<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
lw BESCHRIJVING METHODE VOOR HET OPZETTEN VAN EEN TELEFOON- sVERBINDING MET GEBRUIKMAKING VAN EEN DATANETWERK.
TOEPASSINGSGEBIED VAN DE UITVINDING De huidige uitvinding behoort in het algemeen tot het gebied van de telecommunicatie. Meer specifiek betreft de huidige uitvinding een methode om een telefoonverbinding tussen stations op te zetten met gebruikmaking van een datanetwerk.
TECHNISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Sinds lange tijd werden telefoonverbindingen uitsluitend via publiek geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van de nationale telefoonoperatoren gerouteerd. Sinds het opkomen van datanetwerken sinds ongeveer de jaren 1970, en de populariteit van persoonlijke computers (PC's) sinds de jaren 1980, kunnen nu allerlei informaties uitgewisseld worden van een station naar een ander via een datanetwerk. Dit is ontwikkeld voor diensten zoals electronische post (email), etectronische berichtgeving (electronic messaging), data transmissie, bestandsoverdracht (e. g. FTP), enz.
De datanetwerken zijn vaak gebaseerd op pakketgeschakelde technieken. De data wordt dan in kleine pakketten gestoken, die niet onmiddellijk worden verzonden, ttz. niet in "real-time", maar daarentegen "gestockeerd en verdergestuurd" ("stored en forwarded") door verscheidene knooppunten van het datanetwerk. Als gevolg daarvan, kunnen datapakketten die via deze techniek verstuurd worden onmiddellijk aankomen of kan het verscheidene minuten duren vooraleer ze aankomen, en de volgorde van aankomen is niet gegarandeerd.
Als het datanetwerk gebaseerd is op een virtueel circuit-techniek, betekent dat alleen dat de pakketten in de juiste volgorde zullen aankomen. Maar ook in dit geval worden pakketten vertraagd afhankelijk van de besting op het netwerk, parameters in de knooppunten, enz.
Als het datanetwerk echter op zulke manier kan opgezet worden dat de tijdsvertraging van pakketten gelimiteerd kan worden tot een bepaalde tijd, b. v. 0. 2 tot 0. 3 seconden, wordt het geschikt om real-time informatie via dat netwerk over te zenden, in het bijzonder voor telefoonverkeer. Telefoonoproepen maken over het datanetwerk, en speciaal via het Intemet, was een drukbesproken onderwerp in de voorbije jaren. Verscheidene softwarebedrijven, b. v. VocalTec, Third Planet Publishing, NetSpeak of Quarterdeck, hebben -softwarepakketten op de market gebracht voor gebruik op persoonlijke computers, waarmee gebruikers telefoonoproepen naar elkaar kunnen maken via het Intemet of via een intranet dat op een privaat netwerk is opgezet.
Deze softwarepakketten werken goed en de tijdsvertraging is aanvaardbaar, zeker in vergelijking met satelliettelefonie waar de tijdsvertragingen tot 0. 5 seconden kunnen oplopen.
De kwaliteit van de communicatie hangt af van de gebruikte compressietechniek (b. v. 16 kbps ADPCM of vocoding technieken met snelheden die tot 3. 2 kbps kunnen gaan), en kan veranderen tijdens de dag, of wanneer een hoge trafiekbelasting wordt gedetecteerd. De in het algemeen lagere kwaliteit van Intemettelefonie die te wijten is aan tijdsvertragingen en compressietechnieken, zal in de komende jaren ongetwijfeld verbeteren, wanneer de beschikbare bandbreedte wordt verhoogd, de Intemettelefoon softwarepakketten meer gesofisticeerd worden (ttz. met betere algoritmen) en de vocoding technieken zelf verbeteren. Vandaag lijkt het dat Internettelefonie voomamelijk gebruikt en gemarket kan worden als "goedkope internationale" en "goedkope lange afstand" telefoondiensten.
> Een andere en belangrijker nadeel van de technologie is dat telefoonoproepen alleen kunnen gemaakt worden tussen gebruikers die op dat ogenblik op het Internet, of op het intranet van een privaat netwerk aangelogd zijn. Het is niet mogelijk om een oproep naar een gewoon telefoontoestel te maken, noch naar een computer die uitgeschakeld is of niet online is op het ogenblik van de oproeppoging.
Dit probleem werd reeds bestudeerd en een oplossing, gegeven in patentaanvraag nr
W097/16916, is dat de operator van het pnvaat netwerk de laatste connectle van de oproep maakt, ttz. van een knooppunt nabij het eindstation naar het eindstation Dit betekent dat de operator van het privaat netwerk in feite, voor eigen rekening, de lokale oproep betaalt aan de PSTN/ISDN of CATV (kabeltelevisie) operator Deze kost kan aangerekend worden aan
<Desc/Clms Page number 2>
het beginstation, of er kan een vast bedrag (fiat fee) of een abonnement aangerekend worden om deze kosten te dekken.
De methode van de huidige uitvinding vermijdt het probleem dat de opgeroepen partij niet online IS, door eerst een verbinding te maken om de opgeroepen partij te informeren dat een oproepende partij een oproep wenst te maken, en door de opgeroepen partij de gelegenheid te laten om online te komen om vervolgens de oproep aan te nemen via het datanetwerk..
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Overeenkomstig de huidige uitvinding wordt een methode uitgelegd om een telefoonverbinding tussen stations te initiëren en op te zetten, met gebruikmaking van een datanetwerk. De huidige uitvinding laat eenieder die verbonden is met het PSTN/ISDN of CA TV (kabeltelevisie-) netwerk toe om een telefoonoproep te maken naar eender welk ander die verbonden is met het PSTN/ISDN of CA TV netwerk, met gebruikmaking van een datanetwerk zoals het Internet, een privaat netwerk, een VPN of een intranet. Dit voor de prijs van ongeveer tweemaal een lokale oproep, die afhankelijk van de realisatie van de huidige uitvinding, verdeeld wordt tussen de oproepende en opgeroepen partijen.
In een voorbeeld van een realisatie van de uitvinding, zet beginstation een eerste verbinding op naar het eindstation via het PSTN/ISDN of CATV netwerk, en na verbonden te zijn met het eindstation, geeft het een commando aan het eindstation om een verbinding met het datanetwerk te maken. Deze eerste verbinding wordt verbroken door het eindstation, dat een nieuwe verbinding opzet met het datanetwerk. Het beginstation zet nu ook automatisch, na ontvangst van het verbrekingsbericht (release message) van het eindstation, een verbinding op met het datanetwerk.
Nadat de verbinding is opgezet, zal het beginstation, met gebruikmaking van de technieken van de bestaande softwarepakketten, een telefoonoproep initiëren naar het eindstation via vermeid datanetwerk, en het wachtende eindstation online aantreffen, klaar om een telefoonverbind aan te nemen.
Andere realisaties, voorwerpen, eigenschappen en voordelen van de huidige uitvinding beschreven in deze samenvatting zullen verder uitgelegd worden en duidelijker begrepen wanneer samengenomen met de gedetailleerde beschrijving en de figuren hiema.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van het PSTN/ISDN (TECHNISCHE ACHTERGROND).
Figuur 2 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding via een datanetwerk (TECHNISCHE ACHTERGROND).
Figuur 3 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding via een private datanetwerk (TECHNISCHE ACHTERGROND).
Figuur 4 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding.
Figuur 5 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de tweede realisatie van de methode van de huidige uitvinding.
Figuur 6 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de derde realisatie van de methode van de huidige uitvinding.
Figuur 7 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding met gebruikmaking van de vierde realisatie van de methode van de huidige uitvinding Figuur 8 IS een blokdiagramma van een station In het geval van een verbinding met het CATV netwerk.
<Desc/Clms Page number 3>
Figuur 9 is een blokdiagramma van een station in het geval van verbindingen met zowel het PSTNIISDN als het CATV netwerk.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE REALISATIES In Figuur 1, een blokdiagramma toont een gewone telefoonverbinding 104 overeenkomstig de technische achtergrond, met gebruikmaking van het bekende publiek geschakeld telefoonnetwerk (PSTN) of het digitale netwerk voor geintegreerde diensten (ISDN) 130. een telefoonverbinding van dit type wordt als volgt opgezet. Een oproepende partij A (terminal 110) draait het PSTN/ISDN nummer van de opgeroepen partij 8 (terminal 120), en is direct verbonden via het PSTNIISDN 130. In het normale geval wordt de opgeroepen partij aangerekend overeenkomstig de tijdsduur en geografische afstand van de oproep (andere aanrekeningsprincipes bestaan en worden voor allerlei doeleinden gebruikt, maar die zijn niet relevant voor de huidige uitvinding).
Figuur 2 is een blokdiagramma van een telefoonverbinding 204 die over een datanetwerk 140 wordt geleid. Deze methode behoort eveneens tot de technische achtergrond. Het datanetwerk 140 kan eender welk datanetwerk zijn, gebaseerd op standaarden zoals b. v TCP/IP, X. 25, ATM, frame relay, Ethemet of Token Ring. Het type van netwerk en de onderliggende protocols zijn niet relevant voor deze technische achtergrond of voor de huidige uitvinding.
Een softwarepakket in de terminal 110 of 120 van A resp. B dat gebruikers toelaat om telefoonoproepen over een datanetwerk te maken, is een applicatie die gebruik maakt van het datanetwerk en haar transmissieprotocol om een telefoonverbinding 204 op te zetten. In ISO terminologie omvat zulk softwarepakket tenminste de applicatielaag en eventueel ook de sessie-en presentatielagen. Het zorgt voor een gebruikersinterface voor de oproepende en opgeroepen partijen, die vandaag meestal een grafische gebruikersinterface is (zoals b. v.
Windows 3. x, Windows95, OS/2, Macintosh). Verder bevat het een middel om data aan te nemen van de gebruiker, zoals het nummer van de op te roepen partij, en een middel om de connectiepoort van de terminal 110 of 120 (zoals b. v. van de PC of werkstation) te adresseren. Het bevat gewoonlijk ook een middel om een electronische adreslijst van vaak opgeroepen nummers bij te houden, meestal een electronisch adresboek (of kortweg adresboek) genoemd ; en visuele en auditieve middelen om spraak in- en uit te voeren. Het kan ook bijkomend een middel bevatten om de toestand en voortgang van een oproep te checken of op te volgen, zoals b. v. een activatiebalk of een grafiek, en bepaalde geluiden of beeps.
Andere functionaliteiten kunnen aan het softwarepakket toegevoegd worden om het meer attractief en aantrekkelijk te maken voor de gebruikers.
De telefoonverbinding 204 met zulk softwarepakket wordt gewoonlijk als volgt opgezet. Een oproepende partij 110 geeft aan het softwarepakket een identificatie op van een partij B (terminal 120) die moet opgeroepen worden via het datanetwerk 140. Deze identificatie kan de volledige naam zijn van partij B, zijn bijnaam, B's overeenkomstig PSTN/ISDN nummer (met als doel dat men geen andere identificatie voor 8 moet onthouden behalve zijn PSTNI/SDN nummer), B's emailadres, of een ander soort identificatie. Een lijst van identificaties van correspondenten kan gestockeerd worden in een electronisch adresboek, wat het proces om een verbinding op te zetten vereenvoudigt.
Het softwarepakket zet een verbinding 201 op naar de server 141 in het datanetwerk 140 (als die al niet is opgezet voor andere toepassingen), en geeft de indentificatie-informatie op. De server 141 checkt of partij B online is, b. v door een database te checken. Zulke database kan zich in de serverlocatie 141 of 142 bevinden, en op regelmatige tijdstippen upgedated worden met mformatie over online gebruikers van andere servers. Anderszijds kan zulke database zich centraal in het datanetwerk 140 bevinden. waamaar een aanvraag (query) kan gezonden worden.
Als partij B inderdaad online (via verbinding 202) is, kan een "setup request" naar de server van 8 142 verzonden worden Deze server verzendt dit verder naar 8 Zoals met een gewone PSTN/ISDN oproep kan B de mkomende oproep beantwoorden of negeren. Als partij B op dat ogenblik niet online IS. wordt een notificatie teruggezonden van de server 141 of 142 naar het softwarepakket In de terminal 110 van A, die dat dan aan de gebruiker doorgeeft De kosten worden verdeeld tussen A en 8 In het normale geval hebben belde partijen A en B een soort van abonnement voor toegang tot het datanetwerk 140,
en
<Desc/Clms Page number 4>
EMI4.1
worden er ook kosten aangerekend voor de connectie van de terminal 110 of 120 waarop het softwarepakket loopt naar de server 141 of 142 van het datanetwerk 140. Deze connectie is gewoonlijk een lokale PSTN/ISDN oproep 201 of 202 De tarieven voor een abonnement en voor de lokale oproep kunnen overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen.
Figuur 3 IS een blokdiagramma van een telefoonverbinding 304 die over een privaat datanetwerk 160 wordt geleid. Deze methode gelijkt sterk op de methode die hierboven is uitgelegd en behoort eveneens tot de technische achtergrond. Het privaat datanetwerk 160 kan gebaseerd op standaarden zoals b. ATM, frame relay, Ethemet of Token Ring. In een typische situatie is zulk privaat datanetwerk 160 een bedrijfsnetwerk met intemationale vertakkingen dat gebruik maakt van het TCP/IP is het protocol dat gebruikt wordt in het Internet, maar het evenzeer geschikt voor zogenaamde intranetten of bedrijfs- private netwerken. Het type van netwerk en de ondertiggende protocols zijn niet relevant voor deze technische achtergrond of de huidige uitvinding.
Het softwarepakket kan in dit geval hetzelfde of een gelijkaardig softwarepakket zijn als hetgene dat hierboven werd beschreven.
De telefoonverbinding 304 wordt gewoonlijk als volgt opgezet. Een oproepende partij A geeft aan het softwarepakket in de terminal 110 een identificatie op van een partij B (terminal 120) die moet opgeroepen worden via het privaat datanetwerk 160. Deze identificatie kan de volledige naam zijn van partij B, zijn bijnaam, B's overeenkomstig PSTN/ISDN nummer (met als dat men geen andere identificatie voor B moet onthouden behalve zijn PSTN/ISDN nummer), B's emailadres, of een ander soort identificatie. Een lijst van identificaties van -correspondenten kan gestockeerd worden in een electronisch adresboek, wat het proces om een verbinding op te zetten vereenvoudigt.
Het softwarepakket zet een verbinding 301 op naar de lokale server 141, en geeft de indentificatie-informatie op. De server 141 checkt of partij B online database te checken. Zulke database kan zich in de serveriocatie 141 of 142 bevinden, en op regelmatige tijdstippen upgedated worden met informatie over online gebruikers van andere servers. Anderszijds kan zulke database zich centraal in het datanetwerk 160 bevinden, waamaar een aanvraag (query) kan gezonden worden. Als partij B inderdaad online (via verbinding 302) is, kan een de server 142 van B verzonden worden.
Deze server verzendt dit verder naar B. Zoals met een gewone PSTNlISDN oproep kan B de inkomende oproep beantwoorden of negeren. Als partij B dat ogenblik niet online wordt een notificatie teruggezonden van de server 141 of 142 naar het softwarepakket in de terminal van A 110, die dat dan aan de gebruiker het normale geval worden geen extra kosten aangerekend voor de verbinding 303 en het deel van verbinding 304 dat over het privaat netwerk 160 verloopt. (Alhoewel kosten kunnen aangerekend worden tussen servers 141 and 142 gebaseerd op verbindingstijd, aantal verstuurde pakketten, tijdstip van de dag, enz. met interne kostenverrekening als 1n Figuur 4 wordt de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding uitgelegd.
Figuur 4 toont een blokdiagramma van een telefoonverbinding 404 die over een datanetwerk 140 wordt opgezet door eerst gebruik te maken van een verbinding 401 over het PSTN/ISDN 130 of CATV 150. Zoals beschreven in de technische achtergrond, kan het datanetwerk 140 eender datanetwerk zijn, gebaseerd op standaarden zoals b.
X. 25. ATM, frame relay, Ethemet of Token Ring. In een typische situatie kan dit datanetwerk het wereldwijde Internet zijn, of een privaat netwerk, of een combinatie van beide. Het is mogelijk dat in verschillende delen van het datanetwerk verschillende transmissieprotocols worden gebruikt met gateway of bridge functies er tussenin. Het type van netwerk en de onderhggende protocols zl) voor de huidige uitvinding.
In deze eerste realisatie omvat de methode van de huidige ultvinding het opzetten van een telefoonverbinding 404 als Een oproepende partlj A geeft aan zijn station of terminal 110 een identificatie op van een partij B (terminal 120) die moet opgeroepen worden. Deze identificatie kan de volledige naam zijn van partl) B, zijn bljnaam. B's overeenkomstig PSTN/ISDN nummer (met als doel dat men geen andere identificatie voor B moet onthouden
<Desc/Clms Page number 5>
v. TCP/IP, X. 25,behalve zijn PSTN/ISDN nummer), B's emailadres, of een ander soort identificatie. Een lijst van identificaties van correspondenten kan gestockeerd worden in een electronisch adresboek, wat het proces om een verbinding op te zetten vereenvoudigt.
De terminal 110 zet een verbinding op naar de terminal 120 van B over het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150. De terminal 120 van B neemt de oproep aan, en de terminal 110 van
A wordt genotlficeerd door het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150. Er is een handshaking protocol (zoals gewoonlijk gebruikt wordt bij het opzetten van een modemoproep over een analoge PSTN lijn), waarbij de terminals 110 en 120 de parameters van de verbinding 401 bepalen en vervolgens informatie uitwisselen. Hierbij verzendt de terminal 110 van A de informatie naar de terminal 120 van B dat het een telefoonverbinding 404 wil opzetten met de terminal 120 van 8 over het datanetwerk140.
De terminal 120 van B ontvangt deze informatie, zendt een bevestiging (acknowledgement) terug naar de terminal 110 van A. en verbreekt de verbinding 401 (release). Daaropvolgend initieert de terminal 120 van B een verbinding 402 met zijn server 142 (een lokale Internet server of een server van het intranet of van het privaat netwerk). De terminal 110 van A initieert eveneens een verbinding 403 met zijn server 141, na ontvangst van de bevestiging van de terminal 120 van B.
De server 141 van de terminal 110 van A checkt of B al online (via verbinding 402) gekomen is, b. v. door een database te checken. Zulke database kan zich in de serverlocatie 141 of
142 bevinden, en op regelmatige tijdstippen upgedated worden met informatie over online gebruikers van andere servers. Anderszijds kan zulke database zich centraal in het datanetwerk 140 bevinden, waamaar een aanvraag (query) kan gezonden worden. Als B al online is, kan onmiddellijk een "setup request" naar de server 142 van B verzonden worden.
Als B nog niet online gekomen is, wordt de terminat 110 van A genotificeerd. Een timing middel in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140, b. v. een eenvoudige timer, kan gebruikt worden om te checken of B binnen een bepaald tijdsinterval online gekomen is of niet. Als B online is, kan een "setup request" naar B verzonden worden. Zoals met een gewone PSTN/ISDN oproep kan B de inkomende oproep
404 beantwoorden of negeren. Als B niet binnen een vastgesteld tijdsinterval online gekomen is, wordt de oproeppoging 404 verbroken. Als de timer zieh in een server 141 of
142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de terminal
110 van A.
De terminal 110 van A kan, afhankelijk van zijn instellingen, een of meerdere nieuwe pogingen ondememen om een verbinding 404 op te zetten, of de oproeppoging opgeven en dit aan de gebruiker meedelen.
Additioneel kan de terminal 110 van A ook zodanig geconfigureerd worden om een nieuwe oproep 405 op te zetten naar de terminal 120 van B via het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150, wat in feite neerkomt op het opzetten van gewone oproep. Uiteraard wordt in dit geval de oproep niet over het datanetwerk 140 gevoerd en is er bijgevolg ook geen , kostenvoordeel (in tegendeel, er zijn de extra kosten van de oproepen die gemaakt werden)
Daarenboven is er een relatief lange wachttijd (omwille van de verbindingstijd en het tijdsinterval waarop de timer is ingesteld) vooraleer er een telefoonverbinding 405 met B is opgezet. Maar anderszijds kan deze additionele configuratie interessant zijn wanneer het belangrijker is dat er een verbinding wordt opgezet, dan dat er een kostenvoordeel wordt - gehaald.
Deze additionele functionaliteit kan natuurlijk ook gebruikt worden in de verdere realisaties die hieronder uitgelegd worden (verbindingen 505, 605 en 705, resp.).
The kostenaanrekening wordt in deze eerste realisatle van de methode van de huidige uitvinding verdeeld tussen A en B, hoewel niet gelijk. In het normale geval wordt aan A de kost aangerekend voorde eerste verbinding naar B Deze verbinding 401 is kort aangezlen er slechts een kleine hoeveelheld informatie moet uitgewisseld worden. De kost is daarom laag, en kan gebaseerd zijn op tanefeenheden of op een kostenaanrekening per seconde.
Het tarief kan ook overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen.
Verder hebben belde A en B een soort van abonnement voor toegang tot het datanetwerk "140. en worden er ook kosten aangerekend voor de verbindingen 402 en 403 en de delen van de verbinding 404, tussen terminal 110 en server 141, en tussen terminal 120 en server
142. Deze verbindingen zijn gewoonlijk lokale PSTN/ISDN-of CATV netwerkoproepen De taneven voor een abonnement en voor de lokale oproep kunnen overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters versenden
EMI5.1
?
<Desc/Clms Page number 6>
Er zijn mogelijkheden om de methode van de huidige uitvinding te optimaliseren.
Ten eerste, om de tljd om de uiteindelijke telefoonverbinding 404 op te zetten, te verminderen, kan de terminal 110 van A reeds een verbinding 403 initi ren met zijn lokale server 141 vooraleer een bevestiging van de terminal 120 van B ontvangen te hebben, of zelfs reeds tegelijk met 'het opzetten van de eerste verbinding 401 naar B over het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150. Dit kan Indien de terminal 110 van A meer dan een gelijktijdige verbinding (namelijk 401 en 403) met het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150 kan maken, b. v. als A verbonden is (112) via een basic rate access (BRA) met het ISDN, of als A verbindingen (zie Figuur 9 : 113, 114) heeft met het het PSTN/ISDN 130 en met het CATV netwerk 150.
Ten tweede kunnen de kosten van de eerste verbinding 401 over het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150 van A naar B verminderd en bijna geannihileerd worden als A en B beide verbonden zijn (112, 122) via ISDN lijnen (BRA of PRA toegang) en de de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kunnen gebruiken. In dat geval zal er geen echte verbinding . 401 van A naar B opgezet worden, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn. In de plaats daarvan zal de informatie door de terminal 110 van A verzonden worden in een call setup signaleringsbericht 401' (via de UUS1 optie). Dit signaleringsbericht wordt ontvangen door de terminal 120 van B, die onmiddellijk de oproeppoging verbreekt. UUI is gelimiteerd tot een kleine hoeveelheld bytes (in de orde van maximum 128 bytes, die door de netwerkoperator verder kan gelimiteerd worden).
Afhankelijk van de netwerkoperator, is deze UUI dienst al dan niet reeds gefmplementeerd, en de kostenaanrekening kan vari ren van gratis tot een fractie van een tariefeenheid.
Als altematieve mogelijkheid. kan deze informatie ook door de terminal 110 van A, in plaats 'van een echte verbinding 401 op te zetten, verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 401" van ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden.
In een tweede realisatie van de methode van de huidige uitvinding, getoond in Figuur 5, is de eerste verbinding 501 van de terminal 110 van A naar het datanetwerk 140. In deze tweede realisatie, wordt de telefoonverbinding 504 als volgt opgezet. De terminal 110 van A initieert een verbinding 501 met zijn lokale server 141 van het datanetwerk 140. De server 141 -checkt of B toevallig op dat ogenblik online (via verbinding 503) is, b. v. door een database te checken (zoals hierboven). Als B toevallig online is, kan onmiddellijk een"setup request" naar B verzonden worden.
Als, in het andere geval, B niet online is (wat het meest waarschijnlijke geval is), initieert de ? terminai 110 van A een PSTN/tSDN-ofCATVnetwerkverbinding 502 naar de terminal 120 van B. Maar als A en B beide verbonden zijn (112, 122) via een ISDN lijn (BRA of PRA toegang) en de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kunnen gebruiken, dan kan de terminal 110 van A een UUS1 signaleringsbericht 502'naar de terminal 120 van B verzenden, die dit ontvangt en de oproeppoging verbreekt. In dit geval wordt er geen echte verbinding 502 van A naar B opgezet, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn.
Als altematieve mogelijkheid, kan deze informatie ook door de terminai 110 van A verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 502" van ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden.
EMI6.1
i The terminal 120 van B ontvangt de informatie van de terminal 110 van A via een PSTN/ISDN- of via een UUI of PMBS bericht (502'of of CA TV netwerkverblnding 502,502"), en initieert een verbinding 503 met zijn lokale server 142 van het datanetwerk 140
Een timing middel in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142 van het datanetwerk ri40, b v een eenvoudige timer, kan gebrulkt worden om te checken of B binnen een bepaald tijdsinterval online gekomen is of niet Als B online IS,
kan een"setup request"naar B verzonden worden
Wanneer nu In elk van belde gevallen (B was reeds online of niet) een "setup request" door de terminal 120 an B is ontvangen. kan het de Inkomende oproep 504 beantwoorden of
<Desc/Clms Page number 7>
negeren. Als B niet binnen een vastgesteld tijdsinterval online gekomen is, wordt de oproeppoging verbroken. Als de timer zich in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de termmal 110 van A. De terminal 110 van A kan, afhankelijk van zijn instellingen, een of meerdere nieuwe pogingen om een verbinding 504 op te zetten, ondememen, of de oproeppoging opgeven en dit aan de gebruiker meedelen.
Er is een andere mogelijkheid om de terminal 120 van B te notificeren dat het een verbinding
603 moet opzetten met zijn lokale server 142 om een telefoonoproep 604 via het datanetwerk 140 te ontvangen. Deze derde realisatie van de methode van de huidige uitvinding wordt getoond in Figuur 6. In plaats van de eerste verbinding (zie 401) op te zetten over het PSTNIISDN 130 of CATV netwerk 150, kan zij opgezet worden (601 met . 6021602'/602" tesamen) gratendeeis over het datanetwerk 140 zelf. In deze derde realisatie wordt de telefoonverbinding 604 opgezet als volgt. De terminal 110 van A initieert een verbinding 601 met zijn lokale server 141 van het datanetwerk 140. De server 141 checkt of
B toevallig op dat ogenblik online is (via verbinding 603), b. v. door een database te checken (zoals hierboven).
Als B toevallig online is, kan onmiddellijk een "setup request" naar B verzonden worden.
Als, in het andere geval, B niet online is (wat het meest waarschijnlijke geval is), initieert de server 142 van de terminal 120 van B vanuit het datanetwerk 140 een PSTN/tSDN-of CATV netwerkverbinding 602 naar de terminal 120 van B (en draagt de operator van het -datanetwerk 140 de kost hiervan) zoals eerder beschreven in de technische achtergrond.
Maar als B verbonden is (144) via een ISDN lijn (BRA of PRA toegang) en de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kan gebruiken, dan kan de server 142 van de terminal van
B een UUS1 signaleringsbericht 602'naar de terminal 120 van B verzenden, die dit ontvangt en de oproeppoging verbreekt. In dit geval wordt er geen echte verbinding 602 opgezet, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn.
Als altematieve mogelijkheid, kan deze informatie ook door de server 142 van de terminal
120 van B verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 602" van
ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden.
Als de kosten voor de UUI of PMBS diensten laag zijn (in vergelijking met een gewone PSTN/tSDN-of CATV netwerkverbinding), kan de operator van het datanetwerk 140 deze mogelijkheid aan zijn gebruikers aanbieden en de kosten in het abonnement voor de toegang tot het datanetwerk verrekenen. Of hij kan deze kosten dekken door b. v. publiciteit aan te bieden aan de gebruikers van telefoonoproepen via het datanetwerk.
The terminal 120 van B ontvangt de informatie via een echte verbinding 602 of een UUI of
PMBS bericht (602'of 602"), en initieert een verbinding 603 met zijn lokale server 142 van het datanetwerk 140. Een timing middel in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142
EMI7.1
van het datanetwerk 140, b. een eenvoudige timer, kan gebruikt worden om te checken of B binnen een bepaald tijdsinterval online gekomen IS of niet. Als B online is, kan een v.request" naar B verzonden worden.
Wanneer nu in elk van beide gevallen (B was reeds online of niet) een "setup request" door de terminal 120 van Bis ontvangen, kan het de inkomende oproep 604 beantwoorden of negeren. Als B niet binnen een vastgesteld tijdsinterval online gekomen is, wordt de oproeppoging verbroken. Als de timer zich in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de terminal 110 van A.
De terminal 110 van A kan, afhankelijk van zijn instellingen, een of meerdere nieuwe pogingen om een verbinding 604 op tezetten, ondememen, of de oproeppoging opgeven en dit aan de gebruiker meedelen
Het voordeel van deze derde realisatle tegenover de eerste en tweede realisaties van de methode van de huidige uitvinding IS dat een eerste verbinding van A naar B over het PSTN/ISDN of CATV netwerk (via een echte verbinding 401 of 502, of via een UUI of PMBS bencht 401', 401", 502'of 502") wordt vermeden De uitwisseling van mformatie gebeurt
<Desc/Clms Page number 8>
grotendeels via het datanetwerk 140 (via 601 met 6021602'/602" tesamen), en kan in feite beschouwd worden als een "extra dienst" van de datanetwerk operator.
Een vierde realistie van de methode van de huidige ultvinding wordt getoond in Figuur 7 De eerste verbinding 701 wordt opgezet (701 met 7021702'/702" tesamen) grotendeels over het datanetwerk 140 zelf. In deze vierde realisatie wordt de telefoonverbinding 704 als volgt opgezet. De terminal 110 van A initieert een verbinding 701 met zijn lokale server 141 van het datanetwerk 140 De server 141 checkt of B toevallig op dat ogenblik online is, b. v door een database te checken (zoals hierboven). Als B toevallig online is, kan onmiddellijk een "setup request" naar B verzonden worden.
Als, in het andere geval, B niet online is (wat het meest waarschijnlijke geval is), initieert de -server 141 van de terminal 120 van B een PSTN/tSDN-of CATV netwerkverbinding 702 naar de terminal 120 van B (en draagt de operator van het datanetwerk 140 de kost hiervan) zoals eerder beschreven in de technische achtergrond. Maar als B verbonden is (144) via een ISDN lijn (BRA of PRA toegang) en de user-to-user informatiedienst (UUI) van ISDN kan gebruiken, dan kan de server 142 van de terminal 120 van B een UUS1 signaleringsbericht 702'naar de terminal 120 van B verzenden. In dit geval wordt er geen echte verbinding 702 opgezet, met een handshaking procedure en uitwisseling van informatie zoals over een analoge lijn.
De server 142 van de terminal 120 van B stuurt als onderdeel van deze informatie een reverse charging request, dat de terminal 120 van B dient te aanvaarden (dit kan b. v. gebeuren nadat de terminal 120 van B een lijst van gebruikers die het recht hebben om dit te doen, heeft gecheckt).
Als altematieve mogelijkheid, kan deze informatie ook door de server 142 van de terminal 120 van B verzonden worden in een packet mode bearer service (PMBS) bericht 702" van ISDN, en zo door de terminal 120 van B ontvangen worden.
Na aanvaarding van de reverse charging via een echte verbinding 702 of een UUI of PMBS message (702'of 702'1, initieert de terminal 120 van B een verbinding 704 met zijn lokale server 142 van het datanetwerk 140. Een timing middel in de terminal 110 van A of in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140, b. v. een eenvoudige timer, kan gebruikt worden om te checken of B binnen een bepaald tijdsinterval online gekomen is of niet. Als B online is, kan een "setup request" naar B verzonden worden.
Wanneer nu in elk van beide gevallen (B was reeds online of niet) een "setup request" door de terminal 120 van B is ontvangen, kan het de inkomende oproep 704 beantwoorden of negeren. Als B niet binnen een vastgesteld tijdsinterval online gekomen is, wordt de oproeppoging 704 verbroken. Als de timer zich in een server 141 of 142 van het datanetwerk 140 bevindt, wordt een foutnotificatie verzonden naar de terminal 110 van A. De terminal 110 van A kan, afhankelijk van zijn Instellingen, een of meerdere nieuwe pogingen om een verbinding 704 op te zetten, ondememen, of de oproeppoging opgeven en dit aan de gebruiker meedelen.
Eveneens in deze vierde realisatie van de methode van de huidige uitvinding wordt een eerste verbinding van A naar B over het PSTN/ISDN of CATV netwerk (via een echte verbinding 401 of 502, of via een UUI of PMBS bericht 401', 401", 502'of 502") vermeden.
De uitwisseling van informatie gebeurt grotendeels via het datanetwerk 140 (via 701 met 702/702'/702"tesamen), en kan in feite beschouwd worden als een "extra dienst van de datanetwerk operator.
Zoals reeds kon gemerkt worden van de beschnjvmg hierboven, IS een van de mogelijkheden die besloten ligt in de eerste tot vierde realisaties ven de methode van de huidige uitvinding, wanneer de eerste verbinding (401/401'/401", 5021502'/502", 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met 702/702'/702"tesamen) en/of de toegang tot het
EMI8.1
datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701, 703) en de Ultemdelijke (404, 504, 604, 704) met via het PSTN/ISDN 130 verloopt, maar In plaats daarvan
<Desc/Clms Page number 9>
telefoonverbmdinggedeeltelijk of geheel via een CATV netwerk 150, waarvoor normaal een CATV abonnement wordt betaald. Dit wordt voor de terminal 110 van A en/of terminal 120 van B getoond in de Figuren 8 en 9.
Een toegang tot het CATV netwerk omvat normaal de installatie en gebrulk van een zogenaamde set-top box (STB) 115, om de telefoonsignalen die (indirect) van het 'datanetwerk 140, of (direct) van het PSTN/ISDN 130 en/of van het CATV netwerk 150 komen, te decoderen en in het juiste formaat te brengen voor de TV 116 of voor de terminal 111. Die terminal 111 kan een telefoontoestel zijn (zoals getekend), een computer (b. v PC) of een ander toestel met telefoonmogelijkheden. Vandaag worden STB'en al veel gebrulkt als decoders, die ge ncrypteerde TV-signalen decoderen van pay-TV of pay-per-view , kabelstations, of voor gelijkaardige toepassingen.
Ook zijn reeds STB'en gebruikt om telefoonoproepen via het CATV netwerk 130 te laten verlopen, waarbij de telefoonsignalen bij het CATV kopstation (CATV head end) te extraheren, en naar het PSTN/ISDN netwerk of naar een andere gebruiker van het CATV netwerk te schakelen.
In Figuur 8 is een STB 115 verbonden (113) met het CATV netwerk 150, waarbij zowel de eerste verbinding (401/401'/401", 5021502'/502", 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met
EMI9.1
7021702'/702"tesamen), de toegang tot het datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701.
703), als de uiteindelijke telefoonverbinding (404, 504,604, 704) allemaal via het CATV netwerk 150 (over 113) verlopen.
In Figuur 9 is de STB 115 verbonden met zowel het CATV netwerk 150 als met het PSTN/ISDN 130. In dit geval kan de eerste verbinding (401/401'/401", 5021502'/502", 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met 702/702'/702"tesamen) via het PSTN/ISDN 130 (over 114) ofwel via het CATV netwerk 150 (over 113) verlopen ; ook de toegang tot het
EMI9.2
datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701, 703) kan via het PSTN/ISDN 130 (over 114) ofwel via het CATV netwerk 150 (over 113) verlopen ; en tenslotte de toegang tot het datanetwerk voor de uiteindelijke verbinding (404,504, 604,704) kan eveneens via het
PSTN/ISDN 130 (over 114) ofwel via het CATV netwerk 150 (over 113) verlopen ;
steeds afhankelijk van de configuratie en de functionaliteiten in de STB 115 aan de A-kant (terminal
110) en de B-kant (terminal 120). In een typische situatie kan de eerste verbinding (401/401'/401", 50215027502", 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met 702/702'/702" tesamen) via het PSTN/ISDN 130 (over 114) verlopen (voor de uitwisseling van een kleine hoeveelheid informatie) ; en kan de toegang tot het datanetwerk (402, 403, 501, 503, 601,
603, 701, 703) en de eigenlijke telefoonverbinding (404, 504, 604, 704) via het CATV netwerk 150 (over 113) tot stand komen (voor de transmissie van spraak en eventueel bijkomende data zoals b. v. fax, stilstaand beeld of bewegende videobeelden).
Maar alle andere configuraties zijn evenzeer mogelijk en implementeerbaar in de STB 115.
Voor een verdere verduidelijking, wordt hiema uitgelegd hoe de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding (zie Figuur 4) wordt gebruikt wanneer de eerste verbinding 401 (geen UUI of PMBS verondersteld), de toegang tot het datanetwerk 402 en
403 en de uiteindelijke telefoonverbinding 404 via een CATV netwerk 150 (over 112, 122) verlopen in plaats van het PSTN/1SDN 130.
De eerste verbinding 401 wordt opgezet van de terminal 110 van A (b. v een telefoontoestel, een computer of een TV-toestel) via het CATV netwerk 150 (over 113 (=112 hier)), en 'geschakeld naar B. De telefoonverbinding 401 kan geschakeld worden aan het CATV kopstation, en dan ofwel verder via het CATV netwerk 150 gerouteerd worden, ofwel door een gateway naar het PSTN/ISDN 130 geschakeld worden om B te berelken. De terminal
120 van B ontvangt de oproep, en de terminal 110 van A wordt genotificeerd door het retumkanaal.
Er is een handshaking protocol (zoals gewoonlijk gebruikt wordt bij het opzetten van een modemoproep over een analoge PSTN lijn), waarblj de terminals 110 en 120 de parameters van de verbinding 401 bepalen en vervolgens mformatie uitwisselen. Hierbij verzendt de terminal 110 van A de informatie naar de terminal 120 van B dat het een telefoonverbinding .
404 wil opzetten met de terminal 120 van B over het datanetwerk 140 De terminal 120 van
B ontvangt deze informatle, zendt een bevestiging (acknowledgement) terug naar de terminal 110 van A, en verbreekt de verbinding 401 (release) Daaropvolgend initieert de terminal 120 van B via het CATV netwerk 150 (over 113 (=122 her)) een verbinding 402 met zlJn server 142 (een lokale Intemet server of een server van het intranet of van het pnvaat netwerk) De terminal 110 van A initieert eveneens een verbinding 403 via het CATV netwerk
<Desc/Clms Page number 10>
met zijn server 141, na ontvangst van de bevestiging van de terminal 120 van 8. Van dan af, verloopt het opzetten van de telefoonverbinding 404 identiek zoals uitgelegd in de eerste realisatle van de methode van de huidige uitvinding.
The kostenaanrekening wordt in de methode van de huidige uitvinding verdeeld tussen A en
B, hoewel niet gelijk. In het normale geval wordt aan A de kost aangerekend voor de eerste verbinding 401 naar B over het CA TV netwerk 150, bepaald door de tarieven voor telefoonoproepen van de CATV operator. Deze verbinding 401 is kort aangezien er slechts een kleine hoeveelheid informatie moet uitgewisseld worden. De kost is daarom laag, en kan gebaseerd zijn op tariefeenheden of op een kostenaanrekening per seconde. Het tarief kan ook overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen. Een abonnement wordt betaald ddor A en B voor de toegang (113) tot het CATV netwerk 150 en mogelijk ook voor de STB 115.
Verder hebben beide A en B een soort van abonnement voor toegang (143,144) tot het datanetwerk 140, en worden er ook kosten aangerekend voor de verbindingen 402. 403 en het deel van verbinding 404 die via het CATV netwerk 150 verlopen. De tarieven voor een abonnement en voor de lokale oproep kunnen overeenkomstig het tijdstip van de dag en andere parameters verschillen.
Indien de eerste verbinding 401 wordt opgezet via het PSTN/ISDN 130, overeenkomstig de eerste realisatie van de methode van de huidige uitvinding, wordt het CATV netwerk 150 enkel gebruikt voor de verbindingen 402,403 en het deel van verbinding 404 met het datanetwerk 140. Hiervoor is een configuratie nodig zoals getoond in Figuur 9. De STB 115 dient daarbij verbonden te zijn (113, 114) met het CATV netwerk 150 en met het PSTN/ISDN
130 (mogelijk in parallel met andere apparatuur die met het PSTN/ISDN 130 verbonden -wordt, zoals b. v. fax of antwoordapparaat).
De verschillende realisaties van de methode van de huidige uitvinding kunnen gedeeltelijk of geheel ge mplementeerd worden in de STB 115. Indien het in zijn geheel in de STB 115 is geimplementeerd, is het voordeel dat er een gewoon PSTN of ISDN telefoontoestel kan gebruikt worden.
De STB 115 kan ook verbonden zijn met een terminal adapter (TA) die op zijn beurt met het
ISDN verbonden is, of een TA ingebouwd hebben. Indien de STB 115 gebruik kan maken van UUI of PMBS diensten van ISDN, kunnen de kosten voor de eerste verbinding (401'/401", 502'/502", 601 met 602'/602", 701 met 702'1702" tesamen) via het ISDN 'verminderd en bijna geannihileerd worden.
De uitvinding zoals uitgelegd in de eerste tot vierde realisaties kan met voordeel gebruikt worden voor langeafstands- en intemationale telefoonoproepen, waarbij de kosten aanzienlijk kunnen gereduceerd worden, tot een niveau van ongeveer twee lokale oproepen met dezelfde tijdsduur. Het wordt voordeliger naarmate de telefoonoproep langer duurt.
Om de methode van de huidige uitvinding meer aanvaardbaar te maken voor gebruikers, ,moet de tijd tussen het initi ren van de eerste verbinding (401/401'/401", 5021502'/502", 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met 702/702'/702"tesamen) en het opzetten van de uiteindelijke telefoonverbinding (404, 504, 604, 704) beperkt blijven tot een normale wachttijd. Wachttijden voor het initi ren van een telefoonverbinding (call setup) bij het PSTN kunnen vari ren van ongeveer 1. 5 tot 5 seconden voor langeafstandstelefoonoproepen, en van ongeveer 3 tot 15 seconden voor een internationale telefoonoproep.
Aangezien er bij de methode van de huidige uitvinding eerst een of meerdere verbindingen moeten worden opgezet, zijn zulke korte setuptijden niet mogelijk.
Maar anderszijds zijn de setuptijden voor telefoonoproepen via het Intemet, met behulp van de bestaande softwarepakketten, eveneens groter. En dan komt er nog het tijdverlies en de lastige procedure bij, waarblj men een B partij via het PSTN oproept om te zeggen dat men "een oproep naar hem wil maken over het Intemet", en vervolgens beide de PC aanzetten. een verbinding initi ren met het Internet (via een Intemet service provlder (ISP)), het htemettetefoon softwarepakket opstarten.
Dit karl in totaal tussen 1 en tot 5 minuten duren
<Desc/Clms Page number 11>
111 het algemeen zijn gebruikers, die geinteresseerd zijn in"budget"methodes om tclefoonoproepen te maken, bereid om een aantal andere nadelen erbij te nemen, zoals bewezen wordt door het succes van Intemettelefoon softwarepakketten. Het belangrijkste n. ldeel ; s inderdaad de langere setuptijd, en ook de lagere spraakkwaliteit (zoals o. a. tijdelijke -g < ; spreksonderbrekingen, of half duplex gesprek).
Met de methode van de huidige uitvinding moet het echter mogelijk zijn om de setuptijd tussen het initi ren van de eerste verbinding (401/401'/401", 502/502'/502". 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met 702J702'n02" leSamen) en het opzetten van de uiteindelijke telefoonverbinding (404,504, 604, 704) tot beneden de 30 seconden te brengen. hetgeen aanvaardbaar is voor de gebruiker. Wat de spraakkwafiteit betreft, kunnen de vocoding technieken en langere wachttijden in het datanetwerk (b. v. bij druk verkeer) leiden tot respectievelijk"metaalachtige"of unnatuunijke geluidseffecten en tot korte gespreksonderbrekingen.
Anderszijds hebben het gebruik van vocoding technieken en gespreksonderbrekingen bij GSM en andere mobiele standaarden geleid tot een betere aanvaarding van lagere spraakkwaliteit van telefoonverbindingen bij een groeiend aantal gebruikers die het hoedanook willen gebruiken omwille van andere voordelen (in het geval van GSM de tnobiliteit).
Daamaast hebben telefoneren met gebruikmaking van een kredietkaart (credit card calling), , telefoneren met gebruikmaking van een voorafbetaalde kaart (prepaid card calling), en gelijkaardige systemen geleid tot langere setuptijden tussen het initi ren van de eerste verbinding en het opzetten van de uiteindelijke telefoonverbinding, en verplichten de nebruiker daarenboven om een groter aantal nummers in te toetsen. Het voordeel in dit geval is b. v. geen nood om (vreemde) munten bij zich te hebben, of een discount te krijgen -op de telefoonrekening, enz..
In het algemeen worden dus meer en meer gebruikers gewoon aan meer complexe en/of lagere kwaliteitstelefoondiensten, en aanvaarden zij die indien er een ander aanzienlijk voordeel tegenover staat. In het geval van de methode van de huidige uitvinding is dat een financieel voordeel.
EMI11.1
I
Wat het station of de terminal 110 en/of 120 betreft, zijn er talrijke mogelijkheden, waarvan er reeds een aantal zijn vermeld bij het uitleggen van de verschillende realisaties van de methode van de huidige uitvinding hierboven. De minimumvereiste voor zulke terminal 110 en/of 120 is een terminal die tenminste vermeide eerste verbind : ng (401/401'/401",
5021502'/502", 601 met 6021602'/602" tesamen, 701 met 702/702'/702" tesamen) kan initi ren om informatie uit te wisselen dat er een telefoonverbinding zal worden opgezet ; en een uiteindelijke telefoonverbinding (404, 504, 604, 704) over het datanetwerk.
Zulke terminal 110 en/of 120 kan in werkelijkheid uit een of meerdere stukken apparatuur bestaan (b. v. een deel voor de gebruiker en een ander deel voor de toegang tot het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150), of een onderdeel zijn van een groter geheel met meerdere andere functionalitelten (b. v. een PC), of gedeeltelijk uit apparatuur bestaan die ook voor andere doeleinden gebruikt wordt (b. v. een STB 115 met TV-toestel 116 eraan verbonden).
In een typische configuratie kan een computer (PC of werkstation) gebruikt worden als terminal, uitgerust met microfoon en luidspreker, en verbonden via een input/output poort (1/0 port) met een modern. Die modern heeft toegang tot het PSTN (mogelijk in parallel met andere apparatuur die met het PSTN verbonden wordt, zoals b. v. fax of telefoontoestel). Een softwarepakket kan met behulp van de modern verbindingen opzetten over het PSTN.
De
Computer kan ook uitgerust zijn met een TA (die toegang heeft tot het PSTN), of met een ISDN kaart (die toegang heeft tot het ISDN)
Uiteraard zijn ook draagbare computers, zoals b. v zogenaamde laptops, notebooks, palmtops of organizers bruikbaar, uitgerust met b. v een modern (in een typisch geval met gebruikmaking van de PCMCIA standaard) can be used. Dit betekent det de methode van de huldige ultvtnding ook In moblele stations of terminals kan gebruikt worden.
De toegang gebeurt dan tot een moblef telefoonnetwerk overeenkomstig een digitale moblele standaard. zoals b v GSM (Global System for Mobile Communications), DCS-1800 (Digital Cellular
System at 1800 MHz) of DECT (Digital Enhanced Cordless Telephone), of overeenkomstlg een analoge mobiele standaard. zoals b v CT-2 (Cordless telefoon 2), NMT-450, NMT-900
<Desc/Clms Page number 12>
of de Amenkaanse CDMA standaard (Code Division Multiple Access). In het geval van modeme digitale mobiele netwerken is het mogelijk dat speciale datadiensten moeten gebruikt worden om data uit wisselen, omwille van de gebruikte vocoding technieken op de normale spraakkanelen van die mobiele netwerken (er wordt daarbij geen pulse coded - modulation (PCM) met A-Iaw of mu-law gebruikt).
In een andere configuratie kan een geïntegreerde of dedicated station of terminal 110 en/of 120 gebruikt worden die de middelen heeft om de noodzakelijke verbindingen te initiëren en op te zetten. Daartoe moet hij uiteraard uitgerust zijn met microfoon en luidspreker. Het kan b. v. een videofoon zijn, die in feite bedoeld is om een videofoonoproep over ISDN of een breedbandnetwerk uit te voeren.
Het station of de terminal 110 en/of 120 kan ook een type dataterminal zijn die normaal gebruikt wordt voor een of andere datatoepassing, aangepast voor de methode van de huidige uitvinding. Voorbeelden van zulke stations of terminals zijn de dataterminals verbonden met een X. 25 netwerk (zoals b. v het"Mimtel"systeem in Frankrijk), of de datatermmals die gebruikt worden in mamframetoepassingen.
Eveneens zogenaamde personal digital assistants (PDA's genoemd) of electronische organizers, zoals b. v. de "Newton" (Apple) of de "Communicator" (Nokia) kunnen uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding.
Er bestaan ook speciale telefoontoestellen (soms uitgerust met een klein LCD-scherm), die gebruikt worden voor datatoepassingen. Zij zetten een verbinding op via het PSTN/ISDN naar een toegangspunt tot het X. 25, een gebruiken een gespecialiseerd protocol voor hun datatoepassing (dit type van datatelefoon wordt b. v. in Belgie"Intermezzo"of"Smartphone" genoemd). Ook gewone telefoontoestellen, sekretaresse-telefoons (die vaak bijkomende functionaliteiten hebben) of geintegreerde PBX-telefoontoestellen (zoals vaak in kleine bedrijven gebruikt wordt) kunnen uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding.
Nog een andere mogelijkheid is om als station of terminal 110 en/of 120 de zogenaamde "Network Computer'of"NC'die geconcipieerd is door Oracle in de USA, en die heel wat publiciteit heeft genoten in recente jaren (evenals zijn tegenhangers, de'NetPC" van Microsoft en iBM's"Network Station"). Deze Network Computer (of NetPC of Network Station) is bedoeld als een dedicated station of terminal voor eenvoudige en snelle toegang lot en surfen op het Internet, zonder veel van de kosten en zonder veel van de functionaliteiten van een volledig uitgeruste PC. Zulk een station of termnal is normaal uitgerust met een snelle processor en netwerkinterfacekaart, om snel en efficient allerlei toepassingen van het Intemet te kunnen downloaden en uit te voeren.
Deze toepassingen zijn meer en meer multimediatoepassingen, en daardoor wordt de Network Computer (of NetPC of Network Station) tegenwoordig ook vaak uitgerust met microfoon en luidspreker De Network Computer (of NetPC of Network Station) kan bijgevolg relatief eenvoudig uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding.
Een gelijkaardig type terminal is de X-terminal voor de Unix client-server architectuur of de Windows NT terminal voor Microsoft's client-server architecture (zij worden soms"domme terminals" genoemd). Inderdaad, ook een X-terminal en een Windows NT terminal kunnen op gelijkaardige wijze uitgerust en aangepast worden voor de methode van de huidige uitvinding Aanpassing voor de methode van de huidige uitvinding voor alle hierboven vermelde terminals gebeurt op een gepaste wijze. Een mogelijkheid is om een softwarepakket te installeren op een Network Computer (of NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-terminal).
Hierbij moet de Network Computer (or NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-terminal) o a. worden voorzlen van het noodzakelijke computergeheugen (om het softwarepakket op te slaan) Deze toepassing komt misschien net helemaal overeen met het oorspronkelijke concept van de Network Computer (of NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-temunai).
De Network Computer zou b v al zijn benodigde software rechtstreeks van het tntemet downloaden Er is daarom een andere mogelijkheld, namelijk dat de Network Computer (of NetPC of Network Station of Windows NT terminal van X-terminal) automatisch een verbinding maakt met het intemet. de benodigde software downloadet en vervolgens uitvoert Van dan af
<Desc/Clms Page number 13>
verloopt de methode zoals uitgelegd in de reatisaties van de methode van de huidige wtvinding hierboven beschreven.
Het softwarepakket dat gebruikt wordt in het geval de terminal 110 en/of 120 een computer - (PC of workstation), of een Network Computer of NetPC of Network Station is, kan ingebed of geintegreerd zijn in een zogenaamd bladerprogramma (browser), zoals b. "Navigator" (Netscape) of "Explorer" (Microsoft), of eventueel ingebed of geïntegreerd zijn in een
EMI13.1
besturingssysteem (operating system (OS)), Windows95 (Microsoft), MacOS (Apple) of OS/2 (ism).
In zulke terminals 110 en/of 120 (en/of in het softwarepakket in de terminal 110 120) kunnen ook bepaalde parameters (zoals b. v. vermelde timer, het telefoonnummer om toegang te krijgen tot het datanetwerk 140, toegangscode of PIN code, enz. ) configureerbaar gestockeerd zijn, zodat zij door de gebruiker A of 8 kunnen aangepast worden naar zijn wensen.
Welk station of terminal 110 en/of 120 ook gebruikt wordt om de methode van de huidige uitvinding te implementeren, het is noodzakelijk dat de terminal 120 van partij B onmiddellijk klaarstaat en responsief is om een inkomende verbinding om data uit te wisselen, aan te , nemen. Dit is het geval wanneer het station of de terminal 120 aangeschakeld is. Maar een PC, een draagbare computer of een Network Computer (of NetPC of Network Station of
Windows NT terminal van X-terminal) is vaak of meestal uitgeschakeld wanneer hij niet door de gebruiker op dat ogenblik gebruikt wordt. Een oplossing is uiteraard om de terminal 120 permanent aangeschakeld te laten, zodat hij steeds klaarstaat om een inkomende verbinding om informatie uit te wisselen of om een inkomende telefoonverbinding aan te nemen.
Maar dit veronderstelt in de huidige situatie een grondige mentaliteltsverandenng voor vele gebruikers. Een andere oplossing is dat de terminal, of tenminste een onderdeel ervan, een actief-standby toestand of slaaptoestand (sleeping mode) of energiebesparende toestand (energy saving mode) heeft, waarin de meeste functies zijn uitgeschakeld maar waarbij de , terminal 120 echter wel blijft klaarstaan voor vermelde inkomende verbinding. Zulk onderdeel kan ingebouwd zitten in de terminal 120 (b. v. in een PC, in een modern of in een
STB) of een apart extra onderdeel zijn dat aan de terminal 120 is toegevoegd (b. v. een apart apparaatje dat tussen een modem en een PC wordt geschakeld).
Het station of de terminal 110 (als A partij) zou ook de functionaliteit moeten hebben om een gewone telefoonverbinding te maken, zonder gebruik te maken van de methode van de huidige uitvinding. Dit tenminste voor lokale telefoonoproepen, waarvoor de methode van de huidige uitvinding niet voordelig is. En eveneens voor lageafstands-en internationale telefoonoproepen waarbij de methode van de huige uitvinding bij voorkeur niet gebruikt wordt, zoals b. v. voor belangrijke telefoongesprekken, naar 8 partijen die geen station of terminal overeenkomstig de huidige uitvinding hebben, of voor een andere reden.
Daarvoor kan het station of terminal 110 en/of 120 uitgerust worden met een middel (b. v. een druktoets) om een "budget call mode" in te stellen. Wanneer de "budget call mode" geactiveerd is, worden de telefoonverbindingen opgezet en/of ontvangen overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding. Zulk middel hoeft geen extra druktoets op de terminal
110 en/of 120 te zijn, maar kan evenzeer geprogrammeerd zijn achter een of een combinatie van bestaande druktoetsen (men kan het vergelijken met een toegangscode of persoonlijk identificatienummer (personal identification number (PIN)) code).
Deze"budget caf) mode"kan b. v. geactiveerd blijven voor enkel de emavolgende oproep, of aangezet blijven (toggle"on") zodat alle emavolgende oproepen opgezet worden overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding totdat zij afgezet wordt (toggle "off').
Dus wanneer een partij A een telefoonverbinding overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding wil opzetten, moet deze "budget call mode" geactiveerd zljn, en wanneer z'j een gewone telefoonverbinding wil opzetten moet de "budget call mode" gedesactiveerd zijn.
Anderszijds. wanneer het station of de terminal 120 (als 8 partlj) een telefoonver-binding moet ontvangen, is het belangnjk dat het zowel gewone oproepen als oproepen volgens de methode van de hu) d) ge uitvtnding kan ontvangen Daartoe moet hij een onderschefd kunnen maken tussen belde types oproepen Dit kan als volgt gebeuren Wanneer de "budget call
<Desc/Clms Page number 14>
5mode"gedesactiveerd is, zal de terminal 120 alle oproepen als gewone oproepen ontvangen.
Oproepen overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding zullen mislukken. Wanneer de "budget call mode" geactiveerd is, moet de terminal 120 checken of de inkomende oproep een gewone oproep is of een oproep overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding.
'Dit kan b v. gebeuren door te checken in de terminal 120 van B of er data wordt verzonden onmiddellijk nadat de verbinding is opgezet (of indien er data wordt verzonden in een UUI of
PMBS bencht). Als dat het geval is, dan kan de terminai 120 de oproep aanvaarden overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding Als bijkomende functionaliteit kan de terminal 120 van B een luisterboodschap (announcement) afspelen aan de B partij, met de boodschap dat er een telefoonverbinding overereenkomstig de methode methode van de huidige uitvinding wordt ontvangen (hetgeen b. v. ongeveer 30 seconden kan duren), en dat het gesprekskannaal zodadelijk zal worden opgezet.
(Dezelfde functionaliteit kan in terminal
110 van partij A zitten, met de boodschap dat er een telefoonverbinding overereenkomstig de methode methode van de huidige uitvinding wordt opgezet.) -Indien er geen data wordt verzonden onmiddellijk nadat de verbinding is opgezet (en in de plaats daarvan mogelijk spraak wordt gedetecteerd), dan kan de terminal 120 de oproep aanvaarden als een gewone oproep.
Omdat bij de methode van de huidige uitvinding een gedeelte van de kosten van de telefoonverbinding aangerekend worden aan de B partij is het belangrijk dat de B partij controle heeft over de inkomende telefoonverbindingen overeekomstig de methode van de huidige uitvinding. Dit kan b. v. gebeuren door gebruikmaking van een electronische adreslijst of adresboek, of door gebruikmaking van een soort van toegangscode of PIN code.
In zulke adreslijst kan een B partij de identificaties stockeren van de A partijen die de toelating hebben om een telefoonverbinding met hem op te zetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding.
Deze identificatie kan de volledige naam zijn, een bijnaam, een PSTN/ISDN nummer, een emailadres, of een ander soort identificatie, die door de terminal 120 van B kan gecheckt worden tegen de data die wordt uitgewisseld tijdens de eerste verbinding tussen de A en B terminals, of tegen de identificatie van de lijn (calling line identity (CLI)) van de A terminal
110 (indien dit doorgegeven wordt door het PSTN/ISDN 130 of CATV netwerk 150).
Als altematieve mogelijkheid, kan de partij B een toegangscode of PIN code uitdelen aan de
A partijen van zijn keuze. Alleen deze A partijen kunnen dan een telefoonverbinding met hem opzetten overeenkomstig de methode van de huidige uitvinding, aangezien deze toegangscode of PIN code moet opgegeven worden bij het uitwisselen van data tijdens de eerste verbinding.
Aangezien het spraakkanaal van de telefoonverbinding over het datanetwerk 140 wordt geleid, IS het geencodeerd in datapakketten. Deze codering kan gebeuren met gebruikmaking van PCM overeenkomstig de A-Iaw of mu-law, maar dan is er een kanaal nodig van 64 kbps om spraak over te zenden in elke richting, en dit moet in real-time gebeuren over het datanetwerk. Daarom is het verkiesbaar om de spraak te encoderen met gebruikmaking van een digitale coderingsstandaard met lage bitrate, zoals b. v. adaptive - differential PCM (ADPCM) of GSM, of andere vocodertechnieken, zoals b. v. linear predictive coding (LPC) of code excited linear prediction (CELP).
Indien de spraak kan verzonden en ontvangen worden worden in quasi real-time (ttz. met een vertragingstijd van 0. 2 tot 0 3 seconden) in een coderingsstandaard met lage bitrate, en er blijft voldoende bandbreedte beschikbaar, dan kan er naast het spraakkanaal ook andere bijkomende data mee verzonden wordenen (eventueel ook in gecomprimeerd formaat) tussen A en B, zoals b. v. fax, stilstaand beeld of bewegende videobeelden.
Tenslotte IS het belangnjk om in te zien dat de verschillende beschreven stations of terminals kunnen gebrulkt worden onafhankelijk van de verschillende realisaties van de methode van de huidige uitvinding, en dat de partijen A en B niet noodzakelijk hetzelfde type van terminal
110 resp 120 hoeven te hebben Bij voorbeeld, een abonnee van een CATV netwerk kan de
<Desc/Clms Page number 15>
methode van de huidige uitvinding gebruiken om een telefoonverbinding te maken naar een gewone PSTN abonnee die over een Network Computer beschikt en vice versa.
Als ander voorbeeld, kan een mobiele abonnee met een laptop computer de methode van de huidige uitvinding gebruiken om een telefoonverbinding te maken naar een gewone PSTN - abonnee die over een PC beschikt.
Of nog, een gebruiker met een dataterminal kan de methode van de huidige uitvinding gebruiken om een telefoonverbinding te maken naar een gebruiker die toegang heeft tot het PSTN/ISDN (voor de eerste verbinding) en tot het CATV netwerk (voor de uiteindelijke telefoonverbinding over het datanetwerk). Zoals duidelijk wordt, zijn allerlei gelijkaardige combinaties voor A en B partijen mogelijk, onafhankelijk van de methode van de huidige uitvinding. Deze combinaties zijn eenvoudig afleidbaar, voor een persoon uit het vakgebled, vanuit de beschrijving van de methode van de huidige uitvinding hierboven, en zijn daarom een integraal deel van en behoren tot de methode van de huidige uitvinding.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
lw DESCRIPTION METHOD FOR ESTABLISHING A TELEPHONE CONNECTION USING A DATA NETWORK.
FIELD OF APPLICATION OF THE INVENTION The present invention generally belongs to the field of telecommunications. More specifically, the present invention relates to a method of establishing a telephone connection between stations using a data network.
TECHNICAL BACKGROUND OF THE INVENTION
For a long time, telephone connections have been routed exclusively through public switched telephone networks (PSTNs) of the national telephone operators. Since the emergence of data networks since the 1970s, and the popularity of personal computers (PCs) since the 1980s, all kinds of information can now be exchanged from one station to another via a data network. This has been developed for services such as electronic mail (email), electronic messaging (electronic messaging), data transmission, file transfer (eg FTP), etc.
The data networks are often based on packet-switched techniques. The data is then put into small packets, which are not sent immediately, ie. not in "real-time", but instead "stored and forwarded" ("stored and forwarded") by several nodes of the data network. As a result, data packets sent via this technique may arrive immediately or may take several minutes to arrive, and the order of arrival is not guaranteed.
If the data network is based on a virtual circuit technique, it just means that the packets will arrive in the correct order. But also in this case packets are delayed depending on the besting on the network, parameters in the nodes, etc.
However, if the data network can be set up in such a way that the time delay of packets can be limited to a certain time, b. v. 0.2 to 0.3 seconds, it becomes capable of transmitting real-time information over that network, especially for telephone traffic. Making phone calls over the data network, and especially through the Intemet, has been a hot topic in recent years. Several software companies, b. v. VocalTec, Third Planet Publishing, NetSpeak or Quarterdeck, have marketed software packages for use on personal computers that allow users to make phone calls to each other via the Intemet or via an intranet set up on a private network.
These software packages work well and the time delay is acceptable, especially compared to satellite telephony where the time delays can be up to 0.5 seconds.
The quality of the communication depends on the compression technique used (e.g. 16 kbps ADPCM or vocoding techniques with speeds up to 3.2 kbps), and may change during the day, or when a high traffic load is detected. The generally lower quality of Internet telephony due to time delays and compression techniques will undoubtedly improve in the coming years as the available bandwidth is increased, the Internet phone software packages become more sophisticated (ie with better algorithms) and the vocoding techniques themselves improve. Today it seems that Internet telephony can be used and marketed primarily as "cheap international" and "cheap long distance" telephone services.
> Another and more important drawback of the technology is that telephone calls can only be made between users who are currently logged on to the Internet, or to the intranet of a private network. It is not possible to make a call to a normal telephone, nor to a computer that is turned off or is not online at the time of the call attempt.
This problem has already been studied and a solution given in patent application no
W097 / 16916, is that the operator of the pnvaat network makes the last connectle of the call, ie. from a node near the terminal to the terminal This means that the operator of the private network actually pays the local call to the PSTN / ISDN or CATV (cable television) operator, at his own expense. This cost can be charged to
<Desc / Clms Page number 2>
the train station, or a fixed amount (fiat fee) or a subscription can be charged to cover these costs.
The method of the present invention avoids the problem of the called party not being online by first establishing a connection to inform the called party that a calling party wishes to make a call, and by allowing the called party the opportunity to be online to come and then accept the call via the data network.
SUMMARY OF THE INVENTION In accordance with the present invention, a method of initiating and establishing a telephone connection between stations using a data network is explained. The present invention allows anyone connected to the PSTN / ISDN or CA TV (cable television) network to make a telephone call to anyone else connected to the PSTN / ISDN or CA TV network using a data network such as the Internet, a private network, a VPN or an intranet. This for the price of approximately twice a local call, which, depending on the realization of the present invention, is divided between the calling and called parties.
In an example of a realization of the invention, the terminal sets up a first connection to the terminal via the PSTN / ISDN or CATV network, and after being connected to the terminal, it commands the terminal to connect to the data network to make. This first connection is broken by the terminal, which establishes a new connection to the data network. The station now also automatically establishes a connection to the data network after receiving the release message from the terminal.
After the connection has been established, using the techniques of the existing software packages, the terminal will initiate a telephone call to the terminal via a data network, and find the waiting terminal online, ready to accept a telephone connection.
Other realizations, objects, features and advantages of the present invention described in this summary will be further explained and more clearly understood when taken together with the detailed description and figures below.
BRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES Figure 1 is a block diagram of a telephone connection using the PSTN / ISDN (TECHNICAL BACKGROUND).
Figure 2 is a block diagram of a telephone connection via a data network (TECHNICAL BACKGROUND).
Figure 3 is a block diagram of a telephone connection via a private data network (TECHNICAL BACKGROUND).
Figure 4 is a block diagram of a telephone connection using the first realization of the method of the present invention.
Figure 5 is a block diagram of a telephone connection using the second realization of the method of the present invention.
Figure 6 is a block diagram of a telephone connection using the third realization of the method of the present invention.
Figure 7 is a block diagram of a telephone connection using the fourth realization of the method of the present invention. Figure 8 IS a block diagram of a station In the case of a connection to the CATV network.
<Desc / Clms Page number 3>
Figure 9 is a block diagram of a station in the case of connections to both the PSTNIISDN and the CATV network.
DETAILED DESCRIPTION OF THE ACHIEVEMENTS In Figure 1, a block diagram shows a regular telephone connection 104 according to the technical background, using the known public switched telephone network (PSTN) or the integrated services digital network (ISDN) 130. A telephone connection of this type is set up as follows. A calling party A (terminal 110) dials the PSTN / ISDN number of the called party 8 (terminal 120), and is directly connected via the PSTNIISDN 130. Normally, the called party is charged according to the duration and geographical distance of the call (other charging principles exist and are used for a variety of purposes, but are not relevant to the present invention).
Figure 2 is a block diagram of a telephone connection 204 conducted over a data network 140. This method is also part of the technical background. The data network 140 can be any data network based on standards such as b. v TCP / IP, X.25, ATM, frame relay, Ethemet or Token Ring. The type of network and the underlying protocols are not relevant to this technical background or to the present invention.
A software package in terminal 110 or 120 of A resp. B that allows users to make telephone calls over a data network is an application that uses the data network and its transmission protocol to establish a telephone connection 204. In ISO terminology, such software package includes at least the application layer and possibly also the session and presentation layers. It provides a user interface for the calling and called parties, which today is usually a graphical user interface (such as e.g.
Windows 3.x, Windows95, OS / 2, Macintosh). Furthermore, it includes a means of accepting data from the user, such as the number of the party to be called, and a means of addressing the connection port of the terminal 110 or 120 (such as e.g. of the PC or workstation). It usually also includes a means of maintaining an electronic address list of frequently called numbers, usually referred to as an electronic address book (or address book for short); and visual and auditory means to input and output speech. It may also include an additional means to check or track the status and progress of a call, such as b. v. an activation bar or a graph, and certain sounds or beeps.
Other functionalities can be added to the software package to make it more attractive and attractive to the users.
The telephone connection 204 with such software package is usually set up as follows. A calling party 110 provides the software package with an identification of a party B (terminal 120) to be called via the data network 140. This identification may be the full name of party B, its nickname, B's according to PSTN / ISDN number (with for the purpose of not remembering any other identifier for 8 except his PSTNI / SDN number), B's email address, or any other type of identifier. A list of correspondent identifications can be stored in an electronic address book, which simplifies the process of establishing a connection.
The software package establishes a connection 201 to the server 141 in the data network 140 (if not already set up for other applications), and provides the identification information. The server 141 checks whether party B is online, b. v by checking a database. Such database may reside in server location 141 or 142, and be updated at regular intervals with information about online users of other servers. On the other hand, such a database may be centrally located in the data network 140. where a request (query) can be sent.
If party B is indeed online (via connection 202), a "setup request" can be sent to the server of 8 142. This server continues to send this to 8. As with a normal PSTN / ISDN call, B can answer or ignore the incoming call. If party B is not online at that time. a notification is sent back from the server 141 or 142 to the software package In the terminal 110 of A, which then passes this on to the user. The costs are divided between A and 8. In the normal case, parties A and B called have a kind of subscription for access to the data network 140,
and
<Desc / Clms Page number 4>
EMI4.1
fees are also charged for the connection from the terminal 110 or 120 on which the software package runs to the server 141 or 142 of the data network 140. This connection is usually a local PSTN / ISDN call 201 or 202 The rates for a subscription and for the local call may differ according to time of day and other parameters.
Figure 3 IS a block diagram of a telephone connection 304 routed over a private data network 160. This method is very similar to the method explained above and also belongs to the technical background. The private data network 160 can be based on standards such as b. ATM, frame relay, Ethemet or Token Ring. Typically, such private data network 160 is a corporate network with international branches using the TCP / IP is the protocol used in the Internet, but equally suitable for so-called intranets or corporate private networks. The type of network and the protocols under consideration are not relevant to this technical background or the present invention.
The software package in this case may be the same or a similar software package as the one described above.
The telephone connection 304 is usually set up as follows. A calling party A provides the software package in terminal 110 with an identification of a party B (terminal 120) to be called via the private data network 160. This identification may be the full name of party B, its nickname, B's in accordance with PSTN / ISDN number (with the exception that you must remember no other identification for B except his PSTN / ISDN number), B's email address, or any other type of identification. A list of correspondents' identifications can be stored in an electronic address book, which simplifies the process of establishing a connection.
The software package establishes a connection 301 to the local server 141, and provides the identification information. The server 141 checks whether to check party B online database. Such database may reside in server location 141 or 142, and be updated at regular intervals with information about online users of other servers. On the other hand, such a database can be centrally located in the data network 160, where a request (query) can be sent. If party B is indeed online (via connection 302), a B server 142 may be sent.
This server will forward this to B. As with a regular PSTNlISDN call, B can answer or ignore the incoming call. If party B is not online at that time, a notification is sent back from the server 141 or 142 to the software package in the A 110 terminal, which then to the user normally no additional charges are made for the connection 303 and the connection part 304 that runs over the private network 160. (Although costs can be charged between servers 141 and 142 based on connection time, number of packets sent, time of day, etc. with internal costing as 1n. Figure 4 explains the first realization of the method of the present invention.
Figure 4 shows a block diagram of a telephone connection 404 set up over a data network 140 by first using a connection 401 over the PSTN / ISDN 130 or CATV 150. As described in the technical background, the data network 140 may be any data network, based on standards such as b.
X. 25. ATM, frame relay, Ethemet or Token Ring. Typically, this data network can be the global Internet, or a private network, or a combination of both. Different parts of the data network may use different transmission protocols with gateway or bridge functions in between. The type of network and the following protocols z1) for the present invention.
In this first realization, the method of the present invention includes establishing a telephone connection 404 as A calling party A gives to its station or terminal 110 an identification of a party B (terminal 120) to be called. This identification can be the full name of partl) B, his name. B's in accordance with PSTN / ISDN number (with the aim that one should not withhold any other identification for B.
<Desc / Clms Page number 5>
v. TCP / IP, X.25, except its PSTN / ISDN number), B's email address, or other type of identification. A list of correspondent identifications can be stored in an electronic address book, which simplifies the process of establishing a connection.
The terminal 110 establishes a connection to the terminal 120 of B over the PSTN / ISDN 130 or CATV network 150. The terminal 120 of B accepts the call, and the terminal 110 of
A is notified by the PSTN / ISDN 130 or CATV network 150. There is a handshaking protocol (as is usually used when setting up a modem call over an analog PSTN line), terminals 110 and 120 determining the parameters of connection 401. and then exchange information. Here, the terminal 110 of A sends the information to the terminal 120 of B that it wants to set up a telephone connection 404 with the terminal 120 of 8 over the data network 140.
The terminal 120 of B receives this information, sends an acknowledgment (acknowledgment) back to the terminal 110 of A. and disconnects the connection 401 (release). Subsequently, the terminal 120 of B initiates a connection 402 with its server 142 (a local Internet server or an intranet or private network server). Terminal 110 of A also initiates a connection 403 to its server 141, upon receipt of acknowledgment from terminal 120 of B.
The server 141 of the terminal 110 of A checks whether B has already come online (via connection 402), b. v. by checking a database. Such database can be located in the server location 141 or
142, and be updated at regular intervals with information about online users of other servers. On the other hand, such a database can be centrally located in the data network 140, where a request (query) can be sent. If B is already online, a "setup request" can be sent immediately to B's server 142.
If B has not yet come online, the terminat 110 of A is notified. A timing means in the terminal 110 of A or in a server 141 or 142 of the data network 140, b. v. a simple timer, can be used to check whether B has come online within a certain time interval or not. When B is online, a "setup request" can be sent to B. As with a regular PSTN / ISDN call, B can accept the incoming call
404 answer or ignore. If B has not come online within a set time interval, the call attempt 404 is canceled. If the timer is in a server 141 or
142 of the data network 140, an error notification is sent to the terminal
110 of A.
Depending on its settings, the terminal 110 of A may make one or more new attempts to establish a connection 404, or abandon the call attempt and notify the user.
Additionally, the terminal 110 of A can also be configured to set up a new call 405 to the terminal 120 of B over the PSTN / ISDN 130 or CATV network 150, which basically amounts to setting up a regular call. Obviously, in this case, the call is not made over the data network 140 and there is therefore no cost advantage (on the contrary, there are the additional costs of the calls made)
In addition, there is a relatively long waiting time (due to the connection time and the time interval at which the timer is set) before a telephone connection 405 to B is established. On the other hand, however, this additional configuration may be of interest when it is more important that a connection be set up than a cost benefit.
This additional functionality can of course also be used in the further realizations explained below (connections 505, 605 and 705, respectively).
The costing in this first realization of the method of the present invention is divided between A and B, although not equal. Normally, A is charged the cost of the first connection to B. This connection 401 is briefly provided that only a small amount of information is to be exchanged. The cost is therefore low, and can be based on tanef units or per second charge.
The rate may also vary according to the time of day and other parameters.
In addition, A and B have some sort of subscription for accessing the data network "140. And charges are also made for connections 402 and 403 and parts of connection 404, between terminal 110 and server 141, and between terminal 120 and server
142. These connections are usually local PSTN / ISDN or CATV network calls. The subscription and local call times can vary according to the time of day and other parameters
EMI5.1
?
<Desc / Clms Page number 6>
There are possibilities to optimize the method of the present invention.
First, to reduce the time to set up the final telephone connection 404, the terminal 110 of A may already initiate a connection 403 with its local server 141 before having received confirmation from the terminal 120 from B, or even already at the same time as setting up the first connection 401 to B over the PSTN / ISDN 130 or CATV network 150. This is possible if the terminal 110 of A has more than one simultaneous connection (namely 401 and 403) with the PSTN / ISDN 130 or CATV network 150 can make, b. v. if A is connected (112) via a basic rate access (BRA) to the ISDN, or if A is connected (see Figure 9: 113, 114) to the PSTN / ISDN 130 and to the CATV network 150.
Second, the cost of the first connection 401 over the PSTN / ISDN 130 or CATV network 150 from A to B can be reduced and almost canceled if A and B are both connected (112, 122) via ISDN lines (BRA or PRA access) and use ISDN's user-to-user information service (UUI). In that case there will be no real connection. 401 from A to B, with a handshaking procedure and exchange of information such as an analog line. Instead, the information will be sent by the terminal 110 of A in a call setup signaling message 401 '(via the UUS1 option). This signaling message is received by the terminal 120 of B, which immediately terminates the call attempt. UUI is limited to a small amount of bytes (on the order of maximum 128 bytes, which can be further limited by the network operator).
Depending on the network operator, this UUI service may or may not already be implemented, and the charging can range from free to a fraction of a tariff unit.
As an alternative. this information can also be sent by the terminal 110 of A, instead of setting up a real connection 401, in a packet mode bearer service (PMBS) message 401 "from ISDN, and thus received by the terminal 120 from B .
In a second realization of the method of the present invention, shown in Figure 5, the first connection 501 is from the terminal 110 from A to the data network 140. In this second realization, the telephone connection 504 is set up as follows. The terminal 110 of A initiates a connection 501 to its local server 141 of the data network 140. The server 141 checks whether B happens to be online at that time (via connection 503), b. v. by checking a database (as above). If B happens to be online, a "setup request" can be sent to B immediately.
In the other case, if B is not online (which is the most likely case), the? terminai 110 of A a PSTN / tSDN or CATV network connection 502 to terminal 120 of B. But if A and B are both connected (112, 122) via an ISDN line (BRA or PRA access) and the user-to-user information service ( UUI) of ISDN, the terminal 110 of A can send a UUS1 signaling message 502 to the terminal 120 of B, which receives it and disconnects the call attempt. In this case no real connection 502 from A to B is established, with a handshaking procedure and exchange of information such as an analog line.
Alternatively, this information may also be sent by the terminai 110 of A in a packet mode bearer service (PMBS) message 502 "from ISDN, and thus received by the terminal 120 from B.
EMI6.1
The terminal 120 of B receives the information from the terminal 110 of A via a PSTN / ISDN or via a UUI or PMBS message (502'or or CA TV network connection 502.502 "), and initiates a connection 503 with its local server 142 of the data network 140
A timing means in the terminal 110 of A or in a server 141 or 142 of the data network ri40, e.g. a simple timer, can be used to check whether B has come online within a certain time interval or not If B IS online,
a "setup request" can be sent to B.
If now In each of the called cases (B was already online or not) a "setup request" has been received by the terminal 120 an B. can it answer the incoming call 504 or
<Desc / Clms Page number 7>
ignore. If B has not come online within a set time interval, the call attempt is canceled. If the timer is in a server 141 or 142 of the data network 140, an error message is sent to the term template 110 of A. The terminal 110 of A may, depending on its settings, make one or more new attempts to establish a connection 504. or take the call attempt and inform the user.
There is another option to notify the terminal 120 of B that it is a connection
603 must set up with its local server 142 to receive a telephone call 604 through the data network 140. This third realization of the method of the present invention is shown in Figure 6. Instead of setting up the first connection (see 401) over the PSTNIISDN 130 or CATV network 150, it can be set up (601 with. 6021602 '/ 602 "together" gratuitous requirement about the data network 140 itself. In this third realization, the telephone connection 604 is set up as follows. The terminal 110 of A initiates a connection 601 with its local server 141 of the data network 140. The server 141 checks whether
B happens to be online at that time (via connection 603), b. v. by checking a database (as above).
If B happens to be online, a "setup request" can be sent to B immediately.
Otherwise, if B is not online (which is most likely), the server 142 of the terminal 120 of B initiates from the data network 140 a PSTN / tSDN or CATV network connection 602 to the terminal 120 of B ( and the operator of the data network 140 bears the cost thereof as previously described in the technical background.
But if B is connected (144) via an ISDN line (BRA or PRA access) and can use the user-to-user information service (UUI) of ISDN, then the server 142 of the terminal of
B send a UUS1 signaling message 602 to the terminal 120 of B, which receives it and breaks the call attempt. In this case no real connection 602 is established, with a handshaking procedure and exchange of information such as an analog line.
Alternatively, this information may also pass through the server 142 of the terminal
120 of B are sent in a packet mode bearer service (PMBS) message 602 "from
ISDN, and so received by the terminal 120 from B.
If the costs for the UUI or PMBS services are low (compared to a regular PSTN / tSDN or CATV network connection), the operator of the data network 140 can offer this option to its users and the costs in the subscription for accessing the settle data network. Or he can cover these costs by b. v. Offer publicity to telephone call users over the data network.
The terminal 120 of B receives the information via a real connection 602 or a UUI or
PMBS message (602'or 602 "), and initiates a connection 603 to its local server 142 of the data network 140. A timing means in the terminal 110 of A or in a server 141 or 142
EMI7.1
of the data network 140, b. a simple timer, can be used to check whether B is online within a certain time interval or not. If B is online, a v.request "can be sent to B.
Now, in either case (B was already online or not) received a "setup request" by the terminal 120 from Bis, it can answer or ignore the incoming call 604. If B has not come online within a set time interval, the call attempt is canceled. If the timer is in a server 141 or 142 of the data network 140, an error notification is sent to the terminal 110 of A.
The terminal 110 of A may, depending on its settings, make one or more retries to establish a connection 604, or give up the call attempt and notify the user
The advantage of this third realisatle over the first and second realizations of the method of the present invention IS that a first connection from A to B over the PSTN / ISDN or CATV network (via a real connection 401 or 502, or via a UUI or PMBS bencht 401 ', 401 ", 502" or 502 ") is avoided The exchange of information takes place
<Desc / Clms Page number 8>
largely through the data network 140 (via 601 with 6021602 '/ 602 "together), and may in fact be considered an" additional service "by the data network operator.
A fourth realization of the method of the present invention is shown in Figure 7. The first connection 701 is established (701 with 7021702 '/ 702 "together) largely over the data network 140 itself. In this fourth realization, the telephone connection 704 is set up as follows. The terminal 110 of A initiates a connection 701 to its local server 141 of the data network 140 The server 141 checks whether B is accidentally online at the moment, eg by checking a database (as above). a "setup request" can be sent to B immediately.
Otherwise, if B is not online (which is most likely), the server 141 from B terminal 120 initiates a PSTN / tSDN or CATV network connection 702 to B terminal 120 (and carries the data network operator 140 (the cost thereof) as previously described in the technical background. But if B is connected (144) via an ISDN line (BRA or PRA access) and can use the user-to-user information service (UUI) of ISDN, then the server 142 of the terminal 120 of B can receive a UUS1 signaling message 702 ' to the terminal 120 of B. In this case no real connection 702 is established, with a handshaking procedure and exchange of information such as an analog line.
As part of this information, the server 142 of the terminal 120 of B sends a reverse charging request, which the terminal 120 of B must accept (this can happen, for example, after the terminal 120 of B has a list of users who have the right to has checked).
Alternatively, this information may also be sent by the server 142 of the terminal 120 of B in a packet mode bearer service (PMBS) message 702 "from ISDN, and thus received by the terminal 120 of B.
After accepting the reverse charging over a real connection 702 or a UUI or PMBS message (702'or 702'1), the terminal 120 of B initiates a connection 704 with its local server 142 of the data network 140. A timing means in the terminal 110 of A or in a server 141 or 142 of the data network 140, eg a simple timer, can be used to check whether B has come online within a certain time interval, or if B is online, a "setup request" can be sent to B to be sent.
Now, in either case (B was already online or not) a "setup request" has been received by the terminal 120 from B, it can answer or ignore the incoming call 704. If B has not come online within a set time interval, the call attempt 704 is canceled. If the timer is in a server 141 or 142 of the data network 140, an error message is sent to the terminal 110 of A. The terminal 110 of A may, depending on its Settings, make one or more new attempts to establish a connection 704. or take the call attempt and inform the user.
Also in this fourth realization of the method of the present invention, a first connection from A to B over the PSTN / ISDN or CATV network (via a real connection 401 or 502, or via a UUI or PMBS message 401 ', 401 ", 502 or 502 ").
The exchange of information largely takes place via the data network 140 (via 701 with 702/702 '/ 702 "together), and can in fact be regarded as an" additional service of the data network operator.
As already noted from the description above, one of the possibilities contained in the first to fourth realizations of the method of the present invention is when the first connection (401/401 '/ 401 ", 5021502' / 502" , 601 with 6021602 '/ 602 "together, 701 with 702/702' / 702" together) and / or access to the
EMI8.1
data network (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701, 703) and the Ultimate (404, 504, 604, 704) running through PSTN / ISDN 130, but instead
<Desc / Clms Page number 9>
telephone connection partly or entirely via a CATV network 150, for which a CATV subscription is normally paid. This is shown for terminal 110 of A and / or terminal 120 of B in Figures 8 and 9.
An access to the CATV network normally involves the installation and use of a so-called set-top box (STB) 115, for the telephone signals (indirectly) from the data network 140, or (directly) from the PSTN / ISDN 130 and / or come from the CATV network 150, decode it and bring it into the correct format for the TV 116 or for the terminal 111. That terminal 111 can be a telephone (as shown), a computer (eg PC) or another device with telephone capabilities. Today, STBs are already widely used as decoders, which decode encrypted TV signals from pay-TV or pay-per-view, cable stations, or similar applications.
STBs have also already been used to make telephone calls over the CATV network 130, extracting the telephone signals at the CATV head end (CATV head end), and transfer them to the PSTN / ISDN network or to another user of the CATV network. switch.
In Figure 8, an STB 115 is connected (113) to the CATV network 150, with both the first connection (401/401 '/ 401 ", 5021502" / 502 ", 601 together with 6021602" / 602 "together, 701 with
EMI9.1
7021702 '/ 702 "together), access to the data network (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701.
703), if the final telephone connection (404, 504, 604, 704) are all via the CATV network 150 (over 113).
In Figure 9, the STB 115 is connected to both the CATV network 150 and the PSTN / ISDN 130. In this case, the first connection (401/401 '/ 401 ", 5021502" / 502 ", 601 with 6021602" / 602 "together, 701 with 702/702 '/ 702" together) through the PSTN / ISDN 130 (over 114) or through the CATV network 150 (over 113); also access to it
EMI9.2
data network (402, 403, 501, 503, 601, 603, 701, 703) can be via PSTN / ISDN 130 (over 114) or via CATV network 150 (over 113); and finally access to the data network for the final connection (404,504, 604,704) can also be done via the
PSTN / ISDN 130 (over 114) or via CATV network 150 (over 113);
always depending on the configuration and functionalities in the STB 115 on the A side (terminal
110) and the B side (terminal 120). In a typical situation, the first connection (401/401 '/ 401 ", 50215027502", 601 with 6021602' / 602 "together, 701 with 702/702" / 702 "together) via PSTN / ISDN 130 (over 114) expired (for the exchange of a small amount of information); and can access the data network (402, 403, 501, 503, 601,
603, 701, 703) and the actual telephone connection (404, 504, 604, 704) are established via the CATV network 150 (over 113) (for the transmission of speech and any additional data such as fax, still image or moving video images ).
But all other configurations are equally possible and implementable in the STB 115.
For further clarification, it is explained below how the first realization of the method of the present invention (see Figure 4) is used when the first connection 401 (no UUI or PMBS assumed), access to the data network 402 and
403 and the final telephone connection 404 through a CATV network 150 (over 112, 122) is in place of the PSTN / 1SDN 130.
The first connection 401 is set up from the terminal 110 of A (e.g. a telephone, a computer or a TV set) via the CATV network 150 (over 113 (= 112 here)), and switched to B. The telephone connection 401 can be switched at the CATV headend, and then either routed further through the CATV network 150, or switched through a gateway to the PSTN / ISDN 130 to rate B. The terminal
120 from B receives the call, and the terminal 110 from A is notified by the retum channel.
There is a handshaking protocol (as is commonly used when setting up a modem call over an analog PSTN line) where terminals 110 and 120 determine the parameters of connection 401 and then exchange information. Here, the terminal 110 of A sends the information to the terminal 120 of B that it is a telephone connection.
404 wants to set up with the terminal 120 of B over the data network 140 The terminal 120 of
B receives this information, sends an acknowledgment (acknowledgment) back to terminal 110 of A, and disconnects connection 401 (release) Subsequently, terminal 120 of B initiates a connection via CATV network 150 (over 113 (= 122 re)) 402 with its server 142 (a local Intemet server or a server of the intranet or of the network) The terminal 110 of A also initiates a connection 403 via the CATV network
<Desc / Clms Page number 10>
with its server 141, upon receipt of confirmation from the terminal 120 of 8. From then on, the establishment of the telephone connection 404 proceeds identically as explained in the first realization of the method of the present invention.
The costing method is divided between A and. In the method of the present invention
B, although not right. Normally, A is charged the cost of the first connection 401 to B over the CA TV network 150, determined by the rates for telephone calls from the CATV operator. This connection 401 is short since only a small amount of information has to be exchanged. The cost is therefore low, and can be based on tariff units or per second charge. The rate may also vary according to the time of day and other parameters. A subscription is paid through A and B for access (113) to the CATV network 150 and possibly also for the STB 115.
Furthermore, both A and B have some type of subscription for access (143,144) to the data network 140, and charges are also made for connections 402, 403 and the portion of connection 404 that pass through CATV network 150. The rates for a subscription and for the local call may differ according to the time of day and other parameters.
If the first connection 401 is set up via the PSTN / ISDN 130, according to the first realization of the method of the present invention, the CATV network 150 is only used for the connections 402,403 and the part of connection 404 with the data network 140. For this purpose, a configuration as shown in Figure 9. The STB 115 must be connected (113, 114) to the CATV network 150 and to the PSTN / ISDN
130 (possibly in parallel with other equipment connected to the PSTN / ISDN 130, such as eg fax or answering machine).
The various realizations of the method of the present invention can be partially or fully implemented in the STB 115. If implemented in its entirety in the STB 115, the advantage is that an ordinary PSTN or ISDN telephone can be used.
The STB 115 can also be connected to a terminal adapter (TA) which in turn connects to it
ISDN is connected, or have a TA built in. If the STB 115 can use ISDN UUI or PMBS services, the costs for the first connection (401 '/ 401 ", 502' / 502", 601 with 602 '/ 602 ", 701 with 702'1702" together ) through the ISDN 'are reduced and almost annulled.
The invention as explained in the first to fourth realizations can be advantageously used for long-distance and international telephone calls, where the costs can be significantly reduced, to a level of about two local calls with the same length of time. It gets cheaper the longer the phone call takes.
To make the method of the present invention more acceptable to users, the time between initiating the first compound (401/401 '/ 401 ", 5021502' / 502", 601 should be together with 6021602 "/ 602", 701 with 702/702 '/ 702 "together) and setting up the final telephone connection (404, 504, 604, 704) are limited to a normal waiting time. Wait times for initiating a telephone connection (call setup) at the PSTN can range from approximately 1.5 to 5 seconds for long-distance telephone calls, and from approximately 3 to 15 seconds for an international telephone call.
Since one or more connections must first be established in the method of the present invention, such short setup times are not possible.
On the other hand, the setup times for telephone calls via the Intemet, using the existing software packages, are also longer. And then there is the loss of time and the difficult procedure, where one calls a B party via the PSTN to say that they want to "make a call to him about the Intemet", and then both turn on the PC. initiate a connection to the Internet (via an Intemet service provider (ISP)), start the htemettephone software package.
This will take between 1 and 5 minutes in total
<Desc / Clms Page number 11>
In general, users interested in "budget" methods of making phone calls are willing to take on a number of other drawbacks, as evidenced by the success of Internet phone software packages. The most important n. lpart; s indeed the longer setup time, and also the lower speech quality (such as a. temporary -g <; speech interruptions, or half duplex conversation).
However, with the method of the present invention, it should be possible to set the setup time between initiating the first compound (401/401 '/ 401 ", 502/502' / 502". 601 with 6021602 "/ 602" together, 701 with 702J702'n02 "leSamen) and setting up the final telephone connection (404, 504, 604, 704) to less than 30 seconds. which is acceptable to the user. As far as speech quality is concerned, the vocoding techniques and longer waiting times in the data network (e.g. in heavy traffic) can lead to "metallic" or unnatural sound effects and to short interruptions in conversations.
On the other hand, the use of vocoding techniques and call interruptions in GSM and other mobile standards have led to a better acceptance of lower voice quality of telephone connections among a growing number of users who wish to use it for other reasons (in the case of GSM mobility).
In addition, making calls using a credit card (credit card calling), making calls using a prepaid card calling, and similar systems have led to longer setup times between initiating the first connection and establishing the final telephone connection , and also oblige the user to key in a larger number of numbers. The advantage in this case is b. v. no need to carry (foreign) coins, or get a discount - on the telephone bill, etc.
In general, therefore, more and more users are becoming accustomed to more complex and / or lower quality telephone services, and accept them if there is another significant advantage. In the case of the method of the present invention, that is a financial benefit.
EMI11.1
I
As for the station or terminal 110 and / or 120, there are numerous possibilities, some of which have already been mentioned in explaining the various implementations of the method of the present invention above. The minimum requirement for such terminal 110 and / or 120 is a terminal that at least avoids first connection: ng (401/401 '/ 401 ",
5021502 '/ 502 ", 601 with 6021602' / 602" together, 701 with 702/702 "/ 702" together) can initiate to exchange information that a telephone connection will be established; and a final telephone connection (404, 504 , 604, 704) about the data network.
Such terminal 110 and / or 120 may actually consist of one or more pieces of equipment (eg one part for the user and another part for accessing the PSTN / ISDN 130 or CATV network 150), or part of a larger entirely with several other functionalities (eg a PC), or partly consisting of equipment that is also used for other purposes (eg an STB 115 with TV set 116 attached to it).
In a typical configuration, a computer (PC or workstation) can be used as a terminal, equipped with microphone and speaker, and connected via an input / output port (1/0 port) to a modern one. The modern has access to the PSTN (possibly in parallel with other equipment connected to the PSTN, such as fax or telephone). A software package can set up connections over the PSTN using the modern.
The
Computer can also be equipped with a TA (which has access to the PSTN), or with an ISDN card (which has access to the ISDN)
Portable computers, such as b. v so-called laptops, notebooks, palmtops or organizers usable, equipped with b. v a modern (typically using the PCMCIA standard) can be used. This means that the method of the current ultvtnding can also be used in mobile stations or terminals.
Access is then made to a mobile telephone network in accordance with a digital mobile standard. such as GSM (Global System for Mobile Communications), DCS-1800 (Digital Cellular
System at 1800 MHz) or DECT (Digital Enhanced Cordless Telephone), or an analog mobile standard. such as CT-2 (Cordless phone 2), NMT-450, NMT-900
<Desc / Clms Page number 12>
or the Amenian CDMA standard (Code Division Multiple Access). In the case of modem digital mobile networks, special data services may need to be used to exchange data, due to the vocoding techniques used on the normal voice channels of those mobile networks (no pulse coded - modulation (PCM) with A -Iaw or mu-law used).
In another configuration, an integrated or dedicated station or terminal 110 and / or 120 can be used that has the means to initiate and set up the necessary connections. For this he must of course be equipped with a microphone and loudspeaker. It can b. v. be a videophone, which is in fact intended to make a videophone call over ISDN or a broadband network.
The station or terminal 110 and / or 120 may also be a type of data terminal normally used for some data application, adapted for the method of the present invention. Examples of such stations or terminals are the data terminals connected to an X.25 network (such as, for example, the "Mimtel" system in France), or the data terminals used in mamframe applications.
Also so-called personal digital assistants (called PDAs) or electronic organizers, such as b. v. The "Newton" (Apple) or the "Communicator" (Nokia) can be equipped and adapted for the method of the present invention.
There are also special telephones (sometimes equipped with a small LCD screen) that are used for data applications. They establish a connection via the PSTN / ISDN to an access point to the X. 25, and use a specialized protocol for their data application (this type of data phone is called, for example, "Intermezzo" or "Smartphone" in Belgium). Ordinary telephones, secretary telephones (which often have additional functionalities) or integrated PBX telephones (as is often used in small companies) can be equipped and adapted for the method of the present invention.
Yet another possibility is to use as a station or terminal 110 and / or 120 the so-called "Network Computer" or "NC" which has been conceived by Oracle in the USA, and which has received a lot of publicity in recent years (as well as its counterparts, the "NetPC" from Microsoft and iBM's "Network Station"). This Network Computer (or NetPC or Network Station) is intended as a dedicated station or terminal for easy and fast access and surfing the Internet, without much of a cost and without many of the functionalities of a fully equipped PC Such a station or termnal is normally equipped with a fast processor and network interface card, in order to download and run all kinds of applications of the Intemet quickly and efficiently.
These applications are more and more multimedia applications, and as a result, the Network Computer (or NetPC or Network Station) is now often equipped with a microphone and speaker. The Network Computer (or NetPC or Network Station) can therefore be equipped and adapted relatively easily for the method. of the present invention.
A similar type of terminal is the X terminal for the Unix client-server architecture or the Windows NT terminal for Microsoft's client-server architecture (they are sometimes referred to as "dumb terminals"). Indeed, also an X terminal and a Windows NT terminal can be similarly equipped and adapted for the method of the present invention. Adaptation for the method of the present invention for all the above mentioned terminals is done in an appropriate manner. One option is to install a software package on a Network Computer (or NetPC or Network Station or Windows NT terminal of X terminal).
The Network Computer (or NetPC or Network Station or Windows NT terminal of X-terminal) must be provided with the necessary computer memory (to save the software package). This application may correspond exactly to the original concept of the Network Computer (or NetPC or Network Station or Windows NT terminal from X-temunai).
For example, the Network Computer would download all its necessary software directly from the tntemet There is therefore another possibility, namely that the Network Computer (or NetPC or Network Station or Windows NT terminal of X-terminal) automatically connects to the intemet. download the required software and then execute From then on
<Desc / Clms Page number 13>
proceeds the method as explained in the revisions of the method of the current invention described above.
The software package used in case the terminal 110 and / or 120 is a computer (PC or workstation), or a Network Computer or NetPC or Network Station, may be embedded or integrated in a so-called browser (browser), such as b . "Navigator" (Netscape) or "Explorer" (Microsoft), or possibly embedded or integrated into one
EMI13.1
operating system (operating system (OS)), Windows95 (Microsoft), MacOS (Apple) or OS / 2 (ism).
In such terminals 110 and / or 120 (and / or in the software package in terminal 110 120), certain parameters (such as the timer mentioned, the telephone number for accessing the data network 140, access code or PIN code, etc.) can also be entered. can be stored in a configurable manner, so that they can be adapted by the user A or 8 to his wishes.
Whatever station or terminal 110 and / or 120 is used to implement the method of the present invention, it is imperative that party B terminal 120 is immediately ready and responsive to an incoming connection to exchange data. take. This is the case when the station or terminal 120 is turned on. But a PC, a portable computer or a Network Computer (or NetPC or Network Station or
Windows NT terminal of X-terminal) is often or usually disabled when not in use by the user at that time. A solution is of course to leave the terminal 120 permanently switched on, so that it is always ready to receive an incoming connection to exchange information or to accept an incoming telephone connection.
However, in the current situation this presupposes a thorough mental alteration for many users. Another solution is that the terminal, or at least a part of it, has an active-standby state or sleeping mode or energy-saving mode, in which most functions are disabled, but the terminal 120 remains ready for listed incoming connection. Such a part can be built into the terminal 120 (e.g. in a PC, in a modern one or in one
STB) or a separate additional component added to terminal 120 (e.g. a separate device that is switched between a modem and a PC).
The station or terminal 110 (as A party) should also have the functionality to make a regular telephone connection, without using the method of the present invention. At least for local telephone calls, for which the method of the present invention is not advantageous. And also for low-distance and international telephone calls where the method of the present invention is preferably not used, such as b. v. for important telephone calls, to 8 parties that do not have a station or terminal in accordance with the present invention, or for any other reason.
For this, the station or terminal 110 and / or 120 can be equipped with a means (eg a push button) to set a "budget call mode". When the "budget call mode" is activated, the telephone connections are established and / or received according to the method of the present invention. There is no need for an additional push button on the terminal
110 and / or 120, but can also be programmed behind one or a combination of existing push buttons (one can compare it with an access code or personal identification number (PIN) code).
This "budget café mode" can b. v. Remain activated for only the ema following call, or remain enabled (toggle "on") so that all ema subsequent calls are set up according to the method of the present invention until it is turned off (toggle "off").
Thus, if a party A wants to set up a telephone connection in accordance with the method of the present invention, this "budget call mode" must be activated, and if it wants to set up a normal telephone connection, the "budget call mode" must be deactivated.
On the other hand. when the station or terminal 120 (as 8 partlj) is to receive a telephone connection, it is important that it can receive both normal calls and calls according to the method of the hu) d) termination To this end, it must be able to distinguish between called types of calls This can be done as follows When the "budget call
<Desc / Clms Page number 14>
5mode "is disabled, terminal 120 will receive all calls as regular calls.
Calls in accordance with the method of the present invention will fail. When the "budget call mode" is activated, the terminal 120 must check whether the incoming call is a regular call or a call according to the method of the present invention.
This can be done, for example, by checking in the terminal 120 of B whether data is being sent immediately after the connection has been established (or if data is being sent in a UUI or
PMBS bencht). If so, the terminai 120 can accept the call in accordance with the method of the present invention. As additional functionality, the terminal 120 of B can play a listening message (announcement) to the B party, with the message that a telephone connection has been made in accordance with the method method of the present invention is received (which may take about 30 seconds, for example), and the conversation channel will be set up soon.
(The same functionality can be done in terminal
110 of party A, with the message that a telephone connection is being established in accordance with the method of the present invention.) - If no data is sent immediately after the connection is established (and speech may be detected instead), then the terminal 120 can accept the call as a normal call.
Because in the method of the present invention, a portion of the cost of the telephone connection is charged to the B party, it is important that the B party has control over the incoming telephone connections in accordance with the method of the present invention. This can be done b. v. happen by using an electronic address list or address book, or by using some kind of access code or PIN code.
In such an address list, a B party may store the identifications of the A parties that are allowed to establish a telephone connection with him in accordance with the method of the present invention.
This identification can be the full name, a nickname, a PSTN / ISDN number, an email address, or other type of identification, which can be checked by the terminal 120 of B against the data exchanged during the first connection between the A and B terminals, or against the line identification (calling line identity (CLI)) of the A terminal
110 (if passed by PSTN / ISDN 130 or CATV network 150).
As an alternative, party B can distribute an access code or PIN code to the
A parties of his choice. Only these A parties can then establish a telephone connection with him in accordance with the method of the present invention, since this access code or PIN code must be specified when exchanging data during the first connection.
Since the voice channel of the telephone connection is passed over the data network 140, it IS not encrypted in data packets. This encoding can be done using PCM according to the A-Iaw or mu-law, but then a 64 kbps channel is required to transmit speech in any direction, and this must be done in real time over the data network. Therefore, it is preferable to encode the speech using a low bit rate digital encoding standard, such as b. v. adaptive differential PCM (ADPCM) or GSM, or other vocoder techniques, such as b. v. linear predictive coding (LPC) or code excited linear prediction (CELP).
If the speech can be sent and received in quasi real-time (ie with a delay time of 0.2 to 3 seconds) in a coding standard with low bitrate, and sufficient bandwidth remains available, then in addition to the speech channel other additional data is sent (and possibly also in compressed format) between A and B, such as b. v. fax, still image or moving video.
Finally, it is important to recognize that the different stations or terminals described can be used independently of the different realizations of the method of the present invention, and that parties A and B are not necessarily the same type of terminal
110 or 120 respectively. For example, a subscriber to a CATV network may have the
<Desc / Clms Page number 15>
use method of the present invention to make a telephone connection to a regular PSTN subscriber who has a Network Computer and vice versa.
As another example, a mobile subscriber with a laptop computer can use the method of the present invention to make a telephone connection to a regular PSTN subscriber who has a PC.
Or, still, a user with a data terminal can use the method of the present invention to make a telephone connection to a user who has access to the PSTN / ISDN (for the first connection) and to the CATV network (for the final telephone connection over the data network). As becomes clear, a variety of similar combinations for A and B parties are possible, regardless of the method of the present invention. These combinations are easily deducible to a person skilled in the art from the description of the method of the present invention above, and are therefore an integral part of and belong to the method of the present invention.