BE1011544A4 - Methode voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen stations met gebruikmaking van een datanetwerk. - Google Patents

Methode voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen stations met gebruikmaking van een datanetwerk. Download PDF

Info

Publication number
BE1011544A4
BE1011544A4 BE9700907A BE9700907A BE1011544A4 BE 1011544 A4 BE1011544 A4 BE 1011544A4 BE 9700907 A BE9700907 A BE 9700907A BE 9700907 A BE9700907 A BE 9700907A BE 1011544 A4 BE1011544 A4 BE 1011544A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
terminal
connection
telephone
data network
network
Prior art date
Application number
BE9700907A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bats Johan Ir
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bats Johan Ir filed Critical Bats Johan Ir
Priority to BE9700907A priority Critical patent/BE1011544A4/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1011544A4 publication Critical patent/BE1011544A4/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M7/00Arrangements for interconnection between switching centres
    • H04M7/0024Services and arrangements where telephone services are combined with data services
    • H04M7/0057Services where the data services network provides a telephone service in addition or as an alternative, e.g. for backup purposes, to the telephone service provided by the telephone services network
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/64Hybrid switching systems
    • H04L12/6418Hybrid transport
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M15/00Arrangements for metering, time-control or time indication ; Metering, charging or billing arrangements for voice wireline or wireless communications, e.g. VoIP
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M15/00Arrangements for metering, time-control or time indication ; Metering, charging or billing arrangements for voice wireline or wireless communications, e.g. VoIP
    • H04M15/49Connection to several service providers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M15/00Arrangements for metering, time-control or time indication ; Metering, charging or billing arrangements for voice wireline or wireless communications, e.g. VoIP
    • H04M15/80Rating or billing plans; Tariff determination aspects
    • H04M15/8083Rating or billing plans; Tariff determination aspects involving reduced rates or discounts, e.g. time-of-day reductions or volume discounts
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M15/00Arrangements for metering, time-control or time indication ; Metering, charging or billing arrangements for voice wireline or wireless communications, e.g. VoIP
    • H04M15/82Criteria or parameters used for performing billing operations
    • H04M15/8207Time based data metric aspects, e.g. VoIP or circuit switched packet data
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/64Hybrid switching systems
    • H04L12/6418Hybrid transport
    • H04L2012/6472Internet
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/64Hybrid switching systems
    • H04L12/6418Hybrid transport
    • H04L2012/6475N-ISDN, Public Switched Telephone Network [PSTN]
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/64Hybrid switching systems
    • H04L12/6418Hybrid transport
    • H04L2012/6486Signalling Protocols
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2215/00Metering arrangements; Time controlling arrangements; Time indicating arrangements
    • H04M2215/01Details of billing arrangements
    • H04M2215/0184Details of billing arrangements involving reduced rates or discounts, e.g. time-of-day reductions, volume discounts, cell discounts, group billing, frequent calling destination(s) or user history list
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2215/00Metering arrangements; Time controlling arrangements; Time indicating arrangements
    • H04M2215/22Bandwidth or usage-sensitve billing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2215/00Metering arrangements; Time controlling arrangements; Time indicating arrangements
    • H04M2215/46Connection to several service providers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2215/00Metering arrangements; Time controlling arrangements; Time indicating arrangements
    • H04M2215/78Metric aspects
    • H04M2215/7813Time based data, e.g. VoIP or circuit switched packet data

Abstract

Een methode wordt uitgelegd om een telefoonverbinding (304) tussen een beginstation (110) en een eindstation (120) te initiëren en op te zetten, met gebruikmaking van een datanetwerk (140) zoals het internet, een privaat netwerk, een VPN of een intranet, voor een deel van de verbinding (304). Daartoe wordt eerst een verbinding (401/401'/402") opgezet tussen het beginstation en het eindstation via het publiek geschakeld telefoonnetwerk (PSTN of ISDN) (130) of CATV netwerk (150) voor tenminste een deel van de verbinding (401/401'/401"), met de bedoeling om informatie uit te wisselen dat de telefoonverbinding (304) gaat worden geïnitieerd. In een typische realisatie van de uitvinding wordt een eerste telefoonverbinding (401/401'/401") geïnitieerd van het beginstation (110) naar het eindstation (120) via het PSTN (130), het beginstation (110) geeft het commando aan het eindstation (120) om een verbinding (402) met het datanetwerk (140) te maken, beide stations (110,120) maken een verbinding (402,403) met een nabije (lokale) server (141,142) van het datanetwerk (140), en een telefoonverbinding (304) van het beginstation (110) naar het eindstation (120) wordt...

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 lw BESCHRIJVING METHODE VOOR HET OPZETTEN VAN EEN TELEFOON- sVERBINDING MET GEBRUIKMAKING VAN EEN DATANETWERK. 



    TOEPASSINGSGEBIED VAN DE UITVINDING    De huidige uitvinding behoort in het algemeen tot het gebied van de   telecommunicatie.   Meer specifiek betreft de huidige uitvinding een methode om een telefoonverbinding tussen stations op te zetten met gebruikmaking van een datanetwerk. 



   TECHNISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING 
Sinds lange tijd werden   telefoonverbindingen   uitsluitend via publiek geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van de nationale telefoonoperatoren gerouteerd. Sinds het opkomen van datanetwerken sinds ongeveer de jaren   1970,   en de populariteit van persoonlijke computers (PC's) sinds de jaren 1980, kunnen nu allerlei informaties uitgewisseld worden van een station naar een ander via een datanetwerk. Dit is ontwikkeld voor diensten zoals electronische post (email),   etectronische   berichtgeving (electronic messaging), data transmissie, bestandsoverdracht (e. g. FTP), enz. 



   De datanetwerken zijn vaak gebaseerd op pakketgeschakelde technieken. De data wordt dan in kleine pakketten gestoken, die niet onmiddellijk worden verzonden, ttz. niet in "real-time", maar daarentegen "gestockeerd en   verdergestuurd"   ("stored en forwarded") door verscheidene knooppunten van het datanetwerk. Als gevolg daarvan, kunnen datapakketten die via deze techniek verstuurd worden onmiddellijk aankomen of kan het verscheidene minuten duren vooraleer ze aankomen, en de volgorde van aankomen is niet gegarandeerd. 



  Als het datanetwerk gebaseerd is op een virtueel circuit-techniek, betekent dat alleen dat de pakketten in de juiste volgorde zullen aankomen. Maar ook in dit geval worden pakketten vertraagd afhankelijk van de besting op het netwerk, parameters in de knooppunten, enz. 



   Als het datanetwerk echter op zulke manier kan opgezet worden dat de tijdsvertraging van pakketten gelimiteerd kan worden tot een bepaalde tijd, b. v. 0. 2 tot 0. 3 seconden, wordt het geschikt om real-time informatie via dat netwerk over te zenden, in het bijzonder voor telefoonverkeer. Telefoonoproepen maken over het datanetwerk, en speciaal via het   Intemet,   was een drukbesproken onderwerp in de voorbije jaren. Verscheidene softwarebedrijven, b. v. VocalTec, Third Planet Publishing, NetSpeak of Quarterdeck, hebben -softwarepakketten op de market gebracht voor gebruik op persoonlijke computers, waarmee gebruikers telefoonoproepen naar elkaar kunnen maken via het Intemet of via een intranet dat op een privaat netwerk is opgezet. 



   Deze softwarepakketten werken goed en de tijdsvertraging is aanvaardbaar, zeker in vergelijking met satelliettelefonie waar de tijdsvertragingen tot   0. 5   seconden kunnen oplopen. 



   De kwaliteit van de communicatie hangt af van de gebruikte compressietechniek (b. v. 16 kbps ADPCM of vocoding technieken met snelheden die tot 3. 2 kbps kunnen gaan), en kan veranderen tijdens de dag, of wanneer een hoge trafiekbelasting wordt gedetecteerd. De in het algemeen lagere kwaliteit van Intemettelefonie die te wijten is aan tijdsvertragingen en   compressietechnieken,   zal in de komende jaren ongetwijfeld verbeteren, wanneer de beschikbare bandbreedte wordt verhoogd, de Intemettelefoon softwarepakketten meer gesofisticeerd worden (ttz. met betere algoritmen) en de vocoding technieken zelf verbeteren. Vandaag lijkt het dat   Internettelefonie voomamelijk   gebruikt en gemarket kan worden   als "goedkope internationale" en "goedkope lange afstand" telefoondiensten.   



     > Een   andere en belangrijker nadeel van de technologie is dat telefoonoproepen alleen kunnen gemaakt worden tussen gebruikers die op dat ogenblik op het Internet, of op het intranet van een privaat netwerk   aangelogd   zijn. Het is niet mogelijk om een oproep naar een gewoon telefoontoestel te maken, noch naar een computer die uitgeschakeld is of niet online is op het ogenblik van de oproeppoging. 



   Dit probleem werd reeds bestudeerd en een oplossing, gegeven in patentaanvraag nr
W097/16916, is dat de operator van het pnvaat netwerk de   laatste connectle   van de oproep maakt, ttz. van een knooppunt   nabij   het eindstation naar het eindstation Dit betekent dat de operator van het privaat netwerk in feite, voor eigen   rekening,   de lokale oproep betaalt aan de PSTN/ISDN of CATV   (kabeltelevisie)   operator Deze kost kan aangerekend worden aan 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 het beginstation, of er kan een vast bedrag (fiat fee) of een abonnement aangerekend worden om deze kosten te dekken. 



  De methode van de huidige uitvinding   vermijdt   het probleem dat de opgeroepen partij niet online   IS,   door eerst een verbinding te maken om de opgeroepen partij te informeren dat een oproepende partij een oproep wenst te maken, en door de opgeroepen partij de gelegenheid te laten om online te komen om vervolgens de oproep aan te nemen via het datanetwerk.. 



  SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Overeenkomstig de huidige uitvinding wordt een methode uitgelegd om een   telefoonverbinding   tussen stations te initiëren en op te zetten, met gebruikmaking van een datanetwerk. De huidige uitvinding laat eenieder die verbonden is met het PSTN/ISDN of   CA TV (kabeltelevisie-) netwerk   toe om een telefoonoproep te maken naar eender welk ander die verbonden is met het PSTN/ISDN of   CA TV netwerk,   met gebruikmaking van een datanetwerk zoals het Internet, een privaat netwerk, een VPN of een intranet. Dit voor de prijs van ongeveer tweemaal een lokale oproep, die afhankelijk van de realisatie van de huidige uitvinding, verdeeld wordt tussen de oproepende en opgeroepen partijen. 



    In een voorbeeld   van een realisatie van de uitvinding, zet beginstation een eerste verbinding op naar het eindstation via het   PSTN/ISDN   of CATV netwerk, en na verbonden te zijn met het eindstation, geeft het een commando aan het eindstation om een verbinding met het datanetwerk te maken. Deze eerste verbinding wordt verbroken door het eindstation, dat een nieuwe verbinding opzet met het datanetwerk. Het beginstation zet nu ook automatisch, na ontvangst van het verbrekingsbericht (release message) van het eindstation, een verbinding op met het datanetwerk.

   Nadat de verbinding is opgezet, zal het beginstation, met gebruikmaking van de technieken van de bestaande softwarepakketten, een telefoonoproep   initiëren   naar het eindstation via vermeid datanetwerk, en het wachtende eindstation online aantreffen, klaar om een telefoonverbind aan te nemen. 



  Andere realisaties, voorwerpen, eigenschappen en voordelen van de huidige uitvinding beschreven in deze samenvatting zullen verder uitgelegd worden en duidelijker begrepen wanneer samengenomen met de gedetailleerde beschrijving en de figuren hiema. 



  KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van het   PSTN/ISDN   (TECHNISCHE ACHTERGROND). 



  Figuur 2 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding via een datanetwerk (TECHNISCHE ACHTERGROND). 



  Figuur 3 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding via een private datanetwerk (TECHNISCHE ACHTERGROND). 



  Figuur 4 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding. 



  Figuur 5 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de tweede realisatie van de methode van de huidige uitvinding. 



  Figuur 6 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de derde realisatie van de methode van de huidige uitvinding. 



  Figuur 7 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de vierde realisatie van de methode van de huidige uitvinding Figuur 8 IS een blokdiagramma van een station In het geval van een verbinding met het CATV netwerk. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Figuur 9 is een blokdiagramma van een station in het geval van verbindingen met   zowel   het   PSTNIISDN   als het CATV netwerk. 



  GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE REALISATIES In Figuur   1,   een blokdiagramma toont een gewone telefoonverbinding 104 overeenkomstig de technische achtergrond, met gebruikmaking van het bekende publiek geschakeld telefoonnetwerk (PSTN) of het digitale netwerk voor geintegreerde diensten (ISDN) 130. een telefoonverbinding van dit type wordt als volgt opgezet. Een oproepende partij A (terminal 110) draait het PSTN/ISDN nummer van de opgeroepen partij 8 (terminal   120),   en is direct verbonden via het PSTNIISDN 130. In het normale geval wordt de opgeroepen partij aangerekend overeenkomstig de tijdsduur en geografische afstand van de oproep (andere aanrekeningsprincipes bestaan en worden voor allerlei doeleinden gebruikt, maar die zijn niet relevant voor de huidige uitvinding). 



  Figuur 2 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding 204 die over een datanetwerk 140 wordt geleid. Deze methode behoort eveneens tot de technische achtergrond. Het datanetwerk 140 kan   eender welk   datanetwerk zijn, gebaseerd op standaarden zoals   b. v   TCP/IP, X. 25, ATM, frame relay, Ethemet of Token Ring. Het type van netwerk en de onderliggende protocols zijn niet relevant voor deze technische achtergrond of voor de huidige uitvinding. 



  Een softwarepakket in de terminal 110 of 120 van A resp. B dat gebruikers toelaat om telefoonoproepen over een datanetwerk te maken, is een   applicatie   die gebruik maakt van het datanetwerk en haar transmissieprotocol om een telefoonverbinding 204 op te zetten. In ISO terminologie omvat zulk softwarepakket tenminste de applicatielaag en eventueel ook de   sessie-en presentatielagen.   Het zorgt voor een gebruikersinterface voor de oproepende en opgeroepen partijen, die vandaag meestal een grafische gebruikersinterface is   (zoals b. v.   



  Windows 3. x, Windows95, OS/2, Macintosh). Verder bevat het een middel om data aan te nemen van de gebruiker, zoals het nummer van de op te roepen partij, en een middel om de connectiepoort van de terminal 110 of 120 (zoals b. v. van de PC of werkstation) te adresseren. Het bevat gewoonlijk ook een middel om een electronische adreslijst van vaak opgeroepen nummers bij te houden, meestal een   electronisch   adresboek (of kortweg adresboek) genoemd ; en visuele en auditieve middelen om spraak   in- en uit   te voeren. Het kan ook bijkomend een middel bevatten om de toestand en voortgang van een oproep te checken of op te volgen, zoals   b. v.   een activatiebalk of een   grafiek,   en bepaalde geluiden of beeps.

   Andere functionaliteiten kunnen aan het softwarepakket toegevoegd worden om het meer attractief en aantrekkelijk te maken voor de gebruikers. 



  De telefoonverbinding 204 met zulk softwarepakket wordt gewoonlijk als volgt opgezet. Een oproepende partij 110 geeft aan het softwarepakket een identificatie op van een partij B (terminal 120) die moet opgeroepen worden via het datanetwerk 140. Deze identificatie kan de volledige naam zijn van partij B, zijn bijnaam, B's overeenkomstig PSTN/ISDN nummer (met als doel dat men geen andere identificatie voor 8 moet onthouden behalve zijn   PSTNI/SDN   nummer), B's emailadres, of een ander soort identificatie. Een lijst van identificaties van correspondenten kan gestockeerd worden in een electronisch adresboek, wat het proces om een verbinding op te zetten vereenvoudigt. 



  Het softwarepakket zet een verbinding 201 op naar de server 141 in het datanetwerk 140 (als die al niet is opgezet voor andere toepassingen), en geeft de   indentificatie-informatie   op. De server 141 checkt of partij B online is,   b. v   door een database te checken. Zulke database kan zich in de serverlocatie 141 of 142 bevinden, en op regelmatige tijdstippen upgedated worden met mformatie over online gebruikers van andere servers. Anderszijds kan zulke database zich centraal in het datanetwerk 140   bevinden.   waamaar een aanvraag (query) kan gezonden worden.

   Als partij B inderdaad online (via verbinding 202)   is,   kan een "setup request" naar de server van 8 142 verzonden worden Deze server verzendt dit verder naar 8 Zoals met een gewone   PSTN/ISDN   oproep kan B de mkomende oproep beantwoorden of negeren. Als partij B op dat ogenblik niet online   IS.   wordt een notificatie teruggezonden van de server 141 of 142 naar het softwarepakket In de terminal 110 van A, die dat dan aan de gebruiker doorgeeft De kosten worden verdeeld tussen A en   8   In het normale geval hebben belde   partijen   A en B een soort van abonnement voor toegang tot het datanetwerk   140,

     en 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 worden er ook kosten aangerekend voor de connectie van de terminal 110 of 120 waarop het softwarepakket loopt naar de server 141 of 142 van het datanetwerk 140. Deze connectie is gewoonlijk een lokale PSTN/ISDN oproep 201 of 202 De tarieven voor een abonnement en voor de lokale oproep kunnen overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen. 



  Figuur 3 IS een blokdiagramma van een telefoonverbinding 304 die over een privaat datanetwerk 160 wordt geleid. Deze methode gelijkt sterk op de methode die hierboven is uitgelegd en behoort eveneens tot de technische achtergrond. Het privaat datanetwerk 160 kan gebaseerd op standaarden zoals b. ATM, frame relay, Ethemet of Token Ring. In een typische situatie is zulk privaat datanetwerk 160 een bedrijfsnetwerk met intemationale vertakkingen dat gebruik maakt van het TCP/IP is het protocol dat gebruikt wordt in het Internet, maar het evenzeer geschikt voor zogenaamde intranetten of bedrijfs- private netwerken. Het type van netwerk en de ondertiggende protocols zijn niet relevant voor deze technische achtergrond of de huidige uitvinding. 



  Het softwarepakket kan in dit geval hetzelfde of een gelijkaardig softwarepakket zijn als hetgene dat hierboven werd beschreven. 



  De telefoonverbinding 304 wordt gewoonlijk als volgt opgezet. Een oproepende partij A geeft aan het softwarepakket in de terminal 110 een identificatie op van een partij B (terminal 120) die moet opgeroepen worden via het privaat datanetwerk 160. Deze identificatie kan de volledige naam zijn van partij B, zijn bijnaam, B's overeenkomstig PSTN/ISDN nummer (met als dat men geen andere identificatie voor B moet onthouden behalve zijn PSTN/ISDN nummer), B's emailadres, of een ander soort identificatie. Een lijst van identificaties van -correspondenten kan gestockeerd worden in een electronisch adresboek, wat het proces om een verbinding op te zetten vereenvoudigt. 



  Het softwarepakket zet een verbinding 301 op naar de lokale server 141, en geeft de indentificatie-informatie op. De server 141 checkt of partij B online database te checken. Zulke database kan zich in de serveriocatie 141 of 142 bevinden, en op regelmatige tijdstippen upgedated worden met informatie over online gebruikers van andere servers. Anderszijds kan zulke database zich centraal in het datanetwerk 160 bevinden, waamaar een aanvraag (query) kan gezonden worden. Als partij B inderdaad online (via verbinding 302) is, kan een de server 142 van B verzonden worden. 



  Deze server verzendt dit verder naar B. Zoals met een gewone PSTNlISDN oproep kan B de inkomende oproep beantwoorden of negeren. Als partij B dat ogenblik niet online wordt een notificatie teruggezonden van de server 141 of 142 naar het softwarepakket in de terminal van A 110, die dat dan aan de gebruiker het normale geval worden geen extra kosten aangerekend voor de verbinding 303 en het deel van verbinding 304 dat over het privaat netwerk 160 verloopt. (Alhoewel kosten kunnen aangerekend worden tussen servers 141 and 142 gebaseerd op verbindingstijd, aantal verstuurde pakketten, tijdstip van de dag, enz. met interne kostenverrekening als 1n Figuur 4 wordt de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding uitgelegd. 



  Figuur 4 toont een blokdiagramma van een telefoonverbinding 404 die over een datanetwerk 140 wordt opgezet door eerst gebruik te maken van een verbinding 401 over het PSTN/ISDN 130 of CATV 150. Zoals beschreven in de technische achtergrond, kan het datanetwerk 140 eender datanetwerk zijn, gebaseerd op standaarden zoals b. 



  X. 25. ATM, frame relay, Ethemet of Token Ring. In een typische situatie kan dit datanetwerk het wereldwijde Internet zijn, of een privaat netwerk, of een combinatie van beide. Het is mogelijk dat in verschillende delen van het datanetwerk verschillende transmissieprotocols worden gebruikt met gateway of bridge functies er tussenin. Het type van netwerk en de onderhggende protocols zl) voor de huidige uitvinding. 



  In deze eerste realisatie omvat de methode van de huidige ultvinding het opzetten van een telefoonverbinding 404 als Een oproepende partlj A geeft aan zijn station of terminal 110 een identificatie op van een partij B (terminal 120) die moet opgeroepen worden. Deze identificatie kan de volledige naam zijn van partl) B, zijn bljnaam. B's overeenkomstig PSTN/ISDN nummer (met als doel dat men geen andere identificatie voor B moet onthouden 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 v. TCP/IP, X. 25,behalve zijn PSTN/ISDN nummer), B's emailadres, of een ander soort identificatie. Een lijst van identificaties van correspondenten kan gestockeerd worden in een electronisch adresboek, wat het proces om een verbinding op te zetten vereenvoudigt. 



   De terminal 110 zet een verbinding op naar de terminal 120 van B over het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150. De terminal 120 van B neemt de oproep aan, en de terminal 110 van
A wordt genotlficeerd door het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150. Er is een handshaking protocol (zoals gewoonlijk gebruikt wordt bij het opzetten van een modemoproep over een analoge PSTN lijn), waarbij de terminals 110 en 120 de parameters van de verbinding 401 bepalen en   vervolgens   informatie   uitwisselen. Hierbij   verzendt de terminal 110 van A de informatie naar de terminal 120 van B dat het een telefoonverbinding 404 wil opzetten met de terminal 120 van 8 over het datanetwerk140.

   De terminal 120 van B ontvangt deze informatie, zendt een bevestiging (acknowledgement) terug naar de terminal   110 van A.   en verbreekt de verbinding 401   (release). Daaropvolgend   initieert de terminal 120 van B een verbinding 402 met zijn server 142 (een   lokale Internet   server of een server van het intranet of van het privaat netwerk). De terminal 110 van A initieert eveneens een verbinding 403 met zijn server   141,   na ontvangst van de bevestiging van de terminal 120 van B. 



   De server 141 van de terminal 110 van A checkt of B al online (via verbinding 402) gekomen is,   b. v.   door een database te checken. Zulke database kan zich in de serverlocatie 141 of
142 bevinden, en op regelmatige tijdstippen upgedated worden met informatie over online gebruikers van andere servers. Anderszijds kan zulke database zich centraal in het datanetwerk 140 bevinden, waamaar een aanvraag (query) kan gezonden worden. Als B al online is, kan onmiddellijk   een "setup request" naar   de server 142 van B verzonden worden. 



  Als B nog niet online gekomen is, wordt de   terminat   110 van A genotificeerd. Een timing middel in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140,   b. v.   een eenvoudige timer, kan gebruikt worden om te checken of B binnen een bepaald tijdsinterval online gekomen is of niet. Als B online is, kan een "setup request" naar B verzonden worden. Zoals met een gewone PSTN/ISDN oproep kan B de inkomende oproep
404 beantwoorden of negeren. Als B niet binnen een   vastgesteld tijdsinterval online   gekomen is, wordt de oproeppoging 404 verbroken. Als de timer zieh in een server 141 of
142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de terminal
110 van A.

   De terminal 110 van A kan, afhankelijk van zijn   instellingen,   een of meerdere nieuwe pogingen ondememen om een verbinding 404 op te zetten, of de oproeppoging opgeven en dit aan de gebruiker meedelen. 



   Additioneel kan de terminal 110 van A ook zodanig geconfigureerd worden om een nieuwe oproep 405 op te zetten naar de terminal 120 van B via het   PSTN/ISDN   130 of CATV netwerk 150, wat in feite neerkomt op het opzetten van gewone oproep. Uiteraard wordt in dit geval de oproep niet over het datanetwerk 140 gevoerd en is er bijgevolg ook geen   ,   kostenvoordeel (in tegendeel, er zijn de extra kosten van de oproepen die gemaakt werden)
Daarenboven is er een relatief lange wachttijd (omwille van de verbindingstijd en het tijdsinterval waarop de timer is ingesteld) vooraleer er een   telefoonverbinding   405 met B is opgezet. Maar anderszijds kan deze additionele configuratie interessant zijn wanneer het belangrijker is dat er een verbinding wordt opgezet, dan dat er een kostenvoordeel wordt - gehaald.

   Deze additionele functionaliteit kan natuurlijk ook gebruikt worden in de verdere realisaties die hieronder uitgelegd worden (verbindingen 505, 605 en 705, resp.). 



   The kostenaanrekening wordt in deze eerste realisatle van de methode van de huidige uitvinding verdeeld tussen A en B, hoewel niet gelijk. In het normale geval wordt aan A de kost aangerekend voorde eerste verbinding naar B Deze verbinding 401 is kort aangezlen er slechts een   kleine hoeveelheld   informatie moet   uitgewisseld   worden. De kost is daarom laag, en kan gebaseerd zijn op tanefeenheden of op een kostenaanrekening per seconde. 



   Het tarief kan ook overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen. 



   Verder hebben belde A en B een soort van abonnement voor toegang tot het datanetwerk   "140.   en worden er ook kosten aangerekend voor de verbindingen 402 en 403 en de delen van de verbinding 404, tussen terminal 110 en server 141, en tussen terminal 120 en server
142. Deze verbindingen zijn   gewoonlijk lokale PSTN/ISDN-of CATV netwerkoproepen   De taneven voor een abonnement en voor de lokale oproep kunnen overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters   versenden   
 EMI5.1 
 ? 

 <Desc/Clms Page number 6> 

   Er zijn mogelijkheden om de methode van de huidige uitvinding te optimaliseren.

   Ten eerste, om de tljd om de uiteindelijke telefoonverbinding 404 op te zetten, te verminderen, kan de terminal 110 van A reeds een verbinding 403 initi ren met zijn lokale server 141 vooraleer een bevestiging van de terminal 120 van B ontvangen te hebben, of zelfs reeds tegelijk met 'het opzetten van de eerste verbinding 401 naar B over het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150. Dit kan Indien de terminal 110 van A meer dan een gelijktijdige verbinding (namelijk 401 en 403) met het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150 kan maken, b. v. als A verbonden is (112) via een basic rate access (BRA) met het ISDN, of als A verbindingen (zie Figuur 9 : 113, 114) heeft met het het PSTN/ISDN 130 en met het CATV netwerk 150. 



  Ten tweede kunnen de kosten van de eerste verbinding 401 over het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150 van A naar B verminderd en bijna geannihileerd worden als A en B beide verbonden zijn (112, 122) via ISDN lijnen (BRA of PRA toegang) en de de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kunnen gebruiken. In dat geval zal er geen echte verbinding . 401 van A naar B opgezet worden, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn. In de plaats daarvan zal de informatie door de terminal 110 van A verzonden worden in een call setup signaleringsbericht 401' (via de UUS1 optie). Dit signaleringsbericht wordt ontvangen door de terminal 120 van B, die onmiddellijk de oproeppoging verbreekt. UUI is gelimiteerd tot een kleine hoeveelheld bytes (in de orde van maximum 128 bytes, die door de netwerkoperator verder kan gelimiteerd worden).

   Afhankelijk van de netwerkoperator, is deze UUI dienst al dan niet reeds gefmplementeerd, en de kostenaanrekening kan vari ren van gratis tot een fractie van een tariefeenheid. 



  Als altematieve mogelijkheid. kan deze informatie ook door de terminal 110 van A, in plaats 'van een echte verbinding 401 op te zetten, verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 401" van ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden. 



  In een tweede realisatie van de methode van de huidige uitvinding, getoond in Figuur 5, is de eerste verbinding 501 van de terminal 110 van A naar het datanetwerk 140. In deze tweede realisatie, wordt de telefoonverbinding 504 als volgt opgezet. De terminal 110 van A initieert een verbinding 501 met zijn lokale server 141 van het datanetwerk 140. De server 141 -checkt of B toevallig op dat ogenblik online (via verbinding 503) is, b. v. door een database te checken (zoals hierboven). Als B toevallig online is, kan onmiddellijk een"setup request" naar B verzonden worden. 



  Als, in het andere geval, B niet online is (wat het meest waarschijnlijke geval is), initieert de ? terminai 110 van A een PSTN/tSDN-ofCATVnetwerkverbinding 502 naar de terminal 120 van B. Maar als A en B beide verbonden zijn (112, 122) via een ISDN lijn (BRA of PRA toegang) en de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kunnen gebruiken, dan kan de terminal 110 van A een UUS1 signaleringsbericht 502'naar de terminal 120 van B verzenden, die dit ontvangt en de oproeppoging verbreekt. In dit geval wordt er geen echte verbinding 502 van A naar B opgezet, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn. 



  Als altematieve mogelijkheid, kan deze informatie ook door de terminai 110 van A verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 502" van ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden.   
 EMI6.1 
 i The terminal 120 van B ontvangt de informatie van de terminal 110 van A via een PSTN/ISDN- of via een UUI of PMBS bericht (502'of    of CA TV netwerkverblnding 502,502"),   en initieert een verbinding 503 met zijn lokale server 142 van het datanetwerk 140
Een timing   middel   in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142 van het datanetwerk   ri40,   b v een eenvoudige timer, kan gebrulkt worden om te checken of B binnen een bepaald   tijdsinterval   online gekomen is of niet Als B online   IS,

     kan   een"setup request"naar   B verzonden worden 
Wanneer nu In elk van   belde     gevallen (B   was reeds online of   niet) een "setup request" door   de terminal 120 an B is ontvangen. kan het de Inkomende oproep 504 beantwoorden of 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 negeren. Als B niet binnen een vastgesteld tijdsinterval online gekomen is, wordt de oproeppoging verbroken. Als de timer zich in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de termmal 110 van A. De terminal 110 van A kan, afhankelijk van zijn   instellingen,   een of meerdere nieuwe pogingen om een verbinding 504 op te zetten, ondememen, of de oproeppoging opgeven en dit aan de gebruiker meedelen. 



  Er is een andere mogelijkheid om de terminal 120 van B te notificeren dat het een verbinding
603 moet opzetten met zijn lokale server 142 om een telefoonoproep 604 via het datanetwerk 140 te ontvangen. Deze derde realisatie van de methode van de huidige uitvinding wordt getoond in Figuur 6. In plaats van de eerste verbinding (zie 401) op te zetten over het   PSTNIISDN   130 of CATV netwerk 150, kan zij opgezet worden (601 met   . 6021602'/602" tesamen) gratendeeis   over het datanetwerk 140 zelf. In deze derde realisatie wordt de telefoonverbinding 604 opgezet als volgt. De terminal 110 van A initieert een verbinding 601 met zijn lokale server 141 van het datanetwerk 140. De server 141 checkt of
B toevallig op dat ogenblik online is (via verbinding 603),   b. v.   door een database te checken (zoals hierboven).

   Als B toevallig online is, kan   onmiddellijk   een "setup request" naar B verzonden worden. 



  Als, in het andere geval, B niet online is (wat het meest waarschijnlijke geval is), initieert de server 142 van de terminal 120 van B vanuit het datanetwerk 140 een   PSTN/tSDN-of   CATV netwerkverbinding 602 naar de terminal 120 van B (en draagt de operator van het -datanetwerk 140 de kost hiervan) zoals eerder beschreven in de technische achtergrond. 



   Maar als B verbonden is (144) via een ISDN lijn (BRA of   PRA   toegang) en de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kan gebruiken, dan kan de server 142 van de terminal van
B een UUS1 signaleringsbericht   602'naar   de terminal 120 van B verzenden, die dit ontvangt en de oproeppoging verbreekt. In dit geval wordt er geen echte verbinding 602 opgezet, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn. 



  Als altematieve mogelijkheid, kan deze informatie ook door de server 142 van de terminal
120 van B verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 602" van
ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden. 



  Als de kosten voor de UUI of PMBS diensten laag zijn (in vergelijking met een gewone   PSTN/tSDN-of   CATV netwerkverbinding), kan de operator van het datanetwerk 140 deze mogelijkheid aan zijn gebruikers aanbieden en de kosten in het abonnement voor de toegang tot het datanetwerk verrekenen. Of hij kan deze kosten dekken door b. v. publiciteit aan te bieden aan de gebruikers van   telefoonoproepen   via het datanetwerk. 



   The terminal 120 van B ontvangt de informatie via een echte verbinding 602 of een UUI of
PMBS bericht   (602'of 602"),   en initieert een verbinding 603 met zijn lokale server 142 van het datanetwerk 140. Een timing   middel   in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142 
 EMI7.1 
 van het datanetwerk 140, b. een eenvoudige timer, kan gebruikt worden om te checken of B binnen een bepaald tijdsinterval online gekomen IS of niet. Als B online is, kan een v.request" naar B verzonden worden. 



   Wanneer nu in elk van beide gevallen (B was reeds online of niet) een "setup request" door de terminal 120 van Bis ontvangen, kan het de inkomende oproep 604 beantwoorden of negeren. Als B niet binnen een vastgesteld tijdsinterval online gekomen is, wordt de oproeppoging verbroken. Als de timer zich in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de terminal 110 van A.

   De terminal 110 van A kan, afhankelijk van   zijn instellingen,   een of meerdere nieuwe pogingen om een verbinding 604 op tezetten, ondememen, of de oproeppoging opgeven en dit aan de   gebruiker meedelen    
Het voordeel van deze derde realisatle tegenover de eerste en tweede realisaties van de methode van de huidige uitvinding IS dat een eerste verbinding van A naar B over het   PSTN/ISDN   of CATV netwerk (via een echte   verbinding   401 of   502,   of via een UUI of PMBS bencht 401', 401", 502'of 502") wordt vermeden De   uitwisseling   van mformatie gebeurt 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 grotendeels via het datanetwerk 140 (via 601 met   6021602'/602" tesamen),   en kan in feite beschouwd worden als een "extra dienst" van de datanetwerk operator.

   



   Een vierde realistie van de methode van de huidige ultvinding wordt getoond in Figuur 7 De eerste verbinding 701 wordt opgezet (701 met 7021702'/702" tesamen) grotendeels over het datanetwerk 140 zelf. In deze vierde realisatie wordt de   telefoonverbinding   704 als volgt opgezet. De terminal 110 van A initieert een verbinding 701 met zijn lokale server 141 van het datanetwerk 140 De server 141 checkt of B toevallig op dat ogenblik online is, b. v door een database te checken (zoals hierboven). Als B toevallig online is, kan onmiddellijk een "setup request" naar B verzonden worden. 



  Als, in het andere geval, B niet online is (wat het meest waarschijnlijke geval is), initieert de -server 141 van de terminal 120 van B een   PSTN/tSDN-of CATV   netwerkverbinding 702 naar de terminal 120 van B (en draagt de operator van het datanetwerk 140 de kost hiervan) zoals eerder beschreven in de technische achtergrond. Maar als B verbonden is (144) via een ISDN lijn (BRA of   PRA   toegang) en de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kan gebruiken, dan kan de server 142 van de terminal 120 van B een UUS1 signaleringsbericht   702'naar   de terminal 120 van B verzenden. In dit geval wordt er geen echte verbinding 702 opgezet, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn.

   De server 142 van de terminal 120 van B stuurt als onderdeel van deze informatie een reverse charging request, dat de terminal 120 van B dient te aanvaarden (dit kan b. v. gebeuren nadat de terminal 120 van B een lijst van gebruikers die het recht hebben om dit te doen, heeft gecheckt). 



  Als altematieve mogelijkheid, kan deze informatie ook door de server 142 van de terminal 120 van B verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 702" van ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden. 



  Na aanvaarding van de reverse charging via een echte verbinding 702 of een   UUI   of PMBS message   (702'of 702'1,   initieert de terminal 120 van B een verbinding 704 met zijn lokale server 142 van het datanetwerk 140. Een timing middel in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140,   b. v.   een eenvoudige timer, kan gebruikt worden om te checken of B binnen een bepaald tijdsinterval online gekomen is of niet. Als B online is, kan   een "setup request" naar   B verzonden worden. 



  Wanneer nu in elk van beide gevallen (B was reeds online of niet) een "setup request" door de terminal 120 van B is ontvangen, kan het de inkomende oproep 704 beantwoorden of negeren. Als B niet binnen een vastgesteld tijdsinterval online gekomen is, wordt de oproeppoging 704 verbroken. Als de timer zich in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de terminal 110 van A. De terminal 110 van A kan, afhankelijk van zijn   Instellingen,   een of meerdere nieuwe pogingen om een verbinding 704 op te zetten, ondememen, of de oproeppoging opgeven en dit aan de gebruiker meedelen. 



  Eveneens in deze vierde realisatie van de methode van de huidige uitvinding wordt een eerste verbinding van A naar B over het   PSTN/ISDN   of CATV netwerk (via een echte verbinding 401 of   502,   of via een   UUI   of PMBS bericht 401', 401", 502'of 502") vermeden. 



  De   uitwisseling   van informatie gebeurt grotendeels via het datanetwerk 140 (via 701 met   702/702'/702"tesamen), en kan   in feite beschouwd worden als een "extra dienst van de datanetwerk operator. 



  Zoals reeds kon gemerkt worden van de beschnjvmg hierboven, IS een van de mogelijkheden die besloten ligt in de eerste tot vierde   realisaties   ven de methode van de   huidige uitvinding, wanneer de   eerste verbinding   (401/401'/401", 5021502'/502",   601 met   6021602'/602" tesamen,   701 met 702/702'/702"tesamen) en/of de toegang tot het 
 EMI8.1 
 datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701, 703) en de Ultemdelijke (404, 504, 604, 704) met via het PSTN/ISDN 130 verloopt, maar In plaats daarvan 

 <Desc/Clms Page number 9> 

   telefoonverbmdinggedeeltelijk of geheel via een CATV netwerk 150, waarvoor normaal een CATV abonnement wordt betaald. Dit wordt voor de terminal 110 van A en/of terminal 120 van B getoond in de Figuren 8 en 9.

   Een toegang tot het CATV netwerk omvat normaal de installatie en gebrulk van een zogenaamde set-top box (STB) 115, om de telefoonsignalen die (indirect) van het 'datanetwerk 140, of (direct) van het PSTN/ISDN 130 en/of van het CATV netwerk 150 komen, te decoderen en in het juiste formaat te brengen voor de TV 116 of voor de terminal 111. Die terminal 111 kan een telefoontoestel zijn (zoals getekend), een computer (b. v PC) of een ander toestel met telefoonmogelijkheden. Vandaag worden STB'en al veel gebrulkt als decoders, die ge ncrypteerde TV-signalen decoderen van pay-TV of pay-per-view , kabelstations, of voor gelijkaardige toepassingen.

   Ook zijn reeds STB'en gebruikt om telefoonoproepen via het CATV netwerk 130 te laten verlopen, waarbij de telefoonsignalen bij het CATV kopstation (CATV head end) te extraheren, en naar het PSTN/ISDN netwerk of naar een andere gebruiker van het CATV netwerk te schakelen. 



  In Figuur 8 is een STB 115 verbonden (113) met het CATV netwerk 150, waarbij zowel de eerste verbinding (401/401'/401", 5021502'/502", 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met   
 EMI9.1 
 7021702'/702"tesamen), de toegang tot het datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701. 



  703), als de uiteindelijke   telefoonverbinding   (404, 504,604, 704) allemaal via het CATV netwerk 150   (over 113) verlopen.   



  In Figuur 9 is de STB 115 verbonden met zowel het CATV netwerk 150 als met het   PSTN/ISDN   130. In dit geval kan de eerste verbinding (401/401'/401",   5021502'/502",   601 met   6021602'/602" tesamen,   701 met   702/702'/702"tesamen)   via het PSTN/ISDN 130 (over 114)   ofwel   via het CATV netwerk 150 (over 113) verlopen ; ook de toegang tot het 
 EMI9.2 
 datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701, 703) kan via het PSTN/ISDN 130 (over 114) ofwel via het CATV netwerk 150 (over 113) verlopen ; en tenslotte de toegang tot het datanetwerk voor de uiteindelijke verbinding (404,504, 604,704) kan eveneens via het
PSTN/ISDN 130 (over 114) ofwel via het CATV netwerk 150 (over 113) verlopen ;

   steeds afhankelijk van de configuratie en de functionaliteiten in de STB 115 aan de A-kant (terminal
110) en de B-kant (terminal   120).   In een typische situatie kan de eerste verbinding   (401/401'/401",   50215027502", 601 met   6021602'/602" tesamen,   701 met   702/702'/702"   tesamen) via het   PSTN/ISDN   130 (over 114) verlopen (voor de uitwisseling van een kleine hoeveelheid informatie) ; en kan de toegang tot het datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601,
603, 701, 703) en de eigenlijke   telefoonverbinding (404, 504, 604,   704) via het CATV netwerk 150 (over 113) tot stand komen (voor de transmissie van spraak en eventueel bijkomende data zoals b. v. fax, stilstaand beeld of bewegende videobeelden).

   Maar alle andere configuraties zijn evenzeer mogelijk en implementeerbaar in de STB 115. 



   Voor een verdere verduidelijking, wordt hiema uitgelegd hoe de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding (zie Figuur 4) wordt gebruikt wanneer de eerste verbinding 401 (geen UUI of PMBS   verondersteld),   de toegang tot het datanetwerk 402 en
403 en de   uiteindelijke   telefoonverbinding 404 via een CATV netwerk 150 (over 112, 122) verlopen in plaats van het   PSTN/1SDN   130. 



   De eerste verbinding 401 wordt opgezet van de terminal 110 van A (b. v een telefoontoestel, een computer of een TV-toestel) via het CATV netwerk 150 (over 113   (=112 hier)),   en   'geschakeld   naar B. De telefoonverbinding 401 kan geschakeld worden aan het CATV kopstation, en dan ofwel verder via het CATV netwerk 150 gerouteerd worden, ofwel door een gateway naar het PSTN/ISDN 130 geschakeld worden om B te berelken. De terminal
120 van B ontvangt de oproep, en de terminal 110 van A wordt genotificeerd door het retumkanaal. 



   Er is een handshaking protocol   (zoals gewoonlijk   gebruikt wordt bij het opzetten van een modemoproep over een analoge PSTN lijn), waarblj de terminals 110 en 120 de parameters van de verbinding 401 bepalen en   vervolgens mformatie uitwisselen.   Hierbij verzendt de terminal 110 van A de informatie naar de terminal 120 van B dat het een telefoonverbinding   .

   404 wil opzetten   met de terminal 120 van B over het datanetwerk 140 De terminal 120 van
B ontvangt deze informatle, zendt een bevestiging (acknowledgement) terug naar de terminal 110 van A, en verbreekt de verbinding 401 (release) Daaropvolgend initieert de terminal 120 van B via het CATV netwerk 150 (over 113   (=122 her))   een verbinding 402 met zlJn server 142 (een lokale Intemet server of een server van het intranet of van het pnvaat netwerk) De terminal 110 van A   initieert   eveneens een verbinding 403 via het CATV netwerk 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 met zijn server 141, na ontvangst van de bevestiging van de terminal 120 van   8.   Van dan af, verloopt het opzetten van de telefoonverbinding 404 identiek zoals uitgelegd in de eerste realisatle van de methode van de huidige uitvinding. 



  The kostenaanrekening wordt in de methode van de huidige uitvinding verdeeld tussen A en
B, hoewel niet gelijk. In het normale geval wordt aan A de kost aangerekend voor de eerste verbinding 401 naar B over het   CA TV netwerk 150, bepaald door de tarieven   voor telefoonoproepen van de CATV operator. Deze verbinding 401 is kort aangezien er slechts een kleine hoeveelheid informatie moet uitgewisseld worden. De kost is daarom laag, en kan gebaseerd zijn op tariefeenheden of op een kostenaanrekening per seconde. Het tarief kan ook overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen. Een abonnement wordt betaald ddor A en B voor de toegang (113) tot het CATV netwerk 150 en mogelijk ook voor de STB 115.

   Verder hebben beide A en B een soort van abonnement voor toegang (143,144) tot het datanetwerk   140,   en worden er ook kosten aangerekend voor de verbindingen 402. 403 en het deel van verbinding 404 die via het CATV netwerk 150   verlopen.   De tarieven voor een abonnement en voor de lokale oproep kunnen overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen. 



   Indien de eerste verbinding 401 wordt opgezet via het   PSTN/ISDN   130, overeenkomstig de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding, wordt het CATV netwerk 150 enkel gebruikt voor de verbindingen 402,403 en het deel van verbinding 404 met het datanetwerk 140. Hiervoor is een configuratie nodig zoals getoond in Figuur 9. De STB 115 dient daarbij verbonden te zijn (113, 114) met het CATV netwerk 150 en met het   PSTN/ISDN  
130 (mogelijk in parallel met andere apparatuur die met het   PSTN/ISDN   130 verbonden -wordt, zoals   b. v.   fax of antwoordapparaat). 



  De verschillende realisaties van de methode van de huidige uitvinding kunnen gedeeltelijk of geheel ge mplementeerd worden in de STB 115. Indien het in zijn geheel in de STB 115 is geimplementeerd, is het voordeel dat er een gewoon PSTN of ISDN telefoontoestel kan gebruikt worden. 



  De STB 115 kan ook verbonden zijn met een terminal adapter (TA) die op zijn beurt met het
ISDN verbonden is, of een TA ingebouwd hebben. Indien de STB 115 gebruik kan maken van UUI of PMBS diensten van ISDN, kunnen de kosten voor de eerste verbinding (401'/401",   502'/502",   601 met   602'/602",   701 met   702'1702" tesamen)   via het ISDN 'verminderd en bijna geannihileerd worden. 



   De uitvinding zoals uitgelegd in de eerste tot vierde realisaties kan met voordeel gebruikt   worden voor langeafstands- en intemationale telefoonoproepen,   waarbij de kosten aanzienlijk kunnen gereduceerd worden, tot een niveau van ongeveer twee lokale oproepen met dezelfde tijdsduur. Het wordt voordeliger naarmate de   telefoonoproep langer   duurt. 



   Om de methode van de huidige uitvinding meer aanvaardbaar te maken voor gebruikers, ,moet de tijd tussen het   initi ren   van de eerste verbinding (401/401'/401",   5021502'/502",   601 met   6021602'/602" tesamen,   701 met 702/702'/702"tesamen) en het opzetten van de uiteindelijke telefoonverbinding (404, 504, 604, 704) beperkt blijven tot een normale wachttijd. Wachttijden voor het   initi ren   van een telefoonverbinding (call setup) bij het PSTN kunnen   vari ren   van ongeveer   1. 5   tot 5 seconden voor   langeafstandstelefoonoproepen,   en van ongeveer 3 tot 15 seconden voor een   internationale telefoonoproep.

   Aangezien   er bij de methode van de huidige uitvinding eerst een of meerdere verbindingen moeten worden opgezet, zijn zulke korte setuptijden niet mogelijk. 



   Maar anderszijds zijn de setuptijden voor telefoonoproepen via het Intemet, met behulp van de bestaande softwarepakketten, eveneens groter. En dan komt er nog het   tijdverlies   en de   lastige   procedure bij, waarblj men een B partij via het PSTN oproept om te zeggen dat men "een oproep naar hem wil maken over het   Intemet",   en vervolgens beide de PC aanzetten. een verbinding   initi ren   met het Internet (via een   Intemet   service   provlder (ISP)),   het   htemettetefoon   softwarepakket opstarten.

   Dit   karl in totaal   tussen 1 en tot 5 minuten duren 

 <Desc/Clms Page number 11> 

   111   het algemeen zijn gebruikers, die geinteresseerd zijn in"budget"methodes om   tclefoonoproepen te maken,   bereid om een aantal andere nadelen erbij te nemen, zoals   bewezen   wordt door het succes van Intemettelefoon softwarepakketten. Het belangrijkste   n. ldeel ; s   inderdaad de langere setuptijd, en ook de lagere spraakkwaliteit (zoals o. a. tijdelijke   -g < ; spreksonderbrekingen, of half duplex   gesprek).

   Met de methode van de huidige uitvinding moet het echter   mogelijk   zijn om de setuptijd tussen het   initi ren   van de eerste verbinding (401/401'/401", 502/502'/502". 601 met   6021602'/602" tesamen,   701 met   702J702'n02"     leSamen)   en het opzetten van de uiteindelijke telefoonverbinding (404,504, 604, 704) tot beneden de 30 seconden te brengen. hetgeen aanvaardbaar is voor de gebruiker. Wat de   spraakkwafiteit betreft,   kunnen de vocoding technieken en langere wachttijden in het datanetwerk   (b. v.   bij druk verkeer) leiden tot   respectievelijk"metaalachtige"of unnatuunijke   geluidseffecten en tot korte gespreksonderbrekingen. 



   Anderszijds hebben het gebruik van vocoding technieken en gespreksonderbrekingen bij GSM en andere mobiele standaarden geleid tot een betere aanvaarding van lagere spraakkwaliteit van telefoonverbindingen bij een groeiend   aantal   gebruikers die het hoedanook willen gebruiken omwille van andere voordelen (in het geval van GSM de   tnobiliteit).   



   Daamaast hebben telefoneren met gebruikmaking van een kredietkaart (credit card calling), , telefoneren met gebruikmaking van een voorafbetaalde kaart (prepaid card calling), en gelijkaardige systemen geleid tot langere setuptijden tussen het initi ren van de eerste verbinding en het opzetten van de uiteindelijke telefoonverbinding, en verplichten de   nebruiker   daarenboven om een groter aantal nummers in te toetsen. Het voordeel in dit geval is   b. v.   geen nood om (vreemde) munten bij zich te hebben, of een discount te krijgen   -op   de telefoonrekening, enz.. 



   In het algemeen worden dus meer en meer gebruikers gewoon aan meer complexe en/of lagere kwaliteitstelefoondiensten, en aanvaarden zij die indien er een ander aanzienlijk voordeel tegenover staat. In het geval van de methode van de huidige uitvinding is dat een financieel voordeel. 
 EMI11.1 
 



  I 
Wat het station of de terminal 110 en/of 120 betreft, zijn er talrijke mogelijkheden, waarvan er reeds een   aantal zijn vermeld   bij het uitleggen van de   verschillende   realisaties van de methode van de huidige uitvinding hierboven. De minimumvereiste voor zulke terminal 110 en/of 120 is een terminal die tenminste vermeide eerste verbind : ng (401/401'/401",
5021502'/502", 601 met   6021602'/602" tesamen,   701 met 702/702'/702" tesamen) kan   initi ren   om informatie uit te wisselen dat er een telefoonverbinding zal worden opgezet ; en een uiteindelijke telefoonverbinding (404, 504, 604, 704) over het datanetwerk.

   Zulke terminal 110 en/of 120 kan in werkelijkheid uit een of meerdere stukken apparatuur bestaan   (b. v.   een deel voor de gebruiker en een ander deel voor de toegang tot het   PSTN/ISDN   130 of CATV netwerk   150),   of een onderdeel zijn van een groter geheel met meerdere andere   functionalitelten   (b. v. een PC), of gedeeltelijk uit apparatuur bestaan die ook voor andere doeleinden gebruikt wordt   (b. v.   een STB 115 met TV-toestel 116 eraan verbonden). 



   In een typische configuratie kan een computer (PC of werkstation) gebruikt worden als terminal, uitgerust met microfoon en luidspreker, en verbonden via een input/output poort   (1/0   port) met een modern. Die modern heeft toegang tot het PSTN (mogelijk in parallel met andere apparatuur die met het PSTN verbonden wordt, zoals   b. v.   fax of telefoontoestel). Een softwarepakket kan met behulp van de modern verbindingen opzetten over het PSTN.

   De
Computer kan ook uitgerust zijn met een TA (die toegang heeft tot het PSTN), of met een   ISDN   kaart (die toegang heeft tot het ISDN)
Uiteraard zijn ook draagbare computers, zoals   b. v   zogenaamde   laptops,   notebooks,   palmtops   of organizers bruikbaar, uitgerust met b. v een modern (in een typisch geval met   gebruikmaking   van de PCMCIA standaard) can be used. Dit betekent det de methode van de   huldige ultvtnding   ook In moblele stations of terminals kan gebruikt worden.

   De toegang gebeurt dan tot een moblef telefoonnetwerk overeenkomstig een digitale   moblele standaard.   zoals b v GSM (Global System for Mobile Communications),   DCS-1800 (Digital Cellular  
System at 1800 MHz) of DECT (Digital Enhanced Cordless Telephone),   of overeenkomstlg   een analoge mobiele standaard. zoals b v CT-2 (Cordless telefoon 2), NMT-450, NMT-900 

 <Desc/Clms Page number 12> 

   of de Amenkaanse CDMA standaard (Code Division Multiple Access). In het geval van modeme digitale mobiele netwerken is het mogelijk dat speciale datadiensten moeten gebruikt worden om data uit wisselen, omwille van de gebruikte vocoding technieken op de normale spraakkanelen van die mobiele netwerken (er wordt daarbij geen pulse coded - modulation (PCM) met A-Iaw of mu-law gebruikt). 



  In een andere configuratie kan een geïntegreerde of dedicated station of terminal 110 en/of 120 gebruikt worden die de middelen heeft om de noodzakelijke verbindingen te initiëren en op te zetten. Daartoe moet hij uiteraard uitgerust zijn met microfoon en luidspreker. Het kan b. v. een videofoon zijn, die in feite bedoeld is om een videofoonoproep over ISDN of een breedbandnetwerk uit te voeren. 



  Het station of de terminal 110 en/of 120 kan ook een type dataterminal zijn die normaal gebruikt wordt voor een of andere datatoepassing, aangepast voor de methode van de huidige uitvinding. Voorbeelden van zulke stations of terminals zijn de dataterminals verbonden met een X. 25 netwerk (zoals b. v het"Mimtel"systeem in Frankrijk), of de datatermmals die gebruikt worden in mamframetoepassingen. 



  Eveneens zogenaamde personal digital assistants (PDA's genoemd) of electronische organizers, zoals b. v. de "Newton" (Apple) of de "Communicator" (Nokia) kunnen uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding. 



  Er bestaan ook speciale telefoontoestellen (soms uitgerust met een klein LCD-scherm), die gebruikt worden voor datatoepassingen. Zij zetten een verbinding op via het PSTN/ISDN naar een toegangspunt tot het X. 25, een gebruiken een gespecialiseerd protocol voor hun datatoepassing (dit type van datatelefoon wordt b. v. in Belgie"Intermezzo"of"Smartphone" genoemd). Ook gewone telefoontoestellen, sekretaresse-telefoons (die vaak bijkomende functionaliteiten hebben) of geintegreerde PBX-telefoontoestellen (zoals vaak in kleine bedrijven gebruikt wordt) kunnen uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding. 



  Nog een andere mogelijkheid is om als station of terminal 110 en/of 120 de zogenaamde "Network Computer'of"NC'die geconcipieerd is door Oracle in de USA, en die heel wat publiciteit heeft genoten in recente jaren (evenals zijn tegenhangers, de'NetPC" van Microsoft en iBM's"Network Station"). Deze Network Computer (of NetPC of Network Station) is bedoeld als een dedicated station of terminal voor eenvoudige en snelle toegang lot en surfen op het Internet, zonder veel van de kosten en zonder veel van de functionaliteiten van een volledig uitgeruste PC. Zulk een station of termnal is normaal uitgerust met een snelle processor en netwerkinterfacekaart, om snel en efficient allerlei toepassingen van het Intemet te kunnen downloaden en uit te voeren.

   Deze toepassingen zijn meer en meer multimediatoepassingen, en daardoor wordt de Network Computer (of NetPC of Network Station) tegenwoordig ook vaak uitgerust met microfoon en luidspreker De Network Computer (of NetPC of Network Station) kan bijgevolg relatief eenvoudig uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding. 



  Een gelijkaardig type terminal is de X-terminal voor de Unix client-server architectuur of de Windows NT terminal voor Microsoft's client-server architecture (zij worden soms"domme terminals" genoemd). Inderdaad, ook een X-terminal en een Windows NT terminal kunnen op gelijkaardige wijze uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding Aanpassing voor de methode van de huidige uitvinding voor alle hierboven vermelde terminals gebeurt op een gepaste wijze. Een mogelijkheid is om een softwarepakket te installeren op een Network Computer (of NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-terminal).

   Hierbij moet de Network Computer (or NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-terminal) o a. worden voorzlen van het noodzakelijke computergeheugen (om het softwarepakket op te slaan) Deze toepassing komt misschien net helemaal overeen met het oorspronkelijke concept van de Network Computer (of NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-temunai).

   De Network Computer zou b v al zijn benodigde software rechtstreeks van het tntemet downloaden Er is daarom een andere mogelijkheld, namelijk dat de Network Computer (of NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-terminal) automatisch een verbinding maakt met het intemet. de benodigde software downloadet en vervolgens uitvoert Van dan af   

 <Desc/Clms Page number 13> 

   verloopt de methode zoals uitgelegd in de reatisaties van de methode van de huidige wtvinding hierboven beschreven. 



  Het softwarepakket dat gebruikt wordt in het geval de terminal 110 en/of 120 een computer - (PC of workstation), of een Network Computer of NetPC of Network Station is, kan ingebed of geintegreerd zijn in een zogenaamd bladerprogramma (browser), zoals b. "Navigator" (Netscape) of "Explorer" (Microsoft), of eventueel ingebed of geïntegreerd zijn in een   
 EMI13.1 
 besturingssysteem (operating system (OS)), Windows95 (Microsoft), MacOS (Apple) of OS/2 (ism). 



  In zulke terminals 110 en/of 120 (en/of in het softwarepakket in de terminal 110 120) kunnen ook bepaalde parameters (zoals b. v. vermelde timer, het telefoonnummer om toegang te krijgen tot het datanetwerk 140, toegangscode of PIN code, enz. ) configureerbaar gestockeerd zijn, zodat zij door de gebruiker A of 8 kunnen aangepast worden naar zijn wensen. 



   Welk station of terminal 110 en/of 120 ook gebruikt wordt om de methode van de huidige uitvinding te implementeren, het is noodzakelijk dat de terminal 120 van partij B onmiddellijk klaarstaat en responsief is om een inkomende verbinding om data uit te wisselen, aan te , nemen. Dit is het geval wanneer het station of de terminal 120 aangeschakeld is. Maar een   PC,   een draagbare computer of een Network Computer (of NetPC of Network Station of
Windows NT terminal van   X-terminal)   is vaak of meestal uitgeschakeld wanneer hij niet door de gebruiker op dat ogenblik gebruikt wordt. Een oplossing is uiteraard om de terminal 120 permanent aangeschakeld te laten, zodat hij steeds klaarstaat om een inkomende verbinding om informatie uit te wisselen of om een inkomende telefoonverbinding aan te nemen.

   Maar dit veronderstelt in de huidige situatie een grondige   mentaliteltsverandenng   voor vele gebruikers. Een andere oplossing is dat de terminal, of tenminste een onderdeel ervan, een actief-standby toestand of slaaptoestand (sleeping mode) of energiebesparende toestand (energy saving mode) heeft, waarin de meeste functies zijn uitgeschakeld maar waarbij de , terminal 120 echter wel blijft klaarstaan voor vermelde inkomende verbinding. Zulk onderdeel kan ingebouwd zitten in de terminal 120   (b. v.   in een   PC,   in een modern of in een
STB) of een apart extra onderdeel zijn dat aan de terminal 120 is toegevoegd   (b. v.   een apart apparaatje dat tussen een modem en een PC wordt geschakeld). 



   Het station of de terminal 110 (als A partij) zou ook de functionaliteit moeten hebben om een gewone   telefoonverbinding   te maken, zonder gebruik te maken van de methode van de huidige uitvinding. Dit tenminste voor lokale telefoonoproepen, waarvoor de methode van de huidige uitvinding niet voordelig is. En eveneens voor lageafstands-en internationale telefoonoproepen waarbij de methode van de huige uitvinding bij voorkeur niet gebruikt   wordt, zoals b. v.   voor belangrijke telefoongesprekken, naar 8 partijen die geen station of terminal overeenkomstig de huidige uitvinding hebben, of voor een andere reden. 



   Daarvoor kan het station of   terminal 110 en/of   120 uitgerust worden met een middel   (b. v.   een druktoets) om   een "budget call mode" in   te stellen. Wanneer de "budget call mode" geactiveerd is, worden de telefoonverbindingen opgezet en/of ontvangen overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding. Zulk middel hoeft geen extra druktoets op de terminal
110 en/of 120 te zijn, maar kan evenzeer geprogrammeerd zijn achter een of een combinatie van bestaande druktoetsen (men kan het vergelijken met een toegangscode of persoonlijk identificatienummer (personal identification number (PIN)) code). 



     Deze"budget caf) mode"kan b. v.   geactiveerd blijven voor enkel de emavolgende oproep, of aangezet blijven (toggle"on") zodat alle emavolgende oproepen opgezet worden overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding totdat zij afgezet wordt   (toggle "off').   



   Dus wanneer een partij A een telefoonverbinding overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding wil opzetten, moet deze "budget call mode" geactiveerd zljn, en wanneer z'j een gewone telefoonverbinding wil opzetten moet de "budget call mode" gedesactiveerd zijn. 



   Anderszijds. wanneer het station of de terminal 120 (als 8 partlj) een   telefoonver-binding   moet ontvangen, is het belangnjk dat het   zowel   gewone oproepen als oproepen volgens de methode van de   hu) d) ge uitvtnding   kan ontvangen Daartoe moet hij een   onderschefd   kunnen maken tussen   belde   types oproepen Dit kan als volgt gebeuren Wanneer de "budget call 

 <Desc/Clms Page number 14> 

    5mode"gedesactiveerd   is, zal de terminal   120 alle   oproepen als gewone oproepen ontvangen. 



   Oproepen overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding zullen mislukken. Wanneer   de "budget call mode" geactiveerd   is, moet de terminal 120 checken of de inkomende oproep een gewone oproep is of een oproep overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding. 



   'Dit kan b v. gebeuren door te checken in de terminal 120 van B of er data wordt verzonden onmiddellijk nadat de verbinding is opgezet (of indien er data wordt verzonden in een UUI of
PMBS bencht). Als dat het geval is, dan kan de terminai 120 de oproep aanvaarden overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding Als bijkomende functionaliteit kan de terminal 120 van B een luisterboodschap (announcement) afspelen aan de B partij, met de boodschap dat er een telefoonverbinding overereenkomstig de methode methode van de huidige uitvinding wordt ontvangen (hetgeen b. v. ongeveer 30 seconden kan duren), en dat het gesprekskannaal zodadelijk zal worden opgezet.

   (Dezelfde functionaliteit kan in terminal
110 van partij A zitten, met de boodschap dat er een telefoonverbinding overereenkomstig de methode methode van de huidige uitvinding wordt opgezet.) -Indien er geen data wordt verzonden onmiddellijk nadat de verbinding is opgezet (en in de plaats daarvan mogelijk spraak wordt   gedetecteerd),   dan kan de terminal 120 de oproep aanvaarden als een gewone oproep. 



   Omdat bij de methode van de huidige uitvinding een gedeelte van de kosten van de   telefoonverbinding   aangerekend worden aan de B partij is het belangrijk dat de B partij controle heeft over de inkomende telefoonverbindingen overeekomstig de methode van de huidige uitvinding. Dit kan b. v. gebeuren door gebruikmaking van een electronische adreslijst of adresboek, of door gebruikmaking van een soort van toegangscode of PIN code. 



     In zulke adreslijst   kan een B partij de identificaties stockeren van de A partijen die de toelating hebben om een telefoonverbinding met hem op te zetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding. 



   Deze identificatie kan de volledige naam zijn, een bijnaam, een PSTN/ISDN nummer, een emailadres, of een ander soort identificatie, die door de terminal 120 van B kan gecheckt worden tegen de data die wordt uitgewisseld tijdens de eerste verbinding tussen de A en B terminals, of tegen de identificatie van de lijn (calling line identity   (CLI))   van de A terminal
110 (indien dit doorgegeven wordt door het   PSTN/ISDN   130 of CATV netwerk 150). 



   Als altematieve mogelijkheid, kan de partij B een toegangscode of PIN code uitdelen aan de
A partijen van zijn keuze. Alleen deze A partijen kunnen dan een telefoonverbinding met hem opzetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding, aangezien deze toegangscode of PIN code moet opgegeven worden bij het   uitwisselen   van data tijdens de eerste verbinding. 



   Aangezien het   spraakkanaal   van de telefoonverbinding over het datanetwerk 140 wordt geleid, IS het   geencodeerd   in datapakketten. Deze codering kan gebeuren met gebruikmaking van PCM overeenkomstig de A-Iaw of mu-law, maar dan is er een kanaal nodig van 64 kbps om spraak over te zenden in elke richting, en dit moet in real-time gebeuren over het datanetwerk. Daarom is het verkiesbaar om de spraak te encoderen met gebruikmaking van een digitale coderingsstandaard met lage bitrate,   zoals b. v.   adaptive - differential PCM (ADPCM) of GSM, of andere vocodertechnieken, zoals b. v. linear predictive coding (LPC) of code excited linear prediction (CELP). 



   Indien de spraak kan verzonden en ontvangen worden worden in quasi real-time (ttz. met een vertragingstijd van   0. 2   tot 0 3 seconden) in een coderingsstandaard met lage bitrate, en er blijft voldoende bandbreedte beschikbaar, dan kan er naast het spraakkanaal ook andere bijkomende data mee verzonden wordenen (eventueel ook in gecomprimeerd formaat) tussen A en B, zoals   b. v.   fax, stilstaand beeld of bewegende   videobeelden.   



   Tenslotte IS het belangnjk om in te zien dat de verschillende beschreven stations of terminals kunnen gebrulkt worden onafhankelijk van de verschillende realisaties van de methode van de huidige uitvinding, en dat de partijen A en B niet   noodzakelijk   hetzelfde type van terminal
110 resp 120 hoeven te hebben Bij voorbeeld, een abonnee van een CATV netwerk kan de 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 methode van de huidige uitvinding gebruiken om een telefoonverbinding te maken naar een gewone PSTN abonnee die over een Network Computer beschikt en vice versa. 



   Als ander voorbeeld, kan een mobiele abonnee met een laptop computer de methode van de huidige uitvinding gebruiken om een   telefoonverbinding   te maken naar een gewone PSTN   - abonnee   die over een PC beschikt. 



   Of nog, een gebruiker met een dataterminal kan de methode van de huidige uitvinding gebruiken om een   telefoonverbinding   te maken naar een gebruiker die toegang heeft tot het   PSTN/ISDN   (voor de eerste verbinding) en tot het CATV netwerk (voor de uiteindelijke telefoonverbinding over het datanetwerk). Zoals   duidelijk   wordt, zijn allerlei gelijkaardige   combinaties   voor A en B partijen mogelijk, onafhankelijk van de methode van de huidige uitvinding. Deze combinaties zijn eenvoudig afleidbaar, voor een persoon uit het vakgebled, vanuit de beschrijving van de methode van de huidige uitvinding hierboven, en zijn daarom een integraal deel van en behoren tot de methode van de huidige uitvinding.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES 1. Een methode om een telefoonverbinding van een beginstation naar een eindstation te initiëren en op te zetten, waarb) j eerst een of meerdere verbindingen worden opgezet van het beginstation naar het eindstation en/of naar het datanetwerk. met gebruikmaking van het publiek geschakeld telefoonnetwerk (PSTN of ISDN) of CATV netwerk voor tenminste een gedeelte van de verbindingslink, met de bedoeling om Informatie uit te wisselen dat een telefoonverbinding wordt of gaat worden gefnitieerd ;
    en waarbij vermelde telefoonverbinding wordt geïnitieerd en opgezet tussen het beginstation en het eindstation, volgend op of tegelijk met of in voortzetting van vermelde een of meerdere verbindingen, met gebruikmaking van een datanetwerk voor tenminste een gedeelte van de telefoonverb ! ndingslink.
    2. Een methode overeenkomstig conclusie 1, tenminste de volgende stappen bevattend : - het initiieren van een eerste verbinding van het beginstation naar het eindstation via het publiek geschakeld telefoonnetwerk of CATV netwerk, - het geven van het commando, door uitwisseling van mformatie van het beginstation aan het eindstation, om een verbinding op te zetten met het datanetwerk, en de eerste verbinding te verbreken, - volgend op dit commando het verbinden van het eindstation met het datanetwerk, - het verbinden van het beginstation met het datanetwerk, - het initiëren en opzetten van een telefoonverbinding van het beginstation naar het eindstation via vermeid datanetwerk.
    3. Een methode overeenkomstig conclusie 1, tenminste de volgende stappen bevattend : - het initiëren van een eerste verbinding van het beginstation naar het datanetwerk, het geven door het beginstation van de identiteit van het eindstation aan het datanetwerk, checken in het datanetwerk of het eindstation op dat ogenblik bereikbaar is, ttz.
    online, en indien dat het geval is, het opzetten van een telefooncommunicatie tussen het beginstation en het eindstation, - als het eindstation op dat ogenblik niet bereikbaar is, het initiëren van een tweede verbinding van het beginstation naar het eindstation via het PSTN/ISDN of CATV netwerk, - het geven van het commando, door uitwisseling van informatie van het beginstation aan het eindstation, om een verbinding op te zetten met het datanetwerk, en de eerste verbinding te verbreken, - volgend op dit commando het verbinden van het eindstation met het datanetwerk, - het initiëren en opzetten van een telefoonverbinding van het beginstation naar het eindstation via vermeid datanetwerk. EMI16.1 t 4.
    Een methode overeenkomstig conclusie 1, tenminste de volgende stappen bevattend : - het initiëren van een eerste verbinding van het beginstation naar het datanetwerk, het geven door het beginstation van de Identiteit van het eindstation aan het datanetwerk, checken in het datanetwerk of het eindstation op dat ogenblik bereikbaar is, ttz.
    online, en ,¯indien dat het geval is, het opzetten van een telefooncommunicatie tussen het beginstation en het eindstation, - als het eindstation op dat ogenblik niet bereikbaar is, het identificeren van het overeenkomstig PSTN/ISDN of CATV netwerk nummer, het Initiëren van een verbinding van het datanetwerk naar het eindstation via het PSTN/ISDN of CATV netwerk, - het geven van het commando, door uitwisseling van informatie van het beginstation aan het eindstation, om een verbinding op te zetten met het datanetwerk, en de eerste verbinding te verbreken, - volgend op dit commando het verbinden van het eindstation met het datanetwerk,
    - het initiieren en opzetten van een telefoonverbinding van het beginstation naar het eindstation via vermeld datanetwerk 5 Een methode overeenkomstig conc ! us ! e 1. tenm ! nste de volgende stappen bevattend - het ! n ! t ! eren van een eerste verbinding van het beginstation naar het datanetwerk, het geven door het begmstation van de Identitelt van het eindstation aan het datanetwerk, v checken In het datanetwerk of het eindstation op dat ogenblik bereikbaar 15.
    ttz online, en <Desc/Clms Page number 17> Indien dat het geval is, het opzetten van een telefooncommunicatle tussen het beginstation en het eindstation, - als het eindstation op dat ogenblik niet bereikbaar is, het identificeren van het overeenkomstig PSTN/ISDN of CATV netwerk nummer. het initiëren van een verbinding van het datanetwerk naar het eindstation via het PSTN/ISDN of CATV netwerk, - het geven van het commando, door uitwisseling van informatie van het beginstation aan het eindstation, om de communicatiekosten over te nemen door reverse charging te aanvaarden, waarblj in feite de bestaande verbinding wordt voortgezet zonder verbreking, - het initiëren en opzetten van een telefoonverbinding van het beginstation naar het 'eindstation via vermeld datanetwerk.
    6. Een methode overeenkomstig conclusie 2, waarbij vermeid beginstation reeds een verbinding initieert met het datanetwerk op een aparte (logische of fysische) connectiepoort, tegefijk met of direct volgend op het initiëren van de eerste verbinding en waarbij vermelde eerste verbinding wordt afgebroken als het eindstation op dat ogenblik bereikbaar is via het datanetwerk.
    7 Een methode overeenkomstig conclusie 3, waarbij vermeld beginstation vermeide tweede verbinding naar het eindstation initieert op een aparte (logische of fysische) connectiepoort, tegelijk met of direct volgend op het initiëren van de eerste verbinding en waarbij vermelde eerste verbinding wordt behouden en gebruikt om de uiteindelijke telefoonverbinding te initiëren en op te zetten.
    8. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 4 tot 5, waarbij vermeld overeenkomstig PSTN/ISDN of CATV netwerk nummer gegeven wordt door het beginstation door het vermeld uitwisselen van informatie.
    9 Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 4 tot 5, waarbij vermeld overeenkomstig PSTN/ISDN of CATV netwerk nummer gevonden wordt via een adresopzoeking (directory lookup) in een computerbestand gestockeerd in het datanetwerk, zoals b. v. een electronisch adresboek, gebaseerd op een of meerdere identificaties (identifiers) gegeven door het beginstation, zoals b. v. een volledige naam, bijnaam, of een emailadres.
    10. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 9, waarbij aen het einde van vermeide uitwisseling van informatie een bevestiging (acknowledgement) wordt gegeven van het eindstation naar het beginstation of naar het datanetwerk, waarbij het eindstation bevestigt dat het een verbinding zal opzetten met het datanetwerk, en/of dat het de communicatiekosten aanvaardt. EMI17.1 t 11 Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 10, waarbij vermelde informatie wordt uitgewisseld tijdens de conversatiefase, ttz. na het opzetten van de verbinding, met gebruikmaking van datacommunicatieapparatuur, zoals b. v. een modern EMI17.2 -12 ;
    Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 10, waarbij 12.vermeide Informatie wordt uitgewisseld in de setupfase, ttz. vooraleer de verbinding is opgezet, met gebruikmaking van de user-to-user slgnalling 1 (UUS1) mogelijkheid van ISDN of van de packet mode bearer service (PMBS) van ISDN i 13. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusles 2 tot 12, waarbij de vermeid telefoonverbinding van het beginstation naar het eindstation wordt opgezet In minder dan 30 seconden na het initiëren van de eerste verbinding 14 Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 12, waarblj het 'beginstation of het datanetwerk de verbinding afbreekt na het verstnjken van een bepaalde tlJd,
    In welke toestand die verbinding zich ook bevindt, en een of meerdere nieuwe pogingen initieert vanaf het begin overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding 15 Een nìëlhode overeenkomstlg een of meerdere van de conclusses 2 tot 12. waarbij het ) beginstation of het datanetwerk de verbinding afbreekt na het verstrijken van een bepaalde <Desc/Clms Page number 18> tijd, in welke toestand die verbinding zich ook bevindt, en een normale gewone telefoonverbinding naar het eindstation initieert via het PSTNIISDN of CATV netwerk.
    16. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 15, waarbij een of beide van het beginstation en eindstation een persoonlijke computer (PC) is (of een draagbare computer, een laptop, een notebook, een palmtop of een organizer) of een werkstation, voorzien van tenminste een middel om een telefoonverbinding op te zetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding, inclusief :
    - middel om spraaksignalen in te voeren, zoals b. v. een microfoon - middel om spraaksignalen uit te voeren, zoals b. v een luidspreker, telefoonhoom of koptelefoon - middel om de omzetting te doen tussen spraaksignalen en signalen gezonden of ontvangen via de telefoonverbinding - middel om vermelde informatie te verzenden en te ontvangen, zoals b. v. een modern middel om vermeide spraaksignaten te verzenden en te onvangen - middel om telefoonverbindingen op te zetten, te signaleren en te verbreken - middel om het signaal van de telefoonverbinding te verzenden en te ontvangen.
    17. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 15, waarbij een of beide van het beginstation en eindstation een eindtoestel is dat in het bijzonder bruikbaar is voor Intemettoegang en-surfing, zoals b.v. een "Network Computer" (Oracle), een "NetPC" (Microsoft), een "Network Station" (IBM), een"Windows NT terminal" (Microsoft), een Unix "X-terminal", of een dataterminal die normaal gebruikt wordt voor mainframetoepassingen, voorzien van of via downloading geschikt om gebruik te maken van tenminste een middel gom een telefoonverbinding op te zetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding, inclusief :
    - middel om spraaksignalen in te voeren, zoals b. v. een microfoon - middel om spraaksignaten uit te voeren, zoals b. v. een luidspreker, telefoonhoom of koptelefoon , - middel om de omzetting te doen tussen spraaksignalen en signalen gezonden of ontvangen via de telefoonverbinding - middel om vermeide informatie te verzenden en te ontvangen, zoals b. v. een modern - middel om vermeide spraaksignalen te verzenden en te onvangen - middel om telefoonverbindingen op te zetten, te signaleren en te verbreken - middel om het signaal van de telefoonverbinding te verzenden en te ontvangen.
    18. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 16 tot 17, waarblj vermeid middel om een telefoonverbinding op te zetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding, gedeeltelijk of geheel ingebed of geïntegreerd is in een bladerprogramma o (browser), zoals b. v.'Navigator* (Netscape) of "Explorer" (Microsoft), ofwel geheel of gedeeltelijk ingebed of geïntegreerd is in een besturingssysteem (operating system (OS)), zoals b. v. Windows95 (Microsoft), MacOS (Apple) of OS/2 (IBM).
    19 Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusles 2 tot 15, waarbij een of ; belde van het beginstation en eindstation is een mobiel telefoontoestel, overeenkomstig een standaard voor mobiele telefonie, zoals b. v. GSM, DCS-1800, DECT, of CDMA, voorzien van tenminste een middel om een telefoonverbinding op te zetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding, inclusief : - middel om spraaksignalen in te voeren, zoals b. v. een microfoon b- middel om spraaksignalen uit te voeren, zoals b. v een luldspreker, telefoonhoom of koptelefoon - middel om de omzetting te doen tussen spraaksignalen en signalen gezonden of ontvangen via de telefoonverbinding - :
    T1lddel om vermelde mformatie te verzenden en te ontvangen, zoals b. v. een PCMCIAmodem - middel om vermeide spraaksignalen te verzenden en te onvangen - middel om telefoonverbindingen op te zetten, te signaleren en te verbreken - middel om het signaal van de telefoonverbinding te verzenden en te ontvangen <Desc/Clms Page number 19> 20.
    Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 15, waarbij een of belde van het beginstation en eindstation is ofwel : - een videotelefoon normaal gebruikt voor tefefoonverbtndingen die een videosignaal bevatten ; ofwel '-een speciale telefoon normaal gebrutkt voor datatoepassingen, zoals b. v een"Intermezzo" of"Smartphone" : ofwe ! - een secretaresse-telefoon of een geïntegreerde PBX-telefoon normaal gebruikt voor zakelijke toepassingen; ofwel een telefoon verbonden met het PSTN/fSDN of CATV netwerk ; ofwel - een combinatie van een telefoon met een set-top box (STB) verbonden met het CATV netwerk en eventueel ook met het PSTNIISDN ;
    ofwel - een personal digital assistant (PDA) of een electronische organizer, zoals b. v."Newton" (Apple) of"Communicator" (Nokia) : in elk geval voorzien van tenminste de middel om een telefoonverbinding op te zetten 'overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding, inclusief :
    - middel om spraaksignalen in te voeren, zoals b. v. een microfoon - middel om spraaksignalen uit te voeren, zoals b. v een luidspreker, telefoonhcom of koptelefoon - middel om de omzetting te doen tussen spraaksignalen en signalen gezonden of ontvangen via de telefoonverbinding - middel om vermeide informatie te verzenden en te ontvangen, zoals b. v een kabelmodem - middel om vermeide spraaksignalen te verzenden en te onvangen - middel om telefoonverbindingen op te zetten, te signaleren en te verbreken - middel om het signaal van de telefoonverbinding te verzenden en te ontvangen.
    21. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 16 tot 20, waarbij een of beide van het beginstation en eindstation een of meerdere parameters kan stockeren die door de gebruiker kunnen geconfigureerd worden, zoals b. v. een timer, toegangstelefoonnummer, toegangscode of PIN code.
    22. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 16 tot 20, waarbij een of beide van het beginstation en eindstation een middel heeft om een luisterboodschap (announcement) af te speien aan de gebruiker, met de boodschap dat er een telefoonverbinding overereenkomstig de methode methode van de huidige uitvinding wordt ¯opgezet of ontvangen.
    23. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 16 tot 20, waarbij een of beide van het beginstation en eindstation, in plaats van permanent aangeschakeld te zijn, in zijn geheel of gedeeltelijk in een actief-standby toestand of slaaptoestand (sleeping mode) of energiebesparende toestand (energy saving mode) is, waarin het echter responslef is en klaarstaat om een inkomende verbinding om informatie uit te wisselen of om een inkomende telefoonverbinding, aan te nemen.
    24. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 16 tot 20, waarblj een 'of beide van het beginstation en eindstation, naast de functionaliteit om een gewone telefoonverbinding te maken, bijkomend een middel heeft om een"budget cali mode"in te stellen (set) of aan te zetten (toggie) met de bedoeling om een toestand te activeren overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding voor het initiëren en opzetten van een telefoonverbinding, zoals b. v. een druktoets (pushbutton), een popup-scherm, of een virtuele toets op een computerscherm.
    25 Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 16 tot 20, waarbij vermeid eindstation een middel heeft om de partijen te beperken van wie een telefoonverbinding mag ontvangen worden overeenkomstig de methode van de huldige uitvinding 26.
    Een methode overeenkomstig claim 25, waarblj vermeld beperkingsmiddel een editeerbare electronische adreslijst of adresboek omvat die een of meerdere identificaties (identifiers) van vermeide partijen bevat, zoals b. v volledige naam, bljnaam. ema < ladres of 'PSTN/ISON of CATV netwerk nummer : en <Desc/Clms Page number 20> checkingsmiddel om te verifiëren of de identificatie gegeven door het beginstation in vermelde editeerbare electronische adreslijst of adresboek opgenomen is, waardoor het aan het beglnstation toegelaten IS om vermeide telefoonverbinding te maken naar vermeld elndstation.
    27 Een methode overeenkomstig claim 25, waarbij vermeid beperkingsmiddel een toegangscode of PIN code omvat die het eindstation identificeert ; en checkingsmiddel om te verifiëren of de toegangscode of PIN code gegeven door het beginstation correct is, waardoor het aan het beginstation toegelaten is om vermeide telefoonverbinding te maken naar vermeid eindstation.
    28. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 16 tot 27, waarbij vermeld eindstation een middel heeft om aan de gebruiker aan te duiden dat er een telefoonverbinding overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding ontvangen wordt, en dat het spraakkanaal zodadelijk zal worden opgezet, zoals b. v. auditief bericht dat aan de gebruiker wordt afgespeeld.
    29. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 28, waarbij het telefoonsignaal op gereduceerde bandbreedte geencodeerd is op een of beide van het PSTN/ISDN of CATV netwerk enerzijds en het datanetwerk anderszijds, overeenkomstig een digitale coderingsstandaard, zoals b. v. ADPCM, GSM, of een andere vocodertechniek, zoals b. v. LPC of CELP.
    30. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 28, waarbij een gedeelte of het geheel van vermeid datanetwerk het Internet is of een ander TCP/IP gebaseerd datanetwerk.
    31. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 28, waarbij een gedeelte of het geheel van vermeid datanetwerk een netwerk is dat bestaat uit gehuurde lijnen (ook corporate netwerk of privaat netwerk genoemd), een virtueel privaat netwerk (VPN), of een intranet.
    32. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 28, waarbij een gedeelte of het geheel van vermeid datanetwerk een publiek datanetwerk (PSPDN of 'CSPDN) is, zoals b. v. het publiek X. 25 netwerk.
    33. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 28, waarbij een gedeelte of het geheel van vermeld datanetwerk is een digitaal virtueel netwerk of overlay netwerk is dat geimplementeerd is op het CATV netwerk.
    34. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 33, waarbij een gedeelte of het geheel van vermeid datanetwerk gebaseerd is op een onderliggend de facto gestandardiseerd transmissieprotocol, zoals b. v. de ATM, frame relay, Ethemet of Token Ring standaard.
    35. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 33, waarbij vermelde telefoonverbinding tussen het beginstation en het eindstation in half duplex of in full duplex mode uitgevoerd wordt.
    36. Een methode overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 2 tot 33, waarbij vermelde telefoonverbinding tussen het beginstation en het eindstation naast de spraakverbinding ook het verzenden en het ontvangen omvat van andere geëncodeerde of gecompnmeerde data, zoals b. v. fax, stilstaand beeld, of bewegende videobeelden.
    - 37. Apparaat om een telefoonverbinding te initiëren en op te zetten naar een ander gelijkaardig apparaat, waarblj eerst een of meerdere verbindingen worden opgezet van vermeid apparaat naar vermeid ander apparaat en/of naar het datanetwerk, met gebruikmaking van het publiek geschakeld telefoonnetwerk (PSTN of ISDN) of CATV netwerk voor tenminste een gedeelte <Desc/Clms Page number 21> van de verbindingslink, met de bedoeling om informatie uit te wisselen dat een telefoonverbinding wordt of gaat worden geïnitieerd, en waarbij vermelde telefoonverbrnding wordt geïnitieerd en opgezet tussen vermeid apparaat en vermeld ander apparaat, volgend op of tegelijk met of in voortzetting van vermeide een of meerdere verbindingen, met gebruikmaking van een datanetwerk voor tenminste een gedeelte van de tefefoonverbindingslink,
    vermeid apparaat zijnde voorzien van tenminste: - middel om spraaksignalen in te voeren, zoals b. v een microfoon - middel om spraaksignalen uit te voeren, zoals b. v. een luidspreker, telefoonhoorn of > koptelefoon - middel om de omzetting te doen tussen spraaksignalen en signalen gezonden of ontvangen via de tefefoonverbinding - middel om vermeide informatie te verzenden en te ontvangen, zoals b. v een modern - middel om vermelde spraaksignalen te verzenden en te onvangen - middel om telefoonverbmdingen op te zetten, te signaleren en te verbreken middel om het signaal van de telefoonverbinding te verzenden en te ontvangen.
    38. Apparaat overeenkomstig conclusie 37, waarbij vermeid apparaat een middel heeft om een reverse charging te aanvaarden of te weigeren EMI21.1 t 39. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 38, waarblj vermeid apparaat tenminste twee (logische of fysische) connectiepoorten heeft, om gelijktijdige uitvoering van vermelde eerste en volgende verbindingen toe te laten.
    '40. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 39, waarblj vermeid apparaat een middel heeft om een bevestiging (acknowledgement) te verzenden en te ontvangen ter aanduiding dat een verbinding met het datanetwerk zal worden geïnitieerd, of dat de communicatiekosten worden aanvaard.
    41. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 40, waarbij vermeid apparaat een specific middel heeft om vermeide uitgewisselde informatie te verzenden en te ontvangen met gebruikmaking van de user-to-user signaling 1 (UUS1) mogelijkheid van ISDN of van de packet mode bearer service (PMBS) van ISDN.
    -42. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 41. waarbij vermeid apparaat een timing middel heeft of de tijd te meten die verlopen is sinds het initiëren van de eerste verbinding.
    43. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 42, waarbij vermeid 'apparaat een of meerdere parameters kan stockeren die door de gebruiker kunnen geconfigureerd worden, zoals b. v. een timer, toegangstelefoonnummer, toegangscode of PIN code.
    44 Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 42, waarbij vermeid 'apparaat een middel heeft om een luisterboodschap (announcement) af te spelen aan de gebruiker, met de boodschap dat er een telefoonverbinding overereenkomstig de methode methode van de huidige uitvinding wordt opgezet of ontvangen 45 Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 42, waarblj vermeld apparaat een middel heeft om, in plaats van permanent aangeschakeld te zljn, geheel of gedeeltelijk in een actief-standby toestand of slaaptoestand (sleeping mode) of energtebesparende toestand (energy saving mode) te zljn,
    waann het echter responsief is en klaarstaat om een inkomende verbinding om informatie uit te wisselen of om een inkomende telefoonverbmding, aan te nemen 46 Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusles 37 tot 45, waarblj vermeld apparaat. naast de functionaliteit om een gewone telefoonverblndmg te maken. bijkomend een middel heeft om een "budget call mode" in te stellen (set) of aan te zetten (toggle) met de bedoeling om een toestand te aetlveren overeenkomstlg de methode van de huidige EMI21.2 o <Desc/Clms Page number 22> uitvinding voor het initiëren en opzetten van een telefoonverbinding, zoals b.
    v. een druktoets (pushbutton), een popup-scherm, of een virtuele toets op een computerscherm.
    47 Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 45, waarbij vermeid apparaat een middel heeft om de partijen te beperken van wie een telefoonverbinding mag ontvangen worden overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding.
    48. Apparaat overeenkomstig claim 47, waarbij vermeid beperkmgsmiddel een editeerbare electronische adreslijst of adresboek omvat die een of meerdere identificaties (identifiers) wan vermeide partijen bevat, zoals b. v. volledige naam, bijnaam, emailadres of PSTN/ISDN of CATV netwerk nummer ; en checkingsmiddel om te verifiëren of de identificatie gegeven door een ander gelijkaardig apparaat In vermelde editeerbare electronische adreslijst of adresboek opgenomen is, waardoor het aan vermeld ander gelijkaardig apparaat toegelaten is om vermeide telefoonverbinding te maken naar vermeld apparaat 49 Apparaat overeenkomstig claim 47, waarbij vermeid beperkingsmiddel een toegangscode of PIN code omvat die het eindstation identificeert ;
    en checkingsmiddel om te verifiëren of de toegangscode of PIN code gegeven door een ander gelijkaardig apparaat correct is, waardoor het aan vermald ander gelijkaardig apparaat toegelaten is om vermelde telefoonverbinding te maken naar vermeid apparaat.
    50. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 49, waarbij vermeid apparaat een middel heeft om een telefoonsignaal op gereduceerde bandbreedte te encoderen en te decoderen, overeenkomstig een digitale coderingsstandaard, zoals b. v.
    ADPCM, GSM, of een andere vocodertechniek, zoals b. v. LPC of CELP.
    51. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 50, waarbij vermeid apparaat een middel heeft om vermelde telefoonverbinding in half duplex of in full duplex mode uit te voeren.
    52. Apparaat overeenkomstig een of meerdere van de conclusies 37 tot 50, waarbij vermeid apparaat een bijkomend middel heeft om in vermeide telefoonverbinding naast de spraakverbinding ook andere geëncodeerde of gecomprimeerde data te verzenden en te 'ontvangen, zoals b. v. fax, stilstaand beeld, of bewegende videobeelden.
BE9700907A 1997-11-12 1997-11-12 Methode voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen stations met gebruikmaking van een datanetwerk. BE1011544A4 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700907A BE1011544A4 (nl) 1997-11-12 1997-11-12 Methode voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen stations met gebruikmaking van een datanetwerk.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700907A BE1011544A4 (nl) 1997-11-12 1997-11-12 Methode voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen stations met gebruikmaking van een datanetwerk.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1011544A4 true BE1011544A4 (nl) 1999-10-05

Family

ID=3890832

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700907A BE1011544A4 (nl) 1997-11-12 1997-11-12 Methode voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen stations met gebruikmaking van een datanetwerk.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1011544A4 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5428608A (en) * 1993-12-30 1995-06-27 At&T Corp. Call connection technique
EP0732835A2 (en) * 1995-03-13 1996-09-18 AT&T Corp. Client-server architecture using internet and public switched networks
WO1997031492A1 (en) * 1996-02-21 1997-08-28 International Business Machines Corporation Distributed architecture for services in a telephony system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5428608A (en) * 1993-12-30 1995-06-27 At&T Corp. Call connection technique
EP0732835A2 (en) * 1995-03-13 1996-09-18 AT&T Corp. Client-server architecture using internet and public switched networks
WO1997031492A1 (en) * 1996-02-21 1997-08-28 International Business Machines Corporation Distributed architecture for services in a telephony system

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
BEUKERS J: "INTERNET-TELEFONIE", INFORMATIE, vol. 38, April 1996 (1996-04-01), pages 42 - 46, XP000675133 *
GAREISS R: "VOICE OVER THE INTERNET", DATA COMMUNICATIONS, vol. 25, no. 12, September 1996 (1996-09-01), pages 93/94, 96, 98, 100, XP000626552 *
LOW C: "THE INTERNET TELEPHONY RED HERRING", HP LABORATORIES TECHNICAL REPORT, 15 May 1996 (1996-05-15), pages 1 - 15, XP002043901 *
MULLER N: "DIAL 1-800-INTERNET WITH NEW SOFTWARE, YOU CAN TALK BUSINESS OVER THE NET AND AVOID LONG-DISTANCE CHARGES", BYTE, vol. 21, no. 2, 1 February 1996 (1996-02-01), pages 83/84, 86, 88, XP000566097 *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7123700B1 (en) Configuring user interfaces of call devices
US8819293B2 (en) Method and system for communicating across telephone and data networks
US7966404B2 (en) Proxy apparatus and method
US8488591B2 (en) Method and system for video telephone communications set up, related equipment and computer program product
CA2283815C (en) Method and apparatus for establishing and facilitating a direct quality voice call to a telephone extension
US7035252B2 (en) Cooperative media applications using packet network media redirection
US20030002476A1 (en) Integrated internet phone call routing system
US8437337B2 (en) Method and apparatus for enabling peer-to-peer communication between endpoints on a per call basis
US20040078468A1 (en) Proxy apparatus and method
US20070291106A1 (en) Method and apparatus for providing interactive media during communication in channel-based media telecommunication protocols
WO2007016270A2 (en) Method and apparatus for providing interactive media during communication in channel-based media telecommunication protocols
US7443834B1 (en) Combining multimedia services with traditional telephony
WO2008078000A1 (en) Mobile video call response
US7280650B2 (en) Method and apparatus to manage a conference
US7280528B1 (en) Call setup for IP/Internet telephony
WO2004032471A1 (en) Multimedia pickup service
BE1011544A4 (nl) Methode voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen stations met gebruikmaking van een datanetwerk.
US8553863B2 (en) Method and apparatus for providing dynamic international calling rates
Wang et al. VoIP development in China
WO2003077516A1 (en) Reversed call setup system and method
Pourghasem et al. A Survey of Voice Over Internet Protocol (VOIP) Technology
WO2007109805A2 (en) Method and apparatus for providing interactive media during communication in channel-based media telecommunication protocols
GB2413728A (en) Call charging for voip calls
TWI283530B (en) Mobile video-audio data transmitting method
Condie et al. Building and Launching VoIP Applications

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: BATS JOHAN IR.

Effective date: 19991130