<Desc/Clms Page number 1>
Elastisch verend element en verende steun voorzien van dergelijke elastisch verende elementen.
De uitvinding heeft betrekking op een elastisch verend element van het type dat een kokervormig lichaam van schuim bevat dat voorzien is van holten die van buiten naar binnen gericht zijn, dat bijvoorbeeld kan aangewend worden ter vervanging van stalen veren als bouwelementen voor zetels, matrassen, kussens en dergelijke.
Het schuim kan zowel kunststofschuim, zoals bijvoorbeeld polyurethaanschuim, zijn als natuurlijk schuim, zoals natuurlijke latex.
Dergelijke verende elementen bieden uitstekende verende eigenschappen en een optimaal comfort en kunnen gemakkelijk verwerkt worden.
Ze worden meestal vervaardigd door een strook van schuim te perforeren, vervolgens in stukken te snijden en tenslotte de uiteinden ervan aan elkaar te bevestigen, bijvoorbeeld te lijmen, onder vorming van een hol lichaam dat bij de bekende verende elementen buisvormig is.
Een dergelijk elastisch verend element is bekend uit het Belgische octrooi nummer 1. 007. 171.
Door een optimale verhouding te zoeken tussen de materiaal-dikten en de diameter van het verende element werd getracht een evenwichtige veer tot stand te brengen, hetgeen resulteerde in een verend element dat zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde perfect cylindrisch is.
<Desc/Clms Page number 2>
Bij het belasten van een dergelijk verend element wordt de druk dan ook perfect verdeeld over het volledige bovenvlak of drukvlak en de onderliggende holten.
Doordat het materiaal bij het vormen van het verende element uitgaande van een vlakke strook aan de binnenkant meer samengedrukt wordt en dus een grotere dichtheid bezit dan aan de buitenkant, neemt de weerstand van het verende element van buiten naar binnen toe.
Dergelijke verende elementen zijn geschikt als veer met relatief grote weerstand zoals voor een matras, waar deze weerstand nog kan opgedreven worden door het aanbrengen van een stalen veer in de centrale holte van het schuimlichaam.
Dergelijke verende elementen zijn evenwel niet geschikt als bijzonder zachte veer zoals er bijvoorbeeld toegepast worden in hoofdkussens.
Er bestaan immers geen voldoende zachte schuimen om een kwalitatief goed zacht verend element te maken. Bij schuimen, bijvoorbeeld polyurethaanschuimen, is de zachtheid meestal omgekeerd evenredig aan het soortelijk gewicht. Schuimen met een laag soortelijk gewicht, die dus zeer zacht zijn, bezitten niet de nodige kracht en massa om zich volledig tot een egale veer te ontplooien daar de nodige interne spanningen ontbreken en/of leveren verende elementen op die zeer snel vermoeid geraken en na korte tijd hun initiële hoogten en vorm verliezen.
De uitvinding heeft een verend element tot doel dat deze en andere nadelen niet vertoont en dat dus een maximale zachtheid en elasticiteit bezit die ook in de tijd behouden blijven.
<Desc/Clms Page number 3>
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een elastisch verend element dat een buisvormig lichaam van schuim bevat dat in zijn wand voorzien is van holten die van buiten naar binnen gericht zijn, waarbij de buitenkant van het lichaam van het ene uiteinde naar het andere toe versmallend-verwijdend is.
Dergelijk verend element is zacht door de vorm van het lichaam dat van een schuim met relatief grote densiteit kan worden vervaardigd.
Bij voorkeur is het lichaam rond en is de diameter in het midden 85% of minder van de diameter op de uiteinden van het lichaam.
Deze versmallend-verwijdende vorm kan het gevolg zijn van inwendige spanningsverschillen in het lichaam bij de constructie ervan, bijvoorbeeld doordat het lichaam samengesteld is uit lagen met verschillende hardheid, voorzien is van holten in zijn wand die nabij de uiteinden van het lichaam groter zijn dan in het midden, een wanddikte bezit die bijzonder groot is ten opzichte van de omtrek, of vervaardigd is uit een stuk schuim waarvan de randen die bij de vorming van het lichaam aan elkaar bevestigd worden hol gebogen zijn.
Bij voorkeur is deze versmallend-verwijdende vorm evenwel het gevolg van uitwendige middelen, bijvoorbeeld een ring of cylinder die het midden van het lichaam omringt en insnoert of een plaat voorzien van een opening waardoor het lichaam steekt met zijn middelste gedeelte in de opening.
Zowel de ring of cylinder als de plaat kunnen van al of niet verend materiaal zoals schuim vervaardigd zijn.
<Desc/Clms Page number 4>
De uitvinding heeft ook betrekking op een verende steun die verende elementen volgens een van de vorige uitvoeringsvormen bevat die ten opzichte van elkaar verankerd zijn.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de verende steun een kussen dat een verende kern bevat die gevormd is uit een schuimplaat die voorzien is van openingen waardoor schuimlichamen steken die ter plaatste van de openingen door de schuimplaat ingesnoerd zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verend element en van een kussen voorzien van dergelijke elementen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een verend element volgens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een vooraanzicht weergeeft analoog aan dit in figuur 1 van een helft van een verend element, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ; figuur 4 een zicht in perspectief weergeeft van een stuk of blok waaruit een verend element in een nog andere uitvoeringsvorm kan worden vervaardigd ;
figuur 5 een vooraanzicht weergeeft analoog aan deze van de figuren 1 en 3, maar met betrekking tot een nog andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding ; figuur 6 een vooraanzicht weergeeft analoog aan dit van figuur 5, maar met betrekking tot een variante ;
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 7 een doorsnede weergeeft van een verend steunelement volgens de uitvinding.
Het verend element volgens de figuren 1 tot 6 bestaat in hoofdzaak uit een kokervormig lichaam 1 van schuim, bijvoorbeeld polyurethaanschuim of schuim van natuurlijke of synthetische latex, dat van een centrale opening 2 is voorzien die zich axiaal tussen de twee uiteinden uitstrekt, dat in zijn wand van holten 3 is voorzien die van buiten naar binnen gericht zijn, en waarvan de buitenzijde van het ene uiteinde naar het andere toe versmallend-verwijdend is.
Dit betekent dat de buitenomtrek van lichaam 1 vanaf beide uiteinden afneemt tot in het midden halverwege de uiteinden.
Indien het lichaam rond is zoals weergegeven in de figuren 1 tot 6 is de diameter op de uiteinden groter dan in het midden en is de buitenkant van dit lichaam praktisch bi-conisch. De diameter in het midden is bij voorkeur gelijk aan 85% of minder van de diameter op de uiteinden. ook de vlakken op de uiteinden zijn niet vlak maar ook enigszins conisch aan de buitenkant, wat uiteraard het verend vermogen van het lichaam 1 ten goede komt.
De centrale opening 2 is daarentegen praktisch cilindervormig.
De holten 3, die bij voorkeur in geschrankte symmetrie zijn gelegen, bezitten bijvoorbeeld een ruitvormige doorsnede die van buiten naar binnen afneemt tot praktisch nul aan de binnenzijde van het lichaam 1.
<Desc/Clms Page number 6>
Wanneer een vertikale belasting wordt uitgeoefend op het rechtopstaande verende element, dit is met de as van zijn lichaam vertikaal gericht zoals is weergegeven in de figuren 1 tot 6 wordt de druk niet meer volledig verdeeld over het volledige lichaam 1 maar vooral opgevangen door het bovenste gedeelte ervan dat aan de buitenkant gedeeltelijk over het eronder gelegen gedeelte van het lichaam zal neerbuigen.
Hierdoor is het verende element zachter dan wanneer het lichaam l over zijn volledige hoogte dezelfde omtrek zou bezitten als aan de uiteinden.
Bijgevolg is het mogelijk het lichaam 1 van schuim met relatief grotere densiteit te vervaardigen, welk toelaat om een kwalitatief beter verend element te verkrijgen en toch de soepelheid te behouden van een verend element met een lichaam van schuim met een kleinere densiteit en dus een minder goede duurzaamheid en herstelvermogen na indrukken.
De versmallend-verwijdende vorm van de buitenkant van het lichaam 1 kan op verschillende manieren worden verkregen en de constructie van dit lichaam 1 wordt mede bepaald door deze manieren van vervaardigen die hierna zullen worden beschreven.
Al deze manieren hebben gemeenschappelijk dat het lichaam 1 vervaardigd is uitgaande van een vlak stuk of blok schuim dat over zijn volledig oppervlak van korte insnijdingen is voorzien die zich doorheen de dikte van het stuk of het blok uitstrekken en die bij voorkeur volgens een geschrankt patroon zijn gerangschikt.
Dit stuk of blok wordt vervolgens zodanig geplooid dat zijn uiteinden tegen elkaar komen te liggen waarna deze
<Desc/Clms Page number 7>
uiteinden met elkaar worden verbonden, bij voorkeur door middel van een geschikte lijm.
In de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 bestaat het lichaam 1 uit een aantal lagen, bijvoorbeeld twee, van schuim met verschillende hardheid die met elkaar verbonden zijn.
Het stuk of blok waaruit het lichaam 1 wordt vervaardigd bestaat dus ook uit twee of meer lagen. Wanneer dit stuk of blok tot het lichaam wordt geplooid, met de hardste laag aan de buitenkant, ontstaan er verschillen in spanning tussen de lagen, waardoor de buitendiameter in het midden kleiner wordt dan op de uiteinden waar de spanning zich vertaalt in een conische vorm van de vlakken op de uiteinden.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 bezitten de holten 3 een grotere doorsnede aan de uiteinden van het lichaam 1 dan in het midden.
In het stuk of blok waaruit het lichaam 1 gevormd werd zijn dus grotere insnijdingen aangebracht nabij de randen die de uiteinden van het lichaam zullen vormen en bij het vormen is de spanning groter in het midden dan aan de uiteinden hetgeen resulteert in de versmallend-verwijdende buitenkant en conische vlakken op de uiteinden.
De versmallend-verwijdende-vorm van het lichaam 1 kan ook verkregen worden door het stuk of blok een bijzonder grote dikte te geven ten opzichte van de lengte, bijvoorbeeld een dikte gelijk aan een vierde of meer van de lengte, waardoor bij het plooien tot een buisvormig lichaam 1 grote spanningen op het buitenoppervlak ontstaan en bijgevolg de
<Desc/Clms Page number 8>
buitenkant versmallend-verwijdend is en de vlakken op de uiteinden conisch zijn.
Het lichaam 1 bezit ook een kleinste doorsnede in het midden door uit te gaan van een van insnijdingen voorzien stuk of blok 4 zoals weergegeven in figuur 4. De langse zijden van dit stuk die op de uiteinden van het lichaam komen te liggen zijn recht en evenwijdig aan elkaar. De dwarse zijden 5, die tegen elkaar worden bevestigd, zijn daarentegen hol gebogen.
Door de ontstane spanningen zullen ook de vlakken op de uiteinden conisch gaan vervormen.
De beste verende elementen zijn evenwel gevormd door de uitvoeringsvormen volgens de figuren 5 en 6, waarin de versmallend-verwijdende buitenzijde en de conische vlakken op het uiteinde van het lichaam 1 niet door inwendige spanningen maar door uitwendige middelen, namelijk een ring 6 of een plaat 7, worden verkregen.
Het lichaam 1 kan dan gevormd zijn uitgaande van een rechthoekig stuk of blok dat uit een laag of meerdere lagen schuim bestaat en van gelijke insnijdingen is voorzien en dat tot een buisvormig lichaam 1 wordt geplooid en met zijn uiteinden aan elkaar bevestigd.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 zijn de uitwendige middelen gevormd door een koker of ring 6 die in het midden rond het lichaam 1 is aangebracht dat in ruststand praktisch cilindervormig is. De binnendiameter van de ring 6 is uiteraard kleiner dan de diameter van het lichaam 1 in ruststand en dus kleiner dan en bij voorkeur gelijk aan 85% of minder van de diameter van het lichaam 1 op de uiteinden.
<Desc/Clms Page number 9>
Voor een lichaam 1 met een hoogte van ongeveer 10 cm en een diameter op de uiteinden van ongeveer 11 cm bezit de ring 6 bijvoorbeeld een hoogte van 2 cm en een dikte van 0, 5 cm.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 is de ring 6 vervangen door een plaat 7 die van een ronde opening 8 is voorzien waarvan de diameter gelijk is aan de binnendiameter van de ring en waardoor het lichaam 1 steekt.
Deze ring 6 of de plaat 7 snoeren het lichaam 1 in het midden in zodat een aan de buitenkant bi-conisch lichaam 1 met conische eindvlakken wordt verkregen.
De ring 6 of de plaat 7 kan van schuim zijn, bij voorkeur van hetzelfde schuim als het lichaam 1, of van een ander al of niet verend materiaal.
De plaat 7 kan gemeenschappelijk zijn aan twee of meer verende elementen en dus de verbinding verzekeren tussen twee of meer lichamen 1 van schuim die door verschillende openingen 8 steken.
Een dergelijke plaat 7, in het bijzonder van schuim, met lichamen 1 in de openingen 8 is bijzonder geschikt als kern van een verende steun zoals een kussen of dergelijke, alhoewel een dergelijke kern ook kan bestaan uit lichamen 1 die op andere manieren ten opzichte van elkaar verankerd zijn.
In figuur 7 is een dergelijk kussen weergegeven dat bestaat uit een kern 9 en een omhulsel 10.
De kern 9 is gevormd door een plaat 7 van schuim die voorzien is van openingen 8 waardoor lichamen 1 steken die door de plaat 7 in hun midden zijn ingesnoerd.
<Desc/Clms Page number 10>
Om hoogteverschillen en/of afrondingen van het omhulsel te volgen zijn de buitenste lichamen 1 daarbij minder hoog dan de andere.
Doordat de lichamen 1 in hun midden stevig door de plaat 7 verankerd zijn is het gevaar van uitknikken van deze lichamen bij belasting minder groot en kunnen de lichamen dan hoger zijn dan zonder de plaat 7. Door de bi-conische vorm van de lichamen 1 wordt een dubbele verende werking verkregen, zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de plaat 7.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk verend element en dergelijke verende steun kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Elastic resilient element and resilient support provided with such elastic resilient elements.
The invention relates to an elastic resilient element of the type containing a tubular body of foam provided with cavities directed from the outside inwards, which can for instance be used to replace steel springs as building elements for seats, mattresses, cushions and such.
The foam can be both synthetic foam, such as polyurethane foam, and natural foam, such as natural latex.
Such resilient elements offer excellent resilient properties and optimum comfort and can be easily processed.
They are usually manufactured by perforating a strip of foam, then cutting it into pieces and finally securing its ends together, for example gluing, to form a hollow body which is tubular with the known resilient elements.
Such an elastic resilient element is known from the Belgian patent number 1. 007. 171.
By seeking an optimal ratio between the material thicknesses and the diameter of the resilient element, an attempt was made to create a balanced spring, which resulted in a resilient element which is perfectly cylindrical both on the inside and on the outside.
<Desc / Clms Page number 2>
When loading such a resilient element, the pressure is therefore perfectly distributed over the entire top surface or pressure surface and the underlying cavities.
Since the material is more compressed on the inside starting from a flat strip and thus has a greater density than on the outside when the resilient element is formed, the resistance of the resilient element increases from the outside inwards.
Such resilient elements are suitable as a spring with a relatively high resistance, such as for a mattress, where this resistance can still be increased by arranging a steel spring in the central cavity of the foam body.
However, such resilient elements are not suitable as a particularly soft spring, such as are used in pillows, for example.
After all, there are not enough soft foams to make a good quality soft spring element. In foams, for example polyurethane foams, the softness is usually inversely proportional to the specific weight. Foams with a low specific weight, which are therefore very soft, do not have the necessary strength and mass to fully unfold into an even spring, as the necessary internal stresses are lacking and / or produce spring elements that tire very quickly and after a short time lose their initial heights and shape over time.
The object of the invention is a resilient element which does not exhibit these and other disadvantages and which therefore has a maximum softness and elasticity which are also retained over time.
<Desc / Clms Page number 3>
This object is achieved according to the invention by an elastic resilient element comprising a foam tubular body having in its wall cavities facing from the outside inwards, the outside of the body tapering from one end to the other is dilating.
Such a resilient element is soft due to the shape of the body which can be made of a foam of relatively high density.
Preferably, the body is round and the diameter at the center is 85% or less of the diameter at the ends of the body.
This narrowing-widening shape may be due to internal stress differences in the body during its construction, for example, because the body is composed of layers of different hardness, has cavities in its wall that are larger near the ends of the body than in the center, has a wall thickness which is particularly large with respect to the circumference, or is made of a piece of foam, the edges of which are joined together during the formation of the body, are concave.
Preferably, however, this narrowing-widening shape results from external means, for example a ring or cylinder that surrounds and constricts the center of the body or a plate provided with an opening through which the body projects with its middle part in the opening.
Both the ring or cylinder and the plate can be made of a resilient or non-resilient material such as foam.
<Desc / Clms Page number 4>
The invention also relates to a resilient support comprising resilient elements according to any of the previous embodiments anchored to each other.
In a particular embodiment, the resilient support is a cushion that includes a resilient core formed of a foam sheet which is provided with openings through which foam bodies protrude from the openings at the location of the foam sheet.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments of a resilient element and cushion having such elements are described below, by way of example without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: Figure 1 shows a front view of a resilient element according to the invention; figure 2 represents a section according to the line II-II in figure 1; figure 3 represents a front view analogous to that in figure 1 of a half of a resilient element, but with reference to another embodiment of the invention; figure 4 shows a perspective view of a piece or block from which a resilient element can be manufactured in yet another embodiment;
figure 5 represents a front view analogous to that of figures 1 and 3, but with regard to yet another embodiment according to the invention; figure 6 represents a front view analogous to that of figure 5, but with reference to a variant;
<Desc / Clms Page number 5>
figure 7 represents a section of a resilient support element according to the invention.
The resilient element according to Figures 1 to 6 mainly consists of a tubular body 1 of foam, for example polyurethane foam or foam of natural or synthetic latex, which is provided with a central opening 2 which extends axially between the two ends, which in its wall is provided with cavities 3 which are directed inwards from the outside, the outer side of which is narrowing-widening from one end to the other.
This means that the outer circumference of body 1 decreases from both ends to the middle halfway between the ends.
If the body is round as shown in Figures 1 to 6, the diameter at the ends is larger than in the center and the outside of this body is practically bi-conical. The diameter in the center is preferably equal to 85% or less of the diameter at the ends. the surfaces on the ends are not flat, but also somewhat conical on the outside, which of course benefits the resilience of the body 1.
The central opening 2, on the other hand, is practically cylindrical.
The cavities 3, which are preferably in staggered symmetry, have, for example, a diamond-shaped cross-section which decreases from the outside inwards to practically zero on the inside of the body 1.
<Desc / Clms Page number 6>
When a vertical load is applied to the upright spring element, this is with the axis of its body oriented vertically as shown in figures 1 to 6, the pressure is no longer completely distributed over the whole body 1 but mainly absorbed by the upper part that it will partially bend on the outside of the lower part of the body.
This makes the resilient element softer than if the body 1 had the same circumference over its full height as at the ends.
Consequently, it is possible to manufacture the body 1 of foam with a relatively greater density, which allows to obtain a higher-quality resilient element and still retain the flexibility of a resilient element with a body of foam with a lower density and thus a less good durability and recovery after pressing.
The narrowing-widening shape of the outside of the body 1 can be obtained in various ways, and the construction of this body 1 is partly determined by these manufacturing methods which will be described below.
All these ways have in common that the body 1 is manufactured from a flat piece or block of foam which is provided with short cuts over its entire surface which extend through the thickness of the piece or block and which are preferably in a staggered pattern. arranged.
This piece or block is then folded in such a way that its ends lie against each other, after which it ends
<Desc / Clms Page number 7>
ends are joined together, preferably by means of a suitable adhesive.
In the embodiment according to Figures 1 and 2, the body 1 consists of a number of layers, for example two, of foam of different hardness which are joined together.
The piece or block from which the body 1 is made therefore also consists of two or more layers. When this piece or block is crimped to the body, with the hardest layer on the outside, differences in tension arise between the layers, making the outer diameter smaller in the middle than at the ends where the tension translates into a conical shape of the surfaces on the ends.
In the embodiment according to figure 3, the cavities 3 have a larger cross section at the ends of the body 1 than in the center.
Thus, in the piece or block from which the body 1 was formed, larger incisions are made near the edges that will form the ends of the body and when forming, the tension is greater in the center than at the ends, resulting in the tapering-widening exterior and conical surfaces on the ends.
The tapered-widening shape of the body 1 can also be obtained by giving the piece or block a particularly great thickness relative to the length, for example a thickness equal to a quarter or more of the length, so that when pleating to a tubular body 1 creates great stresses on the outer surface and consequently the
<Desc / Clms Page number 8>
the outside is narrowing-widening and the surfaces on the ends are conical.
The body 1 also has a smallest cross-section in the center starting from an incised piece or block 4 as shown in figure 4. The longitudinal sides of this piece which come to lie on the ends of the body are straight and parallel together. The transverse sides 5, which are fixed against each other, are on the other hand curved.
Due to the stresses created, the surfaces on the ends will also deform conically.
The best resilient elements, however, are formed by the embodiments of Figures 5 and 6, wherein the tapering-widening exterior and the conical surfaces on the end of the body 1 are formed not by internal stresses but by external means, namely a ring 6 or a plate 7, are obtained.
The body 1 can then be formed from a rectangular piece or block consisting of a layer or several layers of foam and provided with equal cuts and which is folded into a tubular body 1 and fastened together with its ends.
In the embodiment according to figure 5, the external means are formed by a sleeve or ring 6 which is arranged centrally around the body 1, which is practically cylindrical in the rest position. The inner diameter of the ring 6 is, of course, smaller than the diameter of the body 1 at rest and thus less than and preferably equal to 85% or less of the diameter of the body 1 at the ends.
<Desc / Clms Page number 9>
For example, for a body 1 with a height of about 10 cm and a diameter at the ends of about 11 cm, the ring 6 has a height of 2 cm and a thickness of 0.5 cm.
In the embodiment according to figure 6, the ring 6 has been replaced by a plate 7 which is provided with a round opening 8, the diameter of which is equal to the inner diameter of the ring and through which the body 1 protrudes.
This ring 6 or the plate 7 cords the body 1 in the middle so that an outer conical body 1 with conical end faces is obtained.
The ring 6 or the plate 7 can be made of foam, preferably of the same foam as the body 1, or of another resilient or non-resilient material.
The plate 7 can be common to two or more resilient elements and thus ensure the connection between two or more foam bodies 1 which protrude through different openings 8.
Such a plate 7, in particular of foam, with bodies 1 in the openings 8 is particularly suitable as a core of a resilient support such as a cushion or the like, although such a core can also consist of bodies 1 which are different in relation to are anchored together.
Figure 7 shows such a cushion, which consists of a core 9 and an envelope 10.
The core 9 is formed by a plate 7 of foam which is provided with openings 8 through which bodies 1 protrude which are constricted by the plate 7 in their center.
<Desc / Clms Page number 10>
In order to follow height differences and / or roundings of the casing, the outer bodies 1 are less high than the others.
Because the bodies 1 are firmly anchored in their center by the plate 7, the risk of buckling of these bodies under load is less great and the bodies can then be higher than without the plate 7. The bi-conical shape of the bodies 1 obtained a double spring action, both at the top and at the bottom of the plate 7.
The invention is by no means limited to the embodiments described above and shown in the figures, but such a resilient element and such a resilient support can be realized in different variants without departing from the scope of the invention.