BE1011136A3

BE1011136A3 - Flessenkrat.

Info

Publication number: BE1011136A3
Application number: BE9700390A
Authority: BE
Original assignee: D W Plastics Nv
Priority date: 1997-04-29
Filing date: 1997-04-29
Publication date: 1999-05-04
Also published as: DE69804527D1; EP0876961B1; EP0876961A1

Abstract

Flessenkrat dat een bodem (1) bevat, opstaande zijwanden (2) en opstaande scheidingselementen (3) die compartimenten (4) voor flessen (5) vormen, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van minstens één buiten voornoemde compartimenten (4) voor flessen (5) gelegen bakje (10).

Description

Flessenkrat.

Deze uitvinding heeft betrekking op een flessenkrat dat een bodem bevat, opstaande zijwanden en opstaande scheidingselementen die compartimenten voor flessen vormen.

Om de verkoop van dranken te stimuleren worden regelmatig bij aankoop van een krat allerlei kleine gebruiksvoorwerpen, gadgets en/of snuisterijen, bijvoorbeeld onderleggers of CD's als geschenk aangeboden.

In de bestaande kratten is geen speciale ruimte voor dergelijke voorwerpen of gadgets voorzien zodat ze gewoonlijk bovenop de flessen worden geplaatst, eventueel vastgekleefd met kleefband.

Daardoor zijn ze gemakkelijk uit het krat te halen en vooral in grootwarenhuizen of drankcentra verdwijnen ze dikwijls alvorens een consument het krat koopt of worden ze beschadigd.

Indien de flessen rechtstreeks uit het flessenkrat verbruikt worden, bijvoorbeeld op een werf of in de natuur, worden de kroonkurken veelal op de grond geworpen. De bekende kratten bevatten immers geen ruimte voor het verzamelen van kroonkurken en dergelijke.

De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een krat te verschaffen die meer mogelijkheden, zoals het op een veilige manier aanbieden van gadgets of andere voorwerpen en/of het verzamelen van kroonkurken of dergelijke, heeft.

EMI2.1

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het flessenkrat voorzien is van minstens één buiten voornoemde compartimenten voor flessen gelegen bakje. Dit bakje kan gebruikt worden zowel voor het aanbrengen van aan de gebruikers te leveren voorwerpen of voor het opvangen van afval zoals kroonkurken.

Bij voorkeur is dit bakje bovenaan open.

Het flessenkrat is ook bij voorkeur inwendig van dit bakje voorzien.

Indien het flessenkrat een centrale handgreep in de vorm van een omgekeerde beugel bezit, zoals veelal het geval is, is meestal plaats voor een dergelijk bakje tussen de op de bodem staande benen van de handgreep en is het bakje op deze plaats gelegen.

Het bakje kan uit één stuk met de rest van het flessenkrat gevormd zijn, bijvoorbeeld door opstaande gedeelten, maar bij voorkeur is het bakje een afzonderlijk element dat in een ruimte binnenin het fiessenkrat, bij voorkeur losneembaar, aangebracht is.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een flessen- krat volgens de uitvinding weergegeven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een perspectiefzicht weergeeft van een fles- senkrat volgens de uitvinding met een losneembaar bakje vooraleer het aangebracht is ;

figuur 2 een zieht weergeeft volgens de lijn II-II in figuur 1 met aangebracht bakje ; figuur 3 een zieht weergeeft volgens de lijn III-III in figuur 1 met aangebracht bakje ; figuur 4 een zicht weergeeft volgens lijn IV-IV in fi- guur 2 ; figuur 5 een perspectiefzicht weergeeft van een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een bakje voor een flessenkrat volgens de uitvinding ;

figuur 6 een zieht weergeeft volgens de lijn VI-VI in figuur 5 ; figuur 7 een zicht weergeeft volgens de lijn VII-VII in figuur 6.

Het flessenkrat weergegeven in de figuren 1 tot 4 is uit kunststof vervaardigd en bevat een rechthoekige door vakwerk gevormde bodem 1 en vier opstaande zijwanden 2, namelijk twee langse en twee dwarse zijwanden die dubbelwandig kunnen zijn en/of voorzien van versterkingskolommen.

Het flessenkrat is door op de bodem 1 staande scheidingselementen 3 ingedeeld in compartimenten 4 voor flessen 5. Deze scheidingselementen 3 kunnen pennen of zogenoemde pinolen zijn maar zijn in het weergegeven voorbeeld schotten.

Op de bodem 1 en/of de scheidingselementen 3 sluit een handgreep 6 aan die zich in het midden van de binnenkant van het flessenkrat bevindt. Deze handgreep 6 heeft de vorm van een omgekeerde beugel die zieh in een langs symmetrievlak van het krat en zieh dus verticaal en evenwijdig aan een langse zijwand 2 uitstrekt en tot iets onder de bovenkant van het flessenkrat reikt.

Onder de handgreep 6 kunnen uiteraard geen flessen geplaatst worden zodat daar geen scheidingselementen 3 nodig zijn. Overigens moet om spuittechnische redenen de ruimte 7 onder de handgreep 6 vrij zijn en daarenboven onderaan open zijn.

Onder de handgreep 6 blijft dus een vrije ruimte 7 over die onderaan uitgeeft op een opening 8 in de bodem 1.

In het weergegeven voorbeeld vormt deze ruimte 7 en platte koker. Op haar uiteinden is deze ruimte 7 begrensd door de onderkanten van de benen van de beugelvormige handgreep 6 en zijdelings is ze aan weerszijden begrensd door één paar op elkaar aansluitende en evenwijdig aan de langse zijwanden 2 gerichte schotten.

Deze paren schotten vormen dus de langse opstaande zijwanden 9 van de ruimte 7. Doordat elk van de schotten een uitgeholde bovenste rand bezit, vertonen voornoemde zijwanden 9 in hun midden, tegenover een dwars schot, een top zoals onder meer weergegeven in figuur 4.

Volgens de uitvinding is in de ruimte 7 een bovenaan open bakje 10 losneembaar aangebracht.

Dit bakje 10, dat bij voorkeur ook uit kunststof is vervaardigd, vormt een platte koker en bezit een nagenoeg rechthoekige doorsnede met een breedte die overeenkomt met de afstand tussen de zijwanden 9, en een lengte die ongeveer overeenkomt met de afstand tussen de onderste gedeelten van de handgreep 6.

De hoogte van het bakje 10 is groter dan de hoogte van de toppen van de zijwanden 9.

Dit bakje 10 bevat dus een bodem 11 die van openingen 12 is voorzien, twee smalle dwarse opstaande zijwanden 13 en twee praktisch vierhoekige en vlakke bredere langse zijwanden 14.

Beide zijwanden 14 zijn op dezelfde hoogte aan de buitenkant van uitstekende randen voorzien die in het weergegeven voorbeeld gevormd zijn door ribben 15 en die het vastklikken van het bakje 10 in de ruimte 7 mogelijk maken en, wanneer het bakje 10 in zijn normale stand in de ruimte 7 bevindt, juist boven de bovenste randen van de zijwanden 9 gelegen zijn zoals weergegeven in de figuren 3 en 4.

Deze ribben 15 kunnen zoals weergegeven een omgekeerde V vormen die overeenkomt met de vorm van de top van de zijwanden 9.

Juist boven de smalle dwarse zijwanden 13 van het bakje 10 in voornoemde stand zijn de twee benen van de beugelvormige handgreep 6 naar elkaar toe verdikt waardoor aanslagen voor het bakje 10 worden gevormd.

Hierdoor kan het bakje 10 niet langs boven uit de ruimte 7 genomen worden.

Het inbrengen van het bakje 10 moet dus via de onderkant, doorheen de opening 8 in de bodem 1 geschieden.

Het bakje 10 wordt met zijn opening naar boven doorheen deze opening 8 ingeschoven zoals aangegeven met de pijl F1 in figuur 1 totdat de ribben 15 over bovenste randen van de zijwanden 9 van de ruimte 7 klikken. Tijdens dit inbrengen zullen de langse zijwanden 14 van dit bakje 10 tijdelijk

een weinig elastisch vervormd worden tot de ribben 15 zieh boven de zijwanden 9 bevinden.

Om het bakje 10 te verwijderen, moet omgekeerd tewerk gegaan worden. Dit bakje 10 wordt bovenaan een weinig dicht genepen en naar onder uitgeduwd.

Het bakje 10 kan gebruikt worden voor allerlei doeleinden, bijvoorbeeld voor het verzamelen van de kroonkurken, waarbij het bakje 10 in de wasinrichting van de brouwerij wordt geledigd of vervangen door een nieuw bakje. Door de openingen 12 in de bodem 11 blijft er geen water in het bakje achter tijdens het wassen van het krat.

In het bakje 10 kunnen ook gadgets of kleine geschenken of documentatie of dergelijke aan de gebruiker aangeboden worden.

In het bijzonder kan in het bakje 10 een CD aangeboden worden. Door de handgreep 6 kan deze CD praktisch niet uit het bakje 10 genomen worden. Het bakje 10 met de CD kan enkel via de bodem 1 uitgehaald worden hetgeen moeilijk onopvallend in een warenhuis kan geschieden.

Indien het bakje 10 bestemd is om een CD 16 te bevatten kan het uitgevoerd worden zoals weergegeven in de figuren 5 tot 7, waarbij het bakje 10 zelf als een bouwsteen van een opbouwbare CD-houder kan dienen.

De horizontale doorsnede van het bakje 10 is iets anders op zulke wijze dat de ene langse zijwand 14 langs zijn opstaande randen van een insprong 17 is voorzien die een groefje vormt, terwijl de andere langse zijwand 14 langs zijn opstaande randen van een overeenstemmende ribbe 18

voorzien is met op zijn uiteinde een verdikking die complementair is aan het groefje.

De openingen 12 in de bodem 11 van het bakje 10 kunnen weggelaten worden en slechts op één zijwand 14 staan ribben 15, namelijk twee schuine ribben 15 in plaats van één V-vormige en daaronder een horizontale ribbe die wanneer de voornoemde ribben over een zijwand 9 klikken tegen de bovenkant van een uitsparing in deze zijwand 9 is gelegen.

De ribben 18 van een bakje 10 kunnen in de insprongen 17 klikken of in hun langsrichting in elkaar schuiven.

Aan de zijde van het open uiteinde van het bakje 10 zijn de twee ribben 18 met elkaar verbonden door een rand 19 die zieh langs dit open uiteinde uitstrekt en die bij het in elkaar schuiven van de ribben 18 en de insprongen 17 een aanslag vormt.

Dit in elkaar schuiven of klikken, geschiedt uiteraard nadat de bakjes 10 verwijderd werden uit de flessenkratten.

De bakjes 10 worden daarna normaal horzizontaal geplaatst, met het open uiteinde naar voor, en de een boven de andere opgebouwd tot een toren zoals weergegeven in de figuren 6 en 7 waar in punt-streeplijn een tweede bakje 10 bevestigd aan een eerste is weergegeven.

Het bakje 10 verhoogt de waarde van het flessenkrat en laat toe op een eenvoudige manier gadgets of ander voorwerpen aan te bieden, al dan niet samen met het bakje 10 zelf, waarbij deze gadgets of voorwerpen door het bakje 10 beschermd zijn.

Onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke flessenkrat kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

In het bijzonder moet de ruimte 7 voor het bakje 10 niet noodzakeljk onder de handgreep 6 gelegen zijn. Een bakje of een bijkomend bakje 10 kan ook in een andere ruimte, bijvoorbeeld naast de handgreep 6 gezien in de langsrichting van het flessenkrat gelegen zijn.

De opstaande wanden van het bakje 10 moeten niet noodzakelijk vol of vlak zijn. Ze kunnen van openingen voorzien zijn.

Het bakje 10 moet niet noodzakelijk geklikt worden tussen opstaande wanden. Het zou ook kunnen geklemd worden of gehaakt worden.

Indien het dient om een gadget of voorwerp te bevatten zou op het bovenaan open bakje een deksel kunnen aangebracht worden.

Claims

Conclusies.

1.- Flessenkrat dat een bodem (1) bevat, opstaande zijwanden (2) en opstaande scheidingselementen (3) die compartimenten (4) voor flessen (5) vormen, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van minstens een buiten voornoemde compartimenten (4) voor flessen (5) gelegen bakje (10).

2. - FIessenkrat volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat dit bakje (10) bovenaan open is.

3.- Flessenkrat volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het inwendig van dit bakje (10) voorzien is.

4. - FIessenkrat volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het een centrale handgreep (6) in de vorm van een omgekeerde beugel bezit en het bakje (10) tussen de benen van deze handgreep (6) gelegen is.

5.- Flessenkrat volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het bakje (10) een afzonderlijk element is dat in een ruimte (7) binnenin het flessenkrat aangebracht is.

6. - FIessenkrat volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het bakje (10) losneembaar in de ruimte (7) aangebracht EMI9.1 is.

7. - FIessenkrat volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het bakje (10) vastgeklikt is. <Desc/Clms Page number 10>

8. - FIessenkrat volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat deze ruimte (7) met een opening (8) op de bodem (1) uitgeeft.

9. - FIessenkrat volgens conclusies 7 en 8, daardoor gekenmerkt dat de ruimte (7) onder meer begrensd is door twee langse opstaande zijwanden (9) die bestaan uit scheidingselementen (3) en het bakje (10) op twee zijwanden (14) uitstekende randen of ribben (15) bevatten die over de bovenste rand van voornoemde langse opstaande zijwanden (9) klikbaar zijn.

10. - FIessenkrat volgens een van de conclusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het bakje (10) een platte koker vormt en op beide zijwanden (14) in de hoogterichting gerichte complementaire elementen (17 en 18) bezit die een schuif- of klikverbinding toelaten van de ene zijwand (14) van één bakje (10) met de andere zijwand van een tweede bakje (14).

11. - FIessenkrat volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat een zijwand (14) van het bakje (10) van een insprong (17) langs beide opstaande randen voorzien is, terwijl de andere zijwand (14) van twee in de insprongen (17) passende ribben (18) voorzien is.