<Desc/Clms Page number 1>
Oprolbare luifel.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een oprolbare luifel van het type waarbij tussen een luifelkast met luifeldoek en een eerste frontprofiel minstens twee knikarmen zijn bevestigd die dit eerste frontprofiel van de luifelkast trachten weg te duwen en waarbij een tweede frontprofiel is voorzien dat met het eerste frontprofiel is verbonden door middelen die deze frontprofielen uit elkaar kunnen duwen, en waarbij het vrije uiteinde van het luifeldoek met het tweede frontprofiel is verbonden en zich tot voorbij het eerste frontprofiel uitstrekt.
Zulke oprolbare luifel heeft als voordeel dat hij een zeer goede afscherming biedt tegen het licht van een lage zon zonder echter de breedte van de luifel te vergroten.
De voornoemde middelen bestaan bij een eerste bekende oprolbare luifel uit knikarmen die zijn verbonden met de twee frontprofielen.
Nadelen van zulke knikarmen zijn dat zij veel plaats innemen, waardoor onder andere de luifelkast relatief groot wordt, enerzijds, en dat zulke constructie relatief ingewikkeld en kostbaar is, anderzijds.
Bij een andere bekende oprolbare luifel bestaan de voornoemde middelen uit veren, meer speciaal gasveren, die rechtstreeks aangebracht zijn tussen het voornoemde eerste en tweede frontprofiel.
Alhoewel de middelen, meer speciaal veren, bij deze tweede soort oprolbare luifel, slechts een kleine ruimte in beslag
<Desc/Clms Page number 2>
nemen en zeer eenvoudig zijn van constructie, vertonen zij het nadeel dat de stabiliteit ervan, bijvoorbeeld bij windstoten, zeer middelmatig is.
De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op zulke voornoemde middelen die zeer eenvoudig zijn van constructie ; die zeer goedkoop zijn ; en die slechts een kleine ruimte in beslag nemen ; dit alles gecombineerd met een grote stabiliteit en een zeer grote bedrijfszekerheid.
De middelen volgens de uitvinding bestaan er hiertoe hoofdzakelijk in dat tussen het eerste en het tweede frontprofiel minstens een scharnierbaar kruisverband is voorzien waarvan minstens een been verbonden is met een veer die het kruisverband naar de geopende toestand trekt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een oprolbare luifel volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
Figuur 1 in zijn meest eenvoudige vorm en op schematische wijze een perspectiefzicht weergeeft van een oprolbare luifel volgens de uitvinding ; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1 ; figuren 3 en 4 zichten weergeven gelijkaardig aan dit van figuur l, doch voor uitvoeringsvarianten.
In de figuren 1 en 2 is schematisch een oprolbare luifel 1 volgens de uitvinding, in zijn meest eenvoudige vorm weergegeven.
<Desc/Clms Page number 3>
Deze luifel wordt in hoofdzaak gevormd door een luifelkast 2 die kan bevestigd worden tegen een wand of dergelijke, waarbij in deze luifelkast 2, het luifeldoek 3 kan opgerold worden.
Met de luifelkast 2 zijn in dit geval twee knikarmen, respectievelijk 4 en 5, scharnierbaar verbonden, waarbij deze knikarmen 4 en 5 aan hun ander vrije uiteinde scharnierbaar verbonden zijn met een eerste frontprofiel 6.
Met de knikarmen 4-5 werken op bekende wijze niet-getoonde veren samen die het eerste frontprofiel 6 doorlopend van de luifelkast 2 trachten weg te duwen, teneinde aldus het luifeldoek 3 onder een geschikte helling opgespannen te houden.
Het luifeldoek 3 dat vrij over het eerste frontprofiel 6 is aangebracht, is met zijn vrije uiteinde geschikt verbonden met een tweede frontprofiel 7.
Volgens de huidige uitvinding is tussen de frontprofielen 6-7 een scharnierbaar kruisverband 8 voorzien waarvan de benen 9 en 10 door middel van een spil 11 scharnierbaar met elkaar zijn verbonden en waarbij deze benen 9-10 aan een uiteinde door middel van spillen 12 en 13, scharnierbaar verbonden zijn met de frontprofielen 6 en 7.
De andere uiteinden van de benen 9 en 10 van het scharnierbaar kruisverband 8 zijn, bijvoorbeeld door middel van spillen 14-15, aangebracht in gleuven, respectievelijk 16 en 17, die tot dit doel voorzien zijn in de voornoemde frontprofielen 6-7.
<Desc/Clms Page number 4>
In deze figuur 1 is, tussen de benen 9 en 10 van het scharnierend kruisverband 8, een veer 18 voorzien die het voornoemd kruisverband steeds naar zijn open toestand tracht te bewegen, respectievelijk in deze open toestand tracht te houden, door de frontprofielen 6 en 7 van elkaar te verwijderen.
Vanzelfsprekend kan zulke veer 18 eveneens voorzien worden tussen een been 9 of 10 en respectievelijk het tweede frontprofiel 7 of het eerste frontprofiel 6 of tussen een van de spillen 14-15 en een van de spillen 12-13 en/of een frontprofiel 6 of 7.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal zulke veer 18 bij voorkeur aangebracht worden tussen de spillen 12 en 14 en kan deze veer als dusdanig aangebracht worden in het frontprofiel 6, bijvoorbeeld wanneer dit laatste gevormd wordt door een hol profiel, zoals een buis.
Vanzelfsprekend kunnen eveneens twee veren 18 worden voorzien, bijvoorbeeld een in het frontprofiel 6, tussen de spillen 12 en 14 en een tweede veer 18 in het frontprofiel 7 tussen de spillen 13 en 15.
Het is duidelijk dat de kruisverbanden 8 onder een welbepaalde hoek A ten opzichte van de knikarmen 4 en 5 zijn aangebracht teneinde, na ontvouwing, een schuin omlaag gericht gedeelte 19 te bekomen.
Indien gewenst kan trouwens, tussen het frontprofiel 6 en het of de kruisverband (en) 8 een regelmechanisme voorzien worden dat toelaat de hoek A in te stellen.
<Desc/Clms Page number 5>
De werking van een luifel zoals beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2 is zeer eenvoudig en als volgt.
In gesloten toestand bevindt het frontprofiel 7 zich in of tegen de luifelkast 2, waardoor bij voorkeur de luifelkast 2 tevens wordt afgesloten.
Wanneer het luifeldoek 3 wordt afgewonden zullen de knikarmen 4 en 5 ervoor zorgen dat de frontprofielen 6 en 7 uit de luifelkast 2 worden geduwd waarbij, automatisch, onder inwerking van de veer of veren 18 het scharnierende kruisverband 8 wordt opengetrokken en het frontprofiel 7 zich samen met het luifeldoek 3 zal verwijderen van het frontprofiel 6.
Omgekeerd wanneer het luifeldoek 3 wordt opgewonden, zal eerst het frontprofiel 7 tegen het frontprofiel 6 worden getrokken waarna de kinkarmen 4 en 5 worden samengeplooid.
In figuur 3 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij twee scharnierende kruisverbanden 8 zijn voorzien en waarbij in dit geval minstens tussen de spillen 14 en eventueel tussen de spillen 15 een veer 18 is voorzien.
In figuur 4 is eveneens een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij twee scharnierende kruisverbanden worden toegepast en waarbij veren 18 zijn voorzien tussen de armen 10 en het frontprofiel 6 of tussen de spillen 14 en eventueel 15 en de overeenstemmende spillen 12, respectievelijk 13.
Het is duidelijk dat de werking van de uitvoeringsvormen volgens de figuren 3 en 4 identiek is aan deze volgens figuur l, doch dat een grotere stabiliteit zal bekomen worden tussen de frontprofielen 6 en 7.
<Desc/Clms Page number 6>
Op deze wijze bekomt men een luifel met een voorhanggedeelte 19 dat zeer eenvoudig is en hierdoor zeer bedrijfszeker.
De huidige uitvinding is trouwens niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm, doch een oprolbare luifel van het voornoemde type kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Retractable canopy.
The present invention relates to a retractable awning of the type wherein at least two folding arms are fixed between an awning cupboard with a canopy cloth and a first front profile which attempt to push this first front profile away from the awning cupboard and wherein a second front profile is provided which is provided with the first front profile is connected by means that can push these front profiles apart, and wherein the free end of the canopy fabric is connected to the second front profile and extends beyond the first front profile.
Such a roll-up canopy has the advantage that it offers very good protection against the light of a low sun without, however, increasing the width of the canopy.
In a first known roll-up canopy, the aforementioned means consist of articulated arms connected to the two front profiles.
Disadvantages of such articulated arms are that they take up a lot of space, whereby, among other things, the canopy cabinet becomes relatively large, on the one hand, and that such a construction is relatively complicated and expensive, on the other hand.
In another known roll-up canopy, the aforementioned means consist of springs, more particularly gas springs, which are arranged directly between the aforementioned first and second front profile.
Although the means, more specifically springs, with this second type of roll-up canopy, only take up a small space
<Desc / Clms Page number 2>
and have a very simple construction, they have the disadvantage that their stability, for example with gusts of wind, is very mediocre.
The present invention therefore relates to such aforementioned means that are very simple in construction; that are very cheap; and that take up only a small space; all this combined with great stability and very high operational reliability.
To this end, the means according to the invention essentially consist of providing between the first and the second front profile at least one hinged crotch member of which at least one leg is connected to a spring which pulls the crotch member to the opened position.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a roll-up canopy according to the invention is described below, without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 in its simplest form and schematically represents a perspective view of a roll-up canopy according to the invention; figure 2 represents a view according to arrow F2 in figure 1; Figures 3 and 4 represent views similar to those of Figure 1, but for embodiments.
Figures 1 and 2 schematically show a roll-up canopy 1 according to the invention, in its simplest form.
<Desc / Clms Page number 3>
This canopy is essentially formed by a canopy cupboard 2 that can be mounted against a wall or the like, wherein in this canopy cupboard 2, the canopy cloth 3 can be rolled up.
In this case, two folding arms, 4 and 5, respectively, are hingedly connected to the canopy cupboard, said folding arms 4 and 5 being hingedly connected at their other free end to a first front profile 6.
In a known manner, springs (not shown) cooperate with the folding arms 4-5 which continuously try to push the first front profile 6 away from the canopy cabinet 2, so as to keep the canopy cloth 3 tensioned under a suitable slope.
The canopy cloth 3 which is freely arranged over the first front profile 6 is suitably connected with its free end to a second front profile 7.
According to the present invention, between the front profiles 6-7, a hinged cross connection 8 is provided, the legs 9 and 10 of which are hingedly connected to each other by means of a spindle 11, and wherein these legs 9-10 are connected at one end by means of spindles 12 and 13. , are hinged to the front profiles 6 and 7.
The other ends of the legs 9 and 10 of the hinged crotch 8 are arranged, for example by means of spindles 14-15, in slots 16 and 17 respectively, which are provided for this purpose in the aforementioned front profiles 6-7.
<Desc / Clms Page number 4>
In this figure 1, between the legs 9 and 10 of the hinged crotch 8, a spring 18 is provided which always tries to move the aforementioned crotch to its open state, or to keep it in this open state, by the front profiles 6 and 7. from each other.
Of course, such a spring 18 can also be provided between a leg 9 or 10 and respectively the second front profile 7 or the first front profile 6 or between one of the spindles 14-15 and one of the spindles 12-13 and / or a front profile 6 or 7 .
In a preferred embodiment, such spring 18 will preferably be arranged between the spindles 12 and 14 and this spring can be arranged as such in the front profile 6, for example when the latter is formed by a hollow profile, such as a tube.
Of course, two springs 18 can also be provided, for example one in the front profile 6, between the spindles 12 and 14 and a second spring 18 in the front profile 7 between the spindles 13 and 15.
It is clear that the cross braces 8 are arranged at a specific angle A with respect to the folding arms 4 and 5 in order to obtain, after unfolding, an obliquely downwardly directed part 19.
If desired, a control mechanism can be provided between the front profile 6 and the or the crotch band (s) 8 that allows the angle A to be adjusted.
<Desc / Clms Page number 5>
The operation of an awning as described with reference to Figures 1 and 2 is very simple and as follows.
When closed, the front profile 7 is located in or against the canopy cupboard 2, whereby the canopy cupboard 2 is preferably also closed.
When the canopy cloth 3 is unwound, the folding arms 4 and 5 will cause the front profiles 6 and 7 to be pushed out of the canopy cabinet 2, whereby, under the action of the spring or springs 18, the hinged cross-band 8 is pulled open and the front profile 7 is pulled together with the canopy cloth 3 will remove from the front profile 6.
Conversely, when the canopy cloth 3 is wound, the front profile 7 will first be pulled against the front profile 6, after which the kink arms 4 and 5 are folded together.
Figure 3 shows an embodiment in which two hinged cross connections 8 are provided and in which case a spring 18 is provided at least between the spindles 14 and optionally between the spindles 15.
Figure 4 also shows an embodiment in which two hinged cross connections are applied and in which springs 18 are provided between the arms 10 and the front profile 6 or between the spindles 14 and optionally 15 and the corresponding spindles 12 and 13, respectively.
It is clear that the operation of the embodiments according to Figs. 3 and 4 is identical to that of Fig. 1, but that greater stability will be obtained between the front profiles 6 and 7.
<Desc / Clms Page number 6>
In this way a canopy is obtained with a hanging portion 19 which is very simple and therefore very reliable.
The present invention is not limited to the embodiment described as an example and shown in the accompanying drawings, but a roll-up canopy of the aforementioned type can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.