<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het opslaan van afbreekbaar organisch afval.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tijdelijk opslaan van afbreekbaar organisch afval, meer specifiek voor het opslaan van selectief opgehaald groente-, fruit-, vlees-en tuinafval, kortweg bekend als GFT afval.
Huishoudelijk afval wordt in toenemende mate selectief bewaard, waarbij GFT afval dikwijls binnenshuis wordt opgeslagen in recipiënten zoals zakken, vuilnisemmers of afvalbakken enz., die meestal in huis in een aparte bergplaats, in de garage, in de kelder en veelal onder het aanrecht in de keuken worden bewaard. Het afval wordt in veel gevallen nadien geledigd in een grotere afvalcontainer, veelal van een type opgelegd door de overheid of door lokale afvalophaaldiensten.
Voornoemde zakken, vuilnisemmers, afvalbakken, afvalcontainer enz. worden hierna recipiënten genoemd.
Dergelijke recipiënten kunnen niet reukdicht afgesloten worden en zorgen bijgevolg voor geurhinder door het spontaan afbreken van het organisch afval, vooral in een warme omgeving. Daarenboven trekt het afval ongedierte aan.
De huidige uitvinding heeft tot doel een inrichting voor opslag van organisch afval voor te stellen waarbij het afbraakproces van het opgeslagen afval wordt afgeremd en om de reukhinder op een aanvaardbaar niveau te houden of zelfs uit te sluiten.
<Desc/Clms Page number 2>
Hiertoe bevat de inrichting, volgens de uitvinding, benevens een recipiënt, bijvoorbeeld een vuilnisemmer, een afvalbak of een afvalcontainer, koelmiddelen om de inhoud van de recipiënt te koelen of te doen bevriezen.
Doordat het organisch afval gekoeld of bevroren wordt en op die manier het rottingsproces wordt afgeremd of tegengehouden, zal de reukhinder tot een minimum beperkt worden. Daardoor kan het afval langer bewaard worden en moet het minder frequent worden aangeboden voor ophaling waardoor kan worden bespaard op de kosten voor de afvalophaling.
De koelmiddelen kunnen bestaan uit een klassieke koelinstallatie met elektrische voeding maar ze kunnen ook bestaan uit een of meer zogenoemde Peltier koelelementen of uit een koelsysteem op basis van C02' De recipiënt is bij voorkeur dubbelwandig en bevat dus een buitenbak en een binnenste afvalkuip en is bij voorkeur uitgerust met een afsluitdeksel.
Het afval wordt verzameld in de bij voorkeur thermisch geïsoleerde afvalkuip. De koelmiddelen bevinden zieh dan in de ruimte tussen de afvalkuip en de buitenbak.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld, zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting voor het opslaan van afbreekbaar organisch afval volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
<Desc/Clms Page number 3>
figuur 1 schematisch een doorsnede weergeeft van een dergelijke inrichting ; figuur 2 een zieht in perspectief weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm en met gedeeltelijke wegsnijding.
De inrichting voor het opslaan van huishoudelijk organisch afval, zoals weergegeven in figuur 1, bevat in hoofdzaak een sokkel 1 en een mobiele afvalcontainer 2 als recipiënt.
De afvalcontainer 2 bezit een dubbele wand en is dus gevormd door een buitenbak 3 en daarin een binnenste afvalkuip 4.
In de vrije tussenruimte tussen de buitenbak 3 en de afvalkuip 4 zijn koelmiddelen 5 aangebracht.
Bovenaan is aan de buitenbak 3 al dan niet een afsluitdeksel 6 met handvat 7 scharnierend bevestigd.
De buitenbak 3 is aan een zijde, van steunribben 8 of poten voorzien en aan de tegenoverliggende zijde van twee wielen 9 voorzien.
Voor het verrijden van de afvalcontainer 2 is een greep 10 aan de buitenbak 3 bevestigd.
De koelmiddelen 5 zijn door een klassieke elektrische koelinrichting gevormd die een koelcircuit bezit met daarin achtereenvolgens een verdamper 12, een compressor 14 aangedreven door een elektrische motor 15, een condensor 13 en een ontspanner 16.
<Desc/Clms Page number 4>
De afvalkuip 4 kan uit kunststof of metaal vervaardigd zijn en is bekleed met een thermische isolatie 11.
In deze isolatie 11 is, in contact met de wand van de afvalkuip 4, de verdamper 12 ingewerkt voor het koelen van de binnenruimte van deze afvalkuip 4.
De buitenbak 3 is bijvoorbeeld uit kunststof vervaardigd en tegenover de condensor 13, die tussen de isolatie 11 en de wand van de buitenbak 3 is gelegen, is deze wand van openingen 3A voorzien voor het afkoelen van de condensor 13.
Het deksel 6 is aan de binnenzijde eveneens van thermisch isolerend materiaal 11 voorzien en kan de afvalkuip 4 hermetisch afsluiten.
Indien de afvalkuip 4 uit een ferromagnetisch metaal vervaardigd is, kunnen hiervoor magneetbanden in een rubberen omhulsel aangebracht worden op het deksel 6 of op de afvalkuip 4.
De elektrische stroomvoorziening van de motor 15 van de koelmiddelen 5 gebeurt via elektrische contacten 17 in de bodem van de buitenbak 3 en kan worden onderbroken door een thermostatische schakelaar 18 met een temperatuursonde 19 die in contact is met de omgeving van de verdamper 12.
De sokkel 1 bevat verzonken elektrische contacten 20 die via een elektrisch snoer 21 op het net aansluitbaar is. Aan een zijde is de sokkel 1 van een stootrand 22 voorzien en aan de tegenoverliggende zijde van een afschuining 23.
De werking van de inrichting is als volgt :
<Desc/Clms Page number 5>
De afvalcontainer 2 wordt, enigszins gekanteld rond de wielen 9, op de sokkel 1 gereden tot tegen de stootrand 22 en neergezet. Hierdoor komen de contacten 17 en 20 met elkaar in contact, zodat, nadat het snoer 21 op het stroomnet is aangesloten, de motor 15 in werking treedt.
Het afval wordt ofwel rechtstreeks in de afvalkuip 4 geplaatst ofwel in een zak die in de afvalkuip 4 geplaatst wordt. Deze afvalkuip 4 wordt gekoeld door de koelmiddelen 5.
Wanneer de binnenkant van de afvalkuip 4 voldoende koud is, bijvoorbeeld-2 C bedraagt, wordt de stroomtoevoer van de koelmiddelen 5 door de thermostatische schakelaar 18 onderbroken tot de temperatuur boven een bepaalde waarde, bijvoorbeeld +2 C, stijgt.
Door het koelen of het laten bevriezen van het afval, wordt het afbraakproces van het organisch afval sterk geremd waardoor reukhinder tot een minimum beperkt blijft.
Door de afvalcontainer 2 een weinig te kantelen, wordt het elektrisch contact met de stroomtoevoer onderbroken en kan deze afvalcontainer 2 van de sokkel 1 worden gereden, bijvoorbeeld om hem aan een ophaaldienst aan te bieden en te ledigen.
Het koelsysteem 5 moet niet noodzakelijk van het klassieke type zijn, zoals in de beschreven uitvoeringsvorm, maar kan evengoed gerealiseerd worden door gebruik te maken van een of meerdere zogenoemde Peltier elementen die dan met hun koude zijde in aanraking zijn met de afvalkuip, terwijl de warme zijde door omgevingslucht wordt gekoeld.
<Desc/Clms Page number 6>
De nodige stroomvoorziening van de afvalcontainer 2 dient niet noodzakelijk te gebeuren via een sokkel 1. De afvalcontainer 2 kan ook rechtstreeks via een elektrisch snoer worden gevoed, waarbij telkens hij verplaatst wordt, dit snoer moet worden losgemaakt.
De afvalcontainer 2 moet niet noodzakelijk voorzien zijn van transportwielen 9.
De recipiënt moet niet noodzakelijk een afvalcontainer 2 zijn. Hij kan bijvoorbeeld een kleinere afvalbak zijn of, zoals in de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 2 een afvalemmer 2A.
In de figuur 2 is een pedaalemmer weergegeven maar het is duidelijk dat de emmer ook van het type kan zijn dat in een keukenkast wordt geplaatst.
Deze pedaalemmer 2A is gelijkaardig van constructie aan de hiervoor beschreven afvalcontainer 2, met dit verschil dat hij geen wielen bevat en de stroomtoevoer niet via een sokkel 1 geschiedt maar rechtstreeks via het snoer 21. De inrichting bevat dus geen sokkel.
Ook, de werking ervan is analoog aan de hiervoor beschreven werking waarbij dus het afval dat in de afvalkuip 4 wordt aangebracht door de koelmiddelen 5 wordt gekoeld of bevroren.
De uitvinding is niet alleen van toepassing op GFT afval maar kan evenzeer worden gebruikt voor de opslag van dierlijk of ander biologisch afbreekbare afval.
<Desc/Clms Page number 7>
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting voor het opslaan van organisch afval kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for storing biodegradable organic waste.
This invention relates to a device for temporarily storing biodegradable organic waste, more specifically for storing selectively collected vegetable, fruit, meat and garden waste, known for short as GFT waste.
Household waste is increasingly being selectively stored, with organic waste often being stored indoors in containers such as bags, garbage cans or bins, etc., which are usually stored in a separate storage place, in the garage, in the basement and often under the sink in the house. kitchen are kept. In many cases, the waste is subsequently emptied into a larger waste container, often of a type imposed by the government or by local waste collection services.
The aforementioned bags, trash cans, waste bins, waste containers, etc. are hereinafter referred to as containers.
Such containers cannot be sealed tightly and therefore cause odor nuisance by spontaneously breaking down the organic waste, especially in a warm environment. In addition, the waste attracts vermin.
The present invention has for its object to propose an organic waste storage device in which the degradation process of the stored waste is slowed down and to keep or even exclude the odor nuisance at an acceptable level.
<Desc / Clms Page number 2>
To this end, the device according to the invention, in addition to a container, for example a garbage bin, a waste bin or a waste container, comprises cooling means for cooling or freezing the contents of the container.
Because the organic waste is cooled or frozen and in this way the decay process is slowed down or stopped, the odor nuisance will be kept to a minimum. As a result, the waste can be stored for longer and must be presented less frequently for collection, which can save on waste collection costs.
The cooling means may consist of a traditional cooling installation with electrical supply, but they may also consist of one or more so-called Peltier cooling elements or of a cooling system based on CO2. The container is preferably double-walled and thus contains an outer container and an inner waste tank and is at preferably equipped with a closing lid.
The waste is collected in the preferably thermally insulated waste tub. The cooling means are then located in the space between the waste container and the outer container.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a device for storing biodegradable organic waste according to the invention is described below, without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
<Desc / Clms Page number 3>
figure 1 schematically represents a cross-section of such a device; Figure 2 shows a perspective view of a device according to the invention, but with respect to another embodiment and with partial cut-away.
The device for storing household organic waste, as shown in Figure 1, essentially comprises a base 1 and a mobile waste container 2 as a container.
The waste container 2 has a double wall and is thus formed by an outer container 3 and an inner waste container 4 therein.
Cooling means 5 are arranged in the free space between the outer tray 3 and the waste tank 4.
At the top is attached to the outer box 3 whether or not a closing cover 6 with handle 7 is hinged.
The outer trough 3 is provided with support ribs 8 or legs on one side and with two wheels 9 on the opposite side.
For moving the waste container 2, a handle 10 is attached to the outer bin 3.
The cooling means 5 are formed by a conventional electric cooling device which has a cooling circuit comprising successively an evaporator 12, a compressor 14 driven by an electric motor 15, a condenser 13 and a pressure relief valve 16.
<Desc / Clms Page number 4>
The waste container 4 can be made of plastic or metal and is covered with a thermal insulation 11.
In this insulation 11, in contact with the wall of the waste container 4, the evaporator 12 is incorporated for cooling the interior of this waste container 4.
The outer tray 3 is made of plastic, for example, and opposite the condenser 13, which is located between the insulation 11 and the wall of the outer tray 3, this wall is provided with openings 3A for cooling the condenser 13.
The lid 6 is also provided with thermally insulating material 11 on the inside and can hermetically seal the waste container 4.
If the waste container 4 is made of a ferromagnetic metal, magnetic tapes for this can be provided in a rubber casing on the cover 6 or on the waste container 4.
The electrical power supply of the motor 15 of the cooling means 5 is via electrical contacts 17 in the bottom of the outer tray 3 and can be interrupted by a thermostatic switch 18 with a temperature probe 19 which is in contact with the environment of the evaporator 12.
The base 1 comprises recessed electrical contacts 20 which can be connected to the mains via an electrical cord 21. The base 1 is provided on one side with a bump 22 and on the opposite side with a chamfer 23.
The operation of the device is as follows:
<Desc / Clms Page number 5>
The waste container 2 is, slightly tilted around the wheels 9, driven onto the base 1 against the bumper 22 and set down. The contacts 17 and 20 hereby come into contact with each other, so that, after the cord 21 has been connected to the mains, the motor 15 comes into operation.
The waste is either placed directly in the waste bin 4 or in a bag that is placed in the waste bin 4. This waste container 4 is cooled by the cooling means 5.
When the inside of the waste tank 4 is sufficiently cold, for example is -2 C, the power supply of the cooling means 5 is interrupted by the thermostatic switch 18 until the temperature rises above a certain value, for example +2 C.
By cooling or allowing the waste to freeze, the degradation process of the organic waste is strongly inhibited, so that odor nuisance is kept to a minimum.
By slightly tilting the waste container 2, the electrical contact with the power supply is interrupted and this waste container 2 can be driven from the base 1, for example to offer it to a collection service and to empty it.
The cooling system 5 does not necessarily have to be of the classical type, as in the embodiment described, but can equally well be realized by using one or more so-called Peltier elements which are then in contact with their waste side on their cold side, while the warm side is cooled by ambient air.
<Desc / Clms Page number 6>
The necessary power supply from the waste container 2 does not necessarily have to be supplied via a base 1. The waste container 2 can also be supplied directly via an electric cord, whereby every time it is moved, this cord must be disconnected.
The waste container 2 does not necessarily have to be provided with transport wheels 9.
The container does not necessarily have to be a waste container 2. It may, for example, be a smaller waste bin or, as in the embodiment shown in Figure 2, a waste bin 2A.
A pedal bucket is shown in Figure 2, but it is clear that the bucket can also be of the type that is placed in a kitchen cabinet.
This pedal bin 2A is similar in construction to the waste container 2 described above, with the difference that it does not contain wheels and the power is not supplied via a base 1 but directly via the cord 21. The device therefore does not contain a base.
Also, its operation is analogous to the operation described above, so that the waste that is introduced into the waste tub 4 is cooled or frozen by the cooling means 5.
The invention is not only applicable to VFG waste but can also be used for the storage of animal or other biodegradable waste.
<Desc / Clms Page number 7>
The invention is in no way limited to the embodiment described above and shown in the figures, but such a device for storing organic waste can be realized in various variants without departing from the scope of the invention.