<Desc/Clms Page number 1>
Stopcontact.
Deze uitvinding heeft betrekking op een stopcontact.
Meer speciaal betreft het een stopcontact van het type dat een lichaam, ook wel sokkel genoemd, bevat, alsmede minstens twee elektrische contactelementen voor de spanningspolen, waarbij deze contactelementen ieder, enerzijds, slechts een door middel van minstens twee contactgedeelten gevormde penzitting bevatten en, anderzijds, aan slechts een zijde van de penzitting voorzien zijn van een aansluitgedeelte.
Voorbeelden van stopcontacten van dergelijke type zijn ondermeer bekend uit de octrooidocumenten EP 0. 337. 332, DE 1. 955. 773, DE 1. 690. 436 en DE 3. 621. 126.
Bij de tot op heden bekende uitvoeringen van het voornoemde type, bestaan de contactgedeelten doorgaans uit twee lippen die zieh vanaf het aansluitgedeelte hoofdzakelijk parallel aan elkaar uitstrekken en aan het einde van het contactelement over nagenoeg 1800 naar binnen gebogen zijn, waarbij de naar binnen gebogen gedeelten voorzien zijn van tegenover elkaar gelegen uitbuigingen die dan de penzitting vormen. De voornoemde gebogen lippen zijn uitsluitend bij een uiteinde vastgemaakt, namelijk aan het aansluitgedeelte, terwijl het andere uiteinde volledig vrij is.
In een groot aantal van de bekende uitvoeringen is het bovendien zo dat de voornoemde lippen alleen maar voldoende spankracht rond de pennen van een stekker kunnen verzekeren wanneer deze lippen bij het aanbrengen van een stekker in het stopcontact voldoende tegensteun verkrijgen door de
<Desc/Clms Page number 2>
omliggende zijwanden van de sokkel. Dit heeft als nadeel dat bij het aanbrengen van een stekker in een stopcontact een kracht op de sokkel wordt uitgeoefend waardoor deze kan breken, met als gevolg dat de voornoemde lippen niet meer voldoende spankracht rond de pennen van de stekker kunnen verzekeren, waardoor het risico ontstaat dat de pennen van de stekker los in de penzittingen komen te zitten, hetgeen resulteert in een slecht elektrisch contact.
Ook kan zulke breuk zieh ten gevolge van andere oorzaken voordoen, bijvoorbeeld tijdens de montage, wat dan eveneens in zulk slecht elektrisch contact kan resulteren. Zulk slecht elektrisch contact kan op zijn beurt erge gevolgen hebben, daar dit tot het ontstaan van vonken en oververhitting kan leiden, hetgeen uiteindelijk brand kan doen ontstaan.
Ook wanneer de voornoemde lippen voldoende stijf zijn uitgevoerd, zodanig dat geen steun dient gezocht te worden aan de omliggende wanden van de sokkel, blijft het nadeel bestaan dat de contactgedeelten zieh, door een ongewenste manipulatie, te ver van elkaar kunnen verwijderen, met alle nadelige gevolgen vandien.
De huidige uitvinding beoogt in het algemeen een stopcontact met een verbeterde constructie van de voornoemde contactelementen. Meer speciaal echter beoogt zij een stopcontact waardoor de voornoemde nadelen worden uitgesloten en/of de hierna nog beschreven voordelen worden verkregen.
Hiertoe betreft de uitvinding een stopcontact van het hoger genoemde type, met als kenmerk dat de voornoemde twee contactgedeelten van minstens een contactelement, aan de zijde van de penzitting die zieh tegenoverliggend aan het
<Desc/Clms Page number 3>
aansluitgedeelte bevindt, ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn.
Doordat de contactgedeelten aan de zijde van de penzitting die zieh tegenoverliggend aan het aansluitgedeelte bevindt, ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn, wordt verkregen dat de beide contactgedeelten niet ongewild ver uit elkaar kunnen worden bewogen. Dit levert onder andere het voordeel op dat steeds een goede klemwerking aan de penzitting kan worden gewaarborgd, zelfs bij een breuk in het voornoemde lichaam.
Ook levert de uitvinding het voordeel op dat met een relatief lichte constructie van de contactelementen toch een goede klemkracht ter plaatse van de penzittingen kan worden verkregen.
Het is duidelijk dat beide contactelementen bij voorkeur op een dergelijke wijze zijn opgebouwd.
Bij voorkeur zijn deze op een plaats aan elkaar vergrendeld die op enige afstand van de penzitting is gelegen. Hierdoor ontstaat tussenin een gedeelte waardoor een degelijke elastische uiteendrukking van de contactgedeelten mogelijk blijft op het ogenblik dat een stekker in het stopcontact wordt aangebracht.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de contactgedeelten ten opzichte van elkaar vergrendeld nabij hun gedeelten of uiteinden die zieh het verst van het bijhorend aansluitgedeelte bevinden. Zodoende wordt een buigzaam geheel gecreëerd dat kan openbuigen tussen, enerzijds, de plaats waar de contactgedeelten verbonden zijn met het aansluitgedeelte en, anderzijds, de plaats
<Desc/Clms Page number 4>
waar de contactgedeelten ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn. volgens nog een voorkeurdragend kenmerk zijn de contactgedeelten ieder over hun volledige lengte, met uitzondering van eventueel een klein gedeelte op de plaats waar zij ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn, enkelwandig uitgevoerd. Dankzij de voornoemde vergrendeling kunnen de contactgedeelten immers enkelwandig worden uitgevoerd.
Door deze enkelwandige structuur van zulk contactgedeelte wordt dan ook een ranke vormgeving verkregen, waardoor dergelijke contactgedeelten gemakkelijker in een sokkel kunnen worden gemonteerd, zonder deze laatste al te veel te verzwakken.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de voornoemde contactgedeelten, teneinde ze onderling te vergrendelen, mechanisch aan elkaar gekoppeld, doch het is niet uitgesloten om ze op een andere wijze onderling te vergrendelen, door ze bljvoorbeeld vast met elkaar te verbinden met een lasverbinding of door ze aan het betreffende uiteinde eendelig uit te voeren.
In het geval van een mechanische verbinding zijn de contactgedeelten bij voorkeur aan elkaar gekoppeld met enige bewegingsvrijheid. Zodoende kunnen de contactgedeelten gemakkelijk een weinig bewegen, bijvoorbeeld kantelen, of onderling een weinig verschuiven, zonder dat zij elkaar daarbij hinderen, waardoor steeds een goede aansluiting rond de pennen van een stekker wordt gewaarborgd, zelfs wanneer stekkers met verschillende afmetingen, bijvoorbeeld met tolerantieverschillen, of met pennen van verschillende diktes, worden aangewend.
<Desc/Clms Page number 5>
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm grijpen de contactgedeelten hakend achter elkaar aan. Zulke constructie laat toe dat de onderlinge vergrendeling eenvoudig kan worden verwezenlijkt door aan de vrije uiteinden van de contactgedeelten achter elkaar haakbare gedeelten te vormen.
In een praktische uitvoeringsvorm is dan ook een van de contactgedeelten nabij zijn vrije uiteinde omgebogen, terwijl het andere contactgedeelte achter het omgebogen gedeelte is vastgehaakt. Door gebruik te maken van een omgebogen gedeelte, wordt plaatselijk een grote stijfheid gecreëerd, waardoor uitgesloten wordt dat de achter elkaar gehaakte gedeelten gemakkelijk door vervorming uit elkaar kunnen loskomen.
De voornoemde onderlinge vergrendeling is bij voorkeur in de eerste plaats van zodanige aard dat het uit elkaar bewegen van de contactgedeelten wordt tegengewerkt, hetzij permanent, hetzij vanaf een bepaalde onderlinge positie.
In het geval van een mechanische inhaking zijn de contactgedeelten bij voorkeur ook voorzien van middelen die nabij de plaats waar zij aan elkaar vergrendeld zijn, eveneens in een vergrendeling in een richting parallel aan de langsrichting van de penzitting voorzien. Zodoende wordt verzekerd dat de contactgedeelten zieh steeds tegenover elkaar bevinden, en zieh in hoogte, meer speciaal volgens de langsrichting van de penzitting, niet onderling kunnen verplaatsen.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de contactelementen zodanig in het lichaam, met andere woorden de sokkel, gemonteerd dat de krachten die optreden bij het
<Desc/Clms Page number 6>
aanbrengen van een stekker in een stopcontact, volledig door de structuur van de contactelementen wordt opgevangen.
Zodoende wordt uitgesloten dat hoe dan ook enige krachten op de omliggende zijwanden van het lichaam worden uitgeoefend door middel van de voornoemde contactgedeelten.
In een praktische uitvoeringsvorm zijn de contactelementen op gebruikelijke wijze in zittingen in het lichaam aangebracht. In zulk geval zijn zij dan ook minstens nabij de zijde waar zij ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn, voor alle gebruikstoestanden vrij in voornoemde zittingen opgenomen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een stopcontact volgens de uitvinding weergeeft, samen met een stekker ; figuur 2 een zieht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1, waarbij een gedeelte van een op de sokkel van het stopcontact aanwezige afdekplaatje is weggesneden ; figuur 3 een zieht weergeeft analoog aan dat van figuur 2, doch waarbij het voornoemde afdekplaatje is weggelaten en de sokkel van het stopcontact gedeeltelijk is doorgesneden ; figuur 4 het contactelement op zich in een boven- aanzicht weergeeft dat in figuur 3 met pijl F4 is aangeduid ;
figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4i
<Desc/Clms Page number 7>
figuur 6 op een grotere schaal een zieht weergeeft volgens pijl F6 in figuur 4i figuur 7 het contactelement van figuur 4 in perspectief en in een gekantelde toestand weergeeft ; figuren 8 en 9 de in figuur 4 met pijl F8 en F9 aangeduide uiteinden van de contactgedeelten afzonderlijk in een vlakke toestand weergeven ; figuur 10 het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F10 is aangeduid, voor de toestand waarbij een stekker in het stopcontact is aangebracht.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3, bestaat het stopcontact 1 hoofdzakelijk uit een sokkel 2 waarin twee contactelementen 3 zijn gemonteerd voor de gebruikelijke spanningspolen, waarbij deze contactelementen 3 penzittingen 4 bevatten voor de pennen 5 van een stekker 6.
Zoals zichtbaar in de figuren 2 en 3, en meer in detail is afgebeeld in de figuren 4 tot 7, bevatten de contactelementen 3 ieder twee contactgedeelten 7-8 die zieh langs weerszijden van een penzitting 4 uitstrekken, en zodoende deze penzitting vormen. De contactgedeelten 7-8 staan aan een zijde 9 van de betreffende penzitting 4 in verbinding met een aansluitgedeelte 10 dat in het weergegeven voorbeeld een schroefklem 11 bevat, doch volgens een variante ook van andere aard kan zijn, bijvoorbeeld voorzien kan zijn van een schroefloze draadklem.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de contactgedeelten 7 en 8 aan de zijde 12 van de penzitting 4 die zieh tegenoverliggend aan het aansluitgedeelte 10 bevindt, ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn, meer speciaal tegen uiteendrukking vergrendeld zijn.
<Desc/Clms Page number 8>
In het weergegeven voorbeeld is deze vergrendeling gerealiseerd door middel van een mechanische koppeling 13, die gevormd wordt door achter elkaar aangrijpende koppeldelen 14-15, respectievelijk aan de vrije uiteinden van de contactgedeelten 7-8.
Overigens zijn de contactelementen 7-8, zoals weergegeven, bij voorkeur eendelig met het bijhorend aansluitgedeelte 10 uitgevoerd. Zulk aansluitgedeelte 10 bevat minstens een bovenwand 16 en twee vanuit de bovenwand naar beneden geplooide zijwanden 17-18. De voornoemde contactgedeelten 7-8 zijn hierbij uitgevoerd als een verlenging van deze zijwanden 17-18 en bestaan ieder opeenvolgend uit een eerste zieh van het aansluitgedeelte 10 tot aan de penzitting 4 uitstrekkend gedeelte 19, een gebogen tweede gedeelte 20 ter plaatse van de penzitting 4 en een derde gedeelte 21 dat zieh hoofdzakelijk parallel aan de langsas L van het contactelement 3 uitstrekt en dat nabij zijn vrije uiteinde van het betreffende koppeldeel 14, respectievelijk 15, is voorzien.
Door de aanwezigheid van het derde gedeelte 21 wordt verkregen dat de contactgedeelten 7-8 op een plaats aan elkaar vergrendeld zijn die op een afstand A van de penzitting 4 is gelegen, waardoor zoals voornoemd, tussenin een gedeelte wordt gevormd waardoor een degelijke elastische uiteendrukking van de contactgedeelten 7-8 ter plaatse van de penzitting 4 mogelijk blijft.
Het koppeldeel 14 van het contactgedeelte 7 wordt hierbij gevormd doordat dit laatste nabij zijn vrije uiteinde is omgebogen, terwijl het koppeldeel 15 wordt gevormd door het vrije uiteinde van het contactdeel 8 dat dan achter het omgebogen gedeelte is vastgehaakt.
<Desc/Clms Page number 9>
De contactgedeelten 7-8 zijn voorzien van middelen die nabij de plaats waar zij aan elkaar vergrendeld zijn, met andere woorden ter plaatse van de mechanische koppeling 13, eveneens voorzien zijn van middelen die ook een vergrendeling in de richting R parallel aan de langsrichting van de betreffende penzitting 4 bieden, die in het weergegeven voorbeeld worden gevormd doordat het omgebogen koppeldeel 14 is uitgevoerd als een tweebenige vork en het koppeldeel 15 is voorzien van een zieh tussen de benen 22-23 van de vork uitstrekkende lip 24.
Het koppeldeel 15 vertoont eveneens twee aanslagvormende gedeelten 25-26 die respectievelijk met de benen 22-23 kunnen samenwerken. Bij voorkeur zijn de contactgedeelten 7-8 zodanig uitgevoerd dat zij in vrije toestand elastisch uit elkaar worden gedwongen, waarbij dit dan verhinderd wordt doordat de aanslagvormende gedeelten 25-26 tegen de benen 22-23 worden tegengehouden.
Opgemerkt wordt dat de contactgedeelten 7-8 aan elkaar gekoppeld zijn met enige bewegingsvrijheid, die in het weergegeven voorbeeld onder andere wordt verkregen dankzij de in figuur 6 weergegeven speling S tussen de voornoemde lip 24 en de meest naar binnen gelegen wand 27 van de zitting die tussen de benen 22-23 van de vork wordt gevormd, hetgeen de in de inleiding genoemde voordelen oplevert.
Bij voorkeur zijn de contactgedeelten 7-8 door middel van de koppeldelen 14-15 wel zodanig achter elkaar vastgehaakt dat zij bij de maximale uitwijking die zieh bij het aanbrengen van een stekker in een stopcontact kan voordoen, steeds achter elkaar vastgehaakt blijven, en niet kunnen loskomen door de daarbij optredende vervormingen.
<Desc/Clms Page number 10>
De contactelementen 3 zijn, zoals weergegeven in de figuren 3 en 10, in zittingen 28 in de sokkel 2 aangebracht.
Volgens een belangrijk voorkeurdragend aspect van de uitvinding zijn de contactelementen 3 zodanig in de zittingen 28 gemonteerd dat de krachten die optreden bij het aanbrengen van een stekker 6 in een stopcontact 1, volledig door de structuur van de contactelementen 3 worden opgevangen, en er geen krachten op de wanden van de zittingen 28 worden uitgeoefend door de aldan vervormde contactgedeelten 7-8. Op deze wijze wordt uitgesloten dat bij het aanbrengen van een stekker 6 ongewenste krachten op de sokkel 2 worden uitgeoefend, die tot een breuk in de sokkel kunnen leiden.
Het voornoemde sluit echter niet uit dat plaatselijk een contact mag bestaan tussen de contactgedeelten 7 en/of 8 en de omliggende wand van de zitting 28. In figuur 3 bijvoorbeeld bestaat wel een contact 29 tussen ieder contactgedeelte 7 en de wand van de bijhorende zitting 28, doch daar dit contact 29 zieh ter plaatse van het relatief star uiteinde van het betreffende contactelement 3 bevindt, heeft dit geen nadelige invloed. Bij het aanbrengen van een stekker 6 ontstaat immers, zoals weergegeven in figuur 10, een uitbuiging van de gedeelten 19,20 en 21, doch ter plaatse van de koppeling 13 doet zieh geen of nagenoeg geen vormverandering voor.
Het volstaat dan ook dat er rond de gedeelten 19,20 en 21 voldoende ruimte aanwezig is opdat de contactgedeelten 7-8 naar buiten zouden kunnen uitbuigen bij het aanbrengen van een stekker 6 zonder daarbij krachten op de omliggende wanden van de zittingen 28 uit te oefenen.
Alhoewel, zoals hiervoor uiteengezet, de contactelementen 3 bij voorkeur zodanig in een zitting 28 zijn aangebracht dat
<Desc/Clms Page number 11>
de contactgedeelten 7-8 ervan bij het uitbuigen nooit een kracht op de omgevende wanden van de sokkel 2 uitoefenen, is het duidelijk dat dit volgens de uitvinding niet strikt noodzakelijk zo hoeft te zijn. Volgens een variante kan het geheel immers zodanig geconcipieerd zijn dat de contactgedeelten 7-8 bij het aanbrengen van een stekker 6 wel uitbuigen tot tegen de wanden van de zittingen 28, doch dat bij een breuk in de sokkel 2 die zodanig is dat de sokkel 2 niet meer voldoende tegensteun biedt, toch nog voldoende spankracht wordt geleverd omwille van het feit dat de contactgedeelten 7-8 steeds ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn.
Uit het voorgaande is het duidelijk dat het gebruik van contactgedeelten 7-8 die aan hun vrije uiteinden ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn, in het weergegeven voorbeeld door middel van een mechanische koppeling 13, verschillende voordelen oplevert. Een belangrijk voordeel bestaat erin dat bij een breuk in de sokkel 2, waarvan de breuklijn doorheen een van de zittingen 28 gaat, ongeacht wat de oorzaak van zulke breuk is, steeds een degelijke spankracht rond de pennen 5 van de stekker 6 gewaarborgd blijft. Nog een belangrijk voordeel bestaat erin dat een ranke structuur voor de contactgedeelten 7-8, die bovendien relatief eenvoudig te realiseren is, kan worden toegepast.
Alhoewel in het weergegeven voorbeeld aansluitgedeelten 10 zijn weergegeven die voorzien zijn van een klassieke schroefklem, waarbij, zoals weergegeven in figuur 5, in ieder aansluitgedeelte 10 een schroef 30 is aangebracht, evenals een als klemelement werkende moer 31, is het duidelijk dat de uitvinding ook van toepassing is op stopcontacten met contactelementen 3 die van een ander soort aansluitgedeelte 10 zijn voorzien. Zo bijvoorbeeld
<Desc/Clms Page number 12>
kunnen de aansluitgedeelten 10 zijn uitgerust met schroefloze klemgedeelten, bijvoorbeeld zoals beschreven in het octrooidocument EP 0. 337. 332.
In het weergegeven voorbeeld is de sokkel 2 ook nog voorzien van een sokkelafdekelement 32 en een aardingspen 33. Vanzelfsprekend kan de huidige uitvinding ook worden toegepast op stopcontacten die zulk sokkelafdekelement 32 niet bevatten, alsook bij stopcontacten die in de plaats van een penaarding met een randaarding zijn voorzien.
Volgens een niet-weergegeven variante kunnen de contactgedeelten 7-8 ook op andere wijzen met elkaar worden verbonden, bijvoorbeeld door middel van een lasverbinding of door ze in de plaats van mechanisch te koppelen eendelig in elkaar te laten overgaan.
In plaats van koppeldelen 14-15 aan te wenden die eendelig met de contactgedeelten 7-8 zijn uitgevoerd, kan uiteraard ook gebruik worden gemaakt van een afzonderlijk verbindingselement, bijvoorbeeld een ringvormig element dat rond de zieh naar voor uitstrekkende uiteinden van de contactgedeelten 7-8 is aangebracht.
Afhankelijk van de stijfheid van de contactgedeelten 7-8, hoeft de onderlinge vergrendeling niet noodzakelijk actief te zijn bij het normale gebruik van het stopcontact.
Wanneer de stijfheid van de contactgedeelten 7-8 voldoende groot is, kunnen deze contactgedeelten 7-8 immers op zieh een voldoend grote spankracht uitoefenen, waarbij de vergrendeling dan alleen een beveiliging vormt om te verhinderen dat bij een abnormaal gebruik toch de contactgedeelten 7-8 te ver zouden uit elkaar gaan.
<Desc/Clms Page number 13>
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk stopcontact kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Wall outlet.
This invention relates to an outlet.
More specifically, it concerns a socket of the type comprising a body, also known as a base, and at least two electrical contact elements for the voltage poles, these contact elements each comprising, on the one hand, only one pin seat formed by means of at least two contact sections and, on the other hand are provided with a connecting portion on only one side of the pin seat.
Examples of sockets of such type are known, inter alia, from the patent documents EP 0. 337. 332, DE 1. 955.73, DE 1. 690.436 and DE 3. 621. 126.
In the embodiments of the aforementioned type hitherto known, the contact portions generally consist of two lips which extend substantially parallel to each other from the connecting portion and are bent inwardly about 1800 at the end of the contact element, the inwardly bent portions be provided with opposite bends which then form the pin seat. The aforementioned curved lips are fixed exclusively at one end, namely at the connecting part, while the other end is completely free.
In a large number of the known embodiments, it is moreover the case that the aforementioned lips can only ensure sufficient tensioning force around the pins of a plug when these lips obtain sufficient counter-support by inserting a plug into the socket.
<Desc / Clms Page number 2>
surrounding side walls of the base. This has the disadvantage that when inserting a plug into a socket a force is exerted on the base which can break it, with the result that the aforementioned lips can no longer ensure sufficient tension around the pins of the plug, whereby the risk arises. that the pins of the plug become loose in the pin seats, resulting in poor electrical contact.
Such breakage can also occur due to other causes, for example during assembly, which can then also result in such poor electrical contact. Such poor electrical contact can in turn have serious consequences, since this can lead to sparks and overheating, which can ultimately cause a fire.
Even when the aforementioned lips are sufficiently rigid, such that no support has to be sought on the surrounding walls of the base, the disadvantage remains that the contact parts can be removed too far apart due to undesired manipulation, with all the disadvantageous consequences.
The present invention generally contemplates an outlet with an improved construction of the aforementioned contact elements. More specifically, however, it contemplates an outlet which excludes the aforementioned drawbacks and / or the advantages still described below.
To this end, the invention relates to a socket of the above-mentioned type, characterized in that the aforementioned two contact portions of at least one contact element, on the side of the pin seat opposite to the
<Desc / Clms Page number 3>
connection part are locked with respect to each other.
Because the contact parts on the side of the pin seat that are opposite to the connecting part are locked relative to each other, it is obtained that the two contact parts cannot be moved far apart unintentionally. This yields, inter alia, the advantage that a good clamping action can always be ensured on the pin seat, even in the event of a break in the aforementioned body.
The invention also provides the advantage that with a relatively light construction of the contact elements a good clamping force can nevertheless be obtained at the location of the pin seats.
It is clear that both contact elements are preferably constructed in such a way.
These are preferably locked together at a location which is situated at some distance from the pin seat. This creates in-between a part whereby a solid elastic compression of the contact parts remains possible at the moment that a plug is inserted in the socket.
In the most preferred embodiment, the contact portions are locked relative to each other near their portions or ends that are furthest from the associated terminal portion. In this way a flexible whole is created that can reveal between, on the one hand, the place where the contact parts are connected to the connecting part and, on the other hand, the place
<Desc / Clms Page number 4>
where the contact portions are locked relative to each other. according to yet another preferred feature, the contact portions are each made over their entire length, with the exception of possibly a small portion at the place where they are locked relative to each other, single-walled. Thanks to the aforementioned locking, the contact parts can after all be made single-walled.
Because of this single-walled structure of such a contact part, a slender design is obtained, as a result of which such contact parts can be mounted more easily in a base, without weakening the latter too much.
In the most preferred embodiment, the aforementioned contact portions are mechanically coupled to each other in order to interlock them, but it is not excluded that they may interlock in another manner, e.g. to be carried out in one piece at the relevant end.
In the case of a mechanical connection, the contact portions are preferably coupled to each other with some freedom of movement. Thus, the contact portions can easily move a little, for example tilt, or shift a little with each other, without interfering with each other, whereby a good connection around the pins of a plug is always ensured, even when plugs of different dimensions, for example with tolerance differences, or with pins of different thicknesses.
<Desc / Clms Page number 5>
In the most preferred embodiment, the contact portions engage one behind the other. Such a construction allows the mutual locking to be realized simply by forming sections that can be hooked one behind the other at the free ends of the contact parts.
In a practical embodiment, therefore, one of the contact portions near its free end is bent, while the other contact portion is hooked behind the bent portion. By making use of a bent part, a great stiffness is created locally, whereby it is excluded that the parts which are hooked one after the other can easily come apart due to deformation.
The aforementioned mutual locking is preferably in the first place of such a nature that the moving of the contact parts apart is prevented, either permanently or from a certain mutual position.
In the case of a mechanical engagement, the contact portions are preferably also provided with means which, near the place where they are locked together, also provide for locking in a direction parallel to the longitudinal direction of the pin seat. In this way it is ensured that the contact parts are always opposite each other and cannot move relative to each other in height, more particularly in the longitudinal direction of the pin seat.
In the most preferred embodiment, the contact elements are mounted in the body, in other words the base, such that the forces that occur during
<Desc / Clms Page number 6>
inserting a plug into a socket is completely absorbed by the structure of the contact elements.
Thus, it is excluded that anyway some forces are exerted on the surrounding side walls of the body by means of the aforementioned contact portions.
In a practical embodiment, the contact elements are arranged in seats in the body in the usual manner. In such a case, they are therefore at least near the side where they are locked relative to each other, freely accommodated in the aforementioned seats for all conditions of use.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments are described below as examples without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: Figure 1 shows a perspective view of a socket according to the invention, together with a plug ; figure 2 represents a view according to arrow F2 in figure 1, wherein a part of a cover plate present on the base of the socket is cut away; Figure 3 shows a view analogous to that of Figure 2, but with the aforementioned cover plate omitted and the base of the socket partially cut through; figure 4 represents the contact element per se in a top view which is indicated by arrow F4 in figure 3;
figure 5 represents a cross-section according to line V-V in figure 4i
<Desc / Clms Page number 7>
figure 6 shows a view on a larger scale according to arrow F6 in figure 4i figure 7 shows the contact element of figure 4 in perspective and in a tilted state; figures 8 and 9 show the ends of the contact parts indicated in arrows with arrows F8 and F9 separately in a flat state; figure 10 represents the part which is indicated by F10 in figure 3, for the situation in which a plug is fitted in the socket.
As shown in Figures 1 to 3, the socket 1 consists essentially of a base 2 in which two contact elements 3 are mounted for the usual voltage poles, these contact elements 3 including pin seats 4 for the pins 5 of a plug 6.
As visible in figures 2 and 3, and shown in more detail in figures 4 to 7, the contact elements 3 each comprise two contact parts 7-8 which extend along either side of a pin seat 4, and thus form this pin seat. On one side 9 of the respective pin seat 4, the contact portions 7-8 are connected to a connecting portion 10 which in the example shown comprises a screw clamp 11, but which according to a variant may also be of a different nature, for example may be provided with a screwless wire clamp .
The special feature of the invention is that the contact portions 7 and 8 on the side 12 of the pin seat 4, which is opposite to the connection portion 10, are locked relative to each other, more particularly locked against compression.
<Desc / Clms Page number 8>
In the example shown, this locking is realized by means of a mechanical coupling 13, which is formed by coupling parts 14-15 engaging one after the other and at the free ends of the contact parts 7-8, respectively.
Incidentally, the contact elements 7-8, as shown, are preferably made in one piece with the associated connection part 10. Such connecting portion 10 comprises at least one top wall 16 and two side walls 17-18 folded down from the top wall. The aforementioned contact parts 7-8 are in this case designed as an extension of these side walls 17-18 and each consist successively of a first part extending from the connecting part 10 to the pin seat 4, a curved second part 20 at the pin seat 4 and a third part 21 which extends substantially parallel to the longitudinal axis L of the contact element 3 and which is provided near its free end with the respective coupling part 14 and 15 respectively.
Due to the presence of the third part 21, it is obtained that the contact parts 7-8 are locked to each other at a location which is situated at a distance A from the pin seat 4, whereby, as aforesaid, a part is formed between which a sound elastic compression of the contact portions 7-8 at the location of the pin seat 4 remain possible.
The coupling part 14 of the contact part 7 is herein formed by the latter being bent over near its free end, while the coupling part 15 is formed by the free end of the contact part 8 which is then hooked behind the bent part.
<Desc / Clms Page number 9>
The contact parts 7-8 are provided with means which, near the place where they are locked to each other, in other words at the location of the mechanical coupling 13, are also provided with means which are also locked in the direction R parallel to the longitudinal direction of the offer respective pin seat 4, which in the example shown are formed in that the bent coupling part 14 is designed as a two-legged fork and the coupling part 15 is provided with a lip 24 extending between the legs 22-23 of the fork.
The coupling part 15 also has two stop-forming parts 25-26 which can cooperate with the legs 22-23 respectively. The contact parts 7-8 are preferably designed such that they are elastically forced apart in the free state, this being prevented by the stop-forming parts 25-26 being held back against the legs 22-23.
It is noted that the contact portions 7-8 are coupled to each other with some freedom of movement, which is obtained in the example shown, among others, thanks to the clearance S shown in Figure 6 between the aforementioned lip 24 and the most inwardly located wall 27 of the seat which between the legs 22-23 of the fork, which provides the advantages mentioned in the introduction.
Preferably, the contact parts 7-8 are hooked one after the other by means of the coupling parts 14-15 such that, at the maximum deviation which can occur during the insertion of a plug in a socket, they always remain hooked one after the other and cannot come loose due to the distortions that occur.
<Desc / Clms Page number 10>
The contact elements 3, as shown in Figures 3 and 10, are arranged in seats 28 in the base 2.
According to an important preferred aspect of the invention, the contact elements 3 are mounted in the seats 28 in such a way that the forces which occur during the insertion of a plug 6 in a socket 1 are completely absorbed by the structure of the contact elements 3, and there are no forces are applied to the walls of the seats 28 by the then deformed contact portions 7-8. In this way it is ruled out that when a plug 6 is fitted, undesired forces are exerted on the base 2, which may lead to a break in the base.
The aforementioned, however, does not preclude local contact between the contact portions 7 and / or 8 and the surrounding wall of the seat 28. In Figure 3, for example, there is a contact 29 between each contact portion 7 and the wall of the associated seat 28 , but since this contact 29 is situated at the location of the relatively rigid end of the contact element 3 concerned, this has no adverse effect. After all, when a plug 6 is fitted, as shown in Fig. 10, the parts 19, 20 and 21 are bent out, but at the location of the coupling 13 there is no or virtually no change in shape.
It is therefore sufficient that there is sufficient space around the sections 19, 20 and 21 for the contact parts 7-8 to bend outwards when a plug 6 is fitted without exerting forces on the surrounding walls of the seats 28. .
Although, as explained above, the contact elements 3 are preferably arranged in a seat 28 such that
<Desc / Clms Page number 11>
if the contact parts 7-8 thereof never exert a force on the surrounding walls of the base 2 when it is bent out, it is clear that according to the invention this need not be strictly necessary. According to a variant, the whole can after all be conceived such that, when a plug 6 is fitted, the contact parts 7 do bend out against the walls of the seats 28, but in the case of a break in the base 2 that is such that the base 2 no longer offers sufficient counter support, nevertheless sufficient tensioning force is still supplied due to the fact that the contact portions 7-8 are always locked relative to each other.
From the foregoing, it is clear that the use of contact portions 7-8 which are locked relative to each other at their free ends, in the illustrated example by means of a mechanical coupling 13, yields various advantages. An important advantage is that in the event of a break in the base 2, the break line of which passes through one of the seats 28, irrespective of the cause of such a break, a reliable tensioning force around the pins 5 of the plug 6 is always guaranteed. Another important advantage is that a slender structure can be used for the contact parts 7-8, which, moreover, can be realized relatively easily.
Although in the example shown connection portions 10 are shown which are provided with a classical screw clamp, wherein, as shown in figure 5, a screw 30 is arranged in each connection portion 10, as well as a nut 31 acting as clamping element, it is clear that the invention also applies to sockets with contact elements 3 which are provided with a different type of connection part 10. For example
<Desc / Clms Page number 12>
the connecting parts 10 can be equipped with screwless clamping parts, for example as described in the patent document EP 0. 337. 332.
In the example shown, the base 2 is also provided with a base cover element 32 and an earthing pin 33. Of course, the present invention can also be applied to sockets that do not contain such a base cover element 32, as well as to sockets which, instead of a pin earthing with a grounding earthing are provided.
According to a variant (not shown), the contact parts 7-8 can also be connected to each other in other ways, for example by means of a welded connection or by allowing them to merge into one piece instead of mechanically coupled.
Instead of using coupling parts 14-15 which are made in one piece with the contact parts 7-8, use can of course also be made of a separate connecting element, for example an annular element which extends around the forward-extending ends of the contact parts 7-8. is applied.
Depending on the stiffness of the contact sections 7-8, the interlocking need not necessarily be active during normal use of the socket.
If the rigidity of the contact parts 7-8 is sufficiently large, these contact parts 7-8 can in fact exert a sufficiently great tensioning force, the locking being then only a safety measure to prevent the contact parts 7-8 from being used in the case of abnormal use. would go too far apart.
<Desc / Clms Page number 13>
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment and shown in the figures, but such a socket can be realized in various shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.