BE1013426A6 - Verwarmingsinrichting. - Google Patents

Verwarmingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1013426A6
BE1013426A6 BE2000/0306A BE200000306A BE1013426A6 BE 1013426 A6 BE1013426 A6 BE 1013426A6 BE 2000/0306 A BE2000/0306 A BE 2000/0306A BE 200000306 A BE200000306 A BE 200000306A BE 1013426 A6 BE1013426 A6 BE 1013426A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
heating
heating device
treatment space
frame
floors
Prior art date
Application number
BE2000/0306A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Puttaert Emiel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Puttaert Emiel filed Critical Puttaert Emiel
Priority to BE2000/0306A priority Critical patent/BE1013426A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1013426A6 publication Critical patent/BE1013426A6/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/001Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement the material moving down superimposed floors
    • F26B17/003Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement the material moving down superimposed floors with fixed floors provided with scrapers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)

Abstract

Verwarmingsinrichting, die hoofdzakelijk bestaat uit een behandelingsruimte (5) die voorzien is van een aantal verwarmingsvloeren (6-7) , een aantal schrapers (8) voor het verplaatsen van een product over de verwarmingsvloeren en een aandrijfinrichting (3) voor het bewegen van de schrapers (8), daardoor gekenmerkt dat de verwarmingsvloeren (6-7) worden gedragen door een geraamte (2) dat zich hoofdzakelijk buiten de behandelingsruimte (5) bevindt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Verwarmingsinrichting. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een verwarmingsinrichting. 



  In de eerste plaats is de inrichting bedoeld voor het drogen van producten, bijvoorbeeld poeders, zaden en allerlei soorten organisch of anorganisch materiaal, zoals slib en dergelijke, doch in de tweede plaats kan zij ook voor andere toepassingen worden aangewend, zoals bijvoorbeeld voor het zogenaamd toasten van producten. 



  Meer speciaal nog betreft de uitvinding een verwarmingsinrichting, die hoofdzakelijk bestaat uit een behandelingsruimte die voorzien is van een aantal verwarmingsvloeren, een aantal schrapers voor het verplaatsen van een product over de verwarmingsvloeren en een aandrijfinrichting voor het bewegen van de schrapers. 



  Men kent reeds verwarmingsinrichtingen van het voornoemde type, waarbij de behandelingsruimte bestaat uit een zelfdragende structuur, waarin al dan niet een geraamte is geïntegreerd. 



  Het grote nadeel van deze bekende verwarmingsinrichtingen bestaat erin dat de volledige structuur wordt opgewarmd en dat het door temperatuursverschillen die optreden bijzonder moeilijk is om ongelijkmatige uitzettingen op te vangen, vooral in het geval dat gewerkt wordt met verwarmingsvloeren van een grote diameter. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook een verwarmingsinrichting als voorwerp die verbeterd is ten 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 opzichte van de voornoemde bekende uitvoeringsvormen en waarbij meer speciaal de voornoemde nadelen zijn uitgesloten. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een verwarmingsinrichting, die hoofdzakelijk bestaat uit een behandelingsruimte die voorzien is van een aantal verwarmingsvloeren, een aantal schrapers voor het verplaatsen van een product over de verwarmingsvloeren en een aandrijfinrichting voor het bewegen van de schrapers, met als kenmerk dat de verwarmingsvloeren worden gedragen door een geraamte dat zich hoofdzakelijk buiten de behandelingsruimte, meer speciaal buiten de mantelstructuur ervan, bevindt. 



  Doordat het geraamte zich buiten de behandelingsruimte bevindt, wordt dit nagenoeg niet opgewarmd, waardoor dit geraamte als het ware steeds als een koude constructie kan worden aanzien en dus weinig of niet onderhevig is aan vervormingen ten gevolge van de enorme temperatuursverschillen die in de behandelingsruimte kunnen optreden. 



  Hierdoor kan een stabiele ondersteuning van de verwarmingsvloeren worden gegarandeerd, zelfs bij zeer zware en grote uitvoeringen. 



  Bij voorkeur is de behandelingsruimte aan de buitenzijde thermisch geïsoleerd, dit terwijl het voornoemde geraamte zich hoofdzakelijk buiten het geïsoleerde gedeelte bevindt. 



  Hierdoor wordt nog een extra thermische afscherming tussen het geraamte en de behandelingsruimte verkregen. 



  In een praktische uitvoeringsvorm worden de verwarmingsvloeren gedragen door steunen die vast aan het geraamte zijn bevestigd en zich radiaal tot in de behandelingsruimte uitstrekken. Hierdoor worden stevige steunpunten gecreëerd, 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 doch de warmteverliezen doorheen deze steunpunten blijven gering, daar zij slechts plaatselijk aanwezig zijn. 



  Volgens een bijzonder kenmerk van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm rusten de verwarmingsvloeren vrij op de steunen, met uitzondering van één steun per verwarmingsvloer waar de betreffende verwarmingsvloer wel aan deze steun is bevestigd. Hierdoor wordt verkregen dat iedere verwarmingsvloer wel vastligt in de behandelingsruimte, doch gelijktijdig beweeglijk blijft om uitzettingsverschillen op te vangen. 



  Bij voorkeur is het geraamte gevormd door rechtopstaande steunen die rondom de behandelingsruimte zijn geplaatst en die onderling zijn verbonden. 



  Verder geniet het eveneens de voorkeur dat de behandelingsruimte voorzien is van een dak dat vrij beweeglijk aan het voornoemde geraamte is opgehangen, waardoor eventuele uitzettingsverschillen tussen het dak en de mantel van de behandelingsruimte eveneens vlot kunnen worden opgevangen. 



  Tenslotte bestaat de aandrijfinrichting bij voorkeur uit een door middel van een motor aangedreven as waarop de schrapers zijn bevestigd en wordt deze aandrijfinrichting afzonderlijk van de behandelingsruimte ondersteund door middel van een onder de behandelingsruimte aangebrachte steunconstructie. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat geen rekening dient te worden gehouden met uitzettingsverschijnselen, meer speciaal uitzettingsverschillen die optreden tussen de eigenlijke behandelingsruimte en de voornoemde steunconstructie voor de aandrijfinrichting. In tegenstelling tot bekende uitvoeringen waarbij de aandrijfinrichting aan de onderwand van de behande- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 lingsruimte is bevestigd, wordt bovendien het voordeel verkregen dat de onderwand nu niet meer door het gewicht van de aandrijfinrichting wordt belast. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verwarmingsinrichting beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een bovenaanzicht weergeeft van de verwarmingsinrichting van figuur 1; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 1; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2; figuur 5 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 met F5 is aangeduid. 



  Zoals weergegeven in de figuren, bestaat een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een basis 1, waarop het geraamte 2 en de aandrijfinrichting 3 van de eigenlijke drooginrichting zijn aangebracht, waarbij de voornoemde aandrijfinrichting 3 verbonden is met een as 4 en waarbij binnen het geraamte 2 de behandelingsruimte 5 van de drooginrichting voorzien is, waarbij deze behandelingsruimte 5 een aantal verwarmingsvloeren 6-7 bevat, waarover schrapers 8 kunnen verplaatst worden en die bevestigd zijn op de voornoemde as 4. 



  De basis 1 bestaat in dit voorbeeld uit een betonnen sokkel 9 die eventueel ondersteund wordt door funderingspalen 10. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 In de betonnen sokkel 9 zijn in dit geval twaalf paar I-profielen 11-12 verankerd, die samen het voornoemde geraamte 2 vormen, waarbij de paren I-profielen 11-12 op twee concentrische cirkels gelegen zijn. 



  Tussen de profielen 11 en 12 van elk paar I-profielen zijn radiale verbindingsbalken 13 voorzien, terwijl de I-profielen 11, respectievelijk 12, die op eenzelfde cirkel gelegen zijn, met elkaar verbonden zijn door middel van gebogen verbindingsbalken 14. 



  Tegen de I-profielen 12 is aan hun naar het centrum gerichte zijde 15 een mantel 16 bevestigd, bestaande uit een cilindervormige wand die de zijwand van de voornoemde behandelingsruimte 5 vormt. 



  De mantel 16 is, volgens de uitvinding, aan de buitenzijde thermisch geïsoleerd, door middel van een isolatiemateriaal 16A, zodat de warmteoverdracht van de behandelingsruimte 5 naar het geraamte 2 minimaal is. 



  Verder is het geraamte 2 op regelmatige afstanden voorzien van radiaal gerichte steunen 17 voor de verwarmingsvloeren 6-7. Meer speciaal zijn deze steunen 17 aan de profielen 12 vastgelast en zijn ze uitgevoerd als vingers die zich naar het center van de behandelingsruimte 5 uitstrekken. 



  Op twee paar I-profielen 11-12, die tegenover elkaar gelegen zijn, is bovendien een draagbalk 18 aangebracht, waaraan een dak 19 is opgehangen, welk dak 19 de behandelingsruimte 5 overdekt. 



  In het midden van het dak 19 is een opening 20 voorzien, waar een aanvoerschacht 21 op aansluit. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  De voornoemde aandrijfinrichting 3 bestaat hoofdzakelijk uit een motor 22 en een reductiekast 23, die via een klauwkoppeling 24 verbonden is met de voornoemde as 4. 



  Deze laatste is zowel bovenaan als onderaan gelagerd in buslager 25, respectievelijk kogellager 26. 



  Het buslager 25 bovenaan de as 4 is bevestigd aan een kooi bestaande uit horizontale profielen 27 en verticale profielen 28, waarbij deze kooi is bevestigd aan de draagbalk 18. 



  De as 4 strekt zich uit doorheen bovenvermelde kooi en is verlengd tot boven de drooginrichting. Hierbij strekt de as 4 zich tevens uit doorheen de uitmondopening 31 en de wand 32 van de aanvoerschacht 21. 



  De kogellager 26 onderaan de as 4 daarentegen is bevestigd op een stalen structuur 33 die op haar beurt op de betonnen sokkel 9 steunt, een en ander zodanig dat de aandrijfinrichting 3 onafhankelijk van de eigenlijke behandelingsruimte 5 wordt ondersteund. 



  De voornoemde as 4 is hol uitgevoerd, waarbij het onderste uiteinde 34 van de holle as 4 via een draaiende koppeling 29 verbonden is met een aanvoerleiding 35 voor koelvloeistof, terwijl het bovenste uiteinde 36 ervan verbonden is met een afvoerleiding 37 via een draaiende koppeling 30. 



  De voornoemde verwarmingsvloeren 6-7 worden door de voornoemde steunen 17 gedragen. Iedere verwarmingsvloer 6-7 is hierbij slechts aan één steun 17 vastgemaakt, meer speciaal vastgebout. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  De verwarmingsvloeren 6-7 bestaan uit aaneengekoppelde elementen 38, ieder in de vorm van een cirkelsegment, en zijn in het midden met elkaar verbonden door middel van een stalen ring 39. 



  Het is duidelijk dat de verwarmingsvloeren 6-7 met een zekere tussenruimte boven elkaar gelegen zijn. 



  De elementen 38 zijn hol uitgevoerd, met andere woorden voorzien van doorstroomholtes 40, en zijn door middel van in de tekeningen niet weergegeven toevoerleidingen en afvoerleidingen aangesloten op een geschikte inrichting voor het opwarmen van het fluïdum en/of voor de toevoer van heet fluïdum. 



  De verwarmingsvloeren 6 bezitten een diameter die kleiner is dan de binnendiameter van de voornoemde mantel 16, zodat aan de buitenrand 41 van deze verwarmingsvloeren 6 een ringvormige doorlaatopening 42 blijft bestaan. 



  De verwarmingsvloeren 7 die zich telkens onder de voornoemde verwarmingsvloeren 6 bevinden, reiken tot tegen of tot nagenoeg tegen de mantel 16, doch deze verwarmingsvloeren 7 zijn ieder voorzien van een aantal openingen 43 die dicht tegen het centrum van de verwarmingsinrichting zijn gelegen. 



  Onder de openingen 43 in de onderste verwarmingsvloer 7 is een afvoerinrichting 44 voorzien die bestaat uit vier kanalen 45 waarin telkens een schroef van Archimedes 46 is aangebracht. De kanalen 45 zijn in de vorm van een vierkant opgesteld en sluiten zodanig op elkaar aan dat alle behandeld materiaal uiteindelijk via slechts één van de schroeven 46 wordt weggeleid naar een afvoerleiding 47. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 De voornoemde schroeven van Archimedes 46 steunen op een steunstructuur 48 die zelf bevestigd is op de voornoemde structuur 33. 



  De centrale opening 49 in de onderste verwarmingsvloer 7 wordt afgeloten door een metalen ringvormige sluitplaat 50, terwijl tussen deze laatsten en de onderste verwarmingsvloer 7 dichtingsstrips 51 zijn voorzien. Tevens zijn tussen de kanalen 45 en de onderste verwarmingsvloer 7 dichtingsstrips 52 voorzien en zijn tussen de onderste verwarmingsvloer 7 en de mantel 16 dichtingsstrips 53 aangebracht. 



  Ook tussen het dak 19 en de mantel 16 zijn dichtingsstrips 54 voorzien. Verder is tussen de wand 32 van de aanvoerschacht 21 en de as 4 een dichting 55 aangebracht. 



  Verder kan de verwarmingsinrichting volgens de uitvinding voorzien zijn van trappen 56, bijvoorbeeld tussen de I-profielen 11 en 12. 



  Op de verstevigingsbalken 13 kunnen bovendien overlopen 57 aangebracht zijn, terwijl de mantel 16 van de behandelingsruimte 5 nog voorzien is van mangaten 58 en kijkvensters 59. 



  De werking van de verwarmingsinrichting volgens de uitvinding is als volgt. 



  De verwarmingsvloeren 6-7 worden verwarmd door middel van een warm fluïdum dat doorheen de thermisch geleidende elementen 38 wordt gevoerd. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Via de aanvoerschacht 21 wordt te drogen materiaal in de voornoemde kooi gestort, waarna het doorheen openingen in de wand van de kooi op de bovenste verwarmingsvloer 6 terechtkomt. 



  Door de schrapers 8, die aangedreven worden door de as 4, wordt het te drogen materiaal geleidelijk over de eerste verwarmingsvloer 6 naar de buitenomtrek ervan verplaatst tot het over de buitenrand 41 ervan, via de doorlaatopening 42, op de eronder gelegen verwarmingsvloer 7 valt. 



  Hier wordt het materiaal door de betreffende schrapers 8 geleidelijk naar het center van de inrichting verplaatst tot wanneer het doorheen de openingen 43 op de eronder gelegen verwarmingsvloer 6 valt. 



  Deze cyclus wordt een aantal keer herhaald, tot wanneer het te drogen materiaal doorheen de openingen 43 in de onderste verwarmingsvloer 7 valt, waarna het door de schroeven van Archimedes 46 wordt meegenomen en in de afvoerleiding 47 terechtkomt. 



  Het aantal verwarmingsvloeren 6-7 dat nodig is, evenals de temperatuur van deze verwarmingsvloeren 6-7 en de snelheid van de schrapers 8 over de verwarmingsvloeren 6-7, is afhankelijk van het materiaal dat dient gedroogd te worden en de vochtigheidsgraad van dit materiaal. 



  Het reinigen en het onderhoud van de verwarmingsinrichting volgens de uitvinding gebeurt via de mangaten 58 die via trappen 56 en overlopen 57 kunnen bereikt worden. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  De controle op de behandeling van het te drogen materiaal kan gebeuren langs de kijkvensters 59 die eveneens via de trappen 56 en de overlopen 57 bereikbaar zijn. 



  Het is duidelijk dat door de huidige uitvinding een verwarmingsinrichting wordt verkregen die ervoor zorgt dat het geraamte 2 en dus ook de ondersteuning van de verwarmingsvloeren 6-7 niet of nauwelijks beïnvloed wordt door uitzettingen ingevolge de opwarming in de behandelingsruimte 5. 



  Volgens de uitvinding dient onder het begrip "schrapers" alle soorten middelen te worden verstaan waardoor de producten kunnen worden verplaatst. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke verwarmingsinrichting kan in allerlei varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

  1. Conclusies. l.- Verwarmingsinrichting, die hoofdzakelijk bestaat uit een behandelingsruimte (5) die voorzien is van een aantal verwarmingsvloeren (6-7), een aantal schrapers (8) voor het verplaatsen van een product over de verwarmingsvloeren en een aandrijfinrichting (3) voor het bewegen van de schrapers (8), daardoor gekenmerkt dat de verwarmingsvloeren (6-7) worden gedragen door een geraamte (2) dat zich hoofdzakelijk buiten de behandelingsruimte (5), meer speciaal buiten de mantelstructuur ervan, bevindt.
  2. 2.- Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de behandelingsruimte (5) aan de buitenzijde thermisch geïsoleerd is, waarbij het voornoemde geraamte (2) zich hoofdzakelijk buiten het geïsoleerde gedeelte bevindt.
  3. 3.- Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de verwarmingsvloeren (6-7) gedragen worden door steunen (17) die vast aan het geraamte (2) zijn bevestigd en zich radiaal tot in de behandelingsruimte (5) uitstrekken.
  4. 4.- Verwarmingsinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de verwarmingsvloeren (6-7) vrij op de steunen (17) rusten, met uitzondering van één steun (17) per verwarmingsvloer (6-7) waar de betreffende verwarmingsvloer wel aan deze steun (17) is bevestigd.
  5. 5.- Verwarmingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het geraamte (2) gevormd wordt door rechtopstaande steunen die rondom de <Desc/Clms Page number 12> behandelingsruimte (5) zijn geplaatst en die onderling zijn verbonden.
  6. 6.- Verwarmingsinrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het geraamte (2) is gevormd uit paren I-profielen (11-12) die op twee concentrische cirkels gelegen zijn.
  7. 7.- Verwarmingsinrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de I-profielen (11-12) met elkaar verbonden zijn door, enerzijds, radiale verstevigingsbalken (13) en, anderzijds, boogvormige verbindingsbalken (14).
  8. 8.- Verwarmingsinrichting volgens één van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de behandelingsruimte (5) begrensd is door een mantel (16), waarbij deze mantel (16) tegen een aantal van de steunen, respectievelijk I-profielen (12), is bevestigd en waarbij de mantel (16) thermisch geïsoleerd is door middel van een op de buitenwand hiervan aangebracht isolatiemateriaal dat zich tussen de opeenvolgende steunen, respectievelijk I-profielen (12), uitstrekt.
  9. 9. - Verwarmingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het geraamte (2) onderaan in beton verankerd is.
  10. 10.- Verwarmingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de behandelingsruimte (5) voorzien is van een dak dat vrij beweeglijk aan het voornoemde geraamte (2) is opgehangen.
  11. 11.- Verwarmingsinrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het dak (19) is opgehangen aan een <Desc/Clms Page number 13> draagbalk (18) die zich over de behandelingsruimte (5) uitstrekt en die gedragen wordt door het voornoemde geraamte (2).
  12. 12. - Verwarmingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfinrichting (3) bestaat uit een door middel van een motor (22) aangedreven as (4) waarop de schrapers (8) zijn bevestigd en dat deze aandrijfinrichting (3) afzonderlijk van de behandelingsruimte (5) wordt ondersteund door middel van een onder de behandelingsruimte (5) aangebrachte steunconstructie.
BE2000/0306A 2000-05-02 2000-05-02 Verwarmingsinrichting. BE1013426A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0306A BE1013426A6 (nl) 2000-05-02 2000-05-02 Verwarmingsinrichting.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0306A BE1013426A6 (nl) 2000-05-02 2000-05-02 Verwarmingsinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013426A6 true BE1013426A6 (nl) 2002-01-15

Family

ID=3896513

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2000/0306A BE1013426A6 (nl) 2000-05-02 2000-05-02 Verwarmingsinrichting.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1013426A6 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1369653A1 (en) 2002-06-06 2003-12-10 Fifth Element N.V. Heating device and hot plate used thereby

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1369653A1 (en) 2002-06-06 2003-12-10 Fifth Element N.V. Heating device and hot plate used thereby
BE1014870A3 (nl) 2002-06-06 2004-05-04 Fifth Element N V Verwarmingsinrichting en verwarmingsplaat daarbij
CN100416201C (zh) * 2002-06-06 2008-09-03 第五元件股份有限公司 加热设备和用于该设备的加热板

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101794878B1 (ko) 폐기물 건조장치
CA1176524A (en) Process for causing air circulation and convection in a heat generating system, and its apparatus
BE1013426A6 (nl) Verwarmingsinrichting.
CN203912837U (zh) 粪便清理系统
CN211284468U (zh) 球墨铸铁管退火设备
JPH03117872A (ja) 板形冷凍装置
US400807A (en) Apparatus for malting grain
US4941823A (en) Vertical air flow ingot pusher furnace with adjustable side baffles
BG63761B1 (bg) Металургичен пещен агрегат и по-специално въртящ се конвертор с горно продухване
US3915441A (en) Heating furnace of walking beam type
CN210382558U (zh) 一种空气加热烘炒机
CN110701882A (zh) 一种药材烘干机
KR102169911B1 (ko) 알루미늄 휠 주조품의 회전레일방식의 저에너지 연속열처리 시스템
RU2175427C1 (ru) Установка сушильная конвейерная непрерывного действия
US891659A (en) Refrigerator.
JPS6046353B2 (ja) 定置の容器から灼熱する素材を搬出するための装置
EP1369653B1 (en) Heating device and hot plate used thereby
NL1008309C2 (nl) Schrapende warmtewisselaar.
CN109974404A (zh) 一种柳编制品用柳枝的干燥处理装置
FI104853B (fi) Takka, jossa on lämpöä varaavat seinämät, johon kuuluu tulipesä ja savukaasutila
US411397A (en) Drying or evaporating apparatus
JP2692755B2 (ja) 廃棄物用乾燥機
US1700560A (en) Incinerator
RU2196936C2 (ru) Загрузочное устройство печи для сжигания промышленных и бытовых отходов
US3228390A (en) Snow disposal unit

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *FIFTH ELEMENT N.V.

Effective date: 20060502