BE1004736A3

BE1004736A3 - Tampondrukmachine en daarvoor bestemde inktverdeelinrichting.

Info

Publication number: BE1004736A3
Application number: BE9100288A
Authority: BE
Original assignee: Printing International Nv
Priority date: 1991-03-29
Filing date: 1991-03-29
Publication date: 1993-01-19

Abstract

Tampondrukmachine die een clichédrager (2) bevat, een inktverdeelinrichting (4) die een inktreservoir (8) bevat dat onderaan van een gesloten rand (12) voorzien is waarvan ten minste een gedeelte bij de relatieve beweging van het reservoir (8) ten opzichte van het cliché (5) schuift, welk reservoir (89 onderaan, binnen deze rand (12), open is zodat inkt uit het reservoir (9) op het cliche (5) kan worden gebracht, middelen (7) om deze relatieve beweging van het reservoir (8) ten opzichte van het cliché (5) te veroorzaken, een tampon (3) die op het beinkte cliché (5) kan worden gedrukt en een inktbeeld van dit cliché (5) op een voorwerp kan overbrengen , en middelen om de tampon heen en weer van het cliché (5) naar het voorwerp te brengen en tegen het cliché (5) , respectievelijk het voorwerp te drukken, daardoor gekenmerkt dat het inktreservoir (8) een onderste gedeelte (11) bevat dat in de hoogterichting elastisch beweegbaar is ten opzichte van het erboven gelegen gedeelte (10).

Description

Tampondrukmachine en daarvoor bestemde inktverdeelinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een tampondrukmachine die een clichédrager bevat, een inktverdeelinrichting die een inktreservoir bevat dat onderaan van een gesloten rand. voorzien is waarvan ten minste een gedeelte bij de relatieve beweging van het reservoir ten opzichte van het cliché, over dit cliché schuift, welk reservoir onderaan, binnen deze rand, open is zodat inkt uit het reservoir op het cliché kan worden gebracht, middelen om deze relatieve beweging van het reservoir ten opzichte van het cliché te veroorzaken, een tampon
EMI1.1
die op het beinkte cliché kan worden gedrukt en een inktbeeld van dit cliché op een voorwerp kan overbrengen, en middelen om de tampon heen en weer van het cliché naar het voorwerp te brengen en tegen het cliché, respectievelijk het voorwerp te drukken.

Bij tampondrukmachines wordt bij elke drukcyclus het cliché eerst ingeinkt, wordt vervolgens de tampon op het

cliché gedrukt om het inktbeeld over te nemen en wordt tenslotte deze tampon tegen het te bedrukken voorwerp gedrukt.

Bij het ininkten mag er uiteraard slechts inkt aangebracht worden in de verdiepingen van het cliché. Een bekende manier van ininkten bestaat erin inkt met een schraper uit een stationaire open bak met inkt op het cliché uit te smeren. Deze manier heeft het nadeel dat de inkt in de open bak kan uitdrogen. Hierbij komen dampen vrij die meestal giftig zijn. Het inktverbruik is relatief groot en bij bijvullen kan gemakkelijk kleurverschil ontstaan met de in de bak resterende inkt die aan de lucht blootgesteld was.

Om deze nadelen te verhelpen bevatten de huidige tampondrukmachines een inktverdeelinrichting die bestaat uit een inktreservoir dat onderaan open is maar bovenaan gesloten is. Het reservoir wordt heen en weer over het cliché geschoven waarbij een gedeelte van de onderste rand van het reservoir die met het cliché in kontakt komt als schraaprand werkt. Het is duidelijk dat om een goede schraapwerking van deze rand te verkrijgen, hetgeen essentieel is om een korrekt inktbeeld te verkrijgen, de rand perfekt tegen het cliché moet aansluiten tijdens deze schraapwerking.

Volgens DE-A-1 923 374 wordt dit beoogd door de wand van het reservoir onderaan spievormig, in een scherpe rand te doen eindigen en het reservoir door middel van een veer tegen het cliché aan te drukken.

Het materiaal van het reservoir is niet vermeld, maar met de gebruikelijke materialen is de slijtage van de scherpe rand van het reservoir zeer groot. Door deze slijtage is het schrapen minder goed zodat het reservoir reeds na een beperkt aantal drukbewerkingen moet vervangen worden.

Volgens DE-C-2 205 430 is de onderste rand van het reservoir niet scherp maar is het reservoir van kunststof vervaardigd en eveneens door middel van een veer tegen het cliché gedrukt. De schraapwerking laat evenwel te wensen over. Het gebruik van een bijkomend schraapelement dat bij de schraapbewerking het reservoir volgt, wordt trouwens aangeraden.

Volgens EP-A-0 140 165 wordt een goede schraapwerking nagestreefd door ten minste het schraapgedeelte van de onderste rand van het reservoir van zeer hard metaal te vervaardigen. Dit reservoir is hierdoor relatief kostbaar. De metalen rand is niettegenstaande zijn hardheid vrij kwetsbaar en de minste beschadiging van de rand heeft een slechte schraapwerking voor gevolg. De grote stijfheid van de rand van het reservoir noodzaakt

een zeer vlak cliché. Dit cliché moet dan ook noodzakelijkerwijze van metaal en relatief dik zijn, waardoor het relatief duur is. Het wrijven van de metalen rand van het reservoir over het metalen cliché veroorzaakt ook sterke slijtage.

De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een tampondrukmachine van het voornoemde type te verschaffen met een heen en weer ten opzichte van het cliché verschuifbaar inktreservoir dat bovenaan geheel of gedeeltelijk gesloten kan zijn, die relatief eenvoudig en goedkoop in fabricage en gebruik is, maar waarbij toch een uitstekende schraapwerking van het reservoir, met minimum slijtage verkregen wordt.

Tot dit doel bevat het inktreservoir een onderste gedeelte dat in de hoogterichting elastisch beweegbaar is ten opzichte van het erboven gelegen gedeelte.

Indien het cliché zoals gebruikelijk ten opzichte van het stilstaande inktreservoir verplaatst wordt om ingeinkt te worden, kan het bovenste gedeelte van het inktreservoir star verbonden zijn met het gestel van de drukmachine. Doordat het onderste gedeelte elastisch beweegbaar is zal het altijd perfekt tegen het cliché aansluiten ook al is dit cliché niet volkomen vlak. Deze

perfekte aansluiting waarborgt een goede schraapwerking, zonder dat grote drukken nodig zijn.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het onderste gedeelte van het reservoir ten opzicht van het erboven gelegen gedeelte elastich beweegbaar door een elastisch vervormbaar gedeelte van de wand van het reservoir zelf.

Bij voorkeur is ten minste dit elastisch vervormbaar gedeelte van de wand van het reservoir van kunststof.

Het elastisch beweegbare gedeelte van het reservoir en het elastisch vervormbare gedeelte van de wand, vallen doelmatig in hoofdzaak samen.

In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het elastisch beweegbare gedeelte van het inktreservoir een ten opzicht van de hoogterichting van het reservoir hellend wandgedeelte.

Doelmatig is het elastisch beweegbare onderste gedeelte van het reservoir in hoofdzaak een naar onder toe verwijdend wandgedeelte.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de inktverdeelinrichting twee inktreservoirs, namelijk het voornoemde reservoir met een elastisch beweegbaar onderste gedeelte en een erop geplaatst reservoir, waarbij het bovenste reservoir via een opening in zijn onderzijde en een opening in de bovenzijde van het onderste reservoir met dit onderste reservoir in verbinding staat.

Het onderste reservoir kan een zeer kleine inhoud bezitten, bij voorbeeld juist voldoende om de inkt voor één beinkting van het cliché te bevatten. Het bovenste reservoir kan van een ander materiaal zijn dan het onderste.

Het reservoir kan telken 45 graden verdraaid worden rond zijn vertikale as om het slijtagevlak te verplaatsen.

De uitvinding heeft ook betrekking op een inktverdeelinrichting kennelijk bestemd om gebruikt te worden in een tampondrukmachine volgens een van de vorige uitvoeringsvormen.

De uitvinding heeft zo in het bijzonder betrekking op een inktverdeelinrichting voor tampondrukmachines die een inktreservoir bevat en waarvan het kenmerkende erin

bestaat dat dit reservoir een onderste gedeelte bezit dat elastisch beweegbaar is ten opzichte van het erboven gelegen gedeelte.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een tampondrukmachine en van een daarvoor bestemde inktverdeelinrichting volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 op schematische wijze een vooraanzicht van een tampondrukmachine volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 in de rechter helft een vooraanzicht en in de linker helft een doorsnede weergeeft van een inktverdeelinrichting uit de tampondrukmachine van figuur 1, op grotere schaal getekend.

De in de figuur 1 weergegeven tampondrukmachine bevat op de gebruikelijke manier in hoofdzaak een in een gestel l verschuifbaar gemonteerde clichédrager 2, een op dit gestel l op en neer verplaatsbare tampon 3 en een

inktverdeelinrichting 4 voor het beïnkte van het op de drager 2 gemonteerd cliché 5.

Dit cliche 5 dat van het nodige negatieve reliëf voorzien is, vormt een stuk met een effen verlengde 6 dat in een schuifrichting naast het cliché 5 ligt. De clichédrager 2 is gevormd door een slede die door het gestel l geleid wordt en die in horizontale richting heen en weer verschoven wordt door een cilinder-zuigermechanisme 7 tussen de in de figuur 1 voorgestelde stand waarbij het cliche 5 onder de tampon 3 gelegen is en het verlengde 6 onder de inktverdeelinrichting 4 gelegen is en een andere uiterste stand waarbij het cliché 5 onder de verdeelinrichting 4 gelegen is.

Deze tampon 3 wordt gedragen door een drager 20 die op en neer verschuifbaar in het gestel 1 gemonteerd is en op een bekende manier, bij voorbeeld door een niet in de figuur voorgesteld cilinder-zuigermechanisme, op en neer verplaatst wordt.

Kenmerkend voor de uitvinding is vooral de konstruktie van de inktverdeelinrichting 4. Deze inktverdeelinrichting bestaat, zoals in detail in figuur 2 weergegeven is, uit twee zieh boven elkaar bevindende

inktreservoirs 8 en 9, die beide uit kunststof vervaardigd zijn.

Het onderste reservoir 8 is in hoofdzaak gevormd uit een dikke en dus stijve ronde bovenwand 10 en een onderste naar onder verwijdend nagenoeg schotelvormig wandgedeelte 11 dat onderaan van een fijne schuin neerwaarts gerichte rand 12 voorzien is. Het schotelvormige wandgedeelte 11 sluit met zijn bodem met een diameter die merkelijk kleiner is dan de diameter van de bovenwand 10 op het midden van deze bovenwand 10 aan. Het wandgedeelte 11 is zeer sterk divergerend. De tophoek is bij voorbeeld van de orde van 150 graden. De onderste wijde rand van dit gedeelte 11 bezit een diameter die nagenoeg gelijk is aan de diameter van de bovenwand 10. De dikte van het wandgedeelte 11 neemt naar onder toe af. De rand 12 is steiler naar onder hellend dan het wandgedeelte 11.

Door de keuze van het materiaal en de dikte, maar vooral door de hiervoor beschreven schotelvorm van het gedeelte 11 is dit laatste, in tegenstelling tot de bovenwand 10, elastisch vervormbaar vooral in vertikale richting. Dit gedeelte kan min of meer platgeduwd worden en rondom of aan een kant verend tot praktisch tegen de bovenwand 10 geduwd worden. Dit betekent dat ook de rand 12 elastisch

op en neer beweegbaar is, hetzij plaatselijk, hetzij rondom rond, en deze rand dan ook nauwkeurig het oppervlak van het cliché 5 of het verlengde 6 ervan kan volgen. De oppervlakte binnen de rand 12 moet uiteraard aangepast zijn aan de oppervlakte van het cliché die moet worden beïnkt.

Het onderste reservoir 8, dit is dus de binnenkant van het schotelvormige gedeelte 11, staat via een centrale opening 13 in de bodem van het gedeelte 11 en in de bovenwand 10 met de binnenkant van het bovenste reservoir 9 in verbinding. Dit bovenste reservoir 9 bestaat uit een aan beide einden open cilindrische wand 14 en uit een deksel 15 dat het bovenste open einde van de wand 14 afsluit.

Het bovenste reservoir 9 is vast aan het onderste reservoir 8 verbonden of uit een stuk vervaardigd.

Onderaan staan op de wand 14 van het bovenste reservoir 9 twee tappen 17 die diametraal tegenover elkaar in de richting dwars op de schuifrichting van het cliché 5 gelegen zijn. Op deze tappen 17 zijn armen 18 gemonteerd waarmee het reservoir 9 en dus de volledige inktverdeelinrichting 4 aan het gestel l bevestigd is, op zulkdanige manier dat de rand 12 tegen het cliche 5

of het verlengde 6 ervan geduwd wordt. Hierbij kan reeds een kleine vervorming van het wandgedeelte 11 van het onderste reservoir 8 optreden, welke kleine vervorming door het gewicht van het met inkt gevulde bovenste reservoir 9 in de hand gewerkt wordt. Grotere vervorming van het gedeelte 11 blijft mogelijk om oneffenheden in het cliché op te vangen. Deze vervormingskracht is regelbaar.

Door de lage ligging van de tappen 17 wordt de neiging tot kantelen die de verdeelinrichting 4 heeft, telkens het cliché 5 zijn beweging in een zin start, tegengewerkt.

Doordat het gedeelte 11 elastisch vervormbaar is kan het cliché 5 niet alleen relatief dun zijn, maar verdient het zelfs de voorkeur dit cliché 5 eventueel op een elastische onderlaag 19 te monteren.

Wanneer de clichédrager 2 zieh vanuit de in de figuur 1 voorgestelde stand naar rechts verplaatst, schuift het cliché 5 onder de inktverdeelinrichting 4 zodat het beinkt wordt. Bij de teruggaande beweging van de clichédrager 2 schraapt de rand 12 van de inktverdeelinrichting 4 het teveel aan inkt weg. Door de hiervoor beschreven bijzondere konstruktie van de inktverdeelinrichting 4 wordt reeds bij een relatief lage druk van de inrichting 4 op het cliché 5 en dus met

een minimale slijtage een perfekte schraping verkregen. Wanneer het cliché 5 opnieuw de in de figuur 1 weergegeven stand ingenomen heeft wordt de tampon 3 even op het cliché 5 gedrukt om het inktbeeld op te nemen.

Tijdens de volgende beinkting van het cliché 5 wordt de tampon neerwaarts naast de clichédrager 2 verplaatst en op het te bedrukken voorwerp gedrukt.

De inktverdeelinrichting 4 is relatief goedkoop van konstruktie en bezit een lange levensduur. Toch laat ze een zeer goede schraapwerking en dus de zeer goede kwaliteit van het drukken toe. De inkt in de inrichting 4 is afgesloten van de omgeving. Vervangen of aanvullen van'de inkt is vrij gemakkelijk. Ook het cliché 5 bezit een lange levensduur niettegenstaande het relatief dun en van goedkoop materiaal zoals kunststof kan vervaardigd zijn. Cliches van andere materialen kunnen evenwel ook gebruikt worden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke tampondrukmachine en daarvoor bestemde inktverdeelinrichting kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

In het bijzonder moet het onderste reservoir van de inktverdeelinrichting niet noodzakelijk rond zijn.

Het elastisch beweegbaar gedeelte van de inktverdeelinrichting hoeft ook niet noodzakelijk schotelvormig te zijn. Het kan bij voorbeeld ook cilindervormig zijn en door een vervormbaar gedeelte dat een elastisch samendrukbare vouw in de wand van de inrichting met de rest van de wand verbonden zijn.

Het cliché moet ook niet noodzakelijk een geheel vormen met een niet-werkzaam verlengde. Dit verlengde dat de inktverdeelinrichting onderaan afsluit wanneer niet ingeinkt wordt kan deel uitmaken van de clichédrager.

Claims

Konklusies. l.-Tampondrukmachine die een clichédrager (2) bevat, een inktverdeelinrichting (4) die een inktreservoir (8) bevat dat onderaan van een gesloten rand (12) voorzien is waarvan ten minste een gedeelte bij de relatieve beweging van het reservoir (8) ten opzichte van het cliché (5), over dit cliché (5) schuift, welk reservoir (8) onderaan, binnen deze rand (12), open is zodat inkt uit het reservoir (8) op het cliché (5) kan worden gebracht, middelen (7) om deze relatieve beweging van het reservoir (8) ten opzichte van het cliché (5) te veroorzaken, een tampon (3) die op het beinkte cliché (5) kan worden gedrukt en een inktbeeld van dit cliché (5) op een voorwerp kan overbrengen, en middelen om de tampon heen en weer van het cliché (5) naar het voorwerp te brengen en tegen het cliché (5),

respectievelijk het voorwerp te drukken, daardoor gekenmerkt dat het inktreservoir (8) een onderste gedeelte (11) bevat dat in de hoogterichting elastisch beweegbaar is ten opzichte van het erboven gelegen gedeelte (10).

2.-Tampondrukmachine volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat het onderste gedeelte (11) van het <Desc/Clms Page number 15> reservoir (8) ten opzichte van het erboven gelegen gedeelte (10) elastich beweegbaar is door een elastisch vervormbaar gedeelte (11) van de wand (10, 11) van het reservoir (8) zelf.

3. Tampondrukmachine volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat ten minste dit elastisch vervormbaar gedeelte (11) van de wand van het reservoir (8) van kunststof vervaardigd is.

4.-Tampondrukmachine volgens een van de konklusies 2 tot 3, daardoor gekenmerkt dat het elastisch beweegbare gedeelte (11) van het reservoir (8) en het elastisch vervormbare-gedeelte (11) in hoofdzaak samenvallen.

5.-Tampondrukmachine volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat het elastisch beweegbare gedeelte (11) van het inktreservoir (8) een ten opzichte van de hoogterichting van het reservoir (8) hellend wandgedeelte bevat.

6.-Tampondrukmachine volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat het elastisch beweegbare onderste gedeelte (11) van het reservoir (8) in hoofdzaak een naar onder toe verwijdend wandgedeelte bevat. <Desc/Clms Page number 16>

7.-Tampondrukmachine volgens de konklusies 4 en 6, daardoor gekenmerkt dat het reservoir (8) een stijve nagenoeg schijfvormige bovenwand (10) bevat en een onderste gedeelte (11) in hoofdzaak in de vorm van een omgekeerde schotel.

8. - Tampondrukmachine volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de inktverdeelinrichting (4) bestaat uit twee inktreservoirs, namelijk het voornoemde reservoir (8) met een elastisch beweegbaar onderste gedeelte (11) en een eraan verbonden reservoir (9), waarbij het bovenste reservoir (9) via een opening in zijn onderzijde en een opening (13) in de bovenzijde van het onderste reservoir (8) met dit onderste reservoir (8) in verbinding staat.

9.-Tampondrukmachine volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de inktverdeelinrichting (4) bovenaan ten minste gedeeltelijk gesloten EMI16.1 is.

10.-Tampondrukmachine volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat tussen het cliché (5) en de clichédrager (2) een elastische onderlaag (19) aangebracht is. <Desc/Clms Page number 17> 11.-Inktverdeelinrichting (4) bestemd voor de tampondrukmachine volgens een van de vorige konklusies.

12.-Inktverdeelinrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat ze een reservoir (8) bevat dat een onderste gedeelte (11) voorzien van een gesloten rand (12) bezit dat in de hoogterichting elastisch beweegbaar is ten opzichte van een erboven gelegen gedeelte (10). ;