BE1006687A3

BE1006687A3 - Inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook.

Info

Publication number: BE1006687A3
Application number: BE9300079A
Authority: BE
Inventors: Den Bergh Marc Van
Original assignee: Web Converting Equip
Priority date: 1993-01-27
Filing date: 1993-01-27
Publication date: 1994-11-16

Abstract

Inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook, welke inrichting een gestel (2) bevat, een wentelbaar daarop gemonteerd mes (4) met kontinue snede (9), middelen (10, 11) om dit mes (4) te wentelen, een op het gestel (2) gemonteerd tegenmes (6) met kontinue snede (14), dat tijdens het snijden stationair is en bij wenteling van het wentelbare mes (4) als een schaar samenwerkt met dit wentelbare mes (4), en middelen (22, 33) om de strook (1) intermitterend tussen het wentelbare mes (4) en het tegenmes (6) te verplaatsen, daardoor gekenmerkt dat ze benevens het tegenmes (6) met een kontinue snede (14) voor het snijden ook een tegenmes (7) met een onderbroken snede (15) voor het perforeren bevat, deze twee tegenmessen (6 en 7) heen en weer verplaatsbaar ten opzichte van het gestel zijn gemonteerd tussen een stand, waarbij het tegenmes voor het snijden (6) met zijn snede (14) samenwerkt met het wentelbare mes (4) en het tegenmesvoor het perforeren (7) met zijn snede (15) buiten de baan van de snede (9) van het wentelbare mes (4) is gelegen en een andere stand, waarbij het tegenmes voor het snijden (6) met zijn snede (14) buiten de baan van de snede

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook. 



  De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook, welke inrichting een gestel bevat, een wentelbaar daarop gemonteerd mes met kontinue snede, middelen om dit mes te wentelen, een op het gestel gemonteerd tegenmes met kontinue snede, dat   tijdens   het snijden stationair is. en bij wenteling van het wentelbare mes als een schaar samenwerkt met dit wentelbare mes, en middelen om de strook intermitterend tussen het wentelbare mes en het tegenmes te verplaatsen. 



  Dergelijke inrichtingen worden gebruikt om een strook papier die in een drukinrichting of printer bedrukt werd in losse bladen te snijden. 



  Bekende inrichtingen van deze soort bevatten één enkel tegenmes dat stationair gemonteerd is in het gestel en   één   wentelbaar mes dat op een roterende cilinder vastgemaakt is. Met deze bekende inrichtingen kan uitsluitend gesneden worden. 



  In sommige gevallen is het evenwel nodig dat de bladen die uit de strook worden gesneden ook in de dwarsrichting worden geperforeerd, bijvoorbeeld wanneer de bladen een afscheurstrook dienen te bevatten. 



  Het aanbrengen van deze perforatie in de dwarsrichting van de strook dient bij het gebruik van de bekende inrichtingen voor het snijden in een afzonderlijk toestel en dus in een afzonderlijke stap te gebeuren, hetgeen tijdrovend en kostelijk is. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook te verschaffen die relatief eenvoudig van konstruktie is, maar waarmee op een zeer snelle manier ook de perforatie van de strook in de dwarsrichting mogelijk 
 EMI2.1 
 is.

   Tot dit doel bevat de inrichting benevens het tegenmes met een kontinue snede voor het snijden ook een tegenmes met een onderbroken snede voor het perforeren, zijn deze twee tegenmessen heen en weer verplaatsbaar ten opzichte van het gestel gemonteerd tussen een stand, waarbij het tegenmes voor het snijden met zijn snede samenwerkt met het wentelbare mes en het tegenmes voor het perforeren met zijn snede buiten de baan van de snede van het wentelbare mes gelegen is, en een andere stand, waarbij het tegenmes voor het snijden met zijn snede buiten de baan van de snede van het wentelbare mes gelegen is maar het tegenmes voor het perforeren nu met zijn snede het wentelbare mes samenwerkt, zodat in de eerste stand van de tegenmessen de strook kan worden gesneden en in de andere stand van de tegenmessen de strook kan worden geperforeerd,

   en bevat de inrichting middelen om de tegenmessen van de ene stand naar de andere te verplaatsen. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de tegenmessen op een lichaam gemonteerd dat heen en weer wentelbaar op het gestel gemonteerd is en zijn de middelen om de tegenmessen te verplaatsen middelen om dit lichaam heen en weer te wentelen. 



  Voordelig is dit lichaam met de tegenmessen een cilinder. 



  Doelmatig zijn de twee tegenmessen tegen elkaar op het lichaam vastgemaakt. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 De middelen om het lichaam met de tegenmessen heen en weer te wentelen zijn bij voorkeur gevormd door een   cilinder-zuigermechanisme.   



  Daarbij kan de zuigerstang van dit cilinder-zuigermechanisme door middel van een arm met het lichaam verbonden zijn, welke arm dus samen met het lichaam heen en weer wentelt en kan de inrichting twee aanslagen bevatten die op het gestel gemonteerd zijn en de heen en weer wenteling van de arm begrenzen. 



  In deze uitvoeringsvorm is de verplaatsing van de tegenmessen zeer nauwkeurig begrensd en zijn dus de uiterste standen van deze tegenmessen nauwkeurig bepaald. 



  Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. 



  De verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen, waarin : figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook volgens de uitvinding, waarvan een zijwand weggenomen werd ; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van het met F2 aangeduide gedeelte van de inrichting uit figuur 1, maar met betrekking op een andere stand van de tegenmessen. 



  De inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook   1,   die tevens het in de dwarsrichting perforeren van 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 deze strook 1 toelaat, bevat een gestel 2 dat in hoofdzaak twee door dwarsverbindingen verbonden opstaande wanden bevat, een draaibaar in dit gestel 2 gemonteerde cilinder 3 met een daarop gemonteerd mes 4 en een heen en weer wentelbaar in het gestel 2 gemonteerde cilinder 5 met twee daarop gemonteerde tegenmessen 6 en 7. 



  Het wentelbare mes 4 is in een gleuf 8 in de cilinder 3 gemonteerd op zulkdanige manier dat zijn snede 9, die kontinu is, buiten het oppervlak van de cilinder 3 uitsteekt. Het mes 4 is daarbij onder een hoek van ongeveer 30'gericht ten opzichte van de radiale doorheen de snede 9. In de langsrichting van de cilinder 3 maakt de snede 9 een kleine hoek ten opzichte van de evenwijdige aan de meetkundige rotatie-as van de cilinder 3, namelijk ongeveer   1, 5 mm   hoogteverschil per 50 cm lengte. 



  De cilinder 3 is met beide einden in de twee opstaande wanden van het gestel 2 gelegerd en is onder tussenkomst van een riemoverbrenging 10 kontinu gedreven door een komputergestuurde servomotor 11 die op het gestel 2 gemonteerd is. De rotatiezin van de cilinder 3 is in de figuren door de pijl 12 aangegeven. 



  De cilinder 5 is met vernauwde einden eveneens in de twee opstaande wanden van het gestel 2 gelegerd, naast de cilinder 3. Deze cilinder 5 is van een inkeping 13 voorzien waarin de twee tegenmessen 6 en 7 op elkaar opgesteld zijn op zulkdanige manier dat hun snede 14 respektievelijk 15 buiten de omtrek van de cilinder 5 uitsteekt. Deze twee tegenmessen 6 en 7 zijn met behulp van een bout 16 losneembaar in de inkeping 13 vastgemaakt. 



  De twee tegenmessen 6 en 7 zijn ook onder een hoek opgesteld ten opzichte van de radiale door hun sneden 14 of 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 15. De snede 14 van het buitenste tegenmes 6 is kontinu en dus voor het doorsnijden van de strook   1,   terwijl de snede 15 van het andere tegenmes 7 op regelmatige afstanden onderbroken is en dus toelaat te perforeren. 



  De sneden 14 en 15 zijn zo gelegen dat voor   één   stand van de cilinder 5, dit is de in de figuur 1 weergegeven stand, de kontinue snede 14 voor het snijden samenwerkt met de snede 9 van het wentelbare mes 4, dit betekent gelegen is op de baan die deze snede 9 tijdens de rotatie van de cilinder 3 beschrijft, en voor een andere stand van de cilinder 5, die een kleine hoek maakt met de vorige stand en die in figuur 2 weergegeven is, de onderbroken snede 15 voor het perforeren op de hiervoor beschreven manier samenwerkt met de snede 9 van het snijmes 4. 



  De cilinder 5 is heen en weer wentelbaar tussen voornoemde uiterste standen door middel van een cilinder-zuigermechanisme 17 waarvan de cilinder aan het gestel 2 vastgemaakt is en de zuigerstang door middel van een scharnierpen 18 vastgemaakt is aan een arm 19 die onwrikbaar vastgemaakt is op een versmald einde van de cilinder 5. 



  Om de hoek waarover de arm 19 en dus de cilinder 5 met de tegenmessen 6 en 7 gewenteld wordt zeer nauwkeurig te bepalen en dus ook de twee uiterste-standen of de ligging van de sneden 14 en 15 wanneer ze met het wentelende mes 4 samenwerken met grote precisie te bepalen, zijn op het gestel 2 twee instelbare aanslagen 20 gemonteerd die met uitsteeksels 21 op de arm 19 samenwerken. 



  De strook 1 wordt tussen de cilinders 3 en 5 ingevoerd door twee tegen elkaar gedrukte rollen 22 waarvan er   een   door een komputer gestuurde servomotor 23 gedreven wordt. Tussen 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de twee rollen 22 en de cilinders 2 en 5 zijn op het gestel 2, twee konvergerende geleidingswanden 24 vastgemaakt. 



  Wanneer de strook 1 uitsluitend in bladen moet worden gesneden, wordt de cilinder 5 in de stand weergegeven in figuur 1 geplaatst. Bij rotatie van-de cilinder 3 komt bij elke toer het mes 4 als een schaarbeen in kontakt met het stationaire tegenmes 6. De servomotor 23 van de gedreven rol 22 wordt zo bestuurd dat de strook 1 intermitterend verplaatst wordt telkens over een afstand gelijk aan de lengte van een blad, terwijl de servomotor 11 van de cilinder 3 zo bestuurd wordt dat het wentelbare mes 4 met zijn snede 9 samenwerkt met de snede 14 van het tegenmes 6 tijdens de stilstand van de strook. Onmiddellijk na het doorsnijden van de strook wordt de strook 1 verder verplaatst. Het losgesneden blad wordt opgevangen of verder bijvoorbeeld over rollen verplaatst. 



  Het is ook mogelijk enkel dwarsperforaties op regelmatige afstanden in de strook 1 aan te brengen. De cilinder 5 wordt daarbij in de stand weergegeven in figuur 2 geplaatst zodat nu in plaats van het tegenmes 6, het tegenmes 7 gebruikt wordt. Het perforeren gebeurt op analoge manier als het hiervoor beschreven snijden. 



  De inrichting is evenwel vooral bestemd om een strook 1 zowel te snijden als te perforeren. Om de strook 1 in bladen van een bepaalde lengte te snijden en daarenboven elk blad van een dwarsperforatie te voorzien, wordt de strook 1 zo door een rol 22 intermitterend verplaatst dat ze stopt wanneer de plaats waar een snede moet worden aangebracht op de snede 9 van het tegenmes 6 gelegen is, bij de in de figuur 1 weergegeven stand van de cilinder 5, of wanneer de plaats waar een perforatie moet aangebracht worden op de snede van het tegenmes 7 gelegen is, bij de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 stand van de cilinder 5 weergegeven in figuur 2.

   Daarbij wordt tussen het doorsnijden en het perforeren de cilinder 5 door het cilinderzuigermechanisme 17 van de eerstgenoemde stand naar de laatstgenoemde stand gewenteld en wordt tussen het perforeren en het daaropvolgende doorsnijden de cilinder 5 teruggewenteld. Uiteraard moet de wenteling van de cilinder 3 zo aangepast worden dat deze cilinder 3 één omwenteling maakt niet alleen voor elke doorsnijding maar ook voor elke perforatie, en dus telkens de strook 1 gestopt wordt voor het doorsnijden of perforeren, de snede 9 tegenover een snede 14 bij het doorsnijden of een snede 15 bij het perforeren gelegen is. 



  Het heen en weer wentelen van de cilinder 3 kan zeer snel gebeuren en ook de volledige bewerking van snijden, perforeren of een kombinatie van snijden en perforeren kan zeer snel gebeuren. Toch is de konstruktie van de inrichting vrij eenvoudig. Het wentelbare mes 4 en de tegenmessen 6 en 7 kunnen gemakkelijk vervangen worden. Zo is het ook gemakkelijk om bijvoorbeeld het tegenmes 7 voor het perforeren te vervangen door een ander tegenmes met een ander patroon van onderbreking om een andere soort perforatie mogelijk te maken. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de oktrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, ondermeer wat betreft de vorm, de samenstelling,   de schikking   en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.

Claims

Konklusies.

1. - Inrichting voor het in de dwarsrichting snijden van een strook, welke inrichting een gestel (2) bevat, een wentelbaar daarop gemonteerd mes (4) met kontinue snede (9), middelen (10,11) om dit mes (4) te wentelen, een op het gestel (2) gemonteerd tegenmes (6) met kontinue snede (14), dat tijdens het snijden stationair is en bij wenteling van het wentelbare mes (4) als een schaar samenwerkt met dit wentelbare mes (4), en middelen (22, 23) om de strook (1) intermitterend tussen het wentelbare mes (4) en het tegenmes (6) te verplaatsen, daardoor gekenmerkt dat ze benevens het tegenmes (6) met een kontinue snede (14) voor het snijden ook een tegenmes (7) met een onderbroken snede (15) voor het perforeren bevat, deze twee tegenmessen (6 en 7) heen en weer verplaatsbaar ten opzichte van het gestel zijn gemonteerd tussen een stand,

waarbij het tegenmes voor het snijden (6) met zijn snede (14) samenwerkt met het wentelbare mes (4) en het tegenmes voor het perforeren (7) met zijn snede (15) buiten de baan van de snede (9) van het wentelbare mes (4) is gelegen en een andere stand, waarbij het tegenmes voor het snijden (6) met zijn snede (14) buiten de baan van de snede (9) van het wentelbare mes (4) gelegen is maar het tegenmes voor het perforeren (7) nu met zijn snede (15) met het wentelbare mes (4) samenwerkt, zodat in de eerste stand van de tegenmessen (6 en 7) de strook (1) kan worden gesneden en in de andere stand van de tegenmessen (6 en 7) de strook (1) kan worden geperforeerd, en de inrichting middelen (17) bevat om de tegenmessen (6 en 7) van de ene stand naar de andere te verplaatsen.

2.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de tegenmessen (6 en 7) op een lichaam (5) <Desc/Clms Page number 9> zijn gemonteerd dat heen en weer wentelbaar op het gestel (2) gemonteerd is en de middelen (17) om de tegenmessen (6 en 7) te verplaatsen middelen zijn om dit lichaam (5) heen en weer te wentelen.

3.-Inrichting volgens vorige konlusie, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (5) met de tegenmessen (6 en 7) een cilinder is.

4.-Inrichting volgens een van de konklusies 2 en 3, daardoor gekenmerkt dat de twee tegenmessen (6 en 7) tegen elkaar op het lichaam (5) vastgemaakt.

5.-Inrichting volgens een van de konklusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de middelen (17) om het lichaam (5) met de tegenmessen (6 en 7) heen en weer te wentelen gevormd zijn door een cilinder-zuigermechanisme.

6.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de zuigerstang van dit cilinder-zuigermechanisme (17) door middel van een arm (19) met het lichaam (5) verbonden zijn, welke arm (19) dus samen met het lichaam (5) heen en weer wentelt.

7.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat ze twee aanslagen (20) bevat die op het gestel (2) gemonteerd zijn en de heen en weer wenteling van de arm begrenzen.

8.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de aanslagen (20) instelbaar zijn.

9.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat het wentelende mes (4) op een cilinder (3) gemonteerd is en de middelen (10, 11) om dit <Desc/Clms Page number 10> mes (4) te wentelen middelen zijn om deze cilinder (3) te wentelen.

10.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de snede (9) van het wentelende mes (4) een kleine hoek maakt ten opzichte van de evenwijdige aan de rotatieas van de cilinder (3), welke rotatieas evenwijdig is aan de sneden (14 en 15) van de tegenmessen (6 en 7).