<Desc/Clms Page number 1>
"Structurele elementen voor het optrekken van wanden en dergelijke"
Deze uitvinding heeft betrekking op structurele elementen voor het optrekken van wanden en dergelijke.
Het doel van de uitvinding is het uitwerken van structurele elementen die uit in elkaar te clipsen panelen en daarbij horende profielen bestaan waardoor het optrekken van wanden met een zuiver doorlopend oppervlak mogelijk wordt gemaakt.
Om dit conform de uitvinding mogelijk te maken, bestaan de structurele elementen volgens de uitvinding uit klemprofielen die twee aan twee door plaatselijk in bedoelde klemprofielen inschuifbare tussenstukken worden verbonden, welke klemprofielen naar elkaar toe gerichte verende vleugels vertonen waartussen de flens van een paneel kan worden gedrukt en waartegen een zich haaks ten opzichte van dit paneel uitstrekkend afwerkingsprofiel kan worden geklemd gehouden.
Steeds volgens de uitvinding vertonen hogerbedoelde klemprofielen in dwarsdoorsnede een holle kamer waarvan twee zijden hogerbedoelde vleugels vormen waarvan een rand voorbij de plaats waar bedoelde vleugels in contact komen met hogerbedoelde flens van een paneel, uit elkaar lopen en wel onder een dergelijke hoek dat tegen bedoelde rand de langsrand van een afwerkingsprofiel kan worden aangedrukt gehouden, terwijl deze rand verder nog haaks ten opzichte van het langssymmetrievlak van het klemprofiel
<Desc/Clms Page number 2>
is omgebogen.
Een merkwaardigheid van de uitvinding bestaat hierin dat hogerbedoelde panelen een zich ten opzichte van het vlak van dit paneel haaks uitstrekkende flens vertonen die plaatselijk uit deze flens stekende uitsprongen vertoont met een hoogte die berekend werd om de betreffende verende vleugel enerzijds hierover te laten schuiven en anderzijds door deze uitsprong te worden weerhouden.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm vertoont hogerbedoeld afwerkingsprofiel twee langsranden die bij hun einden zijn omgebogen om in de gebruiksstand tegen de onder een hoek geplooide verende vleugels van hogerbedoelde klemprofielen aan te drukken.
In een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm vertoont hogerbedoeld afwerkingsprofiel tussen de twee hierboven genoemde langsranden een boogvormig dwarsprofiel om een klemeffect van het afwerkingsprofiel ten opzichte van twee onder elkaar verbonden klemprofielen te verzekeren.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van structurele elementen voor het optrekken van wanden en dergelijke, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscifers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een volgens een horizontale dwarsdoorsnede een zieht op twee onder elkaar verbonden klemprofielen met daarmede samenwerkende einden van twee panelen.
Figuur 2 vertoont volgens een
<Desc/Clms Page number 3>
horizontale dwarsdoorsnede een zieht op een afwerkingsprofiel voor een wand of deel van een wand.
Figuur 3 vertoont steeds volgens een gelijkaardige doorsnede de verbinding tussen twee afwerkingsprofielen en een stijl met cirkelvormige doorsnede.
Figuur 4 vertoont volgens een verticale langsdoorsnede de verbinding tussen het boven-en ondereind van een paneel met een vloer, respectievelijk een plafond.
Figuur 5 vertoont volgens een perspectivische voorstelling een verbindingsstuk zoals voorzien ter verbinding van twee klemprofielen.
Figuur 6 vertoont in bovenaanzicht en op een andere schaal een verbindingsonderdeel te monteren tussen twee doorlopende goten behorende tot twee lijsten.
Figuur 7 vertoont in zijaanzicht het verbindingsonderdeel volgens figuur 6.
Figuur 8 vertoont de opstelling van in het horizontaal vlak gemonteerde klemprofielen.
Figuur 9 betreft de inschakeling van een bijzonder profiel te gebruiken bij het monteren van een beglazing.
Figuur 10 betreft dezelfde materie als figuur 9 bij het monteren van beglazing op twee niveau's.
De structurele elementen door deze verschillende figuren voorgesteld bestaan hoofdzakelijk uit klemprofielen 1 die in de hier voorgestelde uitvoeringsvorm verticale onderdelen vormen. Onder elkaar worden twee dergelijke klemprofielen verbonden door tussenstukken 2. De vorm van een tussenstuk 2 blijkt zeer duidelijk uit figuur 5 waar ook de verbinding met een klemprofiel zichtbaar is.
<Desc/Clms Page number 4>
Door de breedte van het tussenstuk 2 te wijzigen kan ook de dikte van het samenstel van panelen worden gewijzigd, zonder andere structurele elementen te moeten wijzigen.
Een verbindingsstuk 2 vertoont in de gebruiksstand het profiel van een omgekeerde U met zijdelings twee tongetjes 3 die passend kunnen geschoven worden in langwerpige uitsparingen 4 die in een van de zijden van een klemprofiel zijn voorzien. De tongetjes zijn voldoende verend om het blokkeren van het verbindingsstuk 2 ten opzichte van een klemprofiel 1 te verzekeren.
De klemprofielen die met de panelen 5 de fundamentele onderdelen van de structurele elementen ter vorming van wanden uitmaken, ontstaan door het plooien van een metaalblad zodat er een holle kamer ontstaat met twee verende vleugels 6 die ter hoogte waar deze verende vleugels naar elkaar toe zijn gericht de flens 7 van een paneel 5 geklemd gehouden.
De panelen bestaan uit dunwandig plaatmateriaal geheel of gedeeltelijk opgevuld met gips en/of een isolerend materiaal.
Het klemeffect ontstaat doordat op de haaks ten opzichte van het paneel 5 gerichte flenzen 7 telkens plaatselijke uitsprongen 8 zljn gevormd. De driehoekige vorm van deze uitsprongen 8 is berekend om, wanneer een paneel met zijn flens 7 tussen twee verende vleugels 6 van een klemprofiel l wordt gedrukt, de betreffende verende vleugel naar het klemprofiel over de daarmede samenwerkende driehoekige uitsprong 8 schuift. Wanneer de flens 7 van een profiel 1 volledig naar binnen is gedrukt, kan het ook met zonder meer naar buiten schuiven. In de gemonteerde stand van een paneel blijft de driehoekige uitsprong 8 van een flens gevat in het klemprofiel.
<Desc/Clms Page number 5>
In de werkelijkheid sluiten twee opeenvolgende panelen steeds bij elkaar aan zodat tussen twee verende vleugels 6 van een klemprofiel steeds twee flenzen 7 behorende elk tot een paneel 1 gevat blijven. Deze toestand wordt goed door figuur 1 verduidelijkt.
Wanneer een wand om één of andere reden niet doorloopt of wanneer twee wanden onder tussenkomst van een verticaal onderdeel, zoals een zuil 9 (figuur 3), moeten worden verbonden, kan beroep worden gedaan op een afwerkingsprofiel 10. Een dergelijk afwerkingsprofiel vertoont bij voorkeur een boogvormig dwarsprofiel. Twee langsranden 11 van een dergelijk afwerkingsprofiel zijn derwijze omgebogen dat zij, in de gemonteerde stand, tussen de flens 7 van een paneel en de onder een hoek geplooide verende vleugel van een klemprofiel geblokkeerd blijven.
Een dergelijk afwerkingsprofiel 10, in zijn gemonteerde stand ten opzichte van twee klemprofielen 1 wordt zeer duidelijk door figuur 2 voorgesteld.
Ook in figuur 3 zijn twee dergelijke afwerkingsprofielen voorgesteld echter in een gewijzigde uitvoeringsvorm. Inderdaad is het boogvormig dwarsprofiel van het afwerkingsprofiel plaatselijk onderbroken om een doorlopende langwerpige goot 12 te vormen waarin soepele banden 13 voorkomen waar tegen het afwerkingsprofiel tegen de zuil 9 aangedrukt kan blijven. Het afwerkingsprofiel kan op de zuil 9 geschroefd worden of ten opzichte hiervan op een andere wijze worden bevestigd.
Dank zij deze schikking valt onmiddellijk op dat wanden opgetrokken uit de zopas beschreven panelen en klemprofielen onder gelijk welke hoek onder elkaar kunnen worden verbonden. De zichtbare
<Desc/Clms Page number 6>
wanden, zowel van de panelen 5 als van het afwerkingsprofiel 10, vertonen, in de gemonteerde stand, een mooi afgewerkt uitzicht waarvan de voegen, die weliswaar zichtbaar zijn, tot het strikte minimum zijn herleid.
Voor het monteren van panelen ten opzichte van een vloer of een plafond wordt beroep gedaan op onderdelen die in detail door figuur 4 worden weergegeven. In deze figuur zijn de panelen 5 zichtbaar alsook de wijze waarop deze panelen zowel onderaan als bovenaan langs de buitenkant van lijsten 14 kunnen worden geschoven. De lijsten 14 vertonen langsheen de rand die he1 : zij bij een vloer 15, hetzij bij een plafond 16 aansluit, telkens een doorlopende goot 17 waarin, respectievelijk waartegen, de einden 18', respectievelijk 18", van een verbindingsonderdeel 18 kunnen worden aangedrukt. De lijsten 14 worden dus steeds op dezelfde afstand van elkaar gehouden. Bij het monteren schuiven de panelen 5 voor een deel buiten deze lijsten.
De correcte hoogte van de panelen 5 wordt ten opzichte van een vloer bepaald door het regelen van een stelschroef 19 die samenwerkt met een kooimoer 20 die deel uitmaakt van het onderste U-vormig onderdeel 21 behorende tot de panelen 5.
Buiten het zopas beschreven gebruik van verticaal opgestelde klemprofielen kunnen uitgaande van gewijzigde tussenstukken (figuur 3), bedoelde klemprofielen ook in het horizontale vlak worden toegepast. Het tussenstuk 2', eveneens voorzien van tongetjes 3', vertoont twee vleugels 21. Op bedoelde vleugels kunnen zich horizontaal uitstrekkend klemprofielen worden geblokkeerd. Deze vleugels 21 strekken zich langs weerszijden van de tongetjes 3 uit.
Figuur 9 illustreert duidelijk de wijze
<Desc/Clms Page number 7>
waarop, gebruik makend van horizontale klemprofielen l, glazen platen 22 kunnen worden gemonteerd. Ten opzichte van de bovenste vleugels 6 van de klemprofielen 1 wordt een profiel 23 aangebracht waarvan de langsranden als het ware Z-vormig zijn geplooid om tenslotte een flens 24 te vormen. Daarop wordt een L-profiel 25, waarvan een flens van uitsprongen 8 is voorzien, tussen de beide vleugels 6 geclipst. Doorlopende afdichtingsstrippen 26 uit rubber of een soepel plastisch materiaal worden tussen de einden van het profiel 23 en de haaks omgebogen rand van het L-profiel 25.
In figuur 10 worden dezelfde onderdelen gebruikt in hun toepassing bij een beglazing op twee niveaus.
De uitvinding is dan ook niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en wijzigingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht voor zover deze binnen het raam vallen van de hieraan toegevoegde conclusies.
<Desc / Clms Page number 1>
"Structural elements for raising walls or the like"
This invention relates to structural elements for raising walls and the like.
The object of the invention is to elaborate structural elements consisting of panels to be clipped together and associated profiles, so that walls with a clean continuous surface are made possible.
In order to make this possible in accordance with the invention, the structural elements according to the invention consist of clamping profiles which are connected two to two intermediate pieces that can be slid in locally in said clamping profiles, which clamping profiles have mutually directed spring wings between which the flange of a panel can be pressed and against which a finishing profile extending at right angles to this panel can be clamped.
According to the invention, the above-mentioned clamping profiles have a hollow chamber in cross-section, two sides of which form the above-mentioned wings, an edge of which extends beyond the point where said wings come into contact with the above-mentioned flange of a panel, and at such an angle that against said edge. the longitudinal edge of a finishing profile can be kept pressed, while this edge is further perpendicular to the longitudinal symmetry plane of the clamping profile
<Desc / Clms Page number 2>
has been bent.
A remarkable feature of the invention consists in that the above-mentioned panels have a flange extending at right angles to the plane of this panel, which locally protrudes from this flange with a height calculated to cause the respective resilient wing to slide over it on the one hand and on the other hand be restrained by this jump.
According to one possible embodiment, the above-mentioned finishing profile has two longitudinal edges which are bent at their ends to press against the angled pleated resilient wings of the above-mentioned clamping profiles in the position of use.
In a preferred embodiment, the above-mentioned finishing profile has an arc-shaped transverse profile between the two above-mentioned longitudinal edges, in order to ensure a clamping effect of the finishing profile with respect to two clamping profiles joined together.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of structural elements for raising walls and the like, according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference ciphers refer to the appended figures.
Figure 1 is a horizontal cross-section view of two clamping profiles connected to each other with ends of two panels co-acting therewith.
Figure 2 shows according to a
<Desc / Clms Page number 3>
horizontal cross section a view of a finishing profile for a wall or part of a wall.
Figure 3 always shows the connection between two finishing profiles according to a similar cross-section and a post with a circular cross-section.
Figure 4 shows, according to a vertical longitudinal section, the connection between the top and bottom end of a panel with a floor and a ceiling, respectively.
Figure 5 shows, according to a perspective representation, a connecting piece as provided for connecting two clamping profiles.
Figure 6 shows in top view and on another scale a connecting part to be mounted between two continuous troughs belonging to two frames.
Figure 7 shows in side view the connecting part according to figure 6.
Figure 8 shows the arrangement of clamping profiles mounted horizontally.
Figure 9 concerns the activation of a special profile to be used when installing a glazing.
Figure 10 concerns the same matter as Figure 9 when installing glazing on two levels.
The structural elements represented by these different figures mainly consist of clamping profiles 1 which in the embodiment proposed here form vertical parts. Two such clamping profiles are mutually connected by intermediate pieces 2. The shape of an intermediate piece 2 is very clearly shown in figure 5, where the connection with a clamping profile is also visible.
<Desc / Clms Page number 4>
By changing the width of the intermediate piece 2, it is also possible to change the thickness of the assembly of panels, without having to change other structural elements.
In the position of use, a connecting piece 2 has the profile of an inverted U with laterally two tongues 3 which can be slid into elongated recesses 4 which are provided with a clamping profile in one of the sides. The tongues are sufficiently resilient to ensure blocking of the connecting piece 2 relative to a clamping profile 1.
The clamping profiles, which with the panels 5 form the fundamental parts of the structural elements to form walls, are created by the folding of a metal sheet, so that a hollow chamber is created with two resilient wings 6 at the level where these resilient wings are directed towards each other the flange 7 of a panel 5 is clamped.
The panels consist of thin-walled sheet material, partially or completely filled with plaster and / or an insulating material.
The clamping effect arises because local projections 8 are formed on the flanges 7 directed at right angles to the panel 5. The triangular shape of these projections 8 is calculated, when a panel with its flange 7 is pressed between two resilient wings 6 of a clamping profile 1, the respective resilient wing slides towards the clamping profile over the triangular projection 8 co-acting therewith. When the flange 7 of a profile 1 is pushed in completely, it can also slide out without any problem. In the mounted position of a panel, the triangular projection 8 of a flange remains contained in the clamping profile.
<Desc / Clms Page number 5>
In reality, two successive panels always adjoin each other, so that two flanges 7 each belonging to a panel 1 remain between two resilient wings 6 of a clamping profile. This condition is well illustrated by Figure 1.
If for some reason a wall is not continuous or if two walls have to be connected through a vertical part, such as a column 9 (figure 3), a finishing profile 10 can be used. Such a finishing profile preferably has a arc-shaped cross section. Two longitudinal edges 11 of such a finishing profile are bent so that, in the assembled position, they remain blocked between the flange 7 of a panel and the angled, folded wing of a clamping profile.
Such a finishing profile 10, in its mounted position relative to two clamping profiles 1, is very clearly represented by figure 2.
Also in figure 3, two such finishing profiles are presented, however in a modified embodiment. Indeed, the arcuate transverse profile of the finishing profile is locally interrupted to form a continuous elongated trough 12 in which flexible belts 13 appear, against which the finishing profile can remain pressed against the column 9. The finishing profile can be screwed to the column 9 or attached to it in another way.
Thanks to this arrangement, it is immediately noticeable that walls constructed from the panels and clamping profiles just described can be joined at any angle. The visible
<Desc / Clms Page number 6>
walls, both of the panels 5 and of the finishing profile 10, show, in the assembled position, a beautifully finished appearance, the joints of which, although visible, have been reduced to the strict minimum.
For mounting panels relative to a floor or ceiling, parts are shown that are shown in detail in figure 4. In this figure the panels 5 are visible as well as the way in which these panels can be slid along the outside of frames 14 at the bottom as well as at the top. The strips 14 have a continuous channel 17 in each case along which they adjoin a floor 15 or a ceiling 16, in which, respectively, against which the ends 18 'and 18 "of a connecting part 18 can be pressed. The frames 14 are thus always kept at the same distance from each other. When mounting, the panels 5 partly slide outside these frames.
The correct height of the panels 5 relative to a floor is determined by adjusting an adjusting screw 19 which cooperates with a cage nut 20 which forms part of the lower U-shaped part 21 belonging to the panels 5.
In addition to the use of vertically arranged clamping profiles described above, the clamping profiles referred to can also be used in the horizontal plane, starting from modified intermediate pieces (figure 3). The intermediate piece 2 ', also provided with tongues 3', has two wings 21. On said wings, horizontally extending clamping profiles can be blocked. These wings 21 extend on either side of the tongues 3.
Figure 9 clearly illustrates the mode
<Desc / Clms Page number 7>
on which glass plates 22 can be mounted using horizontal clamping profiles 1. With respect to the upper wings 6 of the clamping profiles 1, a profile 23 is provided, the longitudinal edges of which are folded Z-shaped, as it were, to finally form a flange 24. An L-profile 25, of which a flange with projections 8 is provided, is then clipped between the two wings 6. Continuous sealing strips 26 of rubber or a flexible plastic material are placed between the ends of the profile 23 and the perpendicularly bent edge of the L-profile 25.
In Figure 10, the same parts are used in their application in two-level glazing.
Therefore, the invention is not limited to the above-described embodiment and modifications could be made thereto insofar as they fall within the scope of the appended claims.