BE1015990A3 - APPARATUS FOR MONITORING bed-ridden persons. - Google Patents

APPARATUS FOR MONITORING bed-ridden persons. Download PDF

Info

Publication number
BE1015990A3
BE1015990A3 BE2004/0204A BE200400204A BE1015990A3 BE 1015990 A3 BE1015990 A3 BE 1015990A3 BE 2004/0204 A BE2004/0204 A BE 2004/0204A BE 200400204 A BE200400204 A BE 200400204A BE 1015990 A3 BE1015990 A3 BE 1015990A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
diaper
measuring
transmitting antenna
patient
resonance label
Prior art date
Application number
BE2004/0204A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Vandenplas Guillaume
Desmet Ken
Original Assignee
Bf Engineering
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bf Engineering filed Critical Bf Engineering
Priority to BE2004/0204A priority Critical patent/BE1015990A3/en
Priority to EP05447083A priority patent/EP1589509A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1015990A3 publication Critical patent/BE1015990A3/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B21/00Alarms responsive to a single specified undesired or abnormal condition and not otherwise provided for
    • G08B21/18Status alarms
    • G08B21/22Status alarms responsive to presence or absence of persons
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B21/00Alarms responsive to a single specified undesired or abnormal condition and not otherwise provided for
    • G08B21/18Status alarms
    • G08B21/20Status alarms responsive to moisture

Landscapes

  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Measuring And Recording Apparatus For Diagnosis (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het monitoren van bedlegerige personen, omvattende een op het bedmatras aanbrengbaar matvormig inlegelement, voorzien van aansluitingen voor communicatie met een gegevensverzamelaar en stroomtoevoer, welk inlegelement middelen bevat om de beweging en het urineverlies van de persoon te meten , en wordt gekenmerkt doordat het inlegelement temperatuurssensoren bevat en dat de middelen om het urineverlies te meten een zendantenne omvatten, welke zendantenne via radiogolven kan communiceren met een resonantielabel, dat zich in de luier van de te monitoren persoon bevindt, in direct contact met de absorberende laag van de luier.The invention relates to a device for monitoring bedridden persons, comprising a mat-shaped insertion element which can be applied to the bed mattress, provided with connections for communication with a data collector and power supply, which insertion element comprises means for measuring the movement and the urine loss of the person, and characterized in that the insertion element comprises temperature sensors and that the means for measuring urine loss comprise a transmitting antenna, which transmitting antenna can communicate via radio waves with a resonance label which is located in the diaper of the person to be monitored, in direct contact with the absorbent layer of the diaper.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Inrichting   veer   het   monitoren   van bedlegerige personen 
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het monitoren van bedlegerige personen, omvattende een op het bedmatras aanbrengbaar matvormig inlegelement, voorzien van aansluitingen voor communicatie met een gegevensverzamelaar en stroomvoorziening, welk inlegelement middelen bevat om de beweging en het urineverlies van de persoon te meten. 



   De vergrijzing van de maatschappij brengt een aanzienlijk aantal uitdagingen met zich mee. De toenemende vraag naar zorg voor de steeds groter wordende groep ouderen, tezamen met het groeiend tekort aan beroepsmatige en sociale omkadering (vereenzaming bijvoorbeeld) vraagt om nieuwe oplossingen m. b.t. deze zorg. Kwaliteitseisen zullen hierbij hoog moeten gesteld worden, en dit voor een scherpe kostprijs. Ten aanzien van de kwaliteit dienen bijvoorbeeld het recht op privacy, het recht op een zo goed mogelijke nachtrust, die niet onderbroken wordt door toezichtmaatregelen van verplegend en/of verzorgend personeel, en het recht op een verwaarloosbare impact door technische ingrepen en/of technische apparaten gewaarborgd te worden. 



   Bejaarden worden doorgaans opgenomen in bejaardeninrichtingen wanneer wordt vastgesteld dat zij in onvoldoende mate voor zichzelf kunnen zorgen, en/of dat het sociale kader ontbreekt om de zorg en de veiligheid in de thuissituatie te waarborgen.Een niet onaanzienlijk percentage van deze bejaarden lijdt ook aan urinaire en in mindere mate aan fecale incontinentie. Het ontrukken van bejaarden aan hun vertrouwde omgeving heeft daarbij doorgaans een negatieve uitwerking op hun psychische toestand. Er is derhalve behoefte aan monitoring systemen die zorg en toezicht op afstand toelaten. Bij bejaarden treedt naast een afname van hun fysieke mogelijkheden in veel gevallen dus ook een ongecontroleerd urineverlies op. Om de gevolgen van deze incontinentie te verhelpen worden 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 bejaarden dikwijls voorzien van luiers.

   In de verzorgingsinrichting wordt doorgaans tenminste driemaal per nacht een controle uitgeoefend door het verplegend nachtpersoneel. Bij incontinente personen dient dan tevens de luier op verzadiging te worden gecontroleerd of is de controle van de luier een middel om deze controles bij het nachtpersoneel af te dwingen. Doorgaans wordt, voor wat betreft de luierverzadigingscontrole, de verkleuring bekeken van een aan de onderzijde van de luier aangebrachte kleurstrip, welke verkleurt bij urineverzadiging.Deze controles betekenen een grote belasting, zowel voor het personeel, als voor de patiënt die immers tenminste driemaal per nacht wordt gestoord in zijn nachtrust. In instellingen is dus behoefte aan monitoring systemen die zorg op afstand toelaten. 



   Bekende inrichtingen voor het monitoren van bedlegerige personen zijn doorgaans gebaseerd op een eigen actie van de bejaarde of patiënt. Deze dient, wanneer hij/zij in nood verkeert bijvoorbeeld een alarminstallatie in werking te stellen. De ervaring leert dat een dergelijke op zich eenvoudige handeling dikwijls uitblijft omdat de patiënt of bejaarde in verwarring verkeert als gevolg van de ontstane noodsituatie. Zo gebeurt het frequent dat een gevallen bejaarde urenlang op de grond blijft liggen na een val zonder dat een alarmsignaal wordt gegeven en zonder dat het slachtoffer enig letsel opliep. De bekende systemen zijn dus onbetrouwbaar. 



   Er zijn derhalve systemen ontwikkeld die gebaseerd zijn op de generatie van een automatisch signaal wanneer de patiënt bijvoorbeeld uit bed gevallen is of zich anderszins in een noodsituatie bevindt. 



   Een dergelijke inrichting is beschreven in US 5144284. 



  In US 5144284 wordt een in een bed van een patiënt aanbrengbaar matvormig inlegelement beschreven, welk inlegelement middelen bevat om de beweging en het urineverlies van de persoon te meten. Het inlegelement heeft een vochtondoordringbare laag, waarboven zich vochtdetectoren bevinden om urineverlies te meten. Onder de vochtondoordringbare laag bevat het inlegelement druksensoren, die kunnen vaststellen of de patiënt zich al dan niet in bed bevindt. De vocht- en druksensoren genereren elektrische signalen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 die naar een computer en/of alarminstallatie kunnen worden geleid. 



   Het nadeel van de bekende inrichting is dat het urineverlies weliswaar op afstand kan worden gedetecteerd, bijvoorbeeld door verplegend personeel, maar dat dit urineverlies noodzakelijkerwijs het bed bevuilt. Het verzorgend personeel is dus genoodzaakt het bed te verschonen wat een grote verstoring van de nachtrust van de patiënt betekent, en de werkdruk van het personeel gevoelig verhoogt. Bovendien is het monitoren van het urineverlies beperkt tot het verlies dat is opgetreden in bed. Heeft de patiënt het bed verlaten om één of andere reden, dan is de bekende inrichting niet in staat eventueel urineverlies te detecteren.

   Een verder nadeel van de bekende inrichting is dat het doorgaans niet mogelijk is onderscheid te maken tussen een toestand waarbij de patiënt het bed daadwerkelijk heeft verlaten, en een toestand waarbij de druk door andere redenen is verminderd, bijvoorbeeld omdat de patiënt rechtop in bed is gaan zitten. Er is derhalve behoefte aan een gevoeliger meting van de beweging van de patiënt dan de drukmetingen van de bekende inrichting. 



   De inrichting volgens de uitvinding beoogt door middel van een aantal metingen en door combinatie van de gemeten gegevens nieuwe informatie over de patiënt te genereren, die tot hiertoe niet kon worden gegenereerd. 



   De inrichting voor het monitoren van bedlegerige personen heeft daartoe het kenmerk dat het inlegelement temperatuurssensoren bevat en dat de middelen om het urineverlies te meten een zendantenne omvatten, welke zendantenne via radiogolven kan communiceren met een resonantielabel, dat zich in de luier van de te monitoren persoon bevindt, in direct contact met de absorberende laag van de luier. 



   Verrassenderwijs is gebleken dat door het gezamenlijk meten van druk en temperatuur van de patiënt een duidelijk en quasi onmiddellijk onderscheid kan worden gemaakt tussen een in-bed positie van de patiënt en de uit-bed toestand. Een verder voordeel is dat op afstand snel 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 kan worden onderscheiden of de patiënt is overleden, of aan het overlijden is. Dit is met de bestaande inrichting niet mogelijk. De middelen om het urineverlies te meten volgens de uitvinding laten toe het urineverlies ook in de uit-bed toestand te meten.

   Doordat de zendantenne en het resonantielabel slechts over een bepaalde, instelbare afstand met elkaar kunnen communiceren, wordt het tevens mogelijk, in het geval de patiënt het bed heeft verlaten, te bepalen hoever de patiënt zich van zijn bed bevindt, bijvoorbeeld of hij/zij zich nog in zijn/haar kamer bevindt, of de gang is opgegaan. 



   De inrichting volgens de uitvinding voor het monitoren van de toestand van een patiënt is gebaseerd op het genereren van een elektrisch en/of elektronisch signaal van tenminste één van de meetmiddelen telkens de status van de meetvariabele (druk, temperatuur en/of verzadigingsgraad van de luier) overeenkomend met het betreffende meetmiddel een gegeven hoeveelheid afwijkt van een ingestelde startwaarde. 



  Het elektrisch en/of elektronische signaal kan vervolgens op bekende wijze worden doorgegeven aan een alarminstallatie. Ook is het mogelijk het elektrisch en/of elektronische signaal doorlopend te meten en door te geven aan één of meerdere, met tenminste één van de meetmiddelen verbonden gegevensverzamelaars, bijvoorbeeld een personal computer en/of een grotere, centraal opgestelde computer. Eventueel kunnen ook draagbare monitoren worden gebruikt. De doorgegeven signalen kunnen vervolgens op bekende wijze worden verwerkt, bijvoorbeeld door elektronische opslag en/of door middel van printers, en dergelijke. Om de signalen te kunnen doorgeven is het inlegelement volgens de uitvinding voorzien van aansluitingen. 



  Geschikte aansluitingen zijn alle de vakman bekende aansluitingen voor bovenvermeld doel. Ook zijn aansluitingen voorzien voor energievoorziening voor de meetmiddelen, bijvoorbeeld voor elektrische stroom. 



   Het in een bed of bijvoorbeeld op een stoel aan te brengen inlegelement volgens de uitvinding bevat middelen om de beweging van de patiënt te meten. Geschikte middelen voor dit doel bestaan uit een reeks in het matvormig inlegelement aangebrachte druksensoren. Een dergelijke druksensor bestaat bijvoorbeeld uit een meerlagige structuur waarbij 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 een elektrisch niet-geleidende, relatief dikke en elastisch vervormbare binnenlaag is aangebracht tussen twee vochtondoorlatende buitenlagen, die aan hun binnenzijden (de zijden in contact met de binnenlaag) elektrisch geleidend zijn gemaakt, bijvoorbeeld door hierop geleidende inkt aan te brengen. Ook is het mogelijk een niet-geleidend schuim, zoals bijvoorbeeld polyurethaanschuim aan te brengen tussen twee elektrisch geleidende strips. 



  Wanneer een patiënt zich niet in bed bevindt worden de twee geleidende binnenzijden (of strips) uit elkaar gehouden door de elektrisch niet-geleidende binnenlaag. Door bijvoorbeeld de weerstand en/of de capaciteit te meten van een elektrisch circuit waarin beide binnenzijden en de binnenlaag zijn opgenomen kan worden bepaald of de patiënt al of niet in bed aanwezig is. Bij aanwezigheid van de patiënt worden de binnenzijden (of de strips) door zijn/haar gewicht op elkaar gedrukt waardoor het circuit wordt 'kortgesloten', en een aanwezigheidssignaal wordt afgegeven. Bij verlaten van het bed worden de binnenzijden (of de strips) uit elkaar gedrukt door de elastische veerkracht van de binnenlaag en wordt het circuit onderbroken.

   Andere geschikte druksensoren bestaan uit dunwandige flexibele buisjes waarin een vloeistof is opgesloten, die aan één zijde van het buisje in verbinding staat met een manometer. 



   Het inlegelement volgens de uitvinding bevat tevens middelen om de temperatuur van de patiënt te meten. Geschikte middelen voor dit doel bestaan uit een reeks in het matvormig inlegelement aangebrachte temperatuursensoren. Een dergelijke temperatuursensor bestaat bijvoorbeeld uit twee aan elkaar gehechte strips van een warmtegeleidend materiaal, bij voorkeur metaal, waarbij de materialen een verschillende uitzettingscoëfficiënt bezitten (bimetaal). Bij verwarming zetten de strips in verschillende mate uit waardoor het geheel kromtrekt. Deze vervorming wordt omgezet in een elektrisch signaal.

   Ook is het mogelijk een temperatuursensor te gebruiken van het type zoals gebruikt in elektronische lichaamsthermometers
Het inlegelement volgens de uitvinding kan in een bed worden gelegd op het matras ter hoogte van bijvoorbeeld de schouder en/of 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 het bekken. Een bijkomend voordeel van het inlegelement volgens de uitvinding is dat de positie op het bed met een grote mate van vrijheid kan worden gekozen. Zo kan bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de specifieke toestand en houding van de patiënt. Omdat de middelen voor de druk- en temperatuurmeting, en de meetmiddelen voor de luierverzadiging zijn ontkoppeld hoeft het meetmiddel voor de druk bijvoorbeeld zich niet noodzakelijkerwijs te bevinden ter hoogte van het bekken. Een geschikte afmeting van het inlegelement ten opzichte van de lengteas van het bed bedraagt ongeveer een halve meter.

   Het inlegelement kan zich volgens de uitvinding uitstrekken over slechts een gedeelte van de breedte van het bed, bij voorkeur is dit de gehele breedte van het bed. Het inlegelement kan zijn voorzien van middelen om het aan het bed en/of matras te bevestigen. Dit kunnen bijvoorbeeld aan het inlegelement verbonden elastische banden of riemen zijn die rond het matras kunnen worden aangebracht aan de hoeken of die onder het matras kunnen doorlopen. Het inlegelement volgens de uitvinding is bij voorkeur tenminste opgebouwd uit een boven- en een onderlaag van een flexibel materiaal, waartussen zich tenminste één druksensor, één temperatuursensor, en een zendantenne bevindt. Geschikte flexibele materialen zijn kunststoffolies, of bijvoorbeeld rubber.

   Het heeft voordelen doorzichtige kunststoffolies te gebruiken, omdat de inwendige onderdelen van het inlegelement, zoals bijvoorbeeld de bedrading van de verschillende meetsensoren en/of de zendantenne, in dat geval gemakkelijk visueel kunnen worden geïnspecteerd. Ook heeft het voordelen kunststoffolies te gebruiken die goed zijn bestand tegen vocht, detergent, en antiseptische middelen, en die niet scheuren en/of gemakkelijk kreuken ten gevolge van bewegingen van de patiënt. 



   De sensoren zijn op bekende wijze verankerd aan de boven- en onderlaag, bijvoorbeeld door lijmen, stikken, lassen, enz. De bedrading van de meetsensoren en van de zendantenne verlaten het inlegelement bij voorkeur via de laterale zijde ten opzichte van de lengteas van het bed, zodat deze onmiddellijk onder het matras kan worden weggestoken. 



  Zo wordt de patiënt niet gehinderd en de bedrading goed beschermd. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



   Bij voorkeur wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het inlegelement bestaat uit tenminste een boven- en een onderlaag, en daartussen tenminste één tussenlaag van een warmte-isolerend materiaal, en dat de temperatuurssensoren zich tussen de boven- en tussenlaag bevinden. 



   Hierdoor wordt bereikt dat de responstijd van de temperatuursmeting wordt verkort, waardoor bij ongewenste temperatuursvariaties van de patiënt snel kan worden ingegrepen. Bovendien wordt door deze voorkeursuitvoering bereikt dat ook kleine temperatuursvariaties in de nabijheid van de patiënt kunnen worden gedetecteerd, bijvoorbeeld in het geval de patiënt al dan niet gedeeltelijk onbedekt komt te liggen. Ook deze relatief ongewenste toestand van de patiënt kan op deze wijze op afstand kenbaar worden gemaakt aan het verzorgend personeel. 



   Geschikte warmte-isolerende materialen zijn bijvoorbeeld kunststoffolies met een reflecterende coating, waarbij de reflecterende coating naar de zijde van de patiënt dient te wijzen, en/of metaalfolies, zoals bijvoorbeeld aluminiumfolies, en/of meerlagige folies, opgebouwd uit tenminste één laag kunststoffolie en tenminste één laag metaalfolie. In dergelijke gevallen is de laag die zich het meest aan de zijde van de patiënt bevindt tijdens normaal gebruik een metaalfolie. 



   De inrichting volgens de uitvinding heeft bij voorkeur het kenmerk dat de boven- en onderlaag langs verschillende contourlijnen aan elkaar zijn bevestigd zodat van elkaar gescheiden compartimenten ontstaan waarbinnen zich onderscheidenlijk van elkaar de middelen om beweging, urineverlies en temperatuur van de persoon te meten bevinden. 



   Hierdoor kan ongewenste interferentie en/of onderlinge beïnvloeding tussen de signalen uitgestuurd door de middelen om beweging, urineverlies en temperatuur te meten, en eventuele hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld de warmte-isolerende folie worden verminderd en/of voorkomen. 



   Het bevestigen van de boven- en onderlaag kan op bekende wijze gebeuren door bijvoorbeeld stikken, lijmen, en/of lassen. Indien 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 kunststoffolies worden gebruikt voor boven- en onderlaag worden deze bij voorkeur aan elkaar gelast. De onderlinge bevestiging van boven- en onderlaag langs de contourlijnen strekt zich uit over een geschikte breedte. Op deze wijze ontstaan bevestigingsnaden met deze geschikte breedte. 



   Bij voorkeur bevatten de bevestigingsnaden van het matvormig inlegelement volgens de uitvinding verluchtingsopeningen die zich uitstrekken over de gehele dikte van het inlegelement. 



   Hierdoor wordt een groter comfort bereikt voor de patiënt. Door de verbeterde uitwisseling van lucht en vocht, zoals bijvoorbeeld zweetvocht, tussen het bedmatras en de patiënt ter hoogte van het inlegelement, wordt de kans op doorligwonden, welke veelvuldig voorkomen bij bedlegerige personen, verkleind. 



   Het inlegelement volgens de uitvinding bevat tevens middelen om het urineverlies van de patiënt te meten. Deze middelen omvatten volgens de uitvinding een zendantenne, welke zendantenne via radiogolven kan communiceren met een resonantielabel, dat zich in de luier van de te monitoren persoon bevindt, in direct contact met de absorberende laag van de luier. 



   Dergelijke middelen zijn op zich bekend en worden gebruikt om diefstal in winkels en dergelijke te voorkomen. Een gedetailleerde beschrijving van deze antidiefstal resonantielabels wordt bijvoorbeeld gegeven in US3707711. De inhoud van US3707711 wordt hierbij uitdrukkelijk in deze beschrijvingsinleiding opgenomen. De werking van resonantielabels is als volgt. Een energetisch signaal in enige vorm wordt door een zendantenne uitgestuurd naar het resonantielabel. Dit signaal wordt vervolgens 'verwerkt' door het label, en vervolgens in gewijzigde vorm weer uitgestuurd naar een ontvanger met ontvangstantenne. Het label wordt derhalve ondervraagd door de zendantenne en stuurt, afhankelijk van de specifieke omstandigheden waarin het label zich bevindt, een antwoordsignaal uit naar de ontvanger.

   Het bekende antidiefstal systeem ondervraagt bij de uitgang van de winkel resonantielabels die zich op een door de klant meegenomen product bevinden. Indien deze labels niet zijn geïnactiveerd door een 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 kassamedewerker (dus niet zijn betaald) geeft het label bij ondervraging een antwoordsignaal terug aan de ontvangstantenne waarna een alarm afgaat. 



   Resonantielabels zijn inmiddels reeds meer dan tien jaar geleden op grote schaal geïntroduceerd en gemakkelijk verkrijgbaar, bijvoorbeeld bij de firma All-Tag Security in België. Voor de uitvinding geschikte resonantielabels (ook wel transponders genoemd) zijn doorgaans   verkrijgbaar in twee soorten : passievelabels en actieve labels. Passieve labels   bezitten zelf geen energievoorziening maar verkrijgen deze van zender en/of ontvanger. Actieve labels hebben een autonome energievoorziening. De inrichting volgens de uitvinding maakt bij voorkeur gebruik van passieve labels omdat dergelijke labels klein zijn, gemakkelijk aanbrengbaar op bijvoorbeeld een luier, bovendien een theoretisch oneindige levensduur bezitten en goedkoop zijn. Geschikte passieve resonantielabels bevatten tenminste een antenne, en bijvoorbeeld een capacitief element en een microchip.

   De antenne is in staat elektromagnetische straling, bijvoorbeeld radiogolven, afkomstig van een zendantenne (emitter) op te nemen. Het capacitief element slaat deze energie op en gebruikt deze vervolgens om een antwoordsignaal uit te zenden in de vorm van een elektromagnetische straling, bijvoorbeeld radiogolven. 



  Eventuele informatie die zich in de microchip bevindt kan ook worden uitgezonden, bijvoorbeeld door het inkomende signaal te moduleren en vervolgens het gemoduleerd signaal uit te zenden. Het is tevens mogelijk dat zendfunctie (emitter) en ontvangfunctie (receiver) in één antenne-eenheid worden verenigd. De ontvanger is doorgaans dusdanig geconstrueerd dat deze in staat is het relatief zwakke signaal afkomstig van het resonantielabel te lezen en verder te verwerken. 



   De zendantenne van de inrichting volgens de uitvinding kan elke in combinatie met resonantielabels gebruikelijke zendantenne zijn. 



  Gebruikelijke zendfrequenties variëren van bijvoorbeeld 100 kHz tot meerdere GHz, onder andere afhankelijk van het gewenste bereik. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk een zendantenne-resonantielabel combinatie te kiezen in het lage frequentiegebied van 100 tot 500 kHz indien het gewenst is te signaleren of een patiënt zich ver van zijn/haar bed heeft verwijderd. In gevallen dat dit niet 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 wenselijk is - bijvoorbeeld bij patiënten die nog thuis wonen - kan juist gekozen worden voor het hoge frequentiegebied. 



   Geschikte zendantennes zijn in vele vormen beschikbaar. Geschikte zendantennes zijn bijvoorbeeld verkrijgbaar in de vorm van een doosje van enkele cm doorsnede. Deze kunnen eenvoudig worden aangebracht op het bed van de patiënt of elders in de kamer, bijvoorbeeld aan een deurstijl. Ook is het mogelijk de zendantenne op te nemen in het matvormig inlegelement. Ook is het mogelijk draadvormige zendantennes te gebruiken. 



   De inrichting volgens de uitvinding wordt bij voorkeur gekenmerkt doordat de zendantenne de vorm heeft van een lus welke zich althans in hoofdzaak langs de omtrek van het inlegelement bevindt. 



   Hierdoor wordt de antenne geïntegreerd met de andere meetsensoren, en ondervindt de patiënt geen hinder van de zendantenne. Bovendien is de plaats van de zendantenne goed gedefinieerd ten opzichte van de andere meetsensoren, zodat alle geïntegreerde informatie goed kan worden geïnterpreteerd. 



   In werking zend de zendantenne op gezette tijden, bijvoorbeeld om de tien minuten, een radiosignaal uit naar het resonantielabel dat zich in de luier van de patiënt bevindt, in direct contact met de vochtabsorberende laag van de luier. In het geval van een droge luier zal het resonantielabel een antwoordsignaal terugsturen naar de ontvanger, die deze toestand vervolgens opslaat en/of doorgeeft aan de gegevensverzamelaar dat de toestand geen verdere actie vereist. In het geval het resonantielabel in contact komt met urine wordt het label geïnactiveerd en zal geen antwoordsignaal worden gestuurd, wat door de ontvanger wordt geïnterpreteerd als een verzadigingstoestand van de luier. Ook is het mogelijk een resonantielabel te gebruiken dat specifieke informatie over de toestand kan doorzenden naar de ontvanger.

   In het geval de ontvanger een verzadigingstoestand detecteert zal een signaal voor het ondernemen van actie, zoals bijvoorbeeld het vervangen van een luier, worden doorgegeven via de gegevensverzamelaar. Om te spoedige vervanging van luiers te vermijden 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 wordt bij voorkeur, na dat een eerste verzadigingstoestand is gedetecteerd, het resonantielabel een aantal malen achter elkaar, bij voorbeeld om de twee minuten, ondervraagd. Pas nadat een ingesteld aantal malen, bijvoorbeeld 5 maal, de verzadigingstoestand wordt gedetecteerd wordt het signaal voor actie gegeven. 



   Doorgaans zijn luiers opgebouwd uit een vochtondoorlatende buitenlaag van een geschikte kunststof waarin een sterk vochtabsorberende tussenlaag is opgenomen. Dikwijls bevat de luier ook nog een binnenlaag van een poreuze niet vochtopnemende kunststof, die direct contact heeft met de huid en zorgt voor extra comfort. Voor een goede werking van de inrichting volgens de uitvinding dient het resonantielabel direct contact te maken met de vochtabsorberende laag van de luier. Dit kan bijvoorbeeld worden verzekerd door het label aan te brengen aan de binnenzijde van de luier ter hoogte van het kruis, hetzij direct op de huid, hetzij tussen de absorberende laag en de optionele poreuze binnenlaag, hetzij in de absorberende laag zelf. 



   Bij voorkeur wordt het resonantielabel losmaakbaar aangebracht op de achterzijde van de luier van de persoon ter hoogte van het sacrum. 



   Hierdoor wordt bereikt dat slechts bij nagenoeg volledige verzadiging van de luier de verzadigingstoestand wordt gedetecteerd. Bovendien is het resonantielabel zo eenvoudig aan te brengen en te verwijderen. Tevens dienen geen speciale luiers te worden gebruikt. Om direct contact met de vochtabsorberende laag te verzekeren wordt, voordat het label wordt aangebracht een deel van de buitenlaag van de luier verwijderd ter plaatse van de voorkeurspositie van het label. 



   De inrichting voor het monitoren van bedlegerige personen volgens de uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van volgende figuren, zonder echter hiertoe beperkt te zijn. 



   Schets 1 toont een schematische dwarsdoorsnede van een inrichting volgens de uitvinding aangebracht op een matras ; 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 
Schets 2 toont een schematisch bovenaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding aangebracht op een matras ;
Schets 3 toont het matvormig inlegelement van een inrichting volgens de uitvinding in gespreide toestand;
Schets 4 toont de onderlaag van het inlegelement van een inrichting volgens de uitvinding in gespreide toestand;
Schets 5 toont een schematisch bovenaanzicht van een druksensor volgens de uitvinding aangebracht op de onderlaag van het inlegelement;
Schets 6 toont een schematisch zijaanzicht van een inlegelement volgens de uitvinding;
Schets 7 toont een schematisch bovenaanzicht van een inlegelement volgens de uitvinding;

  
Schets 8 toont schematisch een luier in gespreide toestand met resonantielabel volgens de uitvinding;
Schets 9 tenslotte toont een zijaanzicht van een op een luier aangebracht resonantielabel volgens de uitvinding. 



   In schets 1 is in dwarsdoorsnede een matras M weergegeven waarop een matvormig inlegelement (D, D1, D2) is aangebracht. 



  Het matvormig inlegelement heeft een patiëntzijde D welke zich in transversale richting over nagenoeg de volledige breedte van matras M uitstrekt en zich in normaal gebruik aan de bovenkant van matras M bevindt. Het matvormig inlegelement heeft twee zijdes D1 die zich in hoofdzaak uitstrekken over de zijkanten van matras M, en twee ondersteken D2, welke onder matras M worden gestopt en waartussen een elastische fixator V1 is aangebracht. 



  Fixator V1 zorgt voor voldoende spankracht om het inlegelement (D, D1, D2) voldoende strak op matras M te kunnen aanbrengen zodat het wordt gestabiliseerd tegen schuifkrachten. Ter verdere bescherming van het inlegelement (D, D1, D2) wordt bij voorkeur een overtrek Dd over het matvormig inlegelement gespannen met behulp van elastische fixator V2. De 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 overtrek Dd kan bijvoorbeeld bestaan uit licht vocht resorbeerbaar weefsel (sponsgoed) en biedt tevens comfort aan de patiënt. 



   Zoals aangegeven in Schets 2 bevindt het matvormig inlegelement zich met de patiëntzijde D naar boven gericht bij voorkeur ter hoogte van de bekkenzone van de patiënt, waarbij comfortlaag Dd zich in de longitudinale richting van het matras M (of het bed) aan beide zijden verder uitstrekt dan inlegelement D. In schets 2 is het hoofdeinde aangeduid met H, het voeteneinde met V. 



   Het matvormig inlegelement (D, D1, D2) heeft een meetzone D aan de patiëntzijde, twee zijkanten D1, en twee ondersteken D2, welke zijn voorzien van aanhechtingsopeningen voor elastische fixator V1. 



  Meetzone D is voorzien van verschillende meetsensoren voor het monitoren van de beweging, het urineverlies en de temperatuurschommelingen van de patiënt. Volgens de uitvinding bevat het inlegelement in de meetzone D een aantal meetsensoren F voor het monitoren van de beweging van de patiënt. 



  Tenminste ter hoogte van meetzone D en beide zijkanten D1, is het inlegelement voorzien van een dragende grondlaag E, welke bij voorbeeld bestaat uit een grofmazig, grofdradig geplastificeerd weefsel. Dergelijke grondlagen worden veelvuldig gebruikt als onderlaag in tapijten. Op grondlaag E zijn op verschillende posities ronde openingen F aangebracht ter plaatse waarvan druksensoren F2 worden bevestigd. Vanaf posities F worden aansluitmiddelen Fa, b,c,d voorzien voor communicatie met een gegevensverzamelaar. De aansluitmiddelen Fa, b,c,d voor de druksensoren F2 bestaat uit conventionele elektrische bedrading. Posities F kunnen naar wens worden gekozen verspreid over de meetzone D. Ook het aantal posities F voor druksensoren F2 is vrij te kiezen, waarbij een compromis wordt gezocht tussen kostprijs en gewenste nauwkeurigheid van de bewegingsmeting.

   Het heeft voordelen de dichtheid van de posities F te verhogen aan de uitstapzijde van het bed. Posities F zijn in deze voorkeursuitvoeringsvorm dus asymmetrisch opgesteld ten opzichte van de longitudinale middellijn van het bed (of het matras M). Het inlegelement zoals weergegeven in schets 4 heeft dan 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 bijvoorbeeld meer posities F aan de rechterzijde dan aan de linkerzijde, vooropgesteld dat de rechterzijde overeenstemt met de uitstapzijde van het bed. 



   Druksensoren F2 zijn volgens de uitvinding ter hoogte van posities F aangebracht op nagenoeg cirkelvormige plaatjes F1 uit een harde kunststof. Plaatjes F1 worden op de grondlaag E bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een kleefstof. De bedrading Fa, b,c,d voor de druksensoren F2 bestaan elk uit een relatief stijve lasstrook F3, dat via een kleine opening in plaatje F1 in verbinding staat met elektrische bedrading F4. 



  Plaatje F1 beschermt de lasverbinding F3 tegen vervorming en lasbreuk. 



  Bovendien verhoogt plaatje F1 de gevoeligheid van druksensor F2. 



   Het inlegelement volgens de uitvinding omvat verder een meerlagige structuur (1,2,3,4) welke wordt aangebracht op grondlaag E met een geschikte kleefstof. De meerlagige structuur bestaat in hoofdzaak uit een tussenlaag 2 van een warmte-isolerend materiaal, bijvoorbeeld een metaalfolie welke aan boven- en onderzijde is voorzien van één of meerdere bovenlagen 3 en/of 4, en een onderlaag 1. De onder- en bovenlagen bestaan bij voorkeur uit een doorzichtige kunststof. De metaalfolie is bij voorkeur een aluminiumfolie met een blinkende en een matte zijde, waarbij de blinkende zijde is gericht naar de patiëntzijde, dus naar boven in schets 6. Op de metaalfolie bevinden zich op de in schets 7 aangegeven meetposities temperatuursensoren 6. Deze zijn op dezelfde wijze aangebracht op de onderliggende structuur als de druksensoren, namelijk via een plaatje 5 uit een harde kunststof.

   Op de in figuren 6 en 7 aangegeven plaatsen 7 is de meerlagige structuur onderbroken, waardoor verluchting kan optreden via de openingen in de grofmazige grondlaag E. Deze verluchting komt het comfort van de patiënt ten goede. Bovenlaag 4 sluit de gehele structuur tussen de luchtdoorlatende contouren 7 hermetisch en vochtdicht af. 



   Zoals in schets 7 is weergegeven wordt het totale oppervlak gevormd door de reflecterende metaalfolie 2 door de verluchtingsopeningen 7 in een aantal gedeeltes (2, a, b) verdeeld. De 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 gestippelde gedeeltes 2 waarin de posities voor de temperatuursensoren 6 worden gekozen definiëren zones waar de reflecterende metaalfolie 2 werkzaam is als warmte-isolerende laag. Door de aanwezigheid van de metaalfolie 2 zal de door het lichaam afgegeven warmte althans in grote mate niet kunnen doordringen in het matras. Door het matras te isoleren van de warmte van het lichaam zullen de temperatuursensoren 6 kleine schommelingen in temperatuur onmiddellijk registreren. Door deze hoge gevoeligheid wordt het mogelijk direct actie te ondernemen bij kleine veranderingen in temperatuur.

   Ook wordt het mogelijk de aard en herkomst van temperatuurschommelingen beter vast te stellen. 



   Gedeelte a van de metaalfolie is de zendantenne van de middelen om het urineverlies te meten. Gedeelte b is hiervan de ontvangstantenne. Beide antennes zijn verbonden met een gegevensverzamelaar, en zijn in staat via radiogolven te communiceren met een in een luier, zoals getoond in figuren 8 en 9, aangebracht resonantielabel T. Zendantenne a bevindt zich bij voorkeur in de nabijheid van de omtreksrand van het inlegelement, zodat het werkingsgebied van de meetmiddelen voor het urineverlies zo groot mogelijk is. Hoewel het mogelijk is de zend- en de ontvangstantenne te integreren in één enkel metaalfolie gedeelte heeft het voordelen twee separate antennes a en b te voorzien. In dat geval namelijk is verrassenderwijs gebleken dat nagenoeg geen signaalstoring optreedt door de aanwezigheid van de metaalfolie gedeeltes 2. 



   In werking zend de zendantenne a een radiosignaal uit naar de transponder (of resonantielabel) T. Resonantielabel T bestaat uit een op papier aangebracht aluminiumcircuit dat reageert met een frequentie van 8. 2 MHz (met een afwijking van 5%), verkrijgbaar bij de firma All Tag te België. 



  Resonantielabel T bevindt zich in de luier van de patiënt, bij voorkeur ter hoogte van de zijde B van de luier aan de stuitzijde van de patiënt. 



  Resonantielabel T wordt bij voorkeur aangebracht aan de buitenzijde van de luier (de in schets 8 zichtbare zijde), om te snelle reactie na slechts gedeeltelijke luierverzadiging te vermijden. De luier is in doorsnede 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 opgebouwd uit een vochtabsorberende laag welke zich tussen de patiëntzijde
P en de buitenkant van de luier bevindt. De buitenkant van de luier bestaat uit een vochtondoorlatend membraan. In het buitenmembraan van de luier wordt aan de stuitzijde een in hoofdzaak cirkelvormige opening aangebracht, waartegen het resonantielabel T wordt aangebracht, met de actieve zijde naar de vochtabsorberende laag gericht. Doordat een opening is aangebracht in het buitenmembraan staat de actieve zijde van het resonantielabel in rechtstreeks contact met de vochtabsorberende laag.

   Wanneer deze laag verzadigd is met urine zal in de actieve zijde van het resonantielabel welke gevormd wordt door het op het substraat van het label geprinte elektronisch circuit, een kortsluiting optreden. Ten gevolge hiervan wordt het uitzenden van het radiosignaal door het resonantielabel naar de ontvangstantenne onderbroken. Deze toestand wordt doorgegeven naar de gegevensverzamelaar via de ontvangstantenne. 



  Eens het resonantielabel weer droog is hervat het label het uitzenden van zijn specifieke code. 



   Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk waar te nemen of reeds volledige verzadiging van de luier is opgetreden. Inderdaad, als nog geen volledige verzadiging van de luier is opgetreden dan zal het resonantielabel door vochtophoping ter plekke van het label gedurende een bepaalde periode worden kortgesloten. Door het grote vochtabsorberende vermogen van het luiermateriaal zal dit vocht echter bij onvolledige verzadiging van de luier worden weggezogen naar de droge gedeeltes van het vochtabsorberend materiaal van de luier, zodat het label opnieuw gaat uitzenden. Bij toenemende verzadiging zullen de periodes van uitzenden en niet-uitzenden elkaar steeds sneller gaan opvolgen naarmate het volledige verzadigingsniveau nadert. Door de meetsignalen te verzamelen kan dit proces worden gevolgd. 



   Het moge duidelijk zijn dat het inlegelement en de inrichting volgens de uitvinding het mogelijk maken informatie met betrekking tot beweging, urineverlies en temperatuurschommelingen van de patiënt te registreren en na opslag te analyseren, en op deze wijze inzicht te verkrijgen 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 in de toestand van de patiënt, welk inzicht uitstijgt boven wat tot nu toe mogelijk was.



    <Desc / Clms Page number 1>
 



   Device for monitoring bedridden people
The invention relates to a device for monitoring bedridden persons, comprising a mat-shaped insertion element which can be applied to the bed mattress, provided with connections for communication with a data collector and power supply, which insertion element comprises means for measuring the movement and the urine loss of the person.



   The aging of society presents a considerable number of challenges. The increasing demand for care for the ever-growing group of elderly people, together with the growing shortage of occupational and social frameworks (isolation, for example) requires new solutions m. B.t. this concern. Quality requirements will have to be set high, and this for a competitive cost price. With regard to quality, for example, the right to privacy, the right to the best possible night's rest, which is not interrupted by supervision measures of nursing and / or care staff, and the right to a negligible impact by technical interventions and / or technical devices. to be guaranteed.



   The elderly are generally admitted to institutions for the elderly when it is determined that they are insufficiently able to take care of themselves and / or that there is no social framework to guarantee care and safety in the home situation. A not inconsiderable percentage of these elderly people also suffers from urinary and to a lesser extent faecal incontinence. Removing the elderly from their familiar environment usually has a negative effect on their psychological state. There is therefore a need for monitoring systems that allow remote care and supervision. In many cases, in addition to a decrease in their physical capabilities, elderly people also experience an uncontrolled loss of urine. To remedy the consequences of this incontinence

  <Desc / Clms Page number 2>

 provide the elderly with diapers.

   In the care facility a check is usually performed at least three times a night by the nursing night staff. In the case of incontinent persons, the diaper should also be checked for satiety or the diaper check is a means of enforcing these checks on the night staff. As far as the diaper saturation check is concerned, the discolouration of a color strip applied to the underside of the diaper, which discolors in the case of urine saturation, is usually considered. is disturbed in his sleep. In institutions, therefore, there is a need for monitoring systems that allow remote care.



   Known establishments for monitoring bedridden persons are generally based on their own action by the elderly person or patient. For example, if he / she is in need, he / she must activate an alarm system. Experience shows that such a simple act is often absent because the patient or elderly person is confused as a result of the emergency situation that has arisen. For example, it often happens that a fallen elderly person remains lying on the ground for hours after a fall without giving an alarm and without causing any injury to the victim. The known systems are therefore unreliable.



   Systems have therefore been developed that are based on the generation of an automatic signal when, for example, the patient has fallen out of bed or is otherwise in an emergency situation.



   Such a device is described in US 5144284.



  US 5144284 describes a mat-shaped insert that can be placed in a bed of a patient, which insert comprises means for measuring the movement and the urine loss of the person. The insert has a moisture-impermeable layer, above which there are moisture detectors to measure urine loss. Below the moisture-impermeable layer, the insert contains pressure sensors which can determine whether or not the patient is in bed. The moisture and pressure sensors generate electrical signals

  <Desc / Clms Page number 3>

 that can be routed to a computer and / or alarm system.



   The drawback of the known device is that although the urine loss can be detected remotely, for example by nursing staff, this urine loss necessarily contaminates the bed. The caregiving staff is therefore forced to change the bed, which means a major disruption to the patient's night's rest and significantly increases the workload of the staff. In addition, monitoring of urine loss is limited to the loss that has occurred in bed. If the patient has left the bed for some reason, the known device is unable to detect any loss of urine.

   A further drawback of the known device is that it is generally not possible to distinguish between a state where the patient has actually left the bed, and a state where the pressure has been reduced for other reasons, for example because the patient has gone to bed upright to sit. There is therefore a need for a more sensitive measurement of the movement of the patient than the pressure measurements of the known device.



   The device according to the invention aims to generate new information about the patient by means of a number of measurements and by combining the measured data, which previously could not be generated.



   To this end, the device for monitoring bedridden persons is characterized in that the insert element comprises temperature sensors and that the means for measuring the urine loss comprise a transmitting antenna, which transmitting antenna can communicate via radio waves with a resonance label which is located in the diaper of the person to be monitored is in direct contact with the absorbent layer of the diaper.



   Surprisingly, it has been found that by jointly measuring the pressure and temperature of the patient, a clear and almost immediate distinction can be made between an in-bed position of the patient and the out-of-bed condition. A further advantage is that remotely quickly

  <Desc / Clms Page number 4>

 it can be distinguished whether the patient has died or is dying. This is not possible with the existing layout. The means for measuring the urine loss according to the invention make it possible to also measure the urine loss in the out-of-bed state.

   Because the transmitting antenna and the resonance label can only communicate with each other over a certain, adjustable distance, it also becomes possible, in case the patient has left the bed, to determine how far the patient is from his bed, for example whether he / she is is still in his / her room, or the corridor has gone up.



   The device according to the invention for monitoring the condition of a patient is based on the generation of an electrical and / or electronic signal from at least one of the measuring means in each case the status of the measuring variable (pressure, temperature and / or degree of saturation of the diaper ) corresponding to the respective measuring means, a given amount deviates from a set starting value.



  The electrical and / or electronic signal can then be passed on to an alarm system in a known manner. It is also possible to continuously measure the electrical and / or electronic signal and to pass it on to one or more data collectors connected to at least one of the measuring means, for example a personal computer and / or a larger, centrally located computer. Portable monitors can also be used if required. The transmitted signals can then be processed in known manner, for example by electronic storage and / or by means of printers, and the like. In order to be able to transmit the signals, the insert element according to the invention is provided with connections.



  Suitable connections are all connections known to those skilled in the art for the above-mentioned purpose. Connections are also provided for energy supply for the measuring means, for example for electric current.



   The insert element according to the invention to be arranged in a bed or for instance on a chair comprises means for measuring the movement of the patient. Suitable means for this purpose consist of a series of pressure sensors arranged in the mat-shaped insert element. Such a pressure sensor consists of, for example, a multi-layered structure where

  <Desc / Clms Page number 5>

 an electrically non-conductive, relatively thick and elastically deformable inner layer is arranged between two moisture-impermeable outer layers, which are made electrically conductive on their inner sides (the sides in contact with the inner layer), for example by applying conductive ink thereon. It is also possible to arrange a non-conductive foam, such as for example polyurethane foam, between two electrically conductive strips.



  When a patient is not in bed, the two conductive inner sides (or strips) are kept apart by the electrically non-conductive inner layer. For example, by measuring the resistance and / or capacitance of an electrical circuit in which both inner sides and the inner layer are included, it can be determined whether or not the patient is present in bed. In the presence of the patient, the inner sides (or the strips) are pressed together by his / her weight, so that the circuit is 'short-circuited' and a presence signal is emitted. Upon leaving the bed, the inner sides (or the strips) are pressed apart by the elastic resilience of the inner layer and the circuit is interrupted.

   Other suitable pressure sensors consist of thin-walled flexible tubes in which a liquid is enclosed, which is connected to a manometer on one side of the tube.



   The insert element according to the invention also comprises means for measuring the temperature of the patient. Suitable means for this purpose consist of a series of temperature sensors arranged in the mat-shaped insert. Such a temperature sensor consists, for example, of two strips of a heat-conducting material, preferably metal, bonded to each other, the materials having a different coefficient of expansion (bimetallic). When heated, the strips expand to varying degrees, causing the whole to warp. This distortion is converted into an electrical signal.

   It is also possible to use a temperature sensor of the type used in electronic body thermometers
The insert element according to the invention can be laid in a bed on the mattress at the height of, for example, the shoulder and / or

  <Desc / Clms Page number 6>

 the pelvis. An additional advantage of the insert element according to the invention is that the position on the bed can be chosen with a large degree of freedom. For example, the specific condition and attitude of the patient can be taken into account. Because the means for measuring pressure and temperature, and the measuring means for diaper saturation, have been disconnected, for example, the pressure measuring means need not necessarily be at the level of the pelvis. A suitable dimension of the insert element with respect to the longitudinal axis of the bed is approximately half a meter.

   According to the invention, the insert element can extend over only a part of the width of the bed, preferably this is the entire width of the bed. The insert element can be provided with means for attaching it to the bed and / or mattress. These can be, for example, elastic bands or belts connected to the insertion element which can be arranged around the mattress at the corners or which can extend under the mattress. The insert element according to the invention is preferably constructed at least from an upper and a lower layer of a flexible material, between which there is at least one pressure sensor, one temperature sensor, and a transmitting antenna. Suitable flexible materials are plastic foils, or for example rubber.

   It is advantageous to use transparent plastic films, since in that case the internal parts of the insert, such as for example the wiring of the different measuring sensors and / or the transmitting antenna, can easily be visually inspected. It is also advantageous to use plastic films that are resistant to moisture, detergent, and antiseptics, and which do not tear and / or easily wrinkle due to patient movements.



   The sensors are anchored to the top and bottom layers in a known manner, for example by gluing, stitching, welding, etc. The wiring of the measuring sensors and of the transmitting antenna preferably leave the insertion element via the lateral side with respect to the longitudinal axis of the bed. , so that it can be put away immediately under the mattress.



  This way the patient is not bothered and the wiring is well protected.

  <Desc / Clms Page number 7>

 



   The device according to the invention is preferably characterized in that the insert element consists of at least an upper and a lower layer, and between them at least one intermediate layer of a heat-insulating material, and that the temperature sensors are located between the upper and intermediate layers.



   This achieves that the response time of the temperature measurement is shortened, so that rapid action can be taken in the event of undesired temperature variations of the patient. Moreover, it is achieved by this preferred embodiment that even small temperature variations in the vicinity of the patient can be detected, for example in the case that the patient becomes partially or completely uncovered. This relatively undesired condition of the patient can also be made known remotely in this way to the care staff.



   Suitable heat-insulating materials are, for example, plastic films with a reflective coating, the reflective coating having to face the patient's side, and / or metal foils, such as for example aluminum foils, and / or multilayer foils made up of at least one layer of plastic foil and at least one layer of metal foil. In such cases, the layer that is closest to the patient's side during normal use is a metal foil.



   The device according to the invention is preferably characterized in that the top and bottom layers are attached to each other along different contour lines so that compartments are separated from each other, within which the means for measuring movement, loss of urine and temperature of the person are situated, respectively.



   As a result, undesired interference and / or mutual influence between the signals sent by the means for measuring movement, urine loss and temperature, and any aids such as, for example, the heat-insulating film, can be reduced and / or prevented.



   The fixing of the upper and lower layer can be done in known manner by, for example, stitching, gluing, and / or welding. If

  <Desc / Clms Page number 8>

 plastic films are used for top and bottom layers, they are preferably welded together. The mutual attachment of top and bottom layer along the contour lines extends over a suitable width. In this way fastening seams with this suitable width are created.



   The fixing seams of the mat-shaped insert according to the invention preferably comprise ventilation openings which extend over the entire thickness of the insert.



   This results in greater comfort for the patient. The improved exchange of air and moisture, such as, for example, perspiration, between the bed mattress and the patient at the level of the insert element, reduces the risk of bedsores, which often occur with bedridden people.



   The insert element according to the invention also comprises means for measuring the urine loss of the patient. According to the invention, these means comprise a transmitting antenna, which transmitting antenna can communicate via radio waves with a resonance label which is located in the diaper of the person to be monitored, in direct contact with the absorbent layer of the diaper.



   Such means are known per se and are used to prevent theft in shops and the like. A detailed description of these anti-theft resonance labels is given, for example, in US3707711. The content of US3707711 is hereby expressly included in this description introduction. The operation of resonance labels is as follows. An energetic signal in any form is sent by a transmitting antenna to the resonance label. This signal is then 'processed' by the label, and then sent again in modified form to a receiver with receiving antenna. The tag is therefore interrogated by the transmitting antenna and, depending on the specific circumstances in which the tag is located, sends a reply signal to the receiver.

   The known anti-theft system interrogates resonance labels at the outlet of the store which are located on a product taken by the customer. If these labels are not inactivated by a

  <Desc / Clms Page number 9>

 cashier (not paid) gives the label a reply signal to the receiving antenna upon interrogation, after which an alarm is triggered.



   Resonance labels have been introduced on a large scale more than ten years ago and are easily available, for example at the All-Tag Security company in Belgium. Resonance labels suitable for the invention (also referred to as transponders) are generally available in two types: passion labels and active labels. Passive labels do not themselves have an energy supply but receive it from the sender and / or receiver. Active labels have an autonomous energy supply. The device according to the invention preferably uses passive labels because such labels are small, can be easily applied to, for example, a diaper, moreover have a theoretically infinite service life and are inexpensive. Suitable passive resonance labels comprise at least one antenna, and for example a capacitive element and a microchip.

   The antenna is capable of recording electromagnetic radiation, for example radio waves, from a transmitting antenna (emitter). The capacitive element stores this energy and then uses it to send a response signal in the form of an electromagnetic radiation, for example radio waves.



  Any information contained in the microchip can also be transmitted, for example by modulating the incoming signal and subsequently transmitting the modulated signal. It is also possible that the send function (emitter) and receive function (receiver) are combined in one antenna unit. The receiver is generally constructed in such a way that it is able to read and further process the relatively weak signal from the resonance label.



   The transmitting antenna of the device according to the invention can be any transmitting antenna customary in combination with resonance labels.



  Typical transmission frequencies vary from, for example, 100 kHz to several GHz, depending on, among other things, the desired range. For example, it is possible to select a transmitting antenna resonance label combination in the low frequency range of 100 to 500 kHz if it is desired to signal whether a patient has moved far away from his / her bed. In cases that this is not

  <Desc / Clms Page number 10>

 it is desirable - for example, for patients still living at home - that the high-frequency range can be chosen.



   Suitable transmitting antennas are available in many forms. Suitable transmitting antennas are, for example, available in the form of a box of a few cm in diameter. These can be easily applied to the patient's bed or elsewhere in the room, for example on a door post. It is also possible to receive the transmitting antenna in the mat-shaped insert element. It is also possible to use wire-shaped transmitting antennas.



   The device according to the invention is preferably characterized in that the transmitting antenna is in the form of a loop which is located at least substantially along the circumference of the insert element.



   The antenna is hereby integrated with the other measurement sensors, and the patient is not disturbed by the transmitting antenna. Moreover, the location of the transmitting antenna is well defined with respect to the other measurement sensors, so that all integrated information can be interpreted properly.



   In operation, the transmitting antenna emits a radio signal at regular intervals, for example every ten minutes, to the resonance label located in the diaper of the patient, in direct contact with the moisture-absorbing layer of the diaper. In the case of a dry diaper, the resonance label will send a response signal back to the receiver, which then stores this state and / or notifies the data collector that the state requires no further action. In the event that the resonance label comes in contact with urine, the label is inactivated and no response signal will be sent, which is interpreted by the receiver as a state of saturation of the diaper. It is also possible to use a resonance label that can transmit specific information about the condition to the receiver.

   In the event that the receiver detects a saturation state, a signal for taking action, such as, for example, changing a diaper, will be passed through the data collector. To avoid early changing of diapers

  <Desc / Clms Page number 11>

 preferably, after a first saturation state is detected, the resonance label is interrogated a number of times in succession, for example every two minutes. Only after a set number of times, for example 5 times, the saturation state is detected, the signal for action is given.



   Diapers are generally constructed from a moisture-impermeable outer layer of a suitable plastic in which a highly moisture-absorbing intermediate layer is included. Often the diaper also contains an inner layer of a porous non-moisture-absorbing plastic, which has direct contact with the skin and provides extra comfort. For a proper operation of the device according to the invention, the resonance label must make direct contact with the moisture-absorbing layer of the diaper. This can be ensured, for example, by applying the label to the inside of the diaper at the level of the crotch, either directly on the skin, or between the absorbent layer and the optional porous inner layer, or in the absorbent layer itself.



   Preferably, the resonance label is releasably applied to the back of the person's diaper at the level of the sacrum.



   As a result, the saturation state is only detected when the diaper is almost completely saturated. Moreover, the resonance label is so easy to apply and remove. No special diapers should also be used. To ensure direct contact with the moisture-absorbing layer, before the label is applied, a portion of the outer layer of the diaper is removed at the preferred position of the label.



   The device for monitoring bedridden persons according to the invention will now be further elucidated with reference to the following figures, without, however, being limited thereto.



   Sketch 1 shows a schematic cross-section of a device according to the invention arranged on a mattress;

  <Desc / Clms Page number 12>

 
Sketch 2 shows a schematic top view of a device according to the invention arranged on a mattress;
Sketch 3 shows the mat-shaped insert element of a device according to the invention in the staggered state;
Sketch 4 shows the bottom layer of the insert element of a device according to the invention in the spreaded state;
Sketch 5 shows a schematic top view of a pressure sensor according to the invention applied to the bottom layer of the insert element;
Sketch 6 shows a schematic side view of an insert element according to the invention;
Sketch 7 shows a schematic top view of an insert element according to the invention;

  
Sketch 8 schematically shows a diaper in a spread state with a resonance label according to the invention;
Finally, sketch 9 shows a side view of a resonance label according to the invention applied to a diaper.



   Sketch 1 shows in cross-section a mattress M on which a mat-shaped insert (D, D1, D2) is arranged.



  The mat-shaped insert has a patient side D which extends transversely over almost the full width of mattress M and is in normal use at the top of mattress M. The mat-shaped insert has two sides D1 that extend substantially over the sides of mattress M, and two lower stitches D2, which are tucked under mattress M and between which an elastic fixator V1 is arranged.



  Fixator V1 provides sufficient tension to allow the insert element (D, D1, D2) to be applied tight enough to mattress M so that it is stabilized against shear forces. To further protect the insert element (D, D1, D2), a cover Dd is preferably stretched over the mat-shaped insert element with the aid of elastic fixator V2. The

  <Desc / Clms Page number 13>

 cover Dd may, for example, consist of slightly moisture-absorbable fabric (sponge material) and also offers comfort to the patient.



   As indicated in Sketch 2, the mat-shaped insert element is located with the patient side D facing upwards, preferably at the level of the pelvis zone of the patient, wherein comfort layer Dd extends further on both sides in the longitudinal direction of the mattress M (or the bed) then insert D. In sketch 2 the head end is indicated by H, the foot end by V.



   The mat-shaped insert (D, D1, D2) has a measuring zone D on the patient side, two sides D1, and two lower stitches D2, which are provided with attachment openings for elastic fixator V1.



  Measurement zone D is equipped with various measurement sensors for monitoring movement, urine loss and temperature fluctuations of the patient. According to the invention, the insert element in the measuring zone D comprises a number of measuring sensors F for monitoring the movement of the patient.



  At least at the level of measuring zone D and both sides D1, the insert element is provided with a supporting base layer E, which consists, for example, of a coarse-meshed, coarse-threaded plasticized fabric. Such base layers are frequently used as a base layer in carpets. Round openings F are provided on base layer E at different positions where pressure sensors F2 are attached. From positions F, connecting means Fa, b, c, d are provided for communication with a data collector. The connecting means Fa, b, c, d for the pressure sensors F2 consists of conventional electrical wiring. Positions F can be selected as desired, spread over the measuring zone D. The number of positions F for pressure sensors F2 can also be chosen freely, whereby a compromise is sought between cost price and desired accuracy of the movement measurement.

   It is advantageous to increase the density of the positions F on the exit side of the bed. Positions F in this preferred embodiment are thus arranged asymmetrically with respect to the longitudinal centerline of the bed (or the mattress M). The insert element as shown in sketch 4 then has

  <Desc / Clms Page number 14>

 for example, more positions F on the right-hand side than on the left-hand side, provided that the right-hand side corresponds to the exit side of the bed.



   According to the invention, pressure sensors F2 are arranged at positions F on substantially circular plates F1 of a hard plastic. Plates F1 are attached to the base layer E, for example by means of an adhesive. The wiring Fa, b, c, d for the pressure sensors F2 each consist of a relatively rigid welding strip F3, which is connected to electrical wiring F4 via a small opening in plate F1.



  Plate F1 protects the weld connection F3 against deformation and weld breakage.



  In addition, plate F1 increases the sensitivity of pressure sensor F2.



   The insert element according to the invention further comprises a multi-layered structure (1,2,3,4) which is applied to base layer E with a suitable adhesive. The multilayer structure consists essentially of an intermediate layer 2 of a heat-insulating material, for example a metal foil which is provided on top and bottom with one or more top layers 3 and / or 4, and a bottom layer 1. The bottom and top layers exist preferably from a transparent plastic. The metal foil is preferably an aluminum foil with a shiny and a matt side, the shiny side facing the patient side, that is, upwards in sketch 6. On the metal foil there are temperature sensors 6 at the measuring positions indicated in sketch 7. These are on applied in the same way to the underlying structure as the pressure sensors, namely via a plate 5 of a hard plastic.

   At the locations 7 shown in figures 6 and 7 the multi-layered structure is interrupted, as a result of which aeration can occur via the openings in the coarse-mesh base layer E. This ventilation benefits the comfort of the patient. Top layer 4 hermetically and moisture-tightly closes the entire structure between the air-permeable contours 7.



   As shown in sketch 7, the total surface area formed by the reflective metal foil 2 is divided by the ventilation openings 7 into a number of sections (2, a, b). The

  <Desc / Clms Page number 15>

 dotted sections 2 in which the positions for the temperature sensors 6 are chosen define zones where the reflective metal foil 2 acts as a heat-insulating layer. Due to the presence of the metal foil 2, the heat released by the body will not be able to penetrate the mattress at least to a large extent. By isolating the mattress from the heat of the body, the temperature sensors 6 will immediately detect small fluctuations in temperature. This high sensitivity makes it possible to take immediate action in the event of small changes in temperature.

   It also becomes possible to better determine the nature and origin of temperature fluctuations.



   Part a of the metal foil is the transmitting antenna of the means for measuring the loss of urine. Part b is the receiving antenna for this. Both antennas are connected to a data collector, and are capable of communicating via radio waves with a resonance tag T provided in a diaper, as shown in Figs. 8 and 9. Transmitting antenna a is preferably located in the vicinity of the peripheral edge of the insert element, so that the operating range of the urine loss measuring means is as large as possible. Although it is possible to integrate the transmitting and receiving antenna into a single metal foil section, it is advantageous to provide two separate antennas a and b. Namely, in that case it has surprisingly been found that virtually no signal interference occurs due to the presence of the metal foil sections 2.



   In operation, the transmitting antenna a transmits a radio signal to the transponder (or resonance label) T. Resonance label T consists of an aluminum circuit mounted on paper that responds with a frequency of 8.22 MHz (with a deviation of 5%), available from the company All Tag in Belgium.



  Resonance label T is located in the diaper of the patient, preferably at the level B of the diaper on the butt side of the patient.



  Resonance label T is preferably applied to the outside of the diaper (the side visible in sketch 8), in order to avoid too rapid a reaction after only partial diaper saturation. The diaper is in section

  <Desc / Clms Page number 16>

 built up from a moisture-absorbing layer that is located between the patient side
P and the outside of the diaper. The outside of the diaper consists of a moisture-impermeable membrane. A substantially circular opening is provided in the outer diaphragm of the diaper on the breech side, against which the resonance label T is provided, with the active side facing the moisture-absorbing layer. Because an opening is provided in the outer membrane, the active side of the resonance label is in direct contact with the moisture-absorbing layer.

   When this layer is saturated with urine, a short circuit will occur in the active side of the resonance label which is formed by the electronic circuit printed on the substrate of the label. As a result of this, the resonance label interrupts the transmission of the radio signal to the receiving antenna. This state is passed on to the data collector via the receiving antenna.



  Once the resonance label is dry again, the label resumes broadcasting its specific code.



   For example, it is also possible to observe whether the diaper has already fully saturated. Indeed, if complete saturation of the diaper has not yet occurred, the resonance label will be short-circuited by moisture accumulation at the location of the label for a certain period. Due to the high moisture-absorbing capacity of the diaper material, however, this moisture will be sucked away to the dry parts of the diaper's moisture-absorbing material in the event of incomplete saturation, so that the label will emit again. With increasing saturation, the periods of broadcasting and non-broadcasting will follow each other increasingly faster as the full saturation level approaches. This process can be followed by collecting the measurement signals.



   It will be clear that the insert element and the device according to the invention make it possible to record information regarding movement, urine loss and temperature fluctuations of the patient and to analyze this after storage, and to gain insight in this way

  <Desc / Clms Page number 17>

 in the condition of the patient, which insight surpasses what was possible up to now.


    

Claims (8)

CONCLUSIES 1. Inrichting voor het monitoren van bedlegerige personen, omvattende een op het bedmatras aanbrengbaar matvormig inlegelement, voorzien van aansluitingen voor communicatie met een gegevensverzamelaar en stroomtoevoer, welk inlegelement middelen bevat om de beweging en het urineverlies van de persoon te meten, met het kenmerk, dat het inlegelement temperatuurssensoren bevat en dat de middelen om het urineverlies te meten een zendantenne omvatten, welke zendantenne via radiogolven kan communiceren met een resonantielabel, dat zich in de luier van de te monitoren persoon bevindt, in direct contact met de absorberende laag van de luier. CONCLUSIONS A device for monitoring bedridden persons, comprising a mat-shaped insertion element which can be applied to the bed mattress, provided with connections for communication with a data collector and power supply, which insertion element comprises means for measuring the movement and the urine loss of the person, characterized in that that the insert contains temperature sensors and that the means for measuring the urine loss comprises a transmitting antenna, which transmitting antenna can communicate via radio waves with a resonance label which is located in the diaper of the person to be monitored, in direct contact with the absorbent layer of the diaper . 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inlegelement bestaat uit tenminste een boven- en een onderlaag, en daartussen tenminste één tussenlaag van een warmte-isolerend materiaal, en dat de temperatuurssensoren zich tussen de boven- en tussenlaag bevinden.  Device as claimed in claim 1, characterized in that the insert element consists of at least an upper and a lower layer, and between them at least one intermediate layer of a heat-insulating material, and that the temperature sensors are located between the upper and intermediate layers. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de boven- en onderlaag langs verschillende contourlijnen aan elkaar zijn bevestigd zodat van elkaar gescheiden compartimenten ontstaan waarbinnen zich onderscheidenlijk van elkaar de middelen om beweging, urineverlies en temperatuur van de persoon te meten bevinden.  Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the top and bottom layers are attached to each other along different contour lines so that separate compartments are formed within which the means for measuring movement, loss of urine and temperature of the person are distinguished from each other are located. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bevestigingsnaden verluchtingsopeningen bevatten die zich uitstrekken over de gehele dikte van het matvormig inlegelement.  Device as claimed in claim 3, characterized in that the fixing seams comprise ventilation openings which extend over the entire thickness of the mat-shaped insert element. 5. Inrichting volgens één der conclusies 1 - 4, met het kenmerk, dat de zendantenne de vorm heeft van een lus welke zich althans in hoofdzaak langs de omtrek van het inlegelement bevindt.  Device as claimed in any of the claims 1-4, characterized in that the transmitting antenna has the shape of a loop which is at least substantially along the circumference of the insert element. 6. Inrichting volgens één der conclusies 1 - 5, met het kenmerk, dat het resonantielabel losmaakbaar is aangebracht op de achterzijde van de luier van de persoon ter hoogte van het sacrum.  Device as claimed in any of the claims 1-5, characterized in that the resonance label is releasably arranged on the back of the person's diaper at the level of the sacrum. 7. Het gebruik van een resonantielabel voor het meten van de verzadigingstoestand van een luier, door het resonantielabel aan te brengen op de luier in direct contact met de absorberende laag van de <Desc/Clms Page number 19> luier, en vervolgens het resonantielabel te ondervragen door een op bereiksafstand opgestelde zendantenne.  7. The use of a resonance label for measuring the satiety state of a diaper by applying the resonance label to the diaper in direct contact with the absorbent layer of the diaper  <Desc / Clms Page number 19>  diaper, and then interrogate the resonance label by a transmitting antenna arranged at range distance. 8. Een luier voorzien van een resonantielabel in direct contact met de vochtabsorberende laag.  8. A diaper with a resonance label in direct contact with the moisture-absorbing layer.
BE2004/0204A 2004-04-21 2004-04-21 APPARATUS FOR MONITORING bed-ridden persons. BE1015990A3 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2004/0204A BE1015990A3 (en) 2004-04-21 2004-04-21 APPARATUS FOR MONITORING bed-ridden persons.
EP05447083A EP1589509A1 (en) 2004-04-21 2005-04-20 Device for monitoring bedridden persons

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2004/0204A BE1015990A3 (en) 2004-04-21 2004-04-21 APPARATUS FOR MONITORING bed-ridden persons.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015990A3 true BE1015990A3 (en) 2006-01-10

Family

ID=34943278

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2004/0204A BE1015990A3 (en) 2004-04-21 2004-04-21 APPARATUS FOR MONITORING bed-ridden persons.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1589509A1 (en)
BE (1) BE1015990A3 (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7977529B2 (en) 2004-11-03 2011-07-12 Fred Bergman Healthcare Pty Ltd. Incontinence management system and diaper
WO2007038990A1 (en) * 2005-10-06 2007-04-12 Bf - Engineering Device for monitoring bedridden persons
GB201207427D0 (en) * 2012-04-28 2012-06-13 Godfrey David M Detection of saturation of a pad designed to absorb urine or simliar liquid
CN112837514A (en) * 2020-12-30 2021-05-25 山东沃尔德生物技术有限公司 Home nursing system and nursing method for old people

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3707711A (en) 1970-04-02 1972-12-26 Peter Harold Cole Electronic surveillance system
US4264904A (en) * 1977-11-28 1981-04-28 Mccoy Roy G Fire and absence detection and alarm system for bed occupants
US4633237A (en) * 1984-07-11 1986-12-30 Kenneth A. Tucknott Patient bed alarm system
GB2188462A (en) * 1986-03-25 1987-09-30 Pui Kau Body warmth alerter
US5144284A (en) 1991-05-22 1992-09-01 Hammett Rawlings H Patient-monitoring bed covering device
US5570082A (en) * 1995-10-13 1996-10-29 Mahgerefteh; Nasser Remote wetness sensor for diapers
US5790035A (en) * 1995-08-02 1998-08-04 Ho; Geng Kaung Reusable temperature and wetness alarm device for the diaper

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE226349T1 (en) * 1997-12-22 2002-11-15 Bent Thorning Bensen As METHOD AND DEVICE FOR DETECTING A LIQUID
US6646556B1 (en) * 2000-06-09 2003-11-11 Bed-Check Corporation Apparatus and method for reducing the risk of decubitus ulcers
US6468234B1 (en) * 2000-07-14 2002-10-22 The Board Of Trustees Of The Leland Stanford Junior University SleepSmart
US6603403B2 (en) * 2000-12-12 2003-08-05 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Remote, wetness signaling system
WO2002078513A2 (en) * 2001-03-30 2002-10-10 Augmentech, Inc. Patient incontinence/position monitoring apparatus and method of use thereof
JP2003000553A (en) * 2001-06-25 2003-01-07 Nippon Colin Co Ltd Patient detector
CA2393880A1 (en) * 2002-07-17 2004-01-17 Tactex Controls Inc. Bed occupant monitoring system

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3707711A (en) 1970-04-02 1972-12-26 Peter Harold Cole Electronic surveillance system
US4264904A (en) * 1977-11-28 1981-04-28 Mccoy Roy G Fire and absence detection and alarm system for bed occupants
US4633237A (en) * 1984-07-11 1986-12-30 Kenneth A. Tucknott Patient bed alarm system
GB2188462A (en) * 1986-03-25 1987-09-30 Pui Kau Body warmth alerter
US5144284A (en) 1991-05-22 1992-09-01 Hammett Rawlings H Patient-monitoring bed covering device
US5790035A (en) * 1995-08-02 1998-08-04 Ho; Geng Kaung Reusable temperature and wetness alarm device for the diaper
US5570082A (en) * 1995-10-13 1996-10-29 Mahgerefteh; Nasser Remote wetness sensor for diapers

Also Published As

Publication number Publication date
EP1589509A1 (en) 2005-10-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11331227B2 (en) Apparatus for the detection of moisture
CN109938921B (en) Wireless incontinence detection device
US6774800B2 (en) Patient incontinence monitoring apparatus and method of use thereof
US8471715B2 (en) Disposable diaper with wireless alarm system
US9649230B1 (en) Intelligent incontinence monitor
US8196809B2 (en) System and method for associating an absorbent article with a user
EP3417437B1 (en) Patient movement and incontinence notification devices
US20120165772A1 (en) Moisture detecting module and a receiving unit
US20080106421A1 (en) Infant sleep position monitoring system and method
BE1015990A3 (en) APPARATUS FOR MONITORING bed-ridden persons.
WO2007038990A1 (en) Device for monitoring bedridden persons
JP2011067619A (en) Liquid detection tag and liquid detection device equipped with the same
JP3138808U (en) Diaper urine leak reporting device