<Desc/Clms Page number 1>
SLUITINRICHTING EN KLUIS
De uitvinding betreft een sluitinrichting, bijvoorbeeld voor deur, raam of poort. Daarvan worden door inbrekerselementen, zoals grendels en dievenklauwen, doorgeslepen om de sluitinrichting te kraken. Dit geschiedt bijvoorbeeld met door batterijen aangedreven, roterende slijpschijven.
De uitvinding heeft ten doel een in dit opzicht beter tegen kraak bestendige sluitinrichting te verschaffen. Deze is gekenmerkt door ten minste een roteerbaar gelegerd antikraakorgaan.
Wanneer een slijpschijf het antikraakorgaan ontmoet, begint het te roteren en de slijpschijf kan het niet doorslijpen, althans dit vergt veel tijd. In dit geval slijt de slijpschijf in sterke mate. De destructie van de slijpschijf is nog te versterken, indien het antikraakorgaan aan zijn buitenzijde ten minste een langsgroef of langsrug of rillen omvat, schroefvormig is en/of een diamantlaag bevat.
De uitvinding zal in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening worden verduidelijkt, waarin voorstellen :
Figuren 1, 7, 10,11 en 12 elk een perspectivisch, weggebroken aanzicht van telkens een andere sluitinrichting volgens de uitvinding ;
Figuren 2-6 elk een geëxplodeerd, perspectivisch aanzicht van telkens een andere variant van detail II van figuur 1 ;
Figuren 8 en 9 axiale doorsneden van fraktie VIII van figuur 7 betreffende uitvoeringsvarianten.
De sluitinrichting 1 van figuur 1 omvat een slot 2, dat in een deur 3 kan zijn ingewerkt en dat elke willekeurige conventionele of andere vorm en constructie kan hebben. De schoot 4 ervan, dat wil zeggen het naar buiten stekende einde 5 van de schoot 4 is volgens de uitvinding
<Desc/Clms Page number 2>
voorzien van een antikraakorgaan 6. Het antikraakorgaan 6 bestaat in figuur 1 uit een cilindrische rol die de spleet tussen een montageplaat 7 van het slot 2 en een montageplaat 8 van de schootkast 9 overbrugt.
Figuur 2 toont hoe het antikraakorgaan 6 roterend is gelegerd op het dunnere cilindrische schooteinde 5 en gemonteerd is middels een opsluitring 10 en een door een dwarsgat 12 gestoken pen 11.
In figuur 2 heeft het antikraakorgaan 6 een schroef 13 aan zijn buitenzijde, en in figuur 3 bovendien axiale groeven 14.
Axiale ruggen bevorderen de destructie van een slijpschijf eveneens, wanneer men daarmee tracht in de spleet tussen de montageplaten 7 en 8 de schoot door te slijpen. Terwijl dit doorslijpen bij een normale uit een stuk staal bestaande schoot binnen een fraktie van een minuut geschiedt, vergt het doorslijpen van het antikraakorgaan volgens de uitvinding, zelfs bij een eenvoudige cilindrische vorm volgens figuur 1, veel meer tijd.
Volgens figuur 4 heeft het antikraakorgaan 6 aan zijn buitenzijde een diamantlaag.
Het antikraakorgaan 6 kan allerlei vormen hebben (figuur 5) of uit een veelvoud van ringen 16 bestaan (figuur 6).
Volgens figuur 7 bestaat het schooteinde 5 van schoot 4 van een slot 3 uit een eindplaat 18 die tezamen met twee cilindervormige antikraakorganen 6 voortdurend draaibaar geregen zijn op twee axiaal in de schoot 4 geschroefde schroeven 19.
Volgens figuur 8 is een cilindrisch antikraakorgaan 6 middels twee kogellegers 20 op het einde 5 van een schoot 4 gelegerd.
In figuur 9 bestaat het antikraakorgaan 6 uit twee buitenringen 21 van twee kogellegers 20 die op het einde 5 van de schoot 4 zijn gemonteerd middels een verende opsluitring 22.
In figuur 10 is de grendelpen 24 van een grendel
<Desc/Clms Page number 3>
25 voorzien van een cilindrisch antikraakorgaan 6 dat via een legerbus 26 roterend gelegerd is op de grendelpen 24. Deze legerbus 26 vormt op zieh eveneens een roterend antikraakorgaan. Beide antikraakorganen zijn middels een ring 27 en een verende opsluitring 22 opgesloten. Daarbij stuit de dikkere ring 27 tegen de binnenzijde van de schootkast.
De dievenklauw 28 van figuur 11 omvat een op een houtschroef 29 roterend gelegerd antikraakorgaan 6, dat bij gesloten deurstand de spleet tussen deur 3 en kozijnstijl 30 overbrugt. Bij voorkeur grijpt het antikraakorgaan 6 dan in een in het kozijn 30 gestoken bus 31. Daarbij steunt de dikkere boutkop 32 tegen de bus 31.
Volgens figuur 12 is het einde 5 van de schoot 4 roteerbaar in legers 20 en is de schoot 5 voorzien van concentrische ringen 35 die aangrijpen op een rondsel 36 van het slot 37.
Het is denkbaar dat om een antikraakorgaan 6 een laag van aluminium of ander gemakkelijk smeltbaar materiaal wordt aangebracht, opdat dit materiaal zieh aan het oppervlak van een slijpschijf vasthecht en het slijpeffect aldus extra reduceert.
De uitvinding betreft en verschaft ook een kluis waarvan de grendelpennen van de sloten ter plaatse van de spleten tussen openingsranden van de kluis en deurranden voorzien zijn van ten minste een vrij roteerbaar gelegerd antikraakorgaan.
De constructie van de sluitinrichting is bij voorkeur zodanig dat ook ingeval een inbreker tegen de deur of het raam drukt, het antikraakorgaan toch vrij roteerbaar blijft, doordat de deur of het raam dan tegen een aanslag slaat die voorkomt dat het antikraakorgaan tegen een aanslagvlak wordt geklemd als zoln aanslag fungerende bovengenoemde elementen 10, 18, 27, 32 of eventueel een aanslag van de deur tegen een sponning.
De antikraakorganen 6 roteren om een aslijn die dwars, bij voorkeur loodrecht, staat op de met een slijp-
<Desc/Clms Page number 4>
schijf penetreerbare spleet tussen deur of raam en het kozijn daarvan.
<Desc / Clms Page number 1>
CLOSING DEVICE AND SAFE
The invention relates to a closing device, for example for a door, window or gate. Of these, burglar elements, such as bolts and thief claws, are cut to crack the closing device. This is done, for example, with battery-powered rotary grinding wheels.
The object of the invention is to provide a more crack-resistant closing device in this respect. It is characterized by at least one rotatably alloyed anti-cracking member.
When a grinding wheel meets the anti-cracking member, it starts to rotate and the grinding wheel cannot cut it, at least this takes a long time. In this case, the grinding wheel wears sharply. The destruction of the grinding wheel can be reinforced if the anti-cracking member on its outer side comprises at least one longitudinal groove or longitudinal back or ridges, is helical and / or contains a diamond layer.
The invention will be elucidated in the following description with reference to a drawing, in which proposals:
Figures 1, 7, 10, 11 and 12 each show a perspective, broken away view of a different locking device according to the invention;
Figures 2-6 each show an exploded perspective view of a different variant of detail II of figure 1;
Figures 8 and 9 are axial sectional views of fraction VIII of Figure 7 regarding embodiments.
The closing device 1 of figure 1 comprises a lock 2, which can be incorporated in a door 3 and which can have any conventional or other shape and construction. The bolt 4 thereof, i.e. the outwardly projecting end 5 of the bolt 4 is according to the invention
<Desc / Clms Page number 2>
provided with an anti-cracking member 6. In Figure 1, the anti-cracking member 6 consists of a cylindrical roller which bridges the gap between a mounting plate 7 of the lock 2 and a mounting plate 8 of the bolt case 9.
Figure 2 shows how the anti-cracking member 6 is rotatably mounted on the thinner cylindrical lap end 5 and is mounted by means of a retaining ring 10 and a pin 11 inserted through a transverse hole 12.
In Figure 2, the anti-cracking member 6 has a screw 13 on its outside, and in Figure 3 additionally axial grooves 14.
Axial ridges also promote the destruction of a grinding wheel when attempting to grind the bolt through the gap between the mounting plates 7 and 8. While this cutting takes place in a fraction of a minute on a normal one-piece steel bolt, cutting the anti-cracking member according to the invention, even with a simple cylindrical shape according to Figure 1, takes much more time.
According to figure 4, the anti-cracking member 6 has a diamond layer on its outside.
The anti-cracking member 6 can have all kinds of shapes (figure 5) or consist of a plurality of rings 16 (figure 6).
According to Figure 7, the bolt end 5 of bolt 4 of a lock 3 consists of an end plate 18 which, together with two cylindrical anti-cracking members 6, are continuously rotatably rotated on two screws 19 screwed axially in the bolt 4.
According to figure 8, a cylindrical anti-cracking member 6 is mounted on the end 5 of a bolt 4 by means of two ball bearings 20.
In figure 9 the anti-cracking member 6 consists of two outer rings 21 of two ball bearings 20 which are mounted on the end 5 of the bolt 4 by means of a resilient retaining ring 22.
In Figure 10, the latch pin 24 is of a latch
<Desc / Clms Page number 3>
25 provided with a cylindrical anti-cracking member 6 which is rotatably mounted on the locking pin 24 via a bearing bush 26. This bearing bush 26 also forms a rotating anti-cracking member. Both anti-cracking members are enclosed by means of a ring 27 and a resilient retaining ring 22. The thicker ring 27 abuts against the inside of the firing box.
The thief claw 28 of figure 11 comprises an anti-cracking member 6 rotating on a wood screw 29, which bridges the gap between door 3 and frame post 30 when the door position is closed. Preferably, the anti-cracking member 6 then engages in a sleeve 31 inserted in the frame 30. The thicker bolt head 32 here rests against the sleeve 31.
According to figure 12, the end 5 of the bolt 4 is rotatable in bearings 20 and the bolt 5 is provided with concentric rings 35 which engage on a pinion 36 of the lock 37.
It is conceivable that a layer of aluminum or other easily fusible material is applied around an anti-cracking member 6, so that this material adheres to the surface of a grinding wheel and thus further reduces the grinding effect.
The invention also relates to and provides a safe whose locking pins of the locks at the location of the gaps between opening edges of the safe and door edges are provided with at least one freely rotatable alloyed anti-cracking member.
The construction of the closing device is preferably such that, even if an intruder presses against the door or window, the anti-cracking member remains freely rotatable, because the door or window then strikes against a stop which prevents the anti-cracking member from being clamped against an abutment surface. the above-mentioned elements 10, 18, 27, 32 or, if appropriate, a stop of the door against a rebate.
The anti-cracking members 6 rotate about an axis which is transverse, preferably perpendicular, to the grinding
<Desc / Clms Page number 4>
disc-penetrable gap between door or window and its frame.