers (7) de afstand (B,C) tussen een pedaal (9,10) van een trapper (7) en de trapas (5) groter is tijdens op zijn minst een gedeelte van de omwenteling van deze trapper (7) vanuit de stand met de betreffende pedaal (9,10) in de hoogste positie naar de stand met de betreffende pedaal (9,10) in de laagste positie, dan tijdens op zijn minst een gedeelte van de omwenteling van deze trapper (7) vanuit de stand met de pedaal (9,10) in de laagste positie naar de stand met de pedaal (9,10) in de hoogste positie.Drive (14) according to claim 1, characterized in that the above-mentioned means are such that when driving the bicycle wheel (3) by turning the pedals (7) the distance (B, C) between a pedal (9, 10) of a pedal (7) and the bottom bracket (5) is larger during at least a part of the rotation of this pedal (7) from the position with the relevant pedal (9, 10) in the highest position to the position with the relevant pedal (9, 10) in the lowest position, then during at least part of the revolution of this pedal (7) from the position with the pedal (9, 10) in the lowest position to the position with the pedal (9.10) in the highest position. 3. Aandrijving (14) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen zodanig zijn dat bij . het aandrijven van het fietswiel (3) door het omwentelen van de trappers (7) de afstand (B,C) tussen een pedaal (9,10) van een trapper (7) en de trapas (5) groter is tijdens de ganse omwenteling van deze trapper (7) vanuit de stand met de betreffende pedaal (9,10) in de hoogste positie naar de stand met de betreffende pedaal (9,10) in de laagste positie, dan tijdens de ganse omwenteling van deze trapper (7) vanuit de stand met de pedaal (9,10) in de laagste positie naar de stand met de pedaal (9,10) in de hoogste positie, met uitzondering van de waarden van de voornoemde afstand (B,C) bij de standen van de trappers (7) met de pedaal (9,10) in de hoogste en de laagste positie.Drive (14) according to claim 2, characterized in that the aforementioned means are such that at. driving the bicycle wheel (3) by revolving the pedals (7) the distance (B, C) between a pedal (9, 10) of a pedal (7) and the bottom bracket (5) is greater during the entire revolution from this pedal (7) from the position with the relevant pedal (9, 10) in the highest position to the position with the relevant pedal (9, 10) in the lowest position, then during the entire revolution of this pedal (7) from the position with the pedal (9, 10) in the lowest position to the position with the pedal (9, 10) in the highest position, with the exception of the values of the aforementioned distance (B, C) at the positions of the pedals (7) with the pedal (9, 10) in the highest and lowest position. 4. Aandrijving (14) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de krukken (8) van de trappers (7) bestaan uit een eerste krukgedeelte (15) dat vast verbonden is met de trapas (5) en een tweede krukgedeelte (16) dat roteerbaar is aangebracht op het eerste krukgedeelte (15) door middel van een rotatieas (17) die gelagerd is in het eerste krukgedeelte (15) en die parallel is gelegen op enige afstand van de trapas (5), waarbij de pedalen (9,10) roteerbaar zijn bevestigd in een uiteinde van het tweede krukgedeelte (16).Drive (14) according to one of the preceding claims, characterized in that the cranks (8) of the pedals (7) consist of a first crank section (15) which is fixedly connected to the bottom bracket (5) and a second crank section ( 16) rotatably mounted on the first crank section (15) by means of a rotation shaft (17) mounted in the first crank section (15) and located in parallel at some distance from the crankshaft (5), the pedals ( 9, 10) are rotatably mounted in one end of the second crank section (16). 5. Aandrijving (14) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat voor het koppelen van de beweging van het eerste krukgedeelte (15) en het tweede . krukgedeelte (16) van elke trapper (7) op elk eerste krukgedeelte (15) centraal rond de trapas (5) een eerste koppeltandwiel (18) is voorzien dat vast is verbonden met het fietsframe (6) en op elk tweede krukgedeelte (16) een tweede koppeltandwiel (19) dat vast gemonteerd is op de voornoemde rotatieas (17).The drive (14) according to claim 4, characterized in that for coupling the movement of the first crank section (15) and the second. crank section (16) of each pedal (7) on each first crank section (15) centrally around the crankshaft (5) a first coupling gear (18) is fixedly connected to the bicycle frame (6) and on each second crank section (16) a second coupling gear (19) fixedly mounted on the aforementioned axis of rotation (17). 6. Aandrijving (14) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het eerste voornoemde koppeltandwiel (18) en het tweede voornoemde koppeltandwiel (19) even groot zijn.Drive (14) according to claim 5, characterized in that the first aforementioned coupling gear (18) and the second aforementioned coupling gear (19) are of the same size. 7. Aandrijving (14) volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat het eerste krukgedeelte (15) en het tweede krukgedeelte (16) van elke trapper (7) met elkaar gekoppeld zijn door middel van een kettingoverbrenging, waarbij een ketting (20) omheen het voornoemde eerste koppeltandwiel (18) en het tweede koppeltandwiel (19) van elke trapper (7) is aangebracht.Drive (14) according to claim 5 or 6, characterized in that the first crank section (15) and the second crank section (16) of each trapper (7) are coupled to each other by means of a chain transmission, wherein a chain (20) is arranged around the aforementioned first coupling gear (18) and the second coupling gear (19) of each pedal (7). 8. Aandrijving (14) volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat het eerste krukgedeelte (15) en het tweede krukgedeelte (16) van elke trapper (7) met elkaar gekoppeld zijn door middel van een tandwieloverbrenging waarbij een tussenliggend tandwiel (21) roteerbaar is aangebracht op het tweede krukgedeelte (16) en samenwerkt met het eerste en tweede koppeltandwiel (18,19) van de betreffende trapper (7) .Drive (14) according to claim 5 or 6, characterized in that the first crank section (15) and the second crank section (16) of each pedal (7) are coupled to each other by means of a gear transmission with an intermediate gear (21) is rotatably mounted on the second crank portion (16) and cooperates with the first and second clutch gear (18, 19) of the relevant pedal (7). 9. Aandrijving (14) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het andere uiteinde van het tweede .krukgedeelte (16) van elke trapper (7) een stang (23) vormt die verschuifbaar is aangebracht in een cilindervormige geleiding (22) die voorzien is op de fiets (1), welke cilindervormige geleiding (22) roteerbaar is opgesteld volgens een as parallel aan de trapas (5) .The drive (14) according to claim 3, characterized in that the other end of the second crank section (16) of each stepper (7) forms a rod (23) slidably mounted in a cylindrical guide (22) provided on the bicycle (1), which cylindrical guide (22) is rotatably arranged along an axis parallel to the bottom bracket (5). 10. Aandrijving (14) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een achterwielaandrijving is.Drive (14) according to one of the preceding claims, characterized in that it is a rear-wheel drive.
BE2009/0510A 2009-08-19 2009-08-19 DRIVE FOR A BICYCLE WHEEL. BE1018863A3 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0510A BE1018863A3 (en) 2009-08-19 2009-08-19 DRIVE FOR A BICYCLE WHEEL.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0510A BE1018863A3 (en) 2009-08-19 2009-08-19 DRIVE FOR A BICYCLE WHEEL.
BE200900510 2009-08-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018863A3 true BE1018863A3 (en) 2011-10-04

Family

ID=41820312

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0510A BE1018863A3 (en) 2009-08-19 2009-08-19 DRIVE FOR A BICYCLE WHEEL.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018863A3 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB553055A (en) * 1940-03-26 1943-05-06 Magus Patentverwertungs Genoss Improvements in and relating to foot operated crank mechanisms having a non-circular pedal path
WO1992007752A1 (en) * 1990-10-24 1992-05-14 Cesare Albanese An improved crank-pedal unit
DE19603031A1 (en) * 1996-01-29 1997-07-31 Berndsen Klaus Juergen Dr Therapeutic exercise vehicle driven by pedals
EP0978446A2 (en) * 1998-08-07 2000-02-09 Sony Corporation Bicycle
FR2889158A1 (en) * 2005-07-28 2007-02-02 Andre Farison Pedal assembly e.g. for a bicycle has cranks with pivoted extensions and additional chainwheel to reduce effort

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB553055A (en) * 1940-03-26 1943-05-06 Magus Patentverwertungs Genoss Improvements in and relating to foot operated crank mechanisms having a non-circular pedal path
WO1992007752A1 (en) * 1990-10-24 1992-05-14 Cesare Albanese An improved crank-pedal unit
DE19603031A1 (en) * 1996-01-29 1997-07-31 Berndsen Klaus Juergen Dr Therapeutic exercise vehicle driven by pedals
EP0978446A2 (en) * 1998-08-07 2000-02-09 Sony Corporation Bicycle
FR2889158A1 (en) * 2005-07-28 2007-02-02 Andre Farison Pedal assembly e.g. for a bicycle has cranks with pivoted extensions and additional chainwheel to reduce effort

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0607356B1 (en) Non-circular front chain wheel for crank gear
US5419572A (en) Reciprocating bicycle drive
US5172926A (en) Pedal drive mechanism
CA2037891C (en) Dual drive cycle
US7896377B2 (en) Lever enhanced pedaling system with multi-speed control system
BE1018863A3 (en) DRIVE FOR A BICYCLE WHEEL.
AU2010201876A1 (en) Linear drive bicycle with forward inclined prone driving position
CN1061614C (en) Alternating drive for vehicles
RU2716607C1 (en) All-wheel drive motorcycle
CA2895234C (en) Crankset and method for transfering power in a crankset
RU2494910C1 (en) Folding bicycle with linear pedaling
FR2830831A1 (en) Bicycle with sliding pedals each connected to wheel driving chain meshing on wheel pinion, other end of chains connected by return pulley, each pedal mounted in runner and able to translate relative to it
WO2007056837A1 (en) Power pedal for a bicycle
JP6661553B2 (en) Cycling aid
FR2878815A1 (en) Belt mechanism for e.g. bicycle, has levers receiving belt driving force applied by user, and having link point for connection to belts driven on pulleys joined to free wheel, where belts are maintained at constant tension by return spring
FR2717440A1 (en) Extendable pedal crank for bicycles
KR100656811B1 (en) The power improvement unit of bycycle
CN2345443Y (en) Variable-speed bicycle capable of forward by back riding
RU2009943C1 (en) Velomobile
CN2778657Y (en) Labor-saving bicycle and transmission crank
NL2016932B1 (en) Bicycle equipped with a mechanism for obtaining an even driving torque
RU2449914C1 (en) Recumbent bicycle with linear drive
GB2424216A (en) Mechanism for switching bicycle electric assist motor
CH715016A2 (en) Machine driven by muscular strength, like a pulley bike.
NL1031571C2 (en) Heavy-pedaling bicycle for exercising purpose, has pedaling unit rotated to deliver driving force to drive rear wheel, and dragging mechanism disposed on one of rear wheel axle and rear wheel hub to generate dragging force

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20120831