BE1017856A6 - Modulair wandconstructiesysteem. - Google Patents
Modulair wandconstructiesysteem. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1017856A6 BE1017856A6 BE200700562A BE200700562A BE1017856A6 BE 1017856 A6 BE1017856 A6 BE 1017856A6 BE 200700562 A BE200700562 A BE 200700562A BE 200700562 A BE200700562 A BE 200700562A BE 1017856 A6 BE1017856 A6 BE 1017856A6
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- construction system
- wall construction
- tube
- modular wall
- hook
- Prior art date
Links
- 238000010276 construction Methods 0.000 title claims abstract description 60
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 22
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 22
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 22
- 229910003460 diamond Inorganic materials 0.000 description 3
- 239000010432 diamond Substances 0.000 description 3
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 229910000639 Spring steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000004927 fusion Effects 0.000 description 1
- 238000004080 punching Methods 0.000 description 1
- 239000000779 smoke Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/74—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
- E04B2/7407—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts
- E04B2/7416—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers
- E04B2/7433—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers with panels and support posts
- E04B2/7437—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers with panels and support posts with panels hooked onto posts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/343—Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport
- E04B1/34315—Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport characterised by separable parts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/343—Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport
- E04B1/34315—Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport characterised by separable parts
- E04B1/34326—Structures characterised by movable, separable, or collapsible parts, e.g. for transport characterised by separable parts mainly constituted by longitudinal elements
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H1/00—Buildings or groups of buildings for dwelling or office purposes; General layout, e.g. modular co-ordination or staggered storeys
- E04H1/12—Small buildings or other erections for limited occupation, erected in the open air or arranged in buildings, e.g. kiosks, waiting shelters for bus stops or for filling stations, roofs for railway platforms, watchmen's huts or dressing cubicles
- E04H1/1205—Small buildings erected in the open air
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Residential Or Office Buildings (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een modulair wandconstructiesysteem voorzien van een wanddeel en een framedeel. Het wand- framedelen is voorzien van een verbindingsstuk met een haakvormig element en een van de genoemde wand-of framedelen is voorzien van een sleuf voor het ontvangen van het haakvormige element en voor het in een langsrichting van de sleuf van en naar een aangrijpende positie geleiden van het haakvormige element.
Description
Titel: Modulair wandconstructiesysteein
De uitvinding heeft betrekking op een modulair wandconstructiesysteem.
Dergelijke systemen zijn op zich bekend en worden gebruikt voor het construeren van wandsystemen, zoals bijvoorbeeld overkappingssystemen die bijvoorbeeld kunnen dienen als schuilplek, wachthuisje of rookoverkapping of andere wandsystemen met een dakinvulling. Br kan echter ook voor een implementatie zonder een dakinvulling worden gekozen. Ben dergelijke implementatie kan bijvoorbeeld een (erf)afscheiding, afrastering of omheining zijn.
Dergelijke wandsystemen worden veel toegepast bij bedrijven, scholen, ziekenhuizen, stations en dergelijke. Bij bestaande systemen is het echter zo dat er professionele montagebedrijven of montagemedewerkers nodig zijn met professioneel gei'eedschap om het systeem op de juiste wijze op te bouwen. Hierdoor is het voor een eindgebruiker niet mogelijk het wandsysteem zelf te bouwen en zijn daardoor de kosten ook een stuk hoger dan wanneer de klant het systeem zelf zou kunnen monteren.
Daarnaast is het ook zo dat bij bestaande systemen de wandinvulling onlosmakelijk met de constructie is verbonden en daardoor niet eenvoudig te vervangen is. Ook is het bij bestaande systemen zeer moeilijk om gebruikte elementen, zoals deuren of wanden, te verplaatsen om zo de overkapping later anders in te delen of deuren of wanden te vervangen. Ook het naderhand uitbreiden van een overkapping is constructief niet eenvoudig en vraagt om professionele montagemedéwerkers.
Tevens is het zo dat bestaande systemen beperkt zijn in de vormvrijheid en zijn er over het algemeen alleen rechthoekige implementaties te construeren.
Een doel is om de mogelijkheid te verstrekken om een wandsysteem te voorzien waaruit op eenvoudige wijze en/of met behulp van standaard gereedschap een constructie kan worden vervaardigd.
Volgens een aspect van het wandconstructiesysteem is het wandconstructiesysteem voorzien van ten minste één wanddeel en ten minste één framedeel, waarbij ten minste een der genoemde wand- of framedelen is voorzien van ten minste één verbindingsstuk met een ' haakvormig element en waarbij ten minste een ander der genoemde wandof frame delen is voorzien van ten minste een sleuf voor het ontvangen van het haakvormige element en voor het in een langsrichting van de sleuf van en naar een aangrijpende positie geleiden van het haakvormige element, waarbij het modulaire wandconstructiesysteem een borgmiddel omvat en waarbij het borgmiddel is ingericht voor het in de langsrichting van de sleuf borgen van het haakvormige element.
De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden beschreven aan de hand van de tekeningen, waarbij
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een constructie is, waarin een wandconstructiesysteem volgens de uitvinding is toegepast;
Figuur 2 een veelvoud van voeten voor het vormen van fundatiedelen van een framedeel;
Figuur 3 een voet uit Figuur 1 waarop een staand frame stuk van het frramedeel wordt aangebracht;
Figuur 4 een detailaanzicht van het staande op het fundatiedeel van Figuur 2 aangebrachte framestuk;
Figuur· 5 een geëxplodeerd aanzicht van het frame deel is, voorzien van framestukken van het wandconstructiesysteem van Figuur 1;
Figuren 6A, 6B en 6C, (2/7 - 3) detailaanzichten zijn van een recht koppelelement van het framedeel van Figuur 5;
Figuren 6Df 6E, 6F en 6G (2/7 - 3) detailaanzichten zijn van hoekkoppelelementen van het frame van Figuur 5;
Figuur 7 een geëxplodeerd aanzicht is met het framedeel en de wanddelen van de constructie van Figuur 1;
Figuur 8 een perspectivisch aanzicht is van een wanddeel dat wordt aangebracht in het frame de el van de constructie van Figuur 1;
Figuren 9A, 9B en 9C detailaanzichten van haakvormige elementen van een wanddeel van het wandconstructiesysteem van Figuur 1 is;
Figuur ÏO een vooraanzicht van een tussen twee framestukken aangebracht wanddeel is;
Figuur 11A een detailaanzicht van een geborgd haakvormig element van een wanddeel van het wandconstructiesysteem van Figuur 1 is;
Figuur 11B een detailaanzicht van een borgmiddel voor het borgen van het haakvormige element van Figuur 11A;
Figuur 12 een perspectivisch aanzicht van de constructie van Figuur 1 is met een deur geëxplodeerd daarin weergegeven;
Figuur 13 een geëxplodeerd aanzicht van een aantal framestukken met twee schamierplaatjes van het wandconstructiesysteem;
Figuren 14A, 14B and 14C detailaanzichten van een scharnierplaatje uit Figuur 13;
Figuur 15 een perspectivisch aanzicht van de constructie van Figuur 1 is met overkappingssteunen in uitvergrote weergave weergegeven;
Figuur 16 een detailaanzicht van een bevestiging tussen het framedeel en de overkappingssteun;
Figuur 17 een perspectivisch aanzicht van de constructie van Figuur 1 is met een overkapping in uitvergrote weergave weergegeven;
Figuur 18 een vooraanzicht van de constructie van Figuur 1 is met een overkapping met uitvergrote weergave weergegeven;
Figuur 19A een detailaanzicht is van een verdere bevestiging van de overkapping met het framedeel; en
Figuur 19B een doorsnedeaanzicht is van het in Figuur 18A met stippellijn A aangegeven vlak.
In Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een constructie 1 getoond, welke constructie met behulp van een wandconstructiesysteem is geconstrueerd. De constructie 1 kan zijn voorzien van een framedeel 4 met een aantal staande framestukken 6, een aantal liggende framestukken 8, en een aantal fundatiedelen 10. In Figuren 1, 3 en 4 is te zien dat een aantal van de framestukken 6, in deze uitvoeringsvorm de staande framestukken 6, kunnen zijn uitgevoerd als buis 12. De fundatiedelen 10 kunnen, zoals in Figuren 2, 3 en 4 weergegeven, elk een buis 14 omvatten en verder mogelijk zijn voorzien van een voet 16, bijvoorbeeld een betonnen voet 16. De betonnen voet 16 kan in een zachte ondergrond worden aangebracht.
De staande framestukken 6 en de buizen 14 van de fundatiedelen 10 zijn, zoals in Figuren 3 en 4 geïllustreerd, in hoofdzaak gelijkvormig en de dwarsdoorsneden van de buizen 12 van de staande framestukken 6 en de dwarsdoorsneden van de buizen 14 van de fundatiedelen 10 hebben dusdanig afmetingen, dat een binnenoppervlak 18 (zie Figuren 2 en 3) van de buizen 12 van de staande framestukken 6 en een buitenwand 20 van de buizen 14 van de fundatiedelen 10 dusdanig gelijke afmetingen hebben, dat de ene buis over de andere buis kan worden geschoven in eèn richting A Hierdoor kan een traploze instelmogelijkheid worden bewerkstelligd, hetgeen bij een ongelijke ondergrond voordelig kan zijn. Een vakman zal overigens erkennen dat in Figuur 3 de buizen 14 van de fundatiedelen 10 door stangen zouden kunnen worden vervangen om hetzelfde effect te bereiken.
Zoals in Figuur 3 te zien, kan elk van de staande framestukken 6 nabij een benedenuiteinde 22 van het framestuk 6 zijn voorzien van een aantal, bijvoorbeeld vier, voorgeboorde gaten 24 waarbij in elk van deze voorgeboorde gaten een schroef 26 kan worden gedraaid om de buis 12 op een bepaalde hoogte ten opzichte van de buis 14 vast te houden. Voorts kunnen de staande framestukken 6 zijn voorzien van sleuven 27, die op enige afstand van het benedenuiteinde 22 kunnen liggen.
De liggende framestukken 8 zijn, zoals in Figuur 5 weergegeven, gootvormig uitgevoerd. Verder is het framedeel 4 voorzien van een aantal rechte koppelelementen 28 en hoekkoppelelemënten 30. Zoals Figuur 5 toont zijn de koppelelementen 28 en 30 losneembaar uitgevoerd. De getoonde vormen zijn illustratief.
Opgemerkt zij dat de termen “staand” en “liggend” in de context van deze tekst betrekking hebben op de oriëntatie van de desbetreffende onderdelen in een gebruikstoestand en dat de onderdelen waarop de termen “staand” en “liggend” betrekking op hebben, ook als zodanig worden aangeduid, indien deze onderdelen zich niet in desbetreffende oriëntatie bevinden.
In Figuren 5, 6A, 6D en 6G wordt weergegeven dat, deze uitvoeringsvorm, zowel elk van de rechte koppelelementen 28 als elk van de hoekkoppelelementen 30 is voorzien van een staande buis 38,40. Hierbij kunnen deze buizen 38, 40 gelijkvormig zijn aan de buizen 12 van de staande framestukken 6 en kunnen de dwarsdoorsneden van de buizen 38, 40 dusdanig zijn gedimensioneerd, dat een binnenoppervlak 18 van de ene buis 12 en een buitenoppervlak 42 van de andere buis 38, 40 dusdanig gelijke afmetingen hebben dat de ene buis 12 over de andere buis 38, 40 kan worden geschoven in een richting B (zie Figuur 6G). Ook hier zal een vakman erkennen dat in Figuren 5, 6A, 6D en 6G de op de rechte koppelelementen 28 en op de hoekkoppelelementen 30 aangebrachte buizen 38, 40 door stangen zouden kunnen worden vervangen om hetzelfde effect te bereiken.
In Figuren 6C, 6D, 6F en 6G is weergegeven dat, voor het op een gewenste positie vastzetten van de rechte koppelelementen 28 en de hoekkoppelelëmenten 30 ten opzichte van de staande framestukken 4 in een rotatierichting rond een as van de buis 12, elk buitenoppervlak 42 van de buizen 38,40 schetsplaatjes 44 kan hebben. Zoals in Figuren 6C, 6D, 6F en 6G is weergegeven, is het mogelijk dat elk buitenoppervlak 42 vier van dergelijke schetsplaatjes 44 heeft. Ëen ander aantal dan vier schetsplaatjes 44 per buitenoppervlak 42 van een genoemde buis 38, 40 is echter ook mogelijk.
De buis 12 van het staande framestuk 6 is, in deze uitvoeringsvorm, voorzien van vier sleuven 46 voor het opnemen van de schetsplaatjes 44. Het is echter ook mogelijk om voor een ander geschikt aantal sleuven 46 te kiezen. Voorts kunnen de sleuven 46 in een richting naar het uiteinde 22 toe een toenemende breedte hebben.
De liggende firamestukken 8 worden bij het construeren van de constructie 1 in de koppelelementen 28, 30 neergelegd, waarbij de rechte koppelelementen 28 zijn ingericht voor het nauw omsluiten van althans een gedeelte van een genoemd liggend framestuk 8. In de uitvoeringsvorm van Figuur 1 is gekozen om de liggende fiamestukken 8 uit te voeren als een goot. De rechte koppelelementen 28 kunnen zijn voorzien van voorgeboorde gaten 48 waar schroeven 50 in kunnen worden aangebracht voor het vastzetten van de liggende fiamestukken 8 ten opzichte van het rechte koppelelement 28 en het staande fiamestuk 6.
In Figuur 6D en 6G is voorts weergegeven dat elk van de liggende fiamestukken 8 een uiteinde 52 kan hebben nabij welke de liggende framestukken 8 zijn voorzien van voorgeboorde gaten 54. De hoekkoppelelementen 30 kunnen zijn voorzien van gelaste draadeindes 55 waar deze voorgeboorde gaten 54 overheen kunnen vallen. Dit vergemakkelijkt het opzetten van de constructie 1 aanzienlijk, omdat voor het aanbrengen van de liggende framestukken 8 in de hoekkoppelelementen 30 geen gereedschap nodig is.
Verder omvat de constructie 1 verwijzend naar Figuren 1, 7, 8 en 10, telkens tussen twee staande framestukken 4 een wanddeel 56, 58, waarbij bijvoorbeeld één wanddeel 58 scharnierend kan zijn bevestigd voor het vormen van een deur 58 met een deurlding 60. De andere wanddelen 56 hebben twee zijden 62, 64 aan welke zijden 62, 64 de wanddelen 56 zijn voorzien van een verbindingsstuk 66 met een haakvormig element 68 waarmee de wanddelen 56 tussen de staande framestukken 4 kunnen worden geplaatst.
Zoals is weergegeven in Figuren 9A, 9B en 9C, kan het haakvormige element 68 in hoofdzaak L-vormig zijn uitgevoerd. Voorts kan het haakvormige element 68 zijn gevormd door aan elkaar bevestigde eerste en tweede haakdelen 70, 72. Het eerste haakdeel 70 strekt zich uit tussen een restdeel 74 van het verbindingsstuk 66 en het tweede haakdeel 72. Het tweede haakdeel 72 heeft een lengterichting die zich in hoofdzaak uitstrekt in een richting in hoofdzaak loodrecht op het eerste haakdeel 70. Het tweede haakdeel 72 en het restdeel 74 laten een haakopening 76 open voor het in de haakopening 76 opnemen van het framestuk 6. Een deel van de haakopening 76 heeft in een van het eerste haakdeel 70 af gerichte richting een toenemende breedte Verder kan de breedte van de haakopening 76 nabij het eerste haakdeel althans nagenoeg overeenkomen met het op te nemen deel van het staande framestuk 6.
Voorafgaand aan het vastschroeven van de liggende framestukken 8 in de rechte koppelelementen 28, worden de aan de ene zijde 62 van een genoemd wanddeel 56 aanwezige haakvormige elementen 68 in een aantal van de sleuven 27 van een staand framestuk 6 gestoken in een richting P totdat deze althans nagenoeg niet meer verder kan (zie Figuur 8). Vervolgens wordt het wanddeel 56 in een richting Q gedraaid, zodat de aan de andere zijde 64 van het wanddeel 56 aanwezige haakvormige elementen 68 voor de sleuven 27 van een ander staand framestuk 6 komen. Hierna worden de haakvormige elementen 68 door de sleuven 27 van het andere staande framestuk 6 gestoken en kan het wanddeel zakken in richting R (zie Figuren dB en 9C) om de haakvormige elementen 68 op de framestukken 6 aan te laten grijpen.
In Figuren 9A, 9B en 9C is te zien dat het tweede haakdeel 70 zich in deze uitvoeringsvorm geheel aan een van het wanddeel 56 afgekeerde zijde van de sleuf 27 op het framestuk 6 bevindt in de aangrijpende positie.
Door de in de van het eerste haakdeel 70 af gerichte richting P toenemende breedte worden bij het zakken van het wanddeel 56 de twee staande framestukken 6 waartussen het wanddeel 56 zich bevindt naar een geschikte positie ten opzichte van elkaar gebracht en wordt de constructie 1 tegelijkertijd geschoord, zodat deze stabiel staat. Verder is in Figuren 9A en 9B aangegeven dat in deze uitvoeringsvorm de haakvormige elementen 68 aan weerszijden van het wanddeel 56 dusdanig zijn uitgevoerd dat de haakvormige elementen 68 de staande framestukken 6 aan weerszijden van het wanddeel 56 naar eenzelfde afstand van het wanddeel 56 trekken.
Na het aanbrengen van een veelvoud van dergelijke wanddelen 56 kunnen de wanddelen 56 worden geborgd. Hiertoe kan het wandconstructiesysteem een borgmiddel 78 omvatten (zie Figuren 11A en 11B). Het borgmiddel 78 kan in zijn dwarsdoorsnede een lusvormig plaatdeel 78 omvatten. Έβη dergelijk plaatdeel 78 kan bijvoorbeeld door middel van stansen worden vervaardigd.
Voorts kan het borgmiddel 78 zijn uitgevoerd als een borgclipje 78 dat is gedimensioneerd voor het zich door een van de sleuven 27 uitstrekken ter verhindering van het losmaken van het haakvormige element 68 uit de aangrijpende positie. Doordat het borgclipje 78 zich door de sleuf 27 kan uitstrekken, is het mogelijk een groot contactoppervlak met het haakvormige element 68 te hebben, hetgeen een stevige borging als gevolg heeft.
De in Figuren 9A, 9B en 9C weergegeven sleuf 27 biedt enige weerstand bij het in de sleuf 27 aanbrengen van het borgclipje 78. Het borgclipje 78 kan dusdanig elastisch zijn uitgevoerd dat de sleuf 27 bij het ontvangen van het borgclipje 78, het borgclipje tijdelijk voldoende verkleint tot ten minste een breedte die overeenkomt met de breedte van de sleuf 27.
Het borgclipje 78 kan tevens twee sluitstukken 80 omvatten. Het ene sluitstuk 80 vult een door de lusvorm gedefinieerde opening op een positie nabij een bovenuiteinde en een Einder sluitstuk 80 vult de door de lusvorm gedefinieerde opening van het borgclipje 78 op een positie nabij een benedenuiteinde van het borgclipje 78. Door het sluitstuk 80 wordt het contact oppervlak tussen het haakvormig element 68 en het borgclipje verder vergroot. Het borgclipje 78 kan zijn vervaardigd uit verenstaal en kan daardoor dusdanig sterk zijn dat het borgclipje 78 niet zonder gereedschap uit de kolom te verwijderen is. Zo ontstaat een semi-permanente verbinding tussen het wanddeel 56 en het staande iramestuk 6. Optioneel kan, zoals in Figuur 11A weergegeven, het borgclipje 78 met behulp van schroeven 81 nog worden vastgeschroefd asm het staande iramestuk 6 voor een pernranente verbinding.
De in Figuur 1 weergegeven constructie 1 is afgesloten door middel van een deur 58. Voor het aanbrengen van de deur 58 wordt ook gebruik gemaakt VEin de sleuven 27 (zie ook Fig. 14). Een aantal sleuven 27 van een van de staande framestukken 6 dient als scharnierstijL Voorts is het wandconstructie-systeem voorzien van een scharnierplaatje 82, waarbij het schEU'nierplaatje 82 een strip 84 omvat die in de sleuf 27 van het framestuk 6 kan worden gestoken. De strip 84 van het scharnierplaatje 82 is korter dan de hoogte van de sleuf 24 en kan in verticale richting op de gewenste hoogte worden vastgezet. Zo is het mogelijk de deur 58 in verticale richting waterpas te stellen.
Zoals onder verwijzing naar Figuren 15-19B nader beschreven, is het wandconstructiesysteem voorzien VEin een overkappingsgedeelte 86 (zie
Figuren 1,17 en 18). Het overkappingsgedeelte 86 kan zijn voorzien van een overkapping 88 en/of eventueel een overkappingssteun 90. In Figuur 16 is weergegeven dat het overkappingsgedeelte 96 voorts een bevestiging 92 tussen het framedeel 4 en de overkappingssteun 90. Een dergelijke bevestiging 92 kan worden gevormd door de draadeindes 55 en moeren 94, waardoor het in Figuur 16 weergegeven liggende framestuk 8 tussen een hoekkoppelelement 30 en de overkappingssteun 90 wordt ingeklemd.
Zoals in Figuren 17 en 18 weergegeven, kan de overkapping 88 worden gevormd uit dakpanelen 96 die afzonderlijk op het framedeel 4 te monteren zijn of in de overkappingssteun 90 op te sluiten zijn. In Figuur 19A en 19B is weergegeven dat de dakpanelen 96 en bijvoorbeeld een aantal van de liggende framestukken 8 kunnen zijn voorzien van één of meer gaten 98 voor het ontvangen van schroeven. Een vakman zal echter inzien dat er ook andere mogelijkheden zijn voor het bevestigen van de dakpanelen 96 op het framedeel 4.
In Figuur 18 is weergegeven dat de dakpanelen 96 zijn voorzien van een profiel voor het naar de ten opzichte van elkaar juiste positie geleiden van de dakpanelen 96. Hierdoor is zijn de dakpanelen zonder bevestigingsmiddelen los te plaatsen. Hiertoe is, in deze uitvoeringsvorm, telkens een dergelijk dakpaneel 96 althans nabij een uiteinde 102 van het dakpaneel 96 voormen van een verhoogd bovenoppervlak 100 dat een top 102 heeft van welke top 102 een breedte gelijk is aan of smaller is dan een breedte van een uitsparing aan een onderzijde van een andere dergelijk dakpaneel 96.
Een vakman zal inzien dat de uitvinding niet is beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm. Voorts wordt opgemerkt dat het “een” een meervoudig aantal niet uitsluit. Tevens wordt opgemerkt het woord “omvatten" de aanwezigheid van verdere elementen, onderdelen en/of aspecten niet uitsluit.
Claims (33)
1. Modulair wandconstructiesysteem voorzien van ten minste één wanddeel en ten minste één framedeel, waarbij ten minste een der genoemde wand· of frame delen is voorzien van ten minste één verbindingsstuk met een haakvormig element en waarbij ten minste een ander der genoemde wand· of framedelen is voorzien van ten minste een sleuf voor het ontvangen van het haakvormige element en voor het in een langsrichting van de sleuf van en naar een aangrijpende positie geleiden van het haakvormige element, waarbij het modulaire wandconstructiesysteem een borgmiddel omvat en waarbij het borgmiddel is ingericht voor het in de langsrichting van de sleuf borgen van het haakvormige element.
2. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 1, waarbij het borgmiddel gedimensioneerd is voor het zich door de sleuf uitstrekken ter verhindering van het losmaken van het haakvormige element uit de aangrijpende positie.
3. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 2, waarbij het borgmiddel dusdanig elastisch is uitgevoerd dat de sleuf bij het ontvangen van hét borgmiddel genoemde borgmiddel tijdelijk voldoende verkleint tot ten minste een breedte die overeenkomt met de breedte van de sleuf.
4. Modulair wandconstructiesysteém volgens conclusies 1, 2 of 3, waarbij het borgmiddel althans gedeeltelijk in dwarsdoorsnede lusvormig plaatdeel omvat.
5. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 4, waarbij het borgmiddel een sluitstuk omvat dat een door de lusvorm gedefinieerde opening op vult op enige positie in een langsrichting van het borgmiddel.
6. Modulair wandconstructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het borgmiddel is ingericht voor het in een langsrichting van de sleuf althans nagenoeg vastzetten van het haakvonnige element in de aangrijpende positie.
7. Modulair wandconstructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het haakvormige element in hoofdzaak L-vormig is uitgevoerd en is gevormd door aan elkaar bevestigde eerste en tweede haakdelen, waarbij het eerste haakdeel zich uitstrekt tussen een restdeel van het verbindingsstuk en het tweede haakdeel en waarbij het tweede haakdeel een lengterichting heeft die zich in hoofdzaak uitstrekt een in een richting in hoofdzaak loodrecht op het eerste haakdeel.
8. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 7, waarbij het tweede haakdeel is ingericht om zich althans nagenoeg geheel aan een van het ten minste ene wand- of framedeel afgekeerde zijde van de sleuf op het ten minste ene andere wand- of framedeel aan te grijpen in de aangrijpende positie.
9. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 7 of 8, waarbij het tweede haakdeel en het restdeel een haakopening openlaten voor het in de haakopening opnemen van een deel van het andere wand- of framedeel.
10. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 9, waarbij althans een deel van de haakopening in een van het eerste haakdeel af gerichte richting een toenemende breedte heeft.
11. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 9 of 10, waarbij althans een deel van de haakopening een breedte heeft die althans nagenoeg overeenkomt met het op te nemen deel van het andere wand- of framedeel.
12. Modulair wandconstructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het modulaire wandconstructiesysteem ten minste een fundatiedeel omvat voor het funderen van het framedeel.
13. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 12, waarbij het framedeel en het fundatiedeel elk een buis omvatten, welke buizen in hoofdzaak gelijkvormig zijn en waarbij dwarsdoorsneden van de buizen dusdanig zijn gedimensioneerd dat de binnenwand van de ene buis en de buitenwand van de andere buis dusdanig gelijke afmetingen hebben dat de ene buis over de andere buis kan worden geschoven.
14. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 12, waarbij het frame deel of het fundatiedeel een buis omvat en waarbij het andere van het .framedeel en het fundatiedeel een stang omvat, waarbij de buis en de stang gelijkvormig zijn en waarbij een dwarsdoorsnede van de buis en de stang dusdanig zijn gedimensioneerd dat de binnenwand van de stang en de buitenwand van de buis dusdanig gelijke afmetingen hebben dat de buis over de stang kan worden geschoven.
15. Modulair wandconstructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het framedeel ten minste één staand framestuk en ten minste één liggend framestuk omvat.
16. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 15, waarbij het framedeel is voorzien van een losneembaar koppelelement voor het aanbrengen van een verbinding tussen het liggende framestuk en het staande framestuk.
17. Modulaire wandconstructie volgens conclusie 15 of 16, waarbij het ten minste ene staande framestuk of het ten minste ene liggende framestuk een staande buis omvat en waarbij het andere van het ene staande framestuk of het ten minste ene liggende framestuk een staande stang omvat, waarbij de buis en de stang gelijkvormig zijn en waarbij dwarsdoorsneden van respectievelijk de buis en de stang dusdanig zijn gedimensioneerd dat de binnenwand van de stang en de buitenwand van de buis dusdanig gelijke afrnetingen hebben dat de buis over de stang kan worden geschoven.
18. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 17, waarbij de stang is voorzien van één of meerdere schetsplaatjes en de buis een uiteinde heeft dat is voorzien van één of meerdere opnamesleuven voor het opnemen van de één of meerdere schetsplaatjes of waarbij de buis is voorzien van één of meerdere schetsplaatjes en de stang een uiteinde heeft dat is voorzien van één of meerdere opnamesleuven voor het opnemen van de één of meerdere schetsplaatjes.
13. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 16 en één der conclusies 17 of 18, waarbij de stang of de buis op het losneembare koppelelement is aangebracht.
20. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 15 of 16, waarbij het liggende framestuk en het staande framestuk elk een staande buis omvatten, welke buizen gelijkvormig zijn en waarbij een dwarsdoorsneden der buizen dusdanig zijn gedimensioneerd dat de binnenwand van de ene buis en de buitenwand van de andere buis dusdanig gelijke afmetingen hebben dat de ene buis over de andere buis kan worden geschoven.
21. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 20, waarbij de ene buis is voorzien van één of meerdere schetsplaatjes en de andere buis is voorzien van één of meerdere opnamesleuven voor het opnemen van de één of meerdere schetsplaatjes.
22. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 16 en één der conclusies 20 of 21, waarbij één der buizen op het losneembare koppelelement is aangebracht.
23. Modulair wandconstructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het wanddeel scharnierend is bevestigd asm het framedeel.
24. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 23, waarbij het wanddeel scharnierend is bevestigd aan het framedeel door middel van een scharnier dat op een bevestigingsplaatje is aangebracht.
25. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 23 of 24, waarbij het wanddeel scharnierend is bevestigd aan het framedeel door middel van een scharnier dat is voorzien van een in een genoemde sleuf van één der genoemde wand- of frame heen te steken doorsteekgedeelte.
26. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 25, waarbij een langsafmeting van het doorsteekgedeelte substantieel kleiner is dan een langsafmeting van de sleuf.
27. Modulair wandconstructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het systeem is voorzien van een overkappingsgedeelte.
28. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 27, waarbij het overkappingsgedeelte is voorzien van een overkapping.
29. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 27 of 28, waarbij het overkappingsgedeelte is voorzien van een overkappingssteun voor het ondersteunen van een overkapping.
30. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusies 15 en 29, waarbij de overkappingssteun is ingericht om op een genoemd liggend framestuk te worden gemonteerd.
31. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusies 16 en 30, waarbij de overkappingssteun is ingericht om op het losneembare verbindingsstuk te worden gemonteerd.
32. Modulair wandconstructiesysteem volgens conclusie 28, waarbij de dakpanelen zijn voorzien van een profiel voor het naar de ten opzichte van elkaar juiste positie geleiden van de dakpanelen.
33. Modulair wandcontrüctiesysteem volgens conclusie 32, waarbij telkens een dergelijk dakpaneel althans nabij een uiteinde van het dakpaneel is voorzien van een verhoogd bovenoppervlak met eën top waarvan een breedte gelijk is aan of smaller is dan een breedte van een uitsparing aan een onderzijde van een andere dergelijk dakpaneel.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1032937A NL1032937C2 (nl) | 2006-11-24 | 2006-11-24 | Modulair wandconstructiesysteem. |
NL1032937 | 2006-11-24 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1017856A6 true BE1017856A6 (nl) | 2009-09-01 |
Family
ID=38169507
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE200700562A BE1017856A6 (nl) | 2006-11-24 | 2007-11-22 | Modulair wandconstructiesysteem. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1017856A6 (nl) |
DE (1) | DE202007016361U1 (nl) |
NL (1) | NL1032937C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
MY171088A (en) * | 2010-08-11 | 2019-09-24 | Univ Malaysia Teknologi | Building assembly system |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CA2046976C (en) * | 1991-07-12 | 2002-05-07 | Ronald David Hanna | Locking means and panel assembly incorporating such locking means |
-
2006
- 2006-11-24 NL NL1032937A patent/NL1032937C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2007
- 2007-11-21 DE DE200720016361 patent/DE202007016361U1/de not_active Expired - Lifetime
- 2007-11-22 BE BE200700562A patent/BE1017856A6/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1032937C2 (nl) | 2008-05-27 |
DE202007016361U1 (de) | 2008-04-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10316508B1 (en) | Screen support assembly with wide lateral support efficiency | |
US7419141B2 (en) | Solid barrier system | |
US20060169965A1 (en) | Pre-fabricated fencing panels | |
CA2936011C (en) | Glass fence support system | |
JPS60238577A (ja) | ステージ構造体 | |
US7243887B2 (en) | Suspension system | |
US20100301295A1 (en) | Crowd barrier | |
US11598116B1 (en) | Mounting system for separating and connecting fencing slabs | |
AU2014204429B2 (en) | Demountable enclosures | |
US6912974B2 (en) | Apparatus for mounting a pet shelter to a pet door panel in a sliding glass door assembly | |
BE1017856A6 (nl) | Modulair wandconstructiesysteem. | |
JP4112823B2 (ja) | フェンス | |
AU2009100361A4 (en) | Modular panel construction | |
US7121531B1 (en) | Gate with lock housing | |
JP4958444B2 (ja) | フェンス | |
US4848610A (en) | Structure of shelf at balcony | |
EP0662291B1 (de) | Trägersystem | |
US20110095254A1 (en) | Modular Fence Device | |
NO310629B1 (no) | Sikkerhetsgitter | |
KR102240229B1 (ko) | 납골 안치단의 전면도어 | |
CN210396331U (zh) | 楼宅式骨灰盒存放架 | |
SK50292016U1 (sk) | Protipovodňová mobilná zábrana a stena | |
JP2023092959A (ja) | フェンス用門扉の忍び返し部材 | |
AU2016100298A4 (en) | A Support Assembly for Supporting Structural Components | |
FR2666110A1 (fr) | Elements modulaires pour la fabrication de palissades planes. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE20 | Patent expired |
Owner name: *VELOPA B.V. Effective date: 20131122 |