BE1017870A3 - Usb-stick. - Google Patents

Abstract

USB-stick (1) van het type die hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing (2) uitstekende USB-stekker (3) en een dop (4) die met een open zijde over de USB-stekker (3) kan aangebracht worden ter bescherming ervan, daardoor gekenmerkt dat de USB-stick (1) voorzien is van middelen die de behuizing (2) en de dop (4) met elkaar verbinden zowel in de geopende als in de gesloten toestand.

Description

USB-stick.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een USB-stick.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een USB-stick van het type die hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing met een geheugen en een uit een rand van de behuizing uitstekende USB-stekker.

Het is bekend dat dergelijke klassieke USB-sticks voorzien zijn van een dop die met de open zijde over de USB-stekker kan wórden aangebracht en aldus de USB-stekker beschermen in gesloten toestand.

Een nadeel van dergelijke USB-sticks is dat de dop vaak door zijn kléine afmetingen verloren raakt en moeilijk terug te vinden is.

Daarom wordt de dop soms voorzien van bevestigingsmiddelen waarmee hij aan een sleutelbos, een halsketting of dergelijke kan worden bevestigd.

Dit belet echter niet dat de behuizing met de USB-stekker nog steeds kan loskomen van de dop bij het wandelen, sporten of dergelijke, waardoor de behuizing zoek kan geraken of de USB-stekker vervuild, beschadigd of onbruikbaar kan worden, aangezien hij niet meer beschermd is door een dop.

Ook de behuizing kan worden voorzien van bevestigingsmiddelen die bijvoorbeeld toelaten de USB-stick aan een sleutelbos te hangen.

Deze hebben echter als nadeel dat, wanneer de USB-stick in een USB-slot is aangebracht, de sleutels op de USB-stick trekken waardoor er een slecht contact kan optreden, of de USB-stick uit het slot kan worden getrokken of de USB-stick of het USB-slot zelfs kan worden beschadigd.

In bepaalde uitvoeringen van computers zal het in deze gevallen zelfs niet mogelijk zijn om de USB-stick op de computer aan te sluiten wegens plaatsgebrek rond het USB-slot van de computer.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een USB-stick van het type die hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing met een geheugen en een uit een rand van de behuizing uitstekende USB-stekker en een dop die met een open zijde over de USB-stekker kan aangebracht worden ter bescherming ervan, waarbij de USB-stick voorzien is van middelen die de behuizing en de dop met elkaar verbinden, zowel in de geopende, als in de gesloten toestand.

Een voordeel is dat de dop permanent aan de behuizing bevestigd blijft, waardoor deze dop niet verloren kan gaan bij het gebruik van de USB-stick.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de USB-stick voorzien van middelen voor een minstens tijdelijke bevestiging van de USB-stick aan een ander voorwerp, waarbij deze middelen op een eenvoudige manier losmaakbaar zijn.

Een voordeel is dat de USB-stick kan worden vastgemaakt aan een ander voorwerp, zoals bijvoorbeeld een sleutelhanger, een halsketting en dergelijke, waardoor men deze USB-stick makkelijk overal kan meenemen met een minimaal risico op verlies.

Een ander voordeel is dat de USB-stick met verschillende voorwerpen uitwisselbaar is en dat wanneer de USB-stick bijvoorbeeld aan een halsketting is bevestigd, men voor het verwisselen van de USB-stick met een andere USB-stick of een ander voorwerp, dit kan doen zonder hierbij noodzakelijkerwijze de ketting te moeten losmaken.

Nog een ander voordeel dat hieraan is gekoppeld, is dat de USB-stick en het voorwerp van elkaar verwijderd kunnen worden wanneer men de USB-stick wil gebruiken zodat de USB-stekker recht in het slot van een computer of van een ander toestel kan worden geplaatst zónder hinder te ondervinden van het voorwerp waaraan de USB-stick was bevestigd.

Een ander voordeel is dat de USB-stick als een juweel uitgevoerd en gedragen kan worden, aangezien de USB-stick makkelijk losmaakbaar is van een halsketting of dergelijke voor aansluiting op een computer.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een USB-stick volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een aanzicht van een USB-stick volgens de uitvinding in gesloten toestand weergeeft; figuur 2 een aanzicht volgens pijl F2 in figuur 1 weergeeft; figuur 3 een doorsnede van de USB-stick volgens lijn III-III in figuur 2 weergeeft in gesloten toestand; figuur 4 en 5 de USB-stick van figuur 3 weergeven in twee andere toestanden; figuur 6 een uitvergroting weergeeft van het gedeelte dat in figuur 5 door F6 is aangeduid; figuur 7 een analoge figuur is als figuur 6, doch in een andere stand; figuur 8 en 9 een alternatieve uitvoeringsvorm van de USB-stick weergeven in twee toestanden.

In de figuren 1 tot 3 is schematisch een USB-stick 1 volgens de uitvinding weergegeven, die hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing 2 met een geheugen en een uit de rand van de behuizing 2 uitstekende USB-stekker 3 en een dop 4 die met de open zijde over de USB-stekker 3 kan worden aangebracht.

De USB-stick 1 is verder voorzien van middelen om de dop 4 en de behuizing 2 te verbinden met elkaar, welke in de getoonde uitvoeringsvorm als twee evenwijdige armen 5 zijn uit gevoerd, die op de dop 4 zijn bevestigd en die, ten opzichte van de open zijde van de dop 4, over een lengte uitsteken, waardoor de behuizing 2 tussen deze armen 5 verschuifbaar en roteerbaar is in de lengterichting van de armen 5.

In elk van de naar elkaar gerichte zijden van de armen 5 is een groef 6 aangebracht in de lengterichting van de armen en dit tot op een korte afstand van het vrije uiteinde van de betreffende arm, een en ander zodanig dat aan het vrije uiteinde een aanslag 7 wordt gevormd die de lengte van de groef 6 begrenst.

De behuizing 2 is voorzien van minstens twee uitsteeksels 8, elk aan een zijrand van de behuizing 2, die elk verschuifbaar in één van de voornoemde groeven 6, zijn aangebracht en die zich gedeeltelijk in een daartoe voorziene uitsparing 9 in de zijrand van de behuizing 2 bevinden.

Bij voorkeur zijn deze uitsteeksels 8 uitgevoerd in de vorm van kogels en bevinden ze zich aan de twee hoeken van de behuizing 2 aan de rand waar de USB-stekker 3 uitsteekt.

Eventueel kunnen bijkomende uitsteeksels 10 worden voorzien, die zich bij voorkeur aan de twee andere hoeken van de behuizing 2 bevinden en die al dan niet uitgevoerd kunnen zijn in de vorm van kogels, waarbij de laatstgenoemde uitsteeksels 10 gedeeltelijk in een daartoe voorziene uitsparing 11 in de zijranden van de behuizing 2 zijn gevat.

Deze twee uitsteeksels 10 worden in de uitsparing 11 vastgehouden door middel van een ring 12 die de uitsparing 11 af dekt en waarvan de binnendiameter kleiner is dan de diameter van het uitsteeksel 10.

Deze uitsparing 11 is voorzien van een samengedrukte veer 13 die het uitsteeksel 10 tegen de voornoemde ring 12 duwt.

De werkwijze voor het openen van de USB-stick is zeer eenvoudig en als volgt en wordt geïllustreerd aan de hand van de figuren 3 tot 5.

In de gesloten toestand, zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3, wordt de USB-stekker 3 beschermd door de dop 4 die met de open zijde over de USB-stekker 3 is aangebracht.

Wanneer men de USB-stick 1 wil gebruiken en dus de behuizing 2 met de USB-stekker 3 wil losmaken van de dop 4, zal een kracht A volgens de lengterichting van de armen 5 worden uitgeoefend op de behuizing 2, waardoor de behuizing 2 een verschuiving ondergaat ten opzichte van de dop 4 volgens de lengterichting van de armen 5.

Hierbij zullen de uitsteeksels 10 over de aanslag 7 in hun uitsparingen 11 worden geduwd tegen de kracht van de veren 13 in, tot wanneer het uiteinde van de behuizing 2 voldoende verschoven is wat inderdaad toelaat de behuizing 2 van de dop 4 weg te trekken.

Bij deze beweging vormen de groeven 6 in de armen 5 een geleiding voor de andere uitsteeksels 8.

De schuif beweging zal worden gestopt op het moment dat de uitsteeksels 8 zich tegen de aanslagen 7 van de groeven 6 bevinden, zoals weergegeven is in figuur 4.

De behuizing 2 is verschuifbaar over een lengte die afhankelijk is van de lengte van de groef 6, welke zodanig is dat de behuizing 2 over een lengte verschuifbaar is die minstens voldoende is om de USB-stekker 3 uit de dop 4 te trekken.

Vervolgens kan de behuizing 2 geroteerd worden rond de meetkundige as door de twee uitsteeksels 8 die zich na de schuifbeweging nog in de groef 6 bevinden.

Hierbij is het mogelijk om de behuizing 2 over een hoek van 180° te verdraaien, een en ander zodanig dat zoals weergegeven in figuur 5, de USB-stekker 3 zich aan de buitenzijde van de USB-stick 1 bevindt klaar voor gebruik.

De behuizing 2 zal in deze gebruikstoestand met een zekere weerstand worden vastgehouden dankzij de verende werking van de uitsteeksels 12 die bij de draaibeweging van de behuizing 2 rond de voornoemde meetkundige as in contact komen met de armen 5 waarna bij het verder doordraaien, de uitsteeksels 10 in de groeven 6 van de armen 5 worden geduwd en aldus de behuizing 2 blokkeren.

Zoals te zien is op figuur 5 bevinden zich de uitsteeksels 10 bij voorkeur aan de uiteinden van de groef 6 zodanig dat de behuizing 2 ook in de lengterichting geblokkeerd is in de weergegeven toestand en dat bijgevolg bij het aanbrengen van de USB-stekker 3 in een USB-slot de behuizing 2 op haar plaats wordt gehouden.

De werkwijze voor het sluiten van de USB-stick is zeer eenvoudig en als volgt.

Door het uitoefenen van een kracht loodrecht op het vlak van de USB-stekker 3, en bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de andere zijde van de behuizing 2 dan deze waar de USB-stekker 3 uitsteekt, zullen de uitsteeksels 10 door de randen van de groeven 6 in de armen 5 opnieuw in hun respectievelijke uitsparingen 11 worden geduwd waardoor de veren 12 worden gecomprimeerd.

Bij het verder doordrukken, zullen de uitsteeksels 10 voorbij de zijden van de armen 5 komen en zullen de veren 13 in de uitsparingen 11 zich opnieuw ontspannen en de uitsteeksels 10 opnieuw gedeeltelijk uit de uitsparingen 11 duwen.

De behuizing 2 kan worden gedraaid totdat de behuizing 2 en de dop 4 opnieuw in het verlengde van elkaar liggen, zoals weergegeven is in figuur 4, waarbij de USB-stekker 3 naar de open zijde van de dop 4 is gericht.

Door het uitoefenen van een kracht in de richting van de dop 4, zullen de uitsteeksels 8 die zich in de groeven 6 van de armen 5 bevinden, zich volgens de lengterichting van de groef 6 bewegen.

Tijdens deze verschuiving zullen de uitsteeksels 10 aan het vrije uiteinde van de behuizing 2, tegen de randen van de armen 5 botsen, en aldus in hun uitsparingen 11 gedrukt worden doordat de veren 13 worden samengedrukt.

Eventueel kunnen in de armen kleine inkepingen worden voorzien zodat de uitsteeksels slechts gedeeltelijk in hun uitsparingen moeten worden geduwd.

Bij de verdere verschuiving zullen de veren 13 zich opnieuw ontspannen doordat de uitsteeksels 10 zich gedeeltelijk in de groeven 6 in de armen 5 zullen bevinden.

Op deze manier is de USB-stick 1 in een stabiele gesloten toestand gebracht en wordt de USB-stekker 3 beschermd door de dop 4.

De USB-stick 1 kan verder voorzien zijn van middelen die toelaten de USB-stick 1 al dan niet tijdelijk te bevestigen aan een ander voorwerp, zoals bijvoorbeeld een sleutelhanger of een ketting, waarbij deze middelen losmaakbaar kunnen zijn, bijvoorbeeld door een snelkoppeling.

In de weergegeven uitvoeringsvorm van de figuren zijn deze bevestigingsmiddelen uitgevoerd in de vorm van een pin 14 die langs een uiteinde 15 met een voorwerp naar keuze kan worden verbonden, en die met haar andere uiteinde 16 losmaakbaar in een boring 17 van de USB-stick 1 kan zijn aangebracht, en die verder van een groef 18 langs de omtrek van de pin 14 voorzien kan zijn.

De boring 17 bevindt zich bij voorkeur in de dop 4 van de USB-stick 1 en kan voorzien zijn van minstens een radiaal gerichte zitting 19 waarin een kogel 20 kan worden aangebracht.

In de weergegeven uitvoeringsvorm van de figuren zijn er twee kogels 20 aangebracht, die zich gedeeltelijk in de groef 18 van de pin 14 bevinden, waarbij de voornoemde kogels 20 met behulp van een veer 21 kunnen samenwerken met de voornoemde groef 18 in de pin 14.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de USB-stick 1 verder voorzien van middelen om de actie van de veer 21 op de kogel 20 weg te nemen.

In de weergegeven uitvoeringsvorm van de figuren bestaan deze middelen uit een element 22 in de vorm van een schuif die zich in een geleiding bevindt volgens de axiale richting van de radiale zitting 19, welk element 22 tussen de kogel 20 en de veer 21 is aangebracht en een mechanisme dat toelaat het element 22 weg te trekken in de richting van de boring 17.

Dit mechanisme is bij voorkeur geïntegreerd in een lichaam 23 dat voorzien is van twee bedieningsknoppen 24 die in een daartoe voorziene uitsparing 25 van het lichaam 23 kunnen worden ingedrukt.

Deze bedieningsknoppen 24 zijn elk verbonden met een mechanisme bestaande uit twee evenwijdige tandlatten 26,27 die verschuifbaar in het lichaam 23 zijn aangebracht in een richting evenwijdig met de axiale richting van de radiale zitting 19, en uit een tandwiel 28 dat vrij verdraaibaar tussen beide tandlatten 26,27 is aangebracht en dat aangrijpt in de vertanding van beide tandlatten 26,27.

Een van de tandlatten 27 is verbonden met het voornoemde element 22 tussen de veer 21 en de kogel 20, terwijl de andere tandlat 26 die verbonden is met de bedieningsknop 24 in een geleiding 29 is aangebracht.

Verder kan het lichaam 22 voorzien zijn van uitsparingen 30 waarin blokkeerschroeven of blokkeerpennen 31 kunnen aangebracht worden, waarbij deze uitsparingen 30 uitgeven op de uitsparingen 25 van de bedieningsknoppen 24.

De werkwijze voor het verwijderen van de bevestigingspin 14 is zeer eenvoudig en als volgt.

In figuur 6 is de toestand weergegeven waarin de pin 14 geblokkeerd is in de behuizing 2 door het feit dat de kogels 20 door middel van de veren 21 in de groef 18 van de pin 14 worden geduwd.

Teneinde de pin 14 te kunnen verwijderen van de behuizing 2, worden de bedieningsknoppen 24 naar elkaar ingeduwd in de richting van de pijlen B in figuur 5, waardoor het mechanisme van de twee tandlatten 26,27 en het tandwiel 28 in werking wordt gezet, waarbij de tandlat 26 in zijn geleiding 29 beweegt waardoor het tandwiel 28 draait en de tandlat 27 die verbonden is met het element 22 in beweging brengt in een richting tegengesteld aan de bewegingsrichting B.

De lengte van de geleiding 29 is zodanig gekozen dat de tandlat 26 over de nodige afstand kan verschuiven en belet dat de bedieningsknoppen 24 te diep ingedrukt kunnen worden om zo het forceren van het mechanisme te voorkomen.

Door de verschuiving van de tandlatten 27 worden de elementen 22 weggetrokken van de pin 14 tegen de werking van de veren 21 in, waardoor de kogels 20 vrij kunnen bewegen in hun radiale zitting 19 en derhalve de pin 14 uit de boring 17 kan worden verwijderd, zoals te zien is in figuur 7 waarin een tussenpositie is weergegeven bij het uittrekken van de pin 14 in de richting van de pijl C in figuur 5.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de figuren is de USB-stick beveiligd tegen accidenteel loskomen aangezien de pin enkel en alleen losgemaakt kan worden wanneer de beide bedieningsknoppen gelijktijdig ingedrukt worden.

De werkwijze voor het bevestigen van de USB-stick 1 aan een ander voorwerp is zeer eenvoudig en als volgt.

De pin 14, die met een ander voorwerp kan worden verbonden, kan in de voorziene boring 17 worden geduwd.

De pin 14 zal hierbij tegen de kogels 20 in de radiale zitting 19 van de boring 17 drukken, waardoor deze kogels 20 in een radiale richting, weg van de pin 14, worden gedrukt en de veer 21 die via het element 22 verbonden is met de kogel 20 samendrukken.

Wanneer de pin 14 verder in de USB-stick 1 wordt geschoven, zal de groef 18 in de pin 14 zich op een gegeven ogenblik onder de radiale zitting 19 met de kogels 20 bevinden, waarbij de kogels 20 door de veren 21, in de groef 18 worden geduwd, en de bevestigingspin 14 aldus stevig verbonden is met de USB-stick 1.

De samenstelling van het mechanisme laat toe de usUSBstck te bevestigen aan een voorwerp zonder hierbij gebruik te moeten maken van de bedieningsknoppen 24.

Op te merken valt dat, zoals te zien is in de figuren 5 tot 7, het voornoemde lichaam 23 een blokvormig gedeelte is dat is ingebracht in de holte van de dop 4 van de USB-stick 1, waarbij dit lichaam 23 in de dop 4 wordt vastgehouden doordat de bedieningsknoppen 24 doorheen doorgangen 32 in de dop 4 steken, waarbij de blokkeerschroeven 31 beletten dat de knoppen 24 te diep kunnen worden ingedrukt waardoor het lichaam 23 zou kunnen loskomen.

Deze vorm van montage laat bovendien toe het voornoemde mechanisme tijdens de assemblage van de USB-stick 1 op eenvoudige manier aan te brengen in de dop 4 en dit op de volgende manier.

Het lichaam 23 wordt via de open zijde in de dop 4 geschoven door het indrukken van de bedieningsknoppen 24 tegen de kracht van de veren 21 in.

De bedieningsknoppen 24 worden daarbij volledig in hun uitsparingen 25 gedrukt en in deze positie vastgezet door de blokkeerschroeven 31, waardoor de bedieningsknoppen geen uitstekend deel van het lichaam 23 vormen en niet beschadigd kunnen worden bij het inbrengen van het lichaam 23.

Wanneer het lichaam 23 voldoende ver in de dop 4 is geschoven zodat de bedieningsknoppen zich ter hoogte van de voorziene doorgangen bevinden, worden de blokkeerschroeven 31 losgedraaid zodat de veren 21 zich ontspannen en de bedieningsknoppen 24 door de doorgangen 32 naar de buitenzijde van de USB-stick 1 worden geduwd.

Eens de bedieningsknoppen 24 zich aan de buitenzijde van de USB-stick bevinden, worden ze terug vastgezet door middel van de blokkeerschroeven 31.

Op deze manier is het lichaam 23 in de dop 4 in gemonteerde stand geblokkeerd doordat de bedieningsknop 24 zich onder invloed van de voornoemde veer 21 vastklikt in een doorgang 32 van de dop 4 en de beweging van de bedieningsknoppen 24 door de blokkeerschroeven 31 beperkt wordt zodat de bedieningsknoppen 24 niet te diep kunnen ingedrukt worden.

Het lichaam 23 kan op eenvoudige wijze uit de dop 4 worden verwijderd door de blokkeerschroeven 31 los te maken en de bedieningsknoppen 24 in te drukken, deze opnieuw vast te zetten zodat ze in hun uitsparingen 25 geblokkeerd zitten, waarna het lichaam 23 uit de dop 4 kan worden verwijderd.

In een andere uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 8 en 9, zijn de kogels 20 vervangen door pennen 33, die bij voorkeur wigvormig zijn, en die kunnen samenwerken met een wigvormige groef in de pin 14, waarbij het schuin gedeelte 34 van de pennen 33 naar de boring 17 toe afhel t in de richting van het inwendige van de dop 4.

Het uiteinde 16 van de pin 14 kan eveneens van een conische vorm met dezelfde hellingsgraad als de pennen 33 worden voorzien, zodat de pin 14 bij het inbrengen kan samenwerken met de pennen 33 en deze tegen de richting van de veer 21 kan wegduwen.

Het spreekt voor zich dat de pennen 33 ook andere vormen kunnen aannemen zoals bijvoorbeeld cilindervormige elementen.

Het is volgens de uitvinding niet uitgesloten de bevestigingsmiddelen op de behuizing aan te brengen.

Het is volgens de uitvinding niet uitgesloten de behuizing van de USB-stekker te voorzien van een opening in de vorm van een doorkijkvenster, waarbij de USB-stick verder van een led kan worden voorzien die zich achter dit venster bevindt, en kan aangeven of de USB-stick in gebruik is.

Alhoewel de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen twee bedieningsknoppen laten zien, is het volgens de uitvinding niet uitgesloten slechts één bedieningsknop te voorzien en het bevestigingsmechanisme verder te vereenvoudigen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een USB-stick volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (16)

1. USB-stick (1) van het type die hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing (2) met een geheugen en een uit een rand van de behuizing (2) uitstekende USB-stekker (3) en een dop (4) die met een open zijde over de USB-stekker (3) kan worden aangebracht ter bescherming ervan, daardoor gekenmerkt dat de USB-stick (1) voorzien is van middelen die de behuizing (2) en de dop (4) met elkaar verbinden, zowel in de geopende, als in de gesloten toestand.

2. USB-stick (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen bestaan uit twee evenwijdige armen (5) die bevestigd zijn op de dop (4) en die, ten opzichte van de voornoemde open zijde, over een lengte uit de dop (4) steken, waarbij de behuizing (2) met de USB-stekker (3) tussen deze armen (5) verschuifbaar is in de lengterichting van deze armen (5) en eveneens roteerbaar is.

3. USB-stick (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) roteerbaar is over 180°.

4. USB-stick (1) volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) verschuifbaar is over een lengte die voldoende is om de USB-stekker (3) uit de dop (4) te trekken.

5. USB-stick (1) volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) verschuifbaar is door middel van minstens twee uitsteeksels (8), elk aan een zijrand van de behuizing (2), welke uitsteeksels (8) verschuifbaar zijn aangebracht in een groef (6) in de naar elkaar gerichte zijden van de voornoemde armen (5).

6. USB-stick (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde uitsteeksels (8) kogels zijn die gedeeltelijk gevat zijn in een uitsparing (9) in de voornóemde zijranden van de behuizing (2).

7. USB-stick volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de groeven (6) aan de vrije uiteinden van de armen (5) voorzien zijn van een aanslag (7) voor de schuif beweging van de voornoemde uitsteeksels (8).

8. USB-stick (1) volgens één van de voorgaande conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de uitsteeksels (8) voorzien zijn aan de hoeken van de behuizing (2) aan de rand waar de uSB-stekker (3) uitsteekt en dat aan de andere hoeken van de behuizing (2) eveneens uitsteeksels (10) zijn voorzien, al dan niet in de vorm van een kogel, die elk in een uitsparing (11) in de zijranden van de behuizing (2) zijn gevat en die indrukbaar zijn tegen de kracht in van een veer (13) die zich onder het uitsteeksel (10) in de betreffende uitsparing (11) bevindt.

9. USB-stick (1) volgens conclusie 3 en 8, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) van de USB-stick (1) in de geroteerde, gebruiksklare toestand in de lengterichting wordt géblokkeerd door de uitsteeksels (10) die zich aan de hoeken bevinden van de andere rand dan deze waar de USB-stekker (3) uitsteekt.

10.- USB-stick (1) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de USB-stick (1) voorzien is van middelen voor een minstens tijdelijke bevestiging van de USB-stick (1) aan een ander voorwerp waarbij deze middelen losmaakbaar zijn.

11·- USB-stick (1) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bevestigingsmiddelen een pin (14) bevatten die past in een boring (17) in de USB-stick (1), welke boring (17) voorzien is van minstens een radiaal gerichte zitting (19) voor een kogel (20) of een pen (33) die met behulp van een veer (21) kan samenwerken met een groef (18) langs de omtrek van een uiteinde van de pin (14), ter blokkering ervan.

12. USB-stick (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat middelen zijn voorzien om de actie van de veer (21) op de kogel (20) of de pen (33) weg te nemen.

13. USB-stick (1) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen bestaan uit een element (22) dat tussen de kogel (20) of de pen (33) en de veer (21) is aangebracht en een mechanisme dat toelaat het element (22) weg te trekken van de boring (17).

14. USB-stick (1) volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat dit mechanisme bestaat uit een bedieningsknop (24) die verbonden is met een tandlat (26) die samenwerkt met een tandwiel (28) dat op zijn beurt samenwerkt met een tandlat (27) die verbonden is met het voornoemde element (22) tussen de veer (21) en de kogel (20) of de pen (33) , zodanig dat wanneer de bedieningsknop (24) wordt ingeduwd het element (22) van de boring (17) wordt weggetrokken.

15. USB-stick (1) volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd mechanisme is geïntegreerd in een lichaam (23) dat via de open zijde in de dop (4) is geschoven met de voornoemde bedieningsknop (24) ingedrukt, waarbij het lichaam (23) in gemonteerde stand geblokkeerd is in de dop (4) doordat de bedieningsknop (24) onder invloed van de voornoemde veer (21) zich in een doorgang (32) in de voornoemde dop (4) vastklikt.

16. USB-stick (1) volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het indrukken van de bedieningsknop (24) wordt beperkt door een blokkeerschroef of blokkeerpen (31) die via de open zijde van de dop (4) in het lichaam (23) is ingebracht.