BE1017630A3

BE1017630A3 - Massage or physiotherapy treatment device, e.g. massage table, has height adjustment mechanism comprising telescopic lifting devices connected to underframe and upper frame

Info

Publication number: BE1017630A3
Application number: BE2007/0279A
Authority: BE
Original assignee: Reon Nv
Priority date: 2007-06-05
Filing date: 2007-06-05
Publication date: 2009-02-03

Abstract

The mechanism (4) for altering the distance between the underframe (2) and upper cover frame (3) comprises an arrangement which includes at least two telescopic lifting devices (6) having one end secured to the underframe and the other end secured to the upper frame.

Description

Inrichting voor het masseren of fysiotherapeutisch behandelen van mensen.Device for massaging or physiotherapeutic treatment of people.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het masseren of fysiotherapeutisch behandelen van mensen, zoals een behandelbank of massagetafel.The present invention relates to a device for massaging or physiotherapeutically treating people, such as a treatment bench or massage table.

Bekende inrichtingen voor het masseren of dergelijke bestaan uit een onderstel, een bovendekframe en middelen die toelaten de afstand tussen het onderstel en het bovendekframe te variëren, of anders, die toelaten het bovendekframe in de hoogte te verstellen. Deze middelen bevatten minstens twee parallelle armen die met één van hun uiteinden scharnierbaar zijn verbonden met het onderstel en die met hun ander uiteinde scharnierbaar zijn verbonden met het bovendekframe en minstens één cilinder en een zuiger die toelaten de voornoemde armen te scharnieren ten opzichte van het onderstel en het bovendekframe wanneer de inrichting in gebruik is.Known devices for massaging or the like consist of an undercarriage, an upper deck frame, and means that allow for varying the distance between the undercarriage and the upper deck frame, or else allow for the height of the upper deck frame to be adjusted. These means comprise at least two parallel arms which are pivotally connected with one of their ends to the undercarriage and which are pivotally connected at their other end to the upper deck frame and at least one cylinder and a piston which allow the aforementioned arms to be pivoted relative to the undercarriage and the top deck frame when the device is in use.

De armen vormen hier een parallellogram met het bovendekframe en het onderstel. In dit geval dienen de armen relatief dicht bij de langse uiteinden van het bovendekframe te worden bevestigd om het bovendekframe voldoende stabiliteit te geven.The arms here form a parallelogram with the upper deck frame and the chassis. In this case, the arms must be mounted relatively close to the longitudinal ends of the upper deck frame to give the upper deck frame sufficient stability.

Een nadeel van deze bekende inrichtingen is dat bij het naar beneden bewegen van het bovendekframe naar het onderstel toe, het gevaar bestaat dat een persoon, bijvoorbeeld de therapeut, een kind of dienstpersoneel, met één of meerdere lichaamsdelen gekneld raakt tussen de voornoemde amen of tussen de armen en het bovendekframe of het onderstel, met eventuele breuken, kwetsuren of zelfs de dood tot gevolg.A disadvantage of these known devices is that when the upper deck frame is lowered towards the undercarriage, there is a risk that a person, for example the therapist, a child or service personnel, will be crushed with one or more body parts between the aforementioned amen or between the arms and the upper deck frame or the chassis, with possible fractures, injuries or even death as a result.

Nog een nadeel is dat, doordat het bovendekframe deel uitmaakt van het parallellogram en bestaat uit een recht horizontaal buizenstel, worden de verstelmogelijkheden van het buizenstel sterk beperkt, in die zin dat bijvoorbeeld een Λ-vorm alleen gevormd kan worden naar boven.A further disadvantage is that, since the upper deck frame forms part of the parallelogram and consists of a straight horizontal tube set, the adjustment possibilities of the tube set are greatly limited, in the sense that, for example, a vorm-shape can only be formed upwards.

Bij andere bekende inrichtingen bestaan de middelen voor het in de hoogte verstellen van het bovendekframe uit een schaarconstructie, waarbij aan het bovendekframe en het onderstel geleidingen worden bevestigd waarin de schaardelen verplaatsbaar en scharnierbaar zijn bevestigd.In other known devices, the means for adjusting the height of the upper deck frame consist of a scissor construction, wherein guides are fastened to the upper deck frame and the chassis in which the scissor parts are movably and hingedly mounted.

Ook deze inrichtingen vertonen het nadeel dat bij het in de hoogte verstellen van het bovendekframe klemgevaar optreedt voor een gebruiker en derden, hetzij de therapeut, de patiënt, schoonmakers of eventueel spelende kinderen.These devices also have the disadvantage that when the upper deck frame is adjusted in height, there is a risk of clamping for a user and third parties, whether the therapist, the patient, cleaners or possibly children playing.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.The present invention has for its object to provide a solution to one or more of the aforementioned and other disadvantages.

Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting die een onderstel, een bovendekframe en middelen bevat die toelaten de afstand tussen het onderstel en het bovendekframe te variëren, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen bestaan uit een samenstel van minstens twee telescopische hefmiddelen die met één uiteinde zijn bevestigd op het onderstel en met hun ander uiteinde zijn bevestigd aan het bovendektrame.To this end, the invention relates to a device comprising an undercarriage, an upper deck frame and means that allow to vary the distance between the undercarriage and the upper deck frame, characterized in that the above-mentioned means consist of an assembly of at least two telescopic lifting means mounted with one end on the chassis and with their other end are attached to the upper cover frame.

Een voordeel van de huidige uitvinding is dat, door het telescopisch uitvoeren van de middelen voor het variëren van de afstand tussen het onderstel en het bovendekframe elk klemgevaar voor een gebruiker wordt vermeden, doordat dit hefsysteem centraal uitgevoerd kan worden om enkel vertikaal de afstand tussen het onderstel en het bovendekframe te variëren. Er zijn geen stangen nodig die simultaan ook horizontaal verschuiven en die, tenzij in het geval van een schaarconstructie, een relatief grotere behandelingscabine vereisen.An advantage of the present invention is that, by telescoping the means for varying the distance between the undercarriage and the upper deck frame, any clamping hazard for a user is avoided, because this lifting system can be designed centrally to only vertically adjust the distance between the Varying the frame and the upper deck frame. No rods are required which simultaneously shift horizontally and which, unless in the case of a scissor construction, require a relatively larger treatment cabin.

Een bijkomend voordeel aan het voorzien van minstens twee telescopische middelen is dat grotere lasten kunnen opgevangen worden dan met één telescopisch hefmiddel. Dit is belangrijk voor massagetafels vermits zij in staat moeten zijn de relatief grote lasten van patiënt en therapeut op te vangen en daarnaast in staat moeten zijn een relatief groot hoogteverschil te overbruggen zodat voldoende stabiliteit moet verzekerd zijn.An additional advantage to providing at least two telescopic means is that larger loads can be absorbed than with one telescopic lifting means. This is important for massage tables since they must be able to cope with the relatively large burdens of patients and therapists and must also be able to bridge a relatively large height difference so that sufficient stability must be ensured.

Bij voorkeur zijn beide hefmiddelen centraal ten opzichte van het bovendekframe gepositioneerd op een onderlinge afstand die, gemeten in de lengterichting van het bovendekframe, begrepen is tussen 2 0 en 40 cm, en idealiter 35 cm.Both lifting means are preferably positioned centrally with respect to the upper deck frame at a mutual distance which, measured in the longitudinal direction of the upper deck frame, is comprised between 20 and 40 cm, and ideally 35 cm.

Een voordeel van dit voorkeurdragend kenmerk is dat de inrichting stabiel kan worden uitgevoerd, ook wanneer op een van de uiteinden van het bovendekframe een groot hefboommoment wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld door het plaatsnemen van twee personen, namelijk patiënt en therapeut.An advantage of this preferred characteristic is that the device can be designed to be stable, even when a large lever moment is exerted on one of the ends of the upper deck frame, for example by taking two people, namely patient and therapist.

Nog een voordeel van dit voorkeurdragend kenmerk is dat het bovendek, zonder de constructie van de inrichting te verzwaren, met verschillende scharnierpunten kan worden uitgerust, waardoor dit bovendekframe in een groot aantal posities kan worden gebracht. Enkel een relatief kort centraal gedeelte, begrepen tussen de hefmiddelen, dient uitgevoerd te worden zonder scharnieren om niet in te boeten op de stabiliteit van de inrichting en zonder dat het bovendekframe in hoogte moet versteld worden omdat dit voor de therapie nadelig kan zijn.Another advantage of this preferred characteristic is that the top deck can be equipped with different pivot points, without weighing down the construction of the device, whereby this top deck frame can be brought into a large number of positions. Only a relatively short central section, included between the lifting means, must be designed without hinges so as not to lose the stability of the device and without the height of the upper deck frame having to be adjusted because this can be disadvantageous for the therapy.

Nog een voordeel is dat hierdoor veel open ruimte beschikbaar is onder het bovendekframe waardoor de therapeut veel bewegingsvrijheid heeft voor de benen en bovenbenen om de nodige trek- en duwkrachten op de patiënt uit te oefenen bij de therapie.Another advantage is that as a result, much open space is available under the upper deck frame, so that the therapist has much freedom of movement for the legs and thighs to exert the necessary tensile and pushing forces on the patient during therapy.

Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding voor het masseren of fysiotherapeutisch behandelen van mensen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin: figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 eenzelfde inrichting weergeeft als figuur 1, doch in een andere stand; figuur 3 op grotere schaal een zicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 1; figuur 4 een dwarsdoorsnede van figuur 3 weergeeft; figuur 5 een variant weergeeft van figuur 4; figuur 6 een variant weergeeft van figuur 3.With the insight to better demonstrate the features of the present invention, some preferred embodiments of a device according to the invention for massaging or physiotherapeutic treatment of people are described below, with reference to the accompanying figures, as an example without any limiting character. wherein: figure 1 schematically represents a device according to the invention; figure 2 represents the same device as figure 1, but in a different position; figure 3 represents a view on a larger scale according to arrow F3 in figure 1; Figure 4 represents a cross-section of Figure 3; figure 5 represents a variant of figure 4; figure 6 represents a variant of figure 3.

In figuur 1 wordt een inrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit een onderstel 2, een bovendekframe 3 en uit middelen 4 die toelaten de afstand tussen het onderstel 2 en het bovendekframe 3 te variëren.Figure 1 shows a device 1 according to the invention which essentially consists of an undercarriage 2, an upper deck frame 3 and of means 4 that allow to vary the distance between the undercarriage 2 and the upper deck frame 3.

Het onderstel 2 dat in de figuren slechts schematisch is weergegeven, is algemeen bekend in het domein van de uitvinding en wordt niet verder in detail beschreven. Het is duidelijk dat dit onderstel 2, zowel een vast onderstel, als een verrijdbaar onderstel 2 kan zijn.The chassis 2, which is only schematically shown in the figures, is generally known in the field of the invention and is not described in further detail. It is clear that this chassis 2 can be both a fixed chassis and a mobile chassis 2.

De middelen voor het variëren van de afstand tussen het onderstel 2 en het bovendekframe 3 bevatten een plaat 5 die centraal op het onderstel 2 is bevestigd en waarop volgens de uitvinding', minstens twee opstaande telescopische hefmiddelen 6 zijn voorzien.The means for varying the distance between the chassis 2 and the upper deck frame 3 comprise a plate 5 which is centrally mounted on the chassis 2 and on which, according to the invention, at least two upright telescopic lifting means 6 are provided.

Zoals meer in detail is weergegeven in figuur 3, zijn beide hefmiddelen 6 in dit geval identiek en voorzien van een gemeenschappelijke aandrijving 7.As is shown in more detail in Figure 3, both lifting means 6 are in this case identical and provided with a common drive 7.

Elk hefmiddel 6 bevat in de weergegeven uitvoeringsvorm een steun 8 die bestaat uit opstaande staafjes 9 die op de plaat zijn bevestigd en waarop een lager 10 is aangebracht waarmee een opwaarts gerichte eerste buis 11 is vastgemaakt.In the embodiment shown, each lifting means 6 comprises a support 8 consisting of upright bars 9 which are mounted on the plate and on which a bearing 10 is arranged with which an upwardly directed first tube 11 is fixed.

De eerste buis 11 is in dit geval voorzien van een inwendige schroefdraad 12 zoals weergegeven in figuur 4.The first tube 11 is in this case provided with an internal screw thread 12 as shown in figure 4.

Een tweede buis 13 is coaxiaal en roteerbaar in de eerste buis 11 aangebracht en is voorzien van een uitwendige schroefdraad 14 die in gemonteerde toestand samenwerkt met de inwendige schroefdraad 12 van de eerste buis 11.A second tube 13 is arranged coaxially and rotatably in the first tube 11 and is provided with an external screw thread 14 which, when mounted, cooperates with the internal screw thread 12 of the first pipe 11.

Deze tweede buis 13 is aan zijn uiteinde 15 dat naar het onderstel 2 is gericht, door middel van een stang 16 verbonden met een tandwiel 17.This second tube 13 is connected at its end 15, which is directed towards the chassis 2, by means of a rod 16 to a gear wheel 17.

De tweede buis 13 is verder voorzien van een inwendige schroefdraad 18 waarvan de draaizin tegengesteld is aan deze van de draaizin van de uitwendige schroefdraad 14. Zo kan de inwendige schroefdraad 18 in de tweede buis 13 een linkse draad zijn, terwijl de uitwendige schroefdraad 18 een rechtse draad is of vice versa.The second tube 13 is further provided with an internal screw thread 18 whose direction of rotation is opposite to that of the direction of rotation of the external screw thread 14. Thus, the internal screw thread 18 in the second pipe 13 can be a left-hand thread, while the external screw thread 18 is a right-hand thread or vice versa.

Coaxiaal en roteerbaar in de tweede buis 13 is een draadstang 19 aangebracht die met één uiteinde 20, het opwaarts gerichte uiteinde 20, star is bevestigd aan het voornoemd bovendekframe 3.Coaxial and rotatable in the second tube 13 is a threaded rod 19 which is rigidly attached to the aforementioned upper deck frame 3 with one end 20, the upwardly directed end 20.

De draadstang 19 is voorzien van een uitwendige schroefdraad 21 die in gemonteerde toestand van de hefmiddelen 6 samenwerkt met de inwendige schroefdraad 18 van de tweede buis 13.The threaded rod 19 is provided with an external screw thread 21 which, in the mounted state of the lifting means 6, cooperates with the internal screw thread 18 of the second tube 13.

De aandrijving 7 bestaat uit een motor met een uitgaande as waarop in dit geval twee tandwielen 22 zijn aangebracht die elk met behulp van een tandriemoverbrenging 23 zijn gekoppeld aan de respectievelijke tandwielen 17 van beide hefmiddelen 6.The drive 7 consists of a motor with an output shaft on which in this case two gear wheels 22 are arranged, each of which is coupled to the respective gear wheels 17 of both lifting means 6 by means of a toothed belt transmission 23.

Opgemerkt wordt dat, wanneer de aandrijving 7 zoals uiteengezet in de weergegeven uitvoeringsvorm, centraal tussen beide hefmiddelen 6 wordt gepositioneerd, de overeenstemmende schroefdraden van beide hefmiddelen 6 een tegengestelde draaizin dienen te vertonen, zodat bij aandrijving de beide draadstangen 19 in eenzelfde zin bewegen. Het is hierbij belangrijk dat de verhouding tussen de spoed en de lengte van de draadstang 19 en de tweede buis 13 gelijk dient te zijn.It is noted that when the drive 7 as set out in the illustrated embodiment is positioned centrally between the two lifting means 6, the corresponding threads of the two lifting means 6 must have an opposite direction of rotation, so that the two threaded rods 19 move in the same sense when driving. It is important here that the ratio between the pitch and the length of the threaded rod 19 and the second tube 13 must be the same.

Het is duidelijk dat voor de overbrenging niet noodzakelijk een tandriem toegepast dient te worden, maar dat ook een kettingoverbrenging of dergelijke kan worden aangewend.It is clear that a toothed belt does not necessarily have to be used for the transmission, but that a chain transmission or the like can also be used.

Beide hefmiddelen 6 zijn bij voorkeur op een onderlinge afstand van 20 tot 40 cm van elkaar geplaatst wanneer gemeten in de lengterichting van het bovendekframe 3.Both lifting means 6 are preferably placed at a mutual distance of 20 to 40 cm from each other when measured in the longitudinal direction of the upper deck frame 3.

Het bovendekframe 3 bestaat in dit geval uit een plaat 24 waaraan de voornoemde draadstangen 19 bevestigd zijn en uit een ligvlak 25 dat scharnierbaar aan de voornoemde plaat 24 is bevestigd met behulp van een as 26.The upper deck frame 3 in this case consists of a plate 24 to which the aforementioned threaded rods 19 are attached and of a lying surface 25 which is hinged to the aforementioned plate 24 by means of a shaft 26.

Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 is het ligvlak 25 bij voorkeur gesegmenteerd, waarbij de verschillende segmenten 27 scharnierbaar met elkaar zijn verbonden door middel van assen 28 die zich in de breedterichting van het ligvlak 25 uitstrekken.As shown in figures 1 and 2, the lying surface 25 is preferably segmented, the different segments 27 being hingedly connected to each other by means of shafts 28 extending in the width direction of the lying surface 25.

Elk van de segmenten 27 van het ligvlak 25 bestaat uit een star kader 29 waarop een kussen 30 is voorzien.Each of the segments 27 of the lying surface 25 consists of a rigid frame 29 on which a cushion 30 is provided.

Bij voorkeur zijn tussen de verschillende segmenten 27 van het ligvlak 25 en tussen het ligvlak 25 en de plaat 24 van het bovendekframe 3 middelen voorzien die toelaten de segmenten 27 onderling en ten opzichte van het onderstel 2 te laten scharnieren en in een gewenste stand te vergrendelen.Preferably, between the different segments 27 of the lying surface 25 and between the lying surface 25 and the plate 24 of the upper deck frame 3, means are provided which allow the segments 27 to pivot relative to each other and to the chassis 2 and to lock them in a desired position .

In dit geval bestaan deze middelen telkens uit een gasdrukveer 31 met een klemsysteem 32.In this case, these means each consist of a gas pressure spring 31 with a clamping system 32.

Tot slot wordt opgemerkt dat het bovendekframe 3 aan het onderstel 2 is verbonden door middel van, in dit geval, een telescopische behuizing 33 die rond de aandrijving 7 en de hef middelen 6 is voorzien. Deze behuizing 33 laat tevens toe een ongewenste rotatie van de plaat 24 ten opzichte van het onderstel 2 te verhinderen.Finally, it is noted that the upper deck frame 3 is connected to the chassis 2 by means of, in this case, a telescopic housing 33 which is provided around the drive 7 and the lifting means 6. This housing 33 also makes it possible to prevent undesired rotation of the plate 24 relative to the chassis 2.

De werking van de inrichting volgens de uitvinding is eenvoudig en als volgt.The operation of the device according to the invention is simple and as follows.

Voor het in de hoogte verstellen van het ligvlak, wordt de aandrijving 7 geactiveerd, waarop de tweede buizen 13 rond hun lengteas roteren. Doordat de draadstangen 19 star zijn verbonden aan het bovendekframe 3 waarvan de plaat 24 3 niet ongewenst kan roteren ten opzichte van het onderstel 2, zullen de tweede buizen 13 en draadstangen 19 zich onderling en ten opzichte van de eerste buizen 11 verplaatsen, waardoor het bovendekframe 3 opwaarts of neerwaarts wordt verplaatst ten opzichte van het onderstel 2 .For adjusting the lying surface in height, the drive 7 is activated, on which the second tubes 13 rotate about their longitudinal axis. Because the threaded rods 19 are rigidly connected to the upper deck frame 3, the plate 24 of which cannot rotate undesirably relative to the chassis 2, the second tubes 13 and threaded rods 19 will move relative to each other and with respect to the first tubes 11, whereby the upper deck frame 3 is moved up or down relative to the chassis 2.

Het is duidelijk dat, bij het omkeren van de rotatiezin van de uitgaande as van de motor 7, de verplaatsingszin van het bovendekframe 3 wordt gevarieerd.It is clear that, when the sense of rotation of the output shaft of the motor 7 is reversed, the sense of displacement of the upper deck frame 3 is varied.

Eenmaal het bovendekframe 3 op een gewenste hoogte is gepositioneerd wordt de aandrijving stilgelegd, waardoor het bovendekframe 3 op het gewenste niveau wordt geblokkeerd.Once the upper deck frame 3 is positioned at a desired height, the drive is stopped, whereby the upper deck frame 3 is blocked at the desired level.

Met behulp van de gasdrukveren 31 en klemsystemen 32, kan de stand van de segmenten 27 van het ligvlak 21 ten opzichte van het onderstel 2 worden aangepast. De stippellijnen in figuur 2 geven enkele mogelijke standen weer zoals een opgerichte relaxhouding en een horizontale lighouding.With the aid of the gas pressure springs 31 and clamping systems 32, the position of the segments 27 of the lying surface 21 relative to the chassis 2 can be adjusted. The dotted lines in Figure 2 show some possible positions such as an erected relaxation position and a horizontal lying position.

In figuur 5 is een variant op figuur 4 weergegeven waarbij de eerste buizen (11) vastgelast zijn op het onderstel (2) .Figure 5 shows a variant of Figure 4 in which the first tubes (11) are welded to the underframe (2).

In figuur 6 is een variant op figuur 3 weergegeven waarin de hefmiddelén bestaan uit een eerste en tweede cilinder 34, 35 en zuiger 36.Figure 6 shows a variant of Figure 3 in which the lifting means consist of a first and second cylinder 34, 35 and piston 36.

De eerste cilinder 34 is vast aangebracht op de voornoemde plaat 5 op het onderstel 2, waarbij de tweede cilinder 36 met één uiteinde verschuifbaar is aangebracht in de eerste cilinder 35, welk uiteinde is uitgevoerd als een zuiger. De zuiger 36 uiteindelijk is met één uiteinde coaxiaal verplaatsbaar aangebracht in de tweede cilinder 35 en is met zijn ander uiteinde bevestigd aan de voornoemde plaat 20 van het bovendekframe 3.The first cylinder 34 is fixedly mounted on the aforementioned plate 5 on the chassis 2, the second cylinder 36 being slidably mounted with one end in the first cylinder 35, which end is designed as a piston. Ultimately, the piston 36 is coaxially displaceably mounted in the second cylinder 35 with its other end attached to the aforementioned plate 20 of the upper deck frame 3.

De aandrijving bestaat in dit geval uit een compressor die toelaat de druk in de eerste en tweede cilinder 31, 32 te regelen teneinde de cilinders coaxiaal uit elkaar of in elkaar te verplaatsten teneinde het bovendekframe 3 opwaarts of neerwaarts te verplaatsen. Zulke pneumatische of hydraulische aandrijving is algemeen bekend en wordt hier niet verder in detail beschreven.The drive in this case consists of a compressor that allows the pressure in the first and second cylinders 31, 32 to be adjusted to coaxially move the cylinders apart or in each other in order to move the upper deck frame 3 up or down. Such a pneumatic or hydraulic drive is generally known and is not described in further detail here.

Niet getoond in de figuren, maar optioneel kunnen ter versteviging tegen hefboommomenten op de hefmiddelen (6) extra dwarsstaven die beide voornoemde eerste buizen (11) met elkaar vasthechten, voorzien worden.Not shown in the figures, but optionally, for reinforcement against lever moments on the lifting means (6), additional transverse bars that both the aforementioned first tubes (11) attach to each other can be provided.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan volgens verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the embodiments described above and shown in the figures, but can be carried out in various variants without departing from the scope of the invention.

Claims

A device for massaging or physiotherapeutically treating people, which device comprises an undercarriage (2), an upper deck frame (3) and means (4) that allow to vary the distance between the undercarriage (2) and the upper deck frame (3), characterized in that the aforementioned means (4) consist of an assembly of at least two telescopic lifting means (6) which are each attached to the undercarriage (2) with one end (12) and are attached to the upper deck frame with their other end (17) (3).

Device according to claim 1, characterized in that both lifting means (6) are positioned centrally with respect to the upper deck frame (3) at a mutual distance which, measured in the longitudinal direction of the upper deck frame (3), is comprised between 20 and 50 cm .

Device according to claim 1 or 2, characterized in that both lifting means (6) consist of a second tube (13) which is rotatably arranged in a first tube (11), the second tube (13) being provided with an external screw thread (14) which, in the mounted state, cooperates with an internal thread (12) of the first tube (11), the first tube (11) being fixedly mounted on the chassis (2); the second tube cooperating with an internal thread (18) and rotating over an external thread (21) of a threaded rod (19) fixedly mounted on a plate (24) of the upper deck frame (3), the internal (18) and external threads (14) of the second tube (13) have an opposite direction of rotation.

Device according to claim 3, characterized in that the aforementioned drive (7) consists of a motor with an output shaft on which a gear (22) is mounted which cooperates with a gear (17) with the aid of a toothed belt (23) or chain. which is connected by means of a rod (16) to said second tube (13) of both lifting means (6).

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the lifting means (6) each comprise a cylinder (34, 35) and a piston (36) which are hydraulically or pneumatically driven.

Device according to one of the preceding claims, characterized in that the upper deck frame (3) contains different segments (27) that are hingedly connected to each other.

Device according to one of the preceding claims, characterized in that the upper deck frame (3) comprises a plate (24) to which both the aforementioned lifting means (6) are attached and contains a lying surface (25) which is hinged to the plate (24) .

Device according to claim 7, characterized in that it is provided with means (31, 32) that allow the lying surface (25) to pivot relative to the plate (24) as well as with means that allow the lying surface in a desired position with respect to of the plate.

Device according to one of the preceding claims, characterized in that the lying surface (25) contains different segments (27) that are hinged to each other.

Device according to claim 9, characterized in that means (31, 32) are provided on each two adjacent segments (27) that allow these segments (27) to be locked in a desired mutual position.