<Desc/Clms Page number 1>
BILJARTTAFEL
De uitvinding heeft betrekking op een biljarttafel bevattende een leisteen welke middels nagenoeg evenwijdige aan het speelvlak aangebrachte schroefbouten met een stootband waarop een stootrand is aangebracht verbonden is.
Een dergelijke biljarttafel is in de handel verkrijgbaar en wordt algemeen aangeduid als een "rechte band". Door de gekozen aard van bevestiging van de leisteen aan de stootband wordt deze laatste tegen de leisteen getrokken waardoor het speelvlak steeds nauwkeurig rechthoekig is. Dit laatste is met name van belang om te verhinderen dat een niet-rechthoekige geometrie van de stootrand het biljartspel zou beinvloeden.
Een probleem dat bij een dergelijke biljart echter werd vastgesteld is dat er een vals geluid ontstaat bij aanraking van de bal met de stootrand. Dit geluid kan dermate storend werken op de speler dat deze hierdoor aan concentratie verliest en dus niet meer naar behoren kan spelen.
Een onderzoek naar de oorsprong van dit valse geluid heeft echter uitgewezen dat dit voornamelijk ontstaat doordat de hoogte van de stootrand verloopt waardoor ook het raakpunt van de biljartbal met de stootrand verloopt. De mechanica van de balbeweging wordt hierdoor dermate beinvloed dat de impulsoverdracht aanzienlijk kan afwijken van het verwachte patroon en kan leiden tot een energie overdracht naar de biljarttafel waardoor resonanties in de stootrand en zelf in de leisteen kunnen optreden welke dit valse geluid tot gevolg hebben. Dit verlopen van het raakpunt heeft verder nog negatieve gevolgen voor het biljartspel, zoals een gewijzigde afremming van
<Desc/Clms Page number 2>
de snelheid van de bal en het niet of onvoldoende absorberen van een rotatieenergie die de bal heeft, voornamelijk wanneer men een "effect" aan de biljartbal geeft.
De uitvinding heeft tot doel een biljarttafel te realiseren waarbij de productie van een dergelijk vals geluid niet optreedt of ten minste van dien aard is dat het niet hoorbaar is en dus de speler niet stoort.
Een biljarttafel volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat de leisteen verder middels nagenoeg loodrecht ten opzichte van het speelvlak aangebrachte verdere bouten met de stootband verbonden is en waarbij elke verdere bout steeds tussen twee bouten is aangebracht en de afstand tussen de aslijn van een bout en een daarnaast aangebrachte verdere bout ten minste overeenkomt met diegene van de diameter van een biljartbal. Doordat leisteen en stootband nu naast in horizontale richting tevens in vertikale richting met elkaar verbonden zijn wordt een verplaatsing zowel in horizontale als in vertikale richting van de stootband en de daarmee verbonden stootrand ten opzichte van de leisteen verhinderd. De positie van de stootrand ten opzichte van de leisteen blijft hierdoor dus onveranderd waardoor de oorzaak van het valse geluid geëlimineerd is en dus ook het valse geluid.
Tevens wordt ook verkregen dat de beweging van de biljartbal niet meer nadelig wordt beinvloed door een foutieve positionering van de stootrand ten opzichte van de leisteen.
Het dient te worden vermeld dat biljarttafels met alleen een vertikale bevestiging van leisteen en stootband op zichzelf bekend zijn. Ofschoon de vakman de techniek van het horizontaal bevestigen zou kunnen combineren met diegene van het vertikaal bevestigen zou hij dit echter niet zonder meer gedaan hebben aangezien
EMI2.1
men in deze techniek duidelijk kan spreken van de"horizonale" van de Bovendien is er
<Desc/Clms Page number 3>
voor de vakman ook geen aanwijzing dat het gestelde probleem op een dergelijke manier op te lossen zou zijn.
Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een biljarttafel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de verdere bouten nabij het grensvlak tussen stootrand en stootband zijn aangebracht. Hierdoor is de vertikale bevestiging slechts op geringe afstand van de stootrand aangebracht waardoor een vertikale beweging van de stootrand nagenoeg uitgesloten is en waardoor tevens een goede verankering wordt verkregen aangezien de stootband altijd uit hard hout vervaardigd is.
Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een biljarttafel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de bouten zieh uitstrekken over een lengte die ten hoogste gelijk is aan de gezamelijke breedte van stootrand en stootband. Hierdoor is een minimale afstand tussen opeenvolgende bouten gegarandeerd en wordt vermeden dat een bal zich boven twee opeenvolgende bevestigingspunten bevindt.
Een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een biljarttafel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de leisteen doorloopt over ten minste de helft van de gezamelijke breedte van stootrand en stootband. Dit biedt de mogelijkheid om de bouten niet tot onder het speelvlak te laten doorlopen zonder aan de stevigheid van de bevestiging afbreuk te maken.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening laat :
Figuur 1 een bovenaanzicht zien van een biljarttafel volgens de uitvinding.
Figuur 2 respectievelijk 3 een dwarssectie zien ter hoogte van de lijn II-II'respectievelijk III- III'uit figuur 1.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde referentiecijfer toegekend.
<Desc/Clms Page number 4>
De biljarttafel 1 volgens de uitvinding en zoals weergegeven in figuur 1 bevat een stootband 2 waarmee een stootrand 3 verbonden is. Het speelvlak 4 is op de gebruikelijke manier voorzien van een biljartlaken 7.
Onder de term biljarttafel dient te worden verstaan elke tafel die geschikt is om te worden gebruikt voor het spelen van een biljartspel of daarmee verwante spelen zoals snooker. De leisteen welke in hoofdzaak het speelvlak 4 vormt is door middel van schroeven 5 en verdere schroeven 6 met de stootband verbonden.
Zoals weergegeven in figuur 2 of 3 strekt het biljartlaken 7 zich eveneens bij voorkeur uit over de stootrand 3 welke een uit rubber of ander elastisch materiaal vervaardigd segment 8 bevat. De stootrand 3 en de stootband 2 zijn meestal als afzonderlijke eenheden vervaardigd en worden bij de montage van de biljarttafel, na het aanbrengen van het biljartlaken op de stootrand, met elkaar verbonden, bijvoorbeeld middels aan elkaar lijmen. Hierdoor vormen stootrand 3 en stootband 2 een geheel.
De verbinding tussen de stootband 2 en de leisteen 4 geschiedt bij de bekende biljarttafels door middel van hetzij een horizontale hetzij en vertikale bevestiging. Bij de horizontale respectievelijk vertikale bevestiging strekt de bevestigingsbout zich uit in een vlak dat nagenoeg evewijdig aan respectievelijk loodrecht op het speelvlak 4 gelegen is. De ervaring van professionele biljartspelers heeft nu echter geleerd dat bij de bekende biljarts soms een vals geluid wordt geproduceerd wanneer de biljartbal de stootrand raakt. Dit valse geluid werkt uitermate storend en brengt de professionele speler uit zijn concentratie, wat dan natuurlijk zeer nadelige gevolgen heeft voor de partij biljart die hij speelt.
Een onderzoek naar de oorzaak van dit fenomeen "vals geluid" heeft nu echter uitgewezen dat dit in hoofd
<Desc/Clms Page number 5>
zaak ontstaat doordat de hoogte van de stootrand 3 verloopt ten opzichte van het speelvlak 4. Hierdoor komt ook het raakpunt tussen bal en stootrand op een andere hoogte te liggen waardoor het gebruikelijke patroon van impuls- en energie overdracht tussen bal en stootrand gewijzigd wordt. Immers het homogeen ronde karakter van de biljartbal brengt met zich mee dat een verplaatsing in de richting loodrecht op het speelvlak van het raakpunt van de biljartbal met de stootrand, de richting en de grootte van de impuls aanzienlijk veranderd. Deze verandering van impuls- en energie overdracht beinvloedt natuurlijk ook het traject van de bal.
De speler die al gestoord werd door het valse geluid, wordt nu des te meer gedeconcentreerd doordat de biljartal niet meer het verwachte traject volgt.
Om nu te verhinderen dat de stootrand 3 zich in hoogte verplaatst ten opzichte van het speelvlak wordt bij een biljarttafel volgens de uitvinding de leisteen 4 met de stootrand 3 zowel door middel van horizontaal als van vertikaal aangebrachte bouten verbonden. De bouten 5 welke in horizontale richting of evenwijdig met het speelvlak zijn aangebracht en de verdere bouten 6 welke in vertikale richting of loodrecht op het speelvlak zijn aangebracht zijn zodanig gemonteerd dat steeds een bout 5 gevolgd wordt door een verdere bout 6. De door de bouten in het materiaal van de biljarttafel geinduceerde krachten worden hierdoor op een meer uniforme wijze verdeeld waardoor lokale ophoping van spanningen wordt vermeden.
De afstand tussen de aslijn van een bout 5 en een daarnaast aangebrachte verdere bout 6 bedraagt ten minste diegene van de diameter van een biljartbal. Twee opeenvolgende bevestigingsbouten mogen niet te dicht tegen elkaar worden aangebracht omdat dit enerzijds de homogeniteit van de leisteen zou aantasten (te veel perforaties) en anderzijds zou kunnen leiden tot een situa-
<Desc/Clms Page number 6>
tie waarbij eenzelfde biljartbal zieh boven twee opeenvolgende bevestigingsbouten zou kunnen bevinden en dus boven twee opeenvolgende perforaties in de leisteen, waardoor er een mogelijkheid zou bestaan dat resonaties in de leisteen zouden worden geinduceerd. Dergelijke resonanties zouden dan het spel nadelig kunnen beinvloeden.
Figuur 2 laat een dwarssectie zien door een biljarttafel volgens de uitvinding, en wel ter hoogte van de lijn II - II'. Deze figuur 2 illustreert de positie van de bout 5 welke de stootband 2 met de leisteen 4 verbindt. De leisteen 4 loopt bij voorkeur door over een afstand die ten minste de helft bedraagt van de gezamelijk breedte van stootrand en stootband. Hierdoor kan de bout 6 over een aanzienlijke lengte in de leisteen penetreren zonder echter rechtreeks onder het speelvlak uit te komen, waardoor ter hoogte van het speelvlak zelf een volledig gave leisteen aanwezig is. De bout 5 wordt verankerd in de leisteen 4 door middel van een aldaar aangebrachte moer 9. De bout strekt zieh zodoende uit over een lengte die ten hoogste gelijk is aan de gezamelijk breedte van stootrand en stootband zonder onder het speelvlak terecht te komen.
Hierdoor wordt een stevige bevestiging verkregen zonder de homogeniteit van de leisteen ter hoogte van het speelvlak aan te tasten.
Om afstandverschillen tussen leisteen 4 en stootband 2 te compenseren wordt bijvoorbeeld tussen leisteen en stootband een stuk zacht hout 10 aangebracht.
Figuur 3 laat een dwarssectie zien, ter hoogte van de lijn III-III', door de biljarttafel volgens de uitvinding. Deze figuur 3 illustreert de positie van de verdere bout 6 welke de stootband 2 met de leisteen 4 verbindt. Deze verdere bout is aangebracht nabij het grensvlak tussen stootband 2 en stootrand 3. De verdere bout 6 doorkruist de totale dikte van de leisteen om in de stootband in te grijpen.
<Desc/Clms Page number 7>
De horizontale bevestiging door middel van de bouten 5 draagt er nu zorg voor dat in de richting evenwijdig aan het speelvlak de stootband 2 en de daarmee verbonden stootrand vast tegen de leisteen worden getrokken zodat het biljartoppervlak steeds volledig rechthoekig is en het gekromd staan van de stootrand wordt tegengewerkt. De stootrand kan hierdoor dus nagenoeg niet meer bewegen in een richting evenwijdig aan het speelvlak.
De vertikale bevestiging door middel van de verdere bouten 6 draagt er zorg voor dat in de richting loodrecht op het speelvlak de stootband en de daarmee verbonden stootrand vast tegen de leisteen worden getrokken, zodat de stootrand niet meer of nauwelijks nog in deze richting kan bewegen.
De stootrand blijft dus vast ten opzichte van de leisteen staan aangezien zowel in de richting parallel als loodrecht op het spelvlak elke beweging van de stootrand wordt verhinderd door de combinatie van de krachten uitgeoefend door de bouten en de verdere bouten.
Het raakpunt tussen bal en stootrand blijft dus op onveranderde hoogte behouden waardoor valse geluid produktie en foutieve beinvloeding van het biljartbal traject worden tegengewerkt of verhinderd. Het feit dat de verdere bout 6 dicht bij de stootrand opgesteld is elimineert nagenoeg elke beweging van de stootrand in een richting loodrecht op het speelvlak.
Door een constructie zoals gegeven bij een biljarttafel volgens de uitvinding wordt, wanneer aan de biljartbal tijdens het spelen een draaiende beweging wordt opgelegd ("effekt geven"), deze niet geneutraliseerd bij het afstoten tegen de stootrand omdat deze op de correcte hoogte opgesteld is en aldaar opgesteld blijft.
Ten einde het biljartlaken droog te houden is het bekend de leisteen te verwarmen ten einde deze op een
<Desc/Clms Page number 8>
temperatuur van 32 330 C te houden. Dank. zij de bevestiging van leisteen en stootband volgens de uitvinding zal ook dit verwarmen geen invloed hebben op de positie van de stootrand.
<Desc / Clms Page number 1>
BILLIARD TABLE
The invention relates to a billiard table containing a slate, which is connected by means of screw bolts arranged substantially parallel to the playing surface with a bump band on which a bump edge is arranged.
Such a billiard table is commercially available and is commonly referred to as a "straight band". Due to the chosen nature of attachment of the slate to the bumper, the latter is pulled against the slate, so that the playing surface is always precisely rectangular. The latter is particularly important to prevent that a non-rectangular geometry of the bump edge would influence the game of billiards.
However, a problem that has been found with such a billiard is that a false sound is created when the ball touches the bumper. This sound can be so disturbing to the player that it loses concentration and can no longer play properly.
However, an investigation into the origin of this false sound has shown that this mainly arises because the height of the bumper extends so that the point of contact of the billiard ball with the bumper also extends. This influences the mechanics of the ball movement to such an extent that the impulse transfer can deviate considerably from the expected pattern and can lead to an energy transfer to the billiard table, causing resonances in the bumper and even in the slate to result in this false sound. This passing of the tangent point also has negative consequences for the billiards game, such as a modified deceleration of
<Desc / Clms Page number 2>
the speed of the ball and not or insufficient absorption of a rotational energy that the ball has, especially when one gives an "effect" to the billiard ball.
The object of the invention is to realize a billiard table in which the production of such a false sound does not occur or is at least of such a nature that it cannot be heard and thus does not disturb the player.
To this end, a billiard table according to the invention is characterized in that the slate is further connected to the bumper by means of further bolts arranged substantially perpendicular to the playing surface and wherein each further bolt is always arranged between two bolts and the distance between the axis of a bolt and a further bolt arranged next to it corresponds at least to that of the diameter of a billiard ball. Because slate and bump band are now also connected to each other in a horizontal direction in vertical direction, displacement in both the horizontal and vertical direction of the bump band and the associated bump edge relative to the slate is prevented. The position of the bumper with respect to the slate therefore remains unchanged, so that the cause of the false sound is eliminated and therefore the false sound.
It is also also obtained that the movement of the billiard ball is no longer adversely affected by an incorrect positioning of the bumper with respect to the slate.
It should be noted that billiard tables with only a vertical slate and buffer mounting are known per se. Although the person skilled in the art could combine the technique of horizontal mounting with that of vertical mounting, he would not have done this simply since
EMI2.1
one can clearly speak in this technique of the "horizonal" of the Moreover, there is
<Desc / Clms Page number 3>
nor is there any indication to those skilled in the art that the problem posed could be solved in such a manner.
A first preferred embodiment of a billiard table according to the invention is characterized in that the further bolts are arranged near the boundary surface between the bumper and the bumper. As a result, the vertical fastening is only arranged at a small distance from the bumper, so that vertical movement of the bumper is practically excluded and as a result of which good anchoring is obtained, since the bumper is always made of hard wood.
A second preferred embodiment of a billiard table according to the invention is characterized in that the bolts extend over a length which is at most equal to the common width of the bumper and the buffer. This ensures a minimum distance between consecutive bolts and avoids a ball being above two consecutive attachment points.
A third preferred embodiment of a billiard table according to the invention has the feature that the slate extends over at least half of the common width of the bumper and the bumper. This offers the option of not allowing the bolts to extend below the playing surface without compromising the firmness of the attachment.
The invention will now be explained in more detail with reference to the exemplary embodiments shown in the drawing. In the drawing:
Figure 1 shows a top view of a billiard table according to the invention.
Figures 2 and 3 respectively show a transverse section at the line II-II 'and III-III' of figure 1, respectively.
In the drawing, the same reference numeral is assigned to the same or analogous element.
<Desc / Clms Page number 4>
The billiard table 1 according to the invention and as shown in figure 1 contains a bumper 2 to which a bumper 3 is connected. The playing surface 4 is provided with a billiard cloth 7 in the usual way.
The term billiard table is to be understood to mean any table suitable for use in playing a billiard game or related games such as snooker. The slate, which mainly forms the playing surface 4, is connected to the impact band by means of screws 5 and further screws 6.
As shown in figure 2 or 3, the billiard cloth 7 also preferably extends over the bump edge 3 which contains a segment 8 made of rubber or other elastic material. The bumper 3 and the bumper 2 are usually manufactured as separate units and are connected to each other during the assembly of the billiard table, after the billiard table has been applied to the bumper, for example by means of gluing together. As a result, bumper 3 and bumper 2 form a whole.
The connection between the buffer strip 2 and the slate 4 is effected in the known billiard tables by means of either a horizontal or vertical attachment. In the horizontal or vertical mounting, the mounting bolt extends in a plane which is substantially parallel to or perpendicular to the playing surface 4, respectively. However, the experience of professional billiards players has now taught that in the well-known billiards sometimes a false sound is produced when the billiard ball hits the bumper. This false sound is extremely disturbing and brings the professional player out of his concentration, which of course has very detrimental consequences for the game of billiards he plays.
However, an investigation into the cause of this "false noise" phenomenon has now revealed this in mind
<Desc / Clms Page number 5>
The case arises because the height of the bumper 3 extends with respect to the playing surface 4. This also causes the point of contact between the ball and the bumper to be at a different height, as a result of which the usual pattern of impulse and energy transfer between the ball and the bumper is changed. After all, the homogeneous round nature of the billiard ball means that a displacement in the direction perpendicular to the playing surface of the point of contact of the billiard ball with the impact edge changes the direction and magnitude of the impulse considerably. This change of impulse and energy transfer naturally also influences the trajectory of the ball.
The player who was already disturbed by the false sound is now all the more devolved because the billiard table no longer follows the expected trajectory.
In order to prevent the bumper 3 from moving in height relative to the playing surface, in a billiard table according to the invention, the slate 4 is connected to the bumper 3 by means of horizontally and vertically arranged bolts. The bolts 5 which are arranged in a horizontal direction or parallel to the playing surface and the further bolts 6 which are arranged in a vertical direction or perpendicular to the playing surface are mounted such that a bolt 5 is always followed by a further bolt 6. The bolts forces induced in the billiard table material are distributed in a more uniform manner thereby avoiding local accumulation of stresses.
The distance between the axis of a bolt 5 and a further bolt 6 arranged next to it is at least that of the diameter of a billiard ball. Two successive fastening bolts should not be placed too close together as this would affect the homogeneity of the slate on the one hand (too many perforations) and on the other could lead to a situation
<Desc / Clms Page number 6>
where the same billiard ball could be above two successive mounting bolts and thus above two successive slate perforations, there would be a possibility that resonances would be induced in the slate. Such resonances could then adversely affect the game.
Figure 2 shows a transverse section through a billiard table according to the invention, at the level of line II - II '. This figure 2 illustrates the position of the bolt 5 connecting the bump band 2 to the slate 4. The slate 4 preferably extends over a distance that is at least half of the joint width of the bumper and the bumper. This allows the bolt 6 to penetrate the slate over a considerable length without, however, coming directly below the playing surface, so that a completely intact slate is present at the level of the playing surface itself. The bolt 5 is anchored in the slate 4 by means of a nut 9 disposed there. The bolt thus extends over a length which is at most equal to the common width of the bumper and the bumper without getting under the playing surface.
This provides a firm attachment without affecting the homogeneity of the slate at the playing surface.
To compensate for differences in distance between slate 4 and bump band 2, a piece of soft wood 10 is placed between slate and bump band, for example.
Figure 3 shows a transverse section, along the line III-III ', through the billiard table according to the invention. This figure 3 illustrates the position of the further bolt 6 connecting the bump band 2 to the slate 4. This further bolt is arranged near the interface between bump band 2 and bump edge 3. The further bolt 6 crosses the total thickness of the slate to engage in the bump band.
<Desc / Clms Page number 7>
The horizontal fastening by means of the bolts 5 now ensures that in the direction parallel to the playing surface the baffle 2 and the associated bump edge are pulled tight against the slate so that the billiard surface is always completely rectangular and the bump edge is curved is opposed. This means that the bumper can hardly move in a direction parallel to the playing surface.
The vertical fastening by means of the further bolts 6 ensures that in the direction perpendicular to the playing surface the bump band and the associated bump edge are drawn firmly against the slate, so that the bump edge can hardly move in this direction.
The bumper remains thus fixed relative to the slate, since both in the direction parallel and perpendicular to the playing surface any movement of the bumper is prevented by the combination of the forces exerted by the bolts and the further bolts.
The point of contact between the ball and the bumper is therefore retained at an unchanged height, which prevents or prevents false sound production and incorrect influence on the billiard ball trajectory. The fact that the further bolt 6 is arranged close to the bumper, virtually eliminates any movement of the bumper in a direction perpendicular to the playing surface.
Due to a construction as given with a billiard table according to the invention, when a rotating movement is imposed on the billiard ball during play ("giving effect"), it is not neutralized when it is knocked against the bumper because it is positioned at the correct height and remains there.
In order to keep the billiard cloth dry, it is known to heat the slate in order to put it on one
<Desc / Clms Page number 8>
temperature of 32 330 C. Thank you. With the attachment of the slate and the bumper according to the invention, this heating will also have no influence on the position of the bumper.