BE1017269A3 - Verlichtingsinrichting. - Google Patents
Verlichtingsinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1017269A3 BE1017269A3 BE2006/0460A BE200600460A BE1017269A3 BE 1017269 A3 BE1017269 A3 BE 1017269A3 BE 2006/0460 A BE2006/0460 A BE 2006/0460A BE 200600460 A BE200600460 A BE 200600460A BE 1017269 A3 BE1017269 A3 BE 1017269A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- lighting device
- housing elements
- actuators
- actuator
- deformation
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21V—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F21V17/00—Fastening of component parts of lighting devices, e.g. shades, globes, refractors, reflectors, filters, screens, grids or protective cages
- F21V17/02—Fastening of component parts of lighting devices, e.g. shades, globes, refractors, reflectors, filters, screens, grids or protective cages with provision for adjustment
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21S—NON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
- F21S6/00—Lighting devices intended to be free-standing
- F21S6/004—Lighting devices intended to be free-standing with a lamp housing in direct contact with the floor or ground
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21S—NON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
- F21S6/00—Lighting devices intended to be free-standing
- F21S6/005—Lighting devices intended to be free-standing with a lamp housing maintained at a distance from the floor or ground via a support, e.g. standing lamp for ambient lighting
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21Y—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
- F21Y2103/00—Elongate light sources, e.g. fluorescent tubes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
- Lighting Device Outwards From Vehicle And Optical Signal (AREA)
- Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een verlichtingsinrichting (1a, 1b, 1c, 1d) omvattende -één of meerdere lichtbronnen (2, 21); en - één of meerdere ten opzichte van deze lichtbron(nen) (2,21) beweegbaar opgestelde behuizingelementen (3), waarbij de beweging van de genoemde behuizingselementen (3) gebeurt door middel van vervorming van deze behuizingelementen (3), waarbij de vervorming van de één of meerdere behuizingelementen (3) aangestuurd wordt door middel van één of meerdere actuatoren (4a, 4b).
Description
VERLICHTINGSINRICHTING
De uitvinding betreft een verlichtingsinrichting, omvattende één of meerdere lichtbronnen; en één of meerdere ten opzichte van deze lichtbron(nen) beweegbaar opgestelde behuizingelementen, waarbij de beweging van de genoemde behuizingelementen gebeurt door middel van vervorming van deze behuizingelementen.
Tot op heden wordt de markt van de verlichtingsarmaturen nog steeds quasi volledig gedomineerd door statische verlichtingsarmaturen. Van bij het ontstaan van de elektrische gloeilamp heeft de mens gezocht om de lichtbron via zijn armatuur op de één of de andere manier gemakkelijk te kunnen bewegen of richten. De manueel richtbare verlichtingsarmaturen die ondertussen bestaan in oneindig veel vormen en varianten zijn daar tot op heden het beste voorbeeld van.
Sinds het begin van de vorige eeuw getuigen de eerste octrooiaanvragen, zoals verder hieronder omschreven, dat de mens ook heeft getracht om verlichtingsinrichtingen te voorzien die een bewegingsdimensie hebben. Een grote gevarieerde markt van verlichtingsinrichtingen is ondertussen ook ontstaan waarbij een bewegingsdimensie van de verlichtingsinrichting centraal staat.
Een eerste categorie zijn octrooiaanvragen die erop gericht zijn om de lichtbron in de verlichtingsinrichting of de lichtstralen zelf te laten bewegen in een bepaalde verlichtingsinrichting om aldus een bepaalde gerichte lichtuitstraling of lichteffect te bekomen. Dit is toepasselijk in de verlichting van bijvoorbeeld discotheken of bij het richten van autolampen, zoals omschreven in de Canadese octrooiaanvraag 2172357 of de Europese octrooiaanvraag nr. 0860650.
In CA 2172357 wordt een lichtsysteem omschreven, omvattende een laserlichtgenerator en een serie van motor gedreven spiegels, die zo gericht zijn om een laserlichtstraal af te buigen in verschillende richtingen om een lichtshow te creëren.
In EP 0860650 wordt een verlichtingsinrichting omschreven, zoals een koplamp van een motorvoertuig, omvattende een dunne, transparante plaat waarin een aantal microlenzen opgesteld in een matrix geïntegreerd zijn, en omvattende een tweede dunne, transparante plaat die ondersteund is ten einde beweegbaar te zijn ten opzichte van de eerste plaat door middel van minstens één paar buigingen, een aantal microlenzen opgesteld in een matrix en ook geïntegreerd in de tweede plaat.
De betrachting bij dergelijke verlichtingsinrichtingen is echter om de lichtbron en het lichteffect ervan te kunnen manipuleren, maar het doel wordt niet beoogd om een vervorming of een beweging van de verlichtingsinrichting op zich of bepaalde onderdelen ervan te bekomen. De vervorming of beweging van de armatuur of bepaalde onderdelen ervan is slechts een middel om te komen tot het gewenste lichteffect, en is op zich geen vormelijke betrachting.
Een tweede categorie bestaat erin de lichtbron van de verlichtingsinrichting af te dekken of te beschermen door een structuur die vóór de lichtbron wordt verschoven. Echter, deze categorie beoogt enkel de bescherming of afscherming van de achterliggende lichtbron zonder er verder enige andere vormbeweging op aan te brengen.
Zo bijvoorbeeld wordt in EP 0107900 een lamp zoals een mistlamp voor een voertuig omschreven, die voorzien is van een behuizing die voorzien is voor het monteren van een serie parallelle jaloezieën. De jaloezieën worden gecontroleerd door een warmte aangedreven actuator. Wanneer deze opgewarmd is, dient de actuator voor het draaien van de jaloezieën in een open positie. Wanneer de lamp gedesactiveerd is, wordt de opwarming door de actuator beëindigd, en sluiten de jaloezieën automatisch om de lens te beschermen door middel van een veer wanneer de actuator afkoelt.
Een derde categorie bestaat uit verlichtingsinrichtingen waarbij bij het aanschakelen van de lichtbron bepaalde delen van de verlichtingsinrichting een andere vorm aannemen.
Typisch wordt daarbij gebruik gemaakt van bimetaal dat door de warmte die de lichtbron afgeeft, vervormt en door die vervorming de lamp zelf of onderdelen van de armatuur in beweging zet. De behuizing van dergelijke verlichtingsinrichtingen worden bijgevolg aangestuurd via de hitte van de lichtbron zelf die deze behuizing bijvoorbeeld laat openen of bij afkoeling laat dichtgaan. Een dergelijke verlichtingsinrichting kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het nabootsen van een bloem. Wanneer de verlichting afstaat, dan zijn de bladeren van de bloem in elkaar gevouwen, en bij het aanschakelen van de lichtbron, zullen door vervorming van het bimetaal de bladeren openklappen zodat deze een bloem gaan vormen.
Zo bijvoorbeeld wordt in DE 434397 een kunstmatige bloem in verbinding met een verlichtingslichaam omschreven, waarbij de bloei- of plantenbladeren uit een warmtegevoelige stof, zoals een bimetaal bestaan, waarbij bij inwerking van de warmtebron de vorm of opstelling verandert.
Het nadeel van dergelijke verlichtingsinrichtingen echter is dat door het feit dat er slechts beweging optreedt door het verwarmen van het bimetaal, de toepassingen en de vormelijke mogelijkheden beperkt zijn. Een verder nadeel is dat de beweging van het bimetaal afhankelijk is van de warmte die de lichtbron van de verlichtingsinrichting verspreid zodat het activerende element van het bimetaal steeds dicht bij de lichtbron dient geplaatst te worden. Lichtbronnen die minder warmte afgeven zullen dan ook minder vervorming van het bimetaal veroorzaken, en daardoor minder vervorming van de verlichtingsinrichting teweeg brengen. Bijvoorbeeld bij de recente spaarlampen of LED-verlichting die minder warmte of bijna geen warmte afgeven is dit bimetaal concept weinig van toepassing.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een verlichtingsinrichting volgens de kop van de eerste conclusie, waarbij de vervorming van één of meerdere behuizingelementen kan gebeuren ongeacht de afstand ten opzichte van de lichtbronnen en het type lichtbron, ten einde een groot aantal toepassingen te kunnen realiseren zoals onder meer ook met LED-verlichting of verlichting van een spaarlamp en alle overige types van verlichting.
Het doel van de uitvinding wordt gerealiseerd door te voorzien in een verlichtingsinrichting, omvattende één of meerdere lichtbronnen; en één of meerdere ten opzichte van deze lichtbron(nen) beweegbaar opgestelde behuizingelementen, waarbij de beweging van de genoemde behuizingelementen gebeurt door middel van vervorming van deze behuizingelementen, waarbij de vervorming van de één of meerdere behuizingelementen aangestuurd wordt door middel van één of meerdere actuatoren.
De gebruikte één of meerdere actuatoren zijn elementen die klein maar krachtig zijn en door externe invloed, zoals o.a. elektrische stroom, een 2- en/of 3- dimensionele beweging met een bepaalde kracht en met een bepaalde snelheid uitvoeren. Deze beweging wordt afgezet tegen het te vervormen materiaal dat daardoor langzaam vervormt tot de beweging van de actuator is beëindigd, en dus ook de vervorming op een bepaald punt tot stilstand komt. Deze geleidelijke vervormnig heeft als voordeel dat er geen bruuske bewegingen voorkomen die aanleiding kunnen geven tot beschadiging of breuk van één of meerdere onderdelen van de verlichtingsinrichting of gevaar voor de gebruiker.
Op deze manier wordt een verlichtingsinrichting verkregen waarbij de vervorming van één of meerdere behuizingelementen kan gebeuren ongeacht de afstand ten opzichte van de lichtbronnen en het type lichtbron, ten einde een groot aantal toepassingen te kunnen realiseren zoals onder meer ook met LED-verlichting of verlichting van een spaarlamp en alle overige types van verlichting.
In een eerste voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding, zijn één of meerdere stroombronnen voorzien voor het activeren van de actuator(en) en voor het aanschakelen van de één of meerdere lichtbronnen, waarbij deze één of meerdere stroombronnen dezelfde zijn.
Daarbij kan een relais voorzien zijn voor het in werking treden van de actuator(en) een bepaalde tijd voor of na het activeren van de actuator(en).
In een tweede voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding, zijn één of meerdere stroombronnen voorzien voor het activeren van de actuator(en) en voor het aanschakelen van de één of meerdere lichtbronnen, waarbij deze één of meerdere stroombronnen verschillend zijn.
Daarbij kunnen bij voorkeur de één of meerdere stroombronnen die voorzien zijn voor het activeren van de genoemde actuator(en) op een in te stellen ogenblik in werking wordt gesteld.
Deze inwerkingstelling van de één of meerdere stroombronnen die voorzien zijn voor het activeren van de genoemde actuator(en) kan daarbij volgens een bepaalde voorop ingestelde cyclus verlopen.
In een voordelige uitvoeringsvorm van een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding, zijn de één of meerdere actuatoren voorzien voor het uitvoeren van een terugkeerbeweging van de één of meerdere behuizingelementen naar hun oorspronkelijke vorm.
De één of meerdere behuizingelementen kunnen ook vervaardigd zijn uit een materiaal dat de eigenschap heeft dat het na vervorming minstens gedeeltelijk automatisch terugkeert naar zijn oorspronkelijke vorm.
Dit heeft als voordeel dat de terugkeerbeweging een natuurlijke beweging is die ongedwongen en veilig verloopt.
Voor het ondersteunen van de terugkeerbeweging van de genoemde één of meerdere behuizingelementen, kan bijvoorbeeld een veersysteem, een tegengewicht of een magnetisch systeem, voorzien zijn of een elk ander onderdeel of systeem waardoor hetzelfde doel wordt bereikt.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding, zijn de één of meerdere actuatoren voorzien voor het uitvoeren van een 2- en/of 3-dimensionele beweging, waarbij deze 2- en/of 3-dimensionele beweging van de één of meerdere actuatoren zorgt voor een 2- en/of 3-dimensionele vervorming van de één of meerdere behuizingelementen.
De één of meerdere actuatoren kunnen onder meer gekozen worden uit thermische actuatoren, pneumatische actuatoren, hydraulische actuatoren, driedimensionale actuatoren, elektrische motoren, stappenmotoren, piëzoelectrische translatoren of lineaire actuatoren. Echter, ook nog andere types actuatoren kunnen toegepast worden.
Wanneer thermische actuatoren voorzien zijn, is bij voorkeur een spelingsmechanisme voorzien is voor het vermijden van vroegtijdige vervorming van de één of meerdere behuizingelementen door een vroegtijdige beweging van de één of meerdere actuatoren door middel van omgevingswarmte.
Er wordt voorkeur gegeven aan thermische actuatoren, meer bij voorkeur van het type wax-motor.
Thermische actuatoren zijn klein, krachtig en gemakkelijk monteerbaar en geven een geleidelijke beweging. Thermische actuatoren van het type wax-motor hebben de volgende voordelen: ze zijn klein en dus gemakkelijk verwerkbaar in de verlichtingsinrichtingen; ze zijn betaalbaar waardoor de productiekosten van de verlichtingsinrichting relatief laag kunnen gehouden worden; de vervorming van bepaalde onderdelen van de verlichtingsinrichting door thermische actuatoren van het type wax-motor is geruisloos en traag. Hierdoor is de dynamische factor zichtbaar en controleerbaar; de vervorming van bepaalde onderdelen van de verlichtingsinrichting aangedreven door de thermische actuatoren van het type wax-motor kan volledig losgekoppeld worden aan het al dan niet actief zijn van de lichtbron zelf, waardoor bijvoorbeeld de verlichtingsinrichtingen in de etalages van winkels volgens een bepaald patroon bewegen in interactie met de lichtbronnen zelf; de vervorming van bepaalde onderdelen van de verlichtingsinrichting aangedreven door de thermische actuatoren(en) van het type wax-motor kan in vele gevallen op basis van de elastisch kwaliteiten van de één of meerdere aangedreven behuizingelementen van de verlichtingsinrichting of de zwaartekracht of een tussenliggende veer, een tegengewicht of een magnetisch systeem of enig ander onderdeel of systeem om dit te realiseren, terugkeren naar de initiële positie; wanneer een piston van een zich terugtrekkende thermische actuator bij afkoeling of desactivatie niet verbonden is met de zich terugtrekkende of vervormende onderdelen zoals in het item hierboven omschreven, heeft dit als voordeel dat de veiligheid beter controleerbaar is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding, zijn meerdere actuatoren voorzien voor het versterken van een bepaalde vervorming van de één of meerdere behuizingelementen door het vergroten van de kracht van de actuatoren); en/of het laten vervormen van de vervormbare behuizingelementen over een grotere afstand door bijvoorbeeld het in serie koppelen aan elkaar van verschillende actuatoren (dit zou bijvoorbeeld nuttig kunnen zijn in grotere armaturen) ; en/of het vervormen van één of meerdere van de behuizingelementen van de verlichtingsinrichting voor het bekomen van een kantelmoment die een reeks aaneensluitende behuizingelementen doet vervormen (dit zou bijvoorbeeld kunnen toegepast worden in een verlichtingsinrichting waarbij de vervorming van één onderdeel de vervorming van een volgend onderdeel in gang zet als in een dominosteenopstelling); en/of het vergrendelen en ontgrendelen van een bepaalde positie van de behuizingelementen van de verlichtingsinrichting (dit zou nuttig kunnen zijn om ervoor te zorgen dat de vervormde behuizingelementen in een vervormde toestand worden geblokkeerd zodat de actuator die de vervorming tot stand heeft gebracht niet constant hoeft te werken zolang de vervormde toestand in stand wordt gehouden); en/of het harmoniseren van de vervorming van de behuizingelementen; en/of het laten verlopen van de vervormingcyclussen van de verschillende behuizingelementen volgens een eigen ritme, (dit zou kunnen toegepast worden om bijvoorbeeld in een etalage een soort golfbeweging in de vervorming van de onderdelen te krijgen)
De veiiichtingsinrichting volgens de uitvinding kan zowel van het type inbouwarmatuur, staande armatuur, pendelarmatuur of drijvende armatuur zijn. Ook andere vormen van armaturen zijn echter nog mogelijk.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding en enkele voorbeelduitvoeringsvormen volgens deze uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding.
Verder worden enkele van deze uitvoeringsvormen besproken in de hierbij gevoegde figuren, waarbij door middel van referentiecijfers verwezen wordt naar deze figuren, waarbij: figuur 1 een eerste voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een non-actieve toestand; figuur 2 een doorsnede is volgens lijn A - A zoals voorgesteld op de figuur 1 ; figuur 3 een eerste voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een actieve toestand; figuur 4 een doorsnede is volgens lijn B - B zoals voorgesteld op de figuur 3; figuur 5 een dwarsdoorsnede is van de verlichtingsinrichting zoals voorgesteld op de figuur 1 ; figuur 6 een dwarsdoorsnede is van de verlichtingsinrichting zoals voorgesteld op de figuur 3; figuur 7 een tweede voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een non-actieve toestand; figuur 8 een tweede voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een actieve toestand; figuur 9 een derde voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een non-actieve toestand; figuur 10 een derde voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een actieve toestand; figuur 11 een zijaanzicht is van een actuator die een lineaire beweging van de piston overzet in een rotatiebeweging van een as, en waarbij de piston zich in een ingetrokken positie bevindt; figuur 12 een zijaanzicht is van de actuator zoals voorgesteld op de figuur 11, waarbij de piston zich in een uitgezette positie bevindt. figuur 13 een vierde voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een non-actieve toestand; figuur 14 een vierde voorbeelduitvoeringsvorm is van een verlichtingsinrichting volgens de uitvoering in een actieve toestand;
Een verlichtingsinrichting (1a, 1b, 1c, 1d) volgens de uitvinding, zoals wordt voorgesteld op de figuren 1 tot en met 10,13 en 14, omvat een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding één of meerdere lichtbronnen (2, 21); en één of meerdere ten opzichte van deze lichtbron(nen) (2, 21) beweegbaar opgestelde behuizingelementen (3), waarbij de beweging van de genoemde behuizingelementen (3) gebeurt door middel van vervorming van deze behuizingelementen. Met behuizingelementen (3) wordt zowel de volledige behuizing als eender welk onderdeel van deze behuizing bedoeld.
De vervorming van deze één of meerdere behuizingelementen (3) wordt daarbij aangestuurd door middel van één of meerdere actuatoren (4a, 4b) (zie figuren 5 en 6, 11 en 12). Met een actuator (4a, 4b) wordt een inrichting bedoeld die een inputsignaal (meestal een elektrisch signaal) omzet in een beweging.
Verder zijn één of meerdere stroombronnen voorzien (niet voorgesteld op de figuren) voor het activeren van de één of meerdere actuatoren (4a, 4b) en voor het aanschakelen van de één of meerdere lichtbronnen (2, 21). Deze stroombronnen kunnen ofwel dezelfde zijn, zodat de één of meerdere actuatoren (4a, 4b) op hetzelfde ogenblik in werking treden, ofwel door middel van een relais een bepaalde tijd voor of na het activeren van de actuator(en) (4a, 4b) de actuator(en) (4a, 4b) in werking doen treden. De stroombron(nen) kunnen echter ook verschillend gekozen worden, en bijgevolg als een gescheiden stroomschakeling uitgevoerd zijn, die de één of meerdere actuatoren op een in te stellen ogenblik in werking stelt. De inwerkingstelling van deze één of meerdere stroombronnen voor het activeren van de één of meerdere actuator(en) (4a, 4b) kan daarbij volgens een bepaalde vooraf ingestelde cyclus verlopen.
De genoemde één of meerdere actuatoren (4a, 4b), waarvan een voorbeelduitvoeringsvorm is voorgesteld op de figuren 5 en 6, en de figuren 11 en 12, zijn voorzien om zich lineair over een bepaalde afstand uit te zetten, door middel van een piston (5) die in en uit de behuizing (6) van de actuator (4a, 4b) kan bewegen tussen een ingetrokken positie, waarbij enkel de kop van de piston (5a) zichtbaar is, en een uitgezette positie, waarbij minstens een gedeelte van de stang (5b) van de piston ook zichtbaar is. Deze lineaire beweging gebeurt over een bepaalde afstand met een bepaalde kracht en een bepaalde snelheid. De kracht treedt op volgens een bepaalde curve en is afhankelijk van de omgevingsfactoren zoals de omgevingstemperatuur. De lineaire beweging van de actuator (4a, 4b) zoals voorgesteld op de figuren 5 en 6, en de figuren 11 en 12 kan zowel een duw-als een trekbeweging zijn.
De actuator (4b) zoals voorgesteld op de figuren 11 en 12, staat in verbinding met een as (7) door middel van een tandwielsysteem (8). Het tandwielsysteem (8) bestaat uit een tandlat (8a), waarbij de kop van de piston (5a) is verbonden met deze tandlat (8a), en een tandwiel (8b), dat minstens over een gedeelte van dit tandwiel (8b) voorzien is van een vertanding, en waarbij de tanden van van de tandlat (8a) zich uitstrekken tussen de tanden van het tandwiel (8b). Bij een intrekking en een uitstrekking van de piston (5) wordt bijgevolg een rotatiebeweging van de as (7) bekomen. De verlichtingsinrichting (1a, 1b, 1c, 1d) volgens de uitvinding is dus zodanig ontworpen dat de beweging van de één of meerdere actuator(en) (4a, 4b) één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) vervormt via een lineaire beweging (zie de actuator (4a) zoals voorgesteld op de figuren 5 en 6) of een roterende beweging (zie de actuator (4b) zoals voorgesteld op de figuren 11 en 12).
De één of meerdere actuatoren (4a, 4b) kunnen voorzien zijn voor het uitvoeren van een terugkeerbeweging van de één of meerdere vervormde behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) naar hun oorspronkelijke vorm. Deze terugkeerbeweging wordt meer bepaald gerealiseerd door een vooruitduwende of een terugkerende beweging van de één of meerdere pistons (5) van de actuator(en) (4a, 4b). De terugkeerbeweging van de behuizingelementen (3a, 3b, 3c) kan echter ook gerealiseerd worden door de zwaartekracht of de veerkracht eigen aan het vervormde materiaal dat als eigenschap heeft dat het minstens gedeeltelijk minstens gedeeltelijk automatisch terugkeert naar zijn oorspronkelijke vorm. Voor het ondersteunen van deze genoemde terugkeerbeweging kan een veersysteem, een tegengewicht of een magnetisch systeem (niet voorgesteld op de figuren) voorzien zijn of een ander onderdeel of systeem waardoor hetzelfde doel wordt bereikt.
Het voorzien van meerdere actuatoren (4a, 4b) kan dienen voor: het versterken van een bepaalde vervorming van de één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) door het vergroten van de kracht van de actuator(en) (4a, 4b); en/of het laten vervormen van de vervormbare behuizingelementen over een grotere afstand door bijvoorbeeld het in serie koppelen aan elkaar van verschillende actuatoren (4a, 4b); en/of het vervormen van één of meerdere van de behuizingelementen van de verlichtingsinrichting voor het bekomen van een kantelmoment die een reeks aaneensluitende behuizingelementen doet vervormen; en/of voor het vergrendelen en ontgrendelen van een bepaalde positie van de behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d); (dit zou nuttig kunnen zijn om ervoor te zorgen dat de vervormde behuizingonderdelen in een vervormde toestand worden geblokkeerd zodat de actuator die de vervorming tot stand heeft gebracht niet constant hoeft te werken zoalng de vervormde toestand in stand wordt gehouden); en/of voor het harmoniseren van de vervorming van de behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d); en/of voor het laten verlopen van de vervormingcyclussen van de verschillende behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) volgens een eigen ritme.
De één of meerdere actuatoren kunnen onder meer gekozen worden uit thermische actuatoren, pneumatische actuatoren, hydraulische actuatoren, driedimensionale actuatoren, elektrische motoren, stappenmotoren, piëzoelectrische translatoren of lineaire actuatoren. Echter, ook nog andere types actuatoren kunnen toegepast worden. Wanneer thermische actuatoren (4a, 4b) voorzien zijn, kan een spelingsmechanisme voorzien zijn voor het vermijden van vroegtijdige vervorming van de één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) door een vroegtijdige beweging van de één of meerdere actuatoren (4a, 4b) door middel van omgevingswarmte. Zoals reeds hierboven omschreven wordt de voorkeur gegeven aan thermische actuatoren van het type wax-motor.
De verlichtingsinrichting (1a, 1b, 1c, 1d) volgens de uitvinding zowel van het type inbouwarmatuur, staande armatuur, pendelarmatuur, drijvende armatuur of elke andere vorm van armatuur zijn.
Verder is het optioneel ook mogelijk om te voorzien dat, naast het voorzien van vervormbare behuizingelementen (3a, 3b, 3c) in de verlichtingsinrichting (1a, 1b, 1c, 1d) volgens de uitvinding, één of meerdere lichtbronnen (2, 21) zelf kunnen bewogen worden, of zelfs de complete verlichtingsinrichting (1a, 1b, 1c, 1d) bewogen kan worden. Dit kan bijvoorbeeld doordat de lichtbron(nen) (2, 21) verbonden zijn aan de vervormende behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) zodat bij het optreden van de vervorming door het activeren van de actuatoren (4a, 4b), de lichtbronnen (2, 21) zelf ook bewegen. Dit kan bijvoorbeeld ook door de lichtbronnen (2) te integreren in de vervormbare behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) (bijvoorbeeld d.m.v. LED-slangverlichting of andere).
Voorbeelden
Voorbeeld 1
De verlichtingsinrichting (1a) zoals voorgesteld op de figuren 1 tot en met 4, is een staande armatuur, voorzien van één lichtbron (2). De lichtbron (2) bestaat hier uit een holle, voor het licht doorschijnende stijve buis (2a) (bestaande uit kunststof of glas), waarbij binnenin deze buis (2a) een langwerpige lamp (20), bijvoorbeeld een TL-lamp, is aangebracht. Binnenin deze buis (2a) wordt ook de bekabeling van de voeding en sturing van de lichtbron (2) en actuatoren (4a), door middel van verschillende of aparte stroombronnen, (zie figuren 5 en 6) aangebracht. Deze bekabeling kan zich ook in een aparte behuizing, die binnenin deze buis (2a) is aangebracht, uitstrekken (niet voorgesteld op de figuren).
De behuizingelementen (3a) bestaan uit 4 kruisvormig opgestelde langse strips (bijvoorbeeld vervaardigd uit staal), die zijn zowel bovenaan en onderaan bevestigd zijn aan een begin- en eindstuk (30, 31). De lichtbron (2) strekt zich uit tussen deze langse strips (3a). Na het aanschakelen van de verlichtingsarmatuur (1a), zullen deze een vervormde, gebogen stand aannemen, waardoor de lichtbron (2) geleidelijk aan beter en/of op een andere manier zichtbaar wordt. Het beginstuk (30) is onderaan bevestigd aan een sokkelplaat (32), die meteen ook mogelijks de transformator kan bevatten nodig om de lichtbron (2) zelf van stroom te voorzien. De lichtbron (2) is onderaan eveneens bevestigd aan het beginstuk (30), en dus ook de sokkelplaat (32) (niet voorgesteld op de figuren), en omvat meteen, zoals reeds hierboven vermeld, naast de transformator al dan niet vereist voor de lichtbron (2) de bekabeling van de voeding en sturing van de lichtbron (2) en actuatoren (4a) (zie figuren 5 en 6).
De 4 langse strips (3a) worden bij de verlichtingsinrichting (1a) zoals voorgesteld op de figuren 1 tot en met 6 aangestuurd door één actuator (4a) die voorzien is voor het uitvoeren van een lineaire beweging. Zoals te zien is op de figuren 5 en 6, is aan de bovenzijde van het eindstuk (31) een beugel (33) bevestigd met in de onderplaat van de beugel geleidingsopeningen. De lineaire actuator (4a) is met staven, die doorheen de geleidingsopeningen in de onderplaat (33a) van de beugel (33) steken, bevestigd aan de holle en stijve buis (2a) van de lichtbron (2). Bij het activeren van de actuator (4a) en/of de lichtbron (2) zal de vooruitkomende piston (5) van de actuator (4a) drukken tegen de onderplaat van de beugel (33) zodat druk wordt uitgeoefend op de aan het eindstuk verbonden langse strips (3a). Via deze druk worden de langse strips (3a) gedwongen om een gebogen stand aan te nemen vermits de onderzijde van de buis (2a) bevestigd is aan de sokkelplaat (32). Na het desactiveren van de actuator (4a) zal de piston (5) van deze actuator (4a) zich terugtrekken, waardoor de langse strips (3a) op basis van hun natuurlijke materiaalveerkracht hun initiële positie terug zullen innemen. Vermits het terugtrekken van de piston (5) op een geleidelijke manier gebeurt, zal ook de terugkeerbeweging van de langse strips (3a) op een even geleidelijke wijze gebeuren. Wanneer de terugtrekkende beweging van de langse strips (3a) bijvoorbeeld per ongeluk wordt geblokkeerd, zal de piston (5) toch terugkeren zonder te trekken aan de langse strips (3a), wat een voordeel betekent naar veiligheid bij het sluiten.
Voorbeeld 2
In de figuren 7 en 8, is de verlichtingsinrichting (1b) een pendelarmatuur, voorzien van één lichtbron (2) van het type zoals omschreven in voorbeeld 1. De vervormbare behuizingelementen (3b) zijn bladvormig en omhullen de lichtbron (2) volledig. Gezien de drukvaste (stijve) buis (2a) verbonden is met de bladvormige vervormbare behuizingelementen (3b), en gezien de bladvormige vervormbare behuizingelementen (3b) onderaan gedeeltelijk met elkaar verbonden zijn, kan druk worden uitgeoefend met een actuator (4a) op de bladvormig vervormbare behuizing waardoor deze naar buiten toe worden gebogen zodat de lichtbron (2) beter zichtbaar wordt.
Voorbeeld 3
In de figuren 9 en 10, is de verlichtingsinrichting (1c) een pendelarmatuur, voorzien van één lichtbron (2) van het type zoals omschreven in voorbeeld 1. De vervormbare behuizingelementen (3c) bestaan uit 2 V-vormig opgestelde langse strips, die aan beide uiteinden gedeeltelijk met elkaar verbonden zijn, en die de lichtbron (2) zijdelings omhullen. Gezien de drukvaste (stijve) buis (2a) aan het uiteinde dat zich bevindt waar de actuator (4a) zich situeert verbonden is met de langse strips (3c) en deze langse strips (3c) aan beide uiteinden gedeeltelijk V-vormig met elkaar verbonden zijn, kan druk worden uitgeoefend met een actuator (4a) op de vervormbare behuizing waardoor deze naar buiten toe worden gebogen zodat de lichtbron (2) beter en op een andere manier zichtbaar wordt.
Voorbeeld 4
In de figuren 13 en 14, is de verlichtingsinrichting (1d) een staande armatuur, voorzien van één lichtbron (21) bijvoorbeeld van het type gloeilamp of halogeenlamp. De vervormbare behuizingselementen (3d) bestaan uit 4 rondgevouwen strips die elkaar onderaan met de breedte van de strip (3d) overlappen en die lichtjes in afmeting afnemen naar binnen toe zodat ze uit elkaar kunnen wegdraaien. Per rondgevouwen strip (3d) wordt telkens het ene uiteinde vast bevestigd aan een sokkel (34) en het andere overlappende uiteinde kan 45° roteren. In gesloten toestand staan de strips (3d) per 2 haaks op elkaar en is de lichtbron (21) die zich op de rotatie-as bevindt gedeeltelijk omhuld. Door middel van een roterende beweging die ontstaat door gebruik van een actuator (4b), zoals voorgesteld in figuren 11 en 12, kan deze rotatie worden omgezet in een roterende en vervormende beweging van de behuizingelementen (3d), zodat deze behuizingselementen (3d) naar buiten worden gebogen zodat de lichtbron (21) beter en op een andere manier zichtbaar wordt.
Claims (15)
1. Verlichtingsinrichting (1a, 1b, 1c, 1d), omvattende één of meerdere lichtbronnen (2, 21); en één of meerdere ten opzichte van deze lichtbron(nen) (2, 21) beweegbaar opgestelde behuizingelementen (3), waarbij de beweging van de genoemde behuizingelementen (3) gebeurt door middel van vervorming van deze behuizingelementen (3), met het kenmerk dat de vervorming van de één of meerdere behuizingelementen (3) aangestuurd wordt door middel van één of meerdere actuatoren (4a, 4b).
2. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat één of meerdere stroombronnen voorzien zijn voor het activeren van de actuator(en) en voor het aanschakelen van de één of meerdere lichtbronnen (2, 21), waarbij deze één of meerdere stroombronnen dezelfde zijn.
3. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat een relais voorzien is voor het in werking treden van de actuator(en) (4a, 4b) een bepaalde tijd voor of na het activeren van de actuator(en) (4a, 4b).
4. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat één of meerdere stroombronnen voorzien zijn voor het activeren van de actuator(en) (4a, 4b) en voor het aanschakelen van de één of meerdere lichtbronnen (2, 21), waarbij deze één of meerdere stroombronnen verschillend zijn.
5. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de één of meerdere stroombronnen die voorzien zijn voor het activeren van de genoemde actuator(en) (4a, 4b) op een in te stellen ogenblik in werking wordt gesteld.
6. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de inwerkingstelling van de één of meerdere stroombronnen die voorzien zijn voor het activeren van de genoemde actuator(en) (4a, 4b) volgens een bepaalde voorop ingestelde cyclus verloopt.
7. Verlichtingsinrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk dat de één of meerdere actuatoren (4a, 4b) voorzien zijn voor het uitvoeren van een terugkeerbeweging van de één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) naar hun oorspronkelijke vorm.
8. Verlichtingsinrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk dat de één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) vervaardigd zijn uit een materiaal dat de eigenschap heeft dat het na vervorming minstens gedeeltelijk automatisch terugkeert naar zijn oorspronkelijke vorm.
9. Verlichtingsinrichting volgens één conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat een veersysteem, een tegengewicht of een magnetisch systeem, e.d. voorzien is voor het ondersteunen van de terugkeerbeweging van de genoemde één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d).
10. Verlichtingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere actuatoren (4a, 4b) voorzien zijn voor het uitvoeren van een 2- en/of 3-dimensionele beweging, waarbij de 2- en/of 3-dimensionele beweging van de één of meerdere actuatoren (4a, 4b) zorgt voor een 2- en/of 3-dimensionele vervorming van de één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d).
11. Verlichtingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de één of meerdere actuatoren gekozen worden uit thermische actuatoren, pneumatische actuatoren, hydraulische actuatoren, driedimensionale actuatoren, elektrische motoren, stappenmotoren, piëzoelectrische translatoren of lineaire actuatoren.
12. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat wanneer thermische actuatoren (4a, 4b) voorzien zijn een spelingsmechanisme voorzien is voor het vermijden van vroegtijdige vervorming van de één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) door een vroegtijdige beweging van de één of meerdere actuatoren (4a, 4b) door middel van omgevingswarmte.
13. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk dat de thermische actuatoren (4a, 4b) van het type wax-motor zijn.
14. Verlichtingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat meerdere actuatoren (4a, 4b) voorzien zijn voor het versterken van een bepaalde vervorming van de één of meerdere behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) door het vergroten van de kracht van de actuator(en) (4a, 4b); en/of het laten vervormen van de vervormbare behuizingelementen over een grotere afstand door bijvoorbeeld het in serie koppelen aan elkaar van verschillende actuatoren (4a, 4b); en/of het vervormen van één of meerdere van de behuizingelementen van de verlichtingsinrichting voor het bekomen van een kantelmoment die een reeks aaneensluitende behuizingelementen doet vervormen; en/of voor het vergrendelen en ontgrendelen van een bepaalde positie van de behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d); voor het harmoniseren van de vervorming van de behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d); en/of voor het laten verlopen van de vervormingcyclussen van de verschillende behuizingelementen (3a, 3b, 3c, 3d) volgens een eigen ritme.
15. Verlichtingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verlichtingsinrichting van het type inbouwarmatuur, staande armatuur, pendelarmatuur of drijvende armatuur is.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2006/0460A BE1017269A3 (nl) | 2006-09-08 | 2006-09-08 | Verlichtingsinrichting. |
PL07802214T PL2059717T3 (pl) | 2006-09-08 | 2007-09-07 | Urządzenie oświetleniowe |
DK07802214.2T DK2059717T3 (en) | 2006-09-08 | 2007-09-07 | ILLUMINATION DEVICES |
PCT/EP2007/007834 WO2008028679A1 (en) | 2006-09-08 | 2007-09-07 | Lighting device |
ES07802214T ES2530399T3 (es) | 2006-09-08 | 2007-09-07 | Dispositivo de iluminación |
US12/310,504 US8162505B2 (en) | 2006-09-08 | 2007-09-07 | Lighting device |
EP07802214.2A EP2059717B1 (en) | 2006-09-08 | 2007-09-07 | Lighting device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2006/0460A BE1017269A3 (nl) | 2006-09-08 | 2006-09-08 | Verlichtingsinrichting. |
BE200600460 | 2006-09-08 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1017269A3 true BE1017269A3 (nl) | 2008-05-06 |
Family
ID=37682493
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2006/0460A BE1017269A3 (nl) | 2006-09-08 | 2006-09-08 | Verlichtingsinrichting. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US8162505B2 (nl) |
EP (1) | EP2059717B1 (nl) |
BE (1) | BE1017269A3 (nl) |
DK (1) | DK2059717T3 (nl) |
ES (1) | ES2530399T3 (nl) |
PL (1) | PL2059717T3 (nl) |
WO (1) | WO2008028679A1 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US8602612B2 (en) | 2011-05-12 | 2013-12-10 | Peter Stathis | Electrically conductive ball joints and lighting fixtures using the joints |
US10677400B2 (en) * | 2018-05-07 | 2020-06-09 | Ledvance Llc | Edgelit light emitting diode retrofit lamp |
USD1044101S1 (en) * | 2024-01-02 | 2024-09-24 | Yongfu ZENG | Lamp |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE434397C (de) | 1926-09-22 | Heinrich Tams | Kuenstliche Blume in Verbindung mit einem Beleuchtungskoerper | |
FR949573A (fr) * | 1947-07-17 | 1949-09-02 | Jean & Bouchon Ets | Lampe portative à tube fluorescent |
EP0107900A1 (en) | 1982-09-21 | 1984-05-09 | Blazer International Corp. | Improved lamp comprising automatically actuated louver system |
CA2172357A1 (en) | 1995-05-31 | 1996-12-01 | Neville B. Hanchett | D.c. motor actuator for light modification |
US5774273A (en) * | 1996-08-23 | 1998-06-30 | Vari-Lite, Inc. | Variable-geometry liquid-filled lens apparatus and method for controlling the energy distribution of a light beam |
EP0860650A2 (en) | 1997-02-19 | 1998-08-26 | C.R.F. Società Consortile per Azioni | Lighting device, such as a motor-vehicle headlamp, having means for adjusting the emitted light beam |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6357893B1 (en) * | 2000-03-15 | 2002-03-19 | Richard S. Belliveau | Lighting devices using a plurality of light sources |
DE20114306U1 (de) * | 2001-08-31 | 2002-01-10 | aqua signal Aktiengesellschaft Spezialleuchtenfabrik, 28307 Bremen | Leuchtanlage insbesondere als Gefahrenfeuer, Hindernisfeuer oder Tag- und Nachtkennzeichen |
JP2003151328A (ja) * | 2001-11-15 | 2003-05-23 | Du Pont Toray Co Ltd | 照明用反射装置 |
US7476006B2 (en) * | 2006-07-12 | 2009-01-13 | Hinds Kenneth A | Automated lighting system with extendable and retractable light units |
-
2006
- 2006-09-08 BE BE2006/0460A patent/BE1017269A3/nl not_active IP Right Cessation
-
2007
- 2007-09-07 ES ES07802214T patent/ES2530399T3/es active Active
- 2007-09-07 PL PL07802214T patent/PL2059717T3/pl unknown
- 2007-09-07 US US12/310,504 patent/US8162505B2/en not_active Expired - Fee Related
- 2007-09-07 EP EP07802214.2A patent/EP2059717B1/en not_active Not-in-force
- 2007-09-07 WO PCT/EP2007/007834 patent/WO2008028679A1/en active Application Filing
- 2007-09-07 DK DK07802214.2T patent/DK2059717T3/en active
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE434397C (de) | 1926-09-22 | Heinrich Tams | Kuenstliche Blume in Verbindung mit einem Beleuchtungskoerper | |
FR949573A (fr) * | 1947-07-17 | 1949-09-02 | Jean & Bouchon Ets | Lampe portative à tube fluorescent |
EP0107900A1 (en) | 1982-09-21 | 1984-05-09 | Blazer International Corp. | Improved lamp comprising automatically actuated louver system |
CA2172357A1 (en) | 1995-05-31 | 1996-12-01 | Neville B. Hanchett | D.c. motor actuator for light modification |
US5774273A (en) * | 1996-08-23 | 1998-06-30 | Vari-Lite, Inc. | Variable-geometry liquid-filled lens apparatus and method for controlling the energy distribution of a light beam |
EP0860650A2 (en) | 1997-02-19 | 1998-08-26 | C.R.F. Società Consortile per Azioni | Lighting device, such as a motor-vehicle headlamp, having means for adjusting the emitted light beam |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2008028679A1 (en) | 2008-03-13 |
PL2059717T3 (pl) | 2015-10-30 |
US8162505B2 (en) | 2012-04-24 |
EP2059717A1 (en) | 2009-05-20 |
DK2059717T3 (en) | 2015-02-16 |
ES2530399T3 (es) | 2015-03-02 |
EP2059717B1 (en) | 2014-11-19 |
US20100002442A1 (en) | 2010-01-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1017269A3 (nl) | Verlichtingsinrichting. | |
US10024522B2 (en) | Lighting system with angled LED arrays | |
US7455444B2 (en) | Multiple light source night light | |
US9404646B2 (en) | Lighting system with angled LED arrays | |
US9683721B2 (en) | Lighting system with angled LED arrays | |
ITTO20090466A1 (it) | Gruppo emettitore di luce a led | |
EP2390558A1 (en) | Moving head light | |
WO2013118721A1 (ja) | 照明システム | |
KR101584743B1 (ko) | 플렉서블 구동장치 | |
EP3781861B1 (en) | Fibre light module for vehicle signalling light | |
NL1028668C2 (nl) | Lamp. | |
CN104508360B (zh) | 用于货物陈列品的led照明组件和照明方法 | |
KR101885091B1 (ko) | 플렉서블 구동장치 | |
CN1184434C (zh) | 文物展览专用可调式光纤光源 | |
ITMI20081590A1 (it) | Proiettore da palcoscenico | |
KR101681369B1 (ko) | 평행 이동 가능한 차량용 등기구 | |
US9593816B2 (en) | Flameless candle with simulated flame movement | |
WO2022175448A1 (en) | A luminaire for spotlighting | |
EP1477730A2 (en) | Laser unit for emitting a beam of light, suitable to produce light effects | |
KR200246971Y1 (ko) | 진열품 회전 자동 조정 장치 | |
CN114451753A (zh) | 一种防眩光型化妆品玻璃展示柜 | |
CN216243756U (zh) | 一种用于展厅设计的多角度可调节展示灯 | |
EP4115119B1 (en) | Led lighting system with variable aperture | |
KR200339907Y1 (ko) | 깃대 | |
CN114165766A (zh) | 一种调色温灯具结构 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD | Change of ownership |
Owner name: TEKNA BV; BE Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: KINETURA CONCEPT BVBA Effective date: 20210205 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20220930 |