BE1011604A3 - Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine. - Google Patents

Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1011604A3
BE1011604A3 BE9701008A BE9701008A BE1011604A3 BE 1011604 A3 BE1011604 A3 BE 1011604A3 BE 9701008 A BE9701008 A BE 9701008A BE 9701008 A BE9701008 A BE 9701008A BE 1011604 A3 BE1011604 A3 BE 1011604A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper
plates
plate
rapier
gripper body
Prior art date
Application number
BE9701008A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9701008A priority Critical patent/BE1011604A3/nl
Priority to PCT/EP1998/007941 priority patent/WO1999029944A1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1011604A3 publication Critical patent/BE1011604A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • D03D47/23Thread grippers
    • D03D47/233Carrying grippers
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • D03D47/23Thread grippers
    • D03D47/236Drawing grippers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Paper (AREA)

Abstract

Grjperlichaam (2,25) voor een grijper (1,24) voor een weefmachine en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke grijperlichaam (2,25), waarbij het grijperlichaam (2,25) verschillende aan elkaar gelaste elementaire platen (9,10,11,12,26,27,28) bevat en vervaardigd wordt door het aan elkaar lassen van verschillende elementaire platen (9,10,11,12;26,27,28).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine. De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine en een dergelijk grijperlichaam. 



  Het is gekend bij het vervaardigen van grijpers voor een weefmachine, een grijperlichaam uit een blok materiaal te frezen. Dit heeft als nadeel dat elke holte van het grijperlichaam weggefreesd moet worden. Daar alleen materiaal kan weggefreesd worden dat met een freesgereedschap bereikbaar is, leidt dit tot een grijperlichaam dat niet wegfreesbare en overtollige massa's bevat, die het gewicht van de grijper onnodig verhogen. 



  Het is ook gekend bij het vervaardigen van grijpers voor een weefmachine, een grijperlichaam te vormen door plaatmateriaal te plooien. De vormnauwkeurigheid van dergelijk gevormde grijperlichamen is gering, zodat het moeilijk is opeenvolgend identieke grijperlichamen te vervaardigen. Dit is temeer het geval indien een plaat sequentieel op meerdere plaatsen geplooid moet worden. Bovendien wordt de vormnauwkeurigheid ook beïnvloed door de plaatdikte, de plooiradii, het plaatmateriaal, de temperatuur, de plooisnelheid en dergelijke. 



  Daar een voldoende buigstijfheid van het grijperlichaam vereist is om de draadklemmen en de draadgeleidingen in het grijperlichaam te voorzien, is het hierbij vereist een plaat met een zekere plaatdikte aan te wenden, waardoor het gewicht van de grijper onnodig verhoogt. 



  Het doel van de uitvinding is een stijf en licht grijperlichaam nauwkeurig te vervaardigen. 



  Tot dit doel bevat de werkwijze volgens de uitvinding het aan 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 elkaar lassen van verschillende elementaire platen. 



  Deze werkwijze biedt als voordeel dat een stijf en licht grijperlichaam nauwkeurig kan vervaardigd worden. Deze werkwijze laat tevens toe om hoofdzakelijk materiaal te voorzien, waar materiaal nodig is voor het functioneren van de grijper, in het bijzonder voor het bekomen van een voldoende buigstijfheid om de draadklemmen en de draadgeleidingen in het grijperlichaam te voorzien. Bovendien laat deze werkwijze toe een grijperlichaam te vormen, dat meer inwendige ruimte biedt, dan de gekende grijperlichamen. 



  Bij voorkeur bevat de werkwijze het aan elkaar lassen van verschillende elementaire platen met een verschillende plaatdikte en/of die bestaan uit een verschillend materiaal. 



  Dit laat toe de plaatdikte en/of het plaatmateriaal van de verschillende platen aan te passen aan de krachten die op elke plaat worden uitgeoefend. Deze krachten bevatten traagheidskrachten die te wijten zijn aan het bewegingsverloop van de grijper in het weefvak, krachten die te wijten zijn aan het drukken van de kettingdraden op de grijper en krachten die op de grijper uitgeoefend worden via de draadklemmen en/of de draadgeleidingen. 



  Bij voorkeur worden de elementaire platen aan elkaar gelast door gebruik te maken van laserlassen, en in het bijzonder door het lassen met behulp van een Nd-YAG laser. Het laserlassen biedt als voordeel dat geen extra lasmateriaal dient toegevoerd te worden om de platen aan elkaar te lassen, hetgeen voordelig is voor het gewicht van het grijperlichaam. 



  Dit biedt tevens als voordeel dat de warmtetoevoer voor het aan elkaar lassen van platen zeer lokaal en geconcentreerd kan gebeuren, waardoor de materiaaleigenschappen of metaaleigenschappen van de platen, door de warmteinvloeden die ontstaan bij het lassen, slechts lokaal beïnvloed worden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Tot dit doel bevat het grijperlichaam volgens de uitvinding verschillende aan elkaar gelaste elementaire platen, en bij voorkeur verschillende aan elkaar gelaste elementaire platen met een verschillende plaatdikte. De verschillende platen kunnen ook uit een verschillend materiaal bestaan, zoals roestvrij edelstaal, titanium, een ander metaal of enig ander geschikt lasbaar materiaal. Hierbij kunnen deze elementaire platen bestaan uit vlakke platen en/of uit platen die een beperkt aantal plooien bevatten. 



  Volgens een uitvoeringsvorm bevat, ter hoogte van de plaats waar een las dient gevormd te worden, een van de te lassen platen een opening terwijl de andere plaat een kraag bevat die ingrijpt in deze opening, teneinde toe te laten een las te vormen tussen de kraag en de opening. Deze uitvoeringsvorm is voordelig voor het aan elkaar lassen van de platen door gebruik te maken van laserlassen. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de las tussen de platen voorzien op een zekere afstand van een gladde rand van een plaat die bedoeld is om kettingdraden te geleiden. Hierdoor kan de voornoemde rand glad uitgevoerd worden, hetgeen als voordeel biedt dat de kettingdraden niet beschadigd worden wanneer die langsheen deze rand geleid worden. 



  De werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk grijperlichaam en een dergelijk grijperlichaam kunnen zowel aangewend worden bij een gevergrijper als bij een nemergrijper voor een weefmachine. 



  Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding worden hierna beschreven aan de hand van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 figuur 1 een nemergrijper met een grijperlichaam volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 de elementaire platen van het grijperlichaam volgens figuur 1 apart weergeeft ; figuur 3 het grijperlichaam met elementaire platen volgens figuur 2 in gelaste toestand weergeeft ; figuur 4 een doorsnede volgens vlak IV-IV in figuur 3 weergeeft ; figuur 5 een gevergrijper met een grijperlichaam volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 6 de elementaire platen van het grijperlichaam volgens figuur 5 apart weergeeft ; figuur 7 het grijperlichaam met elementaire platen volgens figuur 6 in gelaste toestand weergeeft ; figuur 8 een doorsnede volgens vlak VIII-VIII in figuur 7 weergeeft. 



  De in figuur 1 weergegeven nemergrijper 1 bevat een grijperlichaam 2, een vast aan het grijperlichaam 2 bevestigde grijperhaak 3 en een ten opzichte van het grijperlichaam 2 beweegbaar opgestelde grijperklem 4. De grijperklem 4 is via een hefboom 5 en overbrengingsmiddelen 6 volgens de langsrichting A van de nemergrijper 1 heen en weer beweegbaar opgesteld. De grijperhaak 3 is voorzien van schroefdraad waarin schroeven 7 geschroefd worden teneinde de grijperhaak 3 aan het grijperlichaam 2 te bevestigen. De hefboom 5 is om een as 8 draaibaar ten opzichte van het grijperlichaam 2 gelagerd. De uit een stang bestaande overbrengingsmiddelen 6 worden bevolen via de hefboom 5 en zijn vast bevestigd aan de grijperklem 4. 



  In figuur 2 zijn verschillende elementaire platen 9,10, 11 en 12 voor het vervaardigen van een grijperlichaam weergegeven. Hierbij bestaan de platen 9,10 en 11 uit   vlakke   platen, terwijl de plaat 12 een beperkt aantal in streeplijn 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 aangeduide plooien 13 bevat. De plaat 11 bevat ook meerdere openingen 15 waarin niet weergegeven schroeven passen om een met de voornoemde platen gevormde nemergrijper aan een niet weergegeven geleidingsdeel of aan een niet weergegeven grijperband te bevestigen. Verder bevatten de platen 9,10 en 11 meerdere kragen 16, en bevatten de platen 9,11 en 12 meerdere openingen 17 waarin een voornoemde kraag 16 past. De platen 9 en 11 bevatten ook openingen 18 voor de as 8, en de plaat 12 bevat openingen 19 voor de voornoemde schroeven 7. 



  Verder bevat de plaat 12 openingen 21 waardoor de toppen 22 van de platen 9 en 11 zieh kunnen uitstrekken. De plaat 10 bevat verder een vlakke rand 14 die bedoeld is om kettingdraden te geleiden. 



  De werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een grijperlichaam 2 voor een nemergrijper 1 bevat hierbij het aan elkaar lassen van de verschillende elementaire platen 9,10, 11 en 12. Hierbij worden vooreerst de platen 10 en 11 met hun respectievelijke kragen 16 en bijhorende openingen 17 in elkaar gezet en vervolgens ter hoogte van deze kragen 16 en bijhorende openingen 17 aan elkaar gelast. Dan wordt de plaat 11 door een opening 21 van de plaat 12 gebracht, worden de respectievelijke kragen 16 en de bijhorende openingen 17 van de platen 11 en 12 in elkaar gezet en vervolgens ter hoogte van de kragen 16 en bijhorende openingen 17 aan elkaar gelast.

   Dan wordt de plaat 9 door de openingen 21 van de plaat 12 gebracht, worden de respectievelijke kragen 16 en bijhorende openingen 17 van de platen 9,10 en 12 in elkaar gezet en vervolgens ter hoogte van de kragen 16 en de bijhorende openingen 17 aan elkaar gelast. De platen 9 of 11 en de plaat 12 worden vervolgens eveneens ter hoogte van de openingen 21 aan elkaar gelast. 



  Hierbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van laserlassen, meer speciaal wordt gebruik gemaakt van een Nd-YAG laser. Dit 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 laat toe de platen aan elkaar te lassen zonder dat lasmateriaal moet toegevoegd worden. Hierbij wordt een las gevormd met materiaal van de platen zelf. 



  Het volgens de werkwijze bekomen grijperlichaam 2 met aan elkaar gelaste platen 9 tot 12, wordt weergegeven in figuren 3 en 4. Hierbij zijn de lassen 20 tussen elke kraag 16 en bijhorende opening 17 van de platen 9,10, 11 en 12, en de lassen 23 tussen de platen 9,11 en 12, aangeduid. Hierbij zijn ter hoogte van de openingen 21 aan beide kanten van de toppen 22, lassen 23 voorzien tussen toppen 22 van de platen 9 en/of 11 en de plaat 12. Deze lassen 23 laten toe de sterkte van de nemergrijper 1 ter hoogte van de plaats waar de grijperhaak 3 wordt bevestigd, te verhogen. 



  Zoals zichtbaar in figuur 4 vertoont het grijperlichaam 2 een grote inwendige ruimte die begrensd wordt door platen die nagenoeg haaks op elkaar zijn opgesteld. Bovendien bevat het grijperlichaam twee randen 42 en 43 die bedoeld zijn om niet weergegeven kettingdraden te geleiden. Hierbij is het duidelijk dat de lassen 20 en 23 tussen de platen 9,11 en 12 voorzien zijn op een afstand D of E van de voornoemde randen 42 en 43 zodat deze lassen 20,23 niet in contact kunnen komen met kettingdraden die door de randen 42 en 43 geleid worden. Hierdoor kunnen deze lassen 20 en 23 de kettingdraden niet   beschadigen.   Voor de lassen 20 tussen de platen 9 en 10 is het hierbij wenselijk deze lassen 20 zodanig te voorzien, dat die zieh niet boven de plaat 9 uitstrekken. 



  De in figuur 5 weergegeven gevergrijper 24 bevat een grijperlichaam 25 dat bestaat uit verschillende aan elkaar gelaste elementaire platen. Deze verschillende elementaire platen 26,27 en 28 voor het vervaardigen van een dergelijk grijperlichaam 25 zijn weergegeven in figuur 6. Hierbij bevatten de platen 26 en 27 een beperkt aantal plooien, 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 terwijl de plaat 28 bestaat uit een nagenoeg vlakke plaat. De plaat 28 bevat meerdere van schroefdraad voorziene openingen 29 waarin, zoals weergegeven in figuur 5, schroeven 46 passen om een met de voornoemde platen gevormde gevergrijper 24 aan een geleidingsdeel 38 en/of een grijperband 39 te bevestigen. 



  De plaat 26 bevat openingen 30 en de plaat 27 bevat openingen 31, om de massa van de platen 26 en 27 verkleinen. De plaat 27 bevat ook nog openingen 32 voor schroeven 44 (figuur 5) waarmee een niet in detail weergegeven grijperklem 45 (figuur 5) aan de plaat 27 kan bevestigd worden. De plaat 26 bevat nog een geleiding 35 voor inslagdraden en een geplooide top 40. De plaat 28 bevat verder nog inkepingen 34. In figuur 5 is tevens een hefboom 37 zichtbaar voor het openen van de grijperklem 45, die ten opzichte van de plaat 27 aan de andere kant dan de geleiding 35 is voorzien. 



  De werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een grijperlichaam 25 voor een gevergrijper 24 bevat het aan elkaar lassen van de verschillende elementaire platen 26,27 en 28. Hierbij wordt tevens bij voorkeur gebruik gemaakt van laserlassen, meer speciaal wordt gebruik gemaakt van een Nd-YAG laser. Hierbij wordt een las gevormd met materiaal van de platen 26,27 en 28 zelf. Vooreerst worden de platen 27 en 28 tegen elkaar gezet en vervolgens ter hoogte van hun raaklijn aan elkaar gelast. Hierbij worden lassen 33 gevormd, die zoals zichtbaar onderbroken worden ter hoogte van elke inkeping 34. Dit biedt als voordeel dat de platen 27 en 28 niet kunnen schuintrekken door het lassen. Dan wordt de plaat 26 tegen de plaat 27 gebracht, en worden vervolgens de platen 26 en 27 aan elkaar gelast. In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt hierbij een continue las 36 gevormd.

   Volgens een niet weergegeven variante kan de las 36 analoog aan de lassen 33 onderbroken worden. 



  Het door het lassen gevormde grijperlichaam 25 dat weerge- 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 geven is in figuren 7 en 8, vertoont een grote inwendige ruimte die begrensd is door platen die nagenoeg haaks op elkaar zijn opgesteld. Dit is voordelig om een nemergrijper   1,   in het bijzonder de grijperhaak 3 ervan, in de gevergrijper 24 te brengen om een inslagdraad over te nemen. 



  De verschillende aan elkaar te lassen of gelaste platen 26 tot 28 van de uitvoeringsvorm van figuren 5 tot 8 vertonen hierbij een verschillende plaatdikte. Hierbij is het zichtbaar dat de plaat 26 een beperkte plaatdikte vertoont, dat de plaat 27 iets dikker is, terwijl de plaat 28 het dikst is uitgevoerd. De plaat 28 is het dikst uitgevoerd daar die meest krachten moet opvangen, meer speciaal moet die de doorbuiging van de plaat 27 beperken. 



  De verschillende platen 26 tot 28 kunnen ook uit een verschillend materiaal uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld worden de platen 26 en 27 vervaardigd uit titanium. Dit metaal laat toe een lichte en sterke plaat te vormen die bovendien sleetvast en goede geleidingseigenschappen voor draden vertoont. Dit is vooral voordelig voor het geleiden van inslagdraden of kettingdraden langsheen deze platen 26,27. 



  De plaat 28 is bijvoorbeeld uit edelstaal vervaardigd. Dit metaal laat toe een sterke plaat te bekomen. Gezien edelstaal een relatief hoog soortelijk gewicht heeft, zal het zwaartepunt van het grijperlichaam 25 nabij de plaat 28 liggen, hetgeen voordelig is voor het geleiden van de gevergrijper 24 in een weefvak. Bovendien zijn edelstaal en titanium eenvoudig aan elkaar te lassen. Uiteraard kunnen ook andere lasbare materialen of andere lasbare metalen met elkaar gelast worden om een grijperlichaam 25 te vormen. 



  Hierbij is de las 36 tussen de platen 26 en 27 op een afstand C van de gladde rand 41 van de plaat 27 voorzien, die bedoeld is om niet weergegeven kettingdraden te geleiden. Dit laat 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 toe dat de las 36, die normaal gezien ruw is, geen contact kan maken met de kettingdraden en zodoende vermeden wordt dat de kettingdraden beschadigd worden door de las 36. 



  De werkwijze en het grijperlichaam volgens de uitvinding beperken zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen maar kunnen binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (10)

Conclusies.
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een grijperlichaam (2, 25) voor een grijper (1, 24) voor een weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het aan elkaar lassen van EMI10.1 verschillende elementaire platen (9, bevat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het aan elkaar lassen bevat van verschillende elementaire platen (26, 27, 28) met een verschillende plaatdikte en/of die bestaan uit een verschillend materiaal.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat voor het aan elkaar lassen van de elementaire platen (9, 10, 11, 12 ; 26, 27, 28) gebruik wordt gemaakt van laserlassen, en bij voorkeur van een Nd-YAG laser.
4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze aangewend wordt bij het vervaardigen van een gevergrijper (24) en/of van een nemergrijper (1) voor een weefmachine.
5. Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine, daardoor gekenmerkt dat het grijperlichaam (2, 25) verschillende aan elkaar gelaste elementaire platen (9, 10, 11, 12 ; 26, 27, 28) bevat.
6. Grijperlichaam volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het grijperlichaam (2, 25) verschillende aan elkaar gelaste elementaire platen (26, 27, 28) met een verschillende plaatdikte bevat en/of die bestaan uit een verschillend materiaal.
7. Grijperlichaam volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de elementaire platen (9, 10, 11, 12 ; 26, 27, 28) <Desc/Clms Page number 11> bestaan uit vlakke platen (9, 10, 11, 28) en/of platen (12, 26, 27) die een beperkt aantal plooien bevatten.
8. Grijperlichaam volgens een van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een las (20, 23, 33, 36) tussen de platen voorzien wordt op een afstand (C, D, E) van een rand (41, 42, 43) van een plaat (12, 27) die bedoeld is om kettingdraden te geleiden.
9. Grijperlichaam volgens een van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat, ter hoogte van de plaats waar een las (20) dient gevormd te worden, één van de te lassen platen een opening (16) bevat terwijl de andere plaat een kraag (17) bevat die ingrijpt in deze opening (16), teneinde toe te laten een las (20) te vormen tussen de kraag (16) en de bijhorende opening (17).
10. Grijperlichaam volgens een van de conclusies 5 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het grijperlichaam (2, 25) aangewend wordt bij een gevergrijper (24) en/of bij een nemergrijper (1) voor een weefmachine.
BE9701008A 1997-12-11 1997-12-11 Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine. BE1011604A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9701008A BE1011604A3 (nl) 1997-12-11 1997-12-11 Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine.
PCT/EP1998/007941 WO1999029944A1 (de) 1997-12-11 1998-12-07 Greifer für eine webmaschine

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9701008A BE1011604A3 (nl) 1997-12-11 1997-12-11 Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1011604A3 true BE1011604A3 (nl) 1999-11-09

Family

ID=3890896

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9701008A BE1011604A3 (nl) 1997-12-11 1997-12-11 Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1011604A3 (nl)
WO (1) WO1999029944A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE434068T1 (de) * 2001-05-08 2009-07-15 Promatech Spa Mit bezug auf die schussfadendicke einstellbarer bringergreifer für webmaschinen

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1558972A (nl) * 1967-11-16 1969-03-07
EP0146663A1 (de) * 1983-12-14 1985-07-03 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Bringergreifer für eine Greiferwebmaschine

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0441099B1 (de) * 1990-02-05 1996-01-31 Sulzer RàœTi Ag Bringergreifer für Greiferwebmaschinen

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1558972A (nl) * 1967-11-16 1969-03-07
EP0146663A1 (de) * 1983-12-14 1985-07-03 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Bringergreifer für eine Greiferwebmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
WO1999029944A1 (de) 1999-06-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE60206893T2 (de) Drehendes reibungschweissverfahren und vorrichtung
EP1525972B1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Erwärmen von Kunststoffen mittels Laserstrahlen
EP1949981B1 (en) Composite of sheet metal parts
EP0434846B1 (en) Stampable sheet made of fiber-reinforced thermoplastic resin and molded article thereof
EP0531139B1 (en) Method of laser-welding metal sheets having different thicknesses
EP1479611B1 (de) Ultraschall-Schweissvorrichtung
CN104417466A (zh) 保险杠加强件及其制造方法
RU2698035C2 (ru) Способ соединения металлических полос
DE4104256A1 (de) Verfahren zum herstellen von durch tiefziehen umgeformten formkoerpern, insbesondere von karosserieteilen fuer kraftfahrzeuge
EP0594086A1 (de) Schweisszange sowie elektrischer Sensor
DE10241028B3 (de) Verfahren zur Herstellung von bogenförmigen (gerundeten) Strukturbauteilen aus einem Strangpreßprofil
BE1011604A3 (nl) Grijperlichaam voor een grijper voor een weefmachine.
EP1943083B1 (de) Verfahren zum bündeln von stahlbunden sowie bindeband hierfür
EP0956369A1 (en) A method for manufacturing of curved and quenched profiled elements and a die tool for carrying out the method
EP1426271B1 (en) Vehicle body frame
US5562279A (en) Combination gripper bar and device for fastening the gripper bar on a chain train in a machine for processing plate-like workpieces
US4646551A (en) Apparatus for forging of crankshafts in presses
TWI461247B (zh) 用於折彎板件之折彎機
TW558458B (en) Method and device for producing curved extruded profile
CA2537521C (en) Process for forming a variable gauge metal sheet into a desired shape
DE19919102B4 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Stumpfschweißen
BE1011480A3 (nl) Gevergrijper voor een grijperweefmachine.
DE2928847C2 (de) Vorrichtung zum Bearbeiten eines Schlauches aus Verpackungsmaterial
EP1875973A1 (en) Process for manufacturing of an elongated metal beam used as a vehicle body component and manufacturing stand to perform such process
DE3743914A1 (de) Biegevorrichtung mit doppelnocken

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 20001231