Preform voor het blaasvormen van een houder en werkwijze voor het
vervaardigen hiervan
Onderhavige uitvinding heeft betrekking tot een preform voor het blaasvormen van een houder omvattende een nek die een gietopening omsluit, een hierop aansluitende romp vormend gebied en aan het tegenovergestelde uiteinde een bodem vormend gebied, waarbij de preformwand een meerlagige structuur vertoont die zich volgens de langsas van de preform uitstrekt, waarbij genoemde preform samengesteld is uit een primair materiaal en een secundair materiaal respectievelijk, waarbij beide uitwendige lagen gevormd zijn door genoemd primair materiaal en de inwendige laag die tussen beide oppervlakte lagen een kernlaag vormt uit genoemd secundair materiaal is samengesteld.
Meerlagige preforms van het voornoemde type zijn bekend. Aldus is volgens EPB-0 376 469 een preform bekend waarbij het voet vormend deel als een structuur met vijf lagen opgebouwd is.
Verder openbaart EP 0 380 215 een preform omvattende eveneens een kern zoals hierboven die een zogenaamde barrièrelaag vormt. Deze . is echter samengesteld uit een materiaal met een hoge fabricageprijs als gevolg waarvan deze zo dun mogelijk dient te zijn hetgeen in bepaalde gevallen een ontoelaatbare beperking vormt
Bovenvermelde barrièrelaag heeft tot doel de migratie van ongewenste gasdeeltjes doorheen de preformwand tegen te werken en dit zowel van binnen naar buiten als van buiten naar binnen.
Het probleem bestaat er met name in dat de houder bestemd is om een bepaald product te bevatten waarbij het de bedoeling is dat dit product zijn kenmerken en eigenschappen zoveel mogelijk bewaart en hierbij zo stabiel mogelijk blijft in de tijd.
Het doel van deze uitvinding bestaat erin om een preform van het bovenvermelde type te verschaffen waarmee de versperrende werking van de kernlaag als barrièrelaag geoptimiseerd wordt, waarbij de migratie van gasdeeltjes in beide richtingen, dus zowel van binnen naar buiten als van buiten naar binnen, wordt tegengewerkt.
Dit doel is bereikt door bovenvermeld probleem op te lossen door een preform voor te stellen volgens de uitvinding zoals bepaald in de hoofdconclusie 1. Dankzij de bijzondere positionering van de kern of secundaire laag in de preformwand wordt bekomen dat de inwendige oppervlaktelaag uit primair materiaal dikker is. Dit biedt de mogelijkheid om een grotere hoeveelheid actieve bestanddelen in aanraking te laten komen met het in de houder op te nemen product. Het wezenlijke voordeel dat hiermee bekomen wordt is dat iedere mogelijke migratie van ongewenste bestanddelen doorheen de preformwand zou worden tegengewerkt en dit in beide richtingen, dit is zowel van buiten uit naar het inwendige van de houder toe als omgekeerd.
Dit voordeel is van eerste rang aangezien het in de houder opgenomen product hiermee zijn kenmerken en eigenschappen op voortreffelijke wijze bewaard en zodoende niet onderworpen is aan een degradatie met de tijd ten gevolge van ongewenste interacties met de buitenwereld of zelfs van inwendige afkomst.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding is ten minste de inwendig gerichte primaire laag samengesteld uit genoemd primair kunststofmateriaal en een voorafbepaalde hoeveelheid additieven. Dankzij de aanwezigheid van additieven worden eventueel migrerende bestanddelen van buiten de houder naar het inwendige hiervan verbonden en aldus geneutraliseerd, zodat genoemde bestanddelen het product vervat in de houder niet kunnen bereiken.
Andersom zorgen de additieven in de primaire laag ervoor dat voor de in de houder opgenomen product nadelige bestanddelen evenzeer gebonden worden zodat deze inwendige bestanddelen ook niet de oorzaak kunnen zijn van een degradatie van het product dat in de houder vervat is.
Volgens een specifieke uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding bevat genoemde primaire laag additieven met een neutraliserende werking op uitwendige straling, in het bijzonder UV-straling. Dit biedt een voordeel voor producten zoals melk die hoofdzakelijk degraderen onder invloed van licht, in het bijzonder de vitaminen die in de melk aanwezig zijn.
Volgens een nog verdere uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding omvat de primaire laag additieven met een neutraliserende werking op ongewenste gasvorming, in het bijzonder zuurstof, die afkomstig is van een degradatie van de vulstof van de houder en die zich samen met de vulstof in de houder bevindt, in het bijzonder in een ruimte bovenop het vulniveau van de houder waar geen vulmateriaal van het type drank bijvoorbeeld aanwezig is. Zodoende kan oxidatie van een drank verpakt in de houder vermeden worden.
Volgens een nog steeds verdere uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding omvat de primaire inwendig gerichte laag additieven met een neutraliserende werking op nadelige reagentia die afkomstig zijn van de houder zelf en die ontstaan in het basiskunststofmateriaal, in het bijzonder PET, tijdens het maken van de preform in de spuitgietmachine, in het bijzonder acetaldehyde. Dankzij deze maatregel wordt de migratie van acetaldehyde bestanddelen uit de wand van de fles naar het product vervat in de fles tegengewerkt waardoor de smaakverandering van genoemd product in de houder vermeden kan worden.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding is genoemde secundaire laag gevormd door een passieve barrière, waarbij secundair materiaal waaruit de secundaire laag vervaardigd is ten minste minder doordringbaar, en bij voorkeur ondoordringbaar is voor een mogelijks hierdoor migrerende stof zoals zuurstof, koolstofdioxide, e.d. Dankzij de aanwezigheid van een dergelijke barrièrelaag worden genoemde mogelijks migrerende bestanddelen tegengehouden en aldus belet om door de wand van de houder te migreren. De sperwerking van genoemde barrièrelaag is bidirectioneel met dien verstande dat het binnendringen van ongewenste bestanddelen zoals zuurstof bvb. in de houder wordt tegengewerkt ingeval de houder producten bevat die onder invloed van genoemde gasvormige bestanddelen zou gaan oxideren óf afbreken, bederven of een kwaliteitsvermindering zou ondergaan.
Ook andersom verhindert genoemde barrièrelaag dat mogelijks wél gewenste gasvormige bestanddelen van het in de houder vervatte product door de wand hiervan heen van binnen naar buiten zouden gaan migreren, zoals met extra zuurstof koolstofdioxide verrijkt water of dranken, zoals een softdrink of bier bijvoorbeeld.
Volgens een verder bijkomende uitvoeringsvorm van de preform vertoont genoemd secundair materiaal van de kernlaag een affiniteit met genoemde ongewenste stoffen die zodanig is dat het secundaire materiaal hiermee gaat reageren en aldus de ongewenste stoffen zal vasthouden in de wand zelf van de houder zodat de ongewenste bestanddelen niet verder kunnen ontsnappen of in het inwendige van de houder kunnen binnendringen.
Volgens een specifieke uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding is
<EMI ID=1.1>
verschillend is van de primaire lagen.
Volgens een nog specifiekere uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding omvat genoemde secundaire tussenlaag verder additieven met dezelfde functie van migratiestopper zowel van ongewenste gasbestanddelen als straling.
Volgens een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding is deze samengesteld uit primair materiaal met tussen 88 en 95 gewichtsprocent enerzijds en secundair materiaal met nagenoeg 5 tot 12 gewichtsprocent respectievelijk anderzijds.
Onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een preform zoals bepaald in de hoofdwerkwijzeconclusie.
Verdere bijzonderheden en kenmerken van de uitvinding zijn bepaald in de verdere onderconclusies.
Verdere details zijn in het hiernavolgende nader toegelicht in enkele uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding aan de hand van de hierbij gevoegde tekeningen.
Figuur 1 is de schematische voorstelling van een dwarssectie nagenoeg volgens een middenvlak van een preform volgens de uitvinding. Figuur 2 is een deelaanzicht van een volgens figuur 1 voorgestelde preform volgens de uitvinding. Figuur 3 is een detailaanzicht van een deel van de wand van de in figuren 1 en 2 voorgestelde preform volgens de uitvinding. Figuur 4 is een verder detailaanzicht van een verder deel van de in figuren 1 en 2 voorgestelde preform volgens de uitvinding. Figuur 5 is een schematische voorstelling van de functionele werking van een essentieel onderdeel van de preform volgens de uitvinding. Figuur 6 is een schematische verdere voorstelling van een verdere functionele werking van een essentieel onderdeel van de preform volgens de uitvinding.
Figuur 7 is een analoge functionele voorstelling als in de vorige figuur van een verdere uitvoeringsvorm van de preform volgens de uitvinding. Figuur 8 is een vergelijkende voorstelling analoog als in de vorige figuur. Figuren 9 tot 11 stellen een variante voor van de preform volgens de uitvinding volgens analoge voorstellingen als in figuren 1, 3 en 4 respectievelijk.
In het algemeen heeft deze uitvinding betrekking op preforms vervaardigd uit kunststofmateriaal die in wezen bestaan uit een nekgedeelte dat de giettuit vormt, het eigenlijke wandgedeelte dat bestemd is om te worden opgeblazen tot een houder en een bodemgedeelte die de voet vormt. Het nekgedeelte 10 van de preform omsluit een gietopening 11 aan de ene zijde en gaat over naar genoemd lichaamgedeelte 20 van de preform in een nekring 12. De voet 30 van de preform bezit een aanspuitpunt 31 van de preform waarlangs primair en respectievelijk secundair materiaal in een hiertoe voorziene spuitgietmatrijs, die niet voorgesteld
<EMI ID=2.1>
De voorgestelde preform is in wezen drielagig. Deze bijzondere specifieke drielagige structuur is een essentieel kenmerk. Aldus is de laag 1 die naar het uitwendige van de preform gericht is uit genoemd primair materiaal vervaardigd, meer in het bijzonder uit hetzelfde materiaal als de naar het inwendige van de preform gerichte laag 3. Tussen beide voornoemde lagen 1, 3 bevindt zich een tussenlaag 2 die een kernlaag vormt en vervaardigd is uit een secundair materiaal. Wezenlijk hierbij is dat het middenvlak van de tussenlaag 2 buitenwaarts gericht is ten overstaan van het middenvlak van de wand van de preform.
Verwijzend naar de in figuur 1 getoonde dwarssectie komt het voorgaande neer op een buitenwaarts gerichte verschuiving van de aslijn van genoemde tussenlaag 2 naar het uitwendige oppervlak toe van de preform, waarbij de tussenlaag 2 zich zodus bevindt in deze helft van de preformwand dewelke uitwendig gelegen is ten opzichte van de middellijn hiervan.
Deze bijzondere structuur is op grotere schaal voorgesteld in figuur 2 waar goed tot uiting komt dat genoemde tussenlaag 2 naar het uitwendige oppervlak van de preform toe gericht is.
Een gedetailleerde voorstelling van een fragment van de preformwand is getoond in figuur 3.
Genoemd primair kunststofmateriaal is bij voorkeur polyethyleentereftalaat of PET. Het primaire materiaal kan verder ook gevormd zijn door kunststofmateriaal waaraan additieven 4 toegevoegd zijn zoals voorgesteld in figuur 5, 6. Een voorbeeld van hierbij aangewende additieven is vitamines.
Ook kan het primaire materiaal desgevallend samengesteld zijn uit een mengsel van recyclaat en additieven.
Meer in het bijzonder kunnen in genoemd primair kunststofmateriaal additieven worden toegevoegd die de ongewenste zuurstof die van buiten de fles naar binnen gaat migreren, bindt, zodat deze het product in de fles niet kan bereiken.
Dit additief kan er ook voor zorgen dat de zuurstof die zich samen met de drank in de fles bevindt, i.h.b. in een ruimte bovenaan het vulniveau van de drank, gebonden wordt, zodat deze evenmin oxidatie kan veroorzaken.
Het is ook mogelijk een additief toe te voegen dat UV-stralen buiten de fles houdt, omdat producten zoals melk, en vooral de vitaminen in de melk, hoofdzakelijk degraderen onder invloed van licht.
Een ander additief is een stof die acetaldehyde of AA bindt. AA is een stof die ontstaat in PET tijdens het maken van de preform in de spuitgietmachine. Wanneer AA uit de wand van de fles naar het product in de fles migreert, kan dit een smaakverandering veroorzaken, vooral bij koolstofdioxidehoudend water.
Het voorgaande toont het essentiële karakter aan van de gepaste ligging van de secundaire laag in de preform. Immers wanneer de secundaire laag zich naar de buitenkant van de preform toe bevindt, betekent dit dat de laag PET waar additieven aanwezig zijn dikker is. Dit laat toe om, wanneer zich additieven in de primaire PET bevinden, meer werkende bestanddelen in aanraking met het product te hebben. Er kan zo bijvoorbeeld meer zuurstof uit de fles gebonden worden zoals getoond in figuren 7 en 8.
Het secundaire materiaal in de preform dat de tussenlaag vormt is bijvoorbeeld een barrièrelaag bedoeld om zuurstof tegen te houden die door de wand van de fles zou migreren. Het binnendringen van zuurstof in de fles moet vermeden worden als de fles producten bevat die onder invloed van zuurstof gaan oxideren of afbreken, bederven of in kwaliteit verminderen, zoals fruitsap of melk bvb. zoals getoond in figuur 5.
Deze zuurstofbarrièrelaag is ook belangrijk wanneer de fles water bevat waaraan extra zuurstof werd toegevoegd. In dit geval belet de laag dat de zuurstof door de wand heen van binnen naar buiten migreert en dat het water hierdoor aan kwaliteit zou gaan verliezen.
Een barrièrelaag zoals getoond in figuur 6 is bedoeld om koolstofdioxide tegen te houden die van binnen naar buiten door de wand van de fles zou migreren. Het verlies van koolstofdioxide in de fles moet vermeden worden wanneer het
<EMI ID=3.1>
dit geval een vermindering van kwaliteit van de drank.
De barrièrelaag vormt ca. 5 tot 12% van het preformgewicht, afhankelijk van de toepassing.
Verder nog kan een barrière met PET of een andere kunststoflaag met toegevoegde additieven dezelfde functie vervullen van zuurstof- of koolstofdioxide of UV stralen - migratiestopper.
Elk van deze barrièrelagen kan zowel een actieve als een passieve barrière
<EMI ID=4.1>
Bij een actieve barrière daarentegen gaat het secundaire materiaal reageren met een bepaalde stof en aldus schadelijke en/of ongewenste stoffen op deze manier vasthouden in de wand, zodat deze niet verder kunnen ontsnappen of binnendringen.
Figuur 9 toont een variante van de preform waarbij deze een bodem 30 vertoont waarin genoemde tussenlaag 2 een afbuiging 29 vertoont naar genoemde bodem toe en zich verder uitstrekt doorheen het vrije uiteinde 31 hiervan. Dit is in ,groter detailaanzicht weergegeven in figuur 10.
Deze laatste uitvoeringsvorm is bijzonder aangewezen ingeval genoemde barrièrelaag 2 eerder naar de buitenzijde van de preformwand gericht is zoals in figuur 9 weergegeven.
Een niet beperkend voorbeeld van samenstelling van genoemde barrièrelaag bestaat in nylon�, meer bepaald P.A. (polyamide) 6.6. Een ander voorbeeld van samenstelling voor genoemde tussenlaag bestaat in EVOH, of zelfs een ander polymeer.
Preform for blow molding a container and method for it
manufacture thereof
The present invention relates to a preform for blow molding a container comprising a neck enclosing a pouring opening, a hull-forming area adjoining it and a bottom-forming area at the opposite end, the preform wall having a multi-layered structure which is located along the longitudinal axis of the preform extends, wherein said preform is composed of a primary material and a secondary material, respectively, wherein both outer layers are formed by said primary material and the inner layer which forms a core layer between the two surface layers is composed of said secondary material.
Multilayer preforms of the aforementioned type are known. Thus, according to EPB-0 376 469, a preform is known in which the foot-forming part is constructed as a structure with five layers.
Furthermore, EP 0 380 215 discloses a preform also comprising a core as above which forms a so-called barrier layer. This one . However, it is composed of a material with a high manufacturing price, as a result of which it must be as thin as possible, which in certain cases constitutes an unacceptable restriction
The above-mentioned barrier layer aims to counteract the migration of unwanted gas particles through the preform wall, both from the inside to the outside and from the outside to the inside.
The problem is in particular that the container is intended to contain a certain product, the intention being that this product retains its characteristics and properties as much as possible and thereby remains as stable as possible over time.
The object of this invention is to provide a preform of the above-mentioned type with which the barrier effect of the core layer is optimized as a barrier layer, whereby the migration of gas particles in both directions, i.e. both from the inside to the outside and from the outside to the inside, is facilitated. opposed.
This object is achieved by solving the above problem by proposing a preform according to the invention as defined in the main claim 1. Thanks to the special positioning of the core or secondary layer in the preform wall, it is achieved that the inner surface layer of primary material is thicker . This offers the possibility of allowing a larger amount of active ingredients to come into contact with the product to be received in the container. The essential advantage that is achieved with this is that any possible migration of undesired components through the preform wall would be counteracted and this in both directions, this is both from the outside towards the interior of the container and vice versa.
This advantage is of first rank since the product contained in the container hereby preserves its characteristics and properties in an excellent manner and is therefore not subject to a degradation with time as a result of undesired interactions with the outside world or even of internal origin.
According to a further embodiment of the preform according to the invention, at least the internally directed primary layer is composed of said primary plastic material and a predetermined amount of additives. Thanks to the presence of additives, any migrating components from outside the container are connected to the interior thereof and thus neutralized, so that said components cannot reach the product contained in the container.
Conversely, the additives in the primary layer ensure that adverse components for the product contained in the container are equally bonded so that these internal components cannot also cause a degradation of the product contained in the container.
According to a specific embodiment of the preform according to the invention, said primary layer contains additives with a neutralizing effect on external radiation, in particular UV radiation. This offers an advantage for products such as milk that degrade mainly under the influence of light, in particular the vitamins that are present in the milk.
According to a still further embodiment of the preform according to the invention, the primary layer comprises additives with a neutralizing effect on undesired gas formation, in particular oxygen, which comes from a degradation of the filler of the container and which together with the filler in the container, in particular in a space on top of the filling level of the container where no filling material of the beverage type is present, for example. Thus, oxidation of a beverage packaged in the container can be avoided.
According to a still further embodiment of the preform according to the invention, the primary internally directed layer comprises additives with a neutralizing effect on adverse reagents originating from the container itself and which arise in the basic plastic material, in particular PET, during the making of the preform in the injection molding machine, in particular acetaldehyde. Thanks to this measure, the migration of acetaldehyde components from the wall of the bottle to the product contained in the bottle is counteracted, whereby the change in taste of said product in the container can be avoided.
According to a preferred embodiment of the preform according to the invention, said secondary layer is formed by a passive barrier, wherein secondary material from which the secondary layer is made is at least less permeable, and preferably impermeable to a possibly migrating substance such as oxygen, carbon dioxide, ed Thanks to the presence of such a barrier layer, said potentially migrating components are prevented and thus prevented from migrating through the wall of the container. The barrier effect of said barrier layer is bidirectional on the understanding that the penetration of undesired components such as oxygen e.g. the container is counteracted if the container contains products which, under the influence of said gaseous components, would oxidize or break down, spoil or undergo a quality reduction.
Conversely, said barrier layer also prevents any desired gaseous components of the product contained in the container from migrating through the wall thereof from the inside to the outside, such as water or beverages enriched with extra oxygen carbon dioxide, such as a soft drink or beer, for example.
According to a further additional embodiment of the preform, said secondary material of the core layer has an affinity with said undesirable substances which is such that the secondary material starts to react therewith and thus will retain the undesirable substances in the wall itself of the container so that the undesired components do not can further escape or penetrate the interior of the container.
According to a specific embodiment of the preform according to the invention
<EMI ID = 1.1>
is different from the primary layers.
According to an even more specific embodiment of the preform according to the invention, said secondary intermediate layer further comprises additives with the same function of migration stopper of both unwanted gas components and radiation.
According to a particularly preferred embodiment of the preform according to the invention, it is composed of primary material with between 88 and 95% by weight on the one hand and secondary material with substantially 5 to 12% by weight on the other hand.
The present invention also relates to a method for manufacturing a preform as defined in the main method claim.
Further details and features of the invention are defined in the further sub-claims.
Further details are further elucidated in the following in some exemplary embodiments of the invention with reference to the accompanying drawings.
Figure 1 is the schematic representation of a transverse section substantially along a center plane of a preform according to the invention. Figure 2 is a partial view of a preform according to the invention shown in Figure 1. Figure 3 is a detailed view of a part of the wall of the preform according to the invention shown in Figures 1 and 2. Figure 4 is a further detailed view of a further part of the preform according to the invention shown in Figures 1 and 2. Figure 5 is a schematic representation of the functional operation of an essential part of the preform according to the invention. Figure 6 is a schematic further representation of a further functional operation of an essential part of the preform according to the invention.
Figure 7 is an analog functional representation as in the previous figure of a further embodiment of the preform according to the invention. Figure 8 is a comparative representation analogous to the previous figure. Figures 9 to 11 represent a variant of the preform according to the invention according to analogue representations as in Figures 1, 3 and 4 respectively.
In general, this invention relates to preforms made of plastic material that essentially consist of a neck portion that forms the spout, the actual wall portion that is intended to be inflated into a container, and a bottom portion that forms the base. The neck portion 10 of the preform encloses a pouring opening 11 on one side and passes over to said body portion 20 of the preform in a neck ring 12. The foot 30 of the preform has an injection point 31 of the preform along which primary and secondary material, respectively, in a injection mold provided for this purpose, which is not suggested
<EMI ID = 2.1>
The proposed preform is essentially three-layered. This special specific three-layer structure is an essential characteristic. Thus, the layer 1 which faces the exterior of the preform is made from said primary material, more particularly from the same material as the layer 3 directed towards the interior of the preform. There is an intermediate layer between the two aforementioned layers 1, 3. 2 which forms a core layer and is made from a secondary material. It is essential here that the central surface of the intermediate layer 2 is directed outwards with respect to the central surface of the wall of the preform.
Referring to the transverse section shown in Figure 1, the foregoing amounts to an outwardly directed shift of the axis of said intermediate layer 2 towards the outer surface of the preform, the intermediate layer 2 thus being located in this half of the preform wall which is externally located with respect to its centerline.
This special structure is represented on a larger scale in Figure 2, where it is well expressed that the said intermediate layer 2 faces the outer surface of the preform.
A detailed representation of a fragment of the preform wall is shown in Figure 3.
Said primary plastic material is preferably polyethylene terephthalate or PET. The primary material can furthermore also be formed by plastic material to which additives 4 have been added as represented in figures 5, 6. An example of additives used here is vitamins.
The primary material may also be composed of a mixture of recyclate and additives.
More in particular, additives can be added in said primary plastic material which binds the unwanted oxygen that will migrate from outside the bottle, so that it cannot reach the product in the bottle.
This additive can also ensure that the oxygen contained in the bottle together with the beverage, i.h.b. in a space at the top of the filling level of the drink, is bound so that it cannot cause oxidation either.
It is also possible to add an additive that keeps UV rays out of the bottle, because products such as milk, and especially the vitamins in the milk, degrade mainly under the influence of light.
Another additive is a substance that binds acetaldehyde or AA. AA is a substance that originates in PET during the preform in the injection molding machine. When AA migrates from the wall of the bottle to the product in the bottle, this can cause a change in taste, especially with carbon dioxide-containing water.
The foregoing demonstrates the essential character of the appropriate location of the secondary layer in the preform. After all, when the secondary layer is facing the outside of the preform, this means that the layer of PET where additives are present is thicker. This allows, when additives are present in the primary PET, to have more active ingredients in contact with the product. For example, more oxygen can be bound from the bottle as shown in Figures 7 and 8.
The secondary material in the preform that forms the intermediate layer is, for example, a barrier layer intended to retain oxygen that would migrate through the wall of the bottle. The penetration of oxygen into the bottle must be avoided if the bottle contains products that will oxidize or break down, spoil or decrease in quality under the influence of oxygen, such as fruit juice or milk, for example. as shown in Figure 5.
This oxygen barrier layer is also important when the bottle contains water to which extra oxygen has been added. In this case, the layer prevents the oxygen from migrating through the wall from the inside to the outside and the water from losing quality.
A barrier layer as shown in Figure 6 is intended to retain carbon dioxide that would migrate through the wall of the bottle from the inside to the outside. The loss of carbon dioxide in the bottle should be avoided when it
<EMI ID = 3.1>
In this case a reduction in the quality of the drink.
The barrier layer forms approximately 5 to 12% of the preform weight, depending on the application.
Furthermore, a barrier with PET or another plastic layer with added additives can fulfill the same function of oxygen or carbon dioxide or UV rays - migration stopper.
Each of these barrier layers can have both an active and a passive barrier
<EMI ID = 4.1>
With an active barrier, on the other hand, the secondary material reacts with a certain substance and thus retains harmful and / or undesirable substances in the wall in this way, so that they cannot escape or penetrate further.
Figure 9 shows a variant of the preform in which it has a bottom 30 in which said intermediate layer 2 shows a deflection 29 towards said bottom and further extends through the free end 31 thereof. This is shown in a larger detail view in Figure 10.
This latter embodiment is particularly appropriate if said barrier layer 2 is directed towards the outside of the preform wall as shown in Figure 9.
A non-limiting example of composition of said barrier layer exists in nylon &, more specifically, P.A. (polyamide) 6.6. Another example of composition for said intermediate layer exists in EVOH, or even another polymer.