BE1016370A3 - Brine valve, has brine inlet located below level of passage extending between inlet and outlet - Google Patents

Brine valve, has brine inlet located below level of passage extending between inlet and outlet Download PDF

Info

Publication number
BE1016370A3
BE1016370A3 BE2005/0013A BE200500013A BE1016370A3 BE 1016370 A3 BE1016370 A3 BE 1016370A3 BE 2005/0013 A BE2005/0013 A BE 2005/0013A BE 200500013 A BE200500013 A BE 200500013A BE 1016370 A3 BE1016370 A3 BE 1016370A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
brine
valve
inlet
outlet
housing
Prior art date
Application number
BE2005/0013A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Dotraco Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dotraco Nv filed Critical Dotraco Nv
Priority to BE2005/0013A priority Critical patent/BE1016370A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1016370A3 publication Critical patent/BE1016370A3/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K31/00Actuating devices; Operating means; Releasing devices
    • F16K31/12Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid
    • F16K31/18Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid actuated by a float
    • F16K31/20Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid actuated by a float actuating a lift valve
    • F16K31/22Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid actuated by a float actuating a lift valve with the float rigidly connected to the valve
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K21/00Fluid-delivery valves, e.g. self-closing valves
    • F16K21/04Self-closing valves, i.e. closing automatically after operation
    • F16K21/18Self-closing valves, i.e. closing automatically after operation closed when a rising liquid reaches a predetermined level

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Valve Housings (AREA)

Abstract

The inlet (3) for the brine is located at a level below that of the passage extending through the valve between the inlet and outlet (4). The valve (1) comprises a casing (2) with a brine inlet and outlet which are connected via a channel containing a valve body. A float (29) which can move up and down is housed in a part of the casing and is connected to the valve body. An independent claim is also included for a second brine valve comprising a casing with a brine inlet and outlet connected via a channel containing a valve body, the casing having at least a double-walled design and defining a central region and a peripheral region connected to each other via a conduit, the brine outlet being connected to the peripheral region.

Description

       

  Pekelventiel

  
De huidige uitvinding betreft een pekelventiel.

  
Men kent reeds pekelventielen die in hoofdzaak bestaan uit een behuizing met een inlaat en een uitlaat voor pekel die met elkaar verbonden zijn door een kanaal.

  
In de bekende uitvoeringen bestaat de behuizing uit een hol lichaam waarin twee gaten zijn voorzien, meer bepaald één dat de inlaat voor pekel vormt en dat in een horizontale bovenzijde van het lichaam is gesitueerd en een tweede dat de uitlaat voor pekel vormt en dat doorgaans in een verticale zijwand van het lichaam is aangebracht.

  
Het kanaal wordt in zulke bekende pekelventielen gevormd door een centrale ruimte in het lichaam.

  
Zoals bekend is het gat dat de inlaat voor pekel vormt afsluitbaar door een ventiel met twee kleppen die onderling worden verbonden door een stang die zich doorheen het voornoemd gat uitstrekt, zodat één van de kleppen zich in de centrale ruimte bevindt en toelaat het kanaal af te sluiten in een stroomzin van de uitlaat naar de inlaat, terwijl de andere klep zich buiten de behuizing bevindt en toelaat het kanaal af te sluiten in een stroomzin van de inlaat naar de uitlaat.

  
Het voornoemde ventiel wordt hierbij gestuurd op basis van het vloeistofniveau in een pekelreservoir waarin het pekelventiel is aangebracht, door middel van een vlotter die is bevestigd aan het ventiel, meer bepaald aan de klep die zich buiten de behuizing bevindt.

  
De werking van dergelijk bekend pekelventiel bestaat erin pekel uit het pekelreservoir aan te zuigen door het creëren van een onderdruk aan de uitlaat voor pekel.

  
Door het aanzuigen en afvoeren van pekel doorheen de uitlaat, zal het vloeistofniveau in het pekelreservoir dalen tot op het ogenblik dat de vlotter het niveau bereikt waarin het ventiel de inlaat van het pekelventiel afsluit in een richting naar de uitlaat toe, waardoor geen pekeloplossing meer kan worden aangezogen.

  
Teneinde het pekelventiel vervolgens terug te vullen wordt doorgaans water verpompt in tegenstroom ten opzichte van de pekelstroom doorheen het pekelventiel, waarbij de hoeveelheid water, dat wordt toegevoegd, wordt bepaald in functie van de hoeveelheid pekeloplossing die in een volgende functie zal worden aangezogen.

  
Opgemerkt wordt dat in een pekelreservoir zout in een vaste toestand wordt voorzien, waarbij dit zout oplost in het water in het pekelreservoir ter vorming van een pekeloplossing.

  
Doordat het zout in een vaste toestand zich op de bodem van het pekelreservoir bevindt, zal de pekelconcentratie in het water initieel afnemen in functie van het niveau waarop het water zich bevindt.

  
Dit verschil in pekelconcentratie tussen de verschillende waterlagen wordt bovendien nog versterkt doordat een verzadigde pekeloplossing een grotere dichtheid bezit dan een onverzadigde pekeloplossing, waardoor er relatief weinig menging is tussen de verschillende waterlagen in een pekelreservoir.

  
Een nadeel van de bekende pekelventielen is dat de inlaat voor pekel zich op een relatief hoog niveau bevindt in het pekelreservoir, waarbij de pekeloplossing op dat niveau in vele gevallen nog onverzadigd is wanneer pekel wordt aangezogen.

  
Bovendien blijft de pekeloplossing, die op een niveau onder de inlaat voor pekel is gelegen, steeds ongebruikt in het pekelreservoir, terwijl net deze verzadigde pekeloplossing niet of slechts in zeer beperkte mate mengt met vers aangevoerd water.

  
Het nadeel hiervan is dat de pekelconcentratie van de aangezogen oplossing onbekend is, waardoor het relatief moeilijk is de benodigde hoeveelheid oplossing te bepalen voor het regenereren van bijvoorbeeld een ionenwisselaar.

  
Nog een ander nadeel van de bekende pekelventielen is dat de vlotter zich in de pekeloplossing bevindt en van tijd tot tijd, wanneer pekeloplossing wordt aangezogen, even droog komt te staan, waarbij zoutkristallen op het oppervlak van de vlotter ontstaan, die een invloed hebben op de massa van de vlotter die hierdoor wordt ontregeld.

  
Een ander nadeel van de bekende pekelinrichtingen is dat, bij het hervullen van het pekelreservoir, water doorheen de uitlaat voor pekel naar de inlaat stroomt doorheen de centrale ruimte in de behuizing, waarin eveneens de klep is voorzien die de inlaat voor pekel kan afsluiten in een zin van de centrale kamer naar het pekelreservoir toe.

  
Een probleem bij de bekende pekelventielen is dat deze klep door het instromend water wordt gesloten nog vóór het vloeistofniveau in het pekelreservoir een gewenst peil heeft bereikt, waardoor, bij een volgende regeneratie met pekeloplossing uit het pekelreservoir, relatief weinig pekeloplossing kan worden aangezogen, zodat de gewenste regeneratie niet kan worden voltooid.

  
Het doel van de uitvinding is aan één of meer van de voornoemde nadelen een oplossing te bieden.

  
Hiertoe betreft de uitvinding een pekelventiel dat in hoofdzaak bestaat uit een behuizing met een inlaat en een uitlaat voor pekel die met elkaar verbonden zijn door een kanaal waarin een klep is aangebracht voor het afsluiten van een doorgang in het kanaal, daardoor gekenmerkt dat de inlaat voor pekel op een niveau is gelegen onder het niveau van de voornoemde doorgang.

  
Een voordeel van de huidige uitvinding is dat het aanzuigen van pekel steeds op een relatief laag niveau in het pekelreservoir kan gebeuren, waardoor steeds verzadigde pekeloplossing kan worden aangezogen met een bekende pekelconcentratie.

  
Nog een voordeel is dat de vlotter zich op een relatief hoog niveau bevindt ten opzichte van de aanvoer voor pekel, waardoor deze vlotter zich op een niveau in de pekeloplossing bevindt die niet steeds verzadigd is en waardoor de kans dat zich op de vlotter zoutkristallen afzetten relatief klein is, waardoor de werking van de vlotter accuraat blijft.

  
Bovendien bevindt de vlotter zich bij voorkeur in de behuizing, op een niveau boven de inlaat voor pekel.

  
Zulke uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat, bij het hervullen van het pekelreservoir doorheen het kanaal in de behuizing, het water rond de vlotter relatief onverzadigd is en bovendien niet of weinig mengt met de verzadigde pekeloplossing aan de ingang van het pekelventiel, waardoor eventuele zoutkristallen op de vlotter worden opgelost in het water.

  
Volgens een ander aspect van de uitvinding is het pekelventiel voorzien van een behuizing die minstens gedeeltelijk dubbelwandig is uitgevoerd, waarbij in de behuizing een centrale ruimte en een perifere ruimte zijn gedefinieerd die onderling zijn verbonden via een doorgang en waarbij de voornoemde uitlaat voor pekel is aangesloten op de perifere ruimte.

  
Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat bij het bijvullen van het pekelreservoir, de inkomende waterstroom eerst in de perifere ruimte stroomt, alvorens in de centrale ruimte terecht te komen, waardoor de kans relatief klein is dat het ventiel, dat in de voornoemde doorgang is voorzien, dichtklapt.

  
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een pekelventiel volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin: figuur 1 een zicht weergeeft van een pekelventiel volgens de uitvinding; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur l; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2; figuren 5 en 6 hetzelfde zicht weergeven als figuur 4 doch in verschillende standen van het pekelventiel.

  
In de figuren 1 en 2 is een pekelventiel 1 weergegeven dat bestaat uit een behuizing 2 met een inlaat 3 en een uitlaat 4 voor pekel die onderling verbonden zijn door een kanaal 5.

  
Zoals is weergegeven in de figuren 3 en 4 bestaat de behuizing 2 in dit geval uit drie verschillende delen 6, 7 en
8.

  
Het eerste deel 6 van de behuizing 2 bestaat hierbij uit een in hoofdzaak cilindervormig lichaam in kunststof met een mantel 9 waarop aan één uiteinde een eindwand 10 is aangebracht die in gebruikstoestand van het pekelventiel 1 de bovenzijde van dit lichaam vormt.

  
In de hierboven vermelde eindwand 10 is een doorgang 11 voorzien.

  
Verder zijn op de mantel 9 van dit lichaam 6 verschillende langsgerichte ribben 12 voorzien en is in de mantel 9 een doorgang 13 aangebracht die de pekeluitlaat 4 vormt. 

  
Het tweede deel 7 van de behuizing 2 bestaat eveneens uit een cilindrisch lichaam dat aan één uiteinde is voorzien van een eindwand 14.

  
Dit deel 7 van de behuizing 2 is, met zijn open zijde 15 naar boven gekeerd, in het voornoemde eerste deel 6 van de behuizing bevestigd met behulp van bijvoorbeeld een clips 16.

  
Opgemerkt wordt dat de open zijde 15 van dit tweede deel 7 zich in de gemonteerde toestand op een afstand van de eindwand 10 van het eerste deel 6 van de behuizing 2 bevindt, zodat tussen deze open zijde 15 en de eindwand 10 een doorgang 17 ontstaat.

  
De hierboven beschreven opbouw van het eerste en tweede deel 6 en 7 van de behuizing 2 resulteert in een gedeeltelijke dubbelwandige uitvoering van de behuizing 2 die een centrale ruimte 18 vertoont die wordt begrensd door het tweede deel 7 en door de eindwand 10 van het eerste deel 6 van de behuizing, en die een perifere ruimte 19 vertoont tussen de mantels van beide voornoemde delen 6 en 7, waarbij, volgens de uitvinding, de voornoemde pekeluitlaat 13 aansluit op de perifere ruimte 19.

  
Het derde deel 8 van de behuizing 2 bestaat in dit geval uit een cilindrisch lichaam dat, bij voorkeur, aan één uiteinde, meer bepaald het bovenste uiteinde, is afgesloten door een eindplaat 20 en dat met zijn open zijde 21 spannend over de voornoemde ribben 12 aan de buitenzijde van het eerste deel 6 is aangebracht.

  
Tussen de voornoemde ribben 12, de mantel 9 van het eerste deel 6 van de behuizing 2 en de binnenzijde van het derde deel 8 is hierbij een doorgang vrij gehouden die de pekelinlaat 3 van het pekelventiel 1 vormt.

  
Opgemerkt wordt dat, volgens de uitvinding, deze inlaat 3 voor pekel op een niveau onder het niveau van de voornoemde doorgang 11 in de eindwand 10 van het eerste deel 6 van de behuizing is gelegen.

  
Voor wat betreft het derde deel 8 van de behuizing 2, wordt tenslotte opgemerkt dat zij aan haar bovenste uiteinde bij voorkeur is voorzien van één of meer gaten 22.

  
Het voornoemd kanaal 5 in de behuizing 2 is samengesteld uit achtereenvolgens de voornoemde doorgang die de inlaat 3 voor pekel vormt; de doorgang 11 in de eindwand 10 van het eerste deel 6 van de behuizing 2; de centrale ruimte 18; en de perifere ruimte 19.

  
Volgens de uitvinding is in het kanaal 5 een ventiel 23 voorzien dat bestaat uit een stang 24 die doorheen de doorgang 11 is aangebracht en die aan beide uiteinden is voorzien van een klep 25, 26, welke kleppen 25, 26 toelaten de voornoemde doorgang 11 af te sluiten.

  
Bij voorkeur wordt aan beide zijden van de doorgang 11 in de eindwand 10 een dichting 27 voorzien die een goede aansluiting van de kleppen 25-26 op een omtrekswand 28 van de doorgang 11 garandeert.

  
Verder is op de bovenste klep 25 een vlotter 29 bevestigd die bestaat uit een hol lichaam in kunststof dat vrij op en neer kan bewegen in het cilindrisch lichaam dat het derde deel 8 van de behuizing 2 vormt. 

  
De werking van het hierboven beschreven pekelventiel volgens de uitvinding is eenvoudig en als volgt.

  
In werkingstoestand is het pekelventiel 1 aangebracht in een pekelreservoir dat niet in de figuren is weergegeven, waarin een pekeloplossing is voorzien.

  
In een toestand vóór het aanzuigen van pekel is het vloeistofniveau van de pekeloplossing in het voornoemd reservoir zodanig dat de vlotter 29 zich op een niveau bevindt waarbij het ventiel 23 is geopend, zoals is weergegeven in figuur 5.

  
In de behuizing 2 van het pekelventiel 1 is het vloeistofniveau gelijk aan, of nagenoeg gelijk aan, het vloeistofniveau in het pekelreservoir, doordat bovenaan in het derde deel 8 van de behuizing 2 de voornoemde gaten zijn voorzien, waardoor de behuizing 2 en het pekelreservoir moeten worden beschouwd als communicerende vaten.

  
Wanneer in de hierboven beschreven toestand een onderdruk wordt gecreëerd aan de uitlaat 4 voor pekel, wordt de pekeloplossing uit het reservoir aangezogen doorheen het kanaal 5.

  
Door het aanzuigen van pekel, zal het vloeistofniveau in het pekelreservoir dalen, evenals de positie van de vlotter 29.

  
Wanneer de vlotter 29 zijn laagste stand bereikt, zoals is weergegeven in figuur 4, sluit de klep 25 van het ventiel 23 de doorgang 11 af, waardoor de aanvoer van pekel uit het pekelreservoir wordt gestopt. 

  
Teneinde het pekelreservoir terug te vullen, is het bekend water toe te voeren doorheen het kanaal 5 naar het pekelreservoir.

  
In het geval van een pekelventiel 1 volgens de uitvinding stroomt het water doorheen de uitlaat 4 voor pekel in de perifere ruimte 19, waarna het via de doorgang 17 in de centrale ruimte 18 van het pekelventiel 1 stroomt.

  
Het water in de centrale ruimte 18 zal hierbij een opwaartse druk uitoefenen op de klep 25 van het ventiel 23, waardoor dit ventiel 23 wordt geopend en het water kan verder stromen naar het pekelreservoir.

  
In een normale gebruikstoestand wordt het volume water dat wordt toegevoegd aan het pekelreservoir nauwkeurig bepaald en zal de toevoer automatisch stoppen in een toestand waarin het ventiel 23 is geopend.

  
Indien, accidenteel, de toevoer van water niet automatisch stopt, zal het reservoir verder worden gevuld tot op het ogenblik dat de vlotter 29 zijn hoogste stand bereikt, zoals is weergegeven in figuur 6.

  
In deze hoogste stand sluit de klep 26 het ventiel 23 af in een stroomrichting van de uitlaat 4 voor naar de ingang 3 voor pekel toe. 

  
Opgemerkt wordt dat het pekelventiel 1 bij voorkeur is voorzien van middelen die toelaten het te bevestigen in een pekelreservoir of dergelijke, welke middelen in de weergegeven figuren bestaan uit een bevestigingsring 30 die over de behuizing 2 kan worden aangebracht en die is voorzien van twee elastische uitsteeksels 31 die zich elk aan één zijde van de bevestigingsring uitstrekken en die licht uiteen wij ken.

  
Zoals bekend, kunnen beide uitsteeksels 31 naar elkaar toe worden geduwd en vervolgens, onder de opgelegde voorspanning, in gepaste sloten, die niet in de figuren zijn weergegeven en die zijn voorzien in het pekelreservoir, worden geplaatst ter bevestiging van het pekelventiel 1.

  
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een pekelventiel volgens de uitvinding kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.



  Brine valve

  
The present invention relates to a brine valve.

  
Brine valves are already known which consist essentially of a housing with an inlet and an outlet for brine which are connected to each other through a channel.

  
In the known embodiments, the housing consists of a hollow body in which two holes are provided, more specifically one which forms the inlet for brine and which is situated in a horizontal top side of the body and a second which forms the outlet for brine and which is generally in a vertical side wall of the body is provided.

  
In such known brine valves, the channel is formed by a central space in the body.

  
As is known, the hole forming the inlet for brine can be closed by a valve with two valves which are mutually connected by a rod extending through the aforementioned hole, so that one of the valves is located in the central space and allows the channel to drain. closing in a flow direction from the outlet to the inlet, while the other valve is outside the housing and allows closing the channel in a flow direction from the inlet to the outlet.

  
The aforementioned valve is hereby controlled on the basis of the liquid level in a pickle reservoir in which the pickle valve is arranged, by means of a float attached to the valve, in particular to the valve located outside the housing.

  
The operation of such a known brine valve is to suck in brine from the brine reservoir by creating a vacuum at the brine outlet.

  
By suctioning and draining brine through the outlet, the liquid level in the brine reservoir will drop to the moment that the float reaches the level at which the valve closes the inlet of the brine valve in a direction towards the outlet, so that no brine solution can be used anymore are sucked in.

  
In order to subsequently refill the brine valve, water is usually pumped in counterflow to the brine flow through the brine valve, the amount of water added being determined as a function of the amount of brine solution that will be sucked in a subsequent function.

  
It is noted that salt is provided in a solid state in a brine reservoir, this salt dissolving in the water in the brine reservoir to form a brine solution.

  
Because the salt in a solid state is at the bottom of the brine reservoir, the brine concentration in the water will initially decrease as a function of the level at which the water is located.

  
Moreover, this difference in brine concentration between the different water layers is further enhanced by the fact that a saturated brine solution has a greater density than an unsaturated brine solution, so that there is relatively little mixing between the different water layers in a brine reservoir.

  
A drawback of the known brine valves is that the inlet for brine is at a relatively high level in the brine reservoir, wherein the brine solution at that level is still unsaturated in many cases when brine is sucked in.

  
Moreover, the brine solution, which is located at a level below the inlet for brine, always remains unused in the brine reservoir, while this saturated brine solution does not, or only to a very limited extent, mix with freshly supplied water.

  
The disadvantage of this is that the brine concentration of the aspirated solution is unknown, which makes it relatively difficult to determine the amount of solution required for regenerating an ion exchanger, for example.

  
Yet another drawback of the known pickle valves is that the float is in the pickle solution and from time to time, when pickle solution is sucked in, it comes to dry for a while, whereby salt crystals form on the surface of the float, which have an influence on the mass of the float that is thereby disrupted.

  
Another drawback of the known pickle devices is that, when refilling the pickle reservoir, water flows through the pickle outlet to the inlet through the central space in the housing, which also includes the valve that can close the pickle inlet in a sense from the central chamber to the brine reservoir.

  
A problem with the known brine valves is that this valve is closed by the inflowing water before the liquid level in the brine reservoir has reached a desired level, so that, in a subsequent regeneration with brine solution from the brine reservoir, relatively little brine solution can be sucked in, so that desired regeneration cannot be completed.

  
The object of the invention is to offer a solution to one or more of the aforementioned disadvantages.

  
To this end the invention relates to a pickle valve consisting essentially of a housing with an inlet and an outlet for pickle connected to each other by a channel in which a valve is arranged for closing a passage in the channel, characterized in that the inlet for brine at a level below the level of the aforementioned passage.

  
An advantage of the present invention is that the suction of brine can always take place at a relatively low level in the brine reservoir, whereby saturated brine solution can always be sucked in with a known brine concentration.

  
Another advantage is that the float is at a relatively high level with respect to the brine supply, whereby this float is at a level in the brine solution that is not always saturated and whereby the chance of salt crystals depositing on the float is relatively high. is small, so that the operation of the float remains accurate.

  
Moreover, the float is preferably located in the housing, at a level above the inlet for brine.

  
Such an embodiment offers the advantage that, when refilling the brine reservoir through the channel in the housing, the water around the float is relatively unsaturated and moreover does not or hardly mix with the saturated brine solution at the entrance of the brine valve, whereby any salt crystals on the brine valve be more easily dissolved in the water.

  
According to another aspect of the invention, the brine valve is provided with a housing which is at least partially double-walled, wherein a central space and a peripheral space are defined in the housing that are mutually connected via a passage and wherein the aforementioned outlet for brine is connected on the peripheral space.

  
An advantage of this embodiment is that when topping up the brine reservoir, the incoming water flow first flows into the peripheral space, before entering the central space, so that the chance of the valve provided in the aforementioned passage being relatively small is small. , closes.

  
With the insight to better demonstrate the characteristics of the present invention, a brine valve according to the invention is described below as an example without any limiting character with reference to the accompanying figures, in which: figure 1 shows a view of a brine valve according to the invention; figure 2 represents a view according to arrow F2 in figure 1; figure 3 represents a section according to line III-III in figure 2; figure 4 represents a section according to line IV-IV in figure 2; figures 5 and 6 show the same view as figure 4 but in different positions of the brine valve.

  
Figures 1 and 2 show a pickle valve 1 consisting of a housing 2 with an inlet 3 and an outlet 4 for pickle which are mutually connected by a channel 5.

  
As shown in Figures 3 and 4, the housing 2 in this case consists of three different parts 6, 7 and
8.

  
The first part 6 of the housing 2 here consists of a substantially cylindrical body in plastic with a casing 9 on which an end wall 10 is arranged at one end, which wall forms the top side of this body in the use condition of the brine valve 1.

  
A passage 11 is provided in the end wall 10 mentioned above.

  
Furthermore, different longitudinal ribs 12 are provided on the casing 9 of this body 6 and a passage 13 is provided in the casing 9 which forms the brine outlet 4.

  
The second part 7 of the housing 2 also consists of a cylindrical body which is provided with an end wall 14 at one end.

  
This part 7 of the housing 2, with its open side 15 facing upwards, is fixed in the aforementioned first part 6 of the housing with the aid of, for example, a clips 16.

  
It is noted that the open side 15 of this second part 7 is in the mounted state at a distance from the end wall 10 of the first part 6 of the housing 2, so that a passage 17 is created between this open side 15 and the end wall 10.

  
The above-described construction of the first and second parts 6 and 7 of the housing 2 results in a partial double-walled embodiment of the housing 2 which has a central space 18 which is bounded by the second part 7 and by the end wall 10 of the first part 6 of the housing, and which has a peripheral space 19 between the jackets of both aforementioned parts 6 and 7, wherein, according to the invention, the aforementioned brine outlet 13 connects to the peripheral space 19.

  
The third part 8 of the housing 2 in this case consists of a cylindrical body which, preferably, is closed at one end, in particular the upper end, by an end plate 20 and that with its open side 21 tensioning over the aforementioned ribs 12 is arranged on the outside of the first part 6.

  
Between the aforementioned ribs 12, the jacket 9 of the first part 6 of the housing 2 and the inside of the third part 8, a passage is hereby kept free which forms the pickle inlet 3 of the pickle valve 1.

  
It is noted that, according to the invention, this brine inlet 3 is located at a level below the level of the aforementioned passage 11 in the end wall 10 of the first part 6 of the housing.

  
With regard to the third part 8 of the housing 2, it is finally noted that at its upper end it is preferably provided with one or more holes 22.

  
The aforementioned channel 5 in the housing 2 is composed successively of the aforementioned passage which forms the inlet 3 for brine; the passage 11 in the end wall 10 of the first part 6 of the housing 2; the central space 18; and the peripheral space 19.

  
According to the invention, in the channel 5 a valve 23 is provided which consists of a rod 24 which is arranged through the passage 11 and which is provided at both ends with a valve 25, 26, which valves 25, 26 permit the aforementioned passage 11 to close.

  
Preferably a seal 27 is provided on both sides of the passage 11 in the end wall 10 which guarantees a good connection of the valves 25-26 to a peripheral wall 28 of the passage 11.

  
Furthermore, a float 29 is attached to the upper valve 25, which float consists of a hollow plastic body that can freely move up and down in the cylindrical body forming the third part 8 of the housing 2.

  
The operation of the brine valve according to the invention described above is simple and as follows.

  
In operating condition, the pickle valve 1 is arranged in a pickle reservoir that is not shown in the figures, in which a pickle solution is provided.

  
In a state prior to the suction of brine, the liquid level of the brine solution in the aforementioned reservoir is such that the float 29 is at a level at which the valve 23 is opened, as shown in Figure 5.

  
In the housing 2 of the brine valve 1, the liquid level is equal to, or almost equal to, the liquid level in the brine reservoir, because the above-mentioned holes in the third part 8 of the housing 2 are provided, through which the housing 2 and the brine reservoir must are considered as communicating vessels.

  
In the above-described state, when an underpressure is created at the brine outlet 4, the brine solution is drawn from the reservoir through the channel 5.

  
By sucking in brine, the liquid level in the brine reservoir will decrease, as will the position of the float 29.

  
When the float 29 reaches its lowest position, as shown in Figure 4, the valve 25 of the valve 23 closes the passage 11, whereby the supply of brine from the brine reservoir is stopped.

  
In order to fill back the brine reservoir, it is known to supply water through the channel 5 to the brine reservoir.

  
In the case of a brine valve 1 according to the invention, the water flows through the brine outlet 4 into the peripheral space 19, whereafter it flows via the passage 17 into the central space 18 of the brine valve 1.

  
The water in the central space 18 will hereby exert an upward pressure on the valve 25 of the valve 23, whereby this valve 23 is opened and the water can flow further to the brine reservoir.

  
In a normal state of use, the volume of water added to the brine reservoir is accurately determined and the supply will automatically stop in a state where the valve 23 is open.

  
If, accidentally, the water supply does not stop automatically, the reservoir will be filled further until the float 29 reaches its highest position, as shown in Figure 6.

  
In this highest position, the valve 26 closes the valve 23 in a flow direction from the outlet 4 to the inlet 3 for brine.

  
It is noted that the pickle valve 1 is preferably provided with means that allow it to be fastened in a pickle reservoir or the like, which means in the shown figures consist of a fixing ring 30 which can be arranged over the housing 2 and which is provided with two elastic protrusions 31, each of which extends on one side of the fastening ring and which differs slightly.

  
As is known, both protrusions 31 can be pushed towards each other and then placed, under the applied bias, in suitable locks, not shown in the figures and provided in the brine reservoir, for fixing the brine valve 1.

  
The present invention is by no means limited to the embodiment described above and shown in the figures, but a pickle valve according to the invention can be realized according to different variants without departing from the scope of the invention.


    

Claims (1)

Conclusies Conclusions l.- Pekelventiel dat in hoofdzaak bestaat uit een behuizing Brine valve consisting essentially of a housing (2) met een inlaat (3) en een uitlaat (4) voor pekel die met elkaar verbonden zijn door een kanaal (5) waarin een klep (2) with an inlet (3) and an outlet (4) for brine which are connected to each other through a channel (5) in which a valve (25) is aangebracht voor het afsluiten van een doorgang (11) in het kanaal (5), daardoor gekenmerkt dat de inlaat (3) voor pekel op een niveau is gelegen onder het niveau van de voornoemde doorgang (11). (25) is arranged for closing a passage (11) in the channel (5), characterized in that the inlet (3) for brine is located at a level below the level of the aforementioned passage (11). 2.- Pekelventiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de klep (25-26) is verbonden met een vlotter (29) die op en neer kan bewegen en die in een deel (8) van de behuizing (2) is aangebracht. Brine valve according to claim 1, characterized in that the valve (25-26) is connected to a float (29) which can move up and down and which is arranged in a part (8) of the housing (2). 3.- Pekelventiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat in het kanaal (5) twee kleppen (25 en 26) zijn aangebracht die onderling zijn verbonden en die elk toelaten de voornoemde doorgang in een tegengestelde zin af te sluiten. Brine valve according to claim 1, characterized in that two valves (25 and 26) are arranged in the channel (5), which are interconnected and which each enable the said passage to be closed in an opposite sense. 4.- Pekelventiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat ze is voorzien van middelen die toelaten het pekelventiel (1) te bevestigen in een pekelreservoir of dergelijke. Brine valve according to claim 1, characterized in that it is provided with means that enable the brine valve (1) to be attached in a brine reservoir or the like. 5.- Pekelventiel dat in hoofdzaak bestaat uit een behuizing 5. Brine valve consisting essentially of a housing (2) met een inlaat (3) en een uitlaat (4) voor pekel die met elkaar verbonden zijn door een kanaal (5) waarin een klep (2) with an inlet (3) and an outlet (4) for brine which are connected to each other through a channel (5) in which a valve (25) is aangebracht voor het afsluiten van een doorgang (11) in het kanaal (5), daardoor gekenmerkt dat in de behuizing (25) is arranged for closing a passage (11) in the channel (5), characterized in that in the housing (2) minstens gedeeltelijk dubbelwandig is uitgevoerd, waarbij in de behuizing (2) een centrale ruimte (18) en een perifere ruimte (19) zijn gedefinieerd die onderling zijn verbonden via een doorgang (17) en waarbij de voornoemde uitlaat (4) voor pekel is aangesloten op de perifere ruimte (19). (2) is at least partially double-walled, wherein in the housing (2) a central space (18) and a peripheral space (19) are defined which are mutually connected via a passage (17) and wherein the aforementioned outlet (4) brine is connected to the peripheral space (19). 6.- Pekelventiel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde doorgang (17) bovenaan de centrale ruimte (18) is gesitueerd. Brine valve according to claim 5, characterized in that the said passage (17) is situated at the top of the central space (18). 7.- Pekelventiel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat in het kanaal (5) twee kleppen (25 en 26) zijn aangebracht die onderling zijn verbonden en die elk toelaten de voornoemde doorgang in een tegengestelde zin af te sluiten. Brine valve according to claim 5, characterized in that two valves (25 and 26) are arranged in the channel (5), which are interconnected and which each enable the said passage to be closed in an opposite sense. 8.- Pekelventiel volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de klep (26) die toelaat het kanaal (5) af te sluiten in een zin van de uitlaat (4) voor pekel naar de inlaat (3) voor pekel verplaatsbaar is aangebracht in de centrale ruimte Brine valve according to claim 6, characterized in that the valve (26) which allows closing the channel (5) in a sense from the outlet (4) for brine to the inlet (3) for brine is arranged movably in the central space (18) . (18). 9.- Pekelventiel volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de inlaat (3) voor pekel op een niveau is gelegen onder het niveau van de voornoemde doorgang Brine valve according to one of claims 5 to 8, characterized in that the inlet (3) for brine is located at a level below the level of the said passage (11) . (11).
BE2005/0013A 2005-01-06 2005-01-06 Brine valve, has brine inlet located below level of passage extending between inlet and outlet BE1016370A3 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2005/0013A BE1016370A3 (en) 2005-01-06 2005-01-06 Brine valve, has brine inlet located below level of passage extending between inlet and outlet

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2005/0013A BE1016370A3 (en) 2005-01-06 2005-01-06 Brine valve, has brine inlet located below level of passage extending between inlet and outlet

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1016370A3 true BE1016370A3 (en) 2006-09-05

Family

ID=34974772

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2005/0013A BE1016370A3 (en) 2005-01-06 2005-01-06 Brine valve, has brine inlet located below level of passage extending between inlet and outlet

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1016370A3 (en)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2312654A (en) * 1940-09-20 1943-03-02 Jesse D Langdon Siphonless cock assembly
US2678058A (en) * 1952-03-10 1954-05-11 Melvin Earsley Flush tank valve for commodes
US2967542A (en) * 1957-01-28 1961-01-10 Bernard B Einer Air-flow ball cock
FR1342921A (en) * 1962-10-02 1963-11-15 Exxon Standard Sa Automatic float drain for tanks containing liquid products of different densities
US3844309A (en) * 1973-11-16 1974-10-29 Ecodyne Corp Brine valve assembly
GB2382863A (en) * 2001-10-15 2003-06-11 Michael Thomas Binder Float valve

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2312654A (en) * 1940-09-20 1943-03-02 Jesse D Langdon Siphonless cock assembly
US2678058A (en) * 1952-03-10 1954-05-11 Melvin Earsley Flush tank valve for commodes
US2967542A (en) * 1957-01-28 1961-01-10 Bernard B Einer Air-flow ball cock
FR1342921A (en) * 1962-10-02 1963-11-15 Exxon Standard Sa Automatic float drain for tanks containing liquid products of different densities
US3844309A (en) * 1973-11-16 1974-10-29 Ecodyne Corp Brine valve assembly
GB2382863A (en) * 2001-10-15 2003-06-11 Michael Thomas Binder Float valve

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1860982B1 (en) Mop bucket
KR20000071692A (en) Cleansing and freshening unit intended for suspension from a rim of a toilet bowl
JPS58146637A (en) Passive scattering device
BE1016370A3 (en) Brine valve, has brine inlet located below level of passage extending between inlet and outlet
JPH04262019A (en) Air bleeding line for cooling circuit for internal combustion engine
US20020157177A1 (en) Water saving toilet flushing system
US9869080B2 (en) Cleaning liquid dispenser
US4507811A (en) Toilet bowl dispenser
JPS6354147B2 (en)
KR100576353B1 (en) A potable water clarifier
US624176A (en) Basin
US7310852B2 (en) Valve assembly
US4451941A (en) Toilet bowl sanitizer dispenser
US3640302A (en) Siphoning device
US2531752A (en) Pumping apparatus for sumps
NL8220484A (en) IMPROVED DEVICE FOR DELIVERING AN ACTION FLUID FOR TOILETS.
JPH07509292A (en) Flushing system
US292055A (en) biker
NL1018656C2 (en) Cleaning and refreshment unit intended for use in a Japanese toilet.
RU2709746C2 (en) Flushing system for toilet bowl
EP0544665B1 (en) A device for portioning a liquid substance
US847361A (en) Automatic flush-tank.
US712089A (en) Steam-trap.
RU2005122407A (en) COMPOSITIVE BATTERING UNIT FOR LIQUID ACTIVE SUBSTANCE FOR A WC
JPS638866Y2 (en)