<Desc/Clms Page number 1>
"Inrichting voor hat in e & n beweging plooien van een reeks naast elkaar liggende draden behorendetoteennet"
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een bewerking plooien van een reeks naast elkaar liggende draden van een net bestaande uit langsdraden en hierop gelaste dwarsdraden volgens het principe van de vierpunten opstelling waarmede wordt bedoeld dat gebruik wordt gemaakt van twee tegengestelde plocimomenten waarvan da aangrijpingspunten dusdanig bewegen dat geen andere krachten dan bedoelde momenten tijdens het plooien optreden.
Plocirnachines voor het plooien van de dwarsdraden bestemd voor het vormen van een net zijn bekend. ook bestaan machines voor het plooien van de dwarsdraden van een reeds gevormd en uit langsdraden met daarop gelaste dwarsdraden bestaand net.
De zojuist gerefereerde machines behoren tot het type waarbij de draad wordt geplooid door een inrichting waarin de draad volgens het principe van de drie-of van de vierpunten opstelling, wordt bewerkt. Van deze driepunten opstelling bestaan
EMI1.1
twee varianten hierna beschreven. variant 1 De draad kan inderdaad worden gebogen door tussen twee vaste nokken die de draad steunen een duwkracht met een bewegende nok uit te oefenen.
De draad plooit zieh rondom deze middelste beweegbare nok met een plooidiameter gelijk
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
aan deze van deze beweegbare nok.
Variant 2 Bij een driepunten kan de opstellingbeweegbare nok langs een zijde van de twee vaste nokken (een boven en een onder de draad) inwerken. De geplooide draad vertoont dan een plooidiameter die gelijk is aan deze van de vaste nok aan de zijde van de beweegbare nok.
EMI2.2
Plooimachines voor een draad gebaseerd op deze driepunten opstelling bieden het voordeel dat verschillende draaddiameters kunnen worden geplooid zonder opstelling. Het nadeel is echter wel dat slechts een draad tegelijkertijd kan worden geplooid en dat een andere plooidiameter een andere nok vereist gepaard gaande met de nodige omsteltijd.
Bij plooimachines gebaseerd op de vierpunten opstelling worden twee tegengestelde momenten gerealiseerd met tweemaal twee tegengestelde duwkrachten. Da bewegingen van de aangrijpingspunten van deze duwkrachten volgen uit de buiging van de draad. De plooidiameter van de draad is een functie van de afstand tussen de twee middelste aangrijpingspunten en de gerealiseerde buighoek.
Plooimachines voor een draad gebaseerd op de vierpunten opstelling bieden het voordeel dat draden met verschillende diameters zonder omstelling kunnen geplooid worden terwijl het instellen naar een andere plooidiameter weinig tijd vergt. Het nadeel van bekende volgens dit principe werkende machines is het feit dat deze slechts een draad kunnen plooien.
Een duidelijk beeld van een volgens dit principe van de vierpunten opstelling gebouwd toestel voor het buigen van een draad wordt gegeven door het Europees octrooi 0 226 167.
Tot nog toe bekende machines voor het
<Desc/Clms Page number 3>
plooien van een net werken volgens het hierboven onder "Variant 2"beschreven principe. Dergelijke machines bieden dus het voordeel dat zij inderaad een volledig net kunnen plooien, terwijl geen omstelling van de duwnokken wordt vereist zolang de plooidiameter van de draad niet gewijzigd wordt.
Het nadeel van dergelijke machines is duidelijk dat voor elk gewijzigde plooidiameter een omstelling van de duwnokken vereist is. Op dit principe gesteunde plooimachines werken enkel voor netten met een identische dwarsdraaddiameter. Wanneer het net verschillende dwarsdraaddiameters vertoont, treden zware plooifouten naar voor.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een inrichting voor te schrijven waarvan de werking op da vierpunten opstelling steunt, waarmede volledige netten met niet identische draaddiameters kunnen geplooid worden zonder omstelling van de duwnokken doordat bepaalde essentiële onderdelen zieh automatisch aan de verschillende draaddiameters aanpassen.
Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, bestaat zij uit ten opzichte van een frame beweegbare plooimiddelen die zieh loodrecht of nagenoeg loodrecht ten opzichte van de plocidraden uitstrekken, waarbij zowel op het frame als op de beweegbare plooimiddelen achtereenvolgens vier drukst-ukken zijn gemonteerd, waarvan de twee binnenste aan de ene kant en de twee buitenste aan de andere kant ten opzichte van de langsas van de draad voorkomen en sommige van deze drukstukken beweegbaar kunnen zijn ten opzichte van de langsas van de draad.
Steeds volgens de uitvinding bestaan hogerbedoelde plooimiddelen uit een plooitafel met daarmede verbonden drukstukken. in een bijzonder voordelige
<Desc/Clms Page number 4>
uitvoeringsvorm van de uitvinding is hogerbedoelde plooitafel scharnierend verbonden met hogerbedoeld frame. constructief is de inrichting derwijze ontworpen dat zij minstens een doch bij voorkaur twee naar elkaar toe en van elkaar weg verwijderbare plooibanken bevat.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een inrichting vaor het plooien van de draden van een net volgens de uitvinding. De beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en kan in geen geval als een beperking van de uitvinding worden geinterpreteerd. De verwijzingscijfers hebben betrekking op da hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een schematisch gehouden zijaanzicht met gedeeltelijke doorsnedes van een inrichting volgens de uitvinding in dubbele opstelling.
Figuren 2 en 3 illustreren eveneens schematisch het beginsel van z. g. vierpunten opstelling, waarvan de inrichting volgens de uitvinding een bijzonder aantrekkelijke verwezenlijking vormt.
Figuur 4 illustreert volgens een perspectivische voorstelling de opstelling van de drukmiddelen op het frame en op de plooitafel.
De aan deze beschrijving gevoegde figuur 1 vertoont dus duidelijk een inrichting volgens de uitvinding in een mogelijke dubbele opstelling van twee plooibanken. Ten opzichte van het langssymmetrievlak bevat da inrichting telkens een frame 1, respectievelijk 1'. Bij een dergelijke dubbele opstelling zijn de frames 1 en l''van elkaar verwijderbaar. Daartoe volstaat dat een van deze frames, bijvoorbeeld frame 1, een vast frame is,
<Desc/Clms Page number 5>
terwijl frame l'door middelen die niet tot de uitvinding behoren verplaatsbaar is, zodat hiertoe aan alle karakteristieken van het ploainet kan worden voldaan.
Voor een goed begrip van de uitvinding moet hier ook zeer duidelijk worden gesteld dat bij mogelijke weglating van het frame 1 met de daarmee verbonden beweegbare onderdelen die de inrichting kenmerken het net kan rusten op een vast onderdeel behorende tot de inrichting, bijvoorbeeld een aanvoertafel. Een dergelijke opstelling zal hier niet nader in detail worden beschreven.
Ten opzichte van een frame 1, respectievelijk l'is telkens een scharnierende plooitafel 2, 2'gemonteerd. De scharnieras van da plooitafels 2, 2'wordt met de verwijzingen duidelijk gemaakt.
Elke plooitafel 2, 2'kan gelijk welke stand innemen. Bijvoorbeeld kan de plooitafel 2 de in figuur 1 voorgestelde stand innemen door gebruik te naken van zeer uiteenlopende duwmiddelen. Een hiervan is bijvoorbeeld het spindelmechanisme 4, 4'met scharnierpunten 5, 5'ten opzichte van het frame 1 respectievelijk l'. op elke plooitafel is een vlakke steun 6, respectievelijk 6'voorzien waarop het net ligt en waarover het kan worden verplaatst. Een dwarsdraad uit een dergelijk net wordt in figuren 1 en 4 afgebeeld en draagt de verwijzing 7, 7'. De langsdraden waarvan slechts enkele zijn getekend, worden verduidelijkt met de verwijzing 8 (in figuur 4-8, 8', 8").
Ter hoogte van elke dwarsdraad 7, 7' zijn nu middelen voorzien om deze tot een net behorende dwarsdraad volgens het hoger beschreven vierpunten principe te plooien. Dit gebeurt zonder omstelling van
<Desc/Clms Page number 6>
drukstukken. De dwarsdraden worden inderdaad, onafhankelijk van hun diameter, telkens geplooid volgens het door de figuren 2 en 3 verduidelijkt beginsel.
In figuur 3 wordt inderdaad een niet bewegend onderdeel schematisch voorgesteld en verduidelijkt met de verwijzing 9. Daarmede verbonden drukstukken dragen de verwijzingen 10, 11 en 10', 11'.
Het bewegend onderdeel dat dezelfde functie vervult als da hierboven beschreven plooitafel wordt in deze figuren schematisch voorgesteld en verduidelijkt door de verwijzing 12. Hiermede samenwerkende drukstukken dragen de verwijzing 10'en 11'.
Wanneer nu het bewegend onderdeel 12 zieh gaat verplaatsen om o. m. de stand in te nemen die uit figuur 3 blijkt, buigt de draad 13 om tenslotte volgens een hoek te worden geplooid die resulteert uit de instelling en de wijziging van de af stand en de hoek die het niet bewegend onderdeel 9 van het bewegend onderdeel 12 scheidt. Wanneer 11 en 11'niet verplaatsbare drukstukken en/of 10 en 10'drukstukken zijn die wel verplaatsbaar zijn ten opzichte van de draad, is het duidelijk dat netten waarvan de draden uiteenlopende diameters vertonen kunnen geklemd en geplooid worden zonder beroep te moeten doen op verwisselbare drukstukken.
Door toepassing van dit principe op de inrichting waarvan meer details, uitsluitend bij wijze van voorbeeld, door figuur 1 worden weergegeven, kan dus een op voorhand afgewerkt net telkens volgens de vereiste hoek worden geplooid. om dit met technisch betrouwbare middelen te kunnen verwezenlijken, bestaan bedoelde drukstukken uit verplaatsbare duwnokken 14, 14'en klemstukken die als haken 15, 15'fungeren. Voor elke
<Desc/Clms Page number 7>
plooitafel vormen deze twee onderdelen de twee eerste punten uit de reeks van vier vereist voor het plooien van een draad volgens het reeds hoger in detail beschreven principe.
Op elke plooitafel komen nog telkens als klenmiddelen fungerende drukstukken gevormd door haken 16, 16 I en als drukstukken fungerende duwmiddelen die bestaan uit wigvormige blokkeermiddelen 17, 17'.
De wigvormige blokkeermiddelen 17, 17' kunnen op gelijk welke wijze worden aangedreven evenals de duwnokken 14, 14', hetzij door een spindelmechanisme, hetzij door hydraulische of pneumatische zuigers. De wigvormige blokkeermiddelen 17, 17'worden verplaatst langsheen schuin opgestelde glijplaten 18, : J. 8'. Deze platen zijn op hun beurt bevestigd op beweegbare schuiven of lineaire geleidingen 19, 19', die, zoals men uit figuur 1 kan afleiden, deel uitmaken van het onderdeel 20 behorende tot de plooitafel 2. Een gelijkaardige beweegbare schuif 21' bevindt zich tussen het onderdeel 20, 20'en 22, 22'. Dit onderdeel 22, 22'is met de reeds hoger vernoemde scharnieras 3, 3'verbonden.
Uit de hierboven gegeven beschrijving van de inrichting volgens de uitvinding blijkt dat netten waarvan de diameter van de draden uiteenlopende waardes vertonen op een originele wijze kunnen worden geplooid door beroep te doen op het hierboven duidelijk geschetste principe van de vierpunten opstelling. Het wijzigen of aanpassen van drukstukken in functie van de verschillende plooidraaddiameters vervalt volledig.
Voor de eerste maal wordt dus de mogelijkheid geboden netten met uiteenlopende draaddiameters op een perfekte wijze op industriële schaal en tegen een hoog produktieritme te plooien.
De uitvinding is uiteraard niet beperkt
<Desc/Clms Page number 8>
tot de hier bij wijze van voorbeeld beschreven uitvoeringsvorm en vele wijzigingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht voor zover zij binnen het raam vallen van de toegevoegde conclusies.
<Desc / Clms Page number 1>
"Device for bending a series of adjacent threads belonging to the net in one movement"
This invention relates to a device for machining a series of adjacent wires of a net consisting of longitudinal wires and transverse wires welded thereto according to the principle of the four-point arrangement, which means that use is made of two opposite plocomoments moving points of application such that no forces other than the intended moments occur during bending.
Plating machines for crimping the transverse wires intended to form a net are known. machines also exist for crimping the transverse wires of a net already formed and consisting of longitudinal wires with transverse wires welded thereon.
The machines just referenced are of the type in which the wire is crimped by a device in which the wire is processed according to the principle of the three- or four-point arrangement. These three-point arrangements exist
EMI1.1
two variants described below. variant 1 The wire can indeed be bent by applying a pushing force with a moving cam between two fixed cams that support the wire.
The wire bends around this center movable cam with a bend diameter equal
<Desc / Clms Page number 2>
EMI2.1
to this of this movable cam.
Variant 2 With a three-point arrangement, the movable cam can act along one side of the two fixed cams (one above and one below the wire). The crimped wire then has a crimp diameter equal to that of the fixed cam on the side of the movable cam.
EMI2.2
Wire bending machines based on this three-point arrangement offer the advantage that different wire diameters can be folded without arrangement. However, the drawback is that only one wire can be crimped at a time and that a different crimp diameter requires a different cam accompanied by the necessary changeover time.
In folding machines based on the four-point arrangement, two opposite moments are realized with twice two opposite pushing forces. The movements of the points of application of these pushing forces follow from the bending of the wire. The bending diameter of the wire is a function of the distance between the two middle points of engagement and the realized bending angle.
Folders for a wire based on the four-point arrangement offer the advantage that wires with different diameters can be folded without changeover while setting to a different pleat diameter takes little time. The drawback of known machines operating on this principle is the fact that they can only bend a wire.
A clear picture of a device for bending a wire built according to this principle of the four-point arrangement is given by European patent 0 226 167.
Hitherto known machines for the
<Desc / Clms Page number 3>
bending of a net according to the principle described under "Variant 2" above. Thus, such machines have the advantage of being able to crimp a complete net, while no push cam adjustments are required as long as the crimp diameter of the wire is not changed.
The drawback of such machines is clear that a change of the pushing cams is required for every changed bending diameter. Folding machines supported on this principle only work for nets with an identical cross-wire diameter. When the net has different cross-wire diameters, heavy crimping errors arise.
The object of the invention is therefore to prescribe a device whose action is supported on the four-point arrangement, with which complete nets with non-identical wire diameters can be folded without changing the pushing cams because certain essential parts automatically adapt to the different wire diameters.
In order to make this possible according to the invention, it consists of foldable movable means relative to a frame which extend perpendicularly or substantially perpendicularly to the pleated wires, wherein four pressure pieces are successively mounted on both the frame and on the movable foldable means, two of which are innermost on one side and the two outermost on the other with respect to the longitudinal axis of the thread and some of these thrust pieces may be movable with respect to the longitudinal axis of the thread.
According to the invention, the above-mentioned folding means consist of a folding table with pressure pieces connected thereto. in a particularly economical
<Desc / Clms Page number 4>
The embodiment of the invention referred to above is hingedly connected to the above-mentioned frame. The device is structurally designed in such a way that it contains at least one, but preferably two, folding and mutually removable folding benches.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of an apparatus for crimping the wires of a net according to the invention. The description is given by way of example only and can in no way be interpreted as a limitation of the invention. The reference numbers refer to the accompanying figures.
Figure 1 is a schematic, side elevational view with partial cross sections of a device according to the invention in a double arrangement.
Figures 2 and 3 also schematically illustrate the principle of z. G. four-point arrangement, the device according to the invention being a particularly attractive implementation.
Figure 4 illustrates, according to a perspective representation, the arrangement of the pressing means on the frame and on the folding table.
Figure 1 appended to this description thus clearly shows a device according to the invention in a possible double arrangement of two folding benches. With respect to the longitudinal symmetry plane, the device always contains a frame 1 and 1 ', respectively. In such a double arrangement, the frames 1 and 1 'are removable from each other. To this end it suffices that one of these frames, for example frame 1, is a fixed frame,
<Desc / Clms Page number 5>
while frame 1 is movable by means not belonging to the invention, so that all characteristics of the folding net can be met for this purpose.
For a good understanding of the invention, it must also be made very clear here that in the event of possible omission of the frame 1 with the associated movable parts that characterize the device, the net can rest on a fixed part belonging to the device, for example a supply table. Such an arrangement will not be described in further detail here.
A hinged folding table 2, 2 'is mounted relative to a frame 1 and 1, respectively. The pivot axis of folding tables 2, 2 'is made clear with the references.
Each folding table 2,2 'can occupy any position. For example, the folding table 2 can take the position shown in figure 1 by using a wide variety of pushing means. One of these is, for example, the spindle mechanism 4, 4 'with hinge points 5, 5' relative to the frame 1 and 1 ', respectively. on each folding table, a flat support 6 and 6 'respectively is provided on which the net lies and over which it can be moved. A crosswire from such a net is shown in Figures 1 and 4 and bears the reference 7, 7 '. The longitudinal threads of which only a few are drawn are illustrated with reference 8 (in Figures 4-8, 8 ', 8 ").
At each transverse wire 7, 7 ', means are now provided for folding this net transverse wire according to the above-described four-point principle. This is done without changing
<Desc / Clms Page number 6>
pressure pieces. Irrespective of their diameter, the transverse wires are in each case crimped according to the principle illustrated by Figures 2 and 3.
Indeed, in Figure 3, a non-moving part is schematically represented and illustrated by reference 9. Pressure pieces associated therewith bear references 10, 11 and 10 ', 11'.
The moving part that performs the same function as the folding table described above is schematically represented in these figures and illustrated by the reference 12. The pressure pieces co-operating therewith bear the reference 10 'and 11'.
Now, when the moving part 12 starts to move to take up the position shown in Figure 3, the wire 13 bends to finally be bent at an angle resulting from the adjustment and the change of the distance and the angle which separates the non-moving part 9 from the moving part 12. When 11 and 11 are non-movable plungers and / or 10 and 10 'plungers that are movable with respect to the wire, it is clear that nets whose threads have different diameters can be clamped and crimped without having to use interchangeable pressure pieces.
By applying this principle to the device, more details of which are shown by figure 1, by way of example only, a pre-finished net can thus always be folded at the required angle. in order to be able to achieve this by technically reliable means, said pressure pieces consist of movable pushing cams 14, 14 and clamping pieces which function as hooks 15, 15. For each
<Desc / Clms Page number 7>
bending table, these two parts form the first two points of the series of four required for bending a thread according to the principle already described in detail above.
On each folding table, pressure pieces acting as clamping means are formed by hooks 16, 16 I and pushing means acting as pressure pieces, which consist of wedge-shaped blocking means 17, 17 '.
The wedge-shaped blocking means 17, 17 'can be driven in any way, as can the push cams 14, 14', either by a spindle mechanism or by hydraulic or pneumatic pistons. The wedge-shaped blocking means 17, 17 'are moved along inclined sliding plates 18, J. 8'. These plates are in turn mounted on movable slides or linear guides 19, 19 ', which, as can be seen from figure 1, form part of the part 20 belonging to the folding table 2. A similar movable slide 21' is located between the part 20, 20 'and 22, 22'. This part 22, 22 'is connected to the hinge shaft 3, 3' already mentioned above.
From the description given above of the device according to the invention, it appears that nets whose diameter of the wires have different values can be folded in an original manner by using the principle of the four-point arrangement clearly outlined above. Changing or adjusting plungers according to the different pleat wire diameters is completely omitted.
For the first time, it is therefore possible to bend nets with different wire diameters in an industrial-scale manner and at a high production rate.
The invention is of course not limited
<Desc / Clms Page number 8>
to the embodiment described here by way of example and many modifications could be made thereto as far as they are within the scope of the appended claims.