BE1014528A3 - Werkwijze en inrichting voor het beveiligen van een elektrische kring. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het beveiligen van een elektrische kring, waarbij deze kring (2, 22, 23, 24) tijdens gebruik via aansluitpolen (7) met voedingspolen (5) in verbinding staat, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze erin bestaat dat bij het beveiligen van de elektrische kring (2,22,23, 24) de aansluitpolen (7) worden losgekoppeld van de voedingspolen (5) en deze aansluitpolen (7) onderling worden kortgesloten; De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het beveiligen van een elektrische kring, meer speciaal volgens de voornoemde werkwijze, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een omschakelinrichting (4) , met aan de ingangszijde, voedingspolen (5) die in verbinding staan of in verbinding kunnen worden gesteld met een voeding (6) en aan de uitgangszijde aansluitpolen (7) die in verbinding staan of in verbinding kunnen worden gesteld met de elektrische kring (2) waarbij deze omschakelinrichting (4) een omschakeling tussen minstens twee schakelstanden toelaat, namelijk een eerste stand waarbij de aansluitpolen (7) met de voedingspolen (5) verbonden zijn, en een tweede stand waarbij de aansluitpolen (7) onderling kortgesloten zijn;

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het beveiligen van een elektrische kring. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het beveiligen van een elektrische kring, waarbij onder een elektrische kring iedere vorm van element of inrichting dient te worden verstaan waardoorheen elektrische stromen kunnen vloeien. 



  Meer speciaal heeft de uitvinding tot doel om zulke kringen in uitgeschakelde toestand optimaal te beveiligen tegen ongewenst gecreëerde spanningen, bijvoorbeeld ten gevolge van blikseminslag. Tevens heeft zij tot doel ervoor te zorgen dat, volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zulke kringen in uitgeschakelde toestand met zekerheid volledig spanningsloos worden gemaakt. 



  Hiertoe betreft zij in de eerste plaats een werkwijze voor het beveiligen van een elektrische kring, waarbij deze kring tijdens gebruik via aansluitpolen met voedingspolen in verbinding staat, met als kenmerk dat de werkwijze erin bestaat dat bij het beveiligen van de elektrische kring de aansluitpolen worden losgekoppeld van de voedingspolen en onderling worden kortgesloten. Zodoende wordt in de beveiligde toestand verkregen dat de aansluitpolen van de elektrische kring zich steeds op eenzelfde equipotentiaal bevinden en er bijgevolg geen stroom door de kring kan vloeien, zelfs niet bij accidentele inductie-invloeden, bij blikseminslagen of dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Bij voorkeur worden bij het beveiligen van de elektrische kring de kortgesloten aansluitpolen bovendien met een aarding verbonden, zodat de aansluitpolen volledig spanningsloos zijn en de elektrische kring in uitgeschakelde toestand bijgevolg nog beter beveiligd is. 



  Bij voorkeur wordt eveneens voor het loskoppelen van de aansluitpolen en voor het onderling kortsluiten daarvan en het eventueel verbinden ervan met de aarding, gebruik gemaakt van een omschakelinrichting die minstens twee standen kan innemen, namelijk een eerste stand waarbij de aansluitpolen met de voedingspolen verbonden zijn, en een tweede stand waarbij de betreffende aansluitpolen van de overeenstemmende voedingspolen zijn losgekoppeld en onderling met elkaar verbonden zijn, en desgevallend ook met voornoemde aarding verbonden zijn, zodat op eenvoudige manier, door het omschakelen, de elektrische kring gelijktijdig uitgeschakeld en beveiligd wordt. 



  De uitvinding kan worden toegepast voor de beveiliging van allerlei vormen van elektrische'kringen, zoals een spanningskring en/of een telefoniekring en/of een kring voor beeld-en/of geluidsverwerking en/of een kring voor datasignalen, waarbij onder een elektrische kring zowel een gebruiksapparaat op zieh kan worden verstaan als een netwerk waarop meerdere gebruiksapparaten op zieh zijn of kunnen worden aangesloten. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het beveiligen van een elektrische kring, meer speciaal volgens de werkwijze zoals hiervoor beschreven, met als 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 kenmerk dat zij minstens bestaat uit een omschakelinrichting, met aan de ingangszijde, voedingspolen die in verbinding staan of in verbinding kunnen worden gesteld met een voeding en aan de uitgangszijde minstens aansluitpolen die in verbinding staan of in verbinding kunnen worden gesteld met de elektrische kring, waarbij deze omschakelinrichting een omschakeling tussen minstens twee schakelstanden toelaat, namelijk een eerste stand waarbij de aansluitpolen met de voedingspolen verbonden zijn,

   en een tweede stand waarbij de aansluitpolen onderling kortgesloten zijn en bovendien bij voorkeur zijn verbonden met een aardingspool die in verbinding staat of in verbinding kan gesteld worden met een aarding. 



  Een bijzonder praktische uitvoeringsvorm van de inrichting is uitgevoerd in de vorm van een netspanningsconnector met een ingang in de vorm van een stekker met aardingspool en   een   of meer uitgangen, ieder in de vorm van stopcontacten, waarbij de voornoemde omschakelinrichting is aangebracht tussen, enerzijds, de voornoemde ingang en, anderzijds, de voornoemde uitgang of uitgangen, waarbij de stopcontacten in eenzelfde behuizing zijn ingebouwd en de omschakelinrichting bestaat uit een handmatig bedienbare schakelaar die eveneens in deze behuizing is ingebouwd. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande   tekeningen, waarin   : 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 figuren 1 en 2 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergegeven voor twee verschillende standen ; figuren 3 en 4 een variante weergeven, eveneens voor twee standen ; figuur 5 in perspectief een praktische uitvoeringsvorm weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding ; figuur 6 schematisch de inrichting van figuur 5 weergeeft ; figuur 7 een variante weergeeft van de inrichting van figuur   5 ;   figuur 8 schematisch een multifunctionele variant weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding ;

   figuur 9 een variante weergeeft van de inrichting van figuur 8. 



  In de figuren 1 en 2 is een inrichting 1 weergegeven volgens de uitvinding voor het beveiligen van een elektrische kring 2 waarin bijvoorbeeld een elektrisch gebruiksapparaat 3 is opgenomen. 



  De inrichting 1 bevat een omschakelinrichting 4 die in dit geval bestaat uit een mechanische schakelaar die als een dubbelpolige wisselschakelaar kan worden aanzien, met aan de ingangszijde, voedingspolen 5 die in verbinding staan met een voeding 6 en aan de uitgangszijde aansluitpolen 7 die in verbinding staan met de voornoemde elektrische kring 2. 



  De omschakelinrichting 4 bevat verder twee polen, hierna kortsluitpolen 8 genoemd, die door middel van een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 overbrugging 9 kortgesloten zijn en twee mechanische contactelementen 10 die door middel van een bedieningselement 11, tussen twee standen kunnen omgeschakeld worden, namelijk een eerste stand waarbij, zoals weergegeven in figuur   1,   de contactelementen 10 de aansluitpolen 7 met de voedingspolen 5 verbinden, en een tweede stand, zoals weergegeven in figuur 2, waarbij de contactelementen 10 de aansluitpolen 7 verbinden met de voornoemde onderling verbonden kortsluitpolen 8. 



  Het bedieningselement 11 is in dit geval gevormd door een mechanische en handmatig bediende schakelknop, doch het is duidelijk dat in de plaats daarvan ook bedieningsmiddelen kunnen worden aangewend van elektrische, elektronische of zelfs draadloos gestuurde aard. Hierbij wordt opgemerkt dat ook het eigenlijke omschakelelement niet noodzakelijk van mechanische aard hoeft te zijn, en bijvoorbeeld ook louter elektronisch kan worden uitgevoerd. 



  In de eerste stand, overeenkomstig figuur   1,   is de voornoemde elektrische kring 2 met de voeding 6 verbonden, zodat het gebruiksapparaat 3 van stroom kan voorzien worden, terwijl in de tweede stand, overeenkomstig figuur 2, de kring 2 van de voeding 6 is losgekoppeld, waarbij bovendien de twee aansluitpolen 7 van deze kring 2 zijn kortgesloten via de overbrugging 9, zodat zij zich noodgedwongen op eenzelfde equipotentiaal bevinden, waardoor de kring 2 bijgevolg beveiligd is tegen ongewenste stromen als gevolg van mogelijke spanningsverschillen die bijvoorbeeld door doorslag bij blikseminslag tussen de aansluitpolen 7 kunnen ontstaan. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  De omschakelinrichting 4 kan als een op zich staand element zijn uitgevoerd waarop dan het gebruiksapparaat 3 is aangesloten, bijvoorbeeld door middel van een kabel. 



  Het is evenwel duidelijk dat de omschakelinrichting 4 ook kan   geintegreerd   zijn in de behuizing van het gebruiksapparaat 3, waarbij in zulk geval het in de figuren 1 en 2 weergegeven kader K als behuizing kan worden aanzien. De omschakelinrichting 4 doet dan dienst als bedieningsschakelaar om het apparaat in en uit te schakelen en gelijktijdig in uitgeschakelde stand te beveiligen. 



  In de figuren 3 en 4 is een gelijkaardige inrichting 1 weergegeven zoals hiervoor besproken, doch waarbij de 
 EMI6.1 
 dit geval vourzien inrichting van een aardingspool 12 die in verbinding staat of in verbinding kan gesteld worden met een aarding 13. De aardingspool 12 is verbonden met de overbrugging 9 en de kortsluitpolen 8. 



  In de eerste stand van de omschakelinrichting 4, overeenkomstig figuur 3, is de werking van de inrichting 1 identiek aan deze van de   voorgaahde   uitvoeringsvorm en wordt de kring 2 onder spanning geplaatst. Via lijn A is het eigenlijk gebruiksapparaat 3 eventueel op klassieke manier geaard. 



  In de tweede stand, overeenkomstig figuur 4, wordt de kring 2 losgekoppeld en worden de aansluitpolen in dit geval met de aarding   13'verbonden,   zodat de kring 2 volledig 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 spanningsloos is en een overspanning dus volledig uitgesloten is. 



  In de figuren 5 en 6 is een praktische uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven in de vorm van een netspanningsconnector of verdeeldoos met, enerzijds, een ingang in de vorm van een op een aansluitsnoer 14 gemonteerde stekker 15 met aardingscontact 16 en, anderzijds, meerdere uitgangen, in dit geval in de vorm van drie stopcontacten 17, ieder met een aardingscontact 18 dat vast in verbinding staat met het voornoemde aardingscontact 16. De stopcontacten 17 zijn in een gemeenschappelijke behuizing'19 ingebouwd, waarin eveneens een omschakelinrichting 4 volgens de uitvinding is opgenomen die zich tussen de ingang en de uitgang bevindt. 



  Zoals zichtbaar in figuur 6, is de omschakelinrichting 4 analoog uitgevoerd als in de figuren. 1 en 2. Deze is uitgevoerd als een schakelaar die van buitenaf bedienbaar is. Eventueel kan hierin nog een lampje zijn ingebouwd dat oplicht wanneer de stopcontacten 17 onder spanning staan. De insteekcontacten 20 van de stopcontacten 17 zijn in parallel op de twee aansluitpolen 7 aangesloten. De voedingspolen 5 zijn door middel van het aansluitsnoer 14 met de contactpennen 21 van de voornoemde stekker 15 verbonden. 



  De netspanningsconnector wordt gebruikt voor het beveiligen van   een   of meer gebruiksapparaten die op de stopcontacten 17 worden aangesloten, terwijl de stekker 15 in een stopcontact van het net wordt gestoken. De voornoemde 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 elektrische kring 2 wordt dan gevormd door de stopcontacten 17 en de erop aangesloten gebruiksapparaten. 



  In de in streeplijn weergeven stand van de schakelaar worden de stopcontacten 17 en de eventueel erop aangesloten gebruiksapparaten met het net verbonden, terwijl in de andere stand, zoals in volle lijn is weergegeven in figuur 6, de stopcontacten 17 en gebruiksapparaten van het net zijn losgekoppeld, waarbij bovendien de insteekcontacten 20 kortgesloten zijn, zodat alle ingeplugde gebruiksapparaten beveiligd zijn. 



  Het is duidelijk dat, volgens een niet in de figuren weergegeven variante, de kortsluitpolen 8 vast met de aarding 13 in verbinding kunnen staan, bijvoorbeeld door middel van een elektrische verbinding tussen de overbrugging 9 en de aangeduide aardingspool 12, zodat in de beveiligde stand alle aansluitpolen 7 bovendien met de aarding verbonden zijn. 



  In figuur 7 is een uitvoeringsvariante weergegeven van de hiervoor beschreven netspanningsconnector, waarbij   slechts     een   enkel stopcontact 17 voorzien is dat samen met de stekker 15 en de omschakelinrichting 4 in   een   behuizing 19   geintegreerd   is, zodanig dat de inrichting 1 zonder tussenkomst van een snoer 14 rechtstreeks in een stopcontact van het net kan aangebracht worden. 



  In figuur 8 is een multifunctionele uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven, welke geschikt is voor het beveiligen van twee of meer, in dit 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 geval drie, soorten elektrische kringen 2, bijvoorbeeld een spanningskring 22, een kring 23 voor datasignalen, een telefoniekring 24, en eventueel ook uitbreidbaar tot een niet in de figuur weergegeven kring voor   beeld-en/of   geluidsverwerking, waarbij onder een elektrische kring 2 zowel een gebruiksapparaat 3 op zich kan worden verstaan als een netwerk waarop meerdere gebruiksapparaten 3 zijn of kunnen worden aangesloten. 



  Hiertoe bevat de inrichting 1 voor elke soort kring 2 een elektrische afzonderlijke omschakelinrichting 4 waarvan de voedingspolen 5 respectievelijk zijn gekoppeld aan een voedingsnet 25, aan een datanet 26 en aan een telefonienet 27. 



  De omschakelinrichtingen 4 worden in dit geval door middel van een gezamenlijk bedieningselement 11 gelijktijdig omgeschakeld, zodat alle gebruiksapparaten 3 van alle kringen 2, respectievelijk 22,23 en 24, gelijktijdig van het betreffende net, respectievelijk 25,26 en 27, losgekoppeld worden en beveiligd worden. 



  Het is duidelijk dat voor elke omschakelinrichting 4 een apart bedieningselement 11 kan voorzien worden zodat elke kring 2 afzonderlijk kan beveiligd worden. 



  Het is ook duidelijk dat, zoals weergegeven in figuur 9, de respectievelijke kortsluitpolen 8 van alle omschakelinrichtingen 4 onderling en met een aarding 13 kunnen verbonden zijn. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat onder het begrip "polen" iedere vorm van elektrische verbinding, aansluiting of dergelijke kan worden verstaan. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke werkwijze en inrichting kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

Conclusies.

1. - Werkwijze voor het beveiligen van een elektrische kring, waarbij deze kring (2,22, 23,24) tijdens gebruik via aansluitpolen (7) met voedingspolen (5) in verbinding staat, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze erin bestaat dat bij het beveiligen van de elektrische kring (2,22, 23, 24) de aansluitpolen (7) worden losgekoppeld van de voedingspolen (5) en deze aansluitpolen (7) onderling worden kortgesloten. EMI11.1

2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat bij het beveiligen, de kortgesloten aansluitpolen (7) bovendien met een aarding (13) worden verbonden.

3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat voor het loskoppelen van de aansluitpolen (7) en voor het onderling kortsluiten daarvan en het eventueel verbinden ervan met de aarding (13), gebruik wordt gemaakt van een omschakelinrichting (4) die minstens twee standen kan innemen, namelijk een eerste stand waarbij de aansluitpolen (7) met de voedingspolen (5) verbonden zijn, en een tweede stand waarbij de betreffende aansluitpolen (7) van de overeenstemmende voedingspolen (5) zijn losgekoppeld en desgevallend onderling met elkaar verbonden zijn, en eventueel ook met voornoemde aarding (13) worden verbonden.

4.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij wordt toegepast voor de beveiliging van elektrische kringen, zoals een <Desc/Clms Page number 12> spanningskring (22) en/of een telefoniekring (24) en/of een kring voor beeld-en/of geluidsverwerking en/of een kring (23) voor datasignalen, waarbij onder een elektrische kring (2,22, 23,24) zowel een gebruiksapparaat (3) op zieh kan worden verstaan als een netwerk waarop meerdere gebruiksapparaten (3) zijn of kunnen worden aangesloten.

5.-Inrichting voor het beveiligen van een elektrische kring, meer speciaal volgens de werkwijze van een van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een omschakelinrichting (4), met aan de ingangszijde, voedingspolen (5) die in verbinding staan of in verbinding kunnen worden gesteld met een voeding (6) en aan de uitgangszijde aansluitpolen (7) die in verbinding staan of in verbinding kunnen worden gesteld met de elektrische kring (2), waarbij deze omschakelinrichting (4) een omschakeling tussen minstens twee schakelstanden toelaat, namelijk een eerste stand waarbij de aansluitpolen (7) met de voedingspolen (5) verbonden zijn, en een tweede stand waarbij de aansluitpolen (7) onderling kortgesloten zijn.

6.-Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat zij een aardingspool (12) bevat die in verbinding staat of in verbinding kan gesteld worden met een aarding (13) en dat in de voornoemde tweede stand de kortgesloten aansluitpolen (7) met deze aardingspool (13) verbonden zijn.

7.-Inrichting volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de omschakelinrichting (4) bestaat uit een <Desc/Clms Page number 13> schakelelement gekozen uit volgende reeks : een schakelaar met mechanische contactelementen (10)'of een elektronisch schakelelement.

8.-Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de schakelaar bestaat uit een dubbelpolige wisselschakelaar.

9.-Inrichting volgens een van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de omschakelinrichting (4) bedieningsmiddelen (11) bevat die een bediening via een of meer van volgende mogelijkheden toelaten : handmatig, mechanisch, elektrisch, elektronisch, via een draadloze verbinding.

10.-Inrichting volgens een van de conclusies 5 tot 9, daardoor gekenmerkt dat zij is uitgevoerd als een netspanningsconnector met een ingang in de vorm van een stekker (15) met aardingscontact (16) en een of meer uitgangen, ieder in de vorm van stopcontacten (17), waarbij de voornoemde omschakelinrichting (4) is aangebracht tussen, enerzijds, de voornoemde ingang en, anderzijds, de voornoemde uitgang of uitgangen.

11.-Inrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat minstens de stopcontacten in eenzelfde behuizing (19) zijn ingebouwd en dat de omschakelinrichting (4) bestaat uit een handmatig bedienbare schakelaar die eveneens in deze behuizing (19) is gemonteerd. <Desc/Clms Page number 14>

12.-Inrichting volgens een van de conclusies 5 tot 11, daardoor gekenmerkt dat zij multifunctioneel is uitgevoerd met aansluitmiddelen die toelaten dat zij geëigend is te worden ingezet voor het beveiligen van twee of meer soorten elektrische kringen (2) gekozen uit de volgende reeks : een EMI14.1 spanningskring (22), een telefoniekring (24), een kring voor beeld-en/of geluidsverwerking, een kring (23) voor datasignalen, waarbij onder een elektrische kring (2) zowel een gebruiksapparaat (3) op zieh kan worden verstaan als een netwerk waarop meerdere gebruiksapparaten (3) op zieh zijn of kunnen worden aangesloten.