BE1015270A6 - Constructie-eenheid. - Google Patents
Constructie-eenheid. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1015270A6 BE1015270A6 BE2003/0006A BE200300006A BE1015270A6 BE 1015270 A6 BE1015270 A6 BE 1015270A6 BE 2003/0006 A BE2003/0006 A BE 2003/0006A BE 200300006 A BE200300006 A BE 200300006A BE 1015270 A6 BE1015270 A6 BE 1015270A6
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- opening
- zone
- construction unit
- wipper
- plate
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63H—TOYS, e.g. TOPS, DOLLS, HOOPS OR BUILDING BLOCKS
- A63H33/00—Other toys
- A63H33/16—Models made by folding paper
Landscapes
- Toys (AREA)
Abstract
Een specifieke wijze snij-wijze en 3D montage geven nieuwe producten die qua kostprijs gunstig en qua concept nieuw en uniek zijn. Interactie tussen versmallingen en verbredingen van bepaalde zones in een oppervlak geven, stijfheidsverschillen , en andere plooi-eigenschap van de betrokken zones. Een zelfstandige flexibele 3D constructie-eenheid met tenminste twee andersgevormde zones met een gebogen spannings-sector worden verplooid en eventueel vertorst. Bepaalde sub-delen worden met elkaar te verbonden zodat nieuwe eigenschappen verkregen. Aldus worden diverse producten of delen van producten (industriële klemsystemen, dichtingen, veer-systemen en speelgoedjes) verkregen met unieke eigenschappen , zoals een balans waarbij de structuur, de arm en de gewichtjes deel uitmaken van één enkele frame.
Description
<Desc/Clms Page number 1> 1 Beschrijving: Constructie-eenheid Er zijn een aantal conceptuele mogelijkheden om op meer productie-efficiente wijze een reeks van flexibele industriele onderdelen te maken alsook speelgoedjes en premium-artikelen. Door een platte plaat op een specifieke wijze te snijden en daarna deze op de geëigende wijze te monteren kunnen producten worden verkregen die qua kostprijs zeer laag liggen en qua concept nieuw en uniek zijn. In het verleden hebben wij reeds puzzles ontworpen die na een eenvoudig stansproces diverse drie-dimensionale mogelijkheden gaven. In onderhavige actrooi-aanvraag gaan wij dieper in op de mogelijkheden die de interactie tussen versmallingen en verbredingen van bepaalde zones in een oppervlak geven, meer bepaald de stijfheidsverschillen in een oppervlak die een versmalling en een verbreding geven veroorzaken een ander plooi-eigenschap van de betrokken zone, en aldus kunnen wij door hierop in te spelen nieuwe producten maken volgens deze techniek. Zo kunnen wij nieuwe haak-systemen ontwikkelen, nieuwe veren voor bedden, maar vooral zeer goedkope nieuwe speelgoedjes voor kinderen en voor tal van promotionele acties waar een nood is aan spotgoedkope geschenkjes met toch een speel-waarde. Wij gaan uit van een zelfstandige flexibele 3D constructie-eenheid (10,16), bestaande uit een oppervlak (10,20, 24,25, 30) met tenminste twee andersgevormde zones (15,10b, 102 en 107). Deze twee zones binnen dezelfde plaat hebben een andere buiten en/of binnenvorm. Tussen hen is tenminste één gebogen spannings-sector (druk, torsie, persing, etc.) (13a, 13b, 34b, 34f, 54,55, 56) die verkregen wordt door eerst de specifieke onderdelen eerst ten opzichte van elkaar te verplooien (omplooien 10b tov 15, draaien, torsen, ...) waarbij op versmalde zones (11 a, 11 b, 34a, 34b, 34c, 84,66) van een onderdeel een grotere doorbuiging en/of kortere plooing wordt verkregen en op bredere zones (34e, 34f) een geringere doorbuiging en/of langere plooing wordt verkregen. De bredere zones hebben meer stijfheid. Door vervolgens deze zones met de geëigende specifieke zones (10f en 10d, 28 in 29,26 in 27) door bepaalde van hun sub-delen (punt, opening, opening-verwekende snijding 121-123 - 131, tand 85, uitsteksel, versmalling, ...) met elkaar te verbinden door middel van steek-verbinding(en), tand-verbinding(en), omzwachel- verbinding(en), haak-verbinding(en) en/of lijm-verbinding worden nieuwe globale eigenschappen verkregen. Eventueel worden bepaalde sub-delen (bv. een boog-opening 39a buigt 38c, 52a en 52b penetreert 51 enkel bij gezamelijke torsing 57, tussen-stuk 126 met opening 125 of snijding 123 geeft extra interne boog in de holte 34i) verplicht tot krijgen van bijkomende spannings-sectoren zodat - hetzij gezamelijk hetzij afzonderlijk de gewijzigde eigenschappen van het oppervlak - diverse producten of delen van producten (industriële klemsystemen, dichtingen, veer-systemen en speelgoedjes) worden verkregen met unieke eigenschappen. Een balans (16) wordt bv. verkregen, en zij bestaat uit tenminste eén constructie-structuur (figuur 1, figuur 2 met variantes) waarin in een opening (10e) een balans-arm (22) wordt gestoken of opgeplaatst waarop dan gewichtjes (23) worden geplaatst door de spelers tot er een gewichtje valt bepaalt de verliezer), en waarbij de structuur, de arm en de gewichtjes eventueel gezamelijk deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (21). Een ander erg leuk product is een wipper (figuur 3, 4, 5, 12 en 13), waarvan een deel (35b) door een speficiek geplaatste opening (31 a of 31 b, 57 in 58,129 in 127 of 128, top A in opening 131) wordt gestoken, waarbij versmallingen en verbredingen bij plooing zulke specifieke doorbuigingen veroorzaken dat bij het met de vinger (34g) indrukken van een specifieke sector (34h) tevens bijkomende spanning- sectoren (33 aan 35a) ontstaat, zodat bij na het afschuiven van de vinger van de specifieke sector de wipper omhoogveert en een grote afstand kan afleggen, bv. een schuimrubberen wipper van 4 mm dikte en een schuim-densiteit van 40 en maatgeving van 10 mm op 40 mm shore kan tot 150mm springen. De structuur zelf en mogelijke additionele elementen (42, 45, 46, 44) kunnen deel uitmaken van <Desc/Clms Page number 2> één enkele plaat of frame (36,40). Een ander product is een schietertje (figuur 3, 41) dat ondermeer volgende eigenschappen heeft : heeft de vorm van bovenvermelde wipper waarbij gewichtjes (42, figuur 5) worden gecatapulteerd door het loslaten van een uitsteksel (35b) waarop een gewichtje werd gelegd na het opspannen. In weze is het een ander gebruik van het concept van de wipper. De structuur en de gewichtjes kunnen eventueel gezamelijk deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (40). De gewichtjes kunnen ten eerste louter gewichten zijn (zoals bv. een schijfje met tenminste één tand-opening 23, een amandel-vorm zonder opening 110, een versteekbare lus (62), etc. ) die dienen als gewicht op een balans en/of kunnen weggeschoten worden. Een ander product is een catapult (60), waarbij een onderdeel (64) door een opening (65) wordt gestoken tot een rust-zone (66), voorbij een stop-zone (67), en waarbij het doorgestoken onderdeel (64) tussen de vingers wordt gehouden en een gewichtje (62) op het grotere onderdeel (68) wordt gelegd en die zone wordt aangetrokken en losgelaten. Het gewichtje vliegt dan weg. De structuur en de gewichtjes kunnen eventueel gezamelijk deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (61), maar kunnen ook afzonderlijk verpakt worden. Een ander product is een nieuwe veer. Dit nieuwe veer-systeem (figuur 7, bv. voor bedden) wordt door een plaat (70) gevormd waarvan een onderdeel (71) wordt omgeplooid en door een opening (73) wordt gestoken zodat de twee uiteinden (71 en 74) samenvallen maar van elkaar wegbuigen en vervolgens hetzij samen in een juist passende opening (bv. in latten, in bodem) worden geplaatst, hetzij eerst worden gelijmd, waarbij de verkregen boog-zone (72) bijzonder grote veerkracht heeft. Een ander product is een nieuw type sleutelhanger waarvan het lichaam gevormd wordt door tenminste één plaatje (80) (dit is een soort sliert of bandje) waaraan één of meer torsingen worden gegeven aan de middenzone (82) waarbij op de smallere zones (84) het plaatselijke oppervlak een grotere draaing vertoont en vervolgens de twee uiteindenden (81 a en 81 b) bij elkaar worden gevoegd (bv. door verlijming, loszittend, door instekking, samensmelten, etc. ) waarna een bekend sleutel-bevestigingssysteem (ketting, ring, knoop, etc) in de geëigende opening(en) wordt geplaatst, zodat een flexibele getorste sleutelhanger wordt gekregen die bovendien verdraaibaar blijft tijdens het gebruik en aldus tal van ruimtelijke vormen kan aannemen. De gebruiker kan deze sleutel- hanger tijdens het wachten bv. verdraaien en nieuwe vormen doen aannemen. Een ander nieuw product is een lanceerder (90, 100) bestaande uit een plaat met tenminste één uitsteksel (95) en een gebogen opening in het midden die rond een cilindrische vorm (bv. drinkblik, fles, youghurt-potje, vinger, glas, stylo, potlood, steel, etc. ) en/of een niet-cilindrische vorm (bv. tetrablik, vierkante fles met afgeronde hoeken, tobleron-verpakking, etc. ) wordt geplaatst, en waarbij, hetzij de doormeter van de binnencircel (93) of binnenvorm juist iets kleiner is dan de doormeter van het te omgeven voorwerp, hetzij bestaat uit zelf-opspannende onderdelen (bv. vertandingen 101, insnijdingen in oppervlak 103, etc. ) die bij het plaatsen van de vorm automatisch buigen en een druk op het centrale voorwerp uitoefenen, aldus een spannings-zone opbouwend, waarbij bij het spelen een gewichtje (94) op een uitstekende onderdeel wordt geplaatst dat wordt geplooid - en aldus plaatselijk een torsie van de plaat veroorzaakt - en dan door de speler wordt losgelaten en daarbij dan het gewicht lanceert. De structuur en de gewichtjes kunnen eventueel gezamelijk deel uitmaken van één enkele plaat of frame (91). Bij alle toepassingen kunnen extra onderdelen (bv. steunvoet 46 voor opening 47 , extra-druk/sier-element 45 voor holte 34i) in de zelfstandige structuur ingepast worden om structurele, functionele en/of visuele redenen. Tevens kunnen diverse druk en indruk-techieken gebruikt worden om visuele en informatieve effecten en boodschappen toe te voegen aan het product. De constructie-eenheid kan hetzij afzonderlijk geleverd worden, hetzij deel uitmaakt van een grotere plaat met meerdere onderdelen, en verkregen worden door ofwel het kappen (stanzen), zagen en/of snijden (inclusief: Waterjet, laser, etc. ) van een plaat <Desc/Clms Page number 3> (40) gemaakt uit een flexibele materiaal (bv. EVA-schuimrubber, PE, recuperatie- materiaal) ofwel verkregen uit een mould-injection proces. Bij onze structuur (100) kunnen - in een specifieke toepassing - de buigingseigenschappen en/of de spanning-coefficient(en) per zone worden geregeld door het verbreden (106) van een buigingszone (105) tenopzichte van de axis (104) van een opening (101) waardoor op de verbreding (106) meer stijfheid ontstaat, en dus meer potentiele spanning. In bepaalde gevallen kan de constructie-eenheid (100) bepaalde onderdelen hebben met een manipulatieve functie hebben inzake spanningsopbouw, bv. zone 102 wordt tussen vingers (vinger en duim) geblokkeerd zodat bij het achteruit trekken van zone 107 meer spanning ontstaat op positie 106. Interessant is ook dat de openingen - hieronder verstaan wij ook alle snijdingen die impliciet een opening inhouden - waarvan de vormgeving en/of positionering andere geëigende onderdelen (35b) - die via deze opening (en) deflexibele plaat penetreren - verplichten zich te buigen in een bol/holle vorm (39a) en/of in een haakse positie (31 a) waardoor een hogere span-kracht en/of constante extra torsie wordt gegeven aan het inkomende onderdeel van de flexibele plaat waardoor de totale interne energie van de constructie verhoogt. In onze producten zijn meerdere van zulke openingen te vinden Onze constructie-eenheid kan een klemzone hebben die gevormd wordt door een opeenvolgende versmalling en verbreding in een zone van een onderdeel waarbij de verbreding (38b) zich achter de (ingeschoven) opening van een ander onderdeel zal positioneren zodat daar (38a) een grotere knelling wordt bereikt - verder knel- zone genoemd. Daardoor blijft het onderdeel "gekneld" zitten in de opening. Bij de doorsteking in een opening met geringe doormeter (31 b) dan het instekend stuk (35b) zal bij de finale positie een wederzijdse expansie ontstaat tussen de twee stukken - verder expansie-effect genoemd - die de tussen de twee stukken bereikte positie aldus positioneert tot een sterke druk verschuivingen zou geven of het verbreken of tenietdoen van deze verbinding. Onze constructie-eenheid en andere onderdelen kunnen bestaan uit schuimrubber, karton, papier, andere flexibele kunststoffen of combinaties (bv. laminaten, onderdelen, ...) ervan, en bepaalde uitvoeringen kunnen ook in geinjecteerde materialen worden uitgevoerd. Ingeval van schuimrubber kunnen door middel van thermische druktechnieken op bepaalde plaatsen een verhoging en/of een verlaging worden verkregen van de densiteit zodat de flexibele eigenschappen wijzigen. Thermische technieken kunnen bovendien blijvend indrukken van logo's, symbolen en afbeeldingen geven. De constructie-eenheid kan eventueel ook vervangen worden door meerdere onafhankelijke delen die samen het constructie-geheel vormen, eventueel met het doel het geheel te verpakken in een kleinere doos en/of zakje, bv. een speciaal CD doosje, in het deksel van een choco-deksel, etc. Voor diverse redenen kan de constructie-eenheid samen met de andere onafhankelijke delen in een gezamelijk plaatje/frame (21, 40, 61, 91) zitten, eventueel met het doel het geheel te verpakken in een doos en/of zakje, bv. een speciaal CD doosje, in het deksel van een choco-deksel, etc. Dit is zowel naar productie als handeling een zeer geodkopere benadering. In onze constructie-eenheid veroorzaken versmallingen en verbredingen dus andere plooi-effecten in specifieke zone(s), zoals bv. een plaat met volledige zones 12a (en 12b) geeft een grotere stijfheid in zone 13a en in 10a en deels in zone 17 zodat daar bij montage geen gelijkmatig buiging wordt verkregen, dan indien speciefieke versmallingen 11 a (en 11 b) worden toegepast. Bij een balans is dergelijke gelijkmatige buiging essentieel. Dus beide onderdelen vormen een opgespannen geheel met aan de onderzijde tenminste één gelijkmatig gebogen zone (17). In onze constructie-eenheid (fig. 5) kunnen speciale onderdelen (52a en 52b) worden samengevoegd (op elkaar geplooid) waardoor locaal een extra torsie (53) <Desc/Clms Page number 4> wordt verkregen vooraleer deze beiden in een opening (51, 57) worden geplaatst. Daardoor komt achter de opening deze locale torsie zodat op het achter-vlak een bijkomend veer-systeem komt te zitten, zodat bij het induwen ook de totale structuur meer spanning ondergaat. Onze constructie-eenheid (fig. 5) is een zelfstandige structuur maar daarin en/of daaraan kunnen ook andere structuren (bv. schuimrubberen stukje) worden geplaatst, bv. extra armen aan een robot-figuurtje, voetjes, neus, etc. Bij de afwerking worden de revelante delen bedrukt en/of behandeld door middel van bekende technieken (bv. zeefdruk, transfer-druk, tampon-druk, zelfklevers, in-mould, hoog-frequent, etc. ) om het gehhel meer waarde te geven. Eén van de leukste producten is de wipper (30,37) waarvan de buitenvormen van de constructie-eenheid - en bijgevolg ook qua uitsteksels (35b) en buitenzijde (34f) - verschillende vormen kunnen hebben (bv. neutraal 30, olifant-effect 37, crocodile, hondje, vogel, dinosaurus, konijn, vleugels, oren, tanden 38b, slurfje 38c, horens, etc.), aldus verzamel-objecten vormend waarnaar grote vraag is vanuit de industrie. Denk maar aan de rage van de flippo's (ook pogs benoemd) in zakje met chips, etc. Onze wipper (30,37) kan ook deel uitmaken van een gezelschapspel met meerdere wippers (in diverse vormen en/of kleuren) in bv. een doos of zakje. De wippers springen dan naar tenminste een doel zoals één veld (papier, binnenzijde doos, etc.) en/of diverse zones (bv. punten, kleuren, letters, cijfers, woorden, optelsommen, landen, losse plaatjes met bedrukking, munten, etc.); Het doel kan bv. zijn de hoogste score te behalen, een plaatje te bemachtigen, of een opdracht uit te voeren, of zelfs om een deel ervan te vermijden (bv. vijver met pirana's). Eventueel kunnen wippers ook als café-spel (bv. mikken naar bier-kaartjes) gespeeld worden ("wie betaalt deze ronde ?"), ofals promotie-spel (bv. mikken naar een leeg Danone-potje, naar de top van een blikje, etc.); Wippers (50) met een specifiek concept bevattende tenminste één opening waarin tenminste éen onderdeel (52a) in een getorste positie wordt geplaatst. In beginsel bevat een wipper tenminste één opening (cfr. Figuur 13). Het inkomend onderdeel wordt eenvoudig omgebogen naar de opening en erin 'verankerd'. Maar dus het is mogelijk het onderdeel vooraleer te verankeren nog een extra torsing (of meer torsingen te geven) om nog meer spannings-potentieel te verankeren. Dit kan ook worden gerealiseerd met bv. een schuine opening (128) te voorzien. Maar dit kan ook op een andere wijze, waarbij de wipper (50) tenminste twee onderdelen (52a en 52b) heeft die worden samengedrukt (57a en 57b) worden - en daardoor het oppervlak plaatselijk aan elke zijde 90 graden vervormen (53) waardoor een nieuwe spanning ontstaat (zone 55), en waarbij nadien de samengebrachte zones (57) in tenminste één opening (57) worden gepositioneerd zodat de torsing vastgehouden wordt, en daardoor een bijkomend spanningzone (54) ontstaat tussen de opening en de ingebrachte onderdelen, waardoor bij het met de vinger indrukken van de bijkomende spanningszone tenminste een derde zone (56) wordt ingedrukt waardoor de wisselwerking van het geheel van spanningszones een dusdanige sterke spanning in de structuur brengen dat deze bij het loslaten een grotere sprong maakt, zich afzettend tegen het oppervlak (bv. tafel, vloer, etc. ) waartegen het gedrukt was. Een analyse van de wipper (130a) toont ons dat deze tussen twee uiterste basisvormen (driehoek en rechthoek) kan varieren waarbij één van deze meest eenvoudige basis-vorm een gelijkzijdige driehoek (ABC) is, waarbij tenminste één opening (131) gelegen is in de zone die begrensd wordt door het zwaartepunt D en snijpunt E (hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de basis hoeken B en C naar de punten H en J die op het onderste vierde van de lijnstukken AB en AC liggen). Indien snijpunt E lager komt te liggen zal de basis wegschuiven on de druk. Bij de maximale verhouding qua basis heeft de wipper (130b) ook als eenvoudigste basis-vorm een driehoek (A, F1 en F2) waarbij tenminste één opening gelegen is in de zone die begrensd wordt door het zwaartepunt en een snijpunt (hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de basis hoeken F1 en F2 naar de punten die op het <Desc/Clms Page number 5> onderste vierde van de lijnstukken A-F1 en A-F2 liggen), waarbij de basis lengte F1- F2 maximaal de dubbele lengte is van de hoogte (lijn F1-F2 tot punt A). Bij grotere breedte van de basis komt de wipper niet meer tot efficiënt springen. In zijn smallste vorm heeft de wipper (130C) ook als basis-vorm een driehoek (A, G1 en G2) waarbij tenminste één opening gelegen is in de zone die begrensd wordt door het zwaartepunt en een snijpunt (hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de basis hoeken G1 en G2 naar de punten die op het onderste vierde van de lijnstukken A- G1 en A-G2 liggen), waarbij de basis lengte G1-G2 minimaal één vierde is van de lengte van de hoogte (lijn G1-G2 tot punt A). De verhoudingen van de wipper van een eenvoudige basis-vorm (driehoek) is die waarvan hierboven de maximale en minale verhoudingen zijn beschreven. Bij het ontwikkelen van meer aantrekkelijke vormen (figuurtjes) worden de zijdes dan bijgestuurd door bv. gegolvde zijkanten en specifieke onderdelen en openingen. De wippers zijn in hij montage en functionering ook afhankelijk van de dikte van het materiaal, waarbij de dikte van het materiaal maximaal drie tiende bedraagt van de hoogte tussen de basis lijn en de het top-punt A. De andere meest eenvoudige basis-vorm is een rechthoek is waarbij tenminste één opening gelegen is in de zone die begrensd wordt door zijn zwaartepunt en een snijpunt hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de onderste basishoeken naar twee tegenoverelkaarliggende punten die op het helft van de zijkanten liggen. De opening is het maximaal model heeft dan de mogelijkheid de volledige smalle bovenkant te bevatten (eventueel samengedrukt), of de bovenkant wordt plaatselijke via insnijdingen bewerkt om vlotte insteking te realiseren. De basis-spannings-vorm is dus maximaal gelegen is tussen de verhoudingen zoals omschreven in de driehoek en de rechthoek. Ook de opening in de wipper heeft zijn beperkingen, namelijk de breedte van de opening moet tenminste op één millimeter van de zijkanten van de zelfstandige structuur liggen. Onder opening (32,39c, 39b, 65) verstaan wij ook de gesneden vormgeving (bv. snijding 43,121, 127,128, 125,43, 131) die zorgt dat de structurele verplooing van de zone tussen de eenheid en een onderdeel (35b, 38c) vergemakkelijkt wordt, en de verankering optimaal laat verlopen. Bij spellen is een doel belangrijk, en dit kan in het frame (21, 36,40, 61, 91) zitten als onderdeel, namelijk een zone (44) of een in-elkaar-steekbare structuur (63) die als doel kan dienen om gewichtjes in, over, op of aan te mikken. Een ander leuk product is de sleutelhanger waarbij eventueel één of meerdere plaatjes tegelijk op elkaar wordt geplaatst bij de productie en aldus tenopzichte van elkaar wederzijdse druk uitoefenen, en dus ook qua visueel en manipulatief effect. Met één bandje is het leuk, maar meerdere kleuren bandjes maken nog meer combinatie van verdraaien mogelijk. Een meer puzzel-versie van de slleutelhanger heeft tenminste één ring (83) of andere vorm (bv. contour van een logo of product) met een open ruimte aan de binnenzijde dat bij de productie rond een plaatje wordt geplaatst, en aldus na montage verschuifbaar is. De gewichtjes kunnen diverse vormen (bv. stripfiguur, hamburgervorm, logo, letters, ...) hebben als versiersel of als promotiedrager (figuur 11) en kunnen zelfs op zich een verzamel-object zijn. Het amandel-vormige gewichtje is bijzonder interessant in deze optiek omdat deze bij samendrukken van de twee scherpe hoeken uit-zich-zelf springt indien de juiste flexibiliteit van schuimrubber of ander flexibel materiaal gebruikt wordt. De zelfstandige structuur kan als buitenvorm - buiten de driehoekige vormgeving zoals boven beproken en getoond in figuur 13, ook als buitenvorm diverse andere vormen hebben van haar van haar front (bv. hamburger-vorm - figuur 8, fles-vorm, Mickey-oren, fruit-vorm, dier-vorm, karikatuur van politici, ....) en/of van bepaalde onderdelen (bv. doorsteek element : neus, slurf, etc), al dan niet bedrukt. <Desc/Clms Page number 6> Bepaalde versmallingen (38a, 59,66, 122) zorgen ervoor dat een inkomend onderdeel meer stabiel in de opening gepositioneerd blijft, maar actentueren eventueel ook visuele aspekten (bv. figuur : een olifant-wippertje). Diverse producten zoals de balans, wipper, schietertje, catapult, sleuterhanger, lanceerder, gewichtje, zijn gemaakt uit schuimrubber gaande van 1 mm tot en met 15 mm, en hebben een densiteit van 25 tot en met 70 shore. Onze constructie-eenheid is naast industriële toepassingen (veer-systeem, hangsystemen, ...etc.) vooral dienstig als deel of opzich speelgoed voor kinderen en volwassenen op tafel of vloer, als promotiemiddel ( mailing, on-pack, in-pack, give-away, ...), als leermiddel met logische, coördinatieve en educatieve aspecten (bv. inzichten in het ruimtelijk denken en toepassen in de praktijk), en ook dienstig in grotere versies voor peutertuinen en scholen, alsook spellen voor tuin, zaal en pretparken, strand- en waterspelen, aangepaste TV-spellen (bv. families bouwen om ter snelst op én scoren), en speciale postkaart-versies, decoratie-element, testmiddel bij wedstrijden, ... waarbij deze uitvinding een aantal nieuwe spellen mogelijk maakt, maar tevens de mogelijkheid geeft om traditionele spellen te herformuleren (bv. vlooien spel met de wippers) en hen tegen zeer gunstige voorwaarden beschikbaar te maken voor de ganse bevolking omdat het productie procédé eenvoudig van concept is en omdat er van een vlakke plaat wordt uitgegaan.
Claims (3)
- Conclusies 1. Een zelfstandige flexibele 3D constructie-eenheid (10,16), bestaande uit een oppervlak (10,20, 24,25, 30) met tenminste twee andersgevormde zones (15, 10b, 102 en 107) en tenminste één gebogen spannings-sector (druk, torsie, persing, etc.) (13a, 34b, 34f, 54,55, 56) die verkregen wordt door eerst de specifieke onderdelen eerst ten opzichte van elkaar te verplooien (omplooien 10b tov 15, draaien, torsen, ...) waarbij op versmalde zones (11 a, 11 b, 34a, 34b, 34c, 84,66) van een onderdeel een grotere doorbuiging en/of kortere plooing wordt verkregen en op bredere zones (34e, 34f) een geringere doorbuiging en/of langere plooing wordt verkregen, en door vervolgens het met elkaar verbinden van de geëigende specifieke zones (10f en 10d, 28 in 29,26 in 27) door bepaalde van hun sub-delen (punt, opening, opening-verwekende snijding 121-123 - 131,tand 85, uitsteksel, versmalling, ...) met elkaar te verbinden door middel van steek- verbinding (en), tand-verbinding (en), omzwachel-verbinding(en), haak- verbinding (en) en/of lijm-verbinding, waarbij eventueel bepaalde sub-delen (bv. een boog-opening 39a buigt 38c, 52a en 52b penetreert 51 enkel bij gezamelijke torsing 57, tussen-stuk 126 met opening 125 of snijding 123 geeft extra interne boog in de holte 34i) tot bijkomende spannings-sectoren kunnen verplichten zodat - hetzij gezamelijk hetzij afzonderlijk de gewijzigde eigenschappen van het oppervlak - diverse producten of delen van producten (industriële klemsystemen, dichtingen, veer-systemen en speelgoedjes) worden verkregen met unieke eigenschappen, zoals : a. een balans (16) die ondermeer volgende eigenschappen heeft:bestaande uit tenminste één constructie-structuur (figuur 1, figuur 2 met variantes) waarin in een opening (10e) een arm (22) wordt gestoken of opgeplaatst waarop gewichtjes (23) worden geplaatst door de spelers tot een gewichtje valt, en waarbij de structuur, de arm en de gewichtjes eventueel gezamelijk deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (21), b.een wipper (figuur 3, 4, 5, 12 en 13), waarvan een deel (35b) door een speficiek geplaatste opening (31 a of 31 b, 57 in 58, 129 in 127 of 128, top A in opening 131) wordt gestoken, waarbij versmallingen en verbredingen bij plooing zulke specifieke doorbuigingen veroorzaken dat bij het met de vinger (34g) indrukken van een specifieke sector (34h) tevens bijkomende spanning-sectoren (33 aan 35a) ontstaat, zodat bij na het afschuiven van de vinger van de specifieke sector de wipper omhoogveert, en waarbij de structuur zelf en additionele elementen (42,45, 46,44) deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (36,40), c. een schietertje (figuur 3, 41) dat ondermeer volgende eigenschappen heeft :bezittende de vorm van bovenvermelde wipper waarbij gewichtjes (42, figuur 5) worden gecatapulteerd door het loslaten van een uitsteksel (35b) waarop een gewichtje werd gelegd na het opspannen, en waarbij de structuur en de gewichtjes eventueel gezamelijk deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (40), d. gewichtjes die ondermeer volgende eigenschappen hebben :eerste gewichten kunnen zijn (zoals bv. een schijfje met tenminste één tand-opening 23, een amandel-vorm zonder opening 110 of met opening 112, een versteekbare lus (62), etc. ) die dienen als gewicht op een balans en/of kunnen weggeschoten worden, e. een catapult (60), waarbij een onderdeel (64) door een opening (65) wordt gestoken tot een rust-zone (66), voorbij een stop-zone (67), en waarbij het doorgestoken onderdeel (64) tussen de vingers wordt gehouden en een gewichtje (62) op het grotere onderdeel (68) wordt gelegd en die zone wordt aangetrokken en losgelaten, en waarbij de <Desc/Clms Page number 8> structuur en de gewichtjes eventueel gezamelijk deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (61), f. veer-systeem (figuur 7, bv.voor bedden) waarbij een veer gevormd wordt door een plaat (70) waarvan een onderdeel (71) wordt omgeplooid en door een opening (73) wordt gestoken zodat de twee uiteinden (71 en 74) samenvallen maar van elkaar wegbuigen en vervolgens hetzij samen in een juist passende opening (bv. in latten, in bodem) worden geplaatst, hetzij eerst worden gelijmd, waarbij de verkregen boog-zone (72) bijzonder grote veerkracht heeft, g. een sleutelhanger waarvan het lichaam gevormd wordt door tenminste één plaatje (80) waaraan één of meer torsingen wordt gegeven aan de middenzone (82) waarbij op de smallere zones (84) het plaatselijke oppervlak een grotere draaing vertoont en vervolgens de twee uiteindenden (81 a en 81 b) bij elkaar worden gevoegd (bv. door verlijming, loszittend, door instekking, etc.) waarna een bekend sleutel-bevestigingssysteem in de geëigende opening (en) wordt geplaatst, zodat een flexibele getorste sleutelhanger wordt gekregen die bovendien verdraaibaar blijft tijdens het gebruik en aldus tal van ruimtelijke vormen kan aannemen, h. een lanceerder (90,100) bestaande uit een plaat met tenminste één uitsteksel (95) en een gebogen opening in het midden die rond een cilindrische vorm (bv. drinkblik, fles, youghurt-potje, vinger, glas, stylo, potlood, steel, etc. ) en/of een niet-cilindrische vorm (bv. tetrablik, vierkante fles met afgeronde hoeken, tobleron-verpakking, etc. ) wordt geplaatst, en waar, hetzij de doormeter van de binnencircel (93) of binnenvorm juist iets kleiner is dan de doormeter van het te omgeven voorwerp, hetzij bestaat uit zelf-opspannende onderdelen (bv.vertandingen 101, insnijdingen in oppervlak 103, etc.) die bij het plaatsen van de vorm automatisch buigen en een druk op het centrale voorwerp uitoefenen, aldus een spannings-zone opbouwend, waarbij een gewichtje (94) op een uitstekende onderdeel wordt geplaatst dat wordt geplooid - en aldus plaatselijk een torsie van de plaat veroorzaakt - en dan wordt losgelaten en daarbij het gewicht lanceert, en waarbij de structuur en de gewichtjes eventueel gezamelijk deel kunnen uitmaken van één enkele plaat of frame (91), en waarbij bij alle toepassingen extra onderdelen (bv.steunvoet 46 voor opening 47 , extra-druk-opbouw-element/sier-element 45 voor holte 34i) in de zelfstandige structuur kunnen ingepast worden om structurele, functionele en/of visuele redenen, en waarbij tevens diverse druk en indruk-techieken kunnen gebruikt worden om visuele en informatieve effecten en boodschappen toe te voegen aan het product;
- 2. Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, die hetzij afzonderlijk, hetzij deel uitmaakt van een grotere plaat met meerdere onderdelen, verkregen wordt door ofwel het kappen (stanzen), zagen en/of snijden (inclusief: Waterjet, laser, etc. ) van een plaat (40) gemaakt uit een flexibele materiaal (bv.EVA- schuimrubber, PE, recuperatie-materiaal) ofwel verkregen uit een mould-injection proces, eventueel in meerdere kleuren (bv. twee lagen schuimrubber van verschillende kleur);
- 3 . Constructie-eenheid (100), zoals beschreven in conclusie 1, waarvan de buigingseigenschappen en/of de spanning-coefficient (en) zone kunnen worden geregeld door het verbreden (106) van een buigingszone (105) tenopzichte van de axis (104) van een opening (101) waardoor op de verbreding (106) meer stijfheid ontstaat; <Desc/Clms Page number 9> 4.Constructie-eenheid (100), zoals beschreven in conclusie 1, waarbij bepaalde onderdelen een manipulatieve functie hebben inzake spanningsopbouw, bv. zone 102 wordt tussen vingers (vinger en duim) geblokkeerd zodat bij het achteruit trekken van zone 107 meer spanning ontstaat op positie 106; 5. Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan door de vormgeving en/of positionering van de opening (en) degeëigende onderdelen (35b) die via deze opening (en) deflexibele plaat penetreren verplicht worden zich te buigen in een bol/holle vorm (39a) en/of in een haakse positie (31 a) waardoor een hogere span-kracht en/of constante extra torsie wordt gegeven aan het inkomende onderdeel van de flexibele plaat waardoor de totale interne energie van de constructie verhoogt; 6.Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, met een klemzone die gevormd wordt door een opeenvolgende versmalling en verbreding in een zone van een onderdeel waarbij de verbreding (38b) zich achter de (ingeschoven) opening van een ander onderdeel zal positioneren zodat daar (38a) een grotere knelling wordt bereikt - verder knel-zone genoemd ; 7. Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, waarbij het flexibel materiaal bij doorsteking in een opening met geringe doormeter (31 b) dan het instekend stuk (35b) bij de finale positie een wederzijdse expansie ontstaat tussen de twee stukken - verder expansie-effect genoemd - die de tussen de twee stukken bereikte positie aldus positioneert ; 8.Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, en andere onderdelen, bestaande uit schuimrubber, karton, papier, andere flexibele kunststoffen of combinaties (bv. laminaten, onderdelen, ...) ervan, en waarvan bepaalde uitvoeringen ook in geinjecteerde materialen kunnen uitgevoerd worden; 9. Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, en andere onderdelen, waarbij - ingeval van schuimrubber - door middel van thermische druktechnieken op bepaalde plaatsen een verhoging en/of een verlaging wordt verkregen van de densiteit zodat de flexibele eigenschappen wijzigen, en bovendien blijvend indrukken voor logo's, symbolen en afbeeldingen kan worden gerealiseerd; 10.Constructie-eenheid, zoals omschreven in conclusie 1, die vervangen wordt door meerdere onafhankelijke delen die samen het constructie-geheel vormen, eventueel met het doel het geheel te verpakken in een kleinere doos en/of zakje, bv. een speciaal CD doosje, in het deksel van een choco-deksel, etc.; 11. Constructie-eenheid, zoals omschreven in conclusie 1, die samen met andere onafhankelijke delen in een gezamelijk plaatje/frame (21,40, 61, 91) zitten, eventueel met het doel het geheel te verpakken in een doos en/of zakje, bv. een speciaal CD doosje, in het deksel van een choco-deksel, etc.; 12.Constructie-eenheid, zoals omschreven in conclusie 1, waarbij versmallingen en verbredingen andere plooi-effecten veroorzaken in specifieke zone(s), zoals bv. een plaat met volledige zones 12a (en 12b) geeft een grotere stijfheid in zone 13a en in 10a en deels in zone 17 zodat daar bij montage geen gelijkmatig buiging wordt verkregen, dan indien speciefieke versmallingen 11 a (en 11 b) worden toegepast; 13.Constructie-eenheid (fig. 5), zoals omschreven in conclusie 1, waarbij onderdelen (52a en 52b) kunnen worden samengevoegd (op elkaar geplooid) waardoor locaal een extra torsie (53) wordt verkregen vooraleer deze beiden in een opening (51,57) te plaatsen, zodat ook de totale structuur meer spanning ondergaat ; <Desc/Clms Page number 10> 14.Constructie-eenheid (fig. 5), zoals omschreven in conclusie 1, waarin en/of waaraan andere structuren (bv. schuimrubberen stukje) worden geplaatst, bv. extra armen aan een robot-figuurtje, voetjes, neus, etc.; 15.Wipper (30,37), zoals omschreven in conclusie 1, waarvan de buitenvormen van de constructie-eenheid - en bijgevolg ook qua uitsteksels (35b) en buitenzijde (34f) - verschillende vormen kunnen hebben (bv. neutraal 30, olifant- effect 37, crocodile, hondje, vogel, dinosaurus, konijn, vleugels, oren, tanden 38b, slurfje 38c, horens, etc.), aldus verzamel-objecten vormend ; 16.Wipper (30,37), zoals omschreven in conclusie 1, die deel uitmaakt van een gezelschapspel met meerdere wippers (in diverse vormen en/of kleuren) en waarbij naar tenminste één veld (papier, binnenzijde doos, etc.) en/of diverse zones (bv. punten, kleuren, letters, cijfers, woorden, optelsommen, landen, losse plaatjes met bedrukking, munten, etc. ) wordt gewipt met als doel de hoogste score te behalen, een plaatje te bemachtigen, of een opdracht uit te voeren, of om een deel ervan te vermijden (bv. vijver met pirana's), en eventueel ook als café-spel (bv. mikken naar bier-kaartjes) of als promotie-spel (bv. mikken naar Danone-potje); 17. Wipper (50), zoals omschreven in conclusie 1, bevattende tenminste één opening waarin tenminste één onderdeel (52a) in een getorste positie wordt geplaatst; 18.Wipper (50), zoals omschreven in conclusie 1, bevattende tenminste twee onderdelen (52a en 52b) die worden samengedrukt (57a en 57b) - en daardoor het oppervlak plaatselijk aan elke zijde 90 graden vervormen (53) waardoor een nieuwe spanning ontstaat (zone 55), en waarbij nadien de samengebrachte zones (57) in tenminste één opening (57) worden gepositioneerd zodat de torsing vastgehouden wordt, en daardoor een bijkomend spanningzone (54) ontstaat tussen de opening en de ingebrachte onderdelen, waardoor bij het met de vinger indrukken van de bijkomende spanningszone tenminste een derde zone (56) wordt ingedrukt waardoor de wisselwerking van het geheel van spanningszones een dusdanige sterke spanning in de structuur brengen dat deze bij het loslaten een sprong maakt, zich afzettend tegen het oppervlak (bv. tafel, vloer, etc. ) waartegen het gedrukt was; 19.Wipper (130a), zoals omschreven in conclusie 1, zijnde in één van zijn meest eenvoudige basis-vormen een gelijkzijdige driehoek (ABC) is waarbij tenminste één opening (131) gelegen is in de zone die begrensd wordt door het zwaartepunt D en snijpunt E (hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de basis hoeken B en C naar de punten H en J die op het onderste vierde van de lijnstukken AB en AC liggen); 20.Wipper (130b), zoals omschreven in conclusie 1, zijnde in een eenvoudige basis-vorm een driehoek (A, F1 en F2) waarbij tenminste één opening gelegen is in de zone die begrensd wordt door het zwaartepunt en een snijpunt (hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de basis hoeken F1 en F2 naar de punten die op het onderste vierde van de lijnstukken A-F1 en A-F2 liggen), waarbij de basis lengte F1-F2 maximaal de dubbele lengte is van de hoogte (lijn F1-F2 tot punt A); 21.Wipper (130C), zoals omschreven in conclusie 1, zijnde in een eenvoudige basis-vorm een driehoek (A, G1 en G2) waarbij tenminste één opening gelegen is in de zone die begrensd wordt door het zwaartepunt en een snijpunt (hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de basis hoeken G1en G2 naar de punten die op het onderste vierde van de lijnstukken A-G1 en A-G2 liggen), waarbij de <Desc/Clms Page number 11> basis lengte G1-G2 minimaal één vierde is van de lengte van de hoogte (lijn G1-G2 tot punt A); 22. Wipper , zoals omschreven in conclusie 1, waarvan de eenvoudige basis-vorm een driehoek is waarvan de verhoudingen liggen tussen de grenzen zoals omschreven in conclusies 20 en 21; 23. Wipper, zoals omschreven in conclusie 1, waarvan de dikte van het materiaal maximaal drie tiende bedraagt van de hoogte tussen de basis lijn en de het top- punt A; 24.Wipper, zoals omschreven in conclusie 1, waarvan de breedte van de opening tenminste op één millimeter ligt van de zijkanten van de zelfstandige structuur ; 25. Wipper, zoals omschreven in conclusie 1, zijnde in één van zijn meest eenvoudige basis-vormen een rechthoek is waarbij tenminste één opening gelegen is in de zone die begrensd wordt door zijn zwaartepunt en een snijpunt hetwelk het resultaat is van snij-lijnen uit de onderste basishoeken naar twee tegenoverelkaarliggende punten die op het helft van de zijkanten liggen; 26. Wipper , zoals omschreven in conclusie 1, waarvan de basis-spannings-vorm maximaal gelegen is tussen de verhoudingen zoals omschreven in conclusies 22 en 25; 27.Frame (21,36, 40,61, 91), zoals omschreven in conclusie 1, dat een zone (44) bevat of een in-elkaar-steekbare structuur (63) kan bevatten die als doel kan dienen om gewichtjes in te mikken; 28. Opening (32,39c, 39b, 65), zoals omschreven in conclusie 1, daaronder ook verstaan een vormgeving (bv. snijding 43,121, 127,128, 125,43, 131) ervan die zorgt dat de structurele verplooing van de zone tussen haar en een onderdeel (35b, 38c) vergemakkelijkt wordt; 29. Sleutelhanger, zoals beschreven in conclusie 1, waarbij eventueel meerdere plaatjes tegelijk op elkaar wordt geplaatst bij de productie en aldus tenopzichte van elkaar wederzijdse druk uitoefenen, en dus ook qua visueel en manipulatief effect ; 30.Sleutelhanger, zoals beschreven in conclusie 1, waarbij tenminste één ring (83) of andere vorm met een open ruimte aan de binnenzijde bij de productie rond een plaatje geplaatst wordt, en aldus na montage verschuifbaar is; 31 .Gewichtjes, zoals omschreven in conclusie 1, die diverse vormen (bv. stripfiguur, hamburgervorm, logo, letters, ...) kunnen hebben als versiersel of als promotiedrager (figuur 11) en verzamel-object; 32. Gewichtjes (110), zoals omschreven in conclusie 1, met (112) of zonder opening - in een elpise-vorm met nauw uitlopende punten (scherp of afgerond) die bij het op elkaar plooien tussen de vingers van de twee smallere punten wegspringen ; 33.Zelfstandige structuur, zoals omschreven in conclusie 1, die als buitenvorm van het front van de constructie eenheid zelf (bv. hamburger-vorm - figuur 8, fles- vorm, Mickey-oren, fruit-vorm, dier-vorm, karikatuur van politici, ....) en/of bepaalde onderdelen (bv. doorsteek element : neus, slurf, etc) bepaalde vormen hebben, al dan niet bedrukt; 34. Versmalling (38a, 59, 66, 122), zoals omschreven in conclusie 1, die ervoor zorgt dat een inkomend onderdeel meer stabiel in de opening gepositioneerd blijft; <Desc/Clms Page number 12> 35. Balans, zoals beschreven in conclusie 1, waarbij beide onderdelen aldus een opgespannen geheel vormen met aan de onderzijde tenminste één gelijkmatig gebogen zone (17); 36.Balans, wipper, schietertje, catapult, sleuterhanger, lanceerder, gewichtje, zoals omschreven in conclusie 1, gemaakt uit schuimrubber gaande van 1 mm tot en met 15 mm, en een densiteit van 25 tot en met 70 shore A; 37. Balans, wipper, schietertje, catapult, sleuterhanger, lanceerder, gewichtje, zoals omschreven in conclusie 1, gemaakt uit schuimrubber met een densiteit van 20 tot en met 70 shore A; 38.Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, en andere onderdelen, die worden bedrukt en/of behandeld door middel van bekende technieken (bv. zeefdruk, transfer-druk, tampon-druk, zelfklevers, in-mould, hoog-frequent, etc.); 39.Constructie-eenheid, zoals beschreven in conclusie 1, die naast industriele toepassingen (veer-systeem, hangsystemen, ...etc.) dienstig kan zijn als speelgoed voor kinderen en volwassenen op tafel of vloer, als promotiemiddel ( mailing, on-pack, in-pack, give-away, ...), als leermiddel met logische, coördinatieve en educatieve aspecten (bv. inzichten in het ruimtelijk denken, tactiele controle, schatten afstand, en toepassen in de praktijk), en ook dienstig in grotere versies voor peutertuinen en scholen, alsook spellen voor tuin, zaal en pretparken, strand- en waterspelen, aangepaste TV-spellen (bv.families bouwen om ter snelst op én scoren), en speciale postkaart-versies, decoratie- element, testmiddel bij wedstrijden,... waarbij deze uitvinding een aantal nieuwe spellen mogelijk maakt, maar tevens de mogelijkheid geeft om traditionele spellen te herformuleren (bv. vlooien spel met de wippers) en hen tegen zeer gunstige voorwaarden beschikbaar te maken voor de ganse bevolking omdat het productie procédé eenvoudig van concept is en omdat er van een vlakke plaat wordt uitgegaan.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2003/0006A BE1015270A6 (nl) | 2003-01-03 | 2003-01-03 | Constructie-eenheid. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2003/0006A BE1015270A6 (nl) | 2003-01-03 | 2003-01-03 | Constructie-eenheid. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1015270A6 true BE1015270A6 (nl) | 2004-12-07 |
Family
ID=33480071
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2003/0006A BE1015270A6 (nl) | 2003-01-03 | 2003-01-03 | Constructie-eenheid. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1015270A6 (nl) |
-
2003
- 2003-01-03 BE BE2003/0006A patent/BE1015270A6/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2522337C (en) | Customizable wobble objects | |
US5820383A (en) | Magnetic manipulatives book | |
US4213531A (en) | Card with removable three dimensional figurine | |
US20030162471A1 (en) | Combined story media and puppet toy | |
US20060038345A1 (en) | Design game with deductive component | |
US4906216A (en) | Paper spinning top | |
BE1015270A6 (nl) | Constructie-eenheid. | |
US7458873B2 (en) | Flying merchandise | |
US5800236A (en) | Toy casting card having a concave or convex lens | |
US6533636B2 (en) | CD spacer | |
US3773328A (en) | Hidden indicia game board and associated toy sheet with similar indicia | |
GB2250212A (en) | Rotating flying toy | |
US4085933A (en) | Spring-hook device for scoring in a target type game | |
US5962087A (en) | Book and figurine combination | |
NL8220047A (nl) | Spelinrichting met aangedreven spelorgaan. | |
EP2216185B1 (en) | Improvements to greeting cards | |
BE1012089A6 (nl) | Gewichtenspel. | |
JP3449927B2 (ja) | 簡易組立式うちわ | |
TWM251638U (en) | Rolling toy | |
JP3116440U (ja) | 暫時像表出スティック玩具 | |
US20030051378A1 (en) | Patterned recreational card | |
KR200422172Y1 (ko) | 퍼즐식 블럭 | |
JP3012355U (ja) | カード型玩具 | |
EP3246079B1 (en) | Recreational device | |
WO2002036227A1 (en) | Flat shipped promotional spinning and flying toy |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20050131 |
|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20050131 |