BE1009977A3 - Distance piece for reinforced concrete construction - has zig-zag folded rods networked between the support rods and fixture piece to secure to concrete layer - Google Patents

Distance piece for reinforced concrete construction - has zig-zag folded rods networked between the support rods and fixture piece to secure to concrete layer Download PDF

Info

Publication number
BE1009977A3
BE1009977A3 BE9600076A BE9600076A BE1009977A3 BE 1009977 A3 BE1009977 A3 BE 1009977A3 BE 9600076 A BE9600076 A BE 9600076A BE 9600076 A BE9600076 A BE 9600076A BE 1009977 A3 BE1009977 A3 BE 1009977A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
reinforcement
spacer
spacers
reinforcement layer
fasteners
Prior art date
Application number
BE9600076A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Paesen Rudi
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Paesen Rudi filed Critical Paesen Rudi
Priority to BE9600076A priority Critical patent/BE1009977A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1009977A3 publication Critical patent/BE1009977A3/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/16Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups
    • E04C5/20Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups of material other than metal or with only additional metal parts, e.g. concrete or plastics spacers with metal binding wires
    • E04C5/205Ladder or strip spacers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/01Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings
    • E04C5/06Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings of high bending resistance, i.e. of essentially three-dimensional extent, e.g. lattice girders
    • E04C5/0636Three-dimensional reinforcing mats composed of reinforcing elements laying in two or more parallel planes and connected by separate reinforcing parts
    • E04C5/064Three-dimensional reinforcing mats composed of reinforcing elements laying in two or more parallel planes and connected by separate reinforcing parts the reinforcing elements in each plane being formed by, or forming a, mat of longitunal and transverse bars
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/01Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings
    • E04C5/06Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings of high bending resistance, i.e. of essentially three-dimensional extent, e.g. lattice girders
    • E04C5/065Light-weight girders, e.g. with precast parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/16Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups
    • E04C5/18Spacers of metal or substantially of metal

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Reinforcement Elements For Buildings (AREA)

Abstract

The distance piece (1) is used e.g. when casting a concrete floor or wall, and has a hook shaped end. The distance piece is shaped as a longitudinal prism with a triangled cross-section formed by support rods (2,3,4). Between support rods (2,3) and support rods (3,4) is a network of zig-zag folded rods (5) which on the corners (6) are fixed to rods (2,3), or (4) to form a star-shaped pattern. The distance can be stacked easily, since between support rods (3,4) there is no network. The distance piece (1) has at least one fixture part (7) which is used to fix into the concrete layer (10). Pref. fixture part (7) is provided on each end of the unit.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Afstandhouder voor bewapening van wanden, vloeren, betonconstructies en   dergelijke.   



   De uitvinding heeft betrekking op een afstandhouder voor een bewapening met minstens twee onderling nagenoeg evenwijdige bewapeningslagen voor vloeren, wanden of andere betonconstructies, waarbij deze afstandhouder bestemd is om tussen deze bewapeningslagen bevestigd te worden. 



   In de huidige stand van de techniek wordt bij het construeren van bijvoorbeeld betonnen vloeren of wanden een bewapening gebruikt welke twee nagenoeg parallelle bewapeningslagen, gevormd door stalen roosters of netten, bevat die met behulp van staaldraad vastgebonden worden aan tussenliggende afstandhouders. Hiertoe wordt eerst een eerste bewapeningslaag aangebracht, waarop vervolgens door gekwalificeerde arbeiders, zogenaamde binders of   vechters,   de afstandhouders manueel worden vastgebonden. Deze afstandhouders bestaan uit balkvormige draadstrukturen welke een lengte tot 14 meter kunnen hebben en dan ook moeilijk te dragen of te plaatsen zijn. Eénmaal de afstandhouders op de eerste bewapeningslaag aangebracht zijn, wordt aan de tegenoverliggende zijde van de afstandhouders een tweede bewapeningslaag aangebracht en eveneens vastgebonden met staaldraad.

   Dit is een tijdrovende en kostelijke werkwijze welke in het bijzonder voor het wapenen van wanden, waar de bewapeningslagen vertikaal dienen opgehangen te worden, omslachtig is en gekwalificeerde arbeidskrachten vereist. 



   Een bijkomend nadeel, bij het gebruik van afstandhouders welke relatief lang zijn en parallel geplaatst worden, is, voor een vloerbewapening, het 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 doorbuigen van de netten van de bovenste bewapeningslaag tussen twee opeenvolgende afstandhouders. 



   De uitvinding heeft   o. m.   tot doel aan deze nadelen te verhelpen door een afstandhouder voor te stellen welke toelaat om op een snelle en economisch voordelige manier bewapeningen te construeren. 



   Tot dit doel is genoemde afstandhouder van minstens   een   bevestigingsorgaan, dat toelaat om deze afstandhouder op minstens   één   van genoemde bewapeningslagen vast te zetten, voorzien. 



   Doelmatig is genoemd bevestigingsorgaan op minstens één van de beide uiteinden van de afstandhouder voorzien. 



   Op een voordelige wijze is genoemd bevestigingsorgaan nagenoeg haakvormig en zodanig gericht dat deze door een relatieve nagenoeg evenwijdige onderlinge verschuiving van minstens één van de bewapeningslagen en desbetreffende afstandhouder op deze bewapeningslaag vastgeklemd kan worden. 



   Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de haakvormige bevestigingsorganen aan beide uiteinden van de afstandhouder voorzien, waarbij deze in dezelfde zin en volgens de langsrichting van de afstandhouder gericht zijn, zodanig dat door een relatieve verschuiving, volgens genoemde langsrichting, van deze laatste ten opzichte van een bijhorende bewapeningslaag, de bevestigingsorganen aan eenzelfde zijde van de afstandhouder ten opzichte van genoemde bewapeningslaag, geklemd worden. 



   De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het toepassen van de afstandhouder volgens de uitvinding. 



   Doelmatig worden, door de werkwijze volgens de uitvinding, na het plaatsen van   een   van de bewapeningslagen, afstandhouders, die voorzien zijn van bevestigingsorganen welke bij voorkeur gericht zijn volgens een vlak evenwijdig aan de langsrichting van deze 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 afstandhouders, bevestigd aan de geplaatste bewapeningslaag door de afstandhouders ten opzichte van deze bewapeningslaag te verschuiven zodanig dat genoemde bevestigingsorganen vastgeklemd worden op bewapeningsstaven van genoemde bewapeningslaag. Vervolgens wordt een tweede bewapeningslaag geplaatst aan de zijde van de afstandhouders tegenoverliggend aan de eerste bewapeningslaag. Deze tweede laag wordt ten opzichte van de afstandhouders verschoven ten einde deze laag op genoemde bevestigingsorganen vast te klemmen. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele uitvoeringsvormen van de afstandhouder en de werkwijze voor het toepassen van deze afstandhouder volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. 



   Figuur 1 is een perspectiefaanzicht van een afstandhouder van een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. 



   Figuur 2 is een perspectiefaanzicht van een afstandhouder van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. 



   Figuur 3 is een schematisch bovenaanzicht van een bewapeningslaag. 



   Figuur 4 is, op grotere schaal, een doorsnede volgens de lijn IV-IV uit figuur 3. 



   Figuur 5 is, op grotere schaal, een doorsnede volgens de lijn V-V uit figuur 3. 



   Figuur 6 is een schematisch zijaanzicht van een bijzondere uitvoeringsvorm van een afstandhouder volgens de uitvinding. 



   Figuren 7 en 8 geven schematisch een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding weer. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Figuren 9 en 10 geven schematisch een variante op de uitvoeringsvorm van figuren 7 en 8 weer. 



   Figuur 11 is een schematisch zijaanzicht van een bijzondere uitvoeringsvorm van een afstandhouder volgens de uitvinding. 



   Figuur 12 is een schematisch bovenaanzicht van een bewapeningslaag. 



   De afstandhouder   l,   volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding zoals voorgesteld in figuur   1,   heeft de vorm van een langwerpig prisma met driehoekige dwarsdoorsnede. De ribben, volgens de langsrichting van het prisma, worden gevormd door steunstaven 2,3 en 4. Tussen de steunstaven 2 en 3 en de steunstaven 2 en 4 is een netwerk voorzien dat bestaat uit twee in zig-zag geplooide staven 5 welke aan de hoeken 6 van deze zig-zag-vorm bevestigd zijn aan de staven 2,3 of 4. Aldus wordt een nagenoeg star geheel gevormd. Merk op dat deze afstandhouders 1 gemakkelijk stapelbaar zijn aangezien tussen de steunstaven 3 en 4 geen netwerk aanwezig is en de afstandhouders 1 bijgevolg in elkaar geschoven kunnen worden. 



   Deze afstandhouder 1 is voorzien van minstens   een   bevestigingsorgaan 7 dat toelaat om deze op een hierna beschreven bewapeningslaag 10 vast te zetten. 



   Aldus wordt dit bevestigingsorgaan 7 bij voorkeur aan minstens één van de uiteinden van de afstandhouder 1 voorzien. Dit bevestigingsorgaan 7 is, in deze uitvoeringsvorm, haakvormig en zodanig gericht dat door een relatieve verschuiving van dit bevestigingsorgaan 7 over een bewapeningslaag 10 of 11 de afstandhouder 1 aan deze laatste bevestigd wordt. Bij voorkeur is aan beide uiteinden van de afstandhouder 1 een dergelijk bevestigingsorgaan 7 voorzien. Deze organen 7 kunnen zowel aan de boven-als aan de onderzijde van de afstandhouder 1 aanwezig zijn. De bevestigingsorganen 7 aan de bovenzijde dienen dan bij voorkeur in tegengestelde zin ten opzichte van deze van de onderzijde gericht te zijn. Om een zekere 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 speling van de bewapeningslaag 10 of 11 te kunnen opvangen vertonen de bevestigingsorganen 7 opeenvolgende klemmingsstanden. 



   Meer bepaald worden, in de uitvoeringsvorm volgens figuur   1,   de bevestigingsorganen 7 aan een uiteinde van steunstaven 3 en 4 gevormd door een over een hoek van 1800 omgebogen uiteinde van deze staven, waarbij dit uiteinde gegolfd wordt uitgevoerd teneinde een haakvormig bevestigingsorgaan 7 te bekomen dat verschillende klemmingsstanden vertoont. Het overeenkomstig uiteinde 14 van de staaf 2 wordt enigszins naar binnen geplooid over een hoek van 15 ä 200 dit om te vermijden dat bij het bevestigen van een bewapeningsnet aan de afstandhouder 1, dit zou blijven haperen aan deze staaf 2. 



   Aan het andere uiteinde van de steunstaven 3 en 4 wordt dit bevestigingsorgaan 7 gevormd door een gegolfd uiteinde van de staven 5 dat zich uitstrekt tot buiten de afstandhouder 1 en tot ongeveer parallel met de steunstaven 3 en 4 omgebogen is, terwijl het overeenkomstig bevestigingsorgaan 7 aan de staaf 2 gevormd wordt door het over een hoek van 1800 omgebogen uiteinde van deze laatste. 



  Aldus, worden, in de uitvoeringsvorm volgens figuur   1,   de haken van de bevestigingsorganen ter hoogte van de steunstaven 3 en 4 naar links gericht en deze aan de steunstaaf 2 naar rechts gericht. 



   In figuur 2 is een tweede uitvoeringsvorm van de afstandhouder 1 volgens de uitvinding voorgesteld. Deze vertoont twee, in parallelle vlakken liggende, zigzagvormig geplooide steunstaven 2 en 3 welke onderling verbonden zijn door een netwerk dat uit een eveneens in zig-zagvorm geplooide staaf 5 bestaat welke aan de hoeken 6 van deze zig-zagvorm bevestigd is aan de staven 2 en 3. In deze uitvoeringsvorm is aan elk uiteinde van de onderzijde van de afstandhouder 1 een haakvormig bevestigingsorgaan 7, dat opeenvolgende klemmingsstanden kan innemen, voorzien. De bovenzijde ervan vertoont slechts aan   een   uiteinde een 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 dergelijk bevestigingsorgaan 7, dat gericht is in de tegengestelde zin ten opzichte van deze aan de onderzijde. 



   De figuren 3 tot 5 stellen een bewapeningslaag 10 voor waarop afstandhouders 1 geplaatst zijn. Deze afstandhouders 1 worden, voor de duidelijkheid, in figuur 3 schematisch voorgesteld door langwerpige balkjes. 



   De bewapeningslaag 10 is samengesteld uit een reeks rechthoekige netten 12 welke gevormd worden door elkaar loodrecht kruisende dwarse en langse bewapeningsstaven 8 en 9, zodanig dat vierkante mazen ontstaan. Elk van deze netten vertoont aan twee opeenvolgende randen zogenoemde stekeinden 15 en 16, welke gevormd worden door de zich loodrecht op deze randen uitstekende uiteinden van de bewapeningsstaven 8, respectievelijk 9. Het betreft hier op zichzelf bekende bewapeningsnetten 12. 



   Zoals geillustreerd door figuur 3 gaat men voor het plaatsen van een bewapeningslaag 10 als volgt te werk. 



  Een eerste net wordt in één van de hoeken van de te vormen vloer, wand of andere betonconstructie geplaatst zodanig dat de stekeinden 15 en 16 ervan naar binnen gericht zijn. 



  Vervolgens wordt op dezelfde manier een tweede net geplaatst zodanig dat dit   een   van de stekeinden 15 of 16 van het eerste net overlapt. De bewerking wordt herhaald tot het vormen van de volledige bewapeningslaag 10. 



   De netten 12 worden bij voorkeur zodanig gepositioneerd dat de afstand tussen de uiterste dwarse bewapeningsstaven 8, respectievelijk langse bewapeningsstaven 9, van twee naast elkaar liggende netten 12 gelijk is aan de grootte van genoemde mazen of aan een geheel veelvoud hiervan. 



   Tegen deze eerste bewapeningslaag 10 worden vervolgens de afstandhouders 1 geplaatst. Dit gebeurt door deze laatste in een richting parallel aan de langse bewapeningsstaven 9 van een net 12 te verschuiven zodanig dat de haakvormige bevestigingsorganen 7, die aan de steunstaven 3 en 4 voorzien zijn, dus aan de onderzijde van de afstandhouder   1,   zich elk rond een dwarse 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 bewapeningsstaaf 8 vastklemmen, zoals voorgesteld in de figuren 3 en 4. Hiertoe zijn de bevestigingsorganen 7 op eenzelfde steunstaaf 2,3 of 4 op een afstand van elkaar geplaatst die een veelvoud bedraagt van de maasgrootte of de afstand tussen twee opeenvolgende parallelle dwarsstaven 8. 



   Teneinde eventuele afstandvariaties op te vangen tussen dwarsstaven 8 van, bijvoorbeeld, opeenvolgende netten 12 vertonen de bevestigingsorganen 7 opeenvolgende klemmingsstanden. Hiertoe wordt een bevestigingsorgaan 7 gevormd door een haak waarvan minstens   een   van de benen, bij voorkeur het omgebogen been, zoals in figuur 1 voorgesteld, golfvormig is, zodat bij het bevestigen van een afstandhouder 1 op een bewapeningslaag een dwarse bewapeningsstaaf 8 tussen de benen van de haak in verschillende opeenvolgende standen geklemd kan worden. 



  Meer bepaald wordt de dwarse staaf 8 tussen een holte van het golfvormig been en het andere been geklemd, zodat voor elke holte van de golfvorm een andere klemmingsstand ingenomen kan worden. 



   De afstandhouders 1 worden bij voorkeur in parallelle rijen op regelmatige afstanden van elkaar op de bewapeningslaag bevestigd, waarbij de afstandhouders 1 van twee zieh naast elkaar uitstrekkende parallelle rijen zodanig geschrankt worden dat de afstandhouders 1 van de ene rij zieh tegenover de tussenruimte van twee opeenvolgende afstandhouders 1 van de andere rij bevinden. Deze   geschrankt   schikking beperkt de doorbuiging van de op deze afstandhouders 1 rustende bewapeningslaag in vergelijking met de schikking toegepast bij lange afstandhouders. De afstandhouder 1 heeft bij voorkeur een lengte tussen 50 en 200 cm. 



   Om een voldoende bevestiging van een afstandhouder 1 aan een bewapeningslaag te bekomen kunnen eventueel bevestigingsorganen 7 tussen de uiteinden van de afstandhouder 1 aan een steunstaaf 2,3 of 4 voorzien worden. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



   Nadat de afstandhouders 1 aldus op de netten 10 van een eerste bewapeningslaag 10 bevestigd werden, wordt op deze afstandhouders een, aan de zijde tegenoverliggend aan de eerste bewapeningslaag, tweede bewapeningslaag 11, welke niet in figuur 3 maar enkel in de figuren 4 en 5 werd voorgesteld, bevestigd. Dit gebeurt door de netten 12, in een bij benadering juiste positie, tegen de afstandhouders 1 te plaatsen en vervolgens ten opzichte van deze laatste te verschuiven zodanig dat dwarse bewapeningsstaven 8 van deze netten 12 vastgeklemd worden in de bevestigingsorganen 7 van de bovenzijde van de afstandhouders 1. 



   Zoals hierboven reeds vermeld werd, om te vermijden dat de netten 12 van de tweede bewapeningslaag zouden blijven haperen aan de afstandhouders 1 is het uiteinde 14 van de steunstaaf 2 aan de bovenzijde van deze laatste, dat niet voorzien is van een bevestigingsorgaan 7, naar de langsas van de afstandhouder 1 toe omgebogen, zoals voorgesteld in de figuren 1 en 6. 



   Ten einde verder te voorkomen dat, door het vastklemmen van de tweede bewapeningslaag 11, de afstandhouders 1 van de eerste bewapeningslaag 10 zouden los geraken, zijn, zoals hierboven reeds vermeld werd, de haakvormige bevestigingsorganen 7 van deze afstandhouders 1 aan hun bovenzijde in tegenovergestelde zin gericht ten opzichte van deze van de onderzijde. 



   In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals voorgesteld in figuur 6, worden deze bevestigingsorganen 7 aan de bovenzijde van de afstandhouder 1 gevormd door recht opstaande staafuiteinden 13, welke zich na het plaatsen van de netten 12 doorheen deze laatste uitstrekken en rond de dwarsstaven 8 dienen gebogen te worden ten einde de afstandhouders 1 aan de netten 12 te bevestigen. In dit geval worden de haakvormige bevestigingsorganen 7 aan de bovenzijde van de afstandhouders 1 dus gevormd nadat deze laatste ter plaatste gebracht werden tussen de twee bewapeningslagen 10 en 11. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



   In een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, zoals voorgesteld in de figuren 7 en 8, worden de afstandhouders 1 in parallelle rijen geplaatst tegen een eerste bewapeningslaag 10. De langsas van deze afstandhouders 1 staat hierbij dwars op genoemde rijen, zodanig dat de bevestigingsorganen 7 welke bij voorkeur aan een uiteinde van de afstandhouders 1 voorzien zijn van eenzelfde rij, zich nagenoeg op een rechte lijn bevinden. 



   Na het bevestigen van de afstandhouders 1 op de eerste bewapeningslaag 10, worden de bewapeningsnetten 12 van een tweede bewapeningslaag 11 aangebracht. Hiertoe wordt een bewapeningsnet 12 met een bewapeningsstaaf 8 welke zich aan de rand van het net 12 bevindt tegen een eerste rij afstandhouders 1 geplaatst zodanig dat genoemde staaf 8 in de bevestigingsorganen 7, welke zich op genoemde rechte lijn bevinden geklemd wordt terwijl het net 12 in een schuine stand, onder een bepaalde hoek ten opzichte van de bewapeningslaag 10, gehouden wordt. 



   Vervolgens wordt genoemd net gekanteld rond genoemde bewapeningsstaaf 8 tot tegen minstens een tweede rij afstandhouders 1 welke voorzien zijn van bevestigingsorganen 7 die gevormd worden door een staafuiteinde 13, zoals bij de afstandhouder 1 voorgesteld in figuur 6. het net 12 wordt dan bevestigd aan deze tweede rij afstandhouders 1 door genoemde staafuiteinden 13 rond de overeenkomstige staaf 8 van het bewapeningsnet 12 te buigen. Op deze manier wordt dus vermeden dat de netten
12 over de afstandhouders 1 over relatief grote afstanden dienen geschoven te worden. 



   In een variante op deze uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden enkel afstandhouders
1 gebruikt welke slechts van een haakvormig bevestigingsorgaan 7, zoals in figuur 1 voorgesteld, i voorzien zijn. Aldus wordt bij het plaatsen van een bewapeningsnet 12 tegen een eerste rij afstandhouders 1 de bewapeningsstaaf 8 nog niet vastgeklemd maar slechts tot 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 tegen genoemde, op een rechte lijn liggende, bevestigingsorganen 7 gebracht. Pas nadat het net 12 rond genoemde staaf 8 gekanteld werd en tegen de afstandhouders 1 rust, wordt dit net 12 verschoven tot de staaf 8 vastgeklemd wordt in de bevestigingsorganen 7 van de afstandhouders 1 van de verschillende parallelle rijen van afstandhouders 1. Deze werkwijze is schematisch voorgesteld in de figuren 9 en 10. 



   In figuur 11 wordt nog een andere uitvoeringsvorm van de afstandhouder   1,   volgens de uitvinding, voorgesteld welke zich onderscheidt ten opzichte van deze van figuur 1 door het feit dat deze aan beide uiteinden van de steunstaaf 2 aan zijn bovenzijde voorzien is van twee in dezelfde zin gerichte identieke haakvormige bevestigingsorganen 7. Deze afstandhouders 1 zijn bijzonder geschikt voor het bewapenen van wanden. 



  Aldus worden de afstandhouders 1 eerst eenvoudig opgehangen aan de eerste bewapeningslaag 10 van een wand, waarbij de bevestigingsorganen 7 aan de beide uiteinden van de onderzijde van een afstandhouder 1 vastgezet worden op deze eerste bewapeningslaag 10. Vervolgens wordt de tweede bewapeningslaag 11 aan beide bevestigingsorganen 7 van de bovenzijde van deze afstandhouders 1 opgehangen. 



   In figuur 12 wordt heel schematisch de tweede laag 11 van een bewapening weergegeven om duidelijk de plaatsing van de netten 12, met stekuiteinden 15 en 16, te illustreren. De afstandhouders 1 worden schematisch voorgesteld door hun aslijn in streep-punt lijn. Aldus, toont deze figuur 12, op schematische wijze, de werkwijze voor het plaatsen van de netten 12, zoals in figuur 3 geïllustreerd werd. 



   De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvormen van de uitvinding. Zo kan de richting van de haakvormige bevestigingsorganen 7 dwars op de afstandhouder 1 staan. Ook kan de afstandhouder 1 andere vormen aannemen dan deze voorgesteld in de figuren, 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 zo kan de afstandhouder 1 uit figuur 2 bijvoorbeeld aan zijn boven-en onderzijde voorzien zijn van verstevigingsstaven in de langsrichting, ten einde een stijver geheel te bekomen. Deze afstandhouders worden bij voorkeur uitgevoerd in staal, maar kunnen eventueel uit aluminium of andere metalen of materialen bestaan. 



   Alhoewel, zoals in bijgaande figuren voorgesteld werd, de afstandhouder 1 bij voorkeur uit een vakwerkligger van zeer uiteenlopende aard bestaat, dienen andere uitvoeringsvormen niet uitgesloten te worden. Wat essentieel is volgens de uitvinding, is dat hij van minstens   een   bevestigingsorgaan voorzien is, bij voorkeur aan   één   van zijn uiteinden. 



   Tenslotte, kan de afstandhouder volgens de uitvinding eveneens gebruikt worden in bewapeningen van constructies die niet van beton zijn.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   Spacer for reinforcing walls, floors, concrete structures and the like.



   The invention relates to a spacer for an reinforcement with at least two mutually parallel reinforcement layers for floors, walls or other concrete structures, this spacer being intended to be fixed between these reinforcement layers.



   In the current state of the art, in the construction of, for example, concrete floors or walls, an armament is used which contains two substantially parallel layers of reinforcement, formed by steel grids or nets, which are tied to intermediate spacers by means of steel wire. To this end, a first reinforcement layer is first applied, on which the spacers are then manually tied by qualified workers, so-called binders or fighters. These spacers consist of beam-shaped wire structures that can have a length of up to 14 meters and are therefore difficult to carry or install. Once the spacers have been applied to the first reinforcement layer, a second reinforcement layer is applied to the opposite side of the spacers and also tied with steel wire.

   This is a time consuming and costly process which is cumbersome and requires skilled labor, particularly for reinforcing walls where the layers of reinforcement are to be hung vertically.



   An additional drawback, when using spacers that are relatively long and placed in parallel, is, for a floor reinforcement, the

 <Desc / Clms Page number 2>

 bending of the nets of the top reinforcement layer between two successive spacers.



   One of the objects of the invention is to remedy these drawbacks by proposing a spacer which permits the construction of armaments in a fast and economically advantageous manner.



   For this purpose, said spacer is provided with at least one fastening member, which permits fixing this spacer on at least one of said reinforcement layers.



   The said fastening device is expediently provided on at least one of the two ends of the spacer.



   Advantageously, said fastening member is substantially hook-shaped and oriented in such a way that it can be clamped onto this reinforcement layer by a relative substantially parallel mutual displacement of at least one of the reinforcement layers and the relevant spacer.



   According to a special embodiment of the invention, the hook-shaped fastening members are provided at both ends of the spacer, these being oriented in the same sense and in the longitudinal direction of the spacer, such that by a relative displacement, according to said longitudinal direction, of the latter relative to of an associated reinforcement layer, the fastening members are clamped on the same side of the spacer relative to said reinforcement layer.



   The invention also relates to a method for using the spacer according to the invention.



   After the placing of one of the layers of reinforcement, the method according to the invention expediently makes spacers provided with fastening members which are preferably oriented along a plane parallel to the longitudinal direction of this

 <Desc / Clms Page number 3>

 spacers attached to the placed reinforcement layer by sliding the spacers relative to this reinforcement layer such that said fasteners are clamped onto reinforcement bars of said reinforcement layer. Then, a second reinforcement layer is placed on the side of the spacers opposite to the first reinforcement layer. This second layer is shifted relative to the spacers in order to clamp this layer on said fasteners.



   Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of some embodiments of the spacer and the method of applying this spacer according to the invention; this description is given as an example only and does not limit the scope of the protection sought; the reference numbers used hereinafter refer to the attached figures.



   Figure 1 is a perspective view of a spacer of a first embodiment according to the invention.



   Figure 2 is a perspective view of a spacer of a second embodiment of the invention.



   Figure 3 is a schematic top view of a reinforcement layer.



   Figure 4 is, on a larger scale, a section along the line IV-IV of Figure 3.



   Figure 5 is, on a larger scale, a section along the line V-V of Figure 3.



   Figure 6 is a schematic side view of a special embodiment of a spacer according to the invention.



   Figures 7 and 8 schematically represent a special embodiment of the method according to the invention.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



   Figures 9 and 10 schematically represent a variant of the embodiment of Figures 7 and 8.



   Figure 11 is a schematic side view of a special embodiment of a spacer according to the invention.



   Figure 12 is a schematic top view of a reinforcement layer.



   The spacer 1, according to a first embodiment of the invention as shown in figure 1, is in the form of an elongated prism with triangular cross section. The ribs, according to the longitudinal direction of the prism, are formed by support rods 2, 3 and 4. Between the support rods 2 and 3 and the support rods 2 and 4, a network is provided consisting of two rods 5 pleated in zigzag which are attached to the corners 6 of this zig-zag shape are attached to the bars 2, 3 or 4. Thus a substantially rigid whole is formed. Note that these spacers 1 are easily stackable since there is no network between the support rods 3 and 4 and the spacers 1 can therefore be pushed together.



   This spacer 1 is provided with at least one fastening member 7 which allows it to be fixed on a reinforcement layer 10 described below.



   This fastening member 7 is thus preferably provided at at least one of the ends of the spacer 1. In this embodiment, this fastening member 7 is hook-shaped and oriented such that the spacer 1 is fastened to the latter by a relative displacement of this fastening member 7 over a reinforcement layer 10 or 11. Preferably, such a fixing member 7 is provided at both ends of the spacer 1. These members 7 can be present at the top as well as at the bottom of the spacer 1. The fastening members 7 at the top should then preferably be oriented in the opposite sense to those from the bottom. To a certain degree

 <Desc / Clms Page number 5>

 to be able to absorb play of the reinforcement layer 10 or 11, the fastening members 7 have successive clamping positions.



   More specifically, in the embodiment of Figure 1, the fasteners 7 on one end of support bars 3 and 4 are formed by an end of these bars bent at an angle of 1800, this end being corrugated to obtain a hook-shaped fastener 7 which different clamping positions. The corresponding end 14 of the bar 2 is folded slightly inwards through an angle of 15 to 200 in order to avoid that when attaching a reinforcement net to the spacer 1, this would continue to falter on this bar 2.



   At the other end of the support rods 3 and 4, this fastener 7 is formed by a corrugated end of the rods 5 extending outside spacer 1 and bent to approximately parallel to support rods 3 and 4, while the corresponding fastener 7 is attached to the rod 2 is formed by the end of the latter bent at an angle of 1800.



  Thus, in the embodiment according to Figure 1, the hooks of the fasteners at the height of the support rods 3 and 4 are directed to the left and these on the support rod 2 are directed to the right.



   Figure 2 shows a second embodiment of the spacer 1 according to the invention. It has two parallel planes, zigzag-pleated support rods 2 and 3 which are interconnected by a network consisting of a rod 5 likewise pleated in zig-zag shape, which is attached to the bars 2 at the corners 6 of this zig-zag shape. and 3. In this embodiment, a hook-shaped fastener 7, which can take successive clamping positions, is provided at each end of the underside of the spacer 1. The top of it shows only one at one end

 <Desc / Clms Page number 6>

 such a fastener 7, which is oriented in the opposite sense to that at the bottom.



   Figures 3 to 5 represent a reinforcement layer 10 on which spacers 1 are placed. For clarity, these spacers 1 are schematically represented in figure 3 by elongated bars.



   The reinforcement layer 10 is composed of a series of rectangular nets 12 formed by perpendicularly crossing transverse and longitudinal reinforcement bars 8 and 9, such that square meshes are formed. Each of these nets has so-called bar ends 15 and 16 at two successive edges, which are formed by the ends of the reinforcing bars 8 and 9 projecting perpendicularly to these edges.



   As illustrated by Figure 3, the following is done for placing a reinforcement layer 10.



  A first net is placed in one of the corners of the floor, wall or other concrete construction to be formed such that the spigots 15 and 16 thereof face inwards.



  A second net is then placed in the same manner such that it overlaps one of the spigots 15 or 16 of the first net. The operation is repeated until the entire reinforcement layer 10 is formed.



   Nets 12 are preferably positioned such that the distance between the outermost transverse reinforcement bars 8 and longitudinal reinforcement bars 9 of two adjacent nets 12 is equal to the size of said meshes or to a whole multiple thereof.



   The spacers 1 are then placed against this first reinforcement layer 10. This is done by sliding the latter in a direction parallel to the longitudinal reinforcement bars 9 of a net 12 such that the hook-shaped fastening members 7, which are provided on the support rods 3 and 4, i.e. on the underside of the spacer 1, each around a transverse

 <Desc / Clms Page number 7>

 clamping reinforcing bar 8, as shown in figures 3 and 4. For this purpose, the fastening members 7 are placed on the same support bar 2, 3 or 4 at a distance from each other which is a multiple of the mesh size or the distance between two successive parallel cross bars 8.



   In order to accommodate any distance variations between cross bars 8 of, for example, successive nets 12, the fasteners 7 have successive clamping positions. To this end, a fastening member 7 is formed by a hook of which at least one of the legs, preferably the bent leg, as shown in figure 1, is corrugated, so that when fixing a spacer 1 on a reinforcement layer, a transverse reinforcement bar 8 between the legs of the hook can be clamped in several successive positions.



  More specifically, the transverse bar 8 is clamped between a cavity of the corrugated leg and the other leg, so that a different clamping position can be assumed for each cavity of the waveform.



   Spacers 1 are preferably mounted in parallel rows at regular intervals from each other on the reinforcement layer, spacers 1 of two parallel rows extending side by side being staggered such that spacers 1 of one row are opposite the spacing of two successive spacers 1 of the other row. This staggered arrangement limits the deflection of the reinforcement layer resting on these spacers 1 compared to the arrangement used with long spacers. The spacer 1 preferably has a length between 50 and 200 cm.



   In order to obtain a sufficient fastening of a spacer 1 to a reinforcement layer, fixing members 7 can optionally be provided between the ends of the spacer 1 on a support rod 2,3 or 4.

 <Desc / Clms Page number 8>

 



   After the spacers 1 have thus been attached to the nets 10 of a first reinforcement layer 10, a second reinforcement layer 11, opposite the side to the first reinforcement layer, is formed on these spacers, which was not shown in Figure 3 but only in Figures 4 and 5. proposed, confirmed. This is done by placing the nets 12, in an approximately correct position, against the spacers 1 and then sliding them relative to the latter such that transverse reinforcement bars 8 of these nets 12 are clamped in the fasteners 7 of the top of the spacers 1.



   As already mentioned above, in order to prevent the nets 12 of the second reinforcement layer from faltering on the spacers 1, the end 14 of the support rod 2 on the top of the latter, which is not provided with a fixing member 7, is facing the longitudinal axis of the spacer 1 bent as shown in Figures 1 and 6.



   In order to further prevent that, by clamping the second reinforcement layer 11, the spacers 1 of the first reinforcement layer 10 would become detached, as already mentioned above, the hook-shaped fasteners 7 of these spacers 1 are on their top side in the opposite sense. oriented with respect to the bottom.



   In a special embodiment of the invention, as shown in figure 6, these fastening members 7 on the top of the spacer 1 are formed by upright rod ends 13, which extend after the nets 12 have been placed through the latter and around the cross bars 8 should be bent to attach spacers 1 to nets 12. In this case, the hook-shaped fasteners 7 on the top of the spacers 1 are thus formed after the latter have been placed between the two reinforcement layers 10 and 11.

 <Desc / Clms Page number 9>

 



   In a special embodiment of the method according to the invention, as represented in figures 7 and 8, the spacers 1 are placed in parallel rows against a first reinforcement layer 10. The longitudinal axis of these spacers 1 is transverse to said rows, such that the fastening members 7, which are preferably provided with the same row at one end of the spacers 1, are substantially in a straight line.



   After attaching the spacers 1 to the first reinforcement layer 10, the reinforcement nets 12 of a second reinforcement layer 11 are applied. For this purpose, a reinforcement mesh 12 with a reinforcement bar 8 located at the edge of the mesh 12 is placed against a first row of spacers 1 such that said bar 8 is clamped in the fasteners 7, which are on said straight line, while the mesh 12 is in is inclined at a certain angle to the reinforcement layer 10.



   Then said net is tilted around said reinforcing bar 8 to at least a second row of spacers 1 which are provided with fasteners 7 formed by a rod end 13, as in spacer 1 shown in figure 6. the net 12 is then attached to this second row spacers 1 by bending said bar ends 13 around the corresponding bar 8 of the reinforcement net 12. In this way, the nets are thus avoided
12 must be slid over the spacers 1 over relatively large distances.



   In a variant of this embodiment of the method according to the invention, only spacers are used
1 which are only provided with a hook-shaped fastening member 7, as shown in figure 1. Thus, when placing a reinforcement mesh 12 against a first row of spacers 1, the reinforcement bar 8 is not yet clamped but only up to

 <Desc / Clms Page number 10>

 brought against said straight-lying fasteners 7. Only after the net 12 has been tilted around said rod 8 and rests against the spacers 1, this net 12 is shifted until the rod 8 is clamped in the fasteners 7 of the spacers 1 of the different parallel rows of spacers 1. This method is schematic represented in Figures 9 and 10.



   In Fig. 11, yet another embodiment of the spacer 1, according to the invention, is presented, which is distinguished from that of Fig. 1 in that it is provided with two in the same sense at its ends at both ends of the support rod 2. oriented identical hook-shaped fasteners 7. These spacers 1 are particularly suitable for reinforcing walls.



  Thus, the spacers 1 are first simply suspended from the first reinforcement layer 10 of a wall, the fastening members 7 being fixed on both ends of the underside of a spacer 1 to this first reinforcement layer 10. Next, the second reinforcement layer 11 is attached to both fasteners 7 from the top of these spacers 1.



   Figure 12 shows very schematically the second layer 11 of a reinforcement to clearly illustrate the placement of the nets 12, with cutting ends 15 and 16. The spacers 1 are schematically represented by their axis line in dash-dot line. Thus, this Figure 12 schematically shows the method of placing the nets 12, as illustrated in Figure 3.



   The invention is of course in no way limited to the embodiments of the invention described above and proposed in the accompanying figures. The direction of the hook-shaped fastening members 7 can thus be transverse to the spacer 1. The spacer 1 can also take other forms than those shown in the figures,

 <Desc / Clms Page number 11>

 for example, the spacer 1 of figure 2 can be provided on its top and bottom with reinforcing bars in the longitudinal direction, in order to obtain a more rigid whole. These spacers are preferably made of steel, but may optionally consist of aluminum or other metals or materials.



   Although, as has been proposed in the accompanying figures, the spacer 1 preferably consists of a lattice girder of very different nature, other embodiments should not be excluded. What is essential according to the invention is that it is provided with at least one fastening member, preferably at one of its ends.



   Finally, the spacer according to the invention can also be used in reinforcements of non-concrete structures.


    

Claims (15)

CONCLUSIES 1. Afstandhouder (1), voor een bewapening van een vloer, wand of andere constructies, met minstens twee onderling nagenoeg evenwijdige bewapeningslagen, welke afstandhouder (1) bestemd is om tussen deze laatste bevestigd te worden, met het kenmerk dat deze afstandhouder (1) van minstens één bevestigingsorgaan (7) voorzien is dat toelaat deze op minstens één van de genoemde bewapeningslagen vast te zetten.  CONCLUSIONS Spacer (1), for reinforcing a floor, wall or other structures, with at least two mutually parallel layers of reinforcement, which spacer (1) is intended to be fixed between the latter, characterized in that this spacer (1 ) is provided with at least one fastening member (7) which allows it to be fixed on at least one of the mentioned reinforcement layers. 2. Afstandhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk dat genoemd bevestigingsorgaan (7) op minstens een van de beide uiteinden van deze voorzien is.  Spacer according to claim 1, characterized in that said fixing member (7) is provided on at least one of the two ends. 3. Afstandhouder volgens een van de conclusies 1 of 2, met het kenmerk dat genoemd bevestigingsorgaan (7) nagenoeg haakvormig is en zodanig gericht is dat deze afstandhouder (1) door een relatieve nagenoeg evenwijdige onderlinge verschuiving van minstens een van de bewapeningslagen en desbetreffende afstandhouder (1) op een bewapeningslaag vastgeklemd kan worden.  Spacer according to either of Claims 1 and 2, characterized in that said fastening member (7) is substantially hook-shaped and is oriented such that this spacer (1) is displaced by a relative substantially parallel mutual displacement of at least one of the reinforcement layers and the respective spacer (1) can be clamped onto a reinforcement layer. 4. Afstandhouder volgens conclusie 3, met het kenmerk dat haakvormige bevestigingsorganen (7) aan de beide uiteinden ervan voorzien zijn en in dezelfde zin gericht zijn nagenoeg volgens de langsrichting van de afstandhouder (1), zodanig dat door een relatieve verschuiving van deze laatste t. o. v. desbetreffende bewapeningslaag volgens genoemde langsrichting de bevestigingsorganen (7) aan beide uiteinden van de afstandhouder (1) op deze bewapeningslaag geklemd worden.  Spacer according to claim 3, characterized in that hook-shaped fasteners (7) are provided at both ends and are oriented in the same sense substantially along the longitudinal direction of the spacer (1), such that by a relative displacement of the latter . o. for the respective reinforcement layer in accordance with said longitudinal direction, the fastening members (7) are clamped on this reinforcement layer at both ends of the spacer (1). 5. Afstandhouder volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat deze een langwerpig netwerk omvat, waarvan de hoogte nagenoeg overeenkomt met de te voorziene afstand tussen twee opeenvolgende bewapeningslagen en met aan zijn boven-en onderzijde, nagenoeg over zijn volledige lengte, langsgerichte steunstaven (2,3, 4), zodanig dat de afstandhouder (1) en een met deze laatste samenwerkende bewapeningslaag ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven. <Desc/Clms Page number 13>  Spacer according to any one of claims 1 to 4, characterized in that it comprises an elongated network, the height of which corresponds substantially to the foreseeable distance between two successive layers of reinforcement and with its top and bottom, substantially over its full length longitudinal support rods (2, 3, 4) such that the spacer (1) and a reinforcing layer cooperating with the latter can slide relative to each other.  <Desc / Clms Page number 13>   6. Afstandhouder volgens één van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk dat genoemde bevestigingsorganen (7) zowel aan de boven-als aan de onderzijde van de afstandhouder (1) voorzien zijn.  Spacer according to any one of claims 1 to 5, characterized in that said fastening members (7) are provided on both the top and the bottom of the spacer (1). 7. Afstandhouder volgens conclusie 6, met het kenmerk dat wanneer de bevestigingsorganen (7) haakvormig zijn, deze van de bovenzijde in tegengestelde zin ten opzichte van deze van de onderzijde gericht zijn, waarbij zowel deze aan de bovenzijde als deze aan de onderzijde EMI13.1 uitsteken ten opzichte van de afstandhouder (1) ten einde, bij het over elkaar verschuiven van deze afstandhouder (1) en een bewapeningslaag, toe te laten deze aan elkaar vast te haken.  Spacer according to claim 6, characterized in that when the fastening members (7) are hook-shaped, they point from the top in the opposite direction from that of the bottom, with both these on the top and those on the bottom  EMI13.1  protruding relative to the spacer (1) so as to allow this spacer (1) and a reinforcement layer to slide over each other to allow them to be hooked together. 8. Afstandhouder volgens één van de conclusies 5 tot 7, met het kenmerk dat minstens een van de uiteinden van minstens één van de staven (2,3, 4) naar de buitenzijde omgebogen is tot het vormen van genoemd haakvormig bevestigingsorgaan.  Spacer according to any one of claims 5 to 7, characterized in that at least one of the ends of at least one of the bars (2, 3, 4) is bent outwards to form said hook-shaped fastener. 9. Afstandhouder volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk dat de bevestigingsorganen (7) meerdere opeenvolgende klemmingsstanden vertonen.  Spacer according to any one of claims 1 to 8, characterized in that the fastening members (7) have several successive clamping positions. 10. Afstandhouder volgens één van de conclusies 5 tot 9, met het kenmerk dat deze nagenoeg de vorm heeft van een driezijdig prisma, waarbij genoemde langsgerichte steunstaven (2,3, 4) zich nagenoeg volgens langse ribben van dit prisma uitstrekken.  Spacer according to any one of claims 5 to 9, characterized in that it is substantially in the form of a three-sided prism, said longitudinal support rods (2, 3, 4) extending substantially along the longitudinal ribs of this prism. 11. Afstandhouder volgens een van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat de afstand tussen twee opeenvolgende bevestigingsorganen (7) aan een van de langszijden ervan een veelvoud is van de afstand tussen twee opeenvolgende bewapeningsstaven (8) van genoemde bewapeningslagen.  Spacer according to any one of claims 1 to 10, characterized in that the distance between two successive fasteners (7) on one of its longitudinal sides is a multiple of the distance between two successive reinforcing bars (8) of said reinforcement layers. 12. Werkwijze voor het toepassen van de afstandhouder (1), volgens een van de vorige conclusies, bij het samenstellen van een bewapening voor een wand, een vloer of andere betonconstructies, waarbij gebruik gemaakt wordt, enerzijds, van minstens twee onderling nagenoeg <Desc/Clms Page number 14> evenwijdige bewapeningslagen die op een bepaalde afstand ten opzichte van elkaar vastgezet dienen te worden en, anderzijds, van een tussenbewapening met afstandhouders (1) die op regelmatige afstand tussen deze bewapeningslagen aan deze laatste vastgezet worden en waarvan de hoogte nagenoeg overeenstemt met genoemde bepaalde afstand tussen deze bewapeningslagen, met het kenmerk dat, na het plaatsen van één van de bewapeningslagen (10), afstandhouders (1),  Method for applying the spacer (1), according to any one of the preceding claims, when assembling a reinforcement for a wall, a floor or other concrete structures, on the one hand using at least two mutually substantially  <Desc / Clms Page number 14>  parallel layers of reinforcement to be fixed at a certain distance from one another and, on the other hand, of an intermediate reinforcement with spacers (1) which are fixed at regular intervals between these layers of reinforcement and the height of which corresponds substantially to the specified distance between these layers of reinforcement, characterized in that, after placing one of the layers of reinforcement (10), spacers (1), die voorzien zijn van bevestigingsorganen (7), bevestigd worden aan de geplaatste bewapeningslaag (10) door deze afstandhouders (1) ten opzichte van deze bewapeningslaag (10) te schuiven zodanig dat. genoemde bevestigingsorganen (7) bewapeningsstaven (8,9) van genoemde bewapeningslaag (10) vastklemmen, waarbij vervolgens een tweede bewapeningslaag (11) geplaatst wordt aan de zijde van de afstandhouders (1) tegenoverliggend aan de eerste bewapeningslaag (10) en ten opzichte van de afstandhouders (1) verschoven wordt ten einde genoemde bevestigingsorganen (7) vast te klemmen op deze tweede bewapeningslaag (11).    provided with fasteners (7) are attached to the placed reinforcement layer (10) by sliding these spacers (1) relative to this reinforcement layer (10) such that. said fasteners (7) clamp reinforcement bars (8,9) of said reinforcement layer (10), whereby a second reinforcement layer (11) is then placed on the side of the spacers (1) opposite to the first reinforcement layer (10) and the spacers (1) are shifted in order to clamp said fasteners (7) on this second reinforcement layer (11). 13. Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat genoemde afstandhouders (1) in parallelle rijen geplaatst worden, waarbij de langsas van genoemde afstandhouders (1) nagenoeg dwars op genoemde rijen staat, en dit zodanig dat de bevestigingsorganen (7), aan het uiteinde van de afstandhouders (1) van eenzelfde rij voorzien, zich op nagenoeg een rechte lijn bevinden.  Method according to claim 12, characterized in that said spacers (1) are placed in parallel rows, the longitudinal axis of said spacers (1) being substantially transverse to said rows, such that the fasteners (7) at the end of the spacers (1) with the same row, are on almost a straight line. 14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de afstandhouders (1) geschrankt ten opzichte van elkaar geplaatst worden.  Method according to claim 12 or 13, characterized in that the spacers (1) are placed staggered relative to each other. 15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat men, om genoemde tweede bewapeningslaag (11) te plaatsen, een bewapeningsstaaf (8, 9) welke zich aan de rand van een bewapeningsnet (12) bevindt, tegen een eerste rij afstandhouders (1) laat steunen, meer bepaald tegen de bevestigingsorganen (7) welke zich op genoemde lijn bevinden, waarbij genoemd net (12) schuin ten opzichte van genoemd bewapeningsnet <Desc/Clms Page number 15> gehouden wordt en waarbij vervolgens dit bewapeningsnet (12) rond deze staaf (8,9) gekanteld wordt tot nagenoeg tegen en parallel met minstens een tweede rij afstandhouders (1) welke nagenoeg parallel loopt met genoemde eerste rij, en tenslotte de bevestigingsorganen (7) van deze tweede rij afstandhouders (1) bevestigd worden aan deze tweede bewapeningslaag (11).  Method according to claim 13 or 14, characterized in that, in order to place said second reinforcement layer (11), a reinforcement bar (8, 9) which is located on the edge of a reinforcement net (12), against a first row of spacers ( 1) supports, in particular against the fasteners (7) located on said line, said net (12) oblique to said reinforcement net  <Desc / Clms Page number 15>  and subsequently tilting this reinforcement mesh (12) around this rod (8,9) to substantially against and parallel to at least a second row of spacers (1) which is substantially parallel to said first row, and finally the fasteners (7) of this second row of spacers (1) are attached to this second reinforcement layer (11).
BE9600076A 1996-01-26 1996-01-26 Distance piece for reinforced concrete construction - has zig-zag folded rods networked between the support rods and fixture piece to secure to concrete layer BE1009977A3 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600076A BE1009977A3 (en) 1996-01-26 1996-01-26 Distance piece for reinforced concrete construction - has zig-zag folded rods networked between the support rods and fixture piece to secure to concrete layer

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600076A BE1009977A3 (en) 1996-01-26 1996-01-26 Distance piece for reinforced concrete construction - has zig-zag folded rods networked between the support rods and fixture piece to secure to concrete layer

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1009977A3 true BE1009977A3 (en) 1997-11-04

Family

ID=3889497

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600076A BE1009977A3 (en) 1996-01-26 1996-01-26 Distance piece for reinforced concrete construction - has zig-zag folded rods networked between the support rods and fixture piece to secure to concrete layer

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1009977A3 (en)

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1236160B (en) * 1963-07-31 1967-03-09 Baustahlgewebe Gmbh Spacer for the upper reinforcement of concrete components
FR2060374A1 (en) * 1969-09-03 1971-06-18 Rheinbau Gmbh
FR2121365A1 (en) * 1971-01-06 1972-08-25 Colombier Marc
DE2126670A1 (en) * 1971-05-28 1972-12-07 Meissner, Friedrich, 8035 Gauting Spacers for wall reinforcement in concrete walls
NL7605566A (en) * 1976-05-24 1977-11-28 Aarding Weerstandlas Bv Concrete reinforcing mesh distance piece - comprises framework with legs perpendicular to it
DE8804708U1 (en) * 1988-04-09 1988-06-01 Heinzle, Otto, Montlingen Reinforcement support
WO1989000226A1 (en) * 1987-07-03 1989-01-12 Smedjebacken Boxholm Stål Ab Lattice girder
NL9101729A (en) * 1991-10-16 1993-05-17 Jacobus Lambertus Van Merkstei Spacer provided with hook means
DE9409138U1 (en) * 1994-06-06 1994-08-04 Dausend, Hans-Werner, 42279 Wuppertal Spacers for the upper reinforcement

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1236160B (en) * 1963-07-31 1967-03-09 Baustahlgewebe Gmbh Spacer for the upper reinforcement of concrete components
FR2060374A1 (en) * 1969-09-03 1971-06-18 Rheinbau Gmbh
FR2121365A1 (en) * 1971-01-06 1972-08-25 Colombier Marc
DE2126670A1 (en) * 1971-05-28 1972-12-07 Meissner, Friedrich, 8035 Gauting Spacers for wall reinforcement in concrete walls
NL7605566A (en) * 1976-05-24 1977-11-28 Aarding Weerstandlas Bv Concrete reinforcing mesh distance piece - comprises framework with legs perpendicular to it
WO1989000226A1 (en) * 1987-07-03 1989-01-12 Smedjebacken Boxholm Stål Ab Lattice girder
DE8804708U1 (en) * 1988-04-09 1988-06-01 Heinzle, Otto, Montlingen Reinforcement support
NL9101729A (en) * 1991-10-16 1993-05-17 Jacobus Lambertus Van Merkstei Spacer provided with hook means
DE9409138U1 (en) * 1994-06-06 1994-08-04 Dausend, Hans-Werner, 42279 Wuppertal Spacers for the upper reinforcement

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2571337A (en) Boat dock and the like
US1986172A (en) Steel and concrete construction
JP2003512547A (en) Concrete wall reinforcement
BE1009977A3 (en) Distance piece for reinforced concrete construction - has zig-zag folded rods networked between the support rods and fixture piece to secure to concrete layer
NL8900704A (en) SURFACE ASSEMBLY DEVICE FOR CONSTRUCTION OF CONCRETE MOLDING MOLIES.
MX2007011613A (en) Formwork panel for walls and columns.
US3950911A (en) Apparatus for reinforcing concrete
US2118374A (en) Concrete form
US3102501A (en) Knock-down shelving structure
US2752868A (en) Roof construction
CZ297567B6 (en) Shelf
US1898319A (en) Concrete form
US2989794A (en) Shuttering system for cast concrete walls
US6216412B1 (en) Method for the reinforcement of reinforced concrete and reinforcement for use thereof
NL7809424A (en) BREEDING SPACE.
JPH04143350A (en) Semi-prefabricated reinforcement for beam stirrup and arranging method of beam reinforcement therewith
CN219081076U (en) Face limit protection net of building carrier plate
NL1023581C2 (en) Stand for fence for placing on formwork floor, has foot with triangular cross section for securing to floor reinforcing structure
JP2649145B2 (en) Reinforcement support metal fittings and various rebar arrangement methods using the support metal fittings
JP2578309B2 (en) Method for manufacturing bridge block and T-section girder
NL2010863C2 (en) FORMWORK SYSTEM, PLATE FORMWORK ELEMENT SUITABLE FOR SUCH FORMWORK SYSTEM AND METHOD FOR Pouring concrete.
US2151860A (en) Building construction
US760407A (en) Fence.
JPH0738389Y2 (en) Concrete embedded formwork
US2196158A (en) Concrete construction

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PAESEN RUDI

Effective date: 19980131