<Desc/Clms Page number 1>
INRICHTING VOOR HET AANBRENGEN VAN FIXATIEMIDDEL VOOR
HET CREËREN VAN EEN VLOER-. WAND- OF PLAFONDBEKLEDING De uitvinding betreft een inrichting voor het aanbrengen van fixatiemiddel op de onderzijde van één of meerdere bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd voor het creëren van een vloer-, wand- of plafondbekleding.
Tot op heden worden bedekkingeenheden voor het creëren van vloer-, plafond- of wandbekleding ofwel op chappe (bijv. egalisatiechappe, bestaande vloer, pleistermuur e. d.) ofwel op stabilisé gefixeerd door gebruik te maken van een fixatiemiddel zoals cement en/of lijm. Het aanbrengen van dit fixatiemiddel gebeurt manueel door middel van ofwel een truweel of enig ander handgereedschap, waarbij het fixatiemiddel in hoopjes of bijvoorbeeld in rupsen op de onderzijde van de vloer-, plafond- of wandtegels wordt aangebracht, ofwel bij vloertegels op de stabilisé of chappe, en bij plafond- en wandtegels op het plafond, respectievelijk de wand, bijv. een pleistermuur, wordt aangebracht. Verder kan een spatel gebruikt worden, dit met de bedoeling om het fixatiemiddel in rupsen of slakken op de onderzijde van de vloer-, wand- of plafondtegels uit te strijken.
Een eerste nadeel van deze manier van aanbrengen van fixatiemiddel op de achterkant van vloer- of wandtegels is dat de hoopjes fixatiemiddel één per één op de onderzijde van de tegel worden aangebracht (en eventueel in rupsen worden uitgestreken), waarbij de grootte en de positie van de hoeveelheid lijm of cement steeds varieert.
Een verder nadeel van dergelijke manier is dat wanneer te veel lijm of cement op de onderzijde van de tegel wordt aangebracht, bij het leggen van meerdere tegels naast elkaar met een tussenvoeg de lijm of cement van onder de tegel tussen de voegen kan komen en bijvoorbeeld op de bovenzijde van de tegel terechtkomen, wat bijkomstig opruimwerk teweeg brengt, wat als gevolg kan hebben dat de tegel van positie wordt
<Desc/Clms Page number 2>
veranderd waardoor de zichtbare zijde van de vloer-, wand- of plafondbekleding een onesthetische uitzicht krijgt.
Een derde nadeel is dat men op deze manier geen zekerheid heeft over de draagkracht van de tegel op het aangebrachte fixatiemiddel, en er dus na het positioneren van de tegel ongewenste onzichtbare holle plaatsen aanwezig kunnen zijn op de onderzijde van de tegel waardoor deze eventueel nadien kan barsten wanneer de belasting op de tegel te hoog wordt.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een inrichting voor het aanbrengen van fixatiemiddel op de onderzijde van één of meerdere bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd voor het creëren van een vloer-, wand- of plafondbekleding, waarbij er niet te veel fixatiemiddel wordt aangebracht op de onderzijde van bedekkingeenheden zoals vloer-, plafond- of wandtegels, of op de ondergrond waarop deze worden bevestigd, zodat bij het leggen van meerdere van deze tegels het fixatiemiddel niet van onder de tegels tussen de voegen of op de bovenzijde van de tegels komt, maar ook niet te weinig fixatiemiddel wordt aangebracht zodat er voldoende hechting is tussen de bedekkingeenheden en de ondergrond waarop deze worden bevestigd.
Een verder doel is het voorzien in een inrichting voor het aanbrengen van fixatiemiddel op de onderzijde van bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd die functioneert voor elk type bedekkingeenheid, en waarbij er bij elk type bedekkingeenheid voldoende fixatiemiddel aangebracht wordt.
Deze doelen worden bereikt door te voorzien in een inrichting voor het aanbrengen van fixatiemiddel op de onderzijde van één of meerdere bedekkingeenheden of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd voor het creëren van een vloer-, wand- of plafondbekleding, waarbij de inrichting middelen omvat voor het aanbrengen van één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel op de
<Desc/Clms Page number 3>
onderzijde van de bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd.
Met ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel wordt bedoeld: - ofwel een vaste ingestelde hoeveelheid fixatiemiddel die bepaald wordt door de constructeur van de inrichting bij de constructie ervan; - ofwel een vooraf te bepalen ingestelde hoeveelheid fixatiemiddel door de gebruiker van de inrichting.
Door het voorzien van dergelijke inrichting kan de nodige hoeveelheid fixatiemiddel die moet aangebracht worden op een correcte manier ingesteld worden, en dit voor elk type van bedekkingeenheid.
In een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding, zijn de genoemde middelen voorzien zijn om één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel aan te brengen volgens een bepaalde positie ten opzichte van elkaar en op een vooraf bepaalde plaats tegenover de bedekkingeenheid op de onderzijde van de één of meerdere bedekkingeenheden en/of de genoemde ondergrond.
In een eerste voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding zijn de middelen voorzien om de één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel aan te brengen met een continue toevoer van afgescheiden hoeveelheden fixatiemiddel per één of meerdere bedekkingeenheden.
Genoemde middelen omvatten daarbij bij voorkeur een pompinrichting en één of meerdere al dan niet afsluitbare slangen, en zijn voorzien zijn om het fixatiemiddel in deze slangen aan te zuigen en ingestelde hoeveelheden uit één of meerdere van deze slangen te persen.
De pompinrichting is bij voorkeur opgebouwd uit één of meerdere pompsystemen, omvattende een centrale as waarop één of meerdere armen onder een bepaalde hoek
<Desc/Clms Page number 4>
tegenover elkaar tegenover elkaar bevestigd zijn, waarbij elke arm voorzien is van een drukwiel of-rol om over een respectievelijke slang te rollen en zo één ingestelde hoeveelheid fixatiemiddel op de bedekkingeenheid of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheid wordt gelegd aan te brengen.
In een voorkeurdragende uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding zijn meerdere pompsystemen op dezelfde centrale as bevestigd.
In een voorkeursinrichting volgens de uitvinding wordt het uiteinde van de één of meerdere slangen vastgehouden in een houder die voorzien is van horizontaal verplaatsbare bussen waarin de uiteinden van de slangen worden vastgehouden.
De één of meerdere slangen rusten bij voorkeur op een stijve plaat. Deze stijve plaat kan bij voorkeur geopend en/of verplaatst worden, wat een vlotte reiniging van de inrichting toelaat.
In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding is een voorbereidingsreservoir voorzien voor het maken van fixatiemiddel.
Voor het bepalen van de positie van de één of meerdere bedekkingeenheden gedurende het proces van het aanbrengen van één of meerdere hoeveelheden fixatiemiddel op de onderzijde van deze bedekkingeenheden is bij voorkeur een hefboomsysteem voorzien.
Het hefboomsysteem kan verder voorzien zijn voor het aandrijven van de pompinrichting.
In een tweede voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding zijn genoemde middelen voorzien om in opeenvolgende werkingscycli telkens één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel op de onderzijde van de bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd aan te brengen.
<Desc/Clms Page number 5>
De middelen omvatten daarbij bijvoorbeeld een houder die voorzien is van één of meerdere uitsparingen die voorzien zijn van één of meerdere uitsparingen die voorzien zijn voor het bevestigen van rubber hulzen die gevuld worden met fixatiemiddel en die uitgeperst worden om de één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel aan te brengen op de één of meerdere bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd.
Ten einde de ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel uit te persen, is bij voorkeur een mechanische begrenzing voorzien.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van twee uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding voor het aanbrengen van fixatiemiddel op de onderzijde van één of meerdere bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden bevestigd worden, voor het creëren van een vloer-, wand- ofplafondbekleding.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: - figuur 1 een schematische voorstelling is van een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij met een continue toevoer van afgescheiden hoeveelheden fixatiemiddel per bedekkingeenheid één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel op de onderzijde van één of meerdere bedekkingeenheden of op de ondergrond waarop deze bedekkingeenheden worden bevestigd, wordt aangebracht;
<Desc/Clms Page number 6>
- figuur 2A een dwarsdoorsnede is van meerdere naast elkaar liggende pompsystemen zoals getoond op figuur 1, die op dezelfde centrale as voorzien zijn; - figuur 2B een vooraanzicht is van figuur 2a;
- figuren 3A tot en met 3D een schematische voorstelling is van de stappen die uitgevoerd worden met een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding waarbij genoemde middelen voorzien zijn om in opeenvolgende werkingscycli telkens één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel op de onderzijde van de bedekkingeenheden en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden worden bevestigd aan te brengen; - figuur 4 een eerste manier is waarop meerdere hoeveelheden fixatiemiddel op de onderzijde van een bedekkingeenheid kan worden aangebracht; - figuur 5 een tweede manier is waarop meerdere hoeveelheden fixatiemiddel op de onderzijde van een bedekkingeenheid kan worden aangebracht;
- figuur 6 een manier voorstelt voor het aanbrengen van fixatiemiddel op één of meerdere bedekkingeenheden waarbij minstens één vormvaste drager op de onderzijde van de bedekkingeenheden is voorzien.
De uitvinding betreft een inrichting voor het aanbrengen van fixatiemiddel (onder een niet-vaste vorm, bijv. vloeibare cement of lijm) op de onderzijde van één of meerdere bedekkingeenheden voor het creëren van een vloer-, wand- of plafondbekleding. Deze vloer-, wand- of plafondbekleding kan bestaan uit tegels, plinten, of eender welke andere bedekkingeenheden die op een ondergrond (of achtergrond) kunnen bevestigd worden. De toevoer van het fixatiemiddel kan op een continue of een discontinue manier gebeuren.
Een eerste uitvoeringsvorm (1) van een inrichting volgens de uitvinding, zoals getoond wordt op figuur 1, is een systeem dat voorzien is om de middelen voorzien zijn om de één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) aan te brengen met een continue toevoer van afgescheiden hoeveelheden fixatiemiddel (3a)
<Desc/Clms Page number 7>
per bedekkingeenheid (10), dit voor het creëren van een vloer-, wand- of plafondbekleding.
Deze eerste uitvoeringsvorm (1) bestaat uit een voorraadreservoir (2) waarin reeds klaargemaakt fixatiemiddel (3) wordt gebracht. Ofwel wordt dit fixatiemiddel (3) manueel gemaakt, bijvoorbeeld in een emmer, en wordt deze in het voorraadreservoir (2) gegoten. Ofwel kan daarvoor een voorbereidingsreservoir (4) in de inrichting (1) zelf worden voorzien, zoals wordt voorgesteld op figuur 1. In dit voorbereidingsreservoir (4) is een roerder (5) aanwezig. Voor het maken van het fixatiemiddel (3), zoals bijvoorbeeld cement of tegellijm, worden poeder en water in het voorbereidingsreservoir (4) gebracht, en worden deze gemengd tot een homogene massa wordt verkregen.
Tussen het voorbereidingsreservoir (4) en het voorraadreservoir (2) is een verbinding (6a) met een kraan (6b) voorzien, waarbij de kraan (6b) de toevoer van het klaargemaakte fixatiemiddel (2) al dan niet afsluit naargelang de stand van de kraan (6b).
Op de uitlaat (7) van het reservoir is een flexibele slang (8) bevestigd. Deze flexibele slang (8) rust op een stijve plaat (9), die hier in deze uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gebogen is uitgevoerd. Dat neemt niet weg dat eender welke andere vorm van stijve plaat (9) gebruikt kan worden. Deze gebogen stijve plaat (9) kan eventueel geopend en/of verplaatst worden (in de richting van pijl B), ten einde de flexibele slang (8) na gebruik te kunnen reinigen.
De doorlaat van de slang(en) (8) kan geregeld worden, om het debiet van de toevoer van fixatiemiddel (3) te wijzigen en in te stellen naargelang het type bedekkingeenheid (10), de afstand tussen ondergrond en onderzijde van de bedekkingeenheden (10) bij plaatsing, het aantal gebruikte slangen (8), e.d.
In de uitvoeringsvorm van figuur 1 is dus een regelbare vernauwing (7) voorgesteld om het debiet van de uitstromende hoeveelheid fixatiemiddel (3) uit het voorraadreservoir (2) te regelen. Wanneer één of meerdere slangen (8)
<Desc/Clms Page number 8>
dichtgesnoerd worden, kunnen één of meerdere slangen (8) afgesloten en bijgevolg geëlimineerd worden, waardoor het aantal gebruikte slangen (8) geregeld kan worden.
Om het fixatiemiddel (3) door de flexibele slang (8) tot op de één of meerdere bedekkingeenheden (10) te krij gen, wordt een pomp (11) gebruikt. Deze pomp (11) bestaat uit een centrale as (13) waarop één of meerdere pompsystemen (25) zijn voorzien. Elk pompsysteem (25) bestaat bij voorkeur uit drie armen (14a, 14b, 14c) en per arm één drukwiel of - rol (12a, 12b, 12c). De drukwielen of - rollen (12a, 12b, 12c) van verschillende naast elkaar opgestelde pompsystemen (25) zijn bij voorkeur per arm (14a, 14b, 14c) bevestigd op één en dezelfde tussenas (20a, 20b, 20c). Het fictief centrum van de centrale as (13) valt samen met het fictief centrum van de gebogen stijve plaat (9). Twee armen (14) zijn bij voorkeur met een hoek (A) van 120 tegenover elkaar gepositioneerd.
Dit is echter een voorbeelduitvoering van de uitvinding, wat niet wegneemt dat de hoek (A) tussen de armen (14a, 14b, 14c) en het aantal armen (14a, 14b, 14c) kan variëren. Verder kan de pomp (11) ook voorzien zijn van meerdere centrale assen (13).
Wanneer de pompinrichting (11) opgebouwd is uit meerdere naast elkaar liggende pompsystemen (25), worden ook meerdere flexibele slangen (8) naast elkaar voorzien op de gebogen stijve plaat (9) ten einde meerdere afzonderlijke hoeveelheden fixatiemiddel (3a) op één of meerdere bedekkingeenheden (10) en/of de ondergrond waarop deze bedekkingeenheden (10) worden gelegd, aan te brengen.
Wanneer één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden (10) worden bevestigd, wordt aangebracht, en niet op de onderzijde van de bedekkingeenheden (10), dan kan een vaste of flexibele tussenslang en een houder (niet voorgesteld op de figuur) worden aangebracht, dit vooral wanneer bedekkingeenheden (10) op een wand en plafond worden bevestigd.
<Desc/Clms Page number 9>
Wanneer de armen (14a, 14b, 14c) van een pompsysteem (25) ronddraaien, wordt de respectievelijke flexibele slang (8) platgedrukt tegen de plaat (9). Door het bewegen van de drukwielen of - rollen (12a, 12b, 12c) van een pompsysteem (25) over de flexibele slang (8), wordt in deze flexibele slang (8) een aanzuiging gecreëerd, waardoor het fixatiemiddel (3) vanuit het voorraadreservoir (2) wordt aangezogen.
Op het andere uiteinde van de slang (8) wordt een hoeveelheid fixatiemiddel (3a) uit de slang (8) geperst op de bedekkingeenheid (10) of op de ondergrond waarop deze bedekkingeenheid (10) wordt gelegd. Doordat de lengte van de gebogen stijve plaat (9) groter is dan de hoek (A) tussen twee armen (14) van het pompsysteem (25), is er minstens altijd één drukwiel of-rol (12a, 12b, 12c) op de plaat (9) aanwezig, waardoor er een constante aanzuiging gebeurt, dit natuurlijk wanneer er voldoende fixatiemiddel (3) in het voorraadreservoir (2) aanwezig is.
Tussen de naast elkaar liggende pompsystemen (25) worden ronde flenzen (21) voorzien die de respectievelijke slangen (8) zijdelings op de juiste plaats houden.
Deze ronde flenzen (21) zorgen daarbij voor de overbrenging van de tussenassen (20) waarop de drukwielen of -rollen (12a, 12b, 12c) draaien.
Tussen de tussenassen (20) en de drukwielen-of rollen (12) kan eventueel een flexibele bus (niet voorgesteld op de figuur) gemonteerd worden, welk een verschil door onregelmatigheid of onzuiver fixatiemiddel (3) kan opvangen, zonder de eerste uitvoeringsvorm (1) van de inrichting te beschadigen.
Op figuur 2 is verder getoond hoe de eerste drukwielen of -rollen (12a) de flexibele slangen (8) platdrukken, terwijl de tweede drukwielen of -rollen (12b) de flexibele slangen (8) niet platdrukken.
Het uiteinde (8a) van de één of meerdere flexibele slangen (8) wordt vastgehouden door middel van een houder (15), welke één of meerdere horizontaal verplaatsbare bussen heeft. Deze houder (15) is in deze eerste uitvoeringsvorm (1) van de inrichting zoals voorgesteld op figuur 1 uitgevoerd als een plaat waarin per opening
<Desc/Clms Page number 10>
een bus (17) is aangebracht waarin een slang (8) vertikaal wordt vastgehouden. De bus (17) zelf kan horizontaal verplaatst worden naargelang de gewenste positie voor het aanbrengen van het fixatiemiddel (3). De houder (15) kan echter ook op andere manieren uitgevoerd worden.
De inrichting (1) volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien van een hefboommechanisme (16) om de positie in hoogte van een bedekkingeenheid (10) gedurende het proces van het aanbrengen van één of meerdere hoeveelheden fixatiemiddel (3a) op de bedekkingeenheid (10), dit wanneer het fixatiemiddel op de bedekkingeenheid (10) wordt aangebracht. Dit hefboomsysteem (16) kan manueel pneumatisch, elektrisch, enz. aangedreven worden. Wanneer een hoeveelheid fixatiemiddel (3) op de bedekkingeenheid (10) wordt aangebracht, zal deze bedekkingeenheid (10) in de hoogste positie worden geplaatst waardoor de één of meerdere ingestelde hoeveelheid fixatiemiddel (3a) tegen de één of meerdere bedekkingeenheden (10) worden gedrukt.
Wanneer de bedekkingeenheid zijdelings (10) weggenomen wordt, zal de bedekkingeenheid (10) door het hefboomsysteem (16) reeds in de laagste positie gebracht zijn, waardoor geen vervorming of beschadiging optreedt van de ingestelde aangebrachte hoeveelheden fixatiemiddel (3a).
De aandrijving van de pompinrichting (11) kan ook via het hefboomsysteem (16) gebeuren. Wanneer het fixatiemiddel (3) op de onderzijde van de één of meerdere bedekkingeenheden (10) wordt aangebracht, zijn de stappen in het proces de volgende : - de één of meerdere bedekkingeenheden (10) worden aangevoerd (manueel of automatisch); - de één of meerdere bedekkingeenheden (10) worden naar hoogste positie gebracht ; - pompen van fixatiemiddel (3) en hoeveelheid (hoeveelheden) fixatiemiddel (3a) aanbrengen op de één of meerdere bedekkingeenheden (10), waarbij de één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) tegen de
<Desc/Clms Page number 11>
onderzijde van de één of meerdere bedekkingeenheden (10) wordt geperst, waardoor een betere hechting wordt bekomen; - de één of meerdere bedekkingeenheden (10) worden naar laagste positie gebracht ;
- de één of meerdere bedekkingeenheden (10) worden weggenomen (manueel of automatisch).
Wanneer de één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) op de ondergrond waarop de één of meerdere bedekkingeenheden (10) worden gebracht, dan wordt enkel het fixatiemiddel (3) gepompt en worden de ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) op de ondergrond zelf aangebracht. De andere stappen gebeuren dan niet. Ook hier zal de houder op een zodanige afstand van de ondergrond gehouden worden tijdens het pompen, zodanig dat het fixatiemiddel (3a) geperst wordt tegen de ondergrond.
Een tweede uitvoeringsvorm (100) van een inrichting volgens de uitvinding, zoals getoond wordt op figuren 3A tot en met 3D, is een systeem dat voorzien is om in opeenvolgende werkingscycli telkens één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) op de onderzijde van de bedekkingeenheden (10) en/of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheden (10) worden bevestigd aan te brengen, dit voor het creëren van een vloer-, wand- of plafondbekleding.
In figuren 3A tot 3D wordt een voorbeeld van dergelijke uitvoeringsvorm geïllustreerd.
Zoals getoond wordt op figuur 3A, omvat dergelijk voorbeeldsysteem een plaat (101) waarin uitsparingen (102) voorzien zijn voor het bevestigen van rubberhulzen (103).
Die rubberhulzen (103) worden gevuld met fixatiemiddel (3) en daarna afgestreken met een spatel (104), zodanig dat alle rubberhulzen (103) gevuld zijn met fixatiemiddel (3) (zoals getoond wordt op figuur 3B).
<Desc/Clms Page number 12>
Zoals getoond wordt op figuur 3C, wordt de plaat gedraaid in de richting van de ondergrond waarop de één of meerdere bedekkingeenheden (10) moeten worden aangebracht, en worden de rubberhulzen (103) uitgeduwd zodat de ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) zich op de onderzijde van de bedekkingeenheid (10) of op de ondergrond waarop de bedekkingeenheid (10) wordt gelegd wordt aangebracht. De instelling van de hoeveelheid fixatiemiddel (3a) kan dus enerzijds gebeuren door middel van de grootte van de rubberhulzen (103). Anderzijds kunnen, wanneer rubberhulzen, (103) met constante grootte worden gebruikt, de één of meerdere ingestelde hoeveelheden fixatiemiddel (3a) uitgeperst worden gebruik makend van een mechanische begrenzing (niet voorgesteld op de figuur) die bepaalt hoeveel fixatiemiddel (3a) wordt uitgeperst.
Op deze manier wordt hetzelfde resultaat bekomen als bij de eerste uitvoeringsvorm, maar niet met een continue toevoer van fixatiemiddel (3), en wel met een discontinue toevoer.
Wanneer het fixatiemiddel (3) op de onderzijde van de bedekkingeenheid (10) wordt aangebracht, kan dit op verschillende manieren gebeuren, zo bijvoorbeeld: - zoals getoond wordt op figuur 3 kan het fixatiemiddel (3) op regelmatige afstand in hoopjes (30) nagenoeg met dezelfde hoeveelheid worden aangebracht ; - zoals getoond wordt op figuur 4 kan het fixatiemiddel (3) enerzijds in hoopjes (30) en anderzijds in rupsen (31) of met eender welke vorm of combinatie ervan worden aangebracht.
Het fixatiemiddel (3) kan aangebracht worden op de onderzijde van de bedekkingeenheid (10).
Dit kan echter ook op de ondergrond worden toegepast waarop de bedekkingeenheden (10) worden gelegd, of ook op zowel de bedekkingeenheden (10) als de ondergrond.
<Desc/Clms Page number 13>
De eerste (1) en de tweede uitvoeringsvorm (100) van de inrichting volgens de uitvinding, en zoals hierboven besproken, kan ook gebruikt worden voor het aanbrengen van fixatiemiddel (3) op één of meerdere bedekkingeenheden (10), waarbij minstens één vormvaste drager (202), bijvoorbeeld een in kunststof gespoten kader, op de onderzijde van de bedekkingeenheden (10) is voorzien. In het voorbeeld zoals getoond op figuur 6 zijn vier bedekkingeenheden (10), bijvoorbeeld faiencetegels op het kader (202) voorzien. Dit neemt niet weg dat een ander aantal bedekkingeenheden (10) kan voorzien worden.
Dit kader (202) is op een zodanige manier aangebracht op de bedekkingeenheden (10) dat op een geëgaliseerd oppervlak (=chappe) de bedekkingeenheden (10) geplaatst kunnen worden zonder dat hun positie in hoogte nog op elkaar moet afgestemd worden, en zodat de vereiste voegbreedte vanzelf tot stand komt rekening houdend met de verschillende lengte- en breedte afmetingen van de bedekkingeenheden (10). Ook wanneer de bedekkingeenheden (10), op een flexibele vormhouder zijn voorzien, bijvoorbeeld meerdere faiencetegels die op een gaas of karton zijn bevestigd, kan dit systeem worden toegepast.
De positie van de hoeveelheden fixatiemiddel (3a) wordt dan zo bepaald dat bij het plaatsen van de bedekkingeenheden (10) op de ondergrond deze hoeveelheden fixatiemiddel (3a) de voegen net niet bereiken, zodat het fixatiemiddel (3a) bij het aandrukken van het geheel op de ondergrond niet uitpuilen aan de zijkanten of in de voegen.
<Desc / Clms Page number 1>
DEVICE FOR FIXING FIXATION FOR
CREATING A FLOOR. WALL OR CEILING COATING The invention relates to a device for applying fixative to the underside of one or more covering units and / or to the substrate on which the covering units are attached for creating a floor, wall or ceiling covering.
Up to now, covering units for creating floor, ceiling or wall coverings are either fixed to screed (eg leveling screed, existing floor, plaster wall, etc.) or to stabilization by using a fixative such as cement and / or glue. This fixative is applied manually by means of either a trowel or any other hand tool, the fixative being applied in heaps or, for example, in caterpillars on the underside of the floor, ceiling or wall tiles, or with floor tiles on the stabilizer or screed. and with ceiling and wall tiles on the ceiling or wall, for example a plaster wall, is applied. Furthermore, a spatula can be used, with the intention to spread the fixative in caterpillars or slag on the underside of the floor, wall or ceiling tiles.
A first drawback of this method of applying fixative on the back of floor or wall tiles is that the heaps of fixative are applied one by one to the underside of the tile (and possibly spread out in caterpillars), whereby the size and position of the amount of glue or cement always varies.
A further disadvantage of such a method is that when too much glue or cement is applied to the underside of the tile, when laying several tiles next to each other with an intermediate joint, the glue or cement can come from underneath the tile between the joints and end up on top of the tile, which causes additional cleanup work, which can result in the tile being moved
<Desc / Clms Page number 2>
changed so that the visible side of the floor, wall or ceiling is given an unaesthetic appearance.
A third disadvantage is that in this way there is no certainty about the load-bearing capacity of the tile on the fixation means provided, so that after positioning of the tile, undesirable hollow spots may be present on the underside of the tile so that it may subsequently be cracks when the load on the tile becomes too high.
The object of the invention is to provide a device for applying fixation means to the underside of one or more covering units and / or to the substrate on which the covering units are attached for creating a floor, wall or ceiling covering, wherein not too much fixative is applied to the underside of covering units such as floor, ceiling or wall tiles, or to the surface on which they are attached, so that when laying several of these tiles the fixative does not come from underneath the tiles between the joints or on the top of the tiles comes, but not too little fixative is applied so that there is sufficient adhesion between the covering units and the substrate on which they are attached.
A further object is to provide a device for applying fixation means to the underside of cover units and / or to the substrate on which the cover units are mounted that function for each type of cover unit, and wherein sufficient fixation means is applied to each type of cover unit.
These objectives are achieved by providing a device for applying fixation means to the underside of one or more covering units or to the substrate on which the covering units are mounted for creating a floor, wall or ceiling covering, the device comprising means for applying one or more set amounts of fixative to the
<Desc / Clms Page number 3>
underside of the covering units and / or on the surface on which the covering units are mounted.
With set amounts of fixative means: - either a fixed set amount of fixative that is determined by the constructor of the device during its construction; - or a predetermined set amount of fixative by the user of the device.
By providing such a device, the required amount of fixative to be applied can be set correctly, and this for each type of covering unit.
In a preferred embodiment of a device according to the invention, said means are provided for applying one or more set amounts of fixation means in a certain position relative to each other and at a predetermined location opposite the covering unit on the underside of the one or multiple covering units and / or the aforementioned substrate.
In a first preferred embodiment of a device according to the invention, the means are provided for applying the one or more set amounts of fixative with a continuous supply of separated amounts of fixative per one or more cover units.
Said means herein preferably comprise a pumping device and one or more hoses which can be closed or not, and are provided for sucking the fixation means into these hoses and for squeezing adjusted quantities from one or more of these hoses.
The pumping device is preferably composed of one or more pumping systems, comprising a central axis on which one or more arms at a certain angle
<Desc / Clms Page number 4>
are mounted opposite each other, each arm being provided with a pressure wheel or roller to roll over a respective hose and thus apply one set amount of fixative to the coating unit or to the substrate on which the coating unit is laid.
In a preferred embodiment of a device according to the invention, several pumping systems are mounted on the same central axis.
In a preferred device according to the invention the end of the one or more hoses is held in a holder which is provided with horizontally displaceable bushes in which the ends of the hoses are held.
The one or more hoses preferably rest on a rigid plate. This rigid plate can preferably be opened and / or moved, which allows a smooth cleaning of the device.
In the preferred embodiment of the invention, a preparation reservoir is provided for making fixative.
For determining the position of the one or more cover units during the process of applying one or more amounts of fixative on the underside of these cover units, a lever system is preferably provided.
The lever system can further be provided for driving the pumping device.
In a second preferred embodiment of a device according to the invention, said means are provided for applying, in successive operating cycles, one or more set amounts of fixation means on the underside of the covering units and / or on the substrate to which the covering units are mounted.
<Desc / Clms Page number 5>
The means herein comprise, for example, a holder which is provided with one or more recesses which are provided with one or more recesses which are provided for attaching rubber sleeves which are filled with fixation means and which are squeezed around the one or more set quantities of fixation means on to be applied to the one or more covering units and / or to the substrate on which the covering units are mounted.
In order to squeeze out the set amounts of fixative, a mechanical limit is preferably provided.
In order to further clarify the features of this invention and to indicate additional advantages and details thereof, a more detailed description of two embodiments of a device according to the invention now follows. It is clear that nothing in the following description can be interpreted as a limitation of the protection claimed in the claims for the method and the device according to the invention for applying fixative on the underside of one or more cover units and / or on the substrate on which the covering units are attached, for creating a floor, wall or ceiling covering.
In this description reference is made to the accompanying drawings by reference numerals, in which: - figure 1 is a schematic representation of a first embodiment of a device according to the invention, wherein with a continuous supply of separated amounts of fixative per covering unit one or more set amounts fixation agent is applied to the underside of one or more covering units or to the substrate on which these covering units are attached;
<Desc / Clms Page number 6>
figure 2A is a cross-section of a number of adjacent pumping systems as shown in figure 1, which are provided on the same central axis; figure 2B is a front view of figure 2a;
- figures 3A to 3D are a schematic representation of the steps carried out with a second embodiment of a device according to the invention, wherein said means are provided for in successive operating cycles, one or more set amounts of fixative on the underside of the covering units and / or to be applied to the substrate on which the covering units are mounted; figure 4 is a first way in which several quantities of fixative can be applied to the underside of a covering unit; figure 5 is a second way in which a plurality of amounts of fixative can be applied to the underside of a covering unit;
figure 6 represents a way for applying fixation means to one or more cover units, wherein at least one form-retaining support is provided on the underside of the cover units.
The invention relates to a device for applying fixative (in a non-solid form, e.g. liquid cement or glue) to the underside of one or more covering units for creating a floor, wall or ceiling covering. This floor, wall or ceiling covering can consist of tiles, baseboards, or any other covering units that can be attached to a surface (or background). The fixation agent can be supplied in a continuous or a discontinuous manner.
A first embodiment (1) of a device according to the invention, as shown in figure 1, is a system which is provided for providing the means for applying the one or more set amounts of fixation means (3a) with a continuous supply of separated amounts of fixative (3a)
<Desc / Clms Page number 7>
per covering unit (10), this for creating a floor, wall or ceiling covering.
This first embodiment (1) consists of a storage reservoir (2) into which fixation means (3) already prepared is introduced. Either this fixing means (3) is made manually, for example in a bucket, and is poured into the storage reservoir (2). Either a preparation reservoir (4) can be provided for this purpose in the device (1) itself, as is shown in figure 1. A stirrer (5) is present in this preparation reservoir (4). To make the fixative (3), such as, for example, cement or tile adhesive, powder and water are introduced into the preparation reservoir (4) and mixed until a homogeneous mass is obtained.
A connection (6a) with a tap (6b) is provided between the preparation reservoir (4) and the storage reservoir (2), wherein the tap (6b) may or may not close the supply of the prepared fixative (2) depending on the position of the tap (6b).
A flexible hose (8) is attached to the outlet (7) of the reservoir. This flexible hose (8) rests on a rigid plate (9), which in this embodiment of the device according to the invention is curved. This does not alter the fact that any other form of rigid plate (9) can be used. This curved rigid plate (9) can optionally be opened and / or moved (in the direction of arrow B) in order to be able to clean the flexible hose (8) after use.
The passage of the hose (s) (8) can be adjusted to change the flow rate of the supply of fixative (3) and to adjust it depending on the type of covering unit (10), the distance between the substrate and the underside of the covering units ( 10) for placement, the number of used hoses (8), etc.
Thus, in the embodiment of Figure 1, a controllable constriction (7) has been proposed to control the flow rate of the outflowing amount of fixative (3) from the reservoir (2). When one or more snakes (8)
<Desc / Clms Page number 8>
can be closed, one or more hoses (8) can be closed and consequently eliminated, whereby the number of used hoses (8) can be controlled.
A pump (11) is used to get the fixation means (3) through the flexible hose (8) to the one or more covering units (10). This pump (11) consists of a central shaft (13) on which one or more pump systems (25) are provided. Each pump system (25) preferably consists of three arms (14a, 14b, 14c) and one pressure wheel or roller (12a, 12b, 12c) per arm. The pressure wheels or rollers (12a, 12b, 12c) of different pump systems (25) arranged next to each other are preferably mounted per arm (14a, 14b, 14c) on one and the same intermediate shaft (20a, 20b, 20c). The fictional center of the central axis (13) coincides with the fictional center of the curved rigid plate (9). Two arms (14) are preferably positioned opposite each other at an angle (A) of 120.
However, this is an exemplary embodiment of the invention, which does not alter the fact that the angle (A) between the arms (14a, 14b, 14c) and the number of arms (14a, 14b, 14c) may vary. Furthermore, the pump (11) can also be provided with several central shafts (13).
When the pumping device (11) is composed of a plurality of adjacent pumping systems (25), a plurality of flexible hoses (8) are also provided side by side on the curved rigid plate (9) in order to have several separate quantities of fixation means (3a) on one or more to apply covering units (10) and / or the substrate on which these covering units (10) are laid.
When one or more set amounts of fixative (3a) is applied to the substrate on which the cover units (10) are attached, and not to the underside of the cover units (10), a fixed or flexible intermediate hose and a holder (not shown) on the figure), especially when covering units (10) are mounted on a wall and ceiling.
<Desc / Clms Page number 9>
When the arms (14a, 14b, 14c) of a pumping system (25) rotate, the respective flexible hose (8) is pressed flat against the plate (9). By moving the pressure wheels or rollers (12a, 12b, 12c) of a pump system (25) over the flexible hose (8), a suction is created in this flexible hose (8), as a result of which the fixation means (3) from the the reservoir (2) is sucked in.
At the other end of the hose (8) a quantity of fixative (3a) is pressed out of the hose (8) onto the covering unit (10) or onto the substrate on which this covering unit (10) is laid. Because the length of the curved rigid plate (9) is greater than the angle (A) between two arms (14) of the pump system (25), there is at least always one pressure wheel or roller (12a, 12b, 12c) on the plate (9) is present, whereby a constant suction occurs, this of course when there is sufficient fixation means (3) in the storage reservoir (2).
Round flanges (21) are provided between the adjacent pumping systems (25) which hold the respective hoses (8) sideways in the right place.
These round flanges (21) thereby ensure the transfer of the intermediate shafts (20) on which the pressure wheels or rollers (12a, 12b, 12c) rotate.
A flexible bush (not shown in the figure) can optionally be mounted between the intermediate shafts (20) and the pressure wheels or rollers (12), which can compensate for a difference due to irregularity or impure fixing means (3), without the first embodiment (1) ) of the device.
Figure 2 further shows how the first pressure wheels or rolls (12a) flatten the flexible hoses (8), while the second pressure wheels or rolls (12b) do not flatten the flexible hoses (8).
The end (8a) of the one or more flexible hoses (8) is held by means of a holder (15), which has one or more horizontally displaceable bushes. In this first embodiment (1) of the device as represented in Figure 1, this holder (15) is designed as a plate in which per opening
<Desc / Clms Page number 10>
a bush (17) is provided in which a hose (8) is held vertically. The sleeve (17) itself can be moved horizontally according to the desired position for applying the fixation means (3). However, the holder (15) can also be designed in other ways.
The device (1) according to the invention is preferably provided with a lever mechanism (16) around the height position of a cover unit (10) during the process of applying one or more amounts of fixative means (3a) to the cover unit (10) , this when the fixation means is applied to the cover unit (10). This lever system (16) can be manually pneumatically, electrically, etc. driven. When an amount of fixative (3) is applied to the cover unit (10), this cover unit (10) will be placed in the highest position whereby the one or more set amount of fixative (3a) is pressed against the one or more cover units (10) .
When the covering unit is removed laterally (10), the covering unit (10) will already be brought into the lowest position by the lever system (16), so that no distortion or damage occurs to the adjusted applied amounts of fixative (3a).
The pumping device (11) can also be driven via the lever system (16). When the fixation means (3) is applied to the underside of the one or more cover units (10), the steps in the process are the following: - the one or more cover units (10) are supplied (manually or automatically); - the one or more covering units (10) are brought to the highest position; - applying fixative (3) pumps and quantity (amounts) of fixative (3a) to the one or more covering units (10), the one or more set amounts of fixative (3a) being applied to the
<Desc / Clms Page number 11>
the underside of the one or more covering units (10) is pressed, whereby a better adhesion is obtained; - the one or more covering units (10) are brought to the lowest position;
- the one or more cover units (10) are removed (manually or automatically).
When the one or more set amounts of fixative (3a) are applied to the substrate on which the one or more cover units (10) are applied, only the fixative (3) is pumped and the set amounts of fixative (3a) are applied to the substrate itself. The other steps do not happen. Here too, the holder will be kept at such a distance from the substrate during pumping, such that the fixation means (3a) is pressed against the substrate.
A second embodiment (100) of a device according to the invention, as shown in figures 3A to 3D, is a system which is provided in successive operating cycles for one or more set amounts of fixative (3a) on the underside of the covering units. (10) and / or to apply to the substrate on which the covering units (10) are mounted, this for creating a floor, wall or ceiling covering.
An example of such an embodiment is illustrated in Figures 3A to 3D.
As shown in Figure 3A, such exemplary system includes a plate (101) in which recesses (102) are provided for attaching rubber sleeves (103).
The rubber sleeves (103) are filled with fixing means (3) and then smoothed with a spatula (104), such that all rubber sleeves (103) are filled with fixing means (3) (as shown in figure 3B).
<Desc / Clms Page number 12>
As shown in Figure 3C, the plate is rotated in the direction of the substrate on which the one or more covering units (10) are to be applied, and the rubber sleeves (103) are pushed out so that the set amounts of fixative (3a) are on the underside of the covering unit (10) or on the substrate on which the covering unit (10) is laid. The adjustment of the amount of fixative (3a) can therefore be done on the one hand by means of the size of the rubber sleeves (103). On the other hand, when rubber sleeves (103) of constant size are used, the one or more set amounts of fixative (3a) can be squeezed using a mechanical limit (not shown in the figure) that determines how much fixative (3a) is squeezed.
In this way the same result is obtained as in the first embodiment, but not with a continuous supply of fixative (3), and with a discontinuous supply.
When the fixation means (3) is arranged on the underside of the cover unit (10), this can be done in various ways, for example: - as shown in figure 3, the fixation means (3) can be arranged at regular intervals in small amounts (30) be applied with the same amount; - as shown in figure 4, the fixation means (3) can be arranged on the one hand in heaps (30) and on the other hand in caterpillars (31) or with any shape or combination thereof.
The fixation means (3) can be applied to the underside of the covering unit (10).
However, this can also be applied to the substrate on which the covering units (10) are laid, or also to both the covering units (10) and the substrate.
<Desc / Clms Page number 13>
The first (1) and the second embodiment (100) of the device according to the invention, and as discussed above, can also be used for applying fixation means (3) to one or more covering units (10), wherein at least one form-retaining carrier (202), for example a plastic-molded frame, is provided on the underside of the cover units (10). In the example shown in Figure 6, four cover units (10), for example, façade tiles on the frame (202) are provided. This does not alter the fact that a different number of covering units (10) can be provided.
This frame (202) is arranged on the cover units (10) in such a way that on a leveled surface (= chappe) the cover units (10) can be placed without having to adjust their position in height, and so that the The required joint width is achieved automatically taking into account the different length and width dimensions of the covering units (10). This system can also be applied if the covering units (10) are provided on a flexible mold holder, for example a plurality of façade tiles that are mounted on a mesh or cardboard.
The position of the amounts of fixative (3a) is then determined such that when placing the covering units (10) on the substrate, these amounts of fixative (3a) just do not reach the joints, so that the fixative (3a) when pressing the whole do not protrude on the surface on the sides or in the joints.