<Desc/Clms Page number 1>
"Voorziening voor het regelen van de luchtstroom in een ventilatie-inrichting".
De uitvinding betreft voorzieningen voor het regelen van de luchtstroom in ventilatie-inrichtingen zoals ventilatieroosters die o. a. gebruikt worden om ventilatie te bekomen of te voorkomen tussen de binnenzijde en de buitenzijde van een gebouw. Dergelijke ventilatieinrichtingen worden bijvoorbeeld onder of boven een raam of venster aangebracht.
De uitvinding betreft meer bepaald ventilatieinrichtingen met een, in een doorstroomkanaal van de ventilatie-inrichting oriënteerbaar opgestelde regelklep, die de luchtdoorlaat door de ventilatie-inrichting automatisch, in functie van het luchtdrukverschil tussen de ingang en de uitgang van de ventilatie-inrichting, tussen een maximale doorstroomopening en een minimale doorstroomopening regelt.
Een dergelijke constructie moet ervoor zorgen dat het ventilatierooster een quasi constant debiet realiseert, bij variërende drukverschillen.
Dit soort constructies is op zich bekend bijvoorbeeld uit de Nederlandse octrooipublicatie 9102132.
De zelfregelende werking van de regelkleppen in kwestie is gebaseerd op een beweging van het zwaartepunt van de klep ten opzichte van een scharnierophanging. Bij variërende drukverschillen ontstaat een fenomeen van heen en weer bewegen van de klep - het zogenaamde "klapperen" - tengevolge van het "labiele" evenwicht van de zelfregelende klep.
Deze uitvinding heeft tot doel de nadelen van de bekende ventilatie-inrichtingen, en met name het klapperfenomeen te verhelpen.
Daartoe verschaft de uitvinding een verbeterde
<Desc/Clms Page number 2>
voorziening voor het regelen van de luchtstroom in een ventilatie-inrichting met behulp van een, in een doorstroomkanaal van de ventilatie-inrichting oriënteerbaar opgstelde regelklep, die de luchtdoorlaat door de ventilatie-inrichting automatisch, in functie van het luchtdrukverschil tussen de ingang en de uitgang van de ventilatie-inrichting, tussen een maximale doorstroomopening en een minimale doorstroomopening regelt, waarbij de regelklep uitgerust is met elastische en/of pneumokinetische voorzieningen voor het stabiliseren ervan bij variatie van de drukverschillen.
Onder elastische voorzieningen in het kader van deze uitvinding worden mechanische middelen verstaan die op de regelklep een zodanige elastisch verende kracht uitoefenen dat het evenwicht van de regelklep onder invloed van de varierende drukverschillen gestabiliseerd wordt.
In die zin verschaft de uitvinding meer in het bijzonder een verbeterde regelklep-voorziening zoals aangegeven, waarbij de regelklep via een stabiliserende elastisch flexibele verbinding opgehangen is.
Onder pneumokinetische voorzieningen in het kader van deze uitvinding worden middelen verstaan die de kinetische invloeden van de pneumatische stromen langs de regelklep zodanig beinvloeden dat het evenwicht van de regelklep onder invloed van de varierende drukverschillen gestabiliseerd wordt.
In die zin verschaft de uitvinding meer in het bijzonder voorts een verbeterde regelklep-voorziening zoals aangegeven, waarbij in de stand van de regelklep met een minimale doorstroomopening een pneumokinetische spleet voorzien is tussen de rand van de regelklep en het oppervlak van het luchtdoorstroomkanaal, welke spleet een stabiliserende restluchtstroom bewerkstelligt.
Volgens een bijzonder verkozen uitvoeringsvorm van de regelklep-voorziening volgens de uitvinding is de
<Desc/Clms Page number 3>
regelklep via een stabiliserende elastisch flexibele verbinding opgehangen en is er, in de stand van de regelklep met een minimale doorstroomopening, een spleet voor een restluchtstroom voorzien tussen de rand van de regelklep en het oppervlak van het luchtdoorstroomkanaal.
De regelklep zelf kan uit eender welk, bij voorkeur stijf materiaal bestaan, zoals met name aluminium, stijf plastic, enz.
Volgens de uitvinding bestaat de stabiliserende elastisch flexibele ophang-verbinding bij voorkeur uit een, aan de regelklep voorzien, elastisch zacht kunststofprofieldeel.
Bijzonder geschikt is een constructie waarbij de regelklep met de ophangverbinding bestaat uit een twee-componenten samenstelling van tenminste een hard-kustststof profiel en een elastisch zacht kunststof-profiel.
Bij voorkeur bestaat de regelklep met de ophangverbinding uit een twee-componenten samenstelling van twee hard kustststof-profielen die met elkaar verbonden zijn via een elastisch zacht kunststof-profiel, waarbij een van beide hard kunststof-profielen in een ophangelement in de ventilatie-inrichting is ingeklemd.
Zeer geschikt kan de zachte kunststof gekozen worden uit zacht PVC (bijvoorbeeld PVC van het type ShoreA70, dan wel PVC met een middelmatig rubberachtig buigbare consistentie) en de harde kunststof uit hard PVC.
Volgens de uitvinding bestaat de spleet voor een restluchtstroom, voorzien tussen de rand van de regelklep en het oppervlak van het luchtdoorstroomkanaal, bij voorkeur uit een spleet gevormd tussen de rand van een kunststof-profiel aan de regelklep en het oppervlak van een profiel dat het luchtdoorstroomkanaal vormt aan de binnenzijde van de ventilatie-inrichting.
De uitvinding wordt aan de hand van bijgesloten tekeningen geïllustreerd en verder, onder verwijzing naar
<Desc/Clms Page number 4>
de figuren 1 en 2, nader verduidelijkt in de hiernavolgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In deze tekeningen toont :
Figuur 1 een dwarsdoorsnede van een specifieke uitvoeringsvorm van een ventilatierooster met een regelklep-voorziening volgens de uitvinding, waarvan hierna een gedetailleerde beschrijving ;
Figuur 2 een detailzicht van de regelklep uit figuur 1 ;
Figuren 3,4 en 5 dwarsdoorsneden van verdere, hierna niet nader beschreven uitvoeringsvormen van ventilatieroosters met een regelklep-voorziening volgens de uitvinding.
De in figuur 1 in dwarsdoorsnede weergegeven ventilatie-inrichting of ventilatierooster voor een raamconstructie omvat de volgende onderdelen :
EMI4.1
- naar de buitenzijde van een gebouw op te stellen buitenprofiel (1) en een naar de binnenzijde van het gebouw op te stellen binnenprofiel (2) ; tussen deze profielen (1) en (2) wordt een ruitglas (5) voorzien met afdichtingsrubber (6) ; meer bepaald in het geval van metalen (aluminium) ramen wordt voorts een thermische onderbreking (7) voorzien.
- Een beweegbare afsluitklep (4) voor het geheel of gedeeltelijk afsluiten van het luchtdoorstroomkanaal van de ventilatie-inrichting, waarbij de open stand als (4a) is aangeduid en de gesloten stand als (4b) ; een afdichtingsrubber (3) werkt met de afsluitklep (4) samen om een goede afsluiting de verzekeren.
- Een zelfregelende klep of regelklep (8) volgens de uitvinding.
Deze regelklep (8) is vergroot afgebeeld in figuur 2, waarin men een eerste hard kunststof-profiel (8a) onderscheidt dat in een profilering van het buitenprofiel
<Desc/Clms Page number 5>
is ingeklemd ; dit eerste hard kunststof-profiel (8a) is via een zacht kunststof profiel gedeelte (8b), verbonden met een tweede hard kunststof-profiel (8c).
De zelfregelende werking van de regelklep gebeurt als volgt : De manueel beweegbare klep (4) kan in open stand (4a) of gesloten stand (4b) geplaatst worden, of in een tussenpositie. Deze klep blijft tijdens de werking van het rooster in de gekozen stand staan.
De zelfregelende klep (8) sluit de toevoeropening (9) meer af naargelang het drukverschil toeneemt tussen buiten en binnen.
Dit gebeurt door een (betrekkelijk stabiel) evenwicht tussen de luchtdruk-krachten van de luchtstroom, de elastische krachten van het zacht kunststof-profiel gedeelte (8b) en de pneumokinetische krachten van de luchtstroom die door de spleet, volgens de uitvinding, tussen de rand van het hard kunststof-profiel (8c) en het door het buitenprofiel gevormde tegenoverliggende oppervlak van het luchtdoorstroomkanaal. Op deze wijze wordt de stroming beperkt en blijft het debiet constant.
In de uiterste stand blijft een minimum opening tussen de zelfregelende klep en het profiel = (9). Deze opening blijft voor een minimum aan debiet zorgen bij grote drukverschillen.
Terwijl de uitvinding hierboven in detail werd uiteengezet onder verwijzing naar een specifiek type ventilatierooster zoals in de figuren 1 en 2 afgebeeld, en nader geillustreerd werd door verdere uitvoeringsvormen zoals in figuren 3 t/m 5 afgebeeld, wordt benadrukt dat de uitvinding geenszins tot die specifieke uitvoeringsvormen beperkt is, en dat talloze wijzigingen en uitvoeringen door de vakman onderkend kunnen worden zonder buiten het kader van de in bovenstaande tekst en de bijgesloten conclusies
<Desc/Clms Page number 6>
beschreven uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
"Device for controlling the airflow in a ventilation device".
The invention relates to provisions for regulating the air flow in ventilation devices such as ventilation grids which, among other things, are used to obtain or prevent ventilation between the inside and the outside of a building. Such ventilation devices are for instance arranged under or above a window or window.
More particularly, the invention relates to ventilation devices with a control valve arranged in a flow-through channel of the ventilation device, which air passage through the ventilation device is automatic, in function of the air pressure difference between the inlet and the outlet of the ventilation device, between a maximum flow opening and minimum flow opening.
Such a construction must ensure that the ventilation grille achieves a virtually constant flow rate, with varying pressure differences.
Constructions of this type are known per se, for example from Dutch patent publication 9102132.
The self-regulating action of the control valves in question is based on a movement of the center of gravity of the valve relative to a hinge suspension. With varying pressure differences, a phenomenon of reciprocating the valve - the so-called "flapping" - arises due to the "unstable" balance of the self-regulating valve.
The object of this invention is to overcome the drawbacks of the known ventilation devices, and in particular the flapping phenomenon.
To this end, the invention provides an improved one
<Desc / Clms Page number 2>
provision for controlling the airflow in a ventilation device by means of a control valve arranged in a flow channel of the ventilation device, which air passage through the ventilation device is automatic, in function of the air pressure difference between the inlet and the outlet of the ventilation device, between a maximum flow opening and a minimum flow opening, the control valve being provided with elastic and / or pneumokinetic provisions for stabilizing it when the pressure differentials vary.
Elastic arrangements within the scope of this invention are understood to mean mechanical means which exert an elastic resilient force on the control valve such that the balance of the control valve is stabilized under the influence of the varying pressure differences.
In that sense, the invention more particularly provides an improved control valve feature as indicated, wherein the control valve is suspended via a stabilizing elastic flexible connection.
Pneumokinetic devices within the scope of this invention are understood to mean agents that influence the kinetic influences of the pneumatic flows along the control valve such that the balance of the control valve is stabilized under the influence of the varying pressure differences.
In that sense, the invention more particularly provides an improved control valve provision as indicated, wherein in the position of the control valve with a minimum flow opening, a pneumokinetic gap is provided between the edge of the control valve and the surface of the air flow channel, which gap achieves a stabilizing residual air flow.
According to a particularly preferred embodiment of the control valve provision according to the invention, the
<Desc / Clms Page number 3>
control valve suspended by a stabilizing elastic flexible connection and, in the position of the control valve with a minimum flow opening, a residual air flow gap is provided between the edge of the control valve and the surface of the air flow channel.
The control valve itself can consist of any, preferably rigid, material, such as, in particular, aluminum, rigid plastic, etc.
According to the invention, the stabilizing elastic flexible suspension connection preferably consists of an elastic soft plastic profile part provided on the control valve.
A construction in which the control valve with the suspension connection consists of a two-component composition of at least one hard-coastal dust profile and an elastic soft plastic profile is particularly suitable.
The control valve with the suspension connection preferably consists of a two-component composition of two hard coastal dust profiles which are connected to each other via an elastic soft plastic profile, one of the two hard plastic profiles being in a suspension element in the ventilation device. sandwiched.
Very suitably the soft plastic can be chosen from soft PVC (for example PVC of the type ShoreA70, or PVC with a medium rubbery bendable consistency) and the hard plastic from hard PVC.
According to the invention, the residual airflow gap provided between the edge of the control valve and the surface of the airflow channel, preferably consists of a gap formed between the edge of a plastic profile on the control valve and the surface of a profile that defines the airflow channel forms on the inside of the ventilation device.
The invention is illustrated by the accompanying drawings and further, with reference to
<Desc / Clms Page number 4>
Figures 1 and 2, further elucidated in the following description of a specific embodiment of the invention.
In these drawings shows:
Figure 1 shows a cross section of a specific embodiment of a ventilation grille with a control valve provision according to the invention, of which a detailed description is given below;
Figure 2 shows a detail view of the control valve from figure 1;
Figures 3,4 and 5 are cross-sections of further embodiments of ventilation grids with a control valve provision according to the invention, which are not further described below.
The ventilation device or ventilation grille for a window construction shown in cross section in figure 1 comprises the following parts:
EMI4.1
- outer profile (1) to be arranged towards the outside of a building and an inner profile (2) to be arranged towards the inside of the building; between these profiles (1) and (2) a diamond glass (5) is provided with sealing rubber (6); more specifically, in the case of metal (aluminum) windows, a thermal break (7) is provided.
- a movable shut-off valve (4) for closing all or part of the air flow channel of the ventilation device, the open position being designated (4a) and the closed position being (4b); a sealing rubber (3) interacts with the shut-off valve (4) to ensure proper sealing.
- A self-regulating valve or control valve (8) according to the invention.
This control valve (8) is shown enlarged in figure 2, in which a first hard plastic profile (8a) is distinguished that in a profiling of the outer profile
<Desc / Clms Page number 5>
is sandwiched; this first hard plastic profile (8a) is connected via a soft plastic profile section (8b) to a second hard plastic profile (8c).
The self-regulating action of the control valve is done as follows: The manually movable valve (4) can be placed in open position (4a) or closed position (4b), or in an intermediate position. This flap remains in the selected position during grille operation.
The self-regulating valve (8) closes the supply opening (9) more as the pressure difference between outside and inside increases.
This is done by a (relatively stable) balance between the air pressure forces of the air flow, the elastic forces of the soft plastic profile section (8b) and the pneumokinetic forces of the air flow passing through the gap, according to the invention, between the edge of the hard plastic profile (8c) and the opposite surface of the air flow channel formed by the outer profile. In this way, the flow is limited and the flow remains constant.
In the extreme position there is a minimum gap between the self-regulating flap and the profile = (9). This opening continues to provide a minimum flow rate with large pressure differences.
While the invention has been explained in detail above with reference to a specific type of ventilation grille as shown in Figures 1 and 2, and further illustrated by further embodiments as shown in Figures 3 to 5, it is emphasized that the invention is in no way limited to those specific embodiments is limited, and that numerous modifications and implementations can be recognized by those skilled in the art without departing from the scope of the above text and the appended claims
<Desc / Clms Page number 6>
described invention.