BE1012606A3

BE1012606A3 - Verdeelapparaat voor papieren doekjes.

Info

Publication number: BE1012606A3
Application number: BE9900249A
Authority: BE
Original assignee: Veeckman Andre
Priority date: 1999-04-13
Filing date: 1999-04-13
Publication date: 2001-01-09
Also published as: EP1044643A1

Abstract

Verdeelapparaat voor het verdelen van papieren doekjes, in het bijzonder handdoekjes, welke inrichting een houder (2) bevat die onderaan van een opening (20) voor de doekjes is voorzien, daardoor gekenmerkt dat minstens de voorwand (7) van de houder (2) minstens plaatselijk doorzichtig is en aan de binnenzijde van vasthoudmiddelen (15) voorzien is om een blad (17) losneembar en tegenover een doorzichtig gedeelte van deze voorwand (7) vast te houden.

Description

Verdeelapparaat voor papieren doekjes.

Deze uitvinding heeft betrekking op een verdeelapparaat voor het verdelen van papieren doekjes, in het bijzonder handdoekjes, welke inrichting een houder bevat die onderaan van een opening voor de doekjes is voorzien.

Dergelijke verdeelapparaten worden opgehangen in openbare toiletten of dergelijke. De papieren handdoekjes laten toe de handen op een hygiënische manier af te drogen.

De bekende verdeelinrichtingen bezitten een ondoorzichtige houder. Op de buitenzijde kan een tekst en/of een afbeelding worden geschilderd, maar enkel door een nieuwe en relatief dure schildering kan deze tekst of deze afbeelding vervangen worden.

Uiteraard kunnen op de buitenzijde ook labels of dergelijke gekleefd worden, maar ofwel zijn deze moeilijk verwijderbaar, hetgeen dus ook het vervangen ervan bemoeilijkt, ofwel zijn ze gemakkelijk verwijderbaar, in welk geval ze dikwijls afgetrokken worden door bezoekers.

De uitvinding heeft een verdeelinrichting voor doekjes als doel die voornoemde nadelen niet vertoont en die, op een tegen vandalen beveiligde manier, van tekst en/of afbeeldingen kan voorzien worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat minstens de voorwand van de houder minstens plaatselijk doorzichtig is en aan de binnenzijde van vasthoudmiddelen voorzien is om een blad losneembaar en tegenover een doorzichtig gedeelte van deze voorwand vast te houden.

Bij voorkeur is de volledige voorwand van de houder doorzichtig.

De bovenzijde van de houder kan door een van voor naar achter schuin opwaarts gerichte bovenwand gevormd zijn, en ook deze bovenwand kan minstens gedeeltelijk, maar bij voorkeur volledig, doorzichtig zijn en op zijn binnenzijde van vasthoudmiddelen voorzien zijn voor het losneembaar en tegenover een doorzichtig gedeelte vasthouden van een blad, eventueel hetzelfde blad dat door voornoemde vasthoudmiddelen op de voorwand tegengehouden wordt.

Ook de zijwanden van de houder kunnen gedeeltelijk of bij voorkeur geheel doorzichtig zijn en ook van vasthoudmiddelen voorzien zijn.

De vasthoudmiddelen kunnen bestaan uit een paar profielen
EMI2.1
die naar elkaar gekeerde gootjes voor de randen van het blad vormen, bijvoorbeeld L-vormige profielen die met één been op de wand van de houder staan en met een been naar elkaar gericht zijn.

Deze profielen staan bij voorkeur in de omgeving van de zijranden van de wand.

De voorwand en de bovenwand kunnen samen een deksel vormen dat onderaan scharnierend aan de rest, bijvoorbeeld aan zijwanden, vastgemaakt is. Bovenaan kan een slotmechanisme voorzien zijn om dit deksel in gesloten stand te vergrendelen.

Voordelig zijn twee slotmechanismen in beide zijwanden aangebracht waarbij deze kunnen bestaan uit speciale schroeven die enkel door een werktuig zoals een stift

kunnen verdraaid worden en die bijvoorbeeld door de zijwand in oren van de bovenwand geschroefd zijn.

De doekjes kunnen afscheurbaar zijn van een rol, waarbij de houder onderaan van een afscheurmechanisme voorzien is.

Dit afscheurmechanisme kan door een mes gevormd zijn dat in de opening onderaan is gelegen.

Deze opening kan gevormd zijn tussen de voorwand en een opwaarts gerichte rand van de bodem, waarbij het mes van het afscheurmechanisme rond een as in zijn langsrichting wentelbaar is, onderaan van een scherpe rand voorzien is en bovenaan van een aandrukrand die, wanneer de scherpe rand naar voor wordt getrokken, tegen de rand van de bodem aandrukt.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verdeelapparaat van papieren doekjes, volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zieht in perspectief weergeeft van een verdeelinrichting voor papieren doekjes volgens de uitvinding ; figuur 2 een vooraanzicht weergeeft van de
EMI3.1
verdeelinrichting volgens figuur 1 figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 2 ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2 ;

figuur 5 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 met F5 is aangeduid ;

figuur 6 een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 4, maar tijdens het afscheuren van een doekje.

De verdeelinrichting voor het verdelen van papieren doekjes die moeten afgescheurd worden van een rol l, weergegeven in de figuren, bevat in een houder 2 die gevormd is door een bodem 3, een daarop aansluitende rugwand 4, twee op de bodem 3 en de rugwand 4 aansluitende opstaande zijwanden 5 en 6, een voorwand 7 tussen deze zijwanden 5 en 6 en een met een afronding op de voorwand 7 aansluitende en naar achter schuin opwaarts gerichte bovenwand 8.

De voorwand 7 en de bovenwand 8 vormen samen een deksel van doorzichtige kunststof dat onderaan de voorwand 7 wentelbaar is ten opzichte van de zijwanden 5 en 6. Hiertoe bevat deze voorwand 7 op haar binnenkant nabij haar randen twee oren 9 die aan de buitenzijden van de zijwanden 5-6 draaibaar zijn rond een horizontale as 10 die draaibaar in de twee zijwanden 5 en 6 steekt.

Op haar bovenste uiteinde is de bovenwand 8 ook van twee oren 11 voorzien die aan de binnenzijde van de zijwanden 5 en 6 gelegen zijn en respectievelijk aan deze zijwanden 5 en 6 vastgemaakt zijn door slotmechanismen die elk bestaan uit een inbusschroef 12.

Deze inbusschroef 12 is geschroefd in een van schroefdraad voorziene opening 13 in de zijwand 5, respectievelijk 6, en in een van schroefdraad voorziene opening 14 in het oor 11 dat ertegen gelegen is en is in sluitstand met zijn uiteinde dat van de zeskantopening is voorzien volledig in de zijwand 5 of 6 verzonken.

Niet enkel de voorwand 7 en de bovenwand 8, maar ook de rugwand 4, de bodem 3, en de zijwanden 5 en 6 zijn volledig uit doorzichtige kunststof vervaardigd.

De voorwand 7 bezit op zijn binnenzijde twee L-vormige profielen 15 die nabij de opstaande randen gelegen zijn, met een been op de achterzijde van de voorwand 7 aansluiten en met hun ander been naar elkaar gericht zijn zodat twee zieh evenwijdig opwaarts uitstrekkende en met hun opening naar elkaar gerichte gootjes ontstaan.

Op analoge manier staan op de bovenwand 8 nabij de randen twee L-vormige profielen 16 die dus met één been op de binnenzijde van de bovenwand 8 aansluiten en met een been naar elkaar gericht zijn zodat naar elkaar gerichte gootjes gevormd worden. Deze profielen 16 liggen op juist dezelfde afstand van elkaar als de profielen 15.

Deze profielen 16 vormen vasthoudmiddelen voor een blad 17 met tekst en/of beelden, bijvoorbeeld met publiciteit. Dit blad 17 is met zijn randen in de gootjes, gevormd door de profielen 15 en 16, geschoven. Dit blad 17 is duidelijkheidshalve enkel in figuur 1 weergegeven.

Ook de twee zijwanden 5 en 6 zijn op gelijkaardige manier op hun binnenzijde van twee L-vormige profielen 18 voorzien, waarbij het tegen de rugwand 4 gelegen profiel 18 iets langer is dan het tegen de voorwand 7 gelegen profiel 18.

Aan de binnenzijde van elke zijwand 5 en 6 kan ook een blad met een tekst en/of tekeningen met zijn randen in de door de profielen 18 gevormde gootjes geschoven worden.

De rol 1 ligt los op de bodem 4 die een soort kuip vormt en hiertoe achteraan een opwaarts hellend gedeelte bezit en vooraan een schuin naar boven omgeplooide rand 19 bezit.

Deze rand 19 is op een afstand van de voorwand 7 gelegen zodat tussen deze rand 19 en de voorwand 7 een langwerpige opening 20 openblijft.

In deze opening 20 is een afscheurmechanisme aangebracht dat in hoofdzaak bestaat uit een langwerpig mes 21 dat op voornoemde as 10 vastgemaakt is en dus door deze as 10 wentelbaar is ten opzichte van de houder 2.

Het onder de as 10 gelegen gedeelte van het mes 21 reikt tot buiten de houder 2 en de rand ervan is afgeschuind om een snede te vormen voor het afscheuren van een stuk van de strook papier van de rol 1. Op de uiteinden is deze snede gekarteld.

Op het boven de as 10 gelegen gedeelte dat smaller is dan het vorige gedeelte is aan de achterzijde een aandrukrand aangebracht die gevormd is door een strook 22 uit anti-slip materiaal, bijvoorbeeld rubber, elastomeer of andere zachte kunststof.

Wanneer de bovenkant van het mes 21 naar achter gekanteld is, is de rand van de stook 22 tegen de rand 19 gelegen, eventueel met de strook papier ertussen, juist onder het vrije uiteinde daarvan.

Het apparaat bevat verder nog een dubbelwandig paneel 23 dat gevormd is door een dubbelgevouwen plaat uit doorzichtige kunststof, waarvan de achterste wand langer is

dan de voorste. De vouw waar de twee wanden met elkaar verbonden zijn, wordt bovenaan geplaatst.

Het uitstekende gedeelte van de achterste wand is vastgemaakt aan de rugzijde van de rugwand 4 of door schroeven 24 waarmee de rugwand 4 tegen een muur of dergelijke bevestigd wordt mee tegen deze muur vastgemaakt.

Uiteraard kan deze achterste wand van het paneel 23 uit een stuk met de rugwand 4 vervaardigd zijn.

De onderste rand van de voorste wand van het dubbelwandige paneel 23 is achter de bovenste rand van de bovenwand 8 gelegen.

De werking van het apparaat is als volgt.

Door het uitschroeven van de inbusschroeven 12 wordt het deksel gevormd door de wanden 7 en 8 ontgrendeld waarna dit deksel opengewenteld wordt. In figuur 6 is het deksel in gedeeltelijk opengewentelde stand weergegeven.

Nu kan tussen de profielen 15 en 16 het blad 17 worden geschoven.

Doordat dit blad 17 geplooid is tussen de wanden 7 en 8 blijft het normaal tussen de profielen 15 en 16 vastzitten, maar het verdient toch de voorkeur de onderste rand van het blad 17 tegen te houden door een aanslag 25 die op de binnenzijde tegen de onderste rand van de voorwand 7 aangebracht is en die ook een stukje L-vormig profiel kan zijn.

Op analoge manier kunnen bladen tussen de profielen 18 van de zijwanden geschoven worden. Onderaan worden deze bladen door de bodem 4 tegengehouden.

De voorste wand van het dubbelwandige paneel 23 is vrij en kan verend van de achterste wand worden weggetrokken om tussen de wanden eveneens een blad met tekst en/of beelden aan te brengen.

Indien nog geen rol 1 in de houder 2 aanwezig is, kan een dergelijke rol 1 op de bodem 3 worden geplaatst. De strook papier wordt over de rand 19 geleid en doorheen de opening 20 getrokken.

Na het dichtwentelen van het deksel en het inschroeven van de inbusschroeven 12 is het apparaat klaar voor gebruik. De voorwand van het paneel 23 zit vast achter de rand van het deksel. De aangebrachte bladen zijn niet meer van buiten uit te bereiken en het deksel kan enkel worden ontgrendeld door het uitschroeven van de inbusschroeven 12 waarvoor een speciale stift nodig is.

De bladen kunnen evenwel gemakkelijk vervangen worden door een persoon die over een dergelijke stift beschikt.

Om een papieren doekje van de rol 1 te verkrijgen, trekt de gebruiker het uiteinde van het papier dat in de opening 20 hangt verticaal neerwaarts. De bovenste strook 22 van het mes 21 wordt niet tegen de rand 19 geduwd, zodat het papier kan naar beneden getrokken worden. Het zwaartepunt van het mes 21 kan trouwens zo gelegen zijn dat het mes 21 automatisch naar een stand wentelt waarbij het geen contact maakt met de rand 19.

Vervolgens trekt de gebruiker dit papier naar voor waardoor het mes 21 gewenteld wordt tot in de stand weergegeven in de figuren 1 tot 5, waarbij dus de strook 22 stevig tegen de rand 19 geduwd wordt en het papier blokkeert.

Wanneer de gebruiker een vel of doekje afscheurt, wordt het papier dus automatisch tegengehouden.

De constructie van het apparaat is vrij eenvoudig.

Vervangbare publiciteit kan gemakkelijk en op een veilige manier erop aangebracht worden.

Niet alle wanden moeten doorzichtig zijn. Andere vasthoudmiddelen dan de profielen 15, 16, 18 zijn mogelijk om een blad losneembaar tegenover een wand aan te brengen.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk verdeelapparaat kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. l.-Verdeelapparaat voor het verdelen van papieren doekjes, in het bijzonder handdoekjes, welke inrichting een houder (2) bevat die onderaan van een opening (20) voor de doekjes is voorzien, daardoor gekenmerkt dat minstens de voorwand (7) van de houder (2) minstens plaatselijk doorzichtig is en aan de binnenzijde van vasthoudmiddelen (15) voorzien is om een blad (17) losneembaar en tegenover een doorzichtig gedeelte van deze voorwand (7) vast te houden.
2.-Verdeelapparaat volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de volledige voorwand (7) van de houder (2) doorzichtig is.
3.-Verdeelapparaat volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de bovenzijde van de houder (2) door een van voor naar achter schuin opwaarts gerichte bovenwand (8) gevormd is, en dat ook deze bovenwand (8) minstens gedeeltelijk, maar bij voorkeur volledig, doorzichtig is en op zijn binnenzijde van vasthoudmiddelen (16) voorzien is voor het losneembaar en tegenover een doorzichtig gedeelte vasthouden van een blad, eventueel hetzelfde blad (17) dat door voornoemde vasthoudmiddelen (15) op de voorwand (7) tegengehouden wordt.
4.-Verdeelapparaat volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) zijwanden (5, 6) bezit die gedeeltelijk of bij voorkeur geheel doorzichtig zijn en ook van vasthoudmiddelen (18) voorzien zijn.
5. - Verdeelapparaat volgens conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de voorwand (7), de bovenwand (8) en de <Desc/Clms Page number 11> zijwanden (5, 6) van de houder (2) volledig uit doorzichtige kunststof vervaardigd zijn.
6.-Verdeelapparaat volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vasthoudmiddelen bestaan uit minstens een paar profielen- (15, 16, 18) die naar elkaar gekeerde gootjes voor de randen van het blad vormen.
7. - Verdeelapparaat volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de profielen (15, 16, 18) L-vormige profielen zijn die met een been op de wand (7, 8, 5, 6) van de houder (2) staan en met een been naar elkaar gericht zijn.
8.-Verdeelapparaat volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de profielen (15, 16, 18) op een wand (7, 8, 5, 6) in de omgeving van de zijranden van de wand (7, 8, 5, 6) staan.
9. - Verdeelapparaat volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voorwand (7) en de bovenwand (8) samen een deksel vormen dat onderaan scharnierend aan de rest, bijvoorbeeld aan zijwanden (5, 6), vastgemaakt is.
10.-Verdeelapparaat volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat bovenaan een slotmechanisme (12) voorzien is om dit deksel in gesloten stand te vergrendelen.
11.-Verdeelapparaat volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat twee slotmechanismen, een in elke zijwand (5, 6) aangebracht zijn waarbij deze slotmechanismen bestaan uit speciale schroeven (12) die enkel door een werktuig zoals een stift kunnen verdraaid worden en die door de zijwanden (5, 6) in oren (11) van de bovenwand (8) geschroefd zijn. <Desc/Clms Page number 12>
12.-Verdeelapparaat volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de doekjes afscheurbaar zijn van EMI12.1 een rol (1), waarbij de houder (2) onderaan van een afscheurmechanisme voorzien is.
13.-Verdeelapparaat volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat dit afscheurmechanisme gevormd is door een mes (21) dat in de opening (20) onderaan is gelegen.
14.-Verdeelapparaat volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat deze opening (20) gevormd is tussen de voorwand (7) en een opwaarts gerichte rand (19) van de bodem (3), waarbij het mes (21) van het afscheurmechanisme rond een meetkundige as in zijn langsrichting wentelbaar is, onderaan van een scherpe rand voorzien is en bovenaan van een aandrukrand die, wanneer de scherpe rand naar voor wordt getrokken tegen de rand (19) van de bodem (3) aandrukt.
15.-Verdeelapparaat volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de aandrukrand van het mes (21) een anti-slip strook (22) is.
16.-Verdeelapparaat volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het in het verlengde van de rugwand (4) een dubbelwandig paneel (23) bevat waarvan minstens de voorwand doorzichtig is, tussen de wanden waarvan een blad met tekst en/of beelden kan aangebracht worden.
17.-Verdeelapparaat volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de achterwand en de voorwand bovenaan met elkaar verbonden zijn en verend naar elkaar worden gedrukt. <Desc/Clms Page number 13>
18.-Verdeelapparaat volgens een van de conclusies 9 tot 11 en conclusie 16 of 17, daardoor gekenmerkt dat de achterwand van het paneel (23) vast is ten opzichte van de rugwand (4) van de houder (2) en de voorwand van het paneel (23) tot achter het deksel gevormd door de voorwand (7) en de bovenwand (8) reikt.