<Desc/Clms Page number 1>
Drager voor meerdere pakken van samen verpakte recipiënten.
De uitvinding heeft betrekking op een drager voor het transport van meerdere pakken van samen verpakte recipiënten, in het bijzonder blikjes of flessen meer bepaald met drank.
Drankblikjes en-flessen worden dikwijls in groepen of pakken van vier, zes of acht samen verpakt. De verpakking, de zogenoemde 4-packs, 6-packs of 8-packs.
De verpakking houdt niet enkel de blikjes of flessen stevig tegen elkaar samen, maar laat ook toe aan een consument het pak gemakkelijk vast te nemen voor het transport.
Deze verpakking kan door een plastic folie gevormd zijn, maar is meestal een blad van karton dat rond de groep blikjes of flessen is aangebracht en tot een mouw is samengekleefd, waarbij dan het aan de bovenkant van de blikjes of flessen gelegen gedeelte openingen bezit of van openingen kan voorzien worden waardoor een handgreep ontstaat.
Terwijl het individuële transport van de pakken gemakkelijk is is het transport van hoeveelheden dergelijke pakken naar het verkoopspunt niet zo gemakkelijk. De pakken worden immers naast en boven elkaar gestapeld op palletten. Een dergelijke stapeling waarbij de pakken rechtstreeks op elkaar steunen is evenwel niet zeer stabiel. Voor het transport worden de gestapelde pakken omgeven door een folie en na het verwijderen van deze folie op het verkoopspunt kan de stapel gemakkelijk omvallen.
<Desc/Clms Page number 2>
Bij het plaatsen van de pakken in verkoopsrekken of wanneer de consument meerdere pakken wenst, moeten de pakken één voor één worden genomen, hetgeen tijdrovend en onhandig is.
Vandaar dat reeds een drager van kunststof gebruikt werd waarop meerdere van deze pakken met blikjes kunnen worden geplaatst waardoor de stapeling meer stabiel is en gemakkelijk tegelijk meerdere pakken kunnen worden gemomen.
Deze bekende drager bestaat uit een bodem en schuin naar buiten verlopende zijwanden die een hoogte bezitten die merkelijk kleiner is dan de hoogte van de blikjes.
Deze weliswaar lage zijwanden belemmeren toch gedeeltelijk het zieht van de blikjes en vergroten de nodige ruimte voor het stapelen aangezien ze buiten de pakken uitsteken.
Wanneer de pakken met blikjes in dergelijke dragers worden geplaatst op een standaard pallet dat bestemd is voor een zelfde aantal pakken per laag, steken deze dragers buiten de pallet uit, hetgeen de behandeling ervan bemoeilijkt.
De wanden kunnen ook gemakkelijk beschadigd worden.
De uitvinding heeft een drager voor meerdere pakken van samen verpakte recipiënten tot doel die deze en andere nadelen niet heeft en die dus onder meer de zichtbaarheid van de recipiënten niet belemmert en een gemakkelijk transport op paletten toelaat.
Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt doordat de drager een tray is die bestaat uit een bodem zonder opstaande wanden die nagenoeg even lang en breed is als het geheel van de tegen elkaar aansluitende pakken waarmee hij volledig gevuld kan worden en uit op deze bodem staande kolommen die zodanig gelegen zijn dat ze het vullen van de
<Desc/Clms Page number 3>
bodem met aansluitend tegen elkaar geplaatste pakken toelaten, waarbij ten minste een aantal van deze kolommen, binnenin deze pakken, tussen de recipiënten ervan, gelegen zijn.
De uitvinding maakt gebruik van de vaststelling dat, wanneer pakken waarin de recipiënten normaal stevig tegen elkaar gedrukt zijn, op de bodem tegen elkaar geplaatst zijn, een stijf en vormvast geheel wordt verkregen.
Hierdoor kunnen verrassenderwijze de opstaande wanden van de bodem weggelaten worden zonder dat de bodem zelf aanzienlijk moet verstevigd worden. De lege tray is relatief vervormbaar, maar de gevulde tray is sterk en stijf.
Aangezien de bodem nagenoeg dezelfde lengte en breedte bezit als het geheel van de erop gelegen pakken, heeft deze bodem geen nadelige invloed op het stapelen op een pallet. Een pallet waarvan de afmetingen overeenkomen met een geheel van pakken kan gebruikt worden voor ditzelfde geheel van pakken op trays volgens de uitvinding, doordat deze trays niet buiten het pallet zullen uitsteken.
Een drager bestaande uit een bodem zonder opstaande wanden en uit kolommen is als dusdanig bekend, maar deze drager is bestemd voor losse blikjes. De kolommen zijn namelijk zodanig op de bodem aangebracht en bezitten zulkdanige vorm dat tussen deze kolommen individuele blikjes passen zonder elkaar te raken.
Pakken met blikjes of andere recipiënten kunnen door de ligging van de kolommen in deze bekende drager niet op de bodem worden aangebracht en doordat de blikjes niet tegen elkaar aansluiten wordt geen vormvast geheel verkregen.
<Desc/Clms Page number 4>
Volgens de uitvinding zijn de kolommen bij voorkeur minder hoog dan de recipiënten en hol en enigszins konisch uitgevoerd, terwijl de holte van een kolom zieh tot in de onderzijde van de bodem uitstrekt, zodanig dat bij het op elkaar stapelen van de lege trays de kolommen van op elkaar gelegen trays in elkaar schuiven. Van alle trays van een stapel behalve de bovenste is enkel de rand van de bodem zichtbaar en telt enkel de dikte van deze rand in de hoogte van de stapel.
Het volstaat dat kolommen binnenin de pakken gelegen zijn wanneer de bodem gevuld is.
Wanneer de tray bestemd is voor zogenoemde zes-pakken (6-packs), dit zijn pakken met zes recipiënten, bezit hij dan bij voorkeur twee kolommen per pak.
De tray kan bijvoorbeeld vier dergelijke pakken met zes blikjes bevatten, in welk geval, met de gebruikelijke afmetingen van dergelijke pakken, de tray een lengte van 40 cm en een breedte van 26, 7 cm bezit.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een drager voor meerdere pakken van samen verpakte recipiënten beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een bovenaanzicht weergeeft van een drager volgens de uitvinding met één pak met recipiënten erop ;
figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn 11-11 in figuur 1 ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn 111-111 in figuur 1 ;
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 4 schematisch een bovenaanzicht weergeeft van de volledig gevulde drager van figuur 1 ; figuur 5 schematisch een bovenaanzicht weergeeft van een pallet waarop dragers zoals de drager van figuur 5 zijn gestapeld ; figuren 6 en 7 schematisch een bovenzicht weergeven analoog aan dit van figuur 4, maar met andere pakken.
De drager volgens de uitvinding weergegeven in de figuren 1 tot 3 is een tray bestaande uit een bodem 1 zonder opstaande wanden en daarop staande holle kolommen 2, ook pinolen genoemd, waarbij de bodem l nagenoeg even lang en breed is als het geheel van de pakken 3 die de bodem 1 volledig vullen.
Een pak 3 bestaat uit een aantal recipiënten, namelijk blikjes 4 die verpakt zijn in een verpakking 5 waarin ze tegen elkaar zijn gedrukt zodanig dat het pak 3 tamelijk vormvast is.
In het voorbeeld is deze verpakking 5 gevormd door een strook die als een mouw rond de blikjes 4 is gewikkeld en meer bepaald een strook van karton die zieh van onder naar boven rond de blikjes 4 uitstrekt en onder de blikjes met zijn uiteinden aan elkaar bevestigd is.
Dergelijke verpakkingen 5 van karton zijn bekend en worden veelal zespak (6-pack), vierpak of achtpak genoemd naargelang het aantal blikjes 4. In hun bovenkant zijn ze van één of meer openingen 6 voorzien die bijvoorbeeld door de gebruiker kunnen gevormd worden door het uitdrukken van een lip en waardoor een vinger kan worden gestoken om het pak 3 vast te nemen.
<Desc/Clms Page number 6>
In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren l tot 4 bevat de verpakking 5 zes blikjes 4.
In plaats van blikjes 4 kan het pak 3 ook andere recipiënten bevatten zoals flesjes van glas of kunststof.
Ook in haar bodem is de verpakking 5 van één of meer openingen 7 voorzien waardoor een kolom 2 steekt die tussen de blikjes 4 van het pak 3 past.
In het geval van zes blikjes 4 zijn er twee kolommen 2 aanwezig per pak 3, zoals weergegeven in de figuren 1 en 2.
Deze kolommen 2 bezitten een hoogte die merkelijk kleiner is dan de hoogte van de blikjes 4 en passen tussen de verpakte blikjes 4 zoals vooral duidelijk zichtbaar is in figuur 3, op zulkdanige manier dat een pak 3 door de erin stekende kolommen 2 niet over de bodem 1 kan verschuiven.
De kolommen 2 zijn aan de buitenkant konisch om het plaatsen van een pak 3 erop te vergemakkelijken maar zijn ook aan de binnenkant konisch, waarbij de kolommen 2 of althans de holte 8 ervan zieh doorheen de bodem 1 uitstrekt tot aan de onderzijde van deze bodem 1 zodanig dat de kolommen 2 van op elkaar gestapelde lege bodems 1 in elkaar kunnen geschoven worden.
De bodem 1 heeft de vorm van een rechthoek met eventueel afgeronde hoeken. Hij bezit een roosterstructuur en is in één stuk met de kolommen 2 uit kunststof vervaardigd.
De bodem 1 van de tray volgens de figuren 1 tot 4 kan vier pakken 3 met zes blikjes 4 dragen. Wanneer deze vier pakken 3 op de kolommen 2 zijn geplaatst zijn ze ook tegen elkaar gelegen zoals weergegeven in figuur 4.
<Desc/Clms Page number 7>
Doordat de blikjes 4 in een pak 3 tegen elkaar aansluiten en de pakken praktisch tegen elkaar aansluitend door de kolommen 2 op de bodem 1 worden vastgehouden verkrijgt het geheel van bodem 1 en pakken 3 een grote vormvastheid, niettegenstaande de bodem 1 op zieh vervormbaar is.
Deze pakken 3 steken niet of nagenoeg niet buiten de bodem 1 uit, hetgeen toelaat gevulde dragers naast elkaar en met hun bodem tegen elkaar op een pallet te plaatsen. Zowel kolom-als kruisstapeling van de gevulde dragers is mogelijk, waarbij een bodem 1 van een bovengelegen drager rust op de pakken 3 waarmee een of twee eronder gelegen dragers zijn gevuld.
Deze pallet kan dezelfde pallet zijn die nu gebruikt wordt voor pakken 3 die rechtstreeks, dit is zonder drager worden gestapeld. De bodem kan een lengte en breedte van respectievelijk 400 en 267 mm bezitten zodanig dat op een standaard pallet van 800 x 1200 mm negen gevulde dragers 1-2 per laag kunnen worden geplaatst zoals schematisch weergegeven in figuur 5.
Bij het op elkaar stapelen van lege dragers 1-2 schuiven de kolommen 2 van boven elkaar liggende dragers in elkaar tot de bodems 1 tegen elkaar aansluiten. In een stapel neemt elke drager 1-2 met uitzondering van de bovenste dus slechts een dikte in die gelijk is aan de dikte van zijn bodem, dit is bijvoorbeeld ongeveer 1 cm.
Een aantal van de vakjes van de roostervormige bodem 1 kunnen bij het vervaardigen met een uitbreekbaar wandje 9 dichtgemaakt zijn, terwijl de machines die de pakken 3 op de bodem 1 plaatsten middelen bevatten om telkens ze een bodem 1 vullen een verschillend wandje 9 uit te duwen.
<Desc/Clms Page number 8>
Door het tellen van het aantal uitgebroken wandjes 9 kan gezien worden hoeveel maal de drager 1-2 reeds gebruikt werd. Na een aantal malen kan bijvoorbeeld besloten worden de drager te vernietigen of te recycleren.
De figuren 6 en 7 geven een drager 1-2 weer die gevuld is met pakken 3 met vier respectievelijk acht blikjes 4. Deze dragers bezitten een even grote bodem l maar een ander aantal kolommen 2 die daarenboven op andere plaatsen op de bodem 1 staan om tussen de blikjes 4 van de pakken 3 te vallen.
De hiervoor bechreven dragers 1-2 vergemakkelijken het transport en het stapelen van de pakken 3 en zorgen voor een stabiele stapel. De thans gebruikte paletten kunnen verder worden gebruikt.
Door de afwezigheid van zijwanden blijft de zichtbaarheid van de pakken 3 volledig. De vormvastheid is evenwel goed wanneer de bodem 1 volledig gevuld is met pakken 3.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen maar dergelijke drager voor pakken van samen verpakte recipiënten kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
In het bijzonder moet de bodem niet noodzakeljk een roosterstructuur bezitten. Hij kan bijvoorbeeld ook een plaat al dan niet voorzien van openingen zijn.