<Desc/Clms Page number 1>
"Set voor het vervaardiqen van een bed en aldus vervaardiad bed."
De huidige uitvinding heeft betrekking op een set met een bedbodem en met daaronder aan te brengen poten voor het vervaardigen van een bed, waarbij de bedbodem een kader met twee, op een afstand van elkaar gelegen, eerste laterale langsliggers bevat en waarbij de poten door tussenkomst van ten minste twee zich nagenoeg ter hoogte van genoemde eerste langsliggers daartussen uitstrekkende dwarsliggers onder de bedbodem aan te brengen zijn.
In de praktijk is een dergelijke set reeds bekend. Bij deze bekende set zijn de dwarsliggers waarop de poten te monteren zijn bijvoorbeeld door middel van lijm of schroeven aan de langsliggers van de bedbodem bevestigd. Een nadeel van deze bekende bedbodem is dat wanneer men deze op een onderstel zou willen monteren zodanig dat de bedbodem naar keuze horizontaal ofwel schuin kan ingesteld worden om een slaapcorrectie te bekomen, dit onderstel een relatief belangrijke dikte onder de bedbodem vormt hetgeen esthetisch niet gewenst is. Ter hoogte van de dwarsliggers van de bedbodem dient het onderstel Immers ook met dwarsliggers voor de bevestiging van de poten voorzien te worden wil men dezelfde stabiliteit behouden.
Doorgaans is het verder, bovenop het verlies aan stabiliteit, wegens plaatsgebrek ook niet mogelljk de dwarslatten voor de poten op het onderstel meer naar het midden, naast de dwarslatten op de bedbodem, te voorzien, in het bijzonder wanneer de bedbodem bijvoorbeeld voorzien is van elektrische aandrijfsystemen voor het afzonderlijk instellen van de helling van het hoofd- en voetuiteinde van de bedbodem In de praktijk bekomt men dus
<Desc/Clms Page number 2>
door het scharnierend op een onderstel monteren van de bekende bedbodem een merkelijk dikker geheel of verliest men met andere woorden de vlakke onderzijde van de bedbodem.
Het verwijderen van de dwarsliggers voor de poten in de bedbodem om aldus plaats te winnen voor de dwarsliggers van het onderstel komt in de praktijk niet aan de orde omdat dit een pure verspilling van materiaal zou betekenen.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een nieuwe set voor het vervaardigen van een bed voor te stellen waarvan de bedbodem wel op een onderstel kan gemonteerd worden dat niet over een aanzienlijke afstand onder de bedbodem dient uit te steken en dit zonder dat men de dwarsliggers van de bedbodem voorzien voor het daaronder monteren van de poten zonder meer dient te verwijderen.
Tot dit doel is de set volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat genoemde dwarsliggers een lengte hebben kleiner dan de afstand tussen genoemde eerste langsliggers en dat de set middelen bevat voor het losneembaar bevestigen van de dwarsliggers aan genoemde eerste langsliggers zodanig dat ten minste een kops uiteinde van elke dwarsligger zich op een afstand van de respectievelijke eerste langsligger bevindt.
Het voordeel van de set volgens de uitvinding is dat de dwarsliggers die op de bedbodem kunnen gemonteerd worden ook kunnen gebruikt worden voor het assembleren van een onderstel waarop de bedbodem scharnierend tussen een horizontale en een schuine positie monteerbaar is en waarin de dwarsliggers zieh in de horizontale positie van de bedbodem ter hoogte van de eerste langsliggers van de bedbodem tussen de tweede langsliggers van het onderstel uitstrekken en aldus niet of nagenoeg niet onder het basisvak van de bedbodem uitsteken. In de set volgens de uitvinding kan men de dwarsliggers voor het op de bedbodem monteren van de poten dus gewoon weglaten of
<Desc/Clms Page number 3>
verwijderen wanneer men deze bedbodem op een onderstel wenst te monteren, zonder dat dit een pure materiaalsverspilling zou betekenen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de set volgens de uitvinding bevat de set verder tweede langsliggers voorzien voor het samen met genoemde dwarsliggers vormen van een onderstel waarop genoemde bedbodem met zijn eerste langsliggers scharnierbaar tussen een horizontale en een schuine positie monteerbaar is, in welk onderstel de tweede langsliggers door genoemde dwarsliggers, die, in genoemde horizontale positie van de eerste langsliggers, nagenoeg ter hoogte van deze eerste langsliggers losneembaar tussen genoemde tweede langsliggers bevestigbaar zijn, aan elkaar bevestigd zijn en genoemde poten door tussenkomst van genoemde dwarsliggers op het onderstel gemonteerd zijn.
Doordat in het onderstel voorzien in deze bijzondere uitvoeringsvorm de tussen de tweede langsliggers van dit onderstel bevestigde dwarsliggers zieh ter hoogte van de eerste langsliggers van de bedbodem uitstrekken, steken deze niet of nagenoeg niet onder het vlak van de bedbodem uit Zoals hierboven aangegeven is dit slechts mogelijk doordat de dwarsliggers voor het monteren van de poten een lengte hebben die korter IS dan de afstand tussen de eerste langsliggers van de bedbodem. Deze langsliggers moeten immers langsheen de kopse uiteinden van de dwarsliggers op en neer kunnen scharnieren.
Bovendien worden de langsliggers van het onderstel in een voorkeursuitvoeringsvorm hoofdzakelijk gevormd door een L-vormig profiel waarvan het opstaande verticale been zieh bij voorkeur tussen de kopse uiteinden van de dwarsliggers en de langsliggers van de bedbodem uitstrekken. Hiertoe dienen de dwarsliggers dus nog korter te zijn.
<Desc/Clms Page number 4>
De uitvinding heeft verder ook betrekking op een bed vervaardigd uitgaande van een set volgens de uitvinding.
Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een set voor het vervaardigen van een bed volgens de uitvinding en van het daarmee vervaardigde bed. Deze beschrijving wordt evenwel slechts als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de beschermingsomvang, zoals bepaald door de conclusies, te beperken.
De in de beschrijving aangegeven verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgevoegde tekeningen waarin :
Figuur 1 een bovenaanzicht weergeeft op een bed volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding met weglating van de latten van de atten- of bedbodem ;
Figuur 2 een langsdoorsnede volgens lijn 11-11 in figuur 1 weergeeft ;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede volgens lijn 111-111 in figuur 1 weergeeft ;
Figuur 4 op grotere schaal een gedeelte van figuur 3 weergeeft ;
Figuur 5 op grotere schaal een gedeelte van figuur 1 weergeeft ;
Figuur 6 een bovenaanzicht weergeeft op een onderstel van een bed volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding ;
Figuur 7 een bovenaanzicht weergeeft op een bed gevormd door het onderstel volgens figuur 7 en een daarop scharnierend gemonteerde bedbodem waarvan de latten niet weergegeven werden ;
Figuren 8 en 9 een langsdoorsnede volgens lijn VIII-VIII in figuur 7 weergeeft respectievelijk met een horizontaal en een hellend ingestelde bedbodem ;
<Desc/Clms Page number 5>
Figuur 10 een dwarsdoorsnede volgens lijn X-X in figuur 7 weergeeft ;
Figuur 11 op grotere schaal een gedeelte van figuur 10 weergeeft ; en
Figuur 12 op grotere schaal een gedeelte van figuur 7 weergeeft
In figuren 1 tot 5 wordt een bed vervaardigd met een set volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. In deze uitvoeringsvorm is er geen onderstel voorzien waarop de bedbodem in zijn geheel onder verschillende hoeken kan ingesteld worden om een slaapcorrectie te bekomen, in het bijzonder om het slaapvlak naar het voetuiteinde opwaarts te laten verlopen.
Het in deze figuren weergegeven bed bevat een bedbodem 1 met daaronder gemonteerde poten 2. De weergeven bedbodem 1 is een lattenbodem doch eventueel kan deze bedbodem ook een verenbodem zijn. De bedbodem 1 bevat op de eerste plaats een kader gevormd door twee laterale langsliggers of -latten 3 die nabij hun uiteinden door dwarslatten 4 aan elkaar bevestigd zijn. Zoals blijkt uit figuren 2 tot 4 zijn deze dwarslatten bovenaan tegen de binnenkanten van de langsliggers 3 vastgeschroefd, hetgeen mogelijk is doordat aan de uiteinden geen latten 6 voor het ondersteunen van de matras meer voorzien zijn. Op de plaats waar de poten 2 dienen te komen, zijn tussen de langsliggers 3 nog twee dwarsliggers of -latten 5 aangebracht.
In tegenstelling tot de dwarslatten 4 aan de uiteinden van de bedbodem bevinden deze dwarsliggers zieh nabij de onderzijde van de langsliggers 3 om aldus de verende werking van de bedbodem niet te belemmeren.
Zoals duidelijk blijkt uit figuren 3 tot 5 zijn de dwarsliggers 5 voor de poten 2 merkelljk korter dan de afstand tussen de beide langsliggers 3 van de bedbodem 1, dit in tegenstelling tot de dwarslatten
<Desc/Clms Page number 6>
4 die zieh op een hoger niveau aan de uiteinden van de bedbodem 1 bevinden. Om deze dwarsliggers 5 toch tussen de binnenkanten van de langsliggers 3 te kunnen bevestigen, en dit meer bepaald losneembaar, zijn er bevestigingselementen 7 voorzien die enerzijds door middel van schroeven tegen de binnenzijden van de langsliggers 3 kunnen vastgeschroefd worden en die anderzijds een gedeelte bevatten waarin het uiteinde van de dwarsligger 5 kan opgenomen en doorheen gaten 9 eveneens vastgeschroefd kan worden.
Centraal in de bevestigingselementen 7 is nog een groter gat 10 voorzien, dat zieh verder door de dwarsliggers 5 uitstrekt en waardoor de poten 2 door middel van een bout kunnen vastgeschroefd worden.
Een belangrijk voordeel van de set waarmee het bed volgens figuren 1 tot 5 vervaardigd is, is dat de bedbodem 1 van deze set ook op een onderstel kan gemonteerd worden, meer bepaald op een onderstel zoals weergegeven in figuur 6, zonder dat de dwarsliggers van dit onderstel, waarop de poten 1 in dat geval gemonteerd zijn, zieh volledig onder de onderkant van de bedbodem 1 dienen uit te strekken.
De bedoeling van het op een onderstel monteren van de bedbodem is om het mogelijk te maken dat hij scharnierbaar zou zijn tussen een horizontale positie, weergeven in figuur 8, en een schuine positie, weergegeven in figuur 9. In deze schuine positie bevindt het voetuiteinde zieh normalerwijze hoger dan het hoofduiteinde doch eventueel kan dit ook omgekeerd zijn. Om deze scharnierbeweging toe te laten, zijn de langsliggers 3 van de bedbodem 1 aan een uiteinde elk van een scharnieras 11 voorzien. Bovendien is er tussen de langsliggers 3 van de bedbodem 1 nog een extra dwarsligger 12 voorzien, meer bepaald aan het voetuiteinde, waaraan, zoals hierna verder zal beschreven worden, het verstelmechanisme voor het instellen van de hellingshoek van de bedbodem 1 kan aangrijpen.
<Desc/Clms Page number 7>
Het onderstel volgens de uitvinding weergegeven in figuur 6 bevat op de eerste plaats twee langsliggers 13 die voorzien zijn van middelen 14 voor het bevestigen van de dwarsliggers 5 die in de hierboven beschreven bedbodem 1 losneembaar aan de beide langsliggers 3 daarvan bevestigd waren en die daarvan aldus kunnen verwijderd worden om samen met de langsliggers 13 het onderstel te vormen.
Figuur 7 geeft een bovenaanzicht weer van het onderstel van figuur 6 waarop de bedbodem 1 volgens figuur 1, na verwijdering van de dwarsliggers 5 en hun bevestigingselementen 7, scharnierend rond de scharnierassen 11 gemonteerd 15. Bij vergelijking met figuur 1 kan men vaststellen dat de poten 2 zieh in deze uitvoeringsvorm op dezelfde afstanden van de uiteinden van de bedbodem 1 bevinden als in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 en dat dus dezelfde stabiliteit verkregen wordt.
In figuur 6 werden bovendien nog extra bevestigingsmiddelen 14 voorzien, meer bepaald meer naar het hoofduiteinde van het bed toe, om eventueel de dwarsligger 5 met de poten 2 daar te kunnen monteren om bijvoorbeeld meer plaats te hebben voor een elektrische aandrijving van een instelbaar hoofdgedeelte, waarbij de bevestigingsmiddelen 14 ter plaatse van de normale positie van de poten 2 zieh minder ver naar binnen toe uitstrekken dit eveneens om meer plaats te bieden voor de elektnsche aandrijving, meer bepaald voor de aandrijfarmen daarvan. Een extra plaatje 22 werd hier wel voorzien opdat de kop van de bout voor het vastzetten van de poten een vlakke steun zou hebben Vermits een Instelbaar hoofdgedeelte op zieh bekend is, zal dit niet verder beschreven noch weergegeven worden.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 zijn verder aan het voetuiteinde van het onderstel nog bevestigingsmiddelen 14 voor het bevestigen van een extra dwarsligger 15 voorzien. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 9 is op deze extra dwarsligger 15 het verstelmechanisme 16
<Desc/Clms Page number 8>
gemonteerd dat verder aangrijpt op de extra dwarsligger 12 die op de bedbodem 1 zelf voorzien was. Met dit verstelmechanisme 16 kan aldus de algemene helling van de bedbodem 1 ingesteld worden. Het bevat bijvoorbeeld een tandlat zodanig dat verschillende hellingen kunnen ingesteld worden. Vermits een dergelijk mechanisme op zieh reeds bekend is, wordt dit hier niet meer in detail beschreven noch in de figuren weergegeven.
In plaats van de extra dwarsligger 15 te voorzien, zou men het verstelmechanisme eventueel ook op de dwarsligger 5 kunnen monteren om aldus nog een extra lat uit te sparen doch het verstelmechanisme 16 zou dan moeilijker bereikbaar zijn.
In figuren 10 tot 12 zijn de langsliggers 13 van het onderstel en de middelen 14 voor het daaraan bevestigen van de dwarsliggers meer in detail weergegeven. De langsliggers 13 worden in dit geval gevormd door bij voorkeur metalen L-vormige profielen met een onderste horizontaal been 17 en een daarop staand verticaal been 18. In de horizontale positie van de bedbodem 1 rusten de langsliggers 3 daarvan op de horizontale benen 17 van de L-vormige profielen, meer bepaald door tussenkomst van dempende elementen 13. De opstaande benen 18 van deze profielen kunnen zieh eventueel aan de buitenkant van het bed bevinden doch bij voorkeur bevinden deze zieh aan de binnenkant om ze aldus aan het zieht te onttrekken. Door de geringe dikte van het onderste been 17 van de L-vormige profielen is dit ook niet of nauwelijks te zien.
In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren zijn de bevestigingsmiddelen 14 voor de dwarsliggers van het onderstel tegen de verticale benen 18 van de L-vormige profielen of langsliggers 13 vastgelast. Op dezelfde manier als de bevestigingselementen 7 voor het bevestigen van de dwarsliggers 5 aan de bedbodem 1, zijn de bevestigingsmiddelen 14 ook voorzien van gaten 20 voor het
<Desc/Clms Page number 9>
losneembaar vastschroeven van de in deze middelen geschoven uiteinden van de dwarsliggers en van een centraal groter gat 21 voor een bout ter bevestiging van de poten 2.
Door de bevestiging van de dwarsliggers (5) tegen de binnenkant van de langsliggers 13 van het onderstel komen deze nagenoeg ter hoogte van de langsliggers 3 van de bedbodem 1 te liggen en steken dus niet of nagenoeg niet onder het vlak van de bedbodem 1 uit, ten minste niet wanneer de bedbodem zieh in zijn horizontale stand bevindt. Met de uitdrukking "nagenoeg ter hoogte van" wordt in deze tekst bedoeld dat de dwarsliggers 5 in de hoogte de langsliggers 3 van de bedbodem 1 ten minste gedeeltelijk overlappen hetgeen dus niet uitsluit dat, zoals zichtbaar in figuur 10, de onderkant van de dwarliggers 5 zieh, door de dikte van het onderste been 17 van de L-vormige profielen 13 en de aanwezigheid van de dempende elementen 19, onder het niveau van de onderkant van de langsliggers 3 mag bevinden zonder dat dit het esthetisch uitzicht van het bed nadelig be nvloedt.
In figuren 10 tot 12 is verder nog duidelljk te zien dat de dwarsliggers 5 zieh in het onderstel tot tegen de zijkanten van de langsliggers 13 uitstrekken terwijl dit in de bedbodem 1 niet het geval mocht zijn en de dwarsliggers 5 dus een lengte dienden te hebben die korter was dan de afstand tussen de langsliggers 3 van de bedbodem. Tussen de uiteinden van de dwarsliggers 5 en de binnenkant van de langsliggers 3 van de bedbodem 1 dient immers voldoende speling gelaten te worden voor de op-en neerwaartse scharnierbeweging van de bedbodem en, in de weergegeven uitvoeringsvorm, ook voor het opstaande benen 18 van de L-vormige profielen 13.
Uit de voorgaande beschrijving van enkele voorkeursuitvoeringsvormen zal het duidelijk zijn dat daaraan nog tal van
<Desc/Clms Page number 10>
wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het kader van de uitvinding zoals bepaald door de bijgaande conclusies te treden.
Zo zal het duidelijk zijn dat de weergegeven, in doorsnede rechthoekige en gewoonlijk houten langsliggers 3 van de bedbodem 1 bijvoorbeeld vervangen kunnen worden door metalen of kunststoffen profielen. Tevens kunnen binnen het kader van de bedbodem nog kleinere, manueel of elektrisch in te stellen afzonderlijke bedbodemdelen voorzien worden om, naast de algemene instelling van de helling van de bedbodem, tevens de vorm van het oppervlak daarvan kan ingesteld worden.