<Desc/Clms Page number 1>
Koelkast.
De uitvinding heeft betrekking op een koelkast voor ten minste een groep van voorwerpen met nagenoeg hetzelfde gewicht, welke koelkast een behuizing bevat voorzien van ten minste een toegang voor het inbrengen en wegnemen van de voorwerpen en een koelmechanisme.
De term "koelkast" is hier in ruime zin bedoeld zodat hieronder ook een diepvrieskast maar ook een kast of toog waar de temperatuur niet onder het vriespunt is gelegen, moet worden verstaan.
Dergelijke koelkasten voor groepen gelijke of even zware voorwerpen, worden gebruikt in warenhuizen, waar gekoelde zuivelprodukten of diepvriesprodukten te koop worden aangeboden. De toegang kan vooraan zijn gelegen en afgesloten zijn door een deur, of bovenaan zijn gelegen en al dan niet afgesloten zijn door een scharnierend of openschuifbaar deksel.
Zulke koelkasten worden ook gebruikt in horecazaken voor het gekoeld bewaren van drank in blik of flessen.
In al deze gevallen kan het nuttig zijn te weten hoeveel voorwerpen er uit de koelkast zijn verdwenen. Met de bekende koelkasten kan dit enkel door een persoon de nog overblijvende voorwerpen van elke groep te laten tellen en dit aantal af te-trekken van het in de koelkast ingebrachte aantal. In het geval elektronische kasregisters worden gebruikt met identifikatie van de voorwerpen, kan men het aantal door het kasregister als verkocht geregistreerde voorwerpen tellen, maar dit geeft niet nauwkeurig het uit een bepaalde koelkast genomen aantal voorwerpen weer onder
<Desc/Clms Page number 2>
meer aangezien geen rekening kan worden gehouden met voorwerpen die wel uitgenomen werden, maar niet aan het kasregister aangeboden werden.
De uitvinding heeft tot doel een koelkast te verschaffen waarbij het aantal uitgehaalde voorwerpen van een groep op een eenvoudige manier nauwkeurig kan worden bepaald.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de koelkast, per groep voorwerpen, ten minste een weeginrichting bevat waarop de voorwerpen zijn geplaatst en een rekeneenheid om uitgaande van een gemeten gewichtsverschil het aantal voorwerpen dat daarmee overeenkomt te berekenen en opeenvolgende aantallen op te tellen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de koelkast ten minste een houder voor voorwerpen van een groep en per houder een weeginrichting.
Deze houder kan een bak, een korf of een rek zijn. Indien de toegang van de koelkast vooraan is gelegen, verdient een rek de voorkeur, terwijl indien de toegang in de bovenzijde is gelegen, een bak of korf aangewezen zijn.
Daarbij kan de houder uit delen bestaan die ter plaatse in de behuizing met elkaar verbonden zijn, zodat de houder groter kan zijn dan wat de toegang doorlaat.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is de rekeneenheid gekoppeld aan een persoonherkenningssysteem.
<Desc/Clms Page number 3>
In deze uitvoeringsvorm geeft de rekeneenheid niet alleen het totale aantal voorwerpen dat uitgenomen werd, maar ook het aantal voorwerpen per persoon.
Een zeer praktische toepassing van de koelkast is in de horeca, waarbij de voorwerpen flessen zijn.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een koelkast volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen, waarin : figuur 1 een zicht in perpektief weergeeft van een koelkast volgens de uitvinding ; figuur 2 een dwarse doorsnede weergeeft van de koelkast uit figuur 1, op grotere schaal getekend ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn
III-III uit figuur 2.
De koelkast weergegeven in de figuren is een flessenkoelkast. Ze bevat een behuizing 1 van roestvast staal met een bodem 2, vier opstaande wanden 3 en een bovenwand 4 die van twee door rechthoekige openingen gevormde toegangen 5 is voorzien. Deze toegangen zijn afsluitbaar door een schuifdeksel 6. In opengeschoven stand schuiven deze schuifdeksels 6 onder een toogblad 7 voor het plaatsen van glazen, dat zieh aan de achterkant van de bovenzijde over de lengte van de koelkast uitstrekt.
Op de voorste opstaande wand 3 is een goot 8 vastgemaakt die in drie kompartimenten is verdeeld. Het ene
<Desc/Clms Page number 4>
kompartiment 9 vormt een opvangbak voor kroonkurken die losgemaakt kunnen worden met een erboven op de wand 3 bevestigde flessenopener 10. Het middelste kompartiment 11 vormt een ijsbak met een niet zichtbare afvoer, en het derde kompartiment bevat een ingietrooster 12 eveneens met een niet zichtbare afvoer.
Binnenin de behuizing 1 is door een wand 13 tegen de achterste opstaande wand 3 een kompartiment 14 gevormd waarin een koelmechanisme 15 opgesteld is. Dit koelmechanisme is van een bekende konstruktie en wordt hier niet in detail beschreven. In het overblijvende kompartiment 16 is onder elk van de toegangen 5 een door een bak gevormde houder 17 opgesteld voor flessen 18.
Elk van de houders 17 is gemonteerd op een elektronische weeginrichting 19 die op de bodem 2 is vastgemaakt, bijvoorbeeld vastgevezen. Deze weeginrichting kan van een bekende konstruktie zijn, bijvoorbeeld een krachtopnemer bevatten die gebruik maakt van de rekstrookjestechniek en een wheatstonebrug. Een geschikte weeginrichting is een digitale personenweegschaal waarvan de beschermkap en de display werden verwijderd en waarop men een nieuwe beschermkap 20 heeft geplaatst.
De houder 17 is samengesteld uit een bodemplaat 21 die op de beschermkap 20 is vastgekleefd met siliconen en uit opstaande wandgedeelten 22 die in de behuizing 1 aan elkaar zijn bevestigd met schroeven. Mocht de bak buiten de behuizing 1 zijn gemonteerd, zou hij niet door een toegang 5 kunnen. In de houder 17 kunnen twee stapels platgelegde flessen 18 worden opgestapeld. De flessen 18 in een zelfde houder 17 dienen nagenoeg hetzelfde gewicht te bezitten.
<Desc/Clms Page number 5>
De twee weeginrichtingen 19 zijn aangesloten op een rekeneenheid 23 die samen met een scherm 24 en een persoonherkenningssysteem 25, bijvoorbeeld een toetsenbord en/of een magneetkaartlezer, in een kastje 26 bovenop het toogblad 7 is opgesteld.
Op elk schuifdeksel 6 is een deel van een"reed"-schakelaar 27 gemonteerd waarvan het ander deel op de rand van de toegang 5 is gemonteerd zo dat de delen met elkaar kontakt maken wanneer het schuifdeksel 6 dichtgeschoven is. Deze twee"reed"-schakelaars 27 zijn aangesloten op de rekeneenheid 23.
Het tellen van de flessen 18 geschiedt als volgt : Om uitgaande van een gewicht het aantal flessen te kunnen berekenen, moet de rekeneenheid 23 het gemiddelde gewicht van een fles 18 van een groep in een houder 17 kennen. De rekeneenheid kan dit gemiddelde zelf berekenen en in haar geheugen opslaan door een bepaald aantal, bijvoorbeeld twintig flessen 18 in een houder 17 te brengen en een kalibreerinstruktie aan de rekeneenheid 23 te geven. De rekeneenheid registreert het gewicht gemeten door de overeenstemmende weeginrichting 19 en deelt dit gewicht door het gekende aantal.
Tijdens de normale werking noteert de rekeneenheid 23 het gemeten gewicht van de twee weeginrichtingen 19 tien tot honderd maal per sekonde en onthoudt ze het laatst gemeten gewicht.
Wanneer een schuifdeksel 6 wordt geopend geeft de "reed"-schakelaar 27 een signaal aan de rekeneenheid 23. Wanneer het persoonherkenningssysteem 25 geen toegelaten gebruiker heeft herkend, geeft de rekeneenheid 23 een
<Desc/Clms Page number 6>
alarmsignaal. Indien daarentegen door het indrukken van toetsen of het inbrengen van een magneetkaart het persoonherkenningssysteem 25 een toegelaten gebruiker herkend heeft, wordt geen alarm gegeven maar stopt de rekeneenheid het verder detekteren van het gewicht gegeven door de overeenstemmende weeginrichting 19.
De gebruiker kan nu flessen 8 bijplaatsen of uit de houder 17 halen. Na het terug sluiten van het schuifdeksel 6, hetgeen door de"reed"-schakelaar 27 gedetekteerd wordt, begint de rekeneenheid 23 opnieuw de gemeten gewichten op te nemen en vergelijkt deze rekeneenheid het eerste opnieuw gemeten gewicht met het laatste dat in haar geheugen werd opgenomen. Is het gewicht toegenomen, dan reageert de rekeneenheid 23 niet. Is het gewicht afgenomen, dan deelt de rekeneenheid 23 de gewichtsafname door het gemiddelde gewicht van een fles in de desbetreffende houder 17 en duidt ze op het scherm het aantal flessen 18 aan dat uit deze houder genomen werd. Dit aantal wordt bijgeteld bij het aantal dat voor dezelfde gebruiker reeds in het geheugen van de rekeneenheid 23 werd opgeslagen en het nieuwe totaal wordt eveneens in dit geheugen gebracht.
Na verloop van tijd kan men de rekeneenheid 23 ondervragen en op het scherm het totale aantal flessen 18 van een groep, die elk van de gebruikers dus uit een bepaalde houder 17, heeft genomen, aflezen en eventueel vergelijken met de afrekening van deze gebruiker.
De telling van het aantal flessen is zeer nauwkeurig en foutloos.
De weeginrichtingen 19 en de houders 17 kunnen zonder problemen in bestaande koelkasten worden ingebouwd. Deze weeginrichtingen kunnen dan worden aangesloten op een
<Desc/Clms Page number 7>
rekeneenheid 23. Op een zelfde rekeneenheid 23 kunnen eventueel weeginrichtingen 19 van verschillende koelkasten worden aangesloten.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de oktrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.
In het bijzonder moet het aantal bakken en dus weeginrichtingen in een koelkast niet noodzakelijk gelijk zijn aan twee.
In plaats van bakken kunnen korven als houders worden gebruikt.
De toegangen tot de koelkast kunnen ook in een opstaande wand gelegen zijn, in welk geval de houders doelmatig rekken zijn.
De voorwerpen die worden geteld moeten niet noodzakelijk flessen zijn.
De toegangen moeten niet noodzakelijk door schuifdeksels zijn afgesloten. Ze kunnen ook afgesloten zijn door deksels die pneumatisch bediend worden, waarbij de rekeneenheid enkel het pneumatisch openen beveelt wanneer het persoonherkenningssysteem een toegelaten gebruiker herkend heeft.
<Desc / Clms Page number 1>
Refrigerator.
The invention relates to a refrigerator for at least a group of objects of substantially the same weight, which refrigerator comprises a housing provided with at least one access for inserting and removing the objects and a cooling mechanism.
The term "refrigerator" is used here in a broad sense, so that it should also include a freezer, but also a cabinet or counter where the temperature is not below freezing.
Such refrigerators for groups of the same or equally heavy objects are used in department stores, where refrigerated dairy or frozen products are offered for sale. The access can be located at the front and closed by a door, or located at the top and closed or not by a hinged or sliding lid.
Such refrigerators are also used in catering businesses for the refrigerated storage of canned or bottled beverages.
In all these cases it may be helpful to know how many items have disappeared from the refrigerator. With the known refrigerators this can only be done by having a person count the remaining objects of each group and subtracting this number from the number introduced in the refrigerator. In case electronic cash registers are used with identifying the items, one can count the number of items registered as sold by the cash register, but this does not accurately reflect the number of items taken from a particular refrigerator under
<Desc / Clms Page number 2>
more since it is not possible to take into account objects that have been taken out, but which were not presented to the cash register.
The object of the invention is to provide a refrigerator in which the number of objects removed from a group can be accurately determined in a simple manner.
This object is achieved according to the invention in that the refrigerator, per group of objects, contains at least one weighing device on which the objects are placed and a calculation unit for calculating the number of objects corresponding thereto and counting successive numbers on the basis of a measured weight difference.
In a special embodiment of the invention, the refrigerator comprises at least one holder for objects from a group and a weighing device per holder.
This holder can be a tray, a basket or a rack. If the access of the refrigerator is located at the front, a rack is preferred, while if the access is located at the top, a tray or basket is indicated.
The holder can herein consist of parts which are interconnected on site in the housing, so that the holder can be larger than what the access allows.
In a preferred embodiment of the invention, the computing unit is coupled to a person recognition system.
<Desc / Clms Page number 3>
In this embodiment, the calculator not only displays the total number of items taken out, but also the number of items per person.
A very practical application of the refrigerator is in the catering industry, where the objects are bottles.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a refrigerator according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the appended drawings, in which: Figure 1 shows a perspective view of a refrigerator according to the invention; figure 2 shows a transverse section of the refrigerator of figure 1, drawn on a larger scale; figure 3 represents a section according to the line
III-III from figure 2.
The refrigerator shown in the figures is a bottle refrigerator. It comprises a stainless steel housing 1 with a bottom 2, four upright walls 3 and a top wall 4 which is provided with two entrances 5 formed by rectangular openings. These entrances can be closed by a sliding lid 6. In the slid-open position, these sliding lids 6 slide under a counter top 7 for placing glasses, which extends along the length of the refrigerator at the back of the top.
A trough 8 is attached to the front upright wall 3 and is divided into three compartments. The one
<Desc / Clms Page number 4>
compartment 9 forms a receptacle for bottle caps which can be detached with a bottle opener 10 mounted on top of the wall 3. The middle compartment 11 forms an ice box with an invisible drain, and the third compartment contains a pouring grate 12 also with an invisible drain.
Inside the housing 1 a compartment 14 is formed by a wall 13 against the rear upright wall 3, in which a cooling mechanism 15 is arranged. This cooling mechanism is of a known construction and is not described in detail here. In the remaining compartment 16, a container 17 for bottles 18 is arranged under each of the entrances 5.
Each of the holders 17 is mounted on an electronic weighing device 19 which is fixed on the bottom 2, for example, fixed. This weighing device can be of a known construction, for instance contain a force transducer using the strain gauge technique and a wheatstone bridge. A suitable weighing device is a digital personal scale from which the protective cover and the display have been removed and on which a new protective cover 20 has been placed.
The holder 17 is composed of a bottom plate 21 which is glued to the protective cap 20 with silicone and of upright wall parts 22 which are fastened together in the housing 1 with screws. If the box were mounted outside the housing 1, it would not be able to pass through an access 5. Two stacks of flattened bottles 18 can be stacked in the holder 17. The bottles 18 in the same container 17 should have substantially the same weight.
<Desc / Clms Page number 5>
The two weighing devices 19 are connected to a computing unit 23 which, together with a screen 24 and a person recognition system 25, for instance a keyboard and / or a magnetic card reader, is arranged in a box 26 on top of the counter 7.
Each sliding cover 6 has a part of a "reed" switch 27 mounted, the other part of which is mounted on the edge of the access 5 so that the parts contact each other when the sliding cover 6 is closed. These two "reed" switches 27 are connected to the calculation unit 23.
The bottles 18 are counted as follows: In order to be able to calculate the number of bottles on the basis of a weight, the calculator 23 must know the average weight of a bottle 18 of a group in a holder 17. The computer can calculate this average itself and store it in its memory by placing a certain number, for instance twenty bottles 18, in a holder 17 and giving a calibration instruction to the computer 23. The computer registers the weight measured by the corresponding weighing device 19 and divides this weight by the known number.
During normal operation, the calculator 23 records the measured weight of the two weighing devices 19 ten to one hundred times per second and remembers the last measured weight.
When a sliding cover 6 is opened, the "reed" switch 27 gives a signal to the calculation unit 23. When the person recognition system 25 has not recognized an authorized user, the calculation unit 23 gives a
<Desc / Clms Page number 6>
alarm signal. If, on the other hand, by pressing keys or inserting a magnetic card, the person recognition system 25 has recognized an authorized user, no alarm is given, but the computer stops further detecting the weight given by the corresponding weighing device 19.
The user can now add bottles 8 or take them out of the holder 17. After the sliding cover 6 has been closed again, which is detected by the "reed" switch 27, the calculation unit 23 starts to take the measured weights again and this calculation unit compares the first re-measured weight with the last one which was recorded in its memory . If the weight has increased, the calculation unit 23 does not respond. When the weight has decreased, the calculator 23 divides the weight decrease by the average weight of a bottle in the respective container 17 and indicates on the screen the number of bottles 18 taken from this container. This number is added to the number already stored in the memory of the computing unit 23 for the same user and the new total is also brought into this memory.
After a while the calculator 23 can be queried and the total number of bottles 18 of a group, which each of the users has thus taken from a particular holder 17, can be read on the screen and possibly compared with the bill of this user.
The number of bottles is very accurate and error-free.
The weighing devices 19 and the holders 17 can be built into existing refrigerators without any problems. These weighing devices can then be connected to a
<Desc / Clms Page number 7>
calculation unit 23. Optionally, weighing devices 19 of different refrigerators can be connected to the same calculation unit 23.
The invention is by no means limited to the above-described embodiment, and within the scope of the patent application, many changes can be made to the described embodiment, including as regards the shape, composition, arrangement and number of the parts used to realize the invention.
In particular, the number of trays and thus weighing devices in a refrigerator need not necessarily be two.
Baskets can be used as containers instead of trays.
The entrances to the refrigerator can also be located in an upright wall, in which case the holders are effective racks.
The items being counted need not necessarily be bottles.
The entrances do not necessarily have to be closed by sliding covers. They can also be closed by lids that are operated pneumatically, the computer only commands pneumatic opening when the person recognition system has recognized an authorized user.