<Desc/Clms Page number 1>
DOSEERSYSTEEM VAN SPOELWATER VANUIT EEN STORTBAK
De onderhavige uitvinding betreft een doseersysteem van spoelwater vanuit een stortbak voorzien van een afvoeropening, een afsluitdop en een bedieningsmechanisme van de afsluitdop.
Ze heeft meer bepaald betrekking op een verbetering van de spoelinrichting van een toilet of w. c. ter beperking van het waterverbruik. Ze is bestemd, om de hoeveelheid gebruikt spoelwater te reduceren en naar behoeven aan te passen. Het is inderdaad bekend dat spoelinrichtingen van toiletten en w. c.'s een aanzienlijke hoeveelheid water verbruiken.
Dergelijke spoelinrichtingen worden dikwijls in hun volle capaciteit gebruikt, daar, waar een veel geringere hoeveelheid spoelwater zou volstaan.
Men heeft kunnen berekenen dat men jaarlijks per persoon tot 100 hectoliter water kan besparen, door waterverspilling te vermijden bij waterspoeling.
Door Belgisch octrooi nr. 877. 662 is een besparingssysteem voor stortbakken bekend, dat middelen omvat waardoor gekozen kan worden uit tenminste twee verschillende spoelvolumes.
<Desc/Clms Page number 2>
Zo een systeem geeft echter geen voldoening omdat het uittrek-mechanisme meestal onwillekeurig wordt bediend zonder op voorhand de trekknop in een bepaalde specifieke stand te draaien die het mogelijk maakt tussen twee verschillende spoelvolumes te kiezen. Eens dat men de trekknop bediend heeft is het meestal dan te laat om de waterhoeveelheid nog vlug aan te passen.
De huldig bestaande spoelsystemen omvatten meestal twee delen : - een bovenste deel dat omhoog wordt getrokken door middel van een trekknop en dat onmiddellijk naar beneden valt zodra men de trekknop loslaat, en - een onderste deel dat omhoog wordt getrokken door middel van het bovengenoemde bovenste deel en dat blijft zweven zolang water aanwezig is in de stortbak.
Het bovenste deel bestaat uit een buisvormige trekstang bovenaan voorzien van een vaste trekknop. De trekstang dient als geleiding voor het bovenste deel. Het onderste deel omvat een schuivende inwendige treksteel en een afsluitdop die aan het onderste uiteinde van de treksteel gehecht is. De treksteel is verbonden aan de trekstang door een aanslag. De afsluitdop is meestal gevormd van een klokvormige gummidichting, waarvan de gladde randen op de bodem van de stortbak rusten.
Een variante bestaat erin dat de trekstang door de afsluitdop met zijn zweeflichaam naar beneden valt.
<Desc/Clms Page number 3>
Het technisch probleem bestaat erin toebehoren te ontwikkelen, die op elke reeds bestaande doseer1nr1cht1ng kunnen aangebracht worden, teneinde het waterverbruik van stortbakken te beperken, tot de werkelijke behoeften zonder op voorhand een welbepaalde hoeveelheid spoelwater te selekteren. Daartoe is een doseerinrichting zoals voorgesteld in de eerste paragraaf van dit memorie, met middelen uitgerust die de spoeling onderbreken zodra de trekknop wordt losgelaten.
Volgens een eerste u1tvoeringsvorm van de ultvinding zin bovengenoemde middelen een ballast dat het gewicht van de afsluitdop verhoogt. Het ballast wordt, op de trekstang van de afsluitdop gevestigd, teneinde de onzinkbaarheid van de afsluitdop tegen te gaan en de hermetische afsluiting van de afvoeropening te versnellen, eens de afsluitdop omhoog wordt getrokken en losgelaten.
Door het aanbrengen van het ballast wordt het zwevend vermogen van het onderste deel van het spoelsysteem met de afsluitdop opgeheven en gedraagt het geheel gevormd door de trekstang en afsluitdop zich als een vaste stang vanaf de afsluitdop tot de trekknop.
Deze vernieuwing is vooral hierdoor interessant dat zij in elk bestaand systeem kan ingebouwd worden.
Deze kenmerken en andere kenmerken en bijzonderheden van de uitvinding zullen hierna nader uiteengezet worden in de beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding,
<Desc/Clms Page number 4>
die louter als illustratief en niet beperkend voorbeeld wordt gegeven, met verwijzing naar de hierbljgevoegde tekeningen, waarin : - figuur 1, een dwarse doorsnede is van de stortbak uitgerust met een doseerinrichting volgens de uitvinding, in afgesloten stand van de afvoeropening ; figuur 2, eenzelfde doorsnede is als in figuur 1, afgebeeld in een stand waarbij gespoeld wordt. figuur 3, een gelijk zicht als hierboven van een tweede uitvoering van een doseerinrichting volgens de uitvinding.
In deze figuren duiden dezelfde verwijzingstekens gelijke of gelijkaardige onderdelen aan.
In figuur 1 is een klassieke stortbak 1 voor een w. c. afgebeeld. De bodem 2 van de stortbak 1 omvat een afvoeropening 3 en een afsluitdop 4. Het bedieningsmechanisme 5 van de doseerinrichting is meestal een uittrekmechanisme bestaande uit een trekknop 6, een trekstang 7, een geleider 9 voor de trekstang 7, een anslag 11 en de afsluitdop 4.
De afsluitdop 4 kan door middel van de trekstang 7 en trekknop 6 omhooggetrokken worden. De afsluitdop 4 is in een bijzondere uitvoeringsvorm, een klokvormige gummidichting, waarvan de gladde randen op de bodem 2 van de
<Desc/Clms Page number 5>
stortbak 1 rusten. Door de hydrostatische druk van het water zorgt de afsluitdop voor een waterdichte afsluiting van de afvoeropening 3, zoals afgebeeld in figuur 1.
Bij het uittrekken van de afsluitdop met behulp van de trekknop 6 en de trekstang 7, in een klassieke stortbak 1, heeft de klokvormige afsluitdop 4 de neiging in het water te zweven terwijl het spoelwater via de afvoerweg wegloopt. Door de aanwezige lucht in het bovengedeelte van de klok is de afsluitdop op dit moment, steeds lichter dan water. De afsluitdop blijft in het water zweven, zolang water in de stortbak 1 aanwezig is zodat het gehele volume van de stortbak 1 volledig leegloopt (figuur 2).
De ultrusting bestaat erin de doseerin- richting van middelen te voorzien, die de afvoeropening 3 afsluiten zodra de trekknop 6 wordt losgelaten.
In een eerste ultvoenngsvorm is de aftrekstop een klokvormige gummidichting. Men verhoogt het gewicht van de afsluitdop 4 door middel van een ballast 8, dat op de trekstang 7 van de afsluitdop 4 wordt gevestigd, teneinde de onzinkbaarheid van de afsluitdop 4 tegen te gaan.
Hierdoor zakt de afsluitdop 4 naar beneden en bedekt hij de afvoeropening 3 zodra men de trekknop 6 loslaat. Het spoelwaterdebiet kan bij elke spoelbeurt bepaald worden naargelang de tijdsduur van het tijdsinterval gedurende hetwelk de trekknop wordt bediend.
<Desc/Clms Page number 6>
In een tweede uitvoering is de trekstang van het doseersysteem voorzien van een zuiger 12 die zich op en neer langs een cilindervormige kamer 14 verplaatst. Het bovenste gedeelte van de kamer is smal en oefent een bepaalde wrijving op de zuiger 12. Het onderste gedeelte van de kamer 14 wordt breder en verhindert de wrijving. De zuiger 12 wordt verzwaard door een ballast 8 dat een stuk vormt met de zuiger 12. Bij het bedienen van de trekstang wordt de afsluitdop omhooggetrokken en de zuiger 12 opgeheven. Bij het loslaten van de trekstang 7 zakt de zuiger langzaam naar beneden door de zwaartekracht tot op de plaats van de verbreding. Vanaf de plaats waar de cilindervormige kamer 14 breder wordt, ondervindt de zuiger 12 geen wrijving meer. De zuiger 12 valt vrij naar beneden en laat ook de afsluitdop 4 met de trekstang 7 zakken.
De duur gedurende dewelke de zuiger en dus ook de afsluitdop 4 wordt omhooggehouden kan bepaald worden door een opening 13 doorheen de zuiger of door een speling tusssen de zuiger en de kamer te voorzien (figuur 3).