<Desc/Clms Page number 1>
"Aan een muur of wand te bevestigen veiligheidskast voor telefonische electrische bedrading en dgl."
Deze uitvinding heeft betrekking op een aan een wand of muur te bevestigen veiligheidskast voor telefonische electrische bedrading en dergelijke.
Doel van de uitvinding is een veiligheidskast te ontwerpen die niet alleen tegen inbraak vrijwaart maar bij in de kast uit te voeren werken een gemakkelijke toegang tot de verschillende in de kast opgestelde componenten toelaat.
Om dit conform de uitvinding mogelijk te maken, is de veiligheidskast volgens de uitvinding gekenmerkt door : a) een bevestigingsplaat met twee zich haaks ten opzichte hiervan uitstrekkende wanden, een op deze wanden scharnierend bevestigde en met de bevestigingsplaat evenwijdig lopende montageplaat met een doorlopende opstaande zijrand en een scharnierend aan deze montageplaat bevestigd doosvormig deksel dat in de gesloten stand tot achter hogerbedoelde montageplaat reikt ; b) twee op bedoelde montageplaat losneembaar bevestigde afneembare en omkeerbare vorkpaumelles voor het scharnierend bevestigen van het deksel ten opzichte van hogerbedoelde montageplaat ; c) twee rechthoekige uitsparingen in de hoeken van hogerbedoelde montageplaat langs de zijde waar hogerbedoelde vorkpaumelles voorkomen.
Een merkwaardig detail van de uitvinding bestaat hierin dat hogerbedoelde grondplaat
<Desc/Clms Page number 2>
tussen hogerbedoelde twee wanden afgesloten wordt door twee onder elkaar samenwerkende sluitstukken die tussen hogerbedoelde grondplaat en plaat worden bevestigd en hogerbedoelde onder elkaar samenwerkende sluitstukken elk in een van hun zijden halve uitsparingen vertonen voor het na samenvoeging van twee sluitstukken vormen van doorgangsopeningen voor een bedrading.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een aan een muur of wand te bevestigen veiligheidskast volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een perspectivische voorstelling van de veiligheidskast volgens de uitvinding met uit elkaar genomen onderdelen.
Figuur 2 is op een meer beperkte schaal een perspectivische voorstelling van twee onder elkaar verbonden veiligheidskasten volgens de uitvinding.
Figuur 3 is een dwarsdoorsnede door een kast volgens de uitvinding met voorstelling van het deksel in de gesloten en de licht geopende stand.
Figuur 4 vertoont twee onder elkaar samenwerkende sluitstukken.
Figuren 5 en 6 vertonen twee mogelijke instellingen van een paumelle en een scharnier behorende tot de veiligheidskast volgens de uitvinding.
De veiligheidskast door deze figuren voorgesteld bestaat uit een bevestigingsplaat 1 met een aantal openingen voor het aan een muur of wand bevestigen van de veiligheidskast. In de langszin worden de vrije randen van de zich haaks ten opzichte van de bevestigingsplaat 1 uitstrekkende wanden 2 tot
<Desc/Clms Page number 3>
flenzen 3 omgebogen. De uiteinden van het geheel gevormd door de bevestigingsplaat 1 en de wanden 2 wordt, in een later stadium, afgewerkt met sluitstukken 4 en 5 (figuren 3 en 4). Beide sluitstukken 4 en 5 vertonen halfcirkelvormige uitsparingen die wanneer de sluitstukken 4 en 5 naar elkaar toe zijn gebracht (figuren 3 en 4) een reeks openingen 6 doen ontstaan.
Deze doorgangsopeningen die verschillende diameters vertonen, zijn uiteraard bedoeld om de bedrading doorheen minstens een van de uiteinden van de veiligheidskast te laten lopen.
Met de bevestigingsplaat 1, althans met de wanden 2 daarvan, is een montageplaat 7 scharnierend verbonden.
De montageplaat 7 is gekenmerkt door een doorlopende zijrand 8 waarin op twee plaatsen sleuven 9 zijn voorzien voor het doorlaten van vorkpaumelles 10 die gekenmerkt zijn door een uitsparing 11. Bij middel van schroeven 12 (figuren 5 en 6) kunnen bedoelde vorkpaumelles 10 in de ene of in de andere zin ten opzichte van de plaat 7 worden vastgeschroefd.
De reeds genoemde figuren 5 en 6 illustreren de wijze waarop dit kan geschieden. De voordelen die daaruit voortvloeien zijn zeer duidelijk. Dit laat inderdaad een inversie toe van de zin waarin het deksel 13 ten opzichte van de montageplaat 7 draait. Al naargelang de plaatselijke omstandigheden kan het deksel 13 dus naar links worden opengedraaid.
Indien de vorkpaumelles 10 en de montageplaat 7 1800 worden gekanteld draait het deksel 13 in een rechtse draaizin ten opzichte van deze montageplaat 7.
Een dergelijke inversie is eveneens mogelijk voor de scharnierverbinding tussen de bevestigingsplaat 1 en de montageplaat 7.
<Desc/Clms Page number 4>
De scharnierpin 14 van de scharnierverbinding kan inderdaad, steeds in de langszin van de bevestigingsplaat 1 naar boven toe worden verwijderd zodat de veiligheidskast in de ene of in de andere zin tegen een muur of een wand kan worden geplaatst.
Door de aanwezigheid van rechthoekige uitsparingen 15 in de hoeken van de bevestigingsplaat 7 zoals dit zeer duidelijk wordt geïllustreerd door de figuren 1 en 2 kan het deksel 13 reeds, door een overlangse verschuiving, worden verwijderd wanneer dit slechts een beperkte hoek met de bevestigingsplaat 1 maakt. Dit kan goed worden afgeleid uit figuur 3. Inderdaad kan het deksel 13 reeds onder een
EMI4.1
onbeduidende worden verwijderd, omdat de onderste rand 13', bij een kleine wenteling over de zijrand 8 komt te staan wat een overlangse verschuiving van het deksel 13 mogelijk maakt, welk ook de zin weze waarin de vorkpaumelles 10 zijn gericht. In bepaalde omstandigheden kan het inderdaad zeer nuttig zijn het deksel 13 te kunnen verwijderen zonder dit volledig over 900 ongeveer te moeten kantelen.
De sluiting van het deksel 13 ten opzichte van de montageplaat 7 geschiedt door een gebruikelijk vergrendelingsmechanisme waarvan een onderdeel in de figuren met de verwijzing 16 wordt aangeduid.
In de montageplaat 7 zijn doorgangen 17 voorzien en kan, wanneer de veiligheidskast uit twee onderdelen bestaat (figuur 2) gebruik worden gemaakt van slechts een vergrendelings-onderdeel 16'.
Het zal uit de beschrijving en tekeningen opvallen dat de veiligheidskast volgens de uitvinding modulair is. Dit wil zeggen dat twee gelijkaardige veiligheidskasten in de langsrichting
<Desc/Clms Page number 5>
worden uitgebouwd tot 1 grote veiligheidskast (figuur 2). De twee bevestigingsplaten 1 worden met elkaar verbonden door middel van een verbindingsplaatje 18 (figuur 2). Nadien worden de twee montageplaten 7 door middel van de scharnieren met losse as 14 op de hogergenoemde bevestigingsplaten 1 bevestigd. Op de montageplaten 7 wordt een bijkomend sluitstuk 16' bevestigd. Het deksel 13 wordt aan de bovenste vorkpaumelle 10 van de bovenste kast en de onderste vorkpaumelle 10 van de onderste kast opgehangen. Deze wijze van uitbouwen doet geen afbreuk aan de bovenvermelde eigenschappen van de veiligheidskast en beperkt de uitvinding niet.
Uit de hierboven gegeven beschrijving blijkt dat de veiligheidskast volgens de uitvinding enerzijds een gemakkelijke bereikbaarheid van de in de kast aanwezige of aan te brengen componenten toelaat en anderzijds een zeer grote flexibiliteit vertoont.
Hierdoor wordt bedoeld dat de veiligheidskast volgens de uitvinding zonder problemen kan worden aangepast aan plaatselijke noodwendigheden.
<Desc / Clms Page number 1>
"Safety cabinet to be mounted on a wall or wall for telephone electrical wiring and the like."
This invention relates to a wall-to-wall safety cabinet for telephone electrical wiring and the like.
The object of the invention is to design a safety cabinet which not only protects against burglary, but allows easy access to the various components arranged in the cabinet when working in the cabinet.
To make this possible in accordance with the invention, the safety cabinet according to the invention is characterized by: a) a mounting plate with two walls extending at right angles to it, a mounting plate hinged to these walls and parallel to the mounting plate with a continuous upright side edge and a box-shaped lid hinged to this mounting plate and extending in the closed position to behind the above-mentioned mounting plate; b) two detachable and reversible fork hinges detachably mounted on said mounting plate for hinged mounting of the cover relative to said mounting plate; c) two rectangular recesses in the corners of the above-mentioned mounting plate along the side where the above-mentioned fork split hinges occur.
A curious detail of the invention consists in the above-mentioned base plate
<Desc / Clms Page number 2>
between two above-mentioned walls is closed by two mutually co-acting collars which are fixed between the aforementioned base plate and plate and the aforementioned mutually co-operating collars each have half recesses in their sides for forming passage openings for a wiring after joining two collars.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a safety box according to the invention to be mounted on a wall or wall. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures.
Figure 1 is a perspective view of the safety box according to the invention with disassembled parts.
Figure 2 is, on a more limited scale, a perspective representation of two interconnected safety cabinets according to the invention.
Figure 3 is a cross-section through a cabinet according to the invention with the lid in closed and slightly opened position.
Figure 4 shows two co-acting collars.
Figures 5 and 6 show two possible settings of a hinge and a hinge belonging to the safety box according to the invention.
The safety box represented by these figures consists of a mounting plate 1 with a number of openings for fixing the safety box to a wall or wall. In the longitudinal direction, the free edges of the walls 2 extending at right angles to the mounting plate 1 become
<Desc / Clms Page number 3>
flanges 3 bent. The ends of the whole formed by the mounting plate 1 and the walls 2 are, at a later stage, finished with closing pieces 4 and 5 (Figures 3 and 4). Both closing pieces 4 and 5 have semicircular recesses which when the closing pieces 4 and 5 are brought together (Figures 3 and 4) create a series of openings 6.
These passage openings, which have different diameters, are of course intended to run the wiring through at least one of the ends of the safety cabinet.
A mounting plate 7 is hingedly connected to the mounting plate 1, at least to the walls 2 thereof.
The mounting plate 7 is characterized by a continuous side edge 8 in which slots 9 are provided at two places for the passage of fork hinges 10, which are characterized by a recess 11. By means of screws 12 (figures 5 and 6), the fork hinges 10 referred to in the one or screwed to the plate 7 in the other sense.
Figures 5 and 6 already mentioned illustrate the manner in which this can be done. The benefits that result from this are very clear. This indeed allows an inversion of the sense in which the cover 13 rotates relative to the mounting plate 7. Depending on the local conditions, the cover 13 can thus be turned to the left.
When the fork hinges 10 and the mounting plate 7 1800 are tilted, the cover 13 rotates in a clockwise direction with respect to this mounting plate 7.
Such an inversion is also possible for the hinge connection between the mounting plate 1 and the mounting plate 7.
<Desc / Clms Page number 4>
Indeed, the hinge pin 14 of the hinge connection can always be removed upwards in the longitudinal direction of the mounting plate 1, so that the safety box can be placed in one or the other sense against a wall or a wall.
Due to the presence of rectangular recesses 15 in the corners of the mounting plate 7 as this is very clearly illustrated by Figures 1 and 2, the cover 13 can already be removed, by a longitudinal shift, when it makes only a limited angle with the mounting plate 1 . This can be clearly deduced from figure 3. Indeed, the cover 13 can already be under one
EMI4.1
insignificant ones are removed, because the bottom edge 13 'comes to stand at a slight turn over the side edge 8 which allows for a longitudinal shift of the lid 13, whatever the sense in which the fork hinges 10 are oriented. In certain circumstances it may indeed be very useful to be able to remove the cover 13 without having to tilt it about 900 full.
The lid 13 is closed relative to the mounting plate 7 by a conventional locking mechanism, a part of which is indicated by reference 16 in the figures.
In the mounting plate 7, passages 17 are provided and, if the safety box consists of two parts (figure 2), only one locking part 16 'can be used.
It will be apparent from the description and drawings that the safety cabinet according to the invention is modular. This means that two similar safety cabinets in the longitudinal direction
<Desc / Clms Page number 5>
can be expanded into 1 large safety cabinet (figure 2). The two mounting plates 1 are connected to each other by means of a connecting plate 18 (figure 2). The two mounting plates 7 are then fixed to the above-mentioned mounting plates 1 by means of the hinges with loose shaft 14. An additional closing piece 16 'is attached to the mounting plates 7. The cover 13 is suspended from the top fork hinge 10 of the top box and the bottom fork hinge 10 of the bottom box. This manner of removal does not affect the above-mentioned properties of the safety cabinet and does not limit the invention.
From the description given above, it appears that the safety box according to the invention on the one hand permits easy accessibility of the components present or to be fitted in the box and on the other hand shows very great flexibility.
This means that the safety box according to the invention can be adapted to local needs without any problems.