BE1009029A6 - Leveller and smoothing element used for this - Google Patents

Leveller and smoothing element used for this Download PDF

Info

Publication number
BE1009029A6
BE1009029A6 BE9500056A BE9500056A BE1009029A6 BE 1009029 A6 BE1009029 A6 BE 1009029A6 BE 9500056 A BE9500056 A BE 9500056A BE 9500056 A BE9500056 A BE 9500056A BE 1009029 A6 BE1009029 A6 BE 1009029A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
blades
leveling machine
ironing
machine according
leveling
Prior art date
Application number
BE9500056A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
B Mac Besloten Vennootschap Me
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B Mac Besloten Vennootschap Me filed Critical B Mac Besloten Vennootschap Me
Priority to BE9500056A priority Critical patent/BE1009029A6/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1009029A6 publication Critical patent/BE1009029A6/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B7/00Machines or devices designed for grinding plane surfaces on work, including polishing plane glass surfaces; Accessories therefor
    • B24B7/10Single-purpose machines or devices
    • B24B7/18Single-purpose machines or devices for grinding floorings, walls, ceilings or the like
    • B24B7/186Single-purpose machines or devices for grinding floorings, walls, ceilings or the like with disc-type tools
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B23/00Portable grinding machines, e.g. hand-guided; Accessories therefor
    • B24B23/02Portable grinding machines, e.g. hand-guided; Accessories therefor with rotating grinding tools; Accessories therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24DTOOLS FOR GRINDING, BUFFING OR SHARPENING
    • B24D3/00Physical features of abrasive bodies, or sheets, e.g. abrasive surfaces of special nature; Abrasive bodies or sheets characterised by their constituents
    • B24D3/34Physical features of abrasive bodies, or sheets, e.g. abrasive surfaces of special nature; Abrasive bodies or sheets characterised by their constituents characterised by additives enhancing special physical properties, e.g. wear resistance, electric conductivity, self-cleaning properties

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Irons (AREA)

Abstract

Leveller, more specifically for levelling a floor (6), of a type where the levelling is realised by means of one or more rotating smoothing elements (2), characterised by the fact that the smoothing elements (2) are provided with accessories that improve the smoothing effect.<IMAGE>

Description

       

  Egaliseermachine en strijkelementen hierbij aangewend.

  
Deze uitvinding heeft betrekking op een egaliseermachine, in het bijzonder een machine voor het egaliseren en/of polijsten van een vloerlaag, ook wel "vlindermachine" genoemd, alsmede op strijkelementen die hierbij worden aangewend.

  
In de eerste plaats is deze egaliseermachine bedoeld voor het egaliseren en/of polijsten van toplagen op basis van kunststof, bijvoorbeeld epoxymortel, die zoals bekend op een ondergrond uit beton of dergelijke kunnen worden aangebracht. Aan dergelijke toplagen kunnen verschillende additieven worden toegevoegd, zoals magnesium, kwarts, glaspareltjes, enzovoort, waardoor sierlijke effekten worden bekomen, die na het egaliseren en/of polijsten bijzonder tot hun recht komen.

  
In het algemeen echter kan de egaliseermachine volgens de uitvinding ook worden aangewend voor het behandelen van elke andere vloerlaag die uit een uitgestreken hoeveelheid materiaal is gevormd, bijvoorbeeld beton, shape, enz.

  
Het is bekend dat het betreffende materiaal in een vloeibare of brijachtige toestand over de vloer wordt uitgestreken. Vervolgens wordt gewacht tot de laag vrij hard is geworden, waarna zij behandeld wordt met zulke egaliseermachine.

  
Afhankelijk van de aard van het materiaal, kan zulke egaliseermachine ook worden aangewend om pas aangebracht ruw materiaal, bijvoorbeeld epoxymortel, dat dan nog geheel onvlak ligt, uit te strijken. 

  
Het is bekend dat hiertoe egaliseermachines bestaan die voorzien zijn van roterende strijkelementen. De machine rust hierbij op de strijkelementen, die tijdens hun roterende beweging over de vloer strijken. Door deze beweging, ook wel "vlinderen" genoemd, en onder toedoen van het gewicht van de egaliseermachine, oefenen de strijkelementen een egaliserende en nadien ook polijstende werking op de onderliggende vloerlaag uit. Tijdens deze bewerking wordt de egaliseermachine over de vloer verplaatst tot hij volledig behandeld is.

  
De voornoemde strijkelementen kunnen naar keuze bestaan uit bladen die op armen zijn aangebracht, of uit een schijf. De bladen zijn eerder bedoeld om in een voorbewerking en normale afwerking te voorzien, terwijl de schijf eerder bedoeld is om in een verfijnende nabewerking te voorzien bij chapevloeren. Bij betonvloeren zal de schijf echter ook voor voorbewerking worden aangewend.

  
De bladen en schijven bestaan gebruikelijk uit staal. Voor normale afwerkbladen wordt C75 bandstaal aangewend, dat gehard en gegloeid is en een hoge treksterkte vertoont, terwijl voorwerkbladen en schijven doorgaans bestaan uit een staalsoort met een lager koolstofgehalte en een lagere treksterkte, bijvoorbeeld koudgewalst en ongehard C45.

  
De bekende uitvoeringen van zulke egaliseermachines vertonen verschillende nadelen.

  
Een eerste nadeel bestaat erin dat bij het gebruik van de bekende egaliseermachines dikwijls donkerkleurige vlekken aan het behandelde oppervlak ontstaan, wat vooral het geval is bij toplagen uit kunststof. Er werd nu vastgesteld dat deze vlekken waarschijnlijk ontstaan door kleurafgifte van het koolstof en het ijzer uit het voornoemde staal. 

  
Een ander nadeel bestaat erin dat de strijkelementen van de bestaande machines weinig bestand zijn tegen de inwerking van chemische produkten, waardoor zij, in toepassingen waarbij zij in kontakt komen met solventen, harders en andere chemische produkten, onderhevig zijn aan corrosie.

  
Bij de bestaande uitvoeringen kan het ook voorkomen dat bij het behandelen van kunststof toplagen een te grote wrijving ontstaat tussen de strijkelementen en de toplaag, wat het zogenaamde dichtdraaien van de toplaag bemoeilijkt. Hierbij wordt het materiaal van de toplaag door de strijkelementen als het ware losgetrokken, wat tot het volledig opentrekken van de toplaag kan leiden.

  
Volgens de huidige stand van de techniek wordt hieraan verholpen door additieven aan de vloerlaag toe te voegen die de wrijving verminderen, zoals glijmiddelen en glasdeeltjes, of door gebruik te maken van weinig visceuze harsen. Het gebruik van glijmiddelen en weinig visceuze harsen komt de kwaliteit van de toplaag echter niet ten goede.

  
In het geval van epoxymortel kan de wrijving ook worden verminderd door solventen eraan toe te voegen. Dit laatste komt niet alleen de kwaliteit van de mortel niet ten goede, doch is tevens gevaarlijk voor de gezondheid van de mensen die het epoxymortel aanbrengen.

  
De bekende egaliseermachines hebben ook als nadeel dat hun bladen, respektievelijk schijven sterk onderhevig zijn aan slijtage wanneer vloerlagen dienen te worden behandeld die harde deeltjes bevatten, zoals kwarts en dergelijke.

  
De bestaande uitvoeringen hebben ook als nadeel dat met zeer grote omzichtigheid dient te worden gewerkt om zogenaamde spaanslagen, dit zijn sporen die getrokken worden door de bladen, uit te sluiten.

  
Vooral bij het egaliseren van pas aangebrachte epoxymortel, komt het bij de bestaande uitvoeringen regelmatig voor dat materiaal van de vloerlaag, bijvoorbeeld epoxymortel, op de bladen komt te liggen, waarbij dit gepaard gaat met een pigmentophoping. Dit materiaal kan door het roteren van de bladen eraf vallen, met als gevolg dat donkere stippen, meer speciaal pigmentvlekken, in de vloer ontstaan.

  
Nog een nadeel van de bestaande egaliseermachines bestaat erin dat het lang duurt om grote oneffenheden vlak te werken.

  
De uitvinding heeft tot doel een egaliseermachine te bieden, van het hoger genoemde type, die merkelijk betere resultaten levert dan de bekende uitvoeringen, waarbij volgens bepaalde voorkeurdragende uitvoeringsvormen tevens één of meer, en bij voorkeur alle van voornoemde nadelen worden uitgesloten.

  
Hiertoe heeft de uitvinding als voorwerp een egaliseermachine, van het hoger genoemde type, met als kenmerk dat de strijkelementen zijn voorzien van hulpmiddelen die het strijkeffekt verbeteren.

  
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt één van volgende of een kombinatie van twee of meer van volgende hulpmiddelen aangewend :
- een aan het strijkoppervlak van de strijkelementen aangebrachte bekleding gevormd door één van volgende materialen : email, carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, polytetrafluorethyleen, hardchroom, mangaan;

   - een aan het strijkoppervlak van de strijkelementen aangebrachte bekleding uit een materiaal met zowel een lage wrijvingscoëfficiënt als een grote hardheid.
- in het geval van strijkelementen in de vorm van bladen, afrondingen aan de omtrek van deze bladen, in het bijzonder aan de uiteinden van de naloopzijde;
- in het geval van strijkelementen in de vorm van bladen, een opstaande rand aan de oploopzijde en/of aan de naloopzijde;
- in het geval van strijkelementen in de vorm van bladen, een afscherming die het over de bladen treden van materiaal verhindert;
- in het geval van strijkelementen in de vorm van bladen, instelelementen die toelaten om de bladen onder hoek in te stellen en/of schommelend op te hangen.

  
Het gebruik van een bekleding gevormd door één van de materialen : email, carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, bijvoorbeeld aluminiumoxide, polytetrafluorethyleen, hardchroom en mangaan biedt onder andere het voordeel dat de slijtage beperkt wordt, en wat nog belangrijker is, dat bijgevolg de zichtbare kleurafgifte nihil wordt, waardoor het ontstaan van de voornoemde donkerkleurige vlekken wordt uitgesloten.

  
Andere voordelen die uit de respektievelijke toepassing van de voornoemde hulpmiddelen voortvloeien, worden verder in de beschrijving toegelicht.

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief een egaliseermachine volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een gedeelte van het onderste deel van de egaliseermachine van figuur 1 in uiteengenomen toestand weergeeft; figuur 3 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3, zonder dat de vloerlaag is weergegeven; figuur 5 op een sterk vergrotende schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F5 is aangeduid, eveneens zonder dat de vloerlaag is weergegeven; figuur 6 schematisch een bovenaanzicht weergeeft van een blad van de egaliseermachine.

  
Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een egaliseermachine 1, van het type waarbij het egaliseren gebeurt door middel van één of meer roterende strijkelementen 2.

  
Buiten de strijkelementen 2 bestaat de egaliseermachine 1 in hoofdzaak uit een inverter of frekwentieomvormer 3, een motor 4 om de strijkelementen 2 roterend aan te drijven en een handvat 5 of dergelijke om de machine over de te behandelen vloerlaag 6 te verplaatsen. De egaliseermachine 1 rust hierbij met de strijkelementen 2 op de vloerlaag 6, die tijdens de werking van de machine in een horizontaal vlak roteren en over de onderliggende vloerlaag 6 strijken.

  
Zoals weergegeven in figuur 2 kunnen de strijkelementen 2 bestaan uit bladen 7 of een schijf 8, waarvan de respektievelijke toepassingsgebieden reeds in de inleiding werden beschreven. 

  
Zoals weergegeven in figuren 2 tot 4 bestaan de bladen 7 uit platen die bevestigd zijn op de uiteinden van radiale armen 9. Het aantal armen 9 en bladen 7 kan verschillend zijn in funktie van de uitvoering. In het voorbeeld is een uitvoering met vier armen 9 afgebeeld.

  
De armen 9 kunnen hierbij bevestigd zijn in een langs een vertikale draaias wentelbaar koppelstuk 10 dat door middel van de voornoemde motor 4 kan worden aangedreven. De radiale armen 9 kunnen wentelbaar zijn rond hun langsas, bijvoorbeeld door middel van hefbomen 11 die door middel van een niet weergegeven instelmechanisme kunnen worden verplaatst, waardoor de bladen 7 onder een hoek kunnen worden ingesteld en zodoende de op de vloerlaag 6 uitgeoefende druk kan worden geregeld.

  
De voornoemde schijf 8 bestaat uit een cirkelvormige plaat. Om deze plaat aan de egaliseermachine 1 te kunnen koppelen kan zij aan haar bovenzijde voorzien zijn van haakvormige elementen 12, één en ander zodanig dat door de schij f 8 op de vloerlaag 6 te leggen, de egaliseermachine 1 met de bladen 7 hierop te plaatsen en de bladen 7 te laten draaien, automatisch bekomen wordt dat de schijf 8 meedraait doordat de bladen 7 achter de haakvormige elementen 12 grijpen.

  
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de strijkelementen 2, meer speciaal de bladen 7, en waar toepasselijk ook de schijf 8, zijn voorzien van hulpmiddelen die het strijkeffekt verbeteren.

  
Volgens een eerste aspekt van de uitvinding bestaan de voornoemde hulpmiddelen zoals expliciet in figuur 5 is weergegeven uit een aan het strijkoppervlak 13, respektievelijk 14, van de strijkelementen 2, respektievelijk de bladen 7 en de schijf 8, aangebrachte bekleding 15 gevormd door één van volgende materialen : email, carbides, bijvoorbeeld titaniumcarbide, nitrides, carbonitrides, oxides, bijvoorbeeld aluminiumoxide, polytetrafluorethyleen, dat beter bekend is onder de afkorting PTFE of de merknaam Teflon, hardchroom en mangaan.

  
Bekledingen uit email of PTFE bieden het voordeel van een zeer geringe wrijving, waardoor het opentrekken van de vloerlaag 6 vrijwel wordt uitgesloten. PTFE biedt evenwel een geringe hardheid waardoor het minder geschikt is om vloerlagen 6 met harde bestanddelen te behandelen.

  
Bekledingen uit email, carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, hardchroom en mangaan bieden het voordeel dat zij, vanwege de hardheid van deze materialen, zeer slijtvast zijn, waardoor de hiermee uitgeruste strijkelementen 2 bijzonder geschikt zijn om vloerlagen 6 met harde bestanddelen te behandelen. Bekledingen uit carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, hardchroom en mangaan resulteren evenwel in een grotere wrijving dan in het geval van email of PTFE.

  
Alhoewel alle voornoemde materialen in het kader van de uitvinding voordelig zijn, is het duidelijk dat een bekleding uit email de bijzondere voorkeur geniet, daar dit gelijktijdig de eigenschap heeft in een geringe wrijving te voorzien en een grote slijtvastheid te hebben. Gezien de geringe wrijving ontwikkeld zich ook minder hitte, waardoor hogere toerentallen mogelijk zijn zonder dat beschadigingen optreden en bijgevolg vlugger kan worden gewerkt.

  
Het is duidelijk dat de uitvinding ook nog betrekking heeft op bekledingen 15 uit andere materialen, zolang het materialen betreft die zowel een lage wrijvingscoëfficiënt als een grote hardheid en slijtvastheid vertonen.

  
Volgens een ander aspekt van de uitvinding, dat uitsluitend op de bladen 7 en niet op de schijf 8 van toepassing is, bestaan de voornoemde hulpmiddelen minstens uit één of meer afrondingen aan de omtrek van deze bladen 7.

  
Zoals weergegeven in figuur 6 worden aan minstens één uiteinde, doch beter nog aan de beide uiteinden van de nalooprand 16 van ieder blad 7 afrondingen, respektievelijk aangeduid met Rl en R2, aangebracht.

  
Verder kunnen de voornoemde afrondingen ook bestaan uit ronde buitenranden 17, die bij voorkeur, doch niet noodzakelijk gelijk lopen met de uiterste cirkel die de bladen 7 beschrijven, met andere woorden die een straal R3 vertonen waarvan het aanvangspunt in het rotatiecentrum 18 van de egaliseermachine 1 is gelegen.

  
De voornoemde afrondingen bieden het voordeel dat de kans op het ontstaan van spaanslagen wordt uitgesloten, zoniet sterk wordt geminimaliseerd.

  
Zoals weergegeven in figuur 3 zullen volgens nog een ander aspekt van de uitvinding de bladen 7 worden voorzien van een opstaande rand, respektievelijk 19 en 20, aan de oploopzijde en/of aan de naloopzijde van deze bladen 7, die zich bij voorkeur schuin naar boven uitstrekken.

  
Deze opstaande randen 19 en 20 verminderen eveneens de kans op het ontstaan van spaanslagen en vormen tevens een afscherming die belet dat materiaal van de vloerlaag 6 langs de bovenzijde over de bladen kan treden, zodat het ontstaan van de in de inleiding genoemde pigmentvlekken wordt uitgesloten. De rand 19 minimaliseert de kans dat materiaal op de bladen 7 terecht komt. Moest dit toch het geval zijn, dan verhindert de rand 20 dat dit materiaal terug op de vloerlaag 6 terecht komt.

  
Volgens de uitvinding kan ook gebruik worden gemaakt van andere afschermingen of kunnen andere afschermingen met de opstaande randen 19 en/of 20 worden gekombineerd. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm, die schematisch in figuur 3 is afgebeeld wordt een schot of kap 21, die eventueel wegneembaar is, op elk van de bladen 7 geplaatst.

  
Zoals weergegeven in figuren 2 tot 4 kan de egaliseermachine 1 volgens de uitvinding uitgerust zijn met middelen die toelaten om de bladen 7 onder een hoek in te stellen ten opzichte van de radiale richting, zodanig dat het strijkoppervlak 13 niet meer planparallel is aan het rotatievlak.

  
Zoals nog is weergegeven in figuren 2 tot 4, kunnen ook middelen worden voorzien die toelaten om de betreffende bladen 7 vrij schommelend op te hangen, ieder schommelbaar langs een horizontale spil 22 die zich op de plaats waar het blad 7 zich bevindt tangentieel uitstrekt aan de rotatiecirkel van dit blad 7.

  
De middelen om de hoek van zulk blad 7 in te stellen en de middelen om zulk blad 7 vrij schommelbaar op te hangen, bestaan in de weergegeven uitvoeringsvorm uit eenzelfde instelmechanisme 23 dat de beide funkties vervult. Hierbij wordt gebruik gemaakt van aan weerszijden van de spil 22 aangebrachte stelschroeven 24 en 25 die toelaten om het blad 7 naar keuze vast te zetten of schommelend te laten hangen, en tevens toelaten om de bladen bij het vaststellen onder een hoek te plaatsen. Zoals weergegeven in figuur 4 kunnen de stelschroeven 24 en 25 doorheen de betreffende arm 9 geschroefd zijn, zodat hun voorste uiteinden kontakt maken met de bovenzijde van het betreffende blad 7 of met een hierop aangebrachte versteviging 26. Door de beide stelschroeven 24 en 25 omhoog te draaien en eventueel weg te nemen, kan het betreffende blad 7 vrij rond zijn spil 22 wentelen.

   Door de stelschroeven 24 en 25 aan te spannen kan het blad 7 worden vastgezet. Door één van de stelschroeven verder in te draaien dan de andere kan het blad 7 onder een hoek worden ingesteld.

  
De instelbaarheid van de voornoemde hoek laat toe dat een vloerlaag sneller en beter kan worden vlak gemaakt, vooral bij het voorwerken, waardoor ook het eindresultaat na het afwerken en polijsten in evenredigheid beter zal zijn.

  
De schommelende opstelling is vooral voordelig tijdens het vlakwerken van een verse nog zachte samenstelling. Door de schommelende ophanging wordt bereikt dat het betreffende blad gemakkelijker inzinkingen in de vloerlaag volgt, terwijl verhevenheden sneller geëgaliseerd worden.

  
Het is duidelijk dat de voornoemde kenmerken al dan niet met elkaar kunnen worden gekombineerd.

  
De uitvinding heeft eveneens betrekking op strijkelementen 2, respektievelijk bladen 7 en schijven 8, die één of meer van voornoemde kenmerken vertonen.

  
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke egaliseermachine en strijkelementen kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.



  Leveling machine and ironing elements used for this.

  
This invention relates to a leveling machine, in particular a machine for leveling and / or polishing a floor layer, also referred to as a "butterfly machine", as well as to ironing elements used here.

  
In the first place, this leveling machine is intended for leveling and / or polishing top layers based on plastic, for example epoxy mortar, which, as is known, can be applied to a substrate of concrete or the like. Various additives, such as magnesium, quartz, glass beads, etc., can be added to such top layers, so that graceful effects are obtained, which come into their own after leveling and / or polishing.

  
In general, however, the leveling machine according to the invention can also be used for treating any other floor layer formed from a spread amount of material, for example concrete, shape, etc.

  
It is known that the material in question is spread over the floor in a liquid or slurry-like state. It is then waited for the layer to become quite hard, after which it is treated with such a leveling machine.

  
Depending on the nature of the material, such a leveling machine can also be used to spread freshly applied raw material, for example epoxy mortar, which is still completely uneven.

  
It is known that there are leveling machines for this purpose which are provided with rotating ironing elements. The machine rests on the ironing elements, which iron on the floor during their rotating movement. Due to this movement, also called "butterfly", and under the weight of the leveling machine, the ironing elements exert a leveling and subsequently polishing effect on the underlying floor layer. During this operation, the leveling machine is moved across the floor until it is fully treated.

  
The aforementioned ironing elements may optionally consist of blades mounted on arms, or of a disc. Rather, the blades are intended to provide a roughing and normal finish, while the disc is previously intended to provide refined finishing for screed floors. For concrete floors, the disc will also be used for pre-treatment.

  
The blades and discs are usually made of steel. For normal finishing sheets, C75 strip steel is used, which is hardened and annealed and has a high tensile strength, while front sheets and discs usually consist of a steel with a lower carbon content and a lower tensile strength, for example cold-rolled and unhardened C45.

  
The known embodiments of such leveling machines have various drawbacks.

  
A first drawback is that when using the known leveling machines, dark colored spots often appear on the treated surface, which is especially the case with top layers of plastic. It has now been determined that these stains are likely to result from color release of the carbon and iron from the aforementioned steel.

  
Another drawback is that the ironing elements of the existing machines have little resistance to the action of chemical products, so that in applications in which they come into contact with solvents, hardeners and other chemical products, they are subject to corrosion.

  
In the existing versions it can also happen that when treating plastic top layers, too much friction is created between the ironing elements and the top layer, which makes the so-called closing of the top layer more difficult. The material of the top layer is hereby pulled away by the ironing elements, as it were, which can lead to the top layer being completely pulled open.

  
According to the current state of the art, this is remedied by adding additives to the floor layer that reduce friction, such as lubricants and glass particles, or by using low-viscous resins. However, the use of lubricants and low-viscosity resins does not improve the quality of the top layer.

  
In the case of epoxy mortar, the friction can also be reduced by adding solvents. The latter not only does not improve the quality of the mortar, but is also dangerous for the health of the people who apply the epoxy mortar.

  
The known leveling machines also have the drawback that their blades and discs, respectively, are highly subject to wear when treating floor layers containing hard particles, such as quartz and the like.

  
The existing designs also have the disadvantage that one has to work with great care to exclude so-called chip strokes, these are tracks that are drawn through the blades.

  
Particularly when leveling newly applied epoxy mortar, in the existing versions it regularly occurs that material of the floor layer, for example epoxy mortar, is deposited on the blades, this being accompanied by a pigment build-up. This material can fall off by rotating the blades, resulting in dark dots, more especially pigment spots, in the floor.

  
Another drawback of the existing leveling machines is that it takes a long time to work large irregularities flat.

  
The object of the invention is to provide a leveling machine, of the above-mentioned type, which produces markedly better results than the known embodiments, wherein according to certain preferred embodiments one or more, and preferably all, of the above-mentioned drawbacks are also excluded.

  
To this end, the invention has as an object a leveling machine of the above-mentioned type, characterized in that the ironing elements are provided with aids that improve the ironing effect.

  
According to a preferred embodiment, one of the following or a combination of two or more of the following aids is used:
- a coating applied to the ironing surface of the ironing elements formed by one of the following materials: enamel, carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, polytetrafluoroethylene, hard chrome, manganese;

   - a coating applied to the ironing surface of the ironing elements of a material with both a low friction coefficient and a high hardness.
- in the case of ironing elements in the form of blades, rounding of the circumference of these blades, in particular at the ends of the trailing side;
- in the case of ironing elements in the form of blades, a raised edge on the run-up side and / or on the run-on side;
- in the case of ironing elements in the form of blades, a shield that prevents material from passing over the blades;
- in the case of ironing elements in the form of blades, adjusting elements that allow the blades to be set at an angle and / or to hang with a swing.

  
The use of a coating formed by one of the materials: enamel, carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, for example aluminum oxide, polytetrafluoroethylene, hard chromium and manganese offers, among other things, the advantage of limiting the wear, and more importantly, that the visible color emission becomes nil, so that the occurrence of the aforementioned dark-colored spots is excluded.

  
Other advantages arising from the respective application of the aforementioned aids are further explained in the description.

  
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment is described hereinafter as an example without any limiting character with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows in perspective a leveling machine according to the invention; figure 2 shows a part of the lower part of the leveling machine of figure 1 in disassembled state; figure 3 shows on a larger scale a section according to line III-III in figure 2; figure 4 represents a section according to line IV-IV in figure 3, without the floor layer being shown; figure 5 shows on a strongly enlarging scale the part indicated by F5 in figure 3, also without the floor layer being shown; figure 6 schematically represents a top view of a blade of the leveling machine.

  
As shown in figure 1, the invention relates to a leveling machine 1, of the type in which leveling is done by means of one or more rotating ironing elements 2.

  
Outside of the ironing elements 2, the smoothing machine 1 mainly consists of an inverter or frequency converter 3, a motor 4 for rotatingly driving the ironing elements 2 and a handle 5 or the like for moving the machine over the floor layer 6 to be treated. The leveling machine 1 rests here with the ironing elements 2 on the floor layer 6, which rotate in a horizontal plane during operation of the machine and iron over the underlying floor layer 6.

  
As shown in Figure 2, the ironing elements 2 may consist of blades 7 or a disc 8, the respective fields of application of which have already been described in the introduction.

  
As shown in Figures 2 to 4, the blades 7 consist of plates mounted on the ends of radial arms 9. The number of arms 9 and blades 7 may be different in function of the embodiment. In the example, an embodiment with four arms 9 is shown.

  
The arms 9 can herein be mounted in a coupling piece 10 which can be rotated along a vertical rotary axis and which can be driven by means of the aforementioned motor 4. The radial arms 9 can be rotatable about their longitudinal axis, for instance by means of levers 11 which can be moved by means of an adjustment mechanism (not shown), whereby the blades 7 can be adjusted at an angle and thus the pressure exerted on the floor layer 6 can be adjusted. regularly.

  
The aforementioned disc 8 consists of a circular plate. In order to be able to couple this plate to the leveling machine 1, it can be provided at its top with hook-shaped elements 12, all this in such a way that by placing the disc 8 on the floor layer 6, placing the leveling machine 1 with the blades 7 thereon and to rotate the blades 7, it is automatically obtained that the disc 8 rotates along by the blades 7 engaging behind the hook-shaped elements 12.

  
The special feature of the invention consists in that the ironing elements 2, in particular the blades 7, and where applicable also the disc 8, are provided with aids that improve the ironing effect.

  
According to a first aspect of the invention, the above-mentioned auxiliary means, as shown explicitly in figure 5, consist of a coating 15 applied to the ironing surfaces 13 and 14 respectively of the ironing elements 2 and the blades 7 and the disc 8, respectively, formed by one of the following materials: enamel, carbides, for example titanium carbide, nitrides, carbonitrides, oxides, for example aluminum oxide, polytetrafluoroethylene, which is better known under the abbreviation PTFE or the brand name Teflon, hard chrome and manganese.

  
Enamels or PTFE coatings offer the advantage of a very low friction, which virtually excludes the opening of the floor layer 6. PTFE, however, offers a low hardness, which makes it less suitable for treating floor layers 6 with hard components.

  
Enamels, carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, hard chromium and manganese coatings offer the advantage that, because of the hardness of these materials, they are very durable, making the ironing elements 2 equipped with them particularly suitable for treating floor layers 6 with hard components. However, coatings from carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, hard chromium and manganese result in greater friction than in the case of enamel or PTFE.

  
Although all of the aforementioned materials are advantageous within the scope of the invention, it is clear that an enamel coating is particularly preferred, since it simultaneously has the property of providing a low friction and a high wear resistance. In view of the low friction, less heat also develops, allowing higher speeds without damage and therefore faster work.

  
It is clear that the invention also relates to coatings of other materials, as long as they are materials which exhibit both a low friction coefficient and a high hardness and wear resistance.

  
According to another aspect of the invention, which applies only to the blades 7 and not to the disc 8, the aforementioned auxiliary means consist of at least one or more roundings on the circumference of these blades 7.

  
As shown in figure 6, at least one end, but even better at both ends of the trailing edge 16 of each blade 7, roundings, respectively indicated by R1 and R2, are provided.

  
Furthermore, the aforementioned roundings may also consist of round outer edges 17, which preferably, but not necessarily, coincide with the extreme circle described by the blades 7, in other words showing a radius R3, the starting point of which is in the center of rotation 18 of the leveling machine 1 is located.

  
The aforementioned roundings offer the advantage that the chance of chip formation occurring is excluded, if not greatly minimized.

  
As shown in figure 3, according to yet another aspect of the invention, the blades 7 will be provided with an upright edge, 19 and 20, respectively, on the leading-up side and / or on the trailing side of these blades 7, which are preferably inclined upwards stretch out.

  
These upright edges 19 and 20 also reduce the risk of chip formation and also form a shield which prevents material from the floor layer 6 from passing over the blades along the top, so that the formation of the pigment spots mentioned in the introduction is excluded. The edge 19 minimizes the chance of material ending up on the blades 7. Should this nevertheless be the case, the edge 20 prevents this material from returning to the floor layer 6.

  
According to the invention, other shields can also be used or other shields can be combined with the raised edges 19 and / or 20. According to a special embodiment, which is schematically shown in figure 3, a partition or cap 21, which is optionally removable, is placed on each of the blades 7.

  
As shown in figures 2 to 4, the leveling machine 1 according to the invention can be provided with means which allow the blades 7 to be set at an angle with respect to the radial direction, such that the ironing surface 13 is no longer plan parallel to the plane of rotation.

  
As is still shown in Figures 2 to 4, means can also be provided which allow the relevant blades 7 to be suspended in a free swinging manner, each swinging along a horizontal spindle 22 which tangentially extends at the location where the blade 7 is located. rotation circle of this blade 7.

  
The means for adjusting the angle of such blade 7 and the means for suspending such blade 7 in a freely swingable manner, in the illustrated embodiment, consist of the same adjusting mechanism 23 which fulfills both functions. Use is made here of adjusting screws 24 and 25 arranged on either side of the spindle 22, which allow the blade 7 to be optionally fixed or made to swing, and also allow the blades to be placed at an angle during fixing. As shown in figure 4, the set screws 24 and 25 can be screwed through the respective arm 9, so that their front ends contact the top side of the relevant sheet 7 or with a reinforcement 26 fitted thereon. By raising the two set screws 24 and 25 turning and possibly removing it, the relevant blade 7 can rotate freely around its spindle 22.

   The blade 7 can be secured by tightening the adjusting screws 24 and 25. By turning one of the adjusting screws further than the other, the blade 7 can be adjusted at an angle.

  
The adjustability of the aforementioned angle allows a floor layer to be flattened faster and better, especially during roughing, so that the end result after finishing and polishing will also be proportionately better.

  
The rocking arrangement is especially advantageous when smoothing a fresh yet soft composition. The swinging suspension ensures that the relevant blade more easily follows slumps in the floor layer, while elevations are leveled more quickly.

  
It is clear that the aforementioned features may or may not be combined.

  
The invention also relates to ironing elements 2 and blades 7 and discs 8, respectively, which exhibit one or more of the aforementioned features.

  
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the figures, but such leveling machine and ironing elements can be realized in different shapes and sizes without departing from the scope of the invention.


    

Claims (14)

Konklusies.Conclusions. 1.- Egaliseermachine, meer speciaal voor het egaliseren van een vloerlaag (6), van het type waarbij het egaliseren gebeurt door middel van één of meer roterende strijkelementen 1.- Leveling machine, more especially for leveling a floor layer (6), of the type where leveling is done by means of one or more rotating ironing elements 2.- Egaliseermachine volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde hulpmiddelen bestaan uit een aan het strijkoppervlak (13-14) van de strijkelementen (2) aangebrachte bekleding (15) gevormd door één van volgende materialen : email, glasemail, carbides, nitrides, carbonitrides, oxides, polytetrafluorethyleen, hardchroom, mangaan. 2. Leveling machine according to claim 1, characterized in that the above-mentioned auxiliary means consist of a coating (15) applied to the ironing surface (13-14) of the ironing elements (2) formed by one of the following materials: enamel, glass enamel, carbides, nitrides , carbonitrides, oxides, polytetrafluoroethylene, hard chrome, manganese. (2), daardoor gekenmerkt dat de strijkelementen (2) zijn voorzien van hulpmiddelen die het strijkeffekt verbeteren. (2), characterized in that the ironing elements (2) are provided with aids that improve the ironing effect. 3.- Egaliseermachine volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde hulpmiddelen bestaan uit een aan het strijkoppervlak (13-14) van de strijkelementen (2) aangebrachte bekleding (15) uit een materiaal met zowel een lage wrijvingscoëfficiënt als een grote hardheid. Leveling machine according to claim 1, characterized in that the above-mentioned auxiliary means consist of a coating (15) applied to the ironing surface (13-14) of the ironing elements (2), of a material having both a low friction coefficient and a high hardness. 4.- Egaliseermachine volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat, in het geval van strijkelementen (2) in de vorm van bladen (7), de voornoemde hulpmiddelen minstens bestaan uit één of meer afrondingen (R1-R2-17) aan de omtrek van deze bladen (7). Leveling machine according to one of the preceding claims, characterized in that, in the case of ironing elements (2) in the form of blades (7), the aforementioned aids consist at least of one or more roundings (R1-R2-17) on the circumference of these blades (7). 5.- Egaliseermachine volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bladen (7) aan minstens één, en bij voorkeur beide uiteinden van de nalooprand (16) van afrondingen (R1-R2) zijn voorzien. Leveling machine according to claim 4, characterized in that the aforementioned blades (7) are rounded (R1-R2) on at least one, and preferably both ends of the trailing edge (16). 6.- Egaliseermachine volgens konklusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de bladen (7) voorzien zijn van ronde buitenranden (17) welke gelijk lopen met de uiterste cirkel die de bladen (7) beschrijven. 6. Leveling machine according to claim 4 or 5, characterized in that the blades (7) are provided with round outer edges (17) which are flush with the extreme circle described by the blades (7). 7.- Egaliseermachine volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat, in het geval van strijkelementen (2) in de vorm van bladen (7), de voornoemde hulpmiddelen minstens bestaan uit een opstaande rand (19-20) aan de oploopzijde en/of de naloopzijde van deze bladen (7). Leveling machine according to one of the preceding claims, characterized in that, in the case of ironing elements (2) in the form of blades (7), the aforementioned aids consist at least of an upright edge (19-20) on the run-up side and / or the trailing side of these blades (7). 8.- Egaliseermachine volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de randen (19-20) schuin oplopen. 8.- Leveling machine according to claim 7, characterized in that the edges (19-20) rise at an angle. 9.- Egaliseermachine volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat, in het geval van strijkelementen (2) in de vorm van bladen (7), de voornoemde hulpmiddelen minstens bestaan uit een afscherming die het over de bladen (7) treden van materiaal verhindert. 9. Leveling machine according to one of the preceding claims, characterized in that, in the case of ironing elements (2) in the form of blades (7), the above-mentioned auxiliary means consist at least of a shield which passes over the blades (7). material. 10.- Egaliseermachine volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde afscherming bestaat uit een per blad (7) aangebrachte wegneembare kap (21). 10. Leveling machine according to claim 9, characterized in that the aforementioned shielding consists of a removable hood (21) arranged per blade (7). 11.- Egaliseermachine volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat, in het geval van strijkelementen (2) in de vorm van bladen (7), de voornoemde hulpmiddelen minstens bestaan uit middelen die toelaten om de bladen (7) onder een hoek in te stellen, zodanig dat zij een hoek met de radiale richting maken. 11. Leveling machine according to one of the preceding claims, characterized in that, in the case of ironing elements (2) in the form of blades (7), the above-mentioned auxiliary means consist at least of means which allow the blades (7) to be angled adjustable so that they make an angle with the radial direction. 12.- Egaliseermachine volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat, in het geval van strijkelementen (2) in de vorm van bladen (7), de voornoemde hulpmiddelen minstens bestaan uit middelen die toelaten om de bladen (7) vrij schommelend op te hangen, schommelbaar langs een horizontale spil (22) die zich op de plaats waar het blad (7) zich bevindt tangentieel uitstrekt aan de rotatiebeweging van dit blad (7). 12. Leveling machine according to one of the preceding claims, characterized in that, in the case of ironing elements (2) in the form of blades (7), the aforementioned aids consist at least of means which allow the blades (7) to swing freely swingable along a horizontal spindle (22) extending tangentially to the rotational movement of this blade (7) where the blade (7) is located. 13.- Egaliseermachine volgens konklusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de bladen (7) wentelbaar zijn opgehangen langs een horizontale spil (22) die zich op de plaats waar het blad (7) zich bevindt tangentieel uitstrekt aan de rotatiebeweging van dit blad (7), waarbij aan weerszijden van de spil (22) stelschroeven (24-25) zijn aangebracht die toelaten om het blad (7) naar keuze vast te zetten of schommelend te laten hangen, en tevens toelaten om de bladen (7) bij het vastzetten onder een hoek te plaatsen. 13.- Leveling machine according to claim 11 or 12, characterized in that the blades (7) are rotatably suspended along a horizontal spindle (22) extending tangentially to the rotational movement of this blade at the location where the blade (7) is located ( 7), with adjusting screws (24-25) provided on either side of the spindle (22) that allow the blade (7) to be optionally secured or rocked, and also allow the blades (7) to be secure at an angle. 14.- Strijkelement om te worden aangewend in de egaliseermachine van konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat dit strijkelement (2) één of meer van de kenmerken vertoont die in de konklusies 2 tot 13 zijn beschreven. Ironing element for use in the leveling machine of claim 1, characterized in that this ironing element (2) has one or more of the features described in claims 2 to 13.
BE9500056A 1995-01-24 1995-01-24 Leveller and smoothing element used for this BE1009029A6 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500056A BE1009029A6 (en) 1995-01-24 1995-01-24 Leveller and smoothing element used for this

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500056A BE1009029A6 (en) 1995-01-24 1995-01-24 Leveller and smoothing element used for this

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1009029A6 true BE1009029A6 (en) 1996-10-01

Family

ID=3888732

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9500056A BE1009029A6 (en) 1995-01-24 1995-01-24 Leveller and smoothing element used for this

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1009029A6 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20020025446A1 (en) Surface coverings containing aluminum oxide
BE1009029A6 (en) Leveller and smoothing element used for this
CA2185312A1 (en) Refiner Disc with Localized Surface Roughness
US20080063844A1 (en) Surface coverings containing aluminum oxide
JP2002519227A (en) Coating composition and recording medium
JP2000505740A (en) Ink case
HUP0103023A2 (en) Coating layer forming machine and method of forming it
FR2454910A1 (en) RETURN DRUM WITH TWO SHEET SUPPORT SURFACES FOR REVERSIBLE TWO-SIDED PRINTING MACHINES
US5806577A (en) Bearing guide for router bit
BE1007950A6 (en) Grader STRUCTURE AND UNDER THIS IS USED.
US2313342A (en) Earth handling machine and berm finisher
US1995267A (en) Road making and maintenance appliance
JP4180233B2 (en) Method for forming a design coating film
US229508A (en) Manufacture of patterns for casting printing-rolls for graining wooden ware
US2113462A (en) Safety tread and method of forming the same
KR100252146B1 (en) Surface treatment for aluminium wheel for a car
US287530A (en) Apparatus foe the
US719260A (en) Asphalt-cutting attachment for steam-rollers.
US1561174A (en) Printer&#39;s bearer strip
US663391A (en) Woodworking-machine.
JP2001001315A (en) Manufacture of wear resistant woody material
US2280413A (en) Surface ornamenting machine
JPH08168713A (en) Coater blade
SE464309B (en) EQUIPMENT FOR COMBINED DISTRIBUTION OF BINDING MATERIALS AND STONE MATERIALS FOR COATING
Wu Adaptability of Titanium Nitride Coatings to Materials of Tools and Dies

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: B-MAC B.V.B.A.

Effective date: 19970131